De verbinding tussen groene recreatieve plekken in de stad
Carla Rovers en Liezeke van der Torren februari 2014
COLOFON Auteur/student: Liezeke van der Torren en Carla Rovers E-mail: liezeke.bianch@gmail.com en info@carlarovers.nl Studentennummer: 700407063 en 551103062 Groep: T4DT Opdrachtgever: Hogeschool Van Hall Larenstein tuin- en landschapsinrichting module: 4de jaar Onderzoek Begeleiding: dhr. Ard Mideldorp, dhr. Adrian Noortman en dhr. Cees Zoon Titel: De verbinding tussen groene recreatieve plekken in de stad. Plaats en datum: Wanroij februari 2014
fig.1. Voorpagina en rechterpagina: links: Caspar van Wittelplantsoen park in Amersfoort, rechts het Valkenbergpark in Breda
De verbinding tussen groene recreatieve plekken in de stad
Liezeke van der Torren en Carla Rovers februari 2014
4
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Voorwoord In het 4de leerjaar van de major Tuinarchitectuur aan de hogeschool Van Hall Larenstein in Velp zijn er drie opdrachten aan de studenten gegeven. De eerste opdracht is een ontwerpopdracht, deze opdracht betreft het opstellen van een masterplan, het Seeligterrein in Breda. Het Seeligterrein is een kazerne die in 2016 vrijkomt voor een nieuwe functie en zal tot op het moment van de permanente ontwikkelingen een tussentijdse transformatie ondergaan. De tweede opdracht, het onderzoek dient ter ondersteuning van de ontwerpopdracht en wordt in groepen van 2 of 3 personen uitgevoerd. De derde opdracht is de ontwerpopdracht waarbij een gedeelte van het masterplan wordt uitgewerkt, met de resultaten van het onderzoek daarin verwerkt. In dit rapport wordt het onderzoek beschreven. Onze dank gaat uit naar de docenten, die met het grootste geduld, het onderzoeksproces hebben begeleidt.
fig.2. Bebouwing als accent bij het Platsoen west in Amersfoort.
Lelystad en Wanroij, 14 februari 2014 Liezeke van der Torren en Carla Rovers rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
5
6
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Samenvatting In dit rapport is onderzoek beschreven naar verbindingen tussen groene recreatieve plekken in de stad. De aanleiding voor het onderzoek is de inrichting van het Seeligkazerne terrein als onderdeel van de afstudeeropdracht 2014. Het jaarthema voor de afstudeeropdrachten 2014 is “Transformatie in Tussentijd”. Hierdoor is het de bedoeling dat de inrichting deels van tijdelijke aard is. Tijdelijke recreatieve plekken hebben vaak(nog) geen verbinding met het stedelijke recreatieve netwerk. Door de verbinding tussen bestaande groene recreatieve plekken te onderzoeken worden ontwerpmiddelen geïdentificeerd waarmee elders verbindingen kunnen worden ontworpen. De methodiek In dit onderzoek zijn verbindingen in Breda en Amersfoort tussen bestaande parken geanalyseerd. Voor de beleving van een route in de stad heeft Gordon Cullen een methode ontwikkeld door op specifieke punten langs een route waar een verandering optreedt of een karakteristiek element aanwezig is een opname te maken. Zo ontstaat een fig.3. Zichtlijn in het Juliana van Stolbergparkk te Amersfoort.
reeks van plaatjes, de Gordon Cullen reeks. De volgens Gordon Cullen gemaakte foto’s van de verbinding zijn geabstraheerd tot eenvoudige gekleurde perspectief tekeningen. Het effect van de verschillende elementen in de tekeningen zijn benoemd. Vervolgens zijn deze elementen geanalyseerd aan de hand van de thema’s vloer, wand, opgaand groen en inrichting. Ook is het effect van een element in de verbinding benoemd. De ontwerpmiddelen zijn vervolgens gecategoriseerd en per categorie is een typologie/symbool gemaakt. Daarna zijn de routes met deze typologieën beschreven. Conclusies Er is een veelheid aan ontwerpmiddelen en het effect van een ontwerpmiddel is erg afhankelijk van de context. Het effect van de afzonderlijke ontwerpmiddelen is begeleiden, verwijzen, accentueren, wijzen, omkaderen, omsluiten etc. De ontwerpmiddelen op ooghoogte werken het best, maar doen het beter als de vloer ook meedoet.
Wanden spelen een belangrijke rol maar kunnen moeilijk actief ingezet worden in een bestaande stedelijke omgeving. Wel kunnen wanden worden verhuld door er groen voor te plaatsen. Naast deze ontwerpmiddelen blijkt ook herkenning van karakteristieke punten een belangrijke rol te spelen op een route. Daardoor is snel duidelijk hoe de route loopt. Een verbinding wordt gemaakt door de samenhang van een aantal ontwerpmiddelen. Hieruit blijkt: Water heeft een leidend effect. Bij een onduidelijke route zal vaak het water worden gevolgd. Een duidelijk begin en eindpunt van een route zorgen voor een focus. Verwijzingen opnemen in de route naar een of beide parken maakt van de route een eenheid. Bij het ontwerpen van een recreatief gebied kan door een eigenheid te geven aan de rand van het gebied, al vanaf een afstand het gebied herkenbaar zijn.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
7
8
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Inhoud Voorwoord
4
Samenvatting
6
1. Inleiding 1.1. De aanleiding
13
1.2. Doel
15
1.3. Definities
15
1.4. Leeswijzer
15
Analyse
34
4.1. Breda:
36
4.2. Amersfoort:
46
Categorisatie componenten, zie bijlage 5. Conclusies
50
5.1. Conclusies componenten
52
5.2. Conclusies samenhang van de componenten
58
17
Nawoord /aanbevelingen
60
2.1. Selecties van de casestudies
18
Bronvermelding
62
2.2. Inventarisatie
18
Bijlage
64
2.3. Analyse
20
Analyse verbindingen
2.4. Conclusies
21
Categorisatie componenten
2.5. Definities
23
2. Methodiek
3
12
4
Case selectie
66 100
24
3.1. De stad Breda
26
3.2. De stad Amersfoort
30
fig. 4. Park Randenbroek in Amersfoort. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
9
10
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
1|Inleiding Een van de opdrachtgebieden voor het afstudeerproject van de major tuinarchitectuur 2014 is het terrein van de Seeligkazerne aan de Fellenoordstraat in Breda. Dit gebied van ca 7 ha ligt binnen de Singelring en moet vanaf 2016 een nieuwe funktie krijgen. Op dit moment zijn er beperkte middelen om een nieuwe inrichting te realiseren. Ook ligt de bestemming van het terrein nog niet vast. Dit is een algemeen fenomeen. Als gevolg van de economische crisis stagneert de ontwikkeling in veel gebieden. Hierdoor moeten voor gebieden vaak tijdelijke invullingen worden bedacht, waarbij de overheid een ondergeschikte rol speelt. Deze trend is de basis voor het jaarthema voor het afstuderen�Transformatie in Tussentijd�.
1.1. De aanleiding
fig.5. Vijver met fontein in het Valkenbergpark te Breda.
Tijdelijke invullingen ontstaan op plekken die toevallig vrij zijn gekomen. Zij ontstaan niet op de meest ideale plek voor aansluiting bij het stedelijk recreatieve netwerk. Hierdoor is het interessant te weten hoe deze tijdelijke plekken verbonden kunnen worden met het recreatieve netwerk. Door parken met elkaar en met het stedelijk rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
11
fig. 6. ChassĂŠ theater in Breda
12
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
weefsel te verbinden worden deze aantrekkelijker. Succesvolle bestaande parken in de stad zijn met elkaar en met het stedelijk weefsel verbonden. Door te onderzoeken hoe deze bestaande verbindingen eruit zien kan geleerd worden hoe de verbindingen met de tijdelijke plekken kunnen worden ontworpen en gerealiseerd.
1.2. Het doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is het zoeken van ontwerpmiddelen die de verbindingen tussen groene recreatieve plekken optimaliseren. In dit rapport wordt een antwoord gezocht op de volgende vragen: Hoofdvraag: Met welke verbindingsprincipes kunnen groene recreatieve plekken in de stad onderling verbonden zijn tot het recreatieve stedelijke netwerk? Deelvragen: - Welke ontwerpmiddelen worden gebruikt om een verbinding tussen parken tot stand te brengen - Wat is het effect van het ontwerpmiddel op de beleving van eenheid van de verbinding tussen groene recreatieve plekken? - Wat zijn de gebruikte verschijningsvormen van het ontwerpmiddel. - Welke combinatie van ontwerpmiddelen zijn effectief om een verbinding tot stand te brengen.
1.3. Definities: Hieronder volgen de definities van de algemene begrippen zoals ze in dit rapport worden gebruikt:
Recreatief stedelijk netwerk
Na de methode beschreven te hebben is in hoofdstuk 4. overgegaan op de analyse van de gekozen verbindingen.
Een netwerk is een verzameling van onderling verbonden zaken. Het recreatief stedelijk netwerk zijn de recreatieve plekken (punten) die onderling zijn verbonden door wegen paden of routes, geschikt voor recreatief voortbewegen. Bij recreatief voortbewegen wordt gedacht aan langzaam verkeer als wandelen, fietsen en eventueel varen.
In hoofdstuk 5. worden de ontwerpmiddelen in relatie met de verbinding, maar ook los van de verbinding bekeken. Hoofdtuk 6.: gaat in op de conclusies per component en de conclusies van de componenten in samenhang met de verbinding.
Recreatieve plek (gebied) Plek die recreatie, ontspanning ondersteunt. Ontwerpmiddelen Dit is de wijze van toepassing van de concrete materialen en elementen (zowel plantaardige als harde materialen)in het ontwerp.
1.4. Leeswijzer Dit onderzoek is in chronologische volgorde opgebouwd. Hierdoor heeft u als lezer van dit rapport een goed overzicht hoe we tot conclusies gekomen zijn. Na de inleiding, komt u bij het hoofdstuk methodiek. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe tot de conclusies zijn gekomen, welke stappen er zijn gezet en welke methodes we hebben toegepast. In hoofdstuk 3 worden de casestudies voorgesteld. In eerste instantie wordt een algemene indruk gegeven over de onderzochte steden. Ten tweede wordt ingegaan op de onderzochte recreatieve groengebieden en hoe hun relatie is met de recreatieve netwerken. Tot slot wordt aangegeven welke verbindingen er in dit rapport onderzocht zijn. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
13
14
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
2|Methodiek Het doel van het onderzoek is het zoeken van ontwerpmiddelen die de verbindingen tussen groene recreatieve plekken optimaliseren. Vooronderzoek definities (literatuuronderzoek) Selectie cases
Selectie steden en verbindingen met themakaarten groenstructuur, waterstructuur, recreatieve netwerken en winkels
Ontwikkelen onderzoeksmethode
Literatuuronderzoek Gordon Cullenreeks Getekende perspectieven De ontwerpmiddelen zichtbaar maken
Voor een gestructureerde opzet van het onderzoek is in de inleiding een hoofdvraag geformuleerd met daarbij deelvragen die voortkomen uit de hoofdvraag. De methodiek zal worden toegelicht met behulp van een schema waarbij de stappen worden uiteengezet die doorlopen zullen worden om tot de conclusies van het onderzoek te komen. Het schema is links van deze tekst weergegeven. Het onderzoek is afgebakend door middel van een aantal uitgangspunten voor de selectie van de casestudies. Zie hoofdstuk 3. Selectie van de casestudies.
Toepassen methode op cases Decompositie en benoemen/definieren van ontwerpmiddelen Categoriseren en ordenen van ontwerpmiddelen
fig. 7. Hekwerk als scheiding voor binnentuin op ChassĂŠ park in Breda
Conclusies ontwerpmiddelen Conclusies verbindingen rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
15
2.1. Selectie van de cases.
2.2. Inventarisatie
De keuze van de te onderzoeken verbindingen tussen groene recreatieve plekken in de stad is als volgt tot stand gekomen. Het opdracht gebied voor het onderzoek is het terrein van de Seeligkazerne in Breda. Breda is een vestingstad (fig. 8.) omsloten door een singel. Daarbij zijn er ook diverse beken die deze singel van water voorzien. Er is dus doorgaand water dat oorspronkelijk ook door de stad stroomde.
