delta
Inspiratiebron voor tuin- en landschapsinrichters
4711
> Ontwerp je eigen strand > Toerisme in China > Techniek van vlindertuin > Luieren in het Wertheimpark > Gloednieuwe golfbaan > Van varkenshouderij naar recreatieboerderij
Zomer Relaxen in het Wertheimpark, Amsterdam
Stap in jouw toekomst! Hogeschool Van Hall Larenstein heeft een brede expertise in
Denk hierbij aan:
Tuin- en landschapsinrichting, Land en watermanagement
- Opleiding Landelijk Vastgoed
de architectuur van de buitenruimte. Binnen de opleidingen en Bos en natuurbeheer zijn verschillende majors te volgen. Deze zijn in voltijd te volgen en in deeltijd.
Heeft u een hbo opleiding en bent u klaar voor een nieuwe
stap in uw carrière? Dan zijn de cursussen en maatwerktrainingen van Training & Consultancy iets voor u.
www.vanhall-larenstein.nl
- Adviseur Openbaar Groen
- Grondwaterhydrologie en bronbemaling
- Master Project- en procesmanagement (op het gebied van land en water in deeltijd)
Kijkt u voor meer informatie over de master, één van de majors of de cursussen op www.vanhall-larenstein.nl.
delta
47 11
Zomer
Juli 2011
6
Met een rood koffertje naar China
9
De tuin van René Lemenschot en Frans-Jan Visser
12
Zomer in het Wertheimpark
15
Column: Zomeren
18
Van boerderij naar recreatiehoeve
22
Berichten
24
Afstudeeropdrachten
In de lente voelde het al aan als zomer. Als het mooie weer aanhoudt, kunnen we ons zelfs met geheel nieuwe en ongekende activiteiten bezig gaan houden zoals GPS-wandelen door de bedding van de IJssel, de Geffense plas omtoveren tot een motorcrossterrein en op de Posbank zonnecollectoren plaatsen om lekker in de schaduw bijvoorbeeld de film ‘Hard Rain’ te bekijken. Economisch zal het ook voor de wind gaan. Schepen krijgen passende rupsbanden aangemeten en eindelijk kunnen we op de Wadden gaan bouwen. Maar gelukkig... zo ver is het nog niet. In deze Delta komen niet zulke extreme projecten aan bod, maar wel projecten waar bepaalde gebieden of plekken worden omgetoverd voor zomerse activiteiten. Het akkerland van de Stippelberg is omgeploegd tot een golfbaan, passend in het natuurlijke landschap. De varkenshouderij op Haarzuilens wordt een recreatiehoeve. In het Amsterdamse Wertheimpark is het niet het zomerse klimaat dat de functies gaat bepalen, maar het financiële klimaat... Mocht je geen zin hebben in een activiteit, dan kun je ook een zomerse passiviteit aannemen. Gewoon genieten onder de Hollandse wolken, liggend in een grazige weide. Of onder een parasolletje in alle rust deze Delta lezen... Veel leesplezier en zomerse groeten, Loes Leentjes en Hans Jacobse
4
10
Colofon
Redactieadres
Evelyn Derksen ontwerpt haar eigen strand
Promotieblad voor de tuin- en land schapsingenieur, een gezamenlijke uitgave van de Alumnivereniging VVA Larenstein en de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting van Hogeschool Van Hall Larenstein te Velp
Vlinders vanuit een technisch perspectief
VVA Larenstein, t.a.v. redactie Delta Postbus 350, 6880 AJ Velp tel. 026 369 57 25 e-mail: info@vva-larenstein.nl
Advertenties Annette Slotboom VVA-bureau, postbus 350, 6880 AJ Velp tel. 026 369 58 64 info@vva-larenstein.nl
Redactie Hans Jacobse en Loes Leentjes (hoofdredactie), Pim de Bokx, Freddy van Dijken, Remco van Eijndhoven, Leonie Heutinck, Melanie Koning, Mieke Latijnhouwers, Sjanet Niemantsverdriet, Niels Peters,
16
Michiel van der Vaart maakt van akkerland een golfbaan
20
Uitgelicht: Studenten bedenken plannen voor uitloopgebied Oss
Marloes Pikkemaat, Liesbeth van Rijns bergen, Eline van Straaten, Tamara van Tricht, Marianne van Lidth de Jeude, Marleen Malais, Marianne Verheij
(GAW ontwerp en communicatie)
Eindredactie
Drukwerk
Foto omslag Liesbeth van Rijnsbergen
Ria Dubbeldam GAW ontwerp en communicatie, ria@gaw.nl
Kerckebosch Grafische Communicatie, Zeist. Delta wordt gedrukt op chloorvrij papier
Aan dit nummer werkten mee
Oplage
Evelyn Derksen, Jorg Kirchner, René Lemenschot, Judith van der Poel, Marco Quist, Niek Roozen, Jaap Spoelstra, Michel van der Vaart, Frans-Jan Visser
Delta 47, juli 2011 ISSN 1386-5560
3100 exemplaren
Grafische vormgeving Michel Backus en Harry Harsema
delta 47 3
Evelyn Derksen studeert in 2007 als deeltijdstudent Tuin- en Landschapsinrichting af bij Van Hall Larenstein, richting ontwerp. Daarvoor heeft ze een lerarenopleiding gedaan, gevolgd door de opleiding kunst, cultuur en educatie. Sinds haar afstuderen is ze als senior-landschapsontwerper in dienst bij Maris l&t. Ook houdt ze zich bezig met landschapskunstprojecten.
Ontwerp je eigen strand Een recreatiegebied, waar je zelf regelmatig gebruik van maakt, mogen ontwerpen. Dat klinkt als een droomopdracht. Voor Evelyn Derksen werd deze droom realiteit. Nog maar net klaar met haar opleiding, kon ze aan de slag met een ontwerp voor het Woldstrand in Zeewolde, op nog geen 100 meter van haar eigen woning.
Zeewolde groeit en daarmee ook de druk op het strand bij het dorp aan het Wolderwijd. De gemeente wil daarom het strand en de bijbehorende parkeergelegenheid uitbreiden. De bewoners van Zeewolde, de belangrijkste toekomstige gebruikers, werden uitgedaagd daarvoor ideeën en gedachten op papier te zetten. ‘Denk en teken mee voor een fantastisch strand voor jong en oud’ stond er in februari 2006 in de plaatselijke krant. Tijdens een drukbezochte algemene bewonersavond in een tent op het strand presenteerde de gemeente de inzendingen. De toegestroomde bewoners konden hun
4 delta 47
favoriete thema’s en de voor hen belangrijkste uitgangspunten kiezen. De wensen die de meeste bijval kregen, zijn opgeschreven. Dit vormde de leidraad voor de visie die Wide van der Kooij van Maris landschapsontwerp en techniek kon gaan opstellen.
Prachtig plan Voor het uitwerken van die visie tot een ontwerp, kwam naast Wide de net afgestudeerde Evelyn in beeld. ‘Plannen strand goed ontvangen’, ‘Verrassend mooi plan voor Zeewolder Strand’ en ‘Prachtig plan’ kopten de kranten, na de presentatie
is, voornamelijk uit Europese subsidie, wordt er weer een deel uitgevoerd. Veel onderdelen zijn al klaar. Wat zeer goed in de smaak valt bij het publiek is de segmentatie van het recreatiegebied. Zongenieters, ouders met kleine kinderen, zwemmers, jongeren en surfers hebben allemaal hun eigen stuk en bezorgen elkaar daardoor weinig overlast. De kapstok waar alles aan opgehangen is, is de dijk. Omdat daar zowel fietsers, skaters, wandelaars als strandgangers samenkomen, is het er op mooie dagen veel te druk. Daarom is op het strand een parallelle strook, een boardwalk, aangelegd voor de strandgangers en wandelaars. Dit slenterpad vormt een functionele verbinding tussen de verschillende stranddelen en is de ruggengraat van de parkeerplaatsen, de haakse voetpaden, het strandpaviljoen en de speelvelden. Deze boardwalk van betonplaten bleek exact 1 kilometer lang te zijn en is op een creatieve manier opgedeeld in stukken van 50 meter. Een uitdaging voor de hardloopclub, die er, zodra de boardwalk er lag, kwam trainen.
Multifunctionele uitzichtpunten
van het ontwerp aan een zaal vol bewoners. De meeste ideeën en suggesties waren blijkbaar naar wens in het plan verwerkt. Niemand in de zaal miste iets. Wel waren er nog enkele punten van zorg over het aantal parkeerplaatsen, overlast en mogelijk verminderd uitzicht, maar verder waren de reacties erg positief. Om de zorgen weg te nemen is er wat aan het plan geschaafd en zijn er afspraken gemaakt met betrokkenen. Inmiddels zijn we bijna vier jaar verder. Op wat helaas een van de weinige bewolkte dagen tot nog toe blijkt te zijn, gaan we met Evelyn kijken naar ‘haar’ strand, een 2 kilometer lange strook aan de rand van het dorp tot aan de campings in het zuiden. Ondanks de wind en de bewolking ziet het geheel er al goed uit. Een enthousiaste maar iets gestreste eigenaar richt nog snel zijn strandpaviljoen in voor de opening, er wandelen en joggen mensen en het strand ligt er schoon en aantrekkelijk bij.
Er komen nog drie uitzichtpunten op of aan de dijk, die alle een meervoudige functie zullen krijgen. Het moeten behalve uitzichtpunten ook ontmoetingsplekken, rustpunten en/of verkeersknooppunten zijn. Op het gloednieuwe strandpaviljoen zat Zeewolde echt te wachten, blijkt wel uit de reserveringen voor feesten en partijen die al voor de definitieve opening binnenkwamen. Het terras van het paviljoen kijkt uit op een unieke (speel)zwemsteiger die ongeveer 50 meter lang is en naar het toekomstige zwembad voert. Dat zwembad komt zo ver vanaf de oever te liggen, omdat het water
over een lang stuk slechts een meter diep is. Zwemmen is er nauwelijks mogelijk. Voor het zwembad is een stuk van circa 45 x 30 meter gereserveerd. Na het zomerseizoen begint de aanleg. Het zwembad zal worden gevormd door het halfronde uiteinde van de steiger, samen met het halfronde rif aan de andere zijde. Onder water zal de diepte gemaakt worden met een damwand. Op het breedste deel van de steiger komen een duikplank en startblokken. Nog een sportveldje en dan is het project klaar. Wat het ontwerp afmaakt zijn de degelijke, vaak natuurlijke materialen in neutrale kleuren. Dit zorgt voor eenheid en rust.
Mevrouw de ontwerper Bureau Maris l&t maakt niet het bestek, maar Evelyn is in de rol van vormcoördinator nog steeds rechtstreeks betrokken bij het project. Er vindt geregeld overleg plaats met de gemeente, de uitvoerder en de bestekmaker. Ze heeft een goede band met de mannen van de uitvoering, die inmiddels gewend zijn aan het commentaar van ‘mevrouw de ontwerper’, zoals ze haar noemen. Verzuchten ze bij de uitvoering soms: ‘wie heeft dit nou weer verzonnen’, naderhand zeggen ze vaak: ‘joh, wat ziet dat er mooi uit’. Omdat Evelyn bijna dagelijks even kan komen kijken, omdat ze er heel dichtbij woont, zit ze overal met haar neus bovenop. Zo kan worden voorkomen dat kleine elementen, zoals een toiletgebouw of een fietsenrek, door een verkeerde plaatsing of een vreemd type, het ontwerp verpesten. ‘Ja’, zucht Evelyn tevreden, ‘het wordt nog mooier hier en daar gaan heel veel mensen van genieten.’ Marleen Malais en Sjanet Niemantsverdriet
Fasen De realisatie van het project gebeurt in fasen. Telkens wanneer er weer geld beschikbaar
delta 47 5
Met een rood koffertje naar China De eerste Chinese Floriade in Shenyang, Noord-China. Het was een een hele toer om de bollen op tijd in bloei te krijgen.
Er zijn maar weinig landschapsarchitecten die ondernemen in een land met zo’n andere cultuur. Niek Roozen doet het! In 1998 stapt hij met een rood koffertje het vliegtuig in, op weg naar China. Hij weet Chinezen te overtuigen. Diverse opdrachten volgen. Door het goede contact met Nederlandse sierteeltpromotiebureaus komt Niek in contact met Chinese opdrachtgevers. De eerste jaren werkt hij in opdracht van deze bureaus aan de inrichting van verschillende expo’s, waaronder de Expo 1999 in Kunming. In 2006 wordt Niek adviseur voor de eerste Chinese Floriade in NoordChina met een oppervlakte van ruim 200 hectare. In opdracht van de burgemeester van Shenyang organiseert en ontwerpt Niek deze tentoonstelling in het bos, ook wel ‘The First Expo in the Forest’ genoemd. De Chinezen willen graag onze Nederlandse Keukenhof nabootsen, maar volgens hem is dat onmogelijk. ‘Je kunt de Keukenhof wél overtreffen met zeven miljoen en één
6 delta 47
bloembollen’, houdt Niek voor. Shenyang is enorm enthousiast! Het bizarre gevolg is dat in dat jaar 10 procent van de Nederlandse bloembollenexport naar de Expo in China gaat. Voor het beplantingsplan schakelt Roozen Jacqueline van der Kloet in vanwege haar expertise op het gebied van bloembollen en het combineren van vaste planten en bloembollen. Vierhonderd Chinezen doen het plantwerk. Indrukwekkend om te zien.
