Samenhang bij tijdelijkheid Welke structuren van de Floriade hebben de tand des tijds doorstaan?
Conny den Hollander Bas Koppers Dorine van der Wielen
2
Samenhang bij tijdelijkheid Colofon Ontwerpondersteunend onderzoek Titel: Samenhang bij tijdelijkheid Welke structuren van de Floriade hebben de tand des tijds doorstaan? Februari 2014 Begeleiders: Ard Middeldorp, Adrian Noortman, Cees Zoon Studenten: Conny den Hollander conny.den.hollander@kpnplanet.nl Bas Koppers bas@baskoppers.demon.nl Dorine van der Wielen dorine@dievorm.nl Van Hall Larenstein opleiding Tuinarchitectuur major Tuinarchitectuur Larensteinselaan 26a 6882 CT Velp Afbeeldingen: Tenzij anders aangegeven zijn de afbeeldingen door de auteurs gemaakt. Š 2014 Conny den Hollander, Bas Koppers, Dorine van der Wielen
Samenhang bij tijdelijkheid Welke structuren van de Floriade hebben de tand des tijds doorstaan?
Conny den Hollander Bas Koppers Dorine van der Wielen
4
Samenhang bij tijdelijkheid
Voorwoord Voorwoord Dit rapport is het resultaat van de tweede periode van het afstudeerjaar van de opleiding tuinarchitectuur aan van Hall Larenstein. Het rapport bevat de verbeelding en verwoording van het ontwerpondersteunend onderzoek dat is uitgevoerd door Dorine van der Wielen, Conny den Hollander en Bas Koppers. Tijdens het onderzoek werd niet alleen de onderzoeksvraag beantwoord. Door het kijken en vergelijken van de Floriades in de tijd ontstonden er ook andere inzichten die niet perse voortvloeiden uit deze vraag. Het op deze wijze kijken naar de buitenruimte levert daarmee een meerwaarde op die verder gaat dan de opdracht reikt. Ook heeft ons inspiratie gebracht waarmee we verder kunnen met de uitwerking van het Marineterrein Amsterdam. Ons vooroordeel dat Floriades vooral bedoeld zijn voor een half jaar ‘bloemetjes kijken’ blijkt ongegrond. Floriades zijn na de tentoonstelling een waardevolle toevoeging aan de ruimtelijke kwaliteit van openbare ruimtes. De samenwerking in het team verliep vlot en op een prettige wijze. Elkaar aanspreken ging op natuurlijke wijze en heeft tot dit resultaat geleid waarop het hele team trots is. Graag willen we de volgende mensen bedanken voor het beschikbaar stellen van materiaal: Noortje Buddingh en Luc Lefèvre van Niek Roozen b.v. en Martin van Engelen.
Conny den Hollander Dorine van der Wielen Bas Koppers Velp, 14 februari 2014
5
6
Samenhang bij tijdelijkheid Samenvatting Onderzoeksvraag Welke structuren van de Floriade hebben de tand des tijds doorstaan? Dit rapport geeft antwoord op de vraag welke structuren die zijn ingezet op de Floriades toepasbaar zijn om te komen tot samenhang bij flexibel gebruik van stedelijk groen. Aanleiding Aanleiding voor het stellen van deze vraag is de ontwerpopdracht voor de eerste en laatste periode van het afstudeerjaar. De ontwerpopdracht betreft het masterplan voor het Marineterrein Amsterdam. Vanwege de aantrekkelijke ligging van dit terrein bestaat het gevaar dat er verschillende initiatieven worden ondernomen waardoor versnippering ontstaat en de samenhang ontbreekt. De conclusies uit dit onderzoek kunnen bijdragen aan het creĂŤren van een masterplan dat een verschillende tijdelijke en flexibele functies aankan zonder dat de samenhang verloren gaat. De keuze voor Floriades bood de onderzoekers de kans om terreinen die voor tijdelijk gebruik waren ingericht te analyseren. Groen is een belangrijke drager van samenhang bij Floriades. Een andere belangrijke reden was het feit dat de vierde dimensie, tijd meegenomen kon worden. Alle Floriade- tentoonstellingen hebben in het verleden plaatsgevonden. Het is aannemelijk te denken dat in de loop der jaren een houdbare structuur zich heeft uitgedestilleerd. Vooronderzoek Alvorens het onderzoek uit te kunnen voeren is vooronderzoek gedaan om gebruikte begrippen te definiĂŤren, onderzoeksmethodieken te bepalen en het onderzoek in te kaderen. Inkadering Drie Floriades vormen de basis van het onderzoek; Amsterdam Gaasperpark (1982), Zoetermeer (1992) en Haarlemmermeer (2002). De keuze voor deze Floriades heeft te maken met de leeftijd; er moet een bepaalde periode verstreken zijn om iets te kunnen
samenvatting
zeggen over de houdbaarheid van de structuren. De Floriade van 2012 is om die reden nog niet interessant om te onderzoeken. Ook de gekozen strategie en de mate van verandering die de aanleg van de Floriade teweeg heeft gebracht is van belang geweest voor de keuze. De Floriades van 1960 (Rotterdam) en 1972 (Amsterdam Beatrixpark) zijn vooral bedoeld geweest om bestaande parken op te waarderen, dus minder interessant voor dit onderzoek. Onderzoeksmethodiek Er zijn verschillende methoden gebruikt om tot de analyse te komen. Door middel van lagenkaarten en themakaarten zijn de structuren geanalyseerd. Ter aanvulling van de kaarten zijn er terreinbezoeken gedaan en foto-analyses gemaakt. Conclusies Uit de analyses zijn conclusies getrokken. Hiermee is niet alleen de gestelde vraag beantwoord, maar het heeft ook andere ontdekkingen en inzichten opgeleverd. Als antwoord op de hoofdvraag is geconcludeerd dat hoofdstructuren in het algemeen, ongeacht de verschijningsvorm, van blijvende aard. Grondwerk en water zijn meestal blijvende structuren, alhoewel deze niet altijd voor samenhang zorgen. Groenstructuren daarentegen zijn minder blijvend maar zorgen vaak wel voor samenhang in het gebied. Bebouwing blijkt geen belangrijke waarde te hebben voor de samenhang van de Floriadeterreinen. Andere belangrijke ontdekkingen zijn dat organische vormen beter tegen veranderingen kunnen dan geometrische vormen. Geometrische patronen zijn beter in staat wisselende functies op te nemen zonder dat de structuur daarmee wijzigt. Bij de organische vormen heeft dat ook invloed op de structuur. Wat verder opvalt is dat het oorspronkelijke vormconcept in grote lijnen leidend blijft door de jaren heen. Hieruit valt te concluderen dat een sterk vormconcept een sterke basis voor samenhang betekent.