Selectie van de recreatieve gebieden. Per stad wordt gekeken welke parken mee genomen worden in het onderzoek. De selectiecriteria zijn de ligging ten opzichte van het historische centrum, de recreatieve routes en de relatie met de singel.fig 10.
fig.8. De stad Breda
Naar aanleiding van het gekozen afstudeerproject het Seeligterrein in Breda, is er gekozen om twee vergelijkbare steden te onderzoeken met betrekking tot de recreatieve netwerken. Een vergelijkbare stad is een vestingstad omgeven door een singel waarvan de vestingwerken zijn verandert in een park en waarbij andere parken in de nabijheid liggen. Een stad waarbij ook nog beken door de stad lopen verhogen de vergelijkbaarheid. Zo’n stad is Amersfoort, fig. 9. Amersfoort is een vestingstad omgeven door een singel. De singel wordt gevoed door diverse beken. Amersfoort ligt op de overgang van 3 landschapstypen. Dat zijn de Eempolder, Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. Dit komt ook in de parken van de stad tot uiting. Het is waarschijnlijk dat verbindingsprincipes die in Amersfoort worden ontdekt direct toepasbaar zijn op Breda.
16
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
In kaart brengen van de recreatieve netwerken. Door de recreatieve netwerken in kaart te brengen kunnen verbindingen tussen parken gekozen worden die voor recreatieve doeleinden gebruikt (kunnen) worden. De recreatieve netwerken zijn: groenstructuur, waterstructuur, entrees en landmarks, fiets- en wandelroutes en de winkelgebieden. fig 11.
fig.9. De stad Amersfoort
Selectie van de verbindingen. De recreatieve route en de parken worden met elkaar in relatie gebracht. In sommige gevallen wordt de verbindingen in twee richtingen bekeken. Daaruit kunnen verschillen in beleving naar voren komen. fig. 12.
Serial vision De methodiek van dhr. Gordon Cullen zoals hij beschrijft in zijn Serial visionmethode is gebruikt als onderzoeksstructuur.
2.
1. 3. 4. fig. 10. Selectie van de recreatieve gebieden
fig. 11. In kaart brengen van reccreatieve routes.
fig.12. Verbindingen leggen tussen routes en recreatieve gebieden.
Zijn techniek beschreven in het boek: The Concise Townscape, bestonden uit repeterende handgeschetste tekeningen (fig. 13. ) van waarnemingen in de stad. Gordon Cullen ontwikkelde de term seriĂŤle visie om te beschrijven wat een voetganger ervaart, als hij zich verplaatst in de bebouwde omgeving. De opvatting van de voetganger verandert voortdurend wanneer na een gebogen pad, zich een binnenplaats aankondigt, of als hij de bocht omdraait. Het veranderende uitzicht geeft een gevoel van ontdekking en drama. Gordon Cullen geloofde dat de rol van een ontwerper is om elementen van de gebouwde omgeving te beheren op een manier die een emotionele impact bieden. Er is een relatie tussen opvolgende waarnemingen. Bij het scheiden van deze twee waarnemingen, neem je de ervaring van de plek waar je geweest bent mee naar de plek waar je naartoe gaat. Dit heeft invloed op hoe je de volgende plek gaat beleven.
Bron: Serial Vision: The Dynamic Downtown Blake Roberts, Ph.D. | 17 april 2012
fig.13. Voorbeeld Cullenreeks: The Concise Townscape, G. Cullen, Groot BrittaniĂŤ 1961, Architectural Press, Reinhold rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
17
Het vast leggen van de verbinding. Per verbinding worden het start en het eindpunt gefotografeerd. De hoeveelheid foto’s tussen deze twee punten is afhankelijk van de lengte en de rechtlijnigheid van de route. Telkens als een verandering in de route zich aankondigt, is er een volgende foto gemaakt.fig. 14.
2.3. Analyse 1. Abstraheren van foto’s. De foto’s worden geabstraheerd. Overbodige informatie wordt weggelaten. De kleuren toegekend aan de abstracties staan symbool voor de ontwerpmiddelen. De groenvoorziening is groen aangegeven, de bebouwing grijs, het water blauw en de inrichtingsmiddelen in het rood. fig. 14. Als inspiratiebron: Stromen en verblijven - Naar een integrale ontwerpvisie op verkeer en openbare ruimte - Jeroen Mensink nai010 uitgevers/CROW, 2013
fig.14. De foto’s met geabstraheerde weergave.
keuzemoment: zie links begeleiding
focus herkenning begeleiding
begeleiding
begeleiding begeleiding trechtervorming omkadering
2. Effecten ontwerpmiddelen. In deze geabstraheerde foto’s wordt in tekst aangegeven welk effect de ontwerpmiddelen hebben. Deze effecten hebben we ondergebracht in thema’s, zoals: begeleiding, omkadering, ritme, verhulling, focus, accent, verrassing.fig.15.
fig.15. De Geabstraheerde weergaves met daarin de effecten vermeld van de ontwerpmiddelen.
3. Decompositie Elk geabstraheerd onderdeel van de Cullenreeks wordt in delen uit elkaar gehaald in zwart-wit tekeningen. Dit wordt decompositie genoemd. Elke zwart-wit tekening bevat de essentie van een bepaald effect van een ontwerpmiddel. fig. 16. 4. Categoriseren 18
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
omkadering
fig 16. .Decompositie van de geabstraheerde tekeningen in zwart-wit.
focus
De ontwerpmiddelen worden gecategoriseerd en gerangschikt naar verschijningsvorm: vloer, water, wand, groen en inrichting en ondergebracht in de verschillende categorieĂŤn effecten. Daarna zijn de ontwerpmiddelen verbeeld in typologieĂŤn. fig 17.
Groen
omkadering
Inrichting
duiding
5. Het abstraheren van de verbindingen. De onderzochte verbindingen worden geabstraheerd. De typologieĂŤn van de ontwerpmiddelen worden in volgorde van beleving in de route gezet en met elkaar in relatie gebracht. Per verbinding worden conclusies getrokken. fig. 18.
2.4. Conclusie Per verschijningsvorm worden de ontwerpmiddelen gewaardeerd. Er wordt hierbij rekening gehouden met de beleving, eenheid en herkenbaarheid van de recreatieve route. De conclusies bij punt 5. en de conclusies per verschijningsvorm worden samengevoegd in een eindconclusie.
herkenning
fig. 17. De onderzochte ontwerpmiddelen worden gecategoriseerd.
3. Eindpunt: focus en duiding naar de entree
verwijzing
2. Traject 3: begeleiding door wanden
2. Traject 2: begeleiding groene middenberm
focus bij keuzemoment
2. Traject 1: begeleiding groene middenberm
1. Beginpunt: begeleiding door groen en verwijzing naar groen
fig. 18. Een abstractie van een verbinding.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
19
fig. 19. verbinding tusssen twee recreatieve routes in Amersfoort. 20
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
2.5. Definities
Traject
De vragen die worden gesteld in dit onderzoek bevatten enkele begrippen die nader uitleg nodig hebben. De begrippen geven de onderzoeksrichting aan die is vastgesteld bij het begin van het onderzoek.
Traject is de afgelegde of af te leggen weg van een voorwerp door een ruimte. (Wikipedia 8 februari 2014 ) In het geval van het onderzoek is het de afgelegde weg van een waarnemer.
Verbindingsprincipes Verbindingsprincipes zijn wijzen om groene recreatieve plekken onderling te verbinden. Ontwerpmiddelen Dit is de wijze van toepassing van de concrete materialen en elementen (zowel plantaardige als harde materialen)in het ontwerp. Context Context wordt door de van Dale samenhang genoemd: het verband waarin zich iets voordoet. Hoe tekent een ontwerpmiddel zich af op de omgeving. Valt het op, of valt het juist weg tegen de achtergrond? Een ontwerpmiddel kan bijvoorbeeld beter zichtbaar zijn als het voor een neutrale achtergrond staat.
Verwijzing Aanduiding om elders te zoeken, te kijken ( van Dale). Een object kan door zijn vorm doen denken aan of verwijzen naar een ander object. Vormanalogie en abstrahering van vormen sturen hierbij de waarneming. Het toevallig, ofwel ad hoc zien van overeenkomsten tussen objecten is een voorwaarde voor innovatief ontwerpen ( Jencks 1972) Men noemt dit ‘associatief waarnemen’. Een ontwerper kan bewust vormen en materialen toepassen die associaties bij waarnemers opwekken die verwijzen naar iets anders. (Lexion van de tuin- en landschapsarchitectuur M.J. Vroom, Wageningen 2005, Blauwdruk)
Duiding Een ontwerpmiddel duidt iets aan, bijvoorbeeld een poort duidt een entree aan.
Verschijningsvorm
Focus
Het uiterlijk van het ontwerpmiddel. In materiaal, textuur en kleur.
Het object of de kwestie waarop het denken en de aandacht is gericht. (http://psy.cc/psy/wiki/pmwiki.
Zone Zone is een aanduiding van een bepaald gebied.
php?n=Begrippen. Focus)
Decompositie Het uiteenhalen van gerelateerde ontwerpmiddelen, om per ontwerpmiddel zijn functie en effect vast te kunnen leggen.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
21
22
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
3|Selectie van cases Vergelijkbaarheid Er is gekozen in dit onderzoek om verbindingen tussen recreatieve groene plekken uit verschillende steden met elkaar te vergelijken. Op basis van, hoe een stad zich heeft ontwikkeld zijn Breda en Amersfoort gekozen, beide steden zijn van oudsher vestingssteden. Eerst wordt de stad Breda besproken en daarna de stad Amersfoort. Op basis van themakaarten per stad zijn de parken opgezocht en de verbindingen tussen deze parken gevonden.
fig.. 20 ‘Witte huisjes� als herkenning van de Seelig kazerne in Breda. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
23
1. Het Chassepark 2. Het Valkenbergpark 3. Het Wilhelminapark 4. Het Seeligterrein
2.
1. parken
4.
overig groen tijdelijk park bomenlaan bomen doorgand water stilstaand water overige terreinen straten recreatieve routes fietspaden fig.21. De kaart van de binnenstad van Breda 24
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
3.
3.1. De stad Breda
Kenmerkend voor de stad is de singel rondom het centrum. Het centrum van Breda is tegenwoordig omgeven door woonwijken en bedrijventerreinen. De stad heeft een compacte ‘stenen’ karakter in combinatie met vooral gecultiveerd groen. (bron: Punt 3_Rv_40965_Bijlage 1_Structuurvisie Breda 2030)
In een compacte stad dient een goed doordacht recreatief netwerk aanwezig te zijn. Een netwerk wat verbindingen legt tussen verschillende recreatieve gebieden. Deze verbindingen bevorderen de ontmoeting van de bewoners en bezoekers in de stad. Parken rond het centrum van Breda De parken Het Valkenberg, Het Chassépark, Het Wilhelminapark en het Seeligterrein hebben als overeenkomst dat ze aan de singel liggen. vroeger lagen aan de binnenkant van de singel de vestingswerken. Aan de binnenzijde van deze vestingswerken lagen militaire terreinen, die in 2016 allemaal zijn verdwenen en vervangen door parken. De verbinding tussen deze parken worden in het onderzoek besproken en ontrafeld. Door de radiale opzet van Breda reikt het groene buitengebied tot aan deze militaire terreinen.
fig.22. Visie kaart gemeente breda: groene gebieden.
fig.23. De singel van breda verbindt het recreatieve netwerk..
Selectie van de parken.
park wat aangeeft dat het park onderdeel is van de stad. Het Wilhelminapark is net als het valkenbergpark landschappelijk ingericht. Het bestaat hoofdzakelijk uit vijvers met daaromheen paden die elke afzonderlijk telkens uitkomen op de openbareweg. De paden in het park zijn niet allemaal met elkaar verbonden. Het Seeligterrein komt in 2016 vrij en zal een tijdelijke functie als park krijgen. Het terrein heeft karakteristieke gebouwen en hekwerk.