Bollenexpertise De bollen moeten tijdens de opening op 1 mei bij de entree in bloei staan. ‘Daar stond de burgemeester op’, benadrukt Niek. Maar laat het die winter nou de koud-
ste winter sinds dertig jaar zijn! Om ervoor te zorgen dat de bollen toch op tijd bloeien, wordt een trucje van een Nederlandse bloembollenkwekerij uit de kast gehaald. Secuur worden tunneltjes van plastic gemaakt, die met bamboestokken over de tulpen worden geplaatst. Dit geeft hetzelfde effect als een broeikas. Bij te veel zon worden de tunnels handmatig opengezet en als het nodig is wordt er beregend. Zo staat er op de dag van de opening toch maar mooi 55 procent van de bollen in bloei. ‘Fantastisch, want het was wel even spannend of het zou gaan lukken’, geeft Niek achteraf toe. Bij Niek groeit onder meer door dit project het inzicht dat er voor Nederland, als een
Rechtsboven: Chinese floriade in Shenyang. Rechtsonder: park voor de Expo in Shanghai
echte bloembollennatie, in dit land erg veel mogelijkheden liggen. ‘We hebben heel veel kennis van sierteelt en hiervan wordt het buitenland enthousiast. We moeten die kennis verpakken in ontwerpen.’
Duurzame, groene technologieën
Niek Roozen groeit op in de bollenstreek. In 1974 studeert hij af bij de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting in Boskoop, richting ontwerp. Met een aantal studievrienden richt Niek een bureau op: Groep A5 en in 1986 begint hij zijn eigen bureau: Niek Roozen bv landschapsarchitecten. Binnenkort viert het bedrijf zijn 25-jarig bestaan. Judith van der Poel studeert in 2001 af bij Hogeschool Larenstein in Tuin- en Landschapsinrichting, richting ontwerp. Judith begint in 2002 bij Niek Roozen bv. Hier werkt zij nog steeds.
Een prijsvraag voor de ontwikkeling van een centraal park voor de Expo in Shanghai volgt in 2010, als groene hart van de tentoonstelling. Het gaat om een gebied van 35 hectare dat vraagt naar nieuwe technologieën van groen en duurzaamheid. Roozen pakt dit project op samen met NITA, een groep jonge Chinese ontwerpers een aantal Nederlandse bureaus. ‘Doordat de Expo in 2006 heel goed verlopen is, komen nu extreem veel opdrachten onze kant op’, vertelt Judith van der Poel, die sinds 2002 bij Roozen werkt. ‘Wij kijken naar de bestaande kwaliteiten van een gebied en dat is de reden waarom ze onze werkwijze waarderen en ons telkens weer vragen.’ Waar Nederlanders goed in zijn, is het ontwikkelen van een visie. ‘Het uitwerken van de details en het doorrekenen van constructies is iets wat de Chinezen het beste zelf kunnen doen. Zij kennen de Chinese regelgeving en zijn veel goedkoper’, bevestigt Niek. Zo verliep ook de samenwerking bij het project Clean air Factory in Shanghai, voor meer bomen als schone fabriekjes in de stad. ‘Zie het als een natuurlijke airconditioning’, zegt Judith. ‘Bomen filteren de lucht, waardoor er minder fijnstof is, wat in drukke steden in China van groot belang is.’ Nederland is goed in het onderzoeken naar de effecten van fijnstof, CO2 et cetera. Van die Nederlandse kennis maakt China graag gebruik. Niek: ‘Groen is de economische drager van de Chinese plannen. Eerst wordt groen aangeplant en daarna begint het bouwen. Een verbazingwekkend slimme werkwijze. Er moet veel voorgefinancierd worden, maar het plan is al terugbetaald vóór de eerste bewoner komt!’
Krab eten Bureau Roozen ontwerpt veel in samenwerking met de lokale bevolking. Zo ook bij het visserseiland Lotus Island (Lianhua). Het eiland wil weer zelfvoorzienend worden door vooral het toerisme jaarrond aantrekkelijk te maken. Het pittoreske en toeristische visserseiland, qua grootte vergelijkbaar met Marken, omvat vijf kleine nederzettingen, die je alleen per boot kunt bereiken. De honderd jaar oude traditie is om in novem-
ber gezamenlijk krab te eten, wanneer deze op z’n lekkerst is. Dan komen er dagelijks zo’n vijfduizend mensen bij de vissers thuis op de binnenplaatsen eten. Maar het eiland wil ook buiten het krabseizoen toeristen trekken. Roozen krijgt de vraag om het eiland zo aantrekkelijk te maken, dat toeristen het hele jaar door er willen komen. Niek vat het plan op om de opdrachtgever uit te nodigen voor een excursie naar de vissersdorpen langs het IJsselmeer. Deze dorpen zijn de inspiratie voor de opdracht. Hij adviseert de opdrachtgever het toerisme te concentreren in één dorp, zodat de cultuur in de andere dorpen zoveel mogelijk behouden blijft. Voor de maanden buiten het hoofdseizoen is bij de haven, waar de boten met toeristen aankomen, een museum gebouwd. Dat vertelt de geschiedenis van het werk in de krabvisserij. Eveneens zijn er nu een aantal restaurants op het water, waar het hele jaar gegeten kan worden. Judith is ook bij het project betrokken. ‘We adviseren om met kleine ingrepen veel te bereiken. Bijvoorbeeld het
delta 47 7
Links: Lotuseiland. Bureau Roozen ontwierp samen met de lokale bevolking een plan om meer zelfvoorzienend te zijn. De inwoners verbouwen hun eigen groenten, die zij verkopen aan lokale restaurants. Rechts: het ontwerp van de Expo in Sjanghai.
dorp interessant te maken met inheemse beplanting, zoals streekeigen Chinese rozen en bomen langs de kanaaltjes. Zo ontstaat een meer authentieke sfeer bij de witte huisjes langs het kanaal.’ Het aantal toeristen buiten het hoogseizoen is aanmerkelijk gestegen. De welvaart stijgt. ‘Je ziet dit bijvoorbeeld aan de vervangen daken van woningen, geeft ze aan. De lokale bewoners kunnen met de extra toeristen het hele jaar door een inkomen verdienen. De kinderen krijgen weer een toekomst op het eiland in plaats van in de stad. Voor de nieuwe restaurants langs het water verbouwen de inwoners hun eigen groenten, die zij verkopen aan deze restaurants. ‘De plannen zijn niet heel ingrijpend, maar zetten wel een verandering in gang’, aldus Niek.
Elkaar vertrouwen Het geheim van Niek voor het succes in China: ‘Het is allemaal een kwestie van elkaar vertrouwen, afspraken nakomen, meegaan in de cultuur en betrokken blijven tot het eind van het proces. Mensen meenemen in het proces, middels vele ontwerpen en referentiebeelden.’ De kracht van de ontwerpen van Niek zit ‘m in het zien van de bestaande kwaliteiten van een gebied, de mogelijkheden die de kwaliteiten bieden en hoe je deze kunt benutten in een ontwerp. Op deze manier maakt hij plannen die passen bij de plek.
8 delta 47
Wat ook belangrijk is: ‘Wij maken niet alleen het ontwerp, maar helpen ook bij de realisatie ervan en gaan dáár naar de lokale markt om de beplanting in te kopen. Ook sta ik soms zelf te graven en te spitten. Op deze manier krijg ik veel betrokkenheid en makkelijk contact met de Chinese bevolking’, vertelt Niek. ‘Ik wil mezelf niet vergelijken met Christo (de kunstenaar bekend van het inpakken van gebouwen); een plan maken is leuk, maar zorgen dat het ook gerealiseerd kan worden is nog veel leuker’, lacht hij.
Werken in China Omdat de Chinese en de Nederlandse cultuur ver uit elkaar liggen, zoekt Niek constant de beste manier om Chinezen te benaderen. ‘Als opdrachtnemer kost het tijd om mee te gaan in de Chinese cultuur, je moet die leren en willen begrijpen. Als je de cultuur eenmaal een beetje door hebt en je geaccepteerd bent, dan is het heel aangenaam’, lacht Niek. ‘Chinezen ontvangen liever geen kritiek op hun werk, maar waarderen inmiddels wel sterk mijn mening’. Nieks werkwijze bij directies is om eerst tien foto’s te laten zien van mooie uitwerkingen van het ontwerp en dan volgen vele beelden van details die beter kunnen. China is een land van thema’s en verhalen. Judith en Niek vinden het essentieel om oude verhalen van een plek terug te laten komen op die plek. Chinezen denken
daar soms anders over. De gedachte overheerst: opruimen en wat nieuws neerzetten. Dat is snel en goedkoop. Die gedachte is logisch als je bedenkt dat een gebouw van vijftig jaar niet oud is in een cultuur die al duizenden jaren bestaat. Judith en Jacqueline gaan regelmatig mee naar China, waardoor ook zij de cultuur leren begrijpen. ‘In de Chinese cultuur is het een belediging om te zeggen dat je iemand niet begrijpt’, vertelt Judith. ‘Ze zeggen je te begrijpen, achteraf blijkt soms van niet. Je moet dus veel tijd investeren in afspraken, veel overleggen en zaken goed vastleggen. Maar in China geven ze je ook snel een heel warm en welkom gevoel, dat maakt het werken bijzonder en erg leuk!’ Eline van Straaten en Melanie Koning
De tuin van... René Lemenschot en Frans-Jan Visser ‘We hebben in 2001 een ruim tweehonderd jaar oude boerderij in Frankrijk gekocht. Het ligt in de prachtige en rustige streek Bourgogne en toch relatief dicht bij de tweede stad van Frankrijk: Lyon. Na onze studie hebben we eerst zelf een huis gebouwd in Vught en wilden toen graag een tweede huis in deze idyllische streek: de eerste buren op een paar honderd meter afstand, geen verkeer, een mooie omgeving en prachtige vergezichten.
René Lemenschot studeert af in 1989 aan de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting, richting cultuurtechniek en beheer in Boskoop. Sinds 2001 werkt hij bij Waterschap De Dommel als projectmanager. Hij houdt zich voornamelijk bezig met herinrichting van watersystemen. Frans-Jan Visser studeert in 1989 af in de richting civiele techniek en beheer. Frans-Jan werkt bij Grontmij in Eindhoven/Roermond als senior projectleider. Momenteel is hij voornamelijk bezig met beekherstelprojecten voor waterschappen en met de ontwikkeling van vrije woningbouwkavels in geheel Brabant voor ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor Ruimte.
De afgelopen tien jaar hebben we hier vrijwel elke vakantie doorgebracht om deze boerderij, die al sinds 1938 onbewoond en daardoor nog geheel in de oorspronkelijke staat was, tot een comfortabel huis te verbouwen. Dit doen we met respect voor het historische karakter. Met uitzondering van het stuc-, metsel- en voegwerk, doen we zo veel mogelijk alles zelf. Niet alleen de boerderij hebben we verbouwd, maar ook een dependance (een voormalige cuisine d’été). Dat is een gastenverblijf geworden. De bestaande, grotendeels verzakte tuinmuur hebben we in de oorspronkelijke staat hersteld met gebruikmaking van de oude stapeltechniek. De muur biedt weer een woonplaats aan hagedissen, insecten en planten. We kunnen de ‘court’ volledig afsluiten met het zelf ontworpen stalen hek. Bijzonder is dat de burgemeester tevens de smid is van het dorp en voor ons dit hek heeft gemaakt en geplaatst, waar hij dan ook erg trots op is. Elk klein dorp heeft hier zijn eigen burgemeester en die moet je beslist te vriend houden om vergunningen voor verbouwingen te krijgen.