7
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Colofon Voorwoord Samenvatting Inhoudsopgave
2 5 6 9
Hoofdstuk 1: Inleiding Aanleiding Onderwerp Hoofdvraag Doel Hypothesen Leeswijzer
10 12 12 12 13 13 13
Hoofdstuk 2: Vooronderzoek Definities Inkadering Literatuuronderzoek Onderzoeksmethodiek Onderzoeksopzet
14 16 17 18 20 21
Hoofdstuk 3: Floriades Drie Floriadeterreinen 1982 Amsterdam Gaasperplas 1992 Zoetermeer 2002 Haarlemmermeer
22 24 26 38 50
Hoofdstuk 4: Conclusies Deelvragen Hoofdvraag Hypothesen
62 64 70 71
Bijlagen I Geraadpleegde bronnen II Oorsprong definities III Foto-analyse Gaasperplas IV Foto-analyse Zoetermeer V Foto-analyse Haarlemmermeer
72 75 76 78 84 92
9
1| Inleiding Aanleiding Onderwerp Hoofdvraag Doel Hypothesen Leeswijzer
11
Dit hoofdstuk geeft de basis van het onderzoek weer. Er wordt beschreven wat de aanleiding van dit onderzoek is. Het onderwerp van het onderzoek komt logischerwijs voort uit deze aanleiding. Het onderzoek is opgebouwd rond een hoofdvraag en een aantal deelvragen. Op basis van deze vragen is een doel en een hypothese gesteld. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de leeswijzer.
12
Samenhang bij tijdelijkheid Aanleiding Mede door de economische crisis van dit moment lukt het niet meer terreinen of gebieden in een keer in zijn geheel te ontwikkelen. Vaak komen er eerst tijdelijke activiteiten. Sommige van deze functies zijn in tijdsduur beperkt, andere experimenteren met het idee er een langdurige functie van te maken. Dit vraagt ook een andere kijk op het ontwikkelen van samenhang in deze gebieden. Enerzijds moet het plaats bieden aan tijdelijk functies, anderzijds dient het flexibel te zijn en moet het in afzienbare tijd een andere functie kunnen herbergen.
Marineterrein Amsterdam, aanleiding voor dit onderzoek
Voor het Marineterrein in Amsterdam is door een aantal studenten een masterplan gemaakt. Vanwege de aantrekkelijke ligging van dit terrein zijn verschillende partijen en belanghebbenden ge誰nteresseerd om hier initiatieven te ondernemen. Het gevaar bestaat dat er een versnippering ontstaat waardoor de samenhang verloren gaat. Dit ontwerpondersteunend onderzoek is erop gericht nieuwe inzichten te geven hoe samenhang kan worden bereikt en daarmee bij te dragen aan een verbetering van het masterplan voor het Marineterrein Amsterdam. Onderwerp Het onderwerp van dit onderzoek is samenhang bij tijdelijkheid. Wisselende functies kunnen de structuur en samenhang in een gebied danig verstoren. Ideaal zou zijn als er een goede structuur neergezet kan worden die voor samenhang zorgt terwijl de functies varieren, zowel in tijd als van karakter. Floriades zijn typische voorbeelden van gebieden waar de functies tijdelijk zijn en de structuren samenhang moeten bieden. Onderzocht wordt welke structuren van de Floriades de tand des tijds hebben dooorstaan. Hoofdvraag De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Welke structuren die zijn ingezet op Floriades zijn toepasbaar om te komen tot samenhang bij flexibel gebruik van stedelijke (groen)gebieden?
1 | inleiding Doel Het onderzoek toetst toegepaste structuren op Floriades en het effect ervan op de lange termijn. De conclusies bieden ontwerpers handvatten om samenhang te creëren bij het ontwerp van openbare ruimtes met tijdelijk gebruik. Om tot dit doel te komen is er een aantal deelvragen opgesteld om de hoofdvraag in behapbare onderdelen op te splitsen. Algemeen • Welke belangrijke ontwerpprincipes/benaderingen/strategieën zijn gebruikt bij de Floriades om samenhang te brengen? • Wat zijn de verschillen in toepasbaarheid van de verschillende structuren (water, infra, groen, bebouwing, grondwerk)? Vormconcept • Wat was het vormconcept van het ontwerp, hoe herkenbaar is dat nu? • Is het ene vormconcept houdbaarder dan de ander? • Hoe is het vormconcept van belang voor de hiërarchie? Bepaalt de essentie van het ontwerp ook de hiërarchie? Structureringsprincipes • Welke structureringsprincipes zijn te herkennen? O.a. padenpatroon, omvang, vorm, zonering, ruimteopeenvolging • Heeft een hoofdordening effect op de houdbaarheid? Structuren per bouwlaag (groen, water, infra, bebouwing, grondwerk) • Welke structuren zijn sterk, welke niet? Zijn zij intact gebleven c.q. zijn zij als laag bestand tegen verandering? • Is de oorspronkelijke hoofdstructuur nog steeds de hoofdstructuur? • Zijn er relaties tussen de verschillende structuren en zijn ze daardoor sterker? • Zijn veranderingen in de structuren toevalligheden of onderdeel van een strategie?
Hypothese Er is een aantal strategieën voor het creëren van samenhang in een gebied. De keuze van de strategie is mede afhankelijk van de context, tijdgeest, schaalgrootte van de bestaande situatie. Ook het gewenste streefbeeld en het moment waarop dit bereikt moet worden, is bepalend voor de strategie. In de meeste gevallen is de infra- en waterstructuur leidend, omdat deze structuren minder flexibel zijn. De groenstructuur daarentegen kan flexibeler toegepast worden. Ongeacht de verschijningsvorm van de laag zullen hoofdstructuren langer houdbaar blijken dan substructuren. leeswijzer Dit rapport bestaat uit vier hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 het vooronderzoek toegelicht. Het vooronderzoek is bedoeld als voorbereiding op het daadwerkelijke onderzoek. Het hoofdstuk bevat de begripsdefiniëring, inkadering van het onderzoek, literatuuronderzoek en de onderzoeksmethodiek. In hoofdstuk 3 wordt de analyse van de drie gekozen Floriades uitgewerkt. Het laatste inhoudelijke deel, hoofdstuk 4 bevat de conclusies waarbij antwoord wordt gegeven op de gestelde hoofd- en deelvragen. De bijlagen sluiten het rapport af.