Aan de hand van de op de volgende pagina’s afgebeelde themakaarten zijn de parken en hun onderlinge verbindingen geselecteerd. De selectie criteria voor de parken zijn: - Recreatieve gebieden, fig. 22; - Relatie met de stadskern; - Relatie met de singel, fig. 23. Er zijn 4 parken/ recreatieve plekken geselecteerd, namelijk, zie ook fig.21: Het Valkenbergpark heeft een landschappelijke opzet, grenzend aan het terrein van het kasteel van Breda. In het park staan veel kunstobjecten en ook de grens van het park heeft een eigen karakter. In het park worden vele culturele activiteiten georganiseerd. Het park heeft een eigen padenstelsel, wat aangeeft dat het een afzonderlijk groen gebied is in de stad. Het Chassé park is een wijkpark, waar gewoond en gewerkt wordt. Rondom en toegankelijk vanuit het park zijn hier enkele centra voor cultuur gevestigd, zoals: de Mezz, het museum van Breda en het Chassé theater. Secundairewegen lopen door het
Deze recreatieve gebieden zijn (gedeeltelijk) gelegen aan het recreatieve netwerk van de stad. In de volgende pagina’s worden zij besproken. In de selectie van de verbindingen worden de netwerken meegenomen. Selectie van de verbindingen. De verbindingen zijn geselecteerd aan de hand van de themakaarten. De selectie criteria zijn: - Relatie hebben met twee recreatieve gebieden - Relatie hebben met diverse recreatieve netwerken zoals besproken in de volgende pagina’s.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
25
De Groenstructuur
De waterstructuur
De fiets- en wandelroutes
De groenstructuur in Breda in de centrumring is geconcentreerd in de parken. De groenstructuur daarbuiten is verdeeld over, parken, groenvoorziening en natuurgebieden. De groenstructuur is hoofdzakelijk ter plaatse van de recreatieve gebieden sterk.
Over het doorgaande water: de AA en de Mark liggen vaarroutes ten behoeve van bootjes en kano’s. De meeste parken liggen aan deze vaarroutes.
In Breda zijn vele voet- en fietspaden aanwezig maar zij geven geen doorgaande route weer. De uitgezette wandel- en fietsroutes komen langs de mooiste plekjes van Breda. (Bron:diverse fiets- en wandelsites, zie bronvermelding)
parken
parken
parken
overig groen
overig groen
overig groen
tijdelijk park
tijdelijk park
tijdelijk park
bomenlanen
doorgaand water
overige terreinen
bomen
stilstaand water
straten
overige terreinen
recreatieve routes
straten
fietspaden
fig.23. De groenstructuur van Breda 26
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
fig.24. De waterstructuur van Breda
fig.25. De Fiets- en wandelstructuur van Breda
De entrees en de landmarks
De winkelgebieden
De parken en de verbindingen.
Dit kaartje geeft opvallende landmarks als kerktorens, grote oude gebouwen. Tevens laat het de entrees van de geselecteerde parken zien.
Breda kent een historische binnenstad met een duidelijke winkelstraat. In deze winkelstraat staan vele oude panden. Er hangt een prettige sfeer. Het is een recreatieve route om van het ene park naar het andere te komen. (Bron: BAGvieuwer)
De parken zijn geselecteerd op basis van de groenstructuur en de ligging aan de singel. De verbindingen zijn geselecteerd op basis van de waterstructuur (singel), routes, landmarks, maar ook winkelgebieden. Op het kaartje staan met cijfers de geselecteerde parken aangegeven en met cirkels de geselecteerde verbindingen
Opvallend is dat in en rondom de verschillende parken vele landmarks aanwezig zijn.
entrees
parken
landmarks
overig groen
parken
tijdelijk park
overig groen
overige terreinen
tijdelijk park
straten
overige terreinen
winkelgebied
straten
1.
4.
fig.26. De landmarks en entrees van de parken van Breda
fig.27.Het winkelgebied van Breda
2. 3.
fig.28.De gezozen verbindingen van Breda rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
27
1. 2. 3. 4. 5.
Plantsoen Oost Juliana van Stolberg park Park Randenbroek Paardenwed Park Van Randwijcklaan/Valleikanaal
5
4
1
parken overig groen tijdelijk park bomenlaan
2
bomen doorgand water stilstaand water overige terreinen straten recreatieve routes fietspaden Fig 29.. De kaart van de binnenstad van Amersfoort
28
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
3
3.2. De stad Amersfoort Amersfoort is net als Breda een vestingstad. De stad ligt op de overgang van 3 landschapstypen. Dat zijn de Utrechtse Heuvelrug, de Gelderse Vallei en het polderlandschap de Eempolder. Parken rond het centrum van Amersfoort Amersfoort heeft een historisch centrum. Op de oude stadswallen is rond 1840 een park in Engelse landschapsstijl aangelegd naar een ontwerp van Jan David Zocher jr. Dit park loopt langs de buitenste singel ring. Daarbinnen is nog een rondlopende singelring. Hieraan liggen de particuliere tuinen van de huizen, maar er zijn in de oude stad verder geen openbare recreatieve groene plekken. Kenmerkend is dat het water van de rivier de Eem dwars door Amersfoort stroomt. Op deze Eem komen diverse beken uit, o.a. de Heiligenbeek, de Vlierbeek en dan is er het Valleikanaal. De loop van deze beken heeft grote invloed op de ligging van de parken. Veel van de oude parken zijn ontstaan door het in stand houden van de reeds aanwezige natuur of doordat een landgoed binnen de stadsgrenzen kwam te liggen zoals het Park Randenbroek. De gemeente Amersfoort heeft in het rapport ‘beleidsvisie groen blauwe structuur’, de groen blauwe structuur aangegeven zoals die nu is en zoals de gemeente die in de toekomst ziet. Tevens is er een kaart met groene recreatieve plekken zie fig .29.en 30. De combinatie van deze 2 kaarten vormden het startpunt om de eerste selectie te maken voor de groene recreatieve plekken. Daarnaast is er ook een boekje “Parken in Amersfoort”uitgegeven door de gemeente Amersfoort.
fig .30. De groen blauwe structuur van de gemeente Amersfoort
Selectie van de parken Er zijn 5 parken/recreatieve plekken geselecteerd waarvan de recreatieve verbindingen worden bestudeerd. De criteria voor de selectie van deze 5 plekken 1. Een oud kazerne terrein 2. Relatie met de stadskern en het park langs de Singel (het Plantsoen) Er is 1 tijdelijke plek, het popup park postzegelpark Leusderweg Dit ligt dichtbij het Juliana van Stolbergpark. Door de zeer geringe afmetingen, de nog niet voltooide aanleg en relatief geringe en afwijkende recreatieve betekenis is dit verder buiten beschouwing gelaten. Het Juliana van Stolbergpark is aangelegd op een oud kazerne terrein. De entree en het hek zijn gebruikt als verwijzing naar de oorspronkelijke bestemming. Ook de kazernegebouwen zijn omgebouwd tot woningen. Vanaf dit park is een directe verbinding naar het centrum en het door J.D. Zocher aangelegde Plantsoen op de oude stadswallen. Het Plantsoen op de stadswallen is geselecteerd
fig.31. met groene stippen zijn de groene recreatieve plekken aangegeven
omdat het aan de Singel ligt en daarmee vergelijkbaar is met de centrumring parken in Breda. Feitelijk is dit park als het uitgangspunt beschouwd en zijn vooral de verbindingen met dit park bestudeerd. Het volgende park, het park Randenbroek, is een landgoed dat binnen de stadsgrenzen is komen te liggen en tot park is verheven. Het heeft een relatie met het Plantsoen via de Heiligenbeek die in de Singel stroomt. Daarnaast is het Paardenwed gekozen. Een stukje natuur dat vroeger de drinkplaats was van paarden voor de kazerne. Dit is geen aangelegd park maar een recreatieve groene plek in de stad. Als laatste park is het nieuw aangelegde speel- en ontmoetingspark aan de Van Randwijcklaan met aansluitend het Valleikanaal geselecteerd. Het park is vooral het pad langs dit kanaal dat eigenlijk als de buitenste waterring rond de stad kan worden gezien.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
29
De Groenstructuur
De waterstructuur
De recreatieve routes
De volgende themakaarten geven per thema de structuur aan van de centrumring van Amersfoort. In de groenstructuur is onderscheidt gemaakt in parken en overig groen. Het overig groen zijn openbaar , dodenakkers, sportvelden natuur etc. Dit is op een hoop gegooid. Het tijdelijk groen is wel apart aangegeven (alleen het postzegelpark aan de Leusderweg)
Er is onderscheidt gemaakt tussen doorgaand water als beken en stilstaand water als vijvers. Amersfoort kent veel doorgaand water. Diverse beken stromen door Amersfoort en voeden ook de singels en grachten in het oude centrum. Over de kanalen, singels en grachten zijn vaarroutes uitgezet.
Op dit kaartje zijn de wandel en fietsroutes aangegeven (gestippeld). Tevens zijn fietspaden aangegeven en voet en wandelpaden en voetgangersgebied (effen rood). De fietsroutes zijn verkregen uit www. fietsereropuit.nl. De wandelroutes zijn heel divers. Er is een keuze gemaakt voor rondwandelingen van groene wissel wandelingen van www. wandelzoekpagina.nl.
parken
parken
parken
overig groen
overig groen
overig groen
tijdelijk park
tijdelijk park
tijdelijk park
bomenlanen
doorgaand water
overige terreinen
bomen
stilstaand water
straten
overige terreinen
recreatieve routes
straten
fietspaden
fig.31. De groenstructuur van Amersfoort. 30
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
fig.32. De waterstructuur van Amersfoort.
fig.33. De fiets- en wandelroute van Amersfoort.
Landmarks en entrees
Winkelgebieden
De parken en de verbindingen
Dit kaartje geeft opvallende landmarks als kerktorens, grote oude gebouwen. Tevens laat het de entrees van de geselecteerde parken zien.
Op dit kaartje zijn met behulp van de BAG viewer de winkelgebieden ge誰dentificeerd. Interessant is dat het doorlopende winkelgebied in het centrum verder loopt in een rechte lijn aan weerszijden van het centrum en hiermee ook een soort recreatieve route vormt.
De parken zijn geselecteerd op basis van de groenstructuur en de ligging aan de singel. De verbindingen zijn geselecteerd op basis van de waterstructuur(singel, routes, landmarks, maar ook winkelgebieden. Op het kaartje staan met cijfers de geselecteerde parken (zie fig. 29 voor namen van de parken) aangegeven en met cirkels de geselecteerde verbindingen
entrees
parken
landmarks
overig groen
parken
tijdelijk park
overig groen
overige terreinen
tijdelijk park
straten
overige terreinen
winkelgebied
5
straten
4
1 3 2
fig.34. De fiets- en wandelroute van Amersfoort.
fig.35. Het winkelgebied van Amersfoort.
fig.36. De gekozen verbindingen van Amersfoort. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
31
32
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
4|Analyse De gemaakte analyses van de verbindingen uit Breda en Amersfoort zijn in dit hoofdstuk te zien. Er is een selectie van die analyses in dit hoofdstuk geplaatst, de overige zijn te zien in de bijlagen. 4.1.Breda: 4.1.1. De verbinding tussen het Chassé park en het Valkenbergpark via de Vlaszak.
De verbindingen zijn geanalyseert in verschillende stappen: Stap 1. Gordon Cullenreeks met daaraast geabstraheerde foto’s . Stap 2. In de geabstraheerde foto’s zijn de effecten beschreven van de ontwerpmiddelen.
4.1.2. De verbinding tussen het Chassé park en het Valkenbergpark over de winkelstraat.
Stap 3. Decompositie van de geabstraheerde tekeningen in aparte ontwerpmiddelen.