Rondom het huis ligt 5 hectare grond, grotendeels weilanden omzoomd door gemengde landelijke hagen. Een gedeelte is een oud eikenbos. Het grootste deel van het land hebben we verpacht. Hier lopen schapen of koeien of het wordt gebruikt als hooiland. Onze eigen tuin houden we eenvoudig en dus onderhoudsvriendelijk, aangezien we er ook lange periodes niet zijn. De grove structuur van bomen, heesters en gras is gereed; de rest komt later. Telkens als we in het voorjaar naar Frankrijk gaan, moeten we eerst een paar dagen met de gras- en bosmaaier aan de slag. De strook direct rondom het huis houden we kort, zodat je op blote voeten kunt lopen zonder door een adder te worden gebeten. We hebben wel enkele mooie klimmers langs onze muur, die fraai bloeien en er staan veel wilde bloemen. In de tuin, maar ook in de omliggende weilanden staan diverse fruitbomen. Helaas zijn we niet altijd op het juiste moment in Frankrijk om te kunnen oogsten voor zelfgemaakte jam. Onze droom is om uiteindelijk in Frankrijk te gaan wonen. We volgden al meerdere jaren een cursus Frans en hebben leuke contacten in de omgeving, zowel met autochtonen als met buitenlanders. Immers, in de omgeving van ons huis wonen verschillende nationaliteiten.’ René Lemenschot en Frans-Jan Visser
delta 47 9
Bij vlinders denk je niet in eerste instantie aan een technisch staaltje vernuft voor de inrichting van een grote kas. Toch was dit nodig om het vlinderpaviljoen in Artis tot een succes te maken. Marco Quist van Rod’or Advies begeleidde de technische uitwerking.
De Duitse architect Helmut Sprenger maakte het bouwkundige ontwerp; het inrichtingsontwerp is van Studio Landlab in nauw overleg met de architect en Artis. En Marco nam de technische uitwerking van de binneninrichting voor zijn rekening. Aan de hand van slechts een beeldbestand met een impressie ging hij aan de slag. Hij maakte een globale kostenraming, werkte de inrichting technisch uit, zorgde voor de aanbesteding en begeleidde de technische uitvoering.
Flinke uitdagingen Technisch was het plan een echte uitdaging, legt Marco uit. ‘De looproute in de kas verloopt van maaiveldniveau tot vier meter hoogte, waar het restaurant zich bevindt. Op zich is zo’n looproute niet zo ingewikkeld om te maken, maar Amsterdam ligt op een slappe ondergrond: veengrond. Dat betekent dat je rekening moet houden met een grondbalans, waarbij het gewicht gelijk moet blijven. Door de relatief zware aarde uit de ondergrond af te graven en deze te vervangen door een lichter materiaal met een vele malen groter volume, kan het maaiveld worden verhoogd tot het gewenst niveau.’ Om goede berekeningen te maken, werkte hij samen met een bouwkundig adviseur. De materiaalkeuze viel op EPS (expanded polystyrene), een soort piepschuim, dat in hoogtelijnen is gemodelleerd. Hierop is het beton voor het looppad gestort en daarin zijn flagstones in een mozaïekpatroon aangebracht. Niet alleen waren er technische eisen aan de looproute, bovenal moest er rekening worden gehouden met de toegankelijkheid. Naast een avontuurlijk slingerpad van flagstones is er ook een speciale route gekomen, die geschikt is voor rolstoelgebruikers en de onderhoudswagen.
Handige buizenstructuur Onder de vloer liggen mantelbuizen met kabels en leidingen voor de wateraanvoer
Vlinders vanuit een technisch perspectief 10 delta 47
Links: Slingerende looproute met flagstones van maaiveldniveau tot aan het restaurant op 4 meter hoogte. Rechts: De spreng kruist het wandelpad: het water stroomt tussen de flagstones door.
en -afvoer, beregening, stroomvoorziening en drainage. De kabels en leidingen moeten flexibel te gebruiken zijn. Als er aanpassingen nodig zijn in de kas moet de vloer niet worden opengebroken. Ook moeten de leidingen goed bereikbaar zijn voor onderhoud, zoals vervanging en inspectie. Daarom is er gekozen voor een grid van mantelbuizen, waarbij de knooppunten in het midden van de plantvakken liggen. Op het hoogste punt van de kas ontspringt aan de ene kant een bron en aan de andere kant een waterval. Op verschillende plekken wordt de waterspreng bijgevoed om de werking van een echte bron zo goed mogelijk na te bootsen. De spreng begint klein en neemt net zoals in de natuur in volume toe. De waterval is een eyecatcher, maar mag niet met te veel geweld naar beneden storten. De luchtstroom en het opspattende water die dat opleveren, zijn niet gunstig voor de vlinders. Als ondergrond voor de waterlopen is een folie gebruikt. ‘Deze is afgedekt met een leemlaag. Zo blijven de waterlopen goed waterdicht’, legt Marco uit. ‘Zo heeft het folie minder kans op beschadigingen en hebben de waterlopen een natuurlijke uitstraling.
Hoge tijdsdruk Door de geplande openingsdatum had Marco te maken met een hoge tijdsdruk. Hij stond voor een onmogelijke opgave. ‘We hadden een zeer strakke tijdsplanning van vier weken; het geheel moest uitgevoerd zijn voor de bouwvak. We hebben dit wat op kunnen rekken naar vijf weken door wat ruimte te vinden in de aanbestedingsprocedure. Ondertussen werd besloten, dat de aannemer dezelfde zou zijn als die ook al de kas bouwde. Dit vanwege de zeer intensieve raakvlakken met de afbouw van de kas. Zij hebben in heel korte termijn gecalculeerd, terwijl wij ook calculeerden. Dit leverde tijdwinst op. Tenslotte is de uitvoering gestart, maar de gestelde openingsdag bleek met name vanuit de bouw toch niet haalbaar. De uiteindelijke openingsdatum is daardoor doorgeschoven naar 4 oktober 2006.’ De technische uitwerking van het interieur en de bouw liepen gelijk op. Dat maakte het spanningsveld nog groter. ‘Er moesten beslissingen genomen worden over mantelbuizen, bouwkundige sparingen (scheiding tussen het beton en een doorbreking) en ruimtereserveringen bijvoorbeeld, terwijl er nog heel veel niet zeker of bekend was over
het interieur of de bijbehorende techniek. We moesten dus zekerheden inbouwen en accepteren dat er wellicht dingen teveel zouden gebeuren of net even anders dan eigenlijk de bedoeling was. Denk aan achteraf onnodige sparingen of mantelbuizen die toch niet zijn aangesloten’, licht Marco toe.
Slimme oplossing De waterspreng kruist op een bepaald punt het wandelpad. Artis was aanvankelijk huiverig voor de natte flagstones. Zouden die niet te glad worden? Marco moest dus een slimme oplossing bedenken. Hij gebruikte een grote kabelkoker voorzien van een deksel met grote openingen, die vlak onder de waterlijn ligt en daardoor onzichtbaar is voor de bezoekers. Daarop werden de flagstones van tien centimeter dik gelegd. Het water stroomt nu tussen de flagstones door zonder dat ze nat en glad worden. Alle sterke staaltjes techniek hebben er uiteindelijk voor gezorgd, dat het ontwerp gerealiseerd kon worden en dat de bezoekers en vlinders prima hun weg vinden in het paviljoen. Niels Peters en Tamara van Tricht
Marco Quist studeert in 1997 af bij de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein in de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting, richting techniek. In datzelfde jaar gaat hij als cad-tekenaar aan de slag bij Rod’or Advies, toen een klein bedrijf in Utrecht. Het bedrijf op een zolderkamer groeit uit tot een onderneming met drie vestigingen verspreid door het land. Marco groeit mee en werkt achtereenvolgens als werkvoorbereider, projectleider en vestigingsmanager van Rod’or Advies in Arnhem.
delta 47 11
Zomer in het Wertheimpark Waar ga je heen als het zomer is in Amsterdam? Naar het Wertheimpark bijvoorbeeld, het oudste en enige park in het centrum. Kunnen stads-bewoners er straks ook nog ongestoord genieten van de zon? Dat hangt af van keuzen in en rondom het park, beschrijft Liesbeth van Rijnsbergen van R.I.E.T.
Auschwitzmonument van Jan Wolkers.
12 delta 47
Al in de 17e eeuw wisten Amsterdammers het park te vinden. Toen lag het nog net buiten de stad in het tuinengebied De Plantage; een populaire plek voor de gegoede burgerij. In de 18e eeuw begon de bouw van de Plantagebuurt, maar het park bleef bestaan als concerttuin met een schouwburg. In 1898 werd het park vernoemd naar A.C. Wertheim, een Joodse filantroop die later ook de fontein schonk die nog steeds in het park staat. Veel mensen kennen het
Wertheimpark van de jaarlijkse herdenking bij het Auschwitzmonument. Het park ligt aan de Plantage Middenlaan, ingeklemd tussen de Hortus Botanicus en het sportpark Park Schouwburg. Rondom het park zijn ontwikkelingen die het gebruik en de sfeerbeleving zullen gaan be誰nvloeden, positief of negatief. De drukke Plantage Middenlaan wordt naar verwachting afgesloten voor doorgaand verkeer, de Hortus wil uitbreiden met een kindertuin en het sportpark
Zonnebadende bezoekers liggen graag aan het water van de gracht.
wil vernieuwen en uitbreiden. Om deze ontwikkelingen in goede banen te leiden, vroeg stadsdeel Centrum aan adviesburo R.I.E.T. uitgangspunten vast te leggen voor de toekomst van het Wertheimpark en zijn omgeving. In het rapport ‘Uitgangspunten en Programma’ worden scenario’s geschetst voor integrale ontwikkeling van het gebied. Het plan is geen ontwerp, maar een kapstok om kansen en problemen aan te pakken.
Unieke ligging benutten Eén van de problemen is de slechte toegankelijkheid. Het park ligt zeer centraal voor zowel buurtbewoners als toeristen. Nemo, Artis, de Hermitage en het Joods Historisch Museum zijn op loopafstand, maar er staat een hek rondom het park, omdat het ’s avonds wordt afgesloten. Er is maar één ingang, er zijn geen doorgaande wandelroutes en de zichtlijnen zijn dichtgebouwd of dichtgegroeid. R.I.E.T. geeft aan waar zichtlijnen gemaakt of hersteld kunnen worden en waar wandelverbindingen en nieuwe entrees mogelijk zijn, zodat het park veel beter kan functioneren als rustpunt in de drukke stad. De voorgestelde wandelroute verbindt de attracties in de buurt en loopt langs het water. De vraag is of de route direct langs de gracht moet komen en daarmee de zonnebadende bezoekers van het water scheidt, of op enige afstand van de gracht, zodat bezoekers heerlijk aan het water kunnen zitten.
Sportpark: kans of bedreiging? Een bedreiging is de herontwikkeling van het sportpark. De plannen zijn zo omvangrijk dat het sportpark moet uitbreiden. Het sportpark wil plaats gaan bieden aan korfbal, tennis, een Cruijff Court, jeu-deboulesbanen en een accommodatie met horeca. Het is de vraag hoe dit opgelost kan worden. Neemt het sportpark een hap uit het park? Is er multifunctioneel ruimtegebruik mogelijk? Of kan een deel van het programma in het Wertheimpark worden gerealiseerd? Horeca of jeu-de-boulesbanen bijvoorbeeld passen prima in een stadspark en zijn zeker ’s zomers een goede aanvulling. Hoe dan ook, de ruimtelijke hoofdstructuur van het Wertheimpark mag niet aangetast worden, vinden de opstellers van het rapport. Maar een creatief dubbel ruimtegebruik en een zorgvuldige inpassing van bijbehorende functies in het Wertheimpark is zeker mogelijk. Het kan zelfs het park een meerwaarde geven!
Verkeersruimte of parkruimte? Een kans is het autovrij maken van de Plantage Middenlaan. De laan is ruim opgezet met twee rijbanen, een trambaan en fiets- en voetpaden aan beide zijden. Als de laan autovrij wordt, komt er veel ruimte vrij en verdwijnt de barrière tussen de Hortus en het park. Maar wat ga je met de ruimte doen? Betrek je die bij het park of zet je de
Het sportpark wil uitbreiden.
historische lijn aan met extra rijen bomen? Wat doe je met de fiets- en voetpaden? Leg je die evenwijdig aan de trambaan of informeel en slingerend door het park? Wat ga je doen met de trambaan zelf: leg je de rails in het asfalt, zodat het ook een calamiteitenroute wordt? Of wordt het een groene tramlijn door een park? Het rapport stelt vier principes voor. De keuze hangt af van de beslissing of het park afsluitbaar moet blijven of niet. Als de hekken verdwijnen, kan het park uitgebreid worden, zelfs tot aan de Hortus. Als de hekken blijven heeft dat geen zin.