13
2 | Vooronderzoek Definities inkadering literatuuronderzoek Onderzoeksmethodiek Onderzoeksopzet
15
Voordat het daadwerkelijke onderzoek kan worden gestart wordt een vooronderzoek gedaan. Met behulp van de definities worden de kaders van de gehanteerde begrippen helder gesteld. Onderzoek heeft de neiging uit de dijen, de zoektocht levert vaak meer vragen op dan het beantwoordt. Om helder te houden waar het onderzoek over gaat en dit haalbaar te maken in de beperkte tijd die er beschikbaar voor is, wordt het onderzoek ingekaderd. Vervolgens wordt aan de hand van literatuuronderzoek gezocht naar mogelijke onderzoeksmethodieken. In de laatste paragraaf wordt een voor dit onderzoek bruikbare methodiek beschreven.
16
Samenhang bij tijdelijkheid Definities Om duidelijkheid te scheppen over de begrippen die in dit onderzoek gehanteerd zijn, wordt in deze paragraaf een aantal definities van belangrijke begrippen gegeven. Uitgangspunten zijn in de literatuur gevonden betekenissen. Het betreffen verkorte samengestelde definities. De bronnen van waaruit de definities zijn gedestilleerd zijn terug te vinden in bijlage II. Groenstructuur • is een kader binnen een afgebakend terrein van beplantingselementen, die met elkaar een eenheid vormen, een relatie hebben en/of ordening aanbrengen en hiermee houvast biedt voor de menselijke waarneming/beeldvorming Ontwerpprincipe • vormt de basis vanwaaruit een ontwerper zijn ontwerpkeuzes maakt over hoe verschillende elementen worden toegepast in relatie tot elkaar en tot het gehele ontwerp. Ontwerpstrategie • het creëren van het idee dat ten grondslag ligt aan het ontwerp. Op basis van dit idee wordt vervolgens het ontwerp uitgewerkt. Samenhang • datgene dat zorgt voor een geheel, een verband in de menselijke waarneming Tijdelijke functies • is een activiteit verbonden aan een afgebakende plek en voor een beperkte periode, in afwachting van de definitieve functie. Onder functies wordt verstaan: spelen, sporten, wonen, werken, recreëren, tonen van kunst, horeca, landbouw. Onder tijdelijk wordt verstaan een periode van maximaal 10 jaar
2 | vooronderzoek Inkadering Om het onderzoek overzichtelijk en haalbaar in de beschikbare tijdsduur te maken, wordt het aantal te onderzoeken Floriades beperkt tot drie. Er is gekozen voor de Floriade van 1982 in Amsterdam, 1992 in Zoetermeer en 2002 in Haarlemmermeer. De keuze voor deze Floriades heeft te maken met de benodigde verstreken tijd en de verandering die de betreffende Floriade teweeg heeft gebracht. De Floriade van 2012 (Venlo) heeft nog onvoldoende ontwikkeling doorgemaakt om iets te kunnen zeggen over de houdbaarheid van de structuren. De Floriades van 1960 (Rotterdam) en 1972 (Amsterdam Beatrixpark) waren vooral bedoeld als impuls voor de opwaardering van bestaande parken en zijn daardoor minder ingrijpend veranderd. De keuze voor Floriades bood de onderzoekers de kans om terreinen die voor tijdelijk gebruik waren ingericht te analyseren. Groen is een belangrijke drager van samenhang bij Floriades. Een andere belangrijke reden was het feit dat de vierde dimensie, tijd meegenomen kon worden. Alle Floriade- tentoonstellingen hebben in het verleden plaatsgevonden. Het is aannemelijk te denken dat in de loop der jaren een houdbare structuur zich heeft uitgedestilleerd.
17
18
Samenhang bij tijdelijkheid literatuuronderzoek Vanuit de literatuur zijn ontwerpprincipes gedestilleerd om te achterhalen wat samenhang brengt in een ontwerp. Ook is gezocht naar kaders die aangeven wanneer bepaalde elementen in de structuur van een ontwerp hiërarchisch gezien sterker zijn dan andere elementen. Bernard Loidl onderzoekt in zijn boek Opening Spaces wat de basis is voor een goed ontwerp. Hij stelt dat ontwerpen samenhang creëren betekent. Samenhang oftewel eenheid in een ontwerp kan bereikt worden doordat de vorm van de elementen uit het ontwerp een gemeenschappelijke deler hebben. Daartegenover staat dat verscheidenheid in vorm juist spanning brengt in het ontwerp. Loidl gaf dit weer symbolisch weer in de hiernaast weergegeven figuur.