4.2. Amersfoort: De verbinding tussen het park Randenbroek naar het Plantsoen Oost
Stap 4. Alle ontwerpmiddelen zijn gecategoriseerd en getypologerd naar verschijningsvorm: wand, vloer, water of inrichtingsmiddelen en naar effect op de verbinding. Deze stap kunt u vinden in de Bijlage. Stap 5. Het abstraheren van de verbindingen met bijbehorende typologien. Alle kaarten zijn noordgericht.
fig.37. Plantsoen Oost tussen Leusderweg /(Arnhemseweg) en Heiligenbeekpad nabij de Monnikendam in Amersfoort. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
33
4.1. Breda
fig.1 t/m 3 van boven naar beneden: de Oude Vest en de Vlaszak
4.1.1. De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark via de Vlaszak.
keuzemoment: zie links begeleiding 2e
1e begeleiding
begeleiding 3e
3e zone
4.
2e Ritme
3.
1e 2e zone
2. 1.
begeleiding
trechtervorming omkadering focus
1e zone verwijzing/ ondersteuning 34
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
begeleiding
Commentaar:
fig.4. de entree van het Valkenbergpark aan de john F. Kennedylaan.
1.
De secundaire entree aan het Kloosterplein wordt met groene treden geaccentueerd en wordt beantwoord door een smalle middenberm met bomen. Dit is een ‘groene’ aanleiding naar het volgende park, het Valkenbergpark.
2.
De groene berm richting de Vlaszak heeft meer zeggenskracht en sluist de waarnemer de bocht om. Deze brede groene berm wordt smaller en gaat in etappes richting het Valkenbergpark.
3.
Met de laatste boom in het geheugen wordt je blik getrokken naar het puntje groen in de verte. Het profiel van de Vlasak wordt smaller, je blik wordt getrechterd.
4.
Bij het eindpunt aangekomen wordt je verrast door een groen park wat aangekondigd wordt met een sierlijk hekwerk/ entree. Twee monumentale bomen versterken de entree.
omkadering
begeleidend focus herkenning
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
35
Decompositie: De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark via de Vlaszak.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De vloer geeft een begeleidend effect, dit kan lijnvormig zijn maar ook in etappes/in een ritme. Wand: Bebouwing geeft sterk een richting. De afstand tussen de bebouwing is erg belangrijk. Hoe dichter de bebouwing bijelkaar staat des te meer begeleidend/tunnelend effect het heeft. Bebouwing loodrecht op de route geeft een richtingsverandering weer in de route.
trechtervorming
omkadering
36
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
verwijzing
focus
3e zone
4.
3. 2e zone
Zone: Des te meer zones er zijn , hoe onduidelijker de verbinding van de route is.
verwijzing
ritme
Groen: Groen op ooghoogte geeft begeleiding, dit wordt nog eens versterkt door groen op de vloer. Inrichting: Inrichting geeft herkenning. Herinnering is hierbij het sleutelwoord. Door een verbijzondering van een plek in dit geval door een hekwerk en entree krijgt de plek een accent, een visuele herkenning.
begeleiding
begeleiding
2. 1.
1e zone
omkadering
herkenning
Conclusies verbinding:
3. Eindpunt: focus en duiding naar de entree
1.
Het beginpunt: De waarnemer vertrekt vanaf de entree van het groene park. Ziet vervolgens een verwijzing naar groen in de route.
2.
Het traject: Zone 1. De ruimte tussen de bebouwing is in dit traject groot en de middenberm is erg smal. Zone 2.: De wanden zijn nog steeds aanwezig, maar wijken nog verder uit elkaar. De begeleiding van de route gebeurt nu door de met bomen begroeide middenberm. De middenberm heeft een ritme, is niet aaneengesloten.
2. Zone 3: begeleiding door wanden verwijzing
Zone 3.: Door de wanden wordt begeleiding gegeven aan de route, de wanden richten zich naar elkaar toe. De boom wordt gezien als verwijzing naar het komende groene park. 3.
2. Zone 2: begeleiding groene middenberm
2. Zone 1: begeleiding groene middenberm
focus bij keuzemoment
Het eindpunt: Het park heeft een karakteristieke uitstraling, heeft een herkenbaare afscheiding.
Deze route heeft een duidelijk eindpunt, er wordt verwezen in zone 3 naar het komende park. In het traject op pag.74 zul je zien dat een kunstwerk in de route zichtbaar is, als de route andersom wordt gelopen, is het kunstwerk niet zichtbaar. De solitaire boom verwijst naar het komende park.
1. Beginpunt: begeleiding door groen en verwijzing naar groen
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
37
4.1.2. De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark over de winkelstraat.
fig.I t/m 3. van boven naar beneden: Oude Vest, de Halstraat begin en halverwege.
begeleiding
verwijzing 4e zone
7./8.
focus
6.
tunnelwerking verrassing
5. 3e zone
1.
4.
focus
3. 2e zone
2.
1e zone
tunnelwerking
38
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
fig.4 t/m 6. van boven naar beneden: de Markt en het kasteelplein.
Commentaar: 1.
Het zicht vanuit de entree van het ChassĂŠ park wordt begeleidt door een berm, met een dubbele bomenrij en de winkels aan de rechterzijde.
2.
Keuzemoment. De ingang (rechts) van de Halstraat wordt geaccentueerd door de winkels op de hoek. Dit is een minimale begeleiding, hier zou nog iets extra’s mogen gebeuren.
3.
De winkels aan de Halstraat geven een trechterwerking naar de groene open ruimte in de verte.
4.
Door de bomen in de open ruimte zie je de kerktoren in de verte.
5.
Aangekomen bij het eerste focuspunt, is er een verwijzing naar groen en kondigt zich een keuzemoment aan.
6.
Het tweede plein, met op de voorgrond (monument) en op de achtergrond (Kasteel van Breda) een landmark.
2e focus
verhulling
1e focus/ verrassing
1e begeleiding 2e focus/begeleiding
1e focus
verwijzing
1e begeleiding
1e focus
2e focus
2e begeleiding rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
39
fig.8 linke pagina: omkadering van de entree van het park, vanuit het Valkenbergpark. 40
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark over de winkelstraat.
fig.7 Het kasteelplein. 2e omkadering
3e omkadering
1e omkadering
4e zone
7./8.
6. 5.
Commentaar:
3e zone
1.
4.
7.
Aangekomen op het plein voor het Valkenbergpark. De entree is subtiel gemarkeerd door een laag muurtje. De meeste aandacht krijgt de entree naar het kasteel van Breda.
8.
Foto van in het Valkenbergpark naar het kasteelplein. Hier wordt de omkadering duidelijk door het licht-donkereffect.
3. 2e zone
2.
1e zone
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
41
Decompositie: De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark over de winkelstraat.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De vloer heeft ter plaatse van het laatste plein een accentfunctie. De vloer is ter plaatse schuin gelegd, waardoor deze aan een zijde verdiept ligt en aan de andere zijde verhoogd. Wand: De winkelstraat en het 1ste en 2de plein is nauw, waardoor een tunnelend effect ontstaat.
begeleiding
begeleiding
focus
Groen: Het groen is verwijzend en begeleidend. Het plein aan het park krijgt door de omkadering van de bomen extra accent.
verhulling
Inrichting: De inrichting heeft hier een focusfunctie. Zone door de pleinen en routes daartussen.
begeleiding
verwijzing
begeleiding
begeleiding
focus
6. 4e zone
5. 4.
focus
3e zone
3.
1. 1e zone
2e zone
2.
accent 42
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
omkadering
omkadering
Conclusies verbinding:
3.Eindpunt: (plein) focus door middel van accent, duiding en omsluiting
1.
Het beginpunt: Zone 1. De aanliggende weg heeft ter plaatse van de middenberm een lijnvormig element dat begeleiding geeft.
2.
Het traject: Zone 2. De smalle straat geeft een tunnelend effect c.q. begeleidend effect. De tunnel heeft aan het einde een focuspunt. Zone 3. De wanden van het plein geven een begeleidend effect. Aan het einde is er een focuspunt en een verwijzing naar groen aanwezig.
2.Zone 4.: (plein) begeleiding
focuspunt
Zone 4. De wanden van het plein geven een begeleidend effect. Aan het begin en het einde is er een focuspunt aanwezig.
verwijzing 3.
2.Zone 3.: (plein) begeleiding door tunneling focuspunt 1. Beginpunt: verwijzing naar herkenning.
2.Zone 2.: begeleiding door tunneling
Het eindpunt: De route stopt voor de entree van het park in de vorm van een plein. Het plein is een accent. De entree wordt geduid door een laag muurtje en de omsluiting door groen.
Dit is een goede route, doordat er verschillende verwijzingen en focuspunten aanwezig zijn per traject. Elke Zone wordt begleid door wanden. De opvolging van de pleinen geeft een eenheid in de route. Om de verbinding te vervolmaken, zou er aan het begin van de route * een plein bij moeten komen.
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
43
4.2. Amersfoort Verbinding Park Randenbroek Plantsoen Oost
Fig 1-3 Het Heiligenbeekpad vanuit het park Randenbroek. De route volgt het water als begeleidend element. Eerst over de straat, daarna over de brug en een wandelpad langs het water.
omkadering
Het Park Randenbroek wordt via het Heiligenbeekpad verbonden met het Plantsoen Oost. De beek is hierbij het leidend element. fig.xx
fig.xx begeleiding
focus, wijzend
6 5 4
fig.xx
fig.xx
fig.xx
fig.xx
3 2 1
44
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
begeleiding
De figuren 4-6 geven de overgang van het Heiligenpad naar het Singelpark aan. De brede stadsringweg af gezoomd met hagen zijn een barrière. Boven is de Monnikenpoort goed te zien, maar
er is alleen naar toe te lopen door rechts via de kruising (middelste figuur) over te steken waarna rechts van het huis de ingang tot park en stad (onder)
1. 2.
focus, verhalend
3. 4.
fig.xx
fig.xx scheidend,begeleidend
5. 6.
fig.xx
fig.xx
De muur van de brug geeft de richting aan en het water met talud begeleidt de route. Het hoog opgaande groen omkaderen de route. De brug is een focus punt en geeft de richting aan. Het gras van het gazon, het talud en het opgaande groen begeleiden en geven de richting aan. De Monnikendam(oude waterpoort) verwijst naar de oude stad. De haag scheidt de route fysiek van de weg en geleidt naar de oversteek. De opening tussen de hagen kaderen de entree naar het park in. De oversteekplaats duidt de entree aan . Het gras en de heesters te samen met het lage hekwerk begeleiden de ingang van het singelpark. De bomen omkaderen de doorgang naar de oude stad.
duiding
inkadering
fig.xx
fig.xx begeleiding
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
45
Decompositie: Verbinding Park Randenbroek Plantsoen Oost
Water
Vloer
Groen
Inrichting
Begeleiding
Begeleiding
Begeleiding
Wijzend
Gordon Cullenreeks Vloer Het water van de beek is hier het sterkste (bege)leidende element. Na de brug zorgt de begeleiding van het gras dat het pad heel duidelijke zichtbaar is. Ook bij de ingang van het singelpark (fig. 6) zorgt de vloer van gras voor de richting Groen Het hoge groen heeft hier een begeleidende funktie. Het lage groen van de haag heeft bij fig. 4 een blokkerende funktie. Het heeft ook een wijzende funktie en duidt de ingang naar het park aan (fig.5). Inrichting De muurtjes in fig 1 hebben een wijzende funktie. De brug is een focuspunt en heeft ook een wijzende funktie. De Monnikendam heeft een funktie als herkenning. Daar is niet de ingang. De hekjes in fig. 6 begeleiden het pad en hebben ook een blokkerende funktie. Zones De eerste 2 zones is wandelpad met water daarna de stadsringweg met entree park
Begeleiding
Herkenning
6
4
5zone 3
zone 2
Duiding
3 2 1
Begeleiding rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Begeleiding
Blokkerend
zone 4
zone 1
46
Wijzend
Begeleiding
Omkadering
Begeleiding, Blokkeren
1. Het startpunt: Het muurtje van de brug geeft een begeleidend effect naar de route. 2. Traject Zone 1.: Het water wijst de weg en de brug geeft ook de route aan.