Uitbreiding Hortus De uitbreiding van de Hortus met een kindertuin bestaat uit een binnengedeelte en een tuin. Voor deze kindertuin is het oog gevallen op het Hortusplantsoen, een groenstrook die nu nog openbaar is. Op zich heeft de tuin geen directe gevolgen voor het Wertheimpark, maar als het Hortusplantsoen niet langer openbaar toegankelijk is, beperkt dit de mogelijkheden voor routes van en naar het park. Ook de komst van een hek om de kindertuin zal de beleving van het Hortusplantsoen veranderen. Het rapport geeft niet alleen een overzicht van de keuzen die gemaakt moeten worden, maar ook van de verbanden tussen die keuzen. Dit samen resulteert in een integrale benadering van de ontwikkelingen
delta 47 13
Kinderen spelend in de fontein, die A.C. Wertheim ooit eens aan het park schonk.
Liesbeth van Rijnsbergen studeert in 1990 af aan de Rijks Hogere School voor Tuin- en Landschapsinrichting in Boskoop, richting ontwerpen. Ze werkt twee jaar als ontwerper bij Hollandschap en daarna negen jaar bij Oranjewoud in Capelle aan den IJssel. Sinds 2001 werkt ze bij adviesburo R.I.E.T. in Bunnik als ontwerper en teamleider. Vanaf 1991 is ze redactielid van Delta.
rond het Wertheimpark. Uit onze analyse blijkt dat twee keuzen leidend zijn: sluit je de Plantage Middenlaan af voor doorgaand verkeer of niet? En blijft het park in de toekomst afsluitbaar of niet? In een stroomschema is samengevat waar de keuzen toe leiden. Maak je de Plantage Middenlaan autovrij, dan kunnen Hortus, Wertheimpark en Sportpark op elkaar worden aangesloten. Blijven de auto’s, dan is het belangrijk een goede wandelverbinding aan te leggen die de gebieden aan beide zijden van de laan aan elkaar knoopt.
Advertentie
14 delta 47
Hoe verder? Het is aan de bestuurders om keuzen te maken. Dat zal zeker lastig zijn. Nu het financiële klimaat niet meezit, neigt men naar de goedkoopste oplossingen. Als de keuzen eenmaal helder zijn, kunnen de plannenmakers aan de gang met de eisen en wensen uit het rapport. Zij kunnen het Wertheimpark behouden voor zonnebadende stadsbewoners en voor de passerende toerist een aangename rustplek creëren. Liesbeth van Rijnsbergen en Remco van Eijndhoven
Column
Zomeren In het Nederlands Dagblad van 14 mei 2011 las ik een verhaal met als titel “Irritant, zo’n smartphone”. Het gaat over bereikbaarheid en besmette tijd. Besmette tijd is dat je luistert en tegelijk belt, sms’t of mailt. Of dat je luiert aan het Woldstrand en tegelijk mailt, sms’t of belt. Het mag ook in een andere volgorde. Worden lummelen, soezen en dagdromen begrippen uit de oude doos, die niet meer in de sociale mediabox passen?
Proef het woord zomeren. Daar zit de zon en vitamine D in. Vitamine D3 kan het menselijk lichaam produceren onder invloed van ultraviolet licht van de zon, zoals Wikipedia vermeldt (opgezocht terwijl ik zit te schrijven). Zie je hoe besmettelijk besmette tijd is? Zomeren. Dat is voor een ander de Python in de Efteling, waar je bijna misselijk en met hartkloppingen jezelf terug vindt. Dat is in de hitte van de stad een boom proberen op te zoeken, terwijl je het ijsje in recordtijd moet opeten, om het niet in witte regen te laten wegsijpelen. Regen, hè, dat is waar ik naar verlang in de zomer na die hitte. Mooie regen, van die dikke druppels, die het stof wegspoelt, zodat je weer fris kunt ademhalen. Geen strakblauwe luchten, maar luchten met wolkengevaarten die drijven en draaien en steeds andere vormen en kleuren aannemen. Een hemels fresco. Dan hoef ik niet naar de Veluwe met al die bomen waar je geen luchten kunt zien. Maar dan lig ik op mijn rug, languit, op het strand of in het gras. En kijk ik naar boven naar dat wisselend theater van lucht, wolken en zon, en af en toe regen, waardoor ik besef: niet ik maak de zomer. Vlindertuinen vind ik prachtig, hoewel ik vlinders liever in het vrije veld tegenkom, omdat ze dan een uitzondering zijn, en ik uitroep: zo zeg! Dat kun je niet duizend keer zeggen in een vlindertuin. Het blijft ongewoon wonderlijk dat uit een pop zo’n prachtig diertje te voorschijn komt, met een tekening zo symmetrisch alsof Gods glimlach er op ligt. Zulke kleuren, harmonisch geschikt, en patronen van lijnen en stippen, dat zie je niet als je in de Python naar beneden raast. Het zal duidelijk zijn waar mijn voorkeur naar uitgaat. Nog een keer zomeren. De Eilandspolder bij de Rijp, NoordHolland, in mei. Een laagveengebied, en altijd water. De hitte heeft weinig invloed op de waterstand, want het veen houdt het water stevig vast. Je ziet boterbloemen, zuring, kieviten, scholeksters en grutto-grutto. En vooral stilte, alleen het geluid van de weidevogels. Je snuift de geur op na een bui. Je proeft de geurigheid van de bloemen en ziet de dampen die uit de grond trekken. Er loopt een kerkenpad dwars door de polder. Dan pas ervaar je, ver weg van alle sociale media, de binding met alles wat leeft, en met de frisse kleuren, en met het water dat je zompig betreedt. Dat is pas echt zomeren.
Jaap Spoelstra delta 47 15
Golfspelers trekken hun trolleys onder een strakblauwe hemel over de heuvels en door de dalen van de gloednieuwe golfbaan. Waar tot voor kort vlak maïsland was, is nu een geaccidenteerd terrein te midden van grote plassen. De inspiratie voor de vormgeving komt dan ook niet uit de voormalige maïsvelden maar uit het historische landschap. Een eeuw geleden lagen hier nog duintjes, ‘stippelbergjes’, van een stuivend deel van de Peel. Ontginning maakte er bossen en akkers van en nu wordt de geschiedenis teruggedraaid: een ware renaissance van het landschap. ‘Bij het ontwerpen van een nieuwe golfbaan haal ik mijn inspiratie altijd uit het lokale landschap’, zegt Michiel, ‘en hoe ik dat kan inzetten en versterken om de golfbaan een eigen identiteit te geven. Bij De Stippelberg grijp ik terug op het voormalige geaccidenteerde landschap. Bij de golfbaan in het Bentwoud bij Zoetermeer in de polder gebruik ik heel andere karakteristieken.’
Lokaal enthousiasme In 2008 gaf de gemeente Gemert-Bakel het bureau Landschapspartners de opdracht een integraal gebiedsplan te maken, waarbij zandwinbedrijf De Peelhorst voldoende zandwinconcessies zou krijgen. De randvoorwaarden die de gemeente daarbij stelde, waren natuurcompensatie en recreatief medegebruik. Natuurterreinbeheerders bezaten reeds de bossen, de rest was landbouwgrond. Het idee om een golfterrein aan te leggen werd lokaal enthousiast ontvangen. Vanaf het eerste moment was het duidelijk dat de golfbaan zich moet onderscheiden van andere golfbanen in de streek. Michiel: ‘De concurrentie is groot. We werden uitgedaagd een bijzondere golfbaan te maken, in landschappelijke en golftechnische zin. Golfspelers moeten hier iets bijzonders beleven. Ik ontwierp een baan, waarbij het golfspel tevens een narratieve wandeling is, vol avontuur en verleiding. Ik ensceneer het spel voor de speler in het veld en voor de toeschouwer vanuit het clubhuis. In het verhaal van het golfspel wordt naar een dramatisch slot bij het eindpunt, het clubhuis, toegewerkt.’
Boetseren Dit uitgangspunt was een grote uitdaging voor de ontwerper. Zijn materiaal is de grond. Daarmee moet hij boetseren. Het is de kunst een parcours te ontwerpen dat uitdagend is voor zowel de gevorderde als minder gevorderde golfer. Elke lengte, breedte, hindernis, afslag-tee, bunker en hole is
16 delta 47
Renaissance van De Stippelberg Ten zuiden van het Brabantse natuurgebied De Stippelberg is op 95 hectare voormalig akkerland een uitdagende 27-holes golfbaan gerealiseerd. Michiel van der Vaart vertelt over zijn jongste creatie.
Masterplan van de golfbaan Stippelberg.
minutieus ontworpen. ‘Ik heb er plezier in om het parcours ‘on the edge’ te ontwerpen, ofwel met een onverwachte moeilijkheidsgraad.’ Michiel haalt zijn inspiratie voor dit soort dingen bij drie golfontwerpers: de Amerikanen Kyle Philips en Ben Crenshaw en de Engelsman Alister MacKenzie. ‘De kwaliteit van een golfcourse leer je het best kennen door hem zelf te bespelen en dat probeer ik zoveel mogelijk te doen. Heel bijzonder blijft ‘the home of golf’, de golfcourse van St. Andrews in Schotland. Het verhaal gaat dat golf daar is uitgevonden, door herders die weinig te doen hadden en die in het golvende heidelandschap van de Schotse kust een balletje voor zich uit sloegen.’ Ook voor de golfleek is er veel te beleven op De Stippelberg. Een eerste blik op het golfterrein zet je op het verkeerde been. Waar je een glad groen tapijt verwacht, zijn er zandvlakten en waterplassen. Aan de rand van een grote plas bij het clubhuis slaan golfers hun ballen naar wuivende vlaggetjes op kleine vierkante witte eilandjes midden in het water. Op deze zonnige dag zijn de lucht en het water fel blauw gekleurd, het zandige landschap eromheen is stralend blond. Aan de overkant van de plas verrijst het clubhuis met een groot rieten dak, dat meedoet met de tint van het landschap. Het is een golfterrein om geïmponeerd door te raken.
Verankering Het bijzondere zit ’m ook in de landschappelijke verankering. Alle elementen van de omgeving zijn gebruikt: de waterplassen van de zandwinning, de bestaande lanen met Amerikaanse eiken, de boerderijen en hun erven en de bossen rondom. Bovendien speelt de kerktoren van Bakel mee als oriëntatiepunt in het spel.
‘Aandacht is ook besteed aan de ‘emotionele’ verankering van de golfbaan in het gebied. Met de boeren rondom zijn keukentafelgesprekken gevoerd over de aansluiting van hun erven op de golfbaan. Daaruit bleek dat ze graag uitzicht hebben op de golfbaan. Daarom zijn doorzichten vanaf de boerderijen op het golfbaanlandschap gemaakt.’ Nog een emotionele verankering is dat ook nietgolfers via de lanen toegang hebben tot het terrein.
Inheemse beplanting De natuurcompensatie is ingevuld door alle ruimte buiten de intensief bespeelde delen (ongeveer een derde van het terrein) een natuurlijke uitstraling te geven. De beplanting is inheems: grove den, berk, lijsterbes, eik en brem. Op grote oppervlakten komt heide. Open zand is overvloedig aanwezig in de grote ‘bunkers’ (de voor het golfspel traditionele zandholtes). Bovendien zijn de intensief
bespeelde delen nog altijd milieuvriendelijker dan de voormalige maïsakkers. Het beregeningssysteem voor de intensief bespeelde fairways, greens en tees staat niet in contact met de zandwinplassen en de twee natuurlijke beekjes die over het terrein stromen, maar wordt gevoed vanuit eigen waterbassins. ‘Ten opzichte van het watergebruik en de bemestingsdruk van de landbouw eist het golfterrein heel wat minder.’ Michiel vindt zijn vak bijzonder. Hij mag mensen plezier bezorgen. ‘Als ik hier in cognito op het terras zit en om mij heen spelers commentaar hoor leveren op individuele holes en specifieke kenmerken per hole, dan geniet ik. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk dat die individuele hole onderdeel is van het landschap en dat de golfer gast is in dat landschap.’ Marianne van Lidth de Jeude en Marianne Verheij
Michiel van der Vaart rondt in 2000 zijn studie Tuin- en Landschapsinrichting bij Hogeschool Larenstein af. Na zijn studie werkt hij een aantal jaren als technisch ontwerper bij MTD Landschapsarchitecten. In 2003 maakt hij de overstap naar Jol Golf Design. Hij volgt in 2007 de opleiding tot golfbaanarchitect aan het European Institute of Golf Course Architects. Tegenwoordig is hij samen met Philip Spogård eigenaar van Jol Golf Design. Zij richten in 2009 Spogård en Van Der Vaart op om de de buitenlandse markt op te gaan.
delta 47 17
Bij de oude boerderij Wielreveld met rood-witte luiken belt Jorg Kirchner aan. Misschien kan hij even binnen kijken. Helaas, er is niemand thuis. Over een paar jaar zal het er hier anders uitzien, vertelt Jorg. Deze boerderij op landgoed Haarzuilens is er dan nog wel, maar het erf is omgetoverd tot onder meer een recreatiehoeve waar mensen terecht kunnen voor informatie en een kop koffie.