Model uit: Loidl, opening spaces
Theoretisch beschreef hij de fundamenten van een goed ontwerp aan de hand van een aantal punten: • vorm en samenhang: de gemeenschappelijke elementen; • eenheid in gezamenlijke elementen: bijvoorbeeld onderlinge relatie (afstand, schikking), de samenhang in verschijning (vorm, materiaal) en gedeelde thema’s; • variatie: de mate van contrast, de bevredigende verhouding tussen variatie - onderbreking van uniformiteit (bijv. door verscheidenheid of complexiteit) Het komt erop neer dat als er meer diverse elementen in een ontwerp worden toegepast (bijvoorbeeld, verschillende soorten bomen, pad oppervlakten, licht/schaduw inval), er ook gemeenschappelijke delers (zoals kleur/positie/hoogte etc.) in het ontwerp moeten worden toegepast, om samenhang en uniformiteit na te streven. Evenals Loidl is ook Lodewijk Baljon op zoek gegaan naar componenten voor samenhang op basis waarvan structuren met elkaar vergeleken kunnen worden. Hij heeft hiervoor in zijn onderzoek verschillende ontwerpen voor Parc de la Villete met elkaar vergeleken. Componenten, die volgens Baljon samenhang brengen, zijn: • toegankelijkheid • organisatie
2 | vooronderzoek
• • • • •
verankering openheid duidelijkheid kenmerken verbanden; de onderlinge relatie van de elementen in het ontwerp
Bomas gaat in zijn artikel ‘Pauzelandschappen’ niet zozeer in op hoe bekeken kan worden of er samenhang gerealiseerd is in een ontwerp. Hij is met name geïnteresseerd in het feit dat bij het ontwerpen in de landschapsarchitectuur zowel ruimte als tijd een rol spelen. En dat bij het ontwerpen van tijdelijke landschappen het zwaartepunt ligt bij de factor tijd. Om dit te onderschrijven verwoordt hij een aantal tactieken, die helpen bij het ontwerpen van tijdelijke landschappen. Ontwerpopgave • Tijddiepte zichtbaar en tijd beleefbaar maken; tussen de historische context en het toekomstige ruimtegebruik wordt bij een tijdelijk landschap de tijddiepte zichtbaar gemaakt. Dit kunnen gebruiksprogramma’s zijn of landschapselementen die verschillende tijdservaringen mogelijk maken: lineair, cyclisch, singulier, snel en traag. Het ontwerp maakt het mogelijk tijddiepte van de plek en zijn context geconcentreerd te ervaren. • Opbouw, bestaansduur en afbouw als opgave; flexibele, mobiele, veranderlijke, aanpasbare, verplaatsbare elementen en dat wat het landschap weer achterlaat zijn onderdeel van de ontwerpopgave. • Verbinden en activeren van partijen; vroegere gebruikers, projectontwikkelaars, overheden en toekomstige gebruikers worden met elkaar in verband gebracht. Ontwerpmethodiek • Ruimte veroveren, placemaking; een plek wordt opnieuw in cultuur gebracht: markeren, begrenzen, toegankelijk (en veilig) maken. Aandacht voor het oppervlak, de beplanting, massa en ruimte, routes en plekken en de fysieke relaties met de ruimtelijke contact.
•
Staffage en improvisatie; het (ver)plaatsen van decorstukken waardoor ingespeeld wordt op veranderingen. • Zwermen maken; om van een kleine plek een landschap te maken is het van belang om op te schalen tot een groep. • Bricolage; wat is voorhanden aan sporen van de lokale geschiedenis om de tijddiepte van de plek te benutten voor het ontwerp. Ontwerpmiddelen • Flexibele materialen; zoals: snelgroeiende bomen, ruigte en struweel, pioniers, landbouwgewassen, hopen bouwmateriaal, flexibele architectuur. Ontwerppresentatie • Beeldenreeksen en dynamische cartografie; het tijdelijke landschap is veranderlijk en dus is een eindbeeld kort aanwezig of ontbreekt deze. Hiervoor zal de presentatiemethode ook beweeglijk of in reeksen moeten zijn. • Script; voor het ontwerp is een draaiboek door de tijd heen nodig.
19
20
Samenhang bij tijdelijkheid onderzoeksmethodiek Vanuit de literatuur blijkt dat samenhang voortkomt uit een aantal elementen zoals toegankelijkheid, ordening, verankering, openheid, duidelijkheid, gemeenschappelijke kenmerken en verbanden. Als deze tezamen een stevige structuur vormen voor een ontwerp, dan blijft de vraag over of het raamwerk ook veranderende invullingen in de tijd kan doorstaan. Aan de hand van een aantal casussen wordt deze vraag nader onderzocht. Hiervoor worden in dit onderzoek een drietal Floriade terreinen onderzocht met behulp van een aantal analysemethoden: Vormconcept Het vormconcept is een schetsmatige weergave van het ontwerp van het Floriadeterrein. Het vormconcept kan informatie opleveren over de hiërarchie van bepaalde structuren, die zijn toegepast in het ontwerp. Themakaarten Van een aantal thema’s die van belang zijn voor de analyse zijn kaarten gemaakt. Historische kaarten geven informatie over de situatie vóór de Floriade en in hoeverre de historie van belang is geweest voor het ontwerp. Ruimte-massakaarten en zoneringskaarten geven inzicht in de ruimtelijke structureringsprincipes. Lagenmodel Per Floriade worden per laag kaarten gemaakt met daarop afzonderlijk weergegeven de infrastructuur, waterstructuur, groenstructuur en bebouwing. Deze analysemethode geeft een goed beeld van de structuren per laag. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de structuren ten tijde van de Floriade en de huidige situatie. De informatiekaarten uit de verschillende tijdsperiodes worden met elkaar vergeleken. In de analyse van het kaartmateriaal zullen flexibele of juist stabiele structuren zichtbaar worden.
Terreinbezoek Door de locaties te bezoeken is er de mogelijkheid te controleren of de gevonden structuren ook vanuit het veld als structuren ervaren worden. De bevindingen zijn in fotoanalyses vastgelegd. Fotoanalyse Met het bestuderen van kaarten kan informatie anders geïnterpreteerd worden dan het in werkelijkheid blijkt te zijn. Aan de hand van foto’s van de huidige situatie en waar mogelijk met oud fotomateriaal worden de structuren, die geanalyseerd zijn met behulp van het lagenmodel, nader onderzocht. Met deze methode worden de conclusies van het lagenmodel getoetst aan de werkelijke situatie. Omdat grondwerk als structuurvormende laag niet goed is weer te geven in kaartvorm, is voor deze laag gekozen voor een analyse op basis van foto’s. De conclusies van deze analysemethoden worden gebruikt om antwoorden te vinden op de deelvragen van dit onderzoek, zodat uiteindelijk de hoofdvraag kan worden beantwoord.
2 | vooronderzoek Onderzoeksopzet De afbeelding hiernaast is een stroomdiagram van het gehele onderzoek. Op deze wijze is in ĂŠĂŠn oogopslag te zien welke stappen er genomen zijn om tot resultaat te komen.
Onderzoekstitel: Samenhang bij tijdelijkheid Welke structureren van de Floriade hebben de tand des tijds doorstaan?