3. eindpunt: omkadering stad en begeleidende vloer
Zone 2: De geleiding van het gras aan weerszijden van het pad maakt de richting heel duidelijk
2 Zone 3: duiding groen
Zone 3: Het monument de Monnikendam zorgt voor herkenning maar de blokkerende haag voorkomt oversteken. Een opening in de haag aan de overkant duidt aan waar de ingang is 3. Het eindpunt: De toegang naar het Plantsoen Oost en tevens de ingang naar de oude stad welke door een begeleidende vloer wordt aangegeven en door groen wordt omlijst.
2 Zone 3: monument en blokkerende haag
2.Zone 2: begeleidende vloer en groen
2.Zone 1: (bege-) leidend water
2.Zone 1 : wijzende brug
Bij deze route is de Heiligenbeek heel bepalend voor het volgen van de route. Dit zorgt ook dat bij de brede autoweg automatisch de beek gevolgd wordt voor het entree naar het singelpark. Een blokkerende haag is nodig om oversteken te voorkomen. Het vervolg naar het Plantsoen Oost is erg onduidelijk. Dat geldt ook als je van de andere kant komt. Dan is de ingang naar het Heiligenbeekpad alleen aangeduid met een bordje. Een extra inrichtingselement als focus bij de opening in de haag(duiding groen) zou de entree duidelijker maken.
1. Het startpunt: begeleidende muur De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
47
48
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
5|Conclusies Elk component heeft z‘n eigen verschijningsvorm én plek in z’n omgeving. Per verschijningsvorm kan een component (ontwerpmiddel) een ander effect hebben op de beleving van een route. 5.1. De conclusies per ontwerpmiddel. 5.2. De conclusies van de ontwerpmiddelen in onderlinge samenhang met het traject.
fig. 38. links: Invulling van een binnentuin Chassé park in Breda. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
49
5.1. Conclusie per ontwerpmiddel
Alle ontwerpmiddelen zijn gecategoriseerd in tabellen zie fig. 39 . De tabellen zijn opgenomen in bijlage zie 6.1. Vervolgens is er per categorie een typologie aan toegekend. Daarna is er gekeken of er conclusies kunnen worden getrokken over de werking van de verschillende ontwerpmiddelen.
fig. 39. boven: Categorisatietabel van componenten, overig, zie bijlage. 50
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
5.1.1. Conclusie ontwerpmiddelen: wand
Verhulling van de gevel;
Hiermee wordt bedoeld de wanden van de bebouwing, de wanden van bouwkundige constructies, maar ook de bouwkundige constructies in z’n geheel. In een hoog stedelijke omgeving zijn vele gebouwen aanwezig, zij hebben altijd een invloed op de beleving van een route. De beleving en het effect is afhankelijk van:
Hoe meer van de gevel zichtbaar is hoe beter is het effect van de gevel op de begeleiding van de route. Lelijke gevels verdienen begeleiding door groen.
Verhulling, de route verdwijnt achter wand.
De ruimte tussen de gevels;
De lengte van de gevels Hoe langer de gevels, des te meer effect de gevel heeft op de begeleiding van de route als op het eind iets zichtbaar is.
De bomen verhullen het effect van de wanden.
De stand van de gevels; Door de stand van de gevels kan de waarnemer geleidt worden in een bepaalde richting. Staat een gevel in de route haaks of nagenoeg haaks op de route dan wijst dit op een richting verandering in de route.
Lange gevels hebben meer effect.
Tunnelend effect.
Zijn er aan beide zijden van de route gevels aanwezig, of maar aan één zijde; Begeleiding van de gevel aan één zijde heeft minder effect dan begeleiding in twee zijden.
Hoe dichter de gevels bij elkaar staan, hoe eerder er een tunnelend effect verkregen wordt. Dit effect is optimaal als er geen storende factoren aanwezig zijn als groen in lijnvorm. Zie: verhulling van de gevel.
De plek van de bouwkundige constructie in zijn omgeving. tunneling openbaring Verandering van effect door stand van de gevels
Bouwkundige constructies kunnen ook als focuspunt werken, hoe de omgeving hierop aansluit heeft effect op de accentvorming van het focuspunt.
De wand geeft begeleiding, de bomen doen mee. Richting verandering, door gebouw dat haaks op de route staat.
Gebouw als focuspunt.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
51
Een heel brede berm heeft meer effect als richtinggever dan een smalle berm.
Omkadering van het focuspunt geeft richting..
Het pad is geaccentueerd ddor kleur en/of materiaal en is dardoor begeleidend.
Eindconclusie wand. Brede berm in onderbrokenlijnvorm
De tuin- en landschapsarchitect heeft geen invloed op de wanden, hij gaat over de inrichting tussen de wanden. Maar hij moet wel degelijk rekening houden met het effect van de wand op de beleving van de route.
5.1.2. Conclusie ontwerpmiddelen: vloer Hiermee wordt bedoelt de vloer van de openbare ruimte. Dit kan zijn: de verharding, maar ook het beloopbare groen, zoals bermen en niet beloopbare oppervlaktes als water. Al deze onderdelen zijn gelegen in het horizontale vlak. Het horizontale vlak heeft verschillende gezichten. Hieronder worden de verschillende onderdelen toegelicht.
Eenheid in begeleiding op een lange gesegmenteerde route. De berm is begeleidend
Vorm van de naastliggende berm; Is de berm in een doorlopende lijnvorm aangegeven of in een onderbroken lijnvorm. Het repeterende effect van een onderbroken berm heeft meer effect omdat deze meer aandacht vraagt.
Water en talud is leidend voor een route.
Is het pad waarop de waarnemer loopt begeleidend of de berm die ernaast ligt? Als het pad waarop de waarnemer loopt als begeleidend ervaren wordt is deze meestal in een ander materiaal en/of kleur en/of vorm aangegeven, zodat deze opvalt en onderscheidend is van andere verharding in de omgeving.
Berm in doorlopende lijnvorm
Berm in onderbroken lijnvorm 52
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Als ieder segment/zone anders ingericht is kan een horizontaal vlak als een berm of een watergang eenheid brengen in de route. Doorgaand water heeft vaak een leidende functie.
5.1.3. Conclusie ontwerpmiddelen: groen
Punten in de vorm van groen.
Hiermee wordt bedoeld, het groen wat aanwezig is in de openbare ruimten, maar ook de eventuele tuinen van particulieren die aan de onderzochte route raken. Ook in het hoog stedelijke gebied is er groen aanwezig. Dit groen is hier geland door de mens ten behoeve van beleving, sfeer maar ook voor begeleiding, focus van de bewoner en bezoeker van de stad. Groen heeft verschillende vormen, welke vorm werkt het beste om een eenheid te geven aan een route? Wat bepaalt dat de werking van het groen optimaal is?
De solitaire groenelementen worden door de waarnemer gezien als focuspunten, verwijzingen naar een volgend groen element of als herinnering aan een vorig groen element. De groenelementen die fungeren als verwijzing en herinnering staan meestal zijdelings naast de route.
Brede weg nmet niet sluitende bomen.
Is er lijnvormig groen aan ĂŠĂŠn zijde van de route aanwezig dan heeft dit een sterk begeleidend effect. Het effect is groter als daaronder ook een groene berm aanwezig is.
Groen als verwijzing/herinnering naast de route.
De plek van lijnvormig groen in de vorm van bomenrijen en lanen. De plek van de lijnvorm is belangrijk met betrekking tot sfeer en beleving van de route. Staan de lijnvormen dicht op elkaar en sluit het bladerdek zich boven de waarnemer dan heeft dit een tunnelend effect.
Een broene berm onder een bomenlaan geeft extra begeleiding.
De groenelementen die fungeren als focuspunt staan in de lijn van de route.
Laag lijnvormend groen als blokkade Laag lijnvormig groen in de vorm van hagen heeft een blokkerend en of richting gevend effect.
Groen als focuspunt in de route
De werking als omkadering van b.v. een focuspunt of route.
Lijnvormig groen dicht opelkaar.
Is dit aanwezig maar bevindt dit zich zijdelings van de route is het effect beduidend minder.
De haag of lage wand voorkomt dat voetgangers de drukke weg oversteken.
Groen kan dienen als omkadering of omsluiting van een focuspunt. Dit kan verschillende vormen aannemen. Het focuspunt kan hierdoor duidelijker naar voren komen maar het kan ook de funktie hebben van sfeer verhoging.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
53
Groen als scheidend effect
Repeterende werking.
Groen kan een ruimte in verschillende delen opdelen.Dit kan ook worden bereikt met laanbomen. Dan is het effect weliswaar transparanter dan bij dicht struikgewas.
Herhalen van inrichtingslelementen als paaltjes, markante lantaarnpalen etc geven richting. Ze hebben een extra dimensie als ze terugkomen in het park aan het begin of einde van de route.
Omkadering door groen.
De scheidende werking van laanbomen Halve maanvormige omsluiting door bomengroepen van het focuspunt en route.
Groen als verhulling in de route. Verhulling geeft aan dat er iets achter het groen staat wat verborgen gehouden moet worden. Maar het kan ook zo zijn dat er een focuspunt achter het groen schuilt wat nog net zichtbaar is, dit geeft spanning, dieptewerking en verrassing.
5.1.4. Conclusie ontwerpmiddelen: inrichting Hiermee wordt bedoelt, de constructies die een toegevoegde waarde hebben aan de openbare ruimte. Ze zijn ervoor om accent en focus te leggen. Andere inrichtingselementen zijn afscheidingselementen, verkeersinrichting en bruggen. Verkeersinrichting wordt over het algemeen als een storend element ervaren, maar ze doen wel degelijk mee in de ervaring van de route.
Deze vertikale elementen geven herkenbaarheid aan de route mede door hun herhaling vormen ze een ritme.
Inrichting als accent Als het afscheidingselement hoger is dan ooghoogte wordt het gezien als een wand. Bij de lagere elementen is er een scheidende functie, hiermee kunnen accenten gelegd worden.
Inrichting als begeleiding. Laag muurtje als accenturing voor de entree naar het park. De bomen voor een gebouw, een markant gebouw, geven dieptewerking . Zijn de bomen groter dan zal dit een storend effect teweeg brengen.
Een laag muurtje geeft begeleiding aan de route, zoals in fig 41, pagina 60.
54
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Brug als accent en richting gevend aan de route.
Inrichting als focus.
Inrichting als herkenning.
Hierbij staan de elementen in de zichtas/zichtlijn van de route.
Heeft een park een herkenbare rand en deze rand is zichtbaar vanuit de route/verbinding dan is het park herkenbaar.
Een kunstwerk als focuspunt. De afscheiding is specifiek voor het park.
Is in het park veel kunst aanwezig en refereert de kunst die staat in de verbinding van het ene park naar het andere park aan de kunst in dat park dan geeft dat herkenning als zodanig. Opvolgende focuspunten in ĂŠĂŠn zichtlijn.
Inrichting als verwijzing. De inrichtingselementen worden door de waarnemer gezien als focuspunten, verwijzingen naar een volgend inrichtingselement of als herinnering aan een vorig inrichtingselement met dezelfde strekking. De inrichtingselementen die fungeren als verwijzing en herinnering staan meestal zijdelings naast de route.
Naast deze ontwerpmiddelen blijkt ook herkenning van karakteristieke punten een belangrijke rol te spelen op een route. Daardoor is snel duidelijk hoe de route loopt.
Focuspunt als verwijzing, niet als eindpunt.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
55
5.2. Conclusies van de ontwerpmiddelen in samenhang met de route.
Traject Traject
Belangrijk in een traject zijn de punten, vlakken en de lijnen. De punten in het traject, zijn het begin- en eindpunt en accenten en/of verwijzingen in de route. In principe zijn vlakken ook punten in een traject, zij hebben meer impact door hun formaat. Onder de lijnen in het traject verstaan we de begeleiding, in een doorlopende of in een onderbroken lijnvorm of zelfs in een ritme.
56
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Doorgaand water.
Verwijzing naar het begin- en eindpunt.
Water heeft een duidelijke leidend effect. In een lange route met veel zijwegen/keuzemomenten, waar de verleiding groot is om van de route af te wijken, geeft het water houvast en blijft de waarnemer de route langs het water volgen. Het effect wordt sterker als de inrichting van de verschillende wegen langs het water een eenheid vormen.