Van boerderij naar recreatiehoeve Zittend in de zon vertelt Jorg over deze boerderij en de nieuwe functie die ze moet krijgen. Hij heeft er samen met zijn collega’s een ontwikkelingsperspectief voor opgesteld. ‘Vroeger was hier een varkenshouderij. De stallen zijn al gesloopt, maar de karakteristieke langhuisboerderij staat er nog. Natuurmonumenten wil op deze locatie een recreatiehoeve vestigen. Het moet een pleisterplaats worden voor recreanten, maar er is ook ruimte gereserveerd voor een kantoor en werkplaats van Natuurmonumenten.’ Bewoners van de Utrechtse wijk Leidsche Rijn gaan veel naar landgoed Haarzuilens met het kasteel De Haar om te wandelen. Boerderij Wielreveld ligt op de rand van het landgoed en vormt straks de poort naar het kasteel. Er is heel bewust gekozen
18 delta 47
voor deze locatie om een recreatiehoeve te realiseren. Zo ligt de boerderij tegenover een manege: een strategische positie. De manege trekt al heel veel bezoekers en de recreatiehoeve kan hier straks hopelijk van meeprofiteren. Samen moeten ze een brede groep recreanten aantrekken. Ook wat betreft verkeersstromen ligt de boerderij gunstig. Wielreveld ligt aan de Thematerweg, een verbindingsweg tussen het dorp Vleuten en kasteel De Haar. Precies bij de boerderij kruist een fietspad. De binnenplaats op het achtererf van de boerderij sluit aan op dit fietspad.
Traditioneel boerenerf Achter de boerderij liggen grote, lege velden. Daar zal het kantoorgebouw van
Natuurmonumenten wel komen. Jorg pakt het ontwerp erbij: ‘We zijn uitgegaan van de karakteristieke indeling van het boerenerf.’ Dat betekent aan de voorkant het woonhuis en een boomgaard en op het achtererf bedrijvigheid. De boerderij behoudt haar functie als woonhuis en wellicht komt er nog een vergaderruimte in. Rondom de binnenplaats komt de nieuwe ontwikkeling: activiteitsgebouwen en de kantoorschuur voor medewerkers van Natuurmonumenten en vrijwilligers. Voor- en achtererf vormen samen één boerenerf dat wordt ontsloten via de oorspronkelijke toegangsweg. Direct achter de boerderij komt een bescheiden parkeergelegenheid voor de medewerkers. De grote bezoekersparkeerplaats krijgt een plek bij de manege aan de overkant van de
Bovenaanzicht van het toekomstige erf van de recreatiehoeve.
weg. De binnenplaats van de recreatiehoeve blijft daardoor vrij van auto’s. Toekomstige bezoekers worden vanaf de bezoekerparkeerplaats om de boerderij heen geleid en komen via een voetpad vanaf het achtererf op de binnenplaats.
Lange zichtlijnen Het erf ontwikkelen in de lijn van de oorspronkelijke karakteristieke bebouwing; dat was een uitdrukkelijke wens van Natuurmonumenten. Jorg laat referentiebeelden en schetsen zien en vertelt verder. ‘Bij het inrichtingsplan hebben we rekening gehouden met de bouwrichting van de andere erven aan de Thematerweg. Typerend hier is dat de gebouwen in de lengterichting op het erf staan. Vanaf de toegangsweg ontstaat er dan een lange zichtlijn naar de achterliggende velden. Ook qua stijl zoeken we aansluiting bij de omliggende gebouwen. We hebben in ons ontwerp gebruik gemaakt van een rode steen en een rieten kap. De zijden van de gebouwen die gericht zijn op het centrale achtererf, worden van glas. Binnen en buiten staan zo in verbinding met elkaar.’ Dit zijn natuurlijk maar ideeën. Hoe het er werkelijk uit gaat zien bepaalt de architect, die Natuurmonumenten hiervoor gevraagd heeft. ‘Ik hoop natuurlijk wel dat er iets overeind blijft van onze ideeën’, glimlacht Jorg. Jorg kreeg vooral technische randvoorwaarden mee, waar hij in het ontwerp rekening mee moest houden, zoals de bouwvolumes, de functies van de gebouwen en het aantal parkeerplaatsen. Randvoorwaarden voor de exploitatie mocht hij zelf opstellen. ‘Natuurmonumenten wil een recreatiehoeve
met een horecagelegenheid. Maar dit is vaak niet voldoende winstgevend’, zegt Jorg. ‘Wielreveld is ideaal gelegen aan een knooppunt van recreatieve routes. Het is een mooie start- en rustplek voor fietsers, wandelaars, ruiters, kanovaarders en skaters. Ons advies is daarom: kijk ook naar mogelijkheden voor fiets- of kanoverhuur. Er is hier een mooie aanlegplaats voor kano’s te maken. Het erf ligt aan een waterplas, die nu al verbonden is met een kanoroute. Om ook door de week mensen te trekken, zou je bijvoorbeeld een dierenweide kunnen inrichten.’ De weides achter het boerenerf kunnen gebruikt worden voor evenementen. Naast deze recreatieve activiteiten zal er in de recreatiehoeve ook van alles over het landgoed Haarzuilens en zijn directe omgeving worden verteld.
Jorg Kirchner studeert in 2001 af aan de Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein, bij de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting, richting ontwerp. Tijdens zijn studie heeft hij bij Marcelis Wolak Landschapsarchitectuur stage gelopen en komt er na het afstuderen in dienst als landschapsontwerper. Hij houdt zich er ook bezig met de technische uitwerking van plannen en beheervraagstukken.
Samenwerking De recreatiehoeve maakt deel uit van een groter plan, verduidelijkt Jorg. In het Definitieve Landinrichtingsplan 2007 van Dienst Landelijk Gebied is opgenomen dat boerderij Wielreveld als pleisterplaats een nieuwe functie zal gaan vervullen tussen drie andere grote trekpleisters: de manege, Kasteel De Haar en het dorpje Haarzuilens. Om dit tot stand te brengen werkt Natuurmonumenten nauw samen met Dienst Landelijk Gebied, provincie en gemeente Utrecht. Dienst Landelijk Gebied heeft het landinrichtingplan opgesteld, waarbinnen het plan voor de recreatiehoeve moest passen. De gemeente is betrokken, omdat het bestemmingsplan zal worden aangepast. Voor Natuurmonumenten is de recreatiehoeve een manier om in contact te komen
met hun doelgroep. En bezoekers kunnen in een authentieke boerderijsfeer met hun kinderen of kleinkinderen vertoeven. Helaas gaat dat vandaag nog niet lukken. Het is nog wel even wachten voordat er een lekker kopje koffie is te drinken op het boerenerf. Marloes Pikkemaat en Leonie Heutinck
delta 47 19
Uitgelicht
Inspirerende plannen voor uitloopgebied Oss
Het plangebied van de Integrale Opdracht voor tweedejaars T&L-studenten bevond zich dit jaar aan de zuidzijde van de gemeente Oss: een stedelijk uitloopgebied voor recreatie, natuurbeleving, rust en ontspanning. Vooral de Geffense Plas, een gevarieerd bosgebied met een centrale grote waterplas (zandwinning) en ligweiden, is belangrijk. De gemeente wil van het gebied nog meer een recreatieve trekpleister maken. De belangrijkste aandachtspunten zijn: opwaardering van de horeca, verbreding van de activiteiten, het organiseren van evenementen en verbetering van de natuurwaarden. In groepjes maakten de studenten masterplannen en presenteerden deze met posters en een maquette. De opleiding licht de drie meest inspirerende plannen toe.
Oss west, thuis best Rosanne Schrijver, Ellen te Boekhorst, Jasper Nillessen en Edwin van der Burg zijn begonnen met een bezoek en een analyse van het gebied: wat zou je uit het huidige gebied kunnen gebruiken? Een opvallend aspect bleek een kruispunt ten noordoosten van het recreatiegebied dat een perfecte zichtlijn richting de plas kan vormen. Op deze manier komen drie zichtlijnen bij elkaar. Het projectgebied hebben ze opgedeeld
Aan het eind van het tweede studiejaar werken T&L-studenten een half jaar aan een Integrale Opdracht. Het vormt de afsluiting van het algemene deel van de opleiding. De eerste tien weken maken de studenten in groepjes van vier een masterplan voor een gebied van ongeveer 40 hectare. In de daarop volgende tien weken werken ze het masterplan in detail uit. Door deze opdracht leren de studenten samenhang aan te brengen tussen het ontwerp, de techniek, de beplanting en het beheer van de buitenruimte.
20 delta 47
in een cultuurlijke en natuurlijke zone. Door de cultuurlijke zone in te richten voor intensieve recreatie, wordt de natuurlijke zone gespaard ten behoeve van de flora en fauna. Een route zorgt ervoor dat mensen in dit gebied de meest interessante aspecten tegenkomen: de heide, het stuifzand, een kwekerij, het bos, de belangrijkste zichtlijnen en de bloemenweide. Om meer historische waarde in het gebied te brengen is gebruikgemaakt van de oude
Floating islands: beplantingsbakken in het water die meedrijven met de waterstand.
verkavelingspatronen. Deze patronen zijn te herkennen in de vormgeving van de zogenaamde ‘floating islands’, de oever en de ‘pieren’ bij het strand. De floating islands zijn beplantingsbakken in het water, die mee kunnen drijven met de zomer- en winterwaterstand. Elke bak is uniek door zijn eigen type beplanting. Deze diversiteit vergroot de ecologische waarde.
De Geffense As Jens Akkerman, Sybren Lempsink, Jannie Meijer en Thomas Raap bestempelen in hun visie het plangebied als een park dat aantrekkelijk moet worden voor beoogde doelgroep: families met kinderen. Het omvormen van het plangebied naar een park betekent onder andere dat de zandwinplas niet het enige onderdeel is dat bezoekers moet aantrekken. Meerdere zones met nieuwe functies, zoals een uitkijktoren en een speelbos worden toegevoegd. Deze zones worden duidelijk ontsloten door wandel- en fietspaden. Op deze manier ontstaat er een plek die jaarrond interessant is voor de toekomstige gebruikers. In de huidige situatie is het gebied sterk verrommeld en heeft het geen duidelijke routing. Ook is er geen goede aansluiting met het omliggende landschap. Dit is in het plan stevig aangepakt door langs de voormalige zandwinplas een as te leggen die aansluit op de huidige aantrekkelijke fietsen wandelroutes in de omgeving. Langs deze as liggen parkeerplaatsen en een cluster van voorzieningen met onder meer een fietsverhuur en een restaurant.
Maquette van het masterplan Geffense plas: een recreatiegebied met veel natuurwaarde.
In de noordelijk gelegen ruimte tussen de hoofdas en de stedelijke rand van Oss stellen de studenten een intensieve parkzone voor. Deze zone versterkt de parkachtige uitstraling van het gebied en biedt ruimte voor korte ommetjes. Kwaliteiten in het gebied zijn het op kleine schaal aanwezige stukje stuifzand en het kleine heideveld. De intimiteit rondom de plas wordt ook gezien als een kwaliteit. Deze kwaliteiten zijn in het masterplan behouden en waar mogelijk uitgebreid. De ecologische waarde in het gebied is te vergroten door enkele drijvende eilanden, waar vogels ongestoord kunnen broeden. Verder is de ecologie op kleine schaal te versterken in de verschillende bosgebieden.
Masterplan Geffense plas Door een uitgebreide analyse zijn Bart Feenstra, Jan van Prooije, Simon Marsman en Laura Knoops tot de ontdekking gekomen dat er veel kansen zijn om de Geffense plas tot een succesvol recreatiegebied te maken met meer natuurwaarde. Ze hebben het gebied in twee zones verdeeld. Een natuurlijk gedeelte met losse organische vormen, een flauw talud en bosranden met hoge ecologische waarden. En een recreatiegedeelte met een cultuurlijke uitstraling in de zin van strakke rechte vormen, steile oeverranden en rechtlijnige bosranden. De steiger deelt de plas in tweeën en benadrukt de verschillen. Veel wandelaars zullen eerder gebruik maken van het steigerpad dan van de routes door de natuurgebieden, waardoor de natuur meer tot ontwikkeling kan komen. Om het gebied meer herkenbaar te maken, verleggen de studenten de hoofdentree naar een historische eikenlaan. Deze nieuwe toegangsweg krijgt hierdoor een opvallende uitstraling met een zichtlijn naar de plas. De plas ligt verborgen in het groen, waardoor het gebied op zichzelf staat en weinig connectie heeft met het omliggende landschap. Door openingen in het bos te maken ontstaan er vergezichten. Hiermee krijgt de plas samenhang met de omgeving valt het gebied van buiten ook meer op en zal het interesse wekken bij potentiële bezoekers.