Onderwerp: Samenhang door groen- en/of waterstructuur
Hoofdvraag: Welke structuren ingezet op Floriades zijn toepasbaar om te komen tot samenhang bij flexibel gebruik van stedelijke (groen) gebieden? Doel
Deelvragen
Hypothesen
Vooronderzoek Definities formuleren
Inkadering
Literatuur onderzoek
Opstellen en testen onderzoeksmethodiek
Onderzoek: case studies Data verzamelen Analyseren Casus 1 Gaasperplas
Casus 2 Zoetermeer
Casus 3 Haarlemmermeer
Conclusies Onderzoeksrapport Artikel voor publicatie stroomschema onderzoeksopzet
21
3 | Floriade Drie Floriadeterreinen Amsterdam Gaasperpark Zoetermeer Haarlemmermeer
23
In dit hoofdstuk wordt de analyse van de drie gekozen Floriades beschreven; Amsterdam Gaasperpark (1982), Zoetermeer (1992) en Haarlemmermeer (2002). De analyse van de drie terreinen laat een beeld zien van elementen en structuren die in de tijd overeind zijn gebleven door de aangelegde situatie te vergelijken met de huidige situatie. Na een korte voorstelronde volgt de analyse per Floriade. Daarin komen de volgende onderdelen aan de orde: het ontwerp en de huidige situatie, het vormconcept, historie, ruimtemassa-kaart en een zoneringskaart. Daarnaast wordt een aantal lagenkaartjes van het ontwerp en de huidige situatie met elkaar vergeleken. Dit zijn de groenstructuur, de bebouwing, de infrastructuur en de waterstructuur. Het terreinreliĂŤf onder de noemer grondwerk wordt aan de hand van afbeeldingen nader onderzocht.
24
Samenhang bij tijdelijkheid drie floriadeterreinen
floriade amsterdam gaasperpark 1982
floriade zoetermeer 1992
Amsterdam Gaasperpark 1982
Landschapstype Veenpolder Oppervlakte 55 hectare Maaiveldhoogte Gaasperpark -1.76 NAP boezem van de Gaasp 0.00 NAP Vervolgbestemming Recreatiegebied Gaasperplas, onderdeel van regionale parkzone Amstelland Hoofdontwerper J.W. van der Meeren Bezoekersaantal 4 miljoen
luchtfoto floriade amsterdam gaasperplas 1982 (bron: Zanden, van der)
floriade haarlemmermeer 2002
3 | Floriade Zoetermeer 1992
Landschapstype Droogmakerij Oppervlakte 65 hectare Maaiveldhoogte Wijkpark -4.25 NAP Dijk langs de A12 +4.0 NAP Dijk in het plangebied 0.00 NAP Vervolgbestemming Woongebied, wijkpark en Randstad-groenstructuur Hoofdontwerper M. den Ruijter Bezoekersaantal 3,3 miljoen
luchtfoto Zoetermeer (bron?)
Haarlemmermeer 2002
Landschapstype Droogmakerij Oppervlakte 65 hectare Maaiveldhoogte Park -4.5 NAP Grondsculptuur +27.0 NAP Vervolgbestemming Onderdeel van recreatiegebied ‘Groene Weelde’ en in gebruik als festivalterrein Hoofdontwerper N. Roozen Bezoekersaantal 2,3 miljoen
Luchtfoto Haarlemmermeer (bron Niek Roozen b.v.)
Luchtfoto Haarlemmermeer (bron Niek Roozen b.v.)
(bron: Floriade-parken in landschapsarchitectonisch perspectief, Martin van Engelen 2011)
25
26
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
FlOriaDe gaaSperparK 1982
3 | FlOriaDe amSterdam gaaSperpark 1982 in vijf jaar tijd zijn de voorbereidingen uitgerold voor de Floriade amsterdam – gaasperplas. Bij het maken van het ontwerp vormde het eindbeeld van het huidige park met een natuurlijke en cultuurlijke zone de basis. Bij de aanleg was het streven in vijf jaar tijd het park het uiterlijk te geven van een vijftien tot twintigjarig oud park. Hiervoor werd een zwaardere categorie snelgroeiende bomen gebruikt: populieren en wilgen, deels met kluit en deels zonder kluit. Deze laatste categorie zijn gepoot; grote stekken van 15-20 meter. in de cultuurlijke zone zijn de grondvormen strak en sluiten aan op de stedelijke bebouwing van de aangrenzende woonwijken Nellestein en Holendrecht. De beplanting bestaat uit verfijnde uitheemse soorten. in de natuurlijke zone zijn vloeiende grondvormen aanwezig, die niet al te veel accenten krijgen. De beplantingsoorten zijn natuurlijk, maar wel aangelegd: droge en natte duinen, dijkflora, laagveengebied en grienden.
FlOriaDe gaaSperparK 2014
FlOriaDe gaaSperparK 1982 (BrOn: H. Van Der ZanDe)
gaaSperparK 2014 (1)
27
28
SamenHang Bij tijDelijKHeiD Vormconcept in het vormconcept is de tweedeling van het ontwerpconcept terug te vinden. enerzijds vloeiende lijnen, die zijn gebaseerd op de engelse landschapsstijl: slingerende sloten en een aaneenschakeling van open ruimtes meanderen door het park. Doorzichten maken contact met aangrenzende ruimtes mogelijk. anderzijds zijn de strakke lijnen zichtbaar aan de randen waar het park grenst aan het verstedelijkt gebied. De rechte lijnen zijn geometrisch van opzet en functioneel: ze begeleiden de overgang van het romantische parkbeeld naar haar omgeving.
VOrmCOnCept gaaSperparK
Historische context Bij de ontwikkeling van het park is aan de historische context voorbij gegaan. De oude kavelgrenzen van de graslanden zijn enkel terug te vinden aan de oostgrens van het park, waar het park door de strakke lijnen een overgang maakt naar de resten van het agrarische gebied aan de rand van de westelijke oever van de gaasp.
HiStOriSCHe Kaart 1912
3 | FlOriaDe Zonering Kijkend naar de huidige zonering van het park zijn een viertal zones te onderscheiden: • het speeleiland: een open speelweide omrand door bossage • engelse landschapszone: meanderende ruimtes, met doorzichten als verbinding • agrarische zone: rechtlijnige houtsingels en sloten omkaderen weilanden • gesloten parkzone: een zone met veel massief groen, waarbinnen enkele vaste planten tuinen verscholen liggen.