Als in de verbinding tussen twee recreatieve gebieden verwijzingen zijn aangebracht naar een of beide parken maakt dat de route sterker, meer een eenheid. Zoals met groen of iets eigens als een inrichtingselement.
Traject Traject
Begeleiding tijdens de route.
Herkenning
De ultieme eenheid wordt verkregen door dezelfde soort groene elementen, vloer of inrichtingselementen toe te passen tijdens de route. Door dit in een aaneengesloten lijn te doen, wordt de route saai. Beter is om deze eenvormigheid in ritmes toe te passen met hier en daar openingen met verwijzingen.
Bij het ontwerpen van een recreatief gebied kan door een eigenheid te geven aan de rand van het gebied, al vanaf een afstand het gebied herkenbaar zijn. Op het punt van herkenning in de route heeft de waarnemer het gevoel al bijna op het eindpunt gearriveerd te zijn.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
57
58
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Nawoord aanbevelingen In de korte beschikbare tijd voor dit onderzoek, is de focus gelegd op zichtbare ontwerpmiddelen in de onderzochte verbindingen in de steden Breda en Amersfoort. Door de verbindingen te onderzoeken die aanwezig zijn in Breda en Amersfoort zijn principe strategieën verkregen om als tuin- en landschapsontwerper verbindingen tussen parken in een hoogstedelijk gebied beter te in te passen in het stedelijk netwerk. Door tijdgebrek is slechts een beperkt aantal verbindingen geanalyseerd. De lijst met ontwerpmiddelen is dus bij lange na niet uitgeput. Dit onderzoek heeft vooral de wijze van kijken, benoemen en categoriseren opgeleverd en vormt een aanzet voor verdere inventarisatie en analyse van ontwerpmiddelen. Met het oog op verdieping en verbreding van het onderzoek ten behoeve van het vakgebied worden de volgende aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek:
- Uitbreiding van de casestudies in steden vergelijkbaar met Breda, zoals in steden Arnhem en Den Bosch. - Door de beleving van en reactie van mensen op de verschillende ontwerpmiddelen te onderzoeken.
‘Iemand’s culturele achtergrond beïnvloedt diens beleving van de openbare ruimte. Want ieder heeft zijn verwachtingspatroon en elke cultuur zijn ongeschreven regels. Deze factoren hebben hun weerslag op de beleving de stedelijke ruimte. Andersom voeden verschillende vormen van gebruik ook de vorm van de stad.” Dit is een uitspraak van: Romy Jochems in ’Beleving van de stad op basis van verwachting’
fig.41 Sier als focuspunt op de kruising van de Van Randwijcklaan en Flierbeeksingel in Amersfoort. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
59
60
rapport bureau-lezingen verslag verbinding van groene en -ateliers recreatieve plekken in de stad
Bronvermelding Boeken
Websites
Opening Spaces - Design as Landscape Architecture H. Loidl & S. Bernard Berlijn 2003 Birkhäuser
http://www.vestingsteden.nl/index.php?taalID=1&menuID=2&s ubitem=TRUE&hoofditem=FALSE
The Concise Townscape G. Cullen Groot BrittaniĂŤ 1961 Architectural Press, Reinhold
http://www.fietseropuit.nl/fietsroute/utrecht/amersfoort/
De omsloten tuin R. Aben en S. de Wit Rotterdam 1998 010
Rapporten
Lexion van de tuin- en landschapsarchitectuur M.J. Vroom Wageningen 2005 Blauwdruk Stromen en verblijven - Naar een integrale ontwerpvisie op verkeer en openbare ruimte - Jeroen Mensink - nai010 uitgevers/ CROW, 2013 Het ontwerp van de openbare ruimte, De kern van de stedenbouw in het perspectief van de eenentwitigste eeuw,Han Meyer, frank de Josselin de Jong, MaartenJan Hoekstra, SUN Amsterdam 2006, derde druk 2009
http://psy.cc/psy/wiki/pmwiki.php?n=Begrippen.Focus
www.wandelzoekpagina.nl
Punt 3_Rv_40965_Bijlage 1_Structuurvisie Breda 2030 Parken in Amersfoort uitgave gemeente Amersfoort augustus 2008 Beleidsvisie groen blauwe structuur gemeente Amersfoort maart 2004
Artikel Serial Vision: The Dynamic Downtown, Blake Roberts, Ph.D. | 17 april 2012
fig. 42. Caspar van Wittelplantsoen in Amersfoort. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
61
62
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Bijlage - Analyse - Categorisatietabel ontwerpmiddelen
fig.43. Vloeraccent kasteelplein in Breda. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
63
64
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Analyse Breda:
Amersfoort:
- De verbinding tussen het Chassé park en het Valkenbergpark langs de singel
- De verbinding Plantsoen Oost naar het paardenwed.
- De verbinding tussen het Valkenbergpark en het Chasé park via de Vlaszak.
- De verbinding Juliana van Stolbergpark naar Plantsoen Oost (Leusderweg).
- De verbinding van het Chassé park naar het Seeligterrein.
- De verbinding Plantsoen Oost en de valleikanaal ( de van Randwijcklaan).
- De verbinding van het Seeligterrein naar het Chassé park. - De verbinding van het Chassé park naar het Wilhelminapark.
fig.44. Brug naar het valkenbergpark in Breda. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
65
fig.1 t/m 3 van boven naar beneden Nassausingel en de Mauritssingel.
Breda De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Valkenbergpark langs de singel.
omkadering
1e
6e
6.
5e zone
4e zone
2e begeleiding
1e
3e zone
5.
begeleiding
begeleiding 1e
1e
2e zone
3.
4.
2e
2.
1e
keuzemoment verwijzing
1e zone ritme/herhaling
1. 3e 1e begeleiding
66
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
2e 1e
2e
fig.4 t/m 6. van boven naar beneden John F. Kennedylaan, Delpratsingel en de Sophialaan.
Commentaar: 1.
Veel kruisende wegen hebben een brede groene berm met of zonder bomen. De singel wordt aan de stad zijde met een dubble of enkele rij bomen begeleidt. Aan de buitenzijde van de singel door één bomenrij begeleidt.
4.
De aanwezigheid van het water geeft de bezoeker richting aan zijn route. Ter plaatse van de Mauritssingel moet je de brug over naar de Seeligsingel anders rij je tegen het verkeer in. Maar op deze manier kom je goed uit tegenover de landmark/entree van het Valkenbergpark.
6.
Doordat de bestrating door loopt tot in het park en de bomen zich openstellen ter plaatse van de entree wordt je het park ‘ingetrokken’. De verbinding wordt ook bewerkstelligt doordat je over het water komt en in de verte de vijver van het Valkenbergpark ziet.
focus
2e
2e 1e
omkadering
1e
begeleiding
omkadering focus
verwijzing
begeleiding rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
67
Decompositie: De verbinding tussen het ChassĂŠ park - en het Valkenbergpark langs de singel.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: Het is de combinatie van talud en begroeiing wat de begeleiding aangeeft. Wand: Bebouwing geeft eenzijdige begeleiding.
begeleiding
omkadering
Groen: De bomen langs het water geven begeleiding. Extra sterk wordt deze begeleiding als er een dubbele bomenrij wordt toegepast. Inrichting: Het eindpunt ter plaatse van het park trekt de aandacht het park in. Het kader en de begeleiding van de verharding accentueren dat.
verwijzing
begeleiding
6.
5e zone
4e zone
begeleiding
ritme/begeleiding
begeleiding
Zones: Na elke zone komt een keuzemoment. 6e
begeleiding
omkadering
omkadering
begeleiding
omarming
focus
3e zone
5.
2e zone
3.
4.
2.
verwijzing
begeleiding
1e zone
1.
begeleiding 68
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Conclusies verbinding: 2. Zone 5. begeleiding door bomenrij en leiding door water.
begeleiding
2. Zone 3. begeleiding door dubbele bomenrij en leiding door water. Bij elk keuzemoment is een groene berm
3. Eindpunt: omsluiting van het focuspunt en de accentuering van de vloer
2. Zone 2 en 4. begeleiding door bomenrij en leiding door water.
Bij elk keuzemoment is een groene berm 2. Zone 1. begeleiding door bomenrij en leiding door water.
1.
Het beginpunt: Door de omkadering van de route en de aanwezigheid van het water wordt de waarnemer getrokken naar de route langs de singel.
2.
Het traject: Elke zone gaat van de ene kruising naar de andere. De zijwegen van de kruisingen zijn aangekleed met groene bermen. Telkens zorgt de singel ervoor dat de waarnemer langs het water blijft lopen/fietsen, het water is leidend. Alleen zone 3. is ingericht met een dubbele bomenrij met daartussen een fietspad.
3.
Het eindpunt: Doordat de weg eenrichtingsverkeer is, moet de waarnemer over het water. De waarnemer komt dan recht voor de entree van het park uit. De entree van het Valkenbergpark heeft een omsloten focuspunt en door de vloer een zichtas naar binnen het park.
Deze route is door de leiding van het water een goede verbinding tussen het ene park en het andere. Een verbetering zou kunnen zijn om deze route in elke zone hetzelfde in te richten met groen en inrichtingsmiddelen. Omdat het een recreatieve route is zou het fietspad langs de totale route omgeven moeten zijn door een dubbele bomenrij.
1. Beginpunt: omkadering De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
69
De verbinding tussen het Valkenbergpark en het ChassĂŠ park via de Vlaszak.
fig.1 t/m 3 de Vlaszak.
verhulling
1e
2e
begeleiding
begeleiding/ tunnelwerking richting verandering
1e
1e zone
1.
verwijzing
2e
2e
2. 3.
focus
verhulling
2e zone
4.
2e
5.
begeleiding
2e
1e
3e zone ritme 70
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
verwijzing focus
1e
Commentaar:
fig.4. van boven naar beneden Kloosterplein en de Oude vest.
antwoord op begeleiding
blokkering
begeleiding
1.
Je komt van het groene Valkenbergpark af en wordt geleidt door gebouwen en bestrating. Links van de entree van het Valkenbergpark zie je het park in langsgezicht.
2.
De eerste berm met bomen biedt zich aan in de verte.
3.
Na het monumentale sierhekwerk bij het Valkenbergpark kom je onderweg naar het ChassĂŠ park een landmark tegen in een brede berm met een bomengroep.
4.
De berm wordt op de Kloosterstraat beantwoord in beide richtingen. Maar het zicht stuit op een gebouw, even rechts van het gebouw is een secundaire entree aanwezig naar het chassĂŠ park.
5.
De focus bij de entree van het park ligt op een geel gebouw in de verte. Het zicht is omkaderd door bebouwing.
begeleiding focus
verwijzing
omkadering
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
71
Decompositie: De verbinding tussen het Valkenbergpark en het ChassĂŠ park via de Vlaszak.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De vloer heeft een slingerende richting en zorgt voor begeleiding van de route. Bij de T-splitsing zorgt de groene berm ervoor dat de blik naar rechts wordt getrokken.
begeleiding
verhulling
Wand: Een gebouw verhult de route. Zodra de route geheel zichtbaar is, begeleidt de wand in getrapte vorm. De route eindigd schijnbaar tegen een gebouw aan, waarvan rechts de entree van het park zichtbaar is. De enmtree is omkaderd en de linker bebeouwing zorgt voor begeleiding, met een markant gebouw als focuspunt. Groen: Aan het begin en het einde van de route verwijst het groen naar het groen in de parken. Verder heeft het groen op ooghoogte een begeleiddende functie.
getrapte tunneling
72
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
focus begeleiding
focus
begeleiding
blokkering
begeleiding
begeleiding 1e zone
1.
Inrichting: In de route tussen groen op ooghoogte is een focuspunt wat alleen van deze zijde te zien is. Zone: Des te meer zones er zijn , hoe onduidelijker de verbinding van de route is.
verwijzing
2.
begeleiding/omkadering
3. 2e zone
4. 5.
3e zone
focus
verwijzing
Conclusies verbinding:
1. Beginpunt: herkenning, verwijzing en omkadering
1.
Het beginpunt: De waarnemer vertrekt vanaf de entree van het groene park. Ziet vervolgens een verwijzing naar groen in de route.
2.