Een aantrekkelijk park voor families doordat er diverse zones zijn met verschillende functies.
delta 47 21
Berichten Studenten ontwerpen stand op Floriadeterrein Vier studenten van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting werken aan een ontwerp voor een tuin op de Floriade van 2012. Het gaat om een gezamenlijke stand van IVN (natuur en milieueducatie) en Vivare (natuurbeschermingsproducten). Het terrein is 900 m 2 groot. Naast een tuin komt er een paviljoen. Ook dit nemen de studenten mee in hun ontwerp. Het uit gangspunt voor het ontwerp is dat de natuur beleefd moet worden. Het concept met de titel ‘Trough animal Eyes’ is inmiddels gepresenteerd aan de opdrachtgever en zeer enthousiast ontvangen. In Delta 50, die als thema Floriade zal dragen, wordt het ontwerp en de uitwerking verder toegelicht.
Keukenhof: hoezo saai!
Een groep VVA’ers reisde op Goede Vrijdag naar de Keukenhof voor een excursie, georganiseerd door de V VA- ers Ed Rodewijn en Ton Aker, parkmanager van de Keukenhof. Ontwerper Jasper van der Zon vertelde over de achtergronden van het park: vanaf het eerste ontwerp van Zocher In 1840, de opening in 1949 als tentoonstellingsterrein tot de nieuwste ideeën over het verdelen van de bezoekers over de verschillende paden. Tijdens een rondwandeling door
22 delta 47 46
het park kwamen tussen de uitbundig bloeiende bollen de organisatie en het bedrijfsmanagement van het park aan bod. Deelnemer Marije Kattenwinkel vond dit het interessantst, schrijft ze op Linkedin, groep Alumnivereniging Van Hall Larenstein. ‘Hoe werk t het achter de schermen van de attractie met Nederlands hoogste bezoekersaantallen per week? Van een park dat maar twee maanden per jaar open is en waar dan 4,5 miljoen tulpen moe-
ten bloeien?’ Ze vond de excursie een groot succes, vooral door de enthousiaste rondleiders. De Keukenhof stond al jaren op haar todo-lijst, maar het beeld van grote groepen fotograferende Japanners schrok haar altijd af. ‘Mooi om de bevlogenheid van de drie Larensteiners te zien’, reageer t Ed Rodewijk. ‘Zichtbaar genietend van hun werk. Wat wil je ook als dagelijks duizenden mensen je werk bewonderen. Voor leden die (nog) niet weten wat ze met hun carrière willen, is een dergelijke excursie een aanrader. Het is erg inspirerend om Larensteiners ‘in actie’ te zien.’ Lees ook de andere reacties over de excursie bij de groep Alumnivereniging Van Hall Larenstein op Linkedin. Wil je volgend jaar mee met deze gratis excursie? Meld je aan voor de Keukenhof-nieuwsbrief, zodat je het niet kan vergeten: www. keukenhof.nl/nl/newsletter
Inspiraties voor de verticale stad In mei is het inspiratieboek Het nieuwe maaiveld verschenen. Het oude maaiveld is horizontaal; het nieuwe ver ticaal. Nieuwe maaivelden zijn een antwoord op de vraag naar de duurzame compacte stad. Het zijn levendige plekken met hoge stedelijke dichtheid, waar wonen, werken, winkelen en recreëren samenkomen. In deze gelaagde stad zijn het autoverkeer en het openbaar vervoer ondergronds gebracht, zodat autovrije gebieden ontstaan die uitstekend bereikbaar zijn en waar het prettig is om te vertoeven. Aan de hand van voorbeelden laat het boek zien voor welke opgave opdrachtgevers, ontwerpers en technici staan bij
het realiseren van de duurzame verticale stad van de toekomst. Het nieuwe maaiveld is het resultaat van een kennisontwikkelingsproject in opdracht van de vereniging Samenwerkende Architecten en Bouwadviseurs (SAB), die zich al 35 jaar inzet voor het bevorderen van de samenwerking tussen alle disciplines in de bouwvoorbereiding. De inhoud van de publicatie is gebaseerd op de ervaringen van leden van SAB en analyse van casestudies. De coördinatie van het project lag in handen van de opleiding Tuin- en Landschapsinrichting van Hogeschool Van Hall Larenstein. T&L-studenten en studenten van andere hogescholen
en universiteiten werkten mee aan de analyse van de geselecteerde projecten, die opvallen door een beter en slimmer gebruik van de nog beschikbare ruimte in onze steden.
Het nieuwe maaiveld, redactie Jeroen de Vries (docent Tuin- en L andschapsinrichting aan Van Hall Larenstein en landschapsarchitect) met een voorwoord van Ton Venhoeven (rijksadviseur voor de infrastructuur) en Niek van de Vlugt (voorzitter SAB). Bestellen via: www.uitgeverijblauwdruk.nl, ISBN 978 -90 -75271-47-8, prijs: 24,50 euro.
Hulp aan meisjesschool in Kenia De Keniaans-Nederlandse hardloopster Lornah Kiplagat wil in haar vaderland een school stichten voor kansarme meisjes tussen de 14 en 18 jaar die geen voortgezet onderwijs krijgen. Eind januari en begin februari gingen acht studenten en zeven docenten van de opleidingen Tuin- en Landschapsinrichting, Bos- en Natuurbeheer, en Land- en Watermanagement aan de slag. Vlakbij de stad Eldoret ligt het terrein waar behalve de school en verblijfsvertrekken ook een atletiekbaan, een kerk en een boerderij komen. De studenten Land- en Watermanagement brachten het gebied in kaart: wat voor bodem is er, kan overtollig water in het regenseizoen wegstromen? De zes studenten Tuin-en Landschapsinrichting maakten een ontwerp voor het terrein, als afstudeeropdracht (zie ook pagina 25 en 26). Studente Sytske Van der Kooi: ‘Er zijn hoogteverschillen en andere landschapstypen dan in Nederland.’ ‘En in Kenia hechten mensen niet zoveel waarde aan landschapsbeleving’, vult studiegenoot Tim Kort aan. ‘De mensen leggen te voet
enorme afstanden af. Ze lopen geen blokje om voor een uitzichtspunt.’ Het team logeerde op een boerderij, waar Lornah Kiplagat ook enkele dagen verbleef. Het verblijf was erg intensief. ‘We hebben veel gedaan, zelfs als het licht uitviel werkten we nog door’, aldus Sytske. Omdat er geen kaartmateriaal en kennis over het terrein was, was de aanwezigheid van zeven docenten geen overbodige luxe. ‘We hadden nooit zoveel boven water
gekregen met een kleiner team’, zegt docent Tuin- en Landschapsinrichting Johan Vlug. De betrokkenheid van Van Hall Larenstein bij de Lornah Kiplagat Foundation wordt betaald met impulsgeld van het ministerie van EL&I. In de toekomst draagt de hogeschool mogelijk nog bij aan de realisatie van de meisjesschool.
delta 47 46 23
Afstudeerprojecten Elk half jaar studeert een nieuwe lichting tuin- en landschapsingenieurs af aan Hogeschool Van Hall Larenstein te Velp. Alle afstudeerprojecten staan op de website www.madeinvelp.nl
Landschapsarchitectuur Bedrijvenlandschap Etalagefunctie van bedrijventerreinen Bij het etaleren van bedrijfsgebouwen langs de snelweg wordt weinig rekening gehouden met de hoge snelheid waarmee automobilisten voorbij razen. Er is geen hiërarchie, waardoor de bedrijven onzichtbaar lijken te worden. Anne-Will Dekker, Janneke Eggink en Laura Wolf hebben onderzocht hoe de etalagefunctie van hoogwaardige bedrijventerreinen langs de snel-
24 delta 47
weg het best kan worden aangepakt. Bij tien referentiegebieden is gekeken welke ruimtelijke aspecten invloed hebben op de waardering van de etalage. Het onderzoek toonde aan dat terreinen met een momentopname langer dan twintig seconden en in verhouding meer bebouwing dan beplanting een goede waardering krijgen. Ook andere aspecten die invloed hebben op de beleving van de etalage zijn bestudeerd en in het rapport opgenomen. Het maken van expliciete keuzes staat voorop!
Verblijfskwaliteit bedrijvencampus Joris Wolber t, Mark van Vils t er en en Mel v in Cr eemer s hebben onderzoek gedaan naar de ruimtelijke en functionele kenmerken die bepalend zijn voor de verblijfskwaliteit op een bedrijvencampus. Daarvoor zijn bestaande bedrijvencampussen geïnventariseerd, geanalyseerd en beoordeeld. Deze referentiegebieden zijn verdeeld in drie typen bedrijvencampussen: natuurlijk, parkachtig en stedelijk. De ruimtelijke en functionele kenmerken verschillen per type bedrijvencampus. Bij een natuurlijke bedrijvencampus draait het om de ontastbare, ongerepte en afgesloten gebieden. Bij een parkachtige bedrijvencampus gaat het om de ruimtelijke opzet, groenstructuur en de routing door het gebied. Tenslotte is bij een stedelijke bedrijvencampus vooral de uitstraling van de architectuur en de functies in de plint belangrijk. Deze kenmerken zijn uitgewerkt tot ontwerpprincipes die gebruikt kun-
nen worden bij het ontwerpen van een nieuwe bedrijvencampus.
Woonlandschap Streekeigen vormen van landelijk wonen Floortje Goossen, Jacco Jansen en Mark Spaan geven inzicht in de streekeigen manier van landelijk wonen in het zuidwestelijk zeekleigebied. Ze hebben nederzettingen van tien tot driehonderd woningen met elkaar vergeleken en de verschillende vormen van landelijk wonen getypeerd: dijkdorpen, dubbele dijkdorpen, ringdorpen, straatdorpen, havendorpen en duindorpen. Per categorie zijn twee dorpen verder geanalyseerd op ontstaanswijze, groeiwijze, verkaveling, typologieën, beplantingen, relatie met het landschap en architectonische details. Vanuit deze onderlinge vergelijking hebben ze ontwerpprincipes gemaakt, die inzetbaar zijn voor het ontwerpen van nieuwe streekeigen vormen van landelijk wonen.
Het nieuwe zandlandschap Zandlandschappen zijn van oudsher hoofdzakelijk kleinschalige agrarische gebieden. Deze transformeren zich echter steeds vaker tot stedelijke gebieden. Sander Crasborn, Merel Enserink en Renze van Och hebben de stedelijke transformaties in verschillende kleinschalige zandlandschappen beschreven en bestudeerd welke negatieve invloeden deze kunnen hebben. Vaak blijkt dat er bij de inpassing geen rekening is
gehouden met de structuur, het beeld en de functie van het landschap. Het advies is nieuwe stedelijke transformaties vorm te geven in relatie tot de abiotische en biotische factoren van het zandlandschap. Daarmee wordt voorkomen dat landschappen meer op elkaar gaan lijken.
Kust- en zeekleilandschap Dijk X In ‘Dijk X, een typologisch onderzoek naar dijken in het zeekleilandschap’ van Anne Witteveen en Daniëlle Gunnewijk is een ordeningsprincipe opgezet om inzicht te krijgen in de onderlinge verschillen en verhoudingen van dijken. De referentiedijken liggen in het open zeekleilandschap en hebben geen primaire waterkerende functie. De dijken zijn onderzocht volgens de thema’s: ondergrond, historie, functie en landschapsarchitectonische vorm. De resultaten liggen op het raakvlak tussen functie en vorm. Hoe langer de dijk geen primaire
functie meer heeft, des te meer de dijk wordt opgenomen in het landschap. De structurerende werking van een dijk wordt bepaald door de eenheid in landschapsarchitectonische vorm (samenhang tussen lengteprofiel en dwarsprofiel) en door bebouwing en beplanting.
Kustplaatsen tussen achterland en zeereep S t e p h a n G r e v e n, L o e k v a n Haaster en Andrea Hulsebosch hebben de Nederlandse kustplaatsen aan de Noordzee, hun achterland en de zeereep onder de loep genomen om handvatten te vinden voor goede onderlinge verbindingen. Alle verschillende verschijningsvormen hebben ze op een rijtje gezet. Samen vormen ze een toolbox met mogelijkheden; de handvatten om mee te ontwerpen. In Nederland kan er op verschillende manieren een functionele of ruimtelijke verknoping gemaakt worden, laten de afstudeerstudenten zien. Functioneel kan dit met water, groen, infrastructuur en stedelijke verbindingen. Ruimtelijk kan dit door zicht op landschap pelijke of stedelijke objecten. De geleidingsvorm of overgang wordt bepaald door beplanting, bebouwing, water, hoogteverschillen of profielen die verschillen.