ZOneringSKaart
engelSe lanDSCHapSZOne (1)
agrariSCHe ZOne (2)
29
30
SamenHang Bij tijDelijKHeiD Groenstructuur in de groenstructuurkaart van het Floriade evenement bestaat het bos- en bomengroen uit aan elkaar geschakelde groepen. De bosjes en de bomen in de engelse landschapszone zijn geplaatst in organische vormen. in de agrarische zone zijn enkele rechte lijnen waar te nemen, maar ook slingerende vormen. De bosjes en bomen omranden open ruimtes, die bekleed zijn met een laag tapijt. Het tapijt bestond ten tijden van het Floriade evenement uit bollen en eenjarige bloemenvelden en gras. Om de organische vormen in het ontwerp te accentueren omarmen ronde hagen de bloemtapijten. in de huidige groenstructuurkaart is zichtbaar dat enkele losse bomen en bomenrijen opgenomen zijn in aangrenzend bos. De aaneengeschakelde kleinere groepen zijn met het ouder worden van het groen meer een samenhangend geheel gaan vormen. De vormen zijn nog sterker geworden; in de engelse landschapszone: slingerend, in de agrarische zone: rechte lijnen. Het tapijt bestaat nu uit gras. De hagen zijn gebleven. BOmenlaan langS paD met aanSlUitenD BOS (1)
nieUWe BOmenrij ZUiDZijDe gaaSperparK (2)
3 | Floriade
Op een aantal plekken in het park zijn duidelijke wijzigingen aangebracht in de groenstructuur: • Op het ronde eiland ten zuid-westen van het park staat een cirkelvormige bomenrij. In de huidige situatie is het groen op het eiland verwilderd en bestaat uit bos. De ronding van het eiland is niet meer leesbaar. • In het midden van de plankaart aan de zuidrand van de Gaasperplas is een dubbele bomenrij te zien in de vorm van een halve cirkel. In de huidige situatie is deze dubbele rij verdwenen en omgevormd tot bos in de vorm van een halve cirkel. Een nieuwe kleinere halve cirkel van bomen is meer richting het water aangeplant. Waarschijnlijk is dit gedaan om de grootte van de ruimte te verkleinen, zodat deze prettiger aanvoelt. De vorm is dus behouden, maar grootte is verkleind passend bij de grootte van het terrein. • In de agrarische zone met de geometrische lijnen zijn solitaire bomen en cirkelachtige bomenrijen/groepen te zien en een rastervormige boomgaard. Nu zijn deze solitaire bomen en cirkelvormige lijnvormen van bomenrijen/groepen verdwenen. De groenstructuur is teruggebracht naar de basisvorm: rechte lijnen met open ruimtes. Ook de boomgaard ondanks zijn geometrische vorm is verwijderd om een open ruimte te creëren.
groenstructuurkaart 1982
Kijkend naar de veranderingen in de groenstructuur in het Gaasperparkplas, kan aan de hand van dit terrein geconcludeerd worden dat: • het achterliggende vormconcept richtinggevend is voor welke structuren blijvend zijn en welke niet; • bos en hagen zijn in dit plan blijvende structuren; • boomrijen niet persé blijvend hoeven te zijn, soms zijn ze verwijderd, een andere keer zijn ze onderdeel geworden van het aangrenzende bos; • bij het tapijt tijdelijke plantvormen, zoals bollen en eenjarigen flexibel toe te passen zijn.
groenstructuurkaart 2014
31
32
Samenhang bij tijdelijkheid Infrastructuur Op de infrastructuurkaart ten tijden van de Floriade is een veelheid aan slingerende paden leesbaar. Ook is een spoorlijn weergegeven op de kaart. De infrastructuurkaart van de huidige situatie maakt duidelijk dat de padenstructuur vereenvoudigd is. De hoofdpaden zijn grotendeels gelijk gebleven. Veel kleine zijpaden en grote pleinen zijn verdwenen. En op enkele plekken is een nieuw slingerend pad toegevoegd. Zo is een duidelijke verandering te zien in het midden van de kaart, grenzend aan de Gaasperplas, daar is een groot verhard plein verwijderd en is het padenstelsel aangepast aan de grootte van de ruimte en de logische routes in het huidige park.
infrastructuur 1982
Waterstructuur De lijnen van de waterstructuur sluiten aan bij vormconcept. Enerzijds slingert het water door het park. De speelweide zone ligt als een eiland in het park door de omranding van het water. En in de gesloten parkzone, draagt het water bij aan de verwarring, van waar de bezoeker zich bevindt. In de Engelse landschapszone kronkelt het water soepel door de ruimtes en ondersteunt het doorkijken naar andere ruimtes. In de agrarische zone bestaat het uit rechtlijnige slootjes die aansluiten op de oude kavelstructuur. Opvallend is dat het water met de jaren niet is gewijzigd. Het is dus een element dat duidelijk de tand des tijds doorstaat. Gebouwen Ten tijden van de Floriade stonden er vele paviljoenen verspreid over het terrein. Ze staan al het ware uitgestrooid over het terrein, zonder enig ritme. Ook is geen relatie met het vormconcept te achterhalen. Het planetarium is als paviljoen blijven bestaan en is zelfs uitgebreid.
infrastructuur 2014
3 | Floriade
Voor wat betreft de infrastructuur, waterstructuur en de gebouwen kan geconcludeerd worden dat: • voor dit plan is de infrastructuur vereenvoudigd. Op enkele plaatsen is het padenstelsel aangepast ten behoeve van een praktische gebruik / route; • waterstructuur is een stabiel element in het ontwerp, waaraan geen wijzigingen hebben plaats gevonden; • de meeste gebouwen zijn tijdelijk van aard geweest.