Het traject: Zone 1. Door de wanden wordt begeleiding gegeven aan de route, de wanden wijken iets uitelkaar. Zone 2.: De wanden zijn nog steeds aanwezig, maar wijken nog verder uit elkaar. De begeleiding van de route gebeurt nu door de met bomen begroeide middenberm. De middenberm heeft een ritme, is niet aaneengesloten.
2. Zone 1: begeleiding door wanden verwijzing
Zone 3.: De begeleiding door een groene midden berm is hier ook aanwezig. De ruimte tussen de bebouwing is in dit traject nog groter en de middenberm is erg smal
2.Zone 2: begeleiding groene middenberm
3.
focus
2. Zone 3: begeleiding groene middenberm
Wand is wijzend: keuzemoment
Het eindpunt: De brede opening in wand trekt de aandacht, de wanden van de gebouwen begeleiden de blik naar een markant gebouw in de verte.
Doordat de waarnemer vertrekt van een park met vele kunstwerken, wordt direct een link gelegd met het focuspunt in de route. Het geeft herkenning. De route zou vervoltooid kunnen worden door een kunstwerk aan de entree van het andere park, het eindpunt.
3. Eindpunt: focus
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
73
De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Seeligterrein.
fig.1 t/m 3. Vierwindenstraat.
begeleiding
valse focus
begeleiding
ocus/ verwijzing
2e zone
6.
5.
valse focus
4. 2. 3. 1. 1e zone
focus
begeleiding
74
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Commentaar:
fig.4 t/m 6. van boven naar onder Van Coothplein naar Fellenoordstraat.
1.
Vanuit het ChassĂŠ park wordt je blik geleidt in zuidelijke (Wilhelminapark) en noordelijke richting.
2.
We lopen in noordelijke richting de Vierwindenstraat af en zien aan onze rechterhand een markant gebouw.
3.
Als antwoord daarop zien we aan de linkerijde een ritmisch verloop van lantaarns, dat trekt de aandacht en we gaan naar het woonerf.
4.
De wanden van de bebouwing begeleiden ons in het woonerf. Aan het eind ligt een laag gelegen kunstwerk in de bestrating.
5.
Er kondigt zich een verbreding aan met een brede stenen middenberm met een bomenlaan.
6.
De lantaarns aan de rechterzijde krijgen een vervolg door de herkenbare gemetselde penanten van het Seeligterrein.
ritme tunnelwerking/ begeleiding
ritme begeleiding
focus
herkenning
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
75
Decmpositie: De verbinding tussen het ChassĂŠ park en het Seeligterrein.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De vloer wordt begeleidt door bermen langs de weg en als middenberm. Wand: De wand heeft een sterk sturende werking, omdat deze lang en hoog is. Groen: Wat opvalt is dat de populieren een herkenningspunt zijn voor het park aan het einde van de route. Inrichting: Een stukje van een markant gebouw liggend aan het park geeft in de route nog een verwijzing naar het park. De lantaarns geven door hun ritme begeleiding en accentueren de route. Zones: Er zijn 3 zones aanwezig.
verwijzing
begeleiding
begeleiding
begeleiding
begeleiding 6.
5. 4. 3. 2.
verwijzing
focus
begeleiding
1.
herkenning 76
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
ritme
Conclusies verbinding: 1.
Het beginpunt: De aanliggende weg heeft aan twee zijden van de weg een lijnvormig element dat begeleiding geeft.
2.
Het traject: Zone 1. Verwijzing naar de plek waar de waarnemer vandaan komt. Zone 2. De smalle straat geeft een tunnelend effect c.q. begeleidend effect.
2. Zone 2. begeleiding, tunnelend effect en ritme
3.Eindpunt: verwijzing naar herkenning.
2.Zone 3. begeleiding
Zone 3. Het ritme van de inrichtingselementen zorgen voor begeleiding, net als de getrapte wanden.
2.Zone 1. verwijzing 3.
1.Beginpunt: groene begeleiding
Zodra de waarnemer de plek of het park herkend, is de waarnemer in gedachte al op de plek. Op dit moment is het niet meer zo belangrijk of de route/verbinding nog begeleidt of geaccentueerd wordt.
Dit is een goede route, doordat er verschillende verwijzingen aanwezig zijn naar de parken waar de waarnemer vandaan komt en naar toe gaat. Elke zone geeft goede begeleiding aan de route. Een verbetering zou kunnen zijn om bijvoorbeeld de markante lantaarns (die nergens anders voorkomen in Breda) over de gehele route door te zetten, zodat dat herkenbaar is voor de route. Wat opvalt bij deze route is dat, als de waarnemer de plek waar hij heen gaat herkend, hij denkt dat hij er al is.
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
77
De verbinding van het Seeligterrein naar het ChassĂŠ park.
fig.1 t/m 3. van boven naar beneden: Fellenoordstraat naar van Coothplein.
begeleiding
fig.1 herkenning begeleiding
verwijzing focus
fig.2 herkenning 1e zone
1.
verwijzing
2.
3.
4.
verhulling
5.
2e zone
fig.3
78
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
ritme begeleiding
Commentaar:
fig.4 en 5. van boven naar beneden: Van Coothplein naar de Vierwindenstraat.
1.
Vertrek vanaf de Fellenoordstraat heeft begeleiding van de gemestelde penanten van het hekwerk van het Seeligterrein.
2.
Bij het kruispunt aangekomen zien we in de verte een stapsteen naar ‘groen’.
3.
De stenen berm met een bomenrij krijgt vervolg in etappes.
4.
Bij de winkelstraat aangekomen wordt het zicht begeleidt door de lantaarnpalen en de trechterwerking van de gebouwen.
5.
Pas als we de kleine bocht om zijn zien we het markante gebouw het poppodium de Mezz wat een herkenningsunt voor het chassĂŠ park is. het park ligt achter dit gebouw.
2e begeleiding focus
fig.4 ritme 1e begeleiding
verhulling
focus/ verrassing
begeleiding
fig.5
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
79
Deconstructie: De verbinding tussen het Seeligterrein en het ChassĂŠ park.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De vloer geeft in deze verbinding accent door materiaal en kleur gebruik, maar ook door het ritme van de berm.
begeleiding
Wand: De wand is duidelijk aanwezig in de smlle winkelstraat waar hij een begeleidende functie heeft. De route heeft een ligte bocht waardoor de bebouwing gedeeltelijk de route verhult. Groen: Groen geeft begeleiding en herkenning in deze route. Het Seelig terrein is herkenbaar aan de hoge smalle populieren. Inrichting: De afscheiding van het seeligterrein geeft ook herkenning van het park. Zones: Er zijn 3 zones aanwezig.
ritme
begeleiding
herkenning
focus
verwijzing
ritme
1. 3.
4.
5.
begeleiding 80
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
herkenning
Verbergen
getrapte begeleiding 2.
herkenning
verwijzing
verhulling
Conclusies verbinding:
1.Beginpunt: verwijzing naar herkenning en begeleiding.
1.
Het beginpunt: De aanliggende weg heeft een lijnvormig element dat begeleiding geeft, op hetzelfde moment, ziet de waarnemer het icoon /herkenningselement van het park.
2.
Het traject: Zone 1. Door de wand die taps toeloopt wordt de waarnemer begeleidt richting de winkelstraat. Door een verwijzing naar groen blijft de groene plek het Seeligterrein in de gedachte van de waarnemer. Zone 2. De ritmische grijze middenberm en de wanden begeleiden de waarnemer. De gedeeltelijke verberging/verhullende van de route brengt spanning.
2. Zone 3. ritme en begeleiding
Zone 3. Het ritme van de inrichtingselementen zorgen voor begeleiding, net als de getrapte wanden. 3.
2. Zone 1. verwijzing en begeleiding 3.Eindpunt: verwijzing naar herkenning. 2. zone 3. ritme en verbergen
Het eindpunt: Een verwijzing naar het volgende park kondigt zich aan. De bomen zijn nog niet zo markant aanwezig dat de verwijzing geheel verhult wordt.
Dit is een goede route, doordat er verschillende verwijzingen aanwezig zijn naar het park waar de waarnemer vandaan komt en naar toe gaat. Elk traject geeft goede begeleiding aan de route. Een verbetering zou kunnen zijn om bijvoorbeeld de markante lantaarns (die nergens anders voorkomen in Breda) over de gehele route door te zetten, zodat dat herkenbaar is voor de route. Verder zou een groene middenberm ter plaatse van de bomenrij de begeleiding versterken.
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
81
De verbinding van het ChassĂŠ park naar het Wilhelminapark.
fig.1 t/m 3. de Vierwindenstraat
begeleiding
focus
begeleiding
4.
focus
5.
1. 2.
focus
3.
onthulling
82
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Commentaar:
fig.4 en 5. Wilhelminasingel
1.
Het ChassĂŠ park manifesteert zich met markante gebouwen in en om het park. De keuze om de in de verte gelegen berm met bomenrij te volgen is attractiever dan de andere kant op te gaan.
2.
Met de bomenrij in de rug, zie je in de verte nog eenberm met bomen. Je ziet ook dat de enigszins vernauwing ontstaandoor bebouwing verderop er niet meer is.
3.
Over het hele gezichtsveld is groen aanwezig. Het Wilhelminapark openbaart zich.
4.
Ook over het water zijn Het chassepark en het Wilhelminapark indirect met elkaar verbonden. De watertoren ten noorden van het Wilhelminapark is zichtbaar vanuit het ChassĂŠ park. De bomenrijen geven een coulissewerking.
5.
Ook het ChassĂŠ park is te zien vanaf het Wilhelminapark. De markante gebouwen en torens zie je vanuit de verte.
focus
2e
1e
1e
coulisewerking/ verhulling
focus
1e
1e
2e
verhulling
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
83
Deconstructie: De verbinding van het Chassepark naar het Wilhelminapark.
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer: De zeer smalle middenberm heeft hier weinig effect. Wand: De wanden van de bebouwing geven richting, maar staan te ver uitelkaar om een tunneleffect te hebben. Groen: Groen leidt hier in deze verbinding door een berm met bomenrij. Nadat de bebouwing stopt openbaart zich het park aan weerszijden van de weg. Inrichting: Het markante gebouw van de Mezz herinnert en verwijst aan het Chassepark.
begeleiding
begeleiding
focus
focus
Zone: Het is een zeer overzichtelijke verbinding.
openbaring 4.
5.
1. 2. 3.
84
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
verwijzing/herkenning
Conclusies verbinding:
1. Beginpunt: verwijzing/herkenning
1.
Het beginpunt: De route start met een verwijzing naar de plek waar de waarnemer vandaan komt, in dit geval het Chassepark.
2.
Het traject: Zone 1. De route wordt aangegeven door begeleiding van de aanliggende wanden en de smalle lijnvorm met groen op ooghoogte. Zone 2. De route wordt aangegeven door begeleiding van de smalle lijnvorm met groen op ooghoogte en door het wijken van de wanden.
3.
Het eindpunt: In de begeleiding kondigt zich een focuspunt aan, in dit gebied openbaart zich het park.
Dit is een korte en overzichtelijke route, die sterk begint door een verwijzing, maar het eindpunt laat de waarnemer in het ongewisse. Er is wel een focuspunt aanwezig, maar geen eindpunt dat verwijst naar het Wilhelminapark.
2. Zone 1: begeleiding
3. Eindpunt: focus
2. Zone 2: begeleiding en openbaring De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
85
Verbinding Plantsoen Oost naar het Paardenwed
Fig 1-3: Van boven naar beneden Het Singelpark Oost bij de Stadsringweg, Vanaf de Hoge brug de oversteek van de Stadsringweg en achter de huizen bij de Peter van Anrooystraat.