Teelten in verzilte gebieden In Nederland krijgt ruim 100.000 hectare in de toekomst te maken met verzilting. Toch worden er nog weinig adaptieve maatregelen genomen door gebrekkige kennis over zilte teelt en zoute aquacultuur. In een onderzoek hebben Jon Westra, Rogier Hendriks en Joris van Veldhoven gezocht naar de verschillende vormen van zilte teelt en zoute aquacultuur en hun landschappelijke eigenschappen. Van alle vormen zijn systeemkaarten gemaakt. Hieruit bleek dat er veel technisch materieel nodig is om de teelt rendabel te maken. Bij het analyseren van de landschappelijke eigenschappen van bedrijven concluderen de studenten dat alle vormen onderhevig zijn aan constante ontwikkelingen, rechtlijnig en ritmisch zijn. Bij opschaling van openluchtbassins ontstaat een nieuw landschapstype: het open vijverlandschap.
Tuinarchitectuur Sportcampus Kenia (zie ook Berichten op pagina 23)
Ruimtelijk model voor sportcampus Kenia Afstudeerstudenten van Van Hall Larenstein werken met de Lornah Kiplagat Foundation aan een inrichtingsvoorstel voor een sportcampus in Kenia. Om een goed inrichtingsvoorstel te kunnen maken voor het terrein met hoogte-
verschillen, is het nodig om eerst meer onderzoek te doen naar de ruimtelijke effecten van het inpassen van bebouwing. Het onderzoek Sarah Bosman en Jelle Dijkstra betrof een ontwerpexperiment naar de beleving van reliëf. Dit is gedaan door in een ruimtelijk model van het projectgebied variaties aan te brengen in de positionering van gebouwen. Er zijn modellen ontworpen die variëren in de compositie van bebouwingsclusters en de standplaats van accentgebouwen. De ruimtelijke beleving van het hoogteverschil is getoetst door met verschillende routes door het model te ‘wandelen’. Uit het onderzoek zijn visualisatietechnieken voor hoogteverschillen en ontwerpprincipes gekomen, die de ruimtelijke beleving van hoogteverschillen versterken of juist afzwakken.
ken, principes en bronnen er beschikbaar en toepasbaar zijn en wat daarvan de ruimtelijke impact is. Het blijkt dat Kenia voor zelfvoorziening twee keer zoveel grond nodig heeft als er beschikbaar is. Als reactie hierop hebben de studenten gekeken naar de mogelijkheid van dubbel gebruik van grond in ruimte en tijd. Daarbij zijn enkele thematische modellen gemaakt die voor- en nadelen op een rijtje zetten. Door functies te combineren kan zelfvoorziening het landschap op een duurzame en efficiënte manier verrijken.
Ordening als basis voor campus
Zelfvoorziening: wat betekent dat? Vanuit de afstudeer- en ontwerpopgave ligt er een vraag om een inrichtingsplan te maken voor het toekomstige campusterrein van de Lornah Kiplagat Foundation in Kenia. De campus moet ongeveer 350 mensen kunnen voorzien van de primaire basisbehoeften: water, voedsel, energie en grondstoffen. Cor Simon en Lisanne Gerritzen vroegen zich af wat zelfvoorziening in Kenia betekent, welke technie-
In het kader van het ontwerp voor de Lornah Kiplagat Sports Academy in Iten, Kenia, hebben Sytske van der Kooi en Tim Kort onderzoek gedaan naar ordeningsprincipes voor geaccidenteerde campusterreinen. Door vakantieparken in Zuid-Limburg te analyseren zijn verschillende ontwerpprincipes gevonden. De principes hebben betrekking op wegenstructuur, bebouwing en groenstructuur die met enige aanpassing direct toepasbaar is in het projectgebied in Kenia. Gebleken is dat op campusniveau de wegenstructuur en het reliëf sturend
delta 47 25
Afstudeerprojecten zijn in de ordening van het terrein. De bebouwingsstructuur is ruimtevormend op een deel van het terrein. De groenstructuur speelt een rol op kleine schaal, in de directe omgeving van de gebouwen. Conclusie is dat het ontwerpen door de schalen heen van groot belang is.
Recreatie Attractoren in themaparken Naar aanleiding van het masterplan voor het Nederlands Openluchtmuseum te Arnhem, hebben Anne Copier en Matthijs Faber een onderzoek gedaan naar de plaatsing van attractoren aan de padenconfiguratie in vier verschillende themaparken en het effect daarvan op de beweging van de bezoeker. Een attractor is een ruimte-
in Arnhem. Themaparken worden ontworpen naar de wensen van de bezoeker. Voorzieningen, routing, attracties en oriëntatie zijn hierbij van groot belang. Een veel gebruikt ontwerpmiddel om deze functies te koppelen, zijn themagebieden. Hoe worden de themagebieden eigenlijk gevormd en ingezet in een themapark? In hun onderzoek hebben beide studenten antwoord gegeven op deze en andere vragen. De uitkomsten zijn te gebruiken bij het ontwerpen of versterken van themagebieden in themaparken.
Ruimtelijke silhouetten Nederland is een fietsland bij uitstek, maar wat is het nu dat Nederland zo geschik t maak t als fietsland? Of anders gezegd: wat is het dat de fietsrecreant zo weet te waarderen aan het landschap? Clemens van Heertum, Rhodé van Onselen en Roel Bierhoff hebben met een subjectieve en
lijk object, dat een sterke visuele aantrekkingskracht heeft. Over de vier onderzochte themaparken concluderen de afstudeerders dat attractoren sturing geven. Dit is met name het geval in de themaparken met een (verdeel)as als hoofdpad. In themaparken met een rondgang geven attractoren minder sturing, omdat de rondgang zelf al een sturende werking heeft. Attractoren worden hier ingezet om de rondgang gevarieerd te houden.
Versterking van themagebieden Dat themaparken meer zijn dan e en d a g je p lezier, ontd ek ten Richar d L eender t se en Rick Lensink tijdens het afstudeeronderzoek naar herstructurering van het Nederlands Openluchtmuseum
26 delta 47
objectieve kijk onderzoek gedaan naar de beleving en waardering van de fietsrecreant in een stedelijk uitloopgebied. Ze concludeerden in hun rapport ‘De ruimtelijke silhouetten van het landschap’ dat de fietser veel baat heeft bij structuur en begeleidende landschappelijke structuren en dat variatie en afwisseling niet zozeer gezocht moet worden in details maar meer in de grote gebaren.
Realisatie tuinen landschapsarchitectuur Techniek Bomen op daken In opdracht van Eco-engineering hebben L ar s Onder wa t er en Rienk Venhuizen onderzoek gedaan naar de verankering en het sortiment van bomen op daken. Door bestaande verankeringsmethoden te onderzoeken, op maaiveld en op daken, is een nieuwe verankeringsmethode ontwikkeld. Deze methode, Treesure®, houdt rekening met de groeiplaatsomstandigheden van de boom. De breedte - en lengtegroei van de boom kan er goed mee tot ontwikkeling komen. Tevens is met berekeningen getoetst of Treesure®, inclusief boom, op daken bij harde wind kan bezwijken. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het bijbehorende ontwikkelde Decision Support System voor de boomkeuze op daken geeft adviezen welke boomsoorten meer of minder geschikt zijn om te plaatsen.
Tracéstudie koppeling Bolscherbeek Vroeger was de Bolscherbeek verbonden met het noordelijker gelegen watersysteem van de Regge. Niels Borgerink heeft voor het waterschap Regge en Dinkel onderzocht of het haalbaar en wenselijk is om deze koppeling weer te herstellen. Hij voerde een uitgebreide analyse uit, waaruit een drietal inrichtingsvoorstellen voor de beek zijn ontstaan. Vervolgens is de definitieve variant samengesteld, waarna het nieuwe traject in woord en beeld is uitgewerkt. Het profiel van de watergang is berekend, tezamen met een aantal kunstwerken zoals een vistrap, een waterverdeelwerk en een voorde. Als afsluiting heeft Niels een bestek opgesteld met de details voor de uitvoering.
Zettingsgevoelige gebieden Voor Green Consult hebben Anne van Laethem en Niels Rijkse n de technische uitwerking gemaakt voor de terreininrichting van een project in Delft. Omdat het project zich in een zettingsgevoelig gebied
bevindt, hebben ze onderzocht wat zetting betekent voor de tuin- en landschapsarchitectuur. Sommige ontwerpers vinden zetting een uitdaging en proberen dit op te lossen in het ontwerp. Bijvoorbeeld met natuurlijke randen waar zetting wordt geaccepteerd en waardoor een dynamisch ontwerp ontstaat. Maar de meeste ontwerpers willen vrij kunnen ontwerpen en vinden dat de techniekers het probleem moeten oplossen. Omdat ontwerpers en beheerders vinden dat de zettingsproblematiek moet worden opgelost door de techniekers, worden er vooral technische oplossingen toegepast.
Openbaar groen Eetbaar plantsoen Bij gemeenten wordt stadslandbouw een steeds belangrijker onderwerp. Als er ideeën zijn om in de stad akker- en tuinbouwgewassen te gaan verbouwen, waarom kan dit ook niet met fruit, bessen,
Kwaliteit gemeenschappelijke tuinen In opdracht van SmitsRinsma bv te Zutphen hebben Mijndert Jan van Lavieren en Niels de Kat Angelino de kwaliteit van gemeenschappelijke tuinen in Rotterdam bestudeerd. SmitsRinsma werkt al circa twintig jaar in Rotterdam voor de meeste woningbouwverenigingen. Het bedrijf vroeg hen hoe ze gemeenschappelijke tuinen beter kan laten functioneren. De afstudeerstudenten hebben een visie opgesteld die ervoor zorgt dat de gemeenschappelijke tuinen kwalitatief beter ingericht worden voor een vergelijkbare of zelfs lagere onderhoudsprijs. Ze stellen voor relatief goedkope beheergroepen functioneel en divers toe te passen.
Ke t elaar s en Nick W ijnbeek bogen zich over deze en andere vragen. De aanleg van een nieuwe laan is een grote investering. Er worden meestal grote maten aangeplant, zodat snel voldaan kan worden aan het gewenste eindbeeld. Maar is het nodig om grote maten aan te planten of is het voordelig bij kleine maten? En wat is het effect op de beheerkosten?
Grachtengordel groen houden De binnenstad van Amsterdam is wereldberoemd vanwege de unieke stedenbouwkundige opzet met oude panden, grachten en de groene aankleding met bomen. Een probleem is echter de groeiplaats van de bomen in het grachtengebied. Die staat onder druk doordat de ondergrondse ruimte en de kwaliteit er van afnemen. Dit komt onder andere door: toenemende verkeersdruk met bodemverdichting als gevolg, verhoogde grondwaterstand en wor telamputatie bij werkzaamheden aan kabels en
Landschappelijke lanen
noten et cetera in het plantsoen? Stephan Jonker en Guus Vogels hebben de mogelijkheden van een eetbaar plantsoen onderzocht door literatuuronderzoek, gesprekken met experts en brainstormsessies. Hieruit zijn een aantal concepten met uitwerkingen ontwikkeld. Om de uitwerkingen breed toepasbaar te houden, zijn staalkaarten gemaakt die als leidraad zijn te gebruiken voor de inrichting van een dergelijke plek. Deze staalkaarten zijn op verschillende locaties van een gemeente getoetst.
Tegenwoordig heef t iedere ge meente een lanenstructuur, die de rug gengraat en samenhang vormt van de totale stedelijke en landschappelijke groenstructuur. Naast structuur aanbrengen vervullen lanen ook een architectonische, historische en ecologische functie. Landschappelijke lanen worden op verschillende manieren aangelegd en beheerd. Maar wat is nu financieel het meest gunstig te doorlopen traject, van aanplant tot kap, om tot het gewenste eindbeeld te komen en welke facto ren spelen hierbij een rol? Dave
Duurzame beplantingen
leidingen. Worteldruk is in veel gevallen de reactie van de boom, wat hinderlijk is voor de maatschappij. Matthijs Lorsheijd bestudeerde hoe de groeiplaats van bomen is te verbeteren. Dankzij een innovatieve uitbreiding van een standaard kademuur, is de mogelijkheid gecreëerd om bomen in het grachtenprofiel minimaal vijftig jaar een duurzame groeiplaats te bieden.