gebouwen floriade gaasperpark 1982
waterstructuur
gebouwen gaasper park 2014
33
34
Samenhang bij tijdelijkheid
massa-ruimtekaart 2014
3 | Floriade Ruimte massa De jaren hebben het park goed gedaan. Met het verdwijnen van de Floriade paviljoenen en tijdelijke boomgroepen zijn ruimtes duidelijker geworden en door het ouder wordende groen steviger omrand. Hierdoor is er minder versnippering van kleinschalige ruimtes. Zo zijn in de ruimte-massakaarten de aaneengeschakelde ruimtes van de Engelse landschapszone duidelijk herkenbaar. Aan de zuidrand leiden zichtlijnen de blik naar de Gaasperplas. Door de meanderende ruimtes en zichtlijnen op volgende ruimtes en vaak ook naar de Gaasperplas blijft oriënteren in het park mogelijk. De ruimtes voelen door hun formaat en de slingerende randen aan als prettige kamers. Het oriëntatiegevoel neemt af in de gesloten parkzone. De kleinschaligheid en het massieve groen bemoeilijken de oriëntatie en vergroten een hokkerig gevoel. Aan de oostzijde van het park loopt het park met open zichtlijnen over in het agrarische gebied. Een harde rand van het park ontbreekt. De kleine ruimtes ten tijden van de Floriade zijn leeggeruimd om heldere landschappelijke lijnen te creëren. De open speelweide ligt op een eiland nabij de hoofdentree van het park. Het is een overzichtelijke transparante ruimte. Ook vanuit de ruimte-massa kaart is afleesbaar dat het vooropgestelde vormconcept voor het Gaasperplaspark leidinggevend zijn geweest bij het doorvoeren van veranderingen in het gebied. De structurerende elementen bos/boomgroepen zijn bepalend bij het volgen van het vormconcept.
ruimte-massakaart 1982
35
36
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
ZaCHte glOOiingen Bij geOmetriSCH ingeriCHte entree (1)
glOOienDe Hellingen in De ZOne engelSe lanDSCHapStijl (2)
3 | Floriade Grondwerk Het reliëf dat is aangebracht bij de aanleg van het park voor de Floriade is door de jaren heen niet gewijzigd. Opvallend in het park is op veel plekken reliëf aanwezig is, ook hier is het vormconcept is voelbaar: zachte glooiingen bij de Engelse landschapsstijl. De verschillen in maaiveldhoogte accentueren de meanderende stijl. Het vlakke maaiveld bij de randen naar het verstedelijkt gebied sluit aan het vormconcept Opvallend is dat ook bij de entree reliëf is toegepast. Vanaf de plankaart gelezen behoort deze zone in het vormconcept bij de geometrische rechtlijnen en daarbij past een vlak maaiveld. Toch is ook hier een kleine glooiing aangebracht. Hierdoor voelen de strakke randen zachter aan en wordt als het ware een inleiding gegeven voor de verdere glooiingen in het park.
glooiende hellingen in de zone Engelse landschapstijl (3)
Voor dit plangebied kan geconcludeerd worden, dat: • grondwerk een structurerend element is, dat door de jaren heen ongewijzigd blijft; • grondwerk kan strakke lijnen verzachten; • zachte glooiingen sluiten goed aan bij de Engelse landschapsstijl.
37
38
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
FlOriaDe ZOetermeer 1992
3 | FlOriaDe zoetermeer 1992 Bij de Floriade Zoetermeer is vanaf het begin de toekomstige bestemming van wijk, park en bos bepalend geweest voor het ontwerp. eĂŠn van de redenen om voor Zoetermeer te kiezen was het feit dat het aan te leggen bos een onderdeel van de randstadgroenstructuur zou zijn. Daarnaast was het de eerste keer dat een deel van de Floriade geen toekomstige parkfunctie had maar een woonwijk als vervolgbestemming. Het gedeelte dat wijkpark zou worden was bedoeld als buffer tussen het bos en de woonwijk. De stedenbouwkundige structuur van de toekomstige woonwijk heeft dan ook ten grondslag gelegen aan het ontwerp van de Floriade. er zijn duidelijke keuzes gemaakt in duurzaamheid van de materialen voor de voorzieningen die blijvend waren en de tijdelijke voorzieningen voor de periode van de Floriade.
FlOriaDe ZOetermeer 2014
FlOriaDe ZOetermeer 1992 (BrOn: nieK rOOZen B.V. )
Het WijKparK Van De FlOriaDe in 2014
39
40
Samenhang bij tijdelijkheid Vormconcept Het vormconcept van de Floriade Zoetermeer is geometrisch. Het bestaat uit een casco gebaseerd op twee hoofdvormen; de eeuwenoude verkavelingslijnen van de polder en een assenstelsel volgens de ‘patte d’oie’; de ganzenvoet. De drie assen van de ganzenvoet markeren het park en dienen als oriëntatiepunten. De ganzenvoet zorgt voor samenhang en oriëntatie vanwege de onderlinge relatie van drie lijnen die vanuit één punt in dezelfde hoek uitlopen. Door de assen vorm te geven in verschillende materialen ontstaat variatie. Van noord naar zuid: als bloemenloper, als dijk en als singel. Met bomenrijen wordt de singel versterkt, het bloementapijt wordt gedeeltelijk versterkt door bomenrijen. De cirkel onderbreekt de driehoek en is half land, half water.
vormconcept 1992
Vormconcept huidige situatie Na de Floriade is het vormconcept deels losgelaten. In het stedenbouwkundige plan van de woonwijk is de patte d’oie niet meer intact omdat de meest noordelijke as is verdwenen. Het ontwerp van de Floriade en het stedenbouwkundige plan zijn gezamenlijk ontwikkeld door de ontwerper van de Floriade en de stedenbouwkundigen. Van het sterke vormconcept was dus bij voorbaat al bekend dat dit na de Floriade zou worden losgelaten.
vormconcept 2014
3 | FlOriaDe Historie De historische kaart, gebaseerd op gegevens van 1911, geeft de oorspronkelijke polderverkaveling weer zoals deze was v贸贸r de aanleg van de Floriade. Duidelijk is te zien dat de verkavelingslijnen overeenkomen met de lijnen van het vormconcept en hiermee bewust een verband is gelegd met de historie.
HiStOriSCHe Kaart 1911
Zonering in de huidige situatie kan het terrein worden ingedeeld in drie verschillende zones, uitgaande van het onderdeel dat de meeste invloed heeft op de hoofdstructuur. in het rode gedeelte is de bebouwing bepalend voor de structuur, in het groene gedeelte de groenstructuren en in het grijze gedeelte zijn de hoogteverschillen het meest structuurvormend.