De Vlierbeek is zichtbaar in de singel als onderdoorgang. De beek loopt onder de zeer brede weg door en komt aan de andere kant weer te voorschijn. Dit is zichtbaar vanaf de hoge brug. Het voetpad met de ogen volgend is de beek tussen 2 bomen zichtbaar onder de woningen. De woningen zijn over de beek en wandelpad heen gebouwd. Hierdoor ontstaat een binnentuin rond de beek en zijn verschillende zones te onderscheiden
verhalend,verwijzend
omkadering
1
2 zone 1
3
begeleiding zone 2
4
begeleiding
zone 3
5
86
zone 4
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
omkadering, focuspunt
Fig 4-5. Van boven naar beneden, achter de huizen bij het Catharina van Rennespad, het Paardenwed.
begeleiding, focuspunt
1. De kademuur geeft een verwijzing naar de plek waar de Vlierbeek uitkomt. De brug geeft de richting aan. 2. Het gazon en lage hekwerk begeleiden de richting van het pad. De richting van het pad volgend geven de voetgangerslichten de kijkrichting aan. De bomen omkaderen in de verte het water van de Vlierbeek, welke in de poort onder de huizen net zichtbaar is. 3. Het water met talud en het lage hekwerk begeleiden het pad in de goede richting. De brug onder de poort vande huizen wijst de weg. 4. Wederom begeleiden het water met talud het pad en wijst de brug de weg. 5. De bomen langs de Vlierbeek zijn wild opgeschoten. De beek is onderdeel van het park. Het gazon is begeleiding.
begeleiding, coulissenwerking
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
87
Decompositie Verbinding Plantsoen Oost naar het Paardenwed
Vloer
Wand
Leidend
Duiding, wijzend
Groen
Inrichting
Gordon Cullenreeks Vloer De vloer doormiddel van het water heeft hier een leidt naar de brug. Daarna begeleidt het gras het pad naar de overkant van de weg, waar het water weer opduikt. Het water leidt de weg in de goede richting Wand Het gat in de wand geeft de plek van de Vlierbeek aan. Groen De bomen omkaderen de plek waar de Vlierbeek weer tevoorschijn komt De bomen verhullen de huizen. Inrichting Het hekwerk begeeidt het pad. De brug is een focuspunt en wijst ook de weg. Zones De over de beek geplaatste huizen verdelen de verbinding in zones.
Begeleding
Omkadering
Leidend
Begeleiding
Leidend
Begeleidend
Leidend
Scheidend
2 1
zone 1
3
zone 2
4
zone 3
5
zone 4
88
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Focus
Startpunt: Brug als focus 2. Zone 1: begeleidende berm en groen omkaderd focuspunt
1. startpunt: Het gat in de muur geeft aan waar de Vlierbeek in de SIngel stroomt en de brug wijst de weg. 2. Traject Zone 1: De groene berm wijst de weg en het pad volgend geeft de omkadering door de bomen in de verte aan waar de beek te voorschijn komt Zone 2: Het water geeft de richting aan en het groene talud begeleidt en geeft sfeer. De wanden van de huizen verbergen het vervolg
2. Zone 2: leidend water en begeleidende berm de huizen verbergen het vervolg
TZone 3: De brug is het focus punt en het begeleidend groen geeft sfeer 3. Het eindpunt: de sterke coulissen werking van de stammen scheidt de ruimte in delen De verschillende zones en sferen maken deze verbinding bijzonder. Het water is het leidende element. De start van de verbinding is wat onduidelijk door de barriere van de Stadsringweg. De huizen die over het water zijn gebouwd delen de verbinding op in stukken en verbergen het vervolg wat nieuwsgierig maakt.
2. Zone 3: de brug als focus en begeleidend groen Eindpunt: Coulissenwerking van de bomen
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
89
Verbinding Juliana van Stolbergpark naar Plantsoen Oost (Leusderweg)
fig.1-3 Van boven naar beneden De entree van het Junialan van Stolbergpark, De Leusderweg op de hoogte van het Juliana van Stolbergpark, De Leusderweg even voor de spoorbaan.
Aan de Leusderweg ligt het Juliana van Stolbergpark. Dit park is gemaakt op een oud kazerneterrein. De entree met de wachtpoorten verwijzen nog naar het militaire verleden.
Herkenning, begeleiding
inkadering zone 3
6 5 zone 2 scheidend, focus
4
3 zone 1
2 1 begeleiden, focus
90
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
fig.4-5. Van boven naar beneden de Arnhemseweg, het Kruispunt Arnhemseweg Stadsringweg, ingang Plantsoen Oost.
focus, zichtlijn
verhullend
1. De wachttorens en het hek van de entree van het Juliana van Stolbergpark verwijzen naar het verleden. De bomenlaan begeleid het fietspad 2. Het hek scheidt het park van de weg en is teven begeleidend. De bomen kaderen de zichtlijn naar de kerktoren in. 3. De bomen hebben de rol van verhullen en inkaderen naar de zichtlijn van de kerktoren. Het gras begeleidt de blik dezelfde kant op. 4. Er is relatief weinig groen. De wanden begeleiden de zichtlijn. De bomen verhullen de wanden. 5. De oude bomen en het gat tussen de huizen vallen het eerst op als focuspunt. Daarnaast de kerktoren en de steen bij de ingang 6. De steen bij de ingang en beeld van het mannetje vallen op alsmede de begeleiding van het gras die het pad zichtbaar maken.
1e
focus
begeleiding, focus
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
91
Decompositie Verbinding Juliana van Stolbergpark naar Plantsoen Oost (Leusderweg)
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
lbegeleiding, lijnvorm
Herkenning
Begeleiding
Herkenning, Focus
Gordon Cullenreeks De Vloer De entree van het park is geaccentueerd door de afwijkende vloer begeleidt door gras. Hetzelfde geldt voor de entree van het SIngelpark Oost.
Accent, Begeleiding
De wanden De wanden zorgen voor een tunneleffect bij de Leusderweg naar het einde. Het Groen Bij het park zorgt het groen voor begeleiding. Later zorgt het voor coulissen werking eerst heel sterk (fig 3) en later vooral verzachting van de wanden. Aan het eind van de Leusderweg zorgt het voor Focus.
Begeleiding
De inrichting De inrichting met wachtpoorten en hekwerk zorgen voor herkenning en afscheiding. De kerktoren aan het eind zorgt voor focus. Dit is ook bij de ingang van het singelpark door de kei.
zone 3
Tunneling
Zones: Er zijn 3 zones te onderscheiden: de parkzone afgescheiden door de spoorlijn, de winkelstraat en de Stadsringwegzone
zone 1
Begeleidng 92
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Verhullend
zone 2
Focus
Focus
1. Startpunt door verwijzing naar militair verleden met wachttorens en traditioneel hekwerk is de ingang van het park markant neergezet. 2. Traject Zone 1: De sfeer van het park met aan weerszijden begeleidende bomen en focus op de kerktoren, die de winkelstraat inwijst.
3. Eindpunt: focus door groen en kunst en begeleidend groen
Zone 2: Een groene rotonde met gras en bomen heeft de focus. Daarna zorgen de wanden van de winkels voor tunnelend effect hetgeen door de jonge bomen enigszins wordt verhuld. 3. Eindpunt: Vooral de oude bomen aan het begin van het gat van de winkelstraat geven het begin van het Plantsoen Oost aan. De entree is verduidelijkt met een Kei als kunstwerk en groeme bermen verduidelijken het pad.
2.Zone 2: tunnelende wanden en verhullend groen
2. Zone 2: focus groen
Dit is een duidelijke route. Vooral in het begin wijst de kerktoren de weg. De sfeer is eerst parkachtig later wordt dat overgenomen door de winkelstraat. Dan wijst vooral het tunnelend effect van de winkelstraat de weg. Het groen in de winkelstraatheeft een sfeerverhogende werking. Vooral als de bomen volwassen worden zullen deze de funktie van de wanden overnemen.
2. Zone 1: Begeleidend bomen aan beide zijden, focus 1. Beginpunt: historische verwijzing en hekwerk De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
93
Verbinding tussen Plantsoen Oost en Valleikanaal (de Van Randwijcklaan)
fig.1-3 Van Boven naar beneden: Overgang Kamp van Randwijcklaan, Van Randwijcklaan 1e deel, Van Randwijcklaan 2e deel
De weg loopt van de oude stad en het Plantsoen Oost naar het Valleikanaal. Onderweg komt het langs een nieuw ingerichtpark meer bekend als groene plek dan als park. De van Randwijcklaan is recent ingericht als verbindingszone
accent, verhullend
begeleiding, ritme
4 zone 2
3 zone 1
1
2 accent
94
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
ritme
fig.Van Randwijcklaan met zicht op nieuw park
coulissen, scheidend
1. De Stier is een zeer opvallend kunstwerk bij de start van de van Randwijcklaan en de oude stad. De brug verwijst ook richting buiten, binnen. Het aanwezige groen is minder opvallend en verhult de gebrouwen. 2. Het gras samen met de bomen begeleiden en geven de richting aan 3. Bij de bocht gaat de weg over van asfalt in een opvallende gele betonstraatsteen. De brede grasstroken vormen door de vele doorsnijdingen een ritme. De jonge bomen zorgen voor begeleiding 4. De volwasen bomen hebben een coulissenwerking en verhullen de gebouwen en speelkooien. In de verte is de onduidelijke ingang van het park
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
95
Decompositie : Verbinding tussen Plantsoen Oost en Valleikanaal (de Van Randwijcklaan)
Vloer
Wand
Groen
Inrichting
verhullend
focus
Gordon Cullenreeks De Vloer De brede grasstroken zorgen voor een ritme. De afwijkende steen van de rijweg voor een accent. Wanden, Vooral in fig 3 hebben de wanden een tunnellend effect. Het groen verhult de wanden. In fig 2 wijst het groen ook de weg en zorgen de bomen voor een ritme. In fig 4 heeft het groen ook een scheidend effect. Het deelt de weg en het park in compartimenten. De inrichting. Vooral de Stier is een focus punt en wijst de weg. Daarnaast ook de brugleuning. Zones Er zijn 2 zones het oude en nieuwe ingerichte gedeelte.
Begeleiding
Ritme
Tunneling
Accent, begeleiding
scheidend
zone 2 zone 1
96
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
1. Startpunt: Opvallend kunstwerk geeft focus eindpunt: scheidende werking van de bomen
2. Traject Zone 1: Groene berm en verhullend groen geeft sfeer aan de route Zone 2: Brede doorsneden berm geeft ritme met begeleidend groen en een geaccentueerde weg benadrukken de verbinding en geven sfeer. 3. Eindpunt: De ingang naar het park is onduidelijk. Er is scheidend groen dat de weg scheidt van het park. De verbinding is nieuw aangelegd en ook als verbinding aangelegd. Dit blijkt uit een duidelijk kunstwerk als start/eindpunt, een weg met geaccentueerde verharding en brede groene bermen met bomen. Ook het park is nieuw aangelegd vooral als speelpark. Door de reeds oude bomen langs de weg is er een coulissenwerking. Het park mist een duidelijke ingang.
Zone 2: ritme groene vloer en begeleidend groen en geaccentueerde weg
Zone 1: Groene berm en verhullend groen Startpunt: Focus
De categorisatie van ontwerpmiddelen en verwijzing naar de typologieen, vindt u in de bijlage.
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
97
98
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
Categorisatie componenten Door middel van de decompositie van de Cullenreeks, zijn een scala aan ontwerpmiddelen vrijgekomen, die allemaal mee doen in het proces van verbinden. In dit hoofdstuk zijn deze ontwerpmiddelen gecategoriseerd naar verschijning: vloer, wand, groen, water en inrichting. Per thema zijn ze weer onderverdeelt in effecten die de ontwerpmiddelen geven aan de verbinding.
fig.45. Kasteelplein in Breda. rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
99
vloer
ritme
ritme grijs
doorlopende middenberm
begeleiding beide zijden
begeleiding eenzijdig
accent
100
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
groen
begeleidend berm met bomen
wijzing/duiding hagen
begeleiding bomen
omkadering,
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
101
groen
omsluiten
verwijzing
focus, zichtlijn
duiding,
verhullend
102
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
groen
coulissen, scheidend,
wanden
accent, focus
verbergen
tunneling
begeleidend
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
103
wanden
tunneling, omkadering
wijzend
inrichtingselementen
duiding
focus, wijzend
focus verwijzing
begeleiding
104
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
inrichtingselementen
begeleiding duiding
begeleiding ritme
herinnering, herkenning
water
begeleiding,leidend
verwijzing
rapport verbinding van groene recreatieve plekken in de stad
105