De overheid streeft ernaar dat vanaf 2010 75 procent van de inkopen duurzaam is, de volle 100 procent moet worden gehaald in 2015. Eén van de onderdelen van de GWWsector is de groenvoorziening. Steeds meer kwekers hebben intussen een EKO- of Milieukeurcertificaat, maar is er wel voldoende aanbod om de doelstellingen van de overheid waar te maken? Hoe ga je met duurzaamheid om in het bestek? Hoe controleer je of je daadwerkelijk duurzaam plantmateriaal krijgt? Dit zijn enkele vragen die aan bod zijn gekomen in het afstudeeronderzoek van Robertjan van Putten. Zeker is dat duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Het is zelfs langzaamaan een soort van ‘moeten’ geworden. Bedrijven die niet inspringen op duurzaamheid, zullen steeds meer opdrachten mislopen!
delta 47 27
Afstudeerprojecten nog veel winst te behalen door meer in te zetten op informele speelruimte. Formele speelplekken worden dan minder belangrijk. Vaak zijn kleine aanpassingen in de buitenruimte voldoende. Als in het ontwerpproces ruimte voor kinderen wordt meegenomen, kost het vaak weinig of geen extra geld. Denk aan een paaltje, patronen in de bestrating, parkeren aan één zijde van de straat. Dit lijken misschien simpele dingen, maar voor de speelmogelijkheden in de openbare ruimte kan dit veel verschil maken. Zo kunnen we op eenvoudige manieren de openbare ruimte een stuk aantrekkelijker maken voor kinderen.
Management buitenruimte
Struintuin Ubbergen
Recreatie Groenbeheer bij Landal GreenParks D e vakantiep ar k keten L and al GreenParks heeft meer dan 65 parken in Nederland en een groot aantal in Europa. Alle parken hebben een eigen karakter dat gekenmerkt wordt door veel groen. Veel groen betekent veel onderhoud. Ieder park pakt dit anders aan. De een besteedt het beheer uit, terwijl de ander beheerders in dienst heeft. Jeroen Janszen en Mark Kleyheeg hebben onderzocht welk type beheer de beste prijs-kwaliteitverhouding oplevert. Een combinatie van beheerders in eigen dienst en een aannemer blijkt de beste oplossing te zijn. Daarmee ontstaat de flexibiliteit van een vaste groenmedewerker en extra mankracht van een externe partij.
Inrichtingsvisie Speelboerderij Elsenhove Speelboerderij Elsenhove is een kinderboerderij in het buitengebied van de gemeente Amstelveen. Elsenhove is een begrip in Amstelveen en regio door de ligging in de Middelpolder, een recreatief veenweidelandschap. De boerderij beslaat circa 3 hectare, waarvan 2 hectare weiland en groenstructuur is. De kinderboerderij trekt jaarlijks rond de 80.000 bezoekers en bestaat inmiddels 35 jaar. Er is
28 delta 47
de afgelopen jaren weinig onderhoud gepleegd aan de beplanting op het terrein en momenteel is de beplanting verouderd. Rik Koekoek en Margot Rijk hebben een visie gemaakt voor de herinrichting van de beplanting op de kinderboerderij voor de komende tien jaar. De voornaamste punten van de visie zijn het meer betrekken van de kinderboerderij bij het omliggende veenweidegebied en het dunnen van het boombestand, zodat er ruimte komt voor meerdere lagen in de beplanting. Om de beplanting ecologisch interessanter te maken, zullen inheemse, besdragende en bloeiende heesters worden aangeplant. De beplanting zal hierdoor tevens de belevingswaarde voor de bezoekers versterken.
Spelen kan overal ‘Spelen kan overal’ is de titel van een beleidsplan en tevens inspiratierapport over hoe kindvriendelijke buitenruimtes zijn te creëren. Judi t h S t o f f els maak te deze documenten voor de gemeente Leidschendam -Voorburg. In de openbare ruimte is voor kinderen
In het project Groene Leefruimte vormt de gemeente Ubbergen grasland en wadi’s om naar speel- en leefruimtes voor jong en oud. De Struintuin is als startproject genomen. De aanleiding vormde een klacht aan de gemeente over te weinig of geen speelruimte voor kinderen. Samen met bewoners, gemeente en groenvoorziening is de tuin aangelegd. Burgerparticipatie was daarbij een voorwaarde. Dit vroeg om een nieuwe aanpak, waarbij bewoners het voor het zeggen hebben. Zij geven aan hoe ze de ruimte beheerd en onderhouden willen hebben. Als manager buitenruimte speelde Anet Pruisscher een grote rol in de communicatie, kennis en overdracht van de werkzaamheden. Een luisterend oor, uitleg en meehelpen bij de uitvoering en planning hebben geresulteerd
in een prachtige buitenruimte voor jong en oud. Het project Groene Leefruimte is opgenomen in het nieuwe structuurplan van de gemeente Ubbergen en is een voorbeeldproject voor de omliggende dorpen en gemeenten.
Beheervisie groene gordel Hoogvliet
Groenbeleid Burgerinitiatieven stimuleren De gemeente Amersfoort maakt de laatste jaren een verandering door van technisch naar maatschappelijk beheer. Er komt een steeds grotere nadruk te liggen op de kracht van de stad. Bewoners worden gestimuleerd om zelf met ideeën te komen die bijdragen aan een betere leefomgeving. In aansluiting daarop heeft Robert Prins onderzocht hoe de afdeling Stedelijk Beheer (SB) bewoners kan stimuleren om meer betrokken te zijn bij het beheer en onderhoud van de stad. Om hier achter te komen is er onder medewerkers van Stedelijk Beheer een SWOT-analyse uitgevoerd, gerelateerde literatuur bestudeerd en bij collega-gemeenten gekeken naar inspirerende ideeën. Het onderzoek geeft aan dat initiatieven tot bloei komen door een zelfbewuste overheid die faciliterend, uitnodigend en betrokken is. Ambtenaren moeten fungeren als zogenaamde ‘corporate actors’ die initiatieven serieus nemen en voorkomen dat deze vastlopen in het gemeentelijke apparaat.
ze in de weg staan. Betty Veldhuizen combineerde deze twee gegevens om te komen tot een duurzaam hergebruik van bomen. Het onderzoek leverde een overtuigingsdocument op voor gemeentelijke beleidsmakers om een wel-
bewuste keuze te maken voor een bomendepot. In het verlengde van dit rappor t zijn drie protocollen ontwikkeld waarin wordt omschreven op welke manier verschillende vormen van bomendepots kunnen worden opgezet.
De groene gordel Hoogvliet bij Rotterdam is te natuurlijk. Bewoners van de deelgemeente Hoogvliet, een arbeidersplaats tussen de getijdenrivier Oude Maas en de chemische industrie van Shell, komen er niet! Hoe is dit via het beheer te veranderen? En hoe is dit te doen in tijden van bezuinigingen? De opdracht voor Rob Roodbol was om een beheervisie op te stellen voor dit unieke, deels getijdennatuurgebied en deze uit te werken in actiepunten en een meerjarenplan. De visie en het actieplan geven inzicht in de wensen, gebruikers en financiële gevolgen van een intensiever gebruik van de groene gordel door bewoners.
Tweede kans voor bomen Iedere gemeente heef t bomen nodig bij renovatie- en nieuwbouwprojecten, voor inboet, omvorming of voor herstel van een bomenstructuur. Anderzijds kappen gemeenten bomen voor dunning, projecten of simpelweg omdat
Advertentie
delta 47 29
Adverteren in Delta Delta is een full color magazine vol interessant tuin- en landschapsnieuws, innovaties, inspiraties. Het verschijnt drie keer per jaar in een oplage van ruim 2.500 exemplaren met elke keer een ander thema. Delta wordt gratis verzonden naar afgestudeerden van de studierichting Tuin- en Landschapinrichting, ingenieursbureaus, groenvoorzieningbedrijven, water- en recreatieschappen en architectenbureaus. Het blad wordt ook binnen de muren van de hogeschool in Velp aangeboden aan studenten en docenten. Delta is een samenwerking tussen VVA Larenstein en de hogeschool Van Hall Larenstein.
Uitgave
Aanlevering
Verschijning
Kortingen en toeslagen
Delta nummer 48 2011
week 44
week 48
Korting 1 jaar adverteren (3 nummers) Korting 2 jaar adverteren (5 nummers) Korting 3 jaar adverteren (9 nummers) Toeslag binnenflap vóór of achter Toeslag achterpagina
Advertentieformaten 1/1 pagina 1/1 pagina 1/2 pagina 1/2 pagina 1/2 pagina 1/4 pagina 1/8 pagina
aflopend niet-aflop. liggend staand liggend staand liggend
230 mm x 300 mm 198 mm x 264 mm 98 mm x 126 mm 94 mm x 264 mm 98 mm x 58 mm 94 mm x 126 mm 94 mm x 58 mm
805,725,470,470,285,285,160,-
5% 10% 15% 10% 20%
Verdere informatie en aanlevering Zie: info@vva-larenstein.nl. Alle prijzen zijn exclusief 19% btw. Prijswijzigingen voorbehouden. Na elke plaatsing ontvangt u een bewijsnummer en de factuur. De advertentieruimte in de Delta is echter beperkt. Plaatsing gebeurt op volgorde van binnenkomst.
(Advertentie)
VVA Larenstein in het kort:
• • • • • • • • • • •
Delta, inspiratiebron voor tuin- en landschapsinrichters
Netwerk van 3500 leden Leden ontvangen vijf keer per jaar de VVA-Krant Klasgenoten en bekenden zoeken op www.vva-larenstein.nl Carrièredagen voor studenten en bedrijven Kennis uitwisselen bij lezingen, excursies en workshops Brug tussen werkveld en opleiding
Waar woon je nu? Waar is mijn studiegenoot?
Ondernemingstrainingen en -bijeenkomsten
VVA-Larenstein houdt de adressen bij van alle afgestudeerden voor hogeschool Van Hall Larenstein. Afgestudeerden kunnen zelf via de website www.vva-larenstein.nl hun adresgegevens onderhouden. Daarvoor is een inlogcode nodig. Vraag deze aan bij info@vva-larenstein.nl
Loopbaantrainingen Korting op vakbladen Korting op cursussen Reünies
vva-bon Ja, ik word (weer) lid en ontvang een welkomstpakket
Veel van het werk vindt plaats dankzij de duurzame steun van leden, sponsors en vrijwilligers. Ook lid worden of de VVA-Larenstein sponsoren? Vul de bon in, meld je aan via de website of stuur een e-mail aan info@vva-larenstein.nl. Als lid kan je voor 37 euro deelnemen aan al onze activiteiten. Studenten, 65-plussers en partnerleden krijgen een fikse korting, die kan oplopen tot 50 procent.
www.vva-larenstein.nl
Naam................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ Adres ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ Postcode en Woonplaats ..................................................................................................................................................................................................................................... E-mail .............................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. Telefoon .................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. Stuur deze bon naar: VVA Larenstein, Postbus 350, 6880 AJ Velp Aanmelden kan ook via de website of per mail: info@vva-larenstein.nl
Adverteren in Delta? info@vva-larenstein.nl
delta Inspiratiebron voor tuinen landschapsinrichters
‘‘Vind een geschikte baan of personeel via
deltamilieu.nl ! ”
Meldt u aan voor de D-mail, Vak-mail, of Milieutalent en blijf op de hoogte van het laatste nieuws, de nieuwste vacatures of ontvang interessante cv’s van milieutalenten. Varkensmarkt 9, 4101 CK Culemborg | Postbus 315, 4100 AH Culemborg Tel: 0345-516100 | www.deltamilieu.nl | info@deltamilieu.nl
EEn uniEkE oplEiding, allEEn in VElp AD Tuin- en landschapsinrichting Op Hogeschool Van Hall Larenstein in Velp is het sinds september 2010 ook mogelijk de Associate Degree (AD) opleiding Tuin- en landschapsinrichting te volgen. In voltijd of in deeltijd. Je wordt in twee jaar opgeleid voor een assistent- of juniorfunctie op het gebied van ontwerp, realisatie of beheer van de buitenruimte. Met de AD Tuin- en landschapsinrichting kun je aan het werk als projectassistent ontwerp / visualisatie, realisatie / calculatie of als assistent beheerder buitenruimte. Als AD’er ondersteun je projecten van een adviesof ontwerpbureau, bij een gemeente of een groot hoveniersbedrijf.
Je werkt aan bijvoorbeeld: • (computer) visualisaties van tuin- en landschapsontwerpen; • beplantingsplannen of calculaties in de werkvoorbereiding; • kwaliteitscontroles van de buitenruimte.
Associate Degree Een Associate Degree is een nieuwe, landelijk en internationaal erkende, tweejarige hbo-opleiding, en maakt deel uit van de hbo-bacheloropleiding. Qua niveau staat het AD-diploma tussen het mbo-4 diploma en het hbobachelordiploma in. Omdat het studieprogramma goed aansluit op de arbeidsmarkt, maken afgestudeerden een goede kans op een baan. Met een AD-diploma kun je bovendien direct, of na een paar jaar werkervaring, doorstromen naar de bacheloropleiding.