ZOnering HUiDige SitUatie
41
42
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
De DijK tijDenS De FlOriaDe in 1992 (BrOn: l.Van rOOijen)
De DijK in 2014
3 | FlOriaDe ruimte-massa ten tijde van de Floriade zijn de ruimtes van zeer verschillende groottes, gerelateerd aan benodigde tentoonstellingsruimtes in de deelgebieden. De ruimtes worden vooral gevormd door bomenrijen, bomengroepen en grondwerken. er zijn veel lange zichtlijnen als gevolg van de geometrische vormgeving. De uitlopende zichtlijnen aan de noord- en zuidkant geven de grenzen van de Floriade weer. aan de westkant zorgt het bos voor inkadering van het gebied. Het bos wordt aan de westkant doorbroken door een zichtlijn naar de kerktoren van Delft. De dijk als middelste as is een sterk ruimtevormend element. Boven op de dijk werkt deze als zichtlijn met overzicht over het gehele terrein. Onderaan de dijk werkt deze als massa. Door de doorgangen worden de zichtlijnen in de richting van de polderverkaveling niet onderbroken. Drie van deze assen eindigen met een folly als oriëntatiepunt.
rUimte-maSSa 1992
in de huidige situatie is een gedeelte nog intact en zijn de ruimtes ongewijzigd gebleven. Het gedeelte dat is omgevormd als woonwijk is echter volledig veranderd. De bebouwing is een sterk massavormend element en dusdanig compact dat er weinig grotere ruimtes zijn. grotere ruimtes zijn er vooral bij het water van de cirkel. De grotere grondwerken zoals de dijk, zijn ongewijzigd gebleven en werken nog steeds sterk ruimtevormend (afbeelding 2, bijlage iV). De meeste zichtlijnen zijn in stand gebleven, de meest noordelijke as van de patte d’oie is echter volledig verdwenen (afbeelding 1, bijlage iV). Hiervoor in de plaats is een lange zichtlijn ontstaan die van noordoost naar zuidwest loopt en eindigt bij de kinderboerderij. De zichtlijnen van de polderverkaveling zijn er nog wel, maar lopen minder ver door (afbeelding 5, 6, 7, bijlage iV). De folly’s werken nog steeds als oriëntatiepunt (afbeelding 8, 9, 10, bijlage iV). De middelste folly is nu echter geen eindpunt meer van de zichtlijn, maar fungeert als bruggenhoofd van een fietsbrug en versterkt hiermee de zichtlijn die verder doorloopt. Het uitzicht op kerktoren van Delft nog steeds intact (afbeelding 11, bijlage iV). rUimte-maSSa 2014
43
44
SamenHang Bij tijDelijKHeiD Groenstructuur in het grotere geheel zorgen de bomenrijen voor samenhang; de richting en de afstand tot elkaar is ongeveer gelijk. Variatie wordt bereikt doordat de rijen soms dubbel zijn, en niet altijd doorlopen. De cirkelvorm geeft in het grotere geheel variatie door af te wijken van de rechte lijnen. als element kent de cirkelvorm variatie door verschijningsvorm (soms dubbel), soortkeuze en de relatie met de omgeving; in water, langs het bos, langs grasland en langs bosjes. in een kleiner verband worden de bomenrijen herhaald in een ritme, de onderlinge afstand is gelijk. De variatie wordt hier bereikt doordat de rijen verschillende lengtes hebben en waarschijnlijk door soortkeuze. Er is een historische en contextuele relatie, namelijk die van de oorspronkelijke polderverkaveling De overige groenelementen, met name hagen zorgen in de deelgebieden voor samenhang, echter niet in het grotere geheel, de lijnen hebben geen relatie met de bomenrijen. Het bos zorgt voor inkadering van het gebied, maar speelt geen rol in de samenhang. Binnen de deelgebieden zijn de groenstructuren afwijkend van elkaar; organisch, ruitvormig, rechthoekig. grOenStrUCtUUr 1992
in de huidige situatie is de meest westelijke bomenlaan van de polderverkaveling nog duidelijk herkenbaar. De bomenrijen ten oosten van deze bomenlaan zijn deels nog herkenbaar en zorgen voor samenhang in relatie tot het Floriadepark, maar zijn aan de noordzijde van de dijk versnipperd en doorbroken (afbeelding 5, 6, 7, bijlage iV). meer naar het noorden is de structuur van de polderverkaveling helemaal niet meer herkenbaar en vervangen door een gebogen vorm. Ook de meest noordelijke as is volledig verdwenen. Hierdoor is de relatie van de groenstructuur minder sterk dan tijdens de Floriade (afbeelding 1, bijlage iV). Conclusie: bomenrijen werken als een stevig structurerend element. een deel van de oorspronkelijke sterke lanenstructuur verdwenen. Hieruit kan worden afgeleid dat bomen ook tijdelijk worden ingezet als structuurvormend element.
grOenStrUCtUUr 2014
3 | FlOriaDe Water Het water van Floriade lijkt in het grote geheel weinig samenhang te hebben; er is geen ritme en er zijn geen onderlinge verbanden. Wat opvalt is dat het water slechts gedeeltelijk gerelateerd is aan polderverkaveling, wat wel voor de hand zou liggen. er is wel een relatie met de lijnen en vormen van het groen en de infrastructuur. Voor de meest zuidelijke as van de ganzenvoet is water het richtinggevende element. in de deelgebieden wordt water ingezet om structuren te versterken en is gerelateerd aan vormentaal van het deelgebied.
Water 1992
De grotere waterelementen zijn in stand gebleven; de zuidelijke as (afbeelding 3, bijlage iV), bij de cirkel (afbeelding 14, 15 bijlage iV), de polderlandschappen (afbeelding pag. 49) en in het bos. De waterelementen ter versterking van de structuren in de deelgebieden zijn verdwenen. Waarschijnlijk is dat de tijdelijke waterelementen met kleine ingrepen zijn aangelegd en eenvoudig verwijderd konden worden. Conclusie: water is veelal gerelateerd aan de infra- en groenstructuur en wordt zowel blijvend als tijdelijk ingezet.
Water 2014
45
46
SamenHang Bij tijDelijKHeiD Infrastructuur De infrastructuur is in het algemeen sterk gerelateerd aan de groenstructuren. Uitgangspunt is de ganzenvoet en de polderverkaveling. Opvallend is dat de bovenste poot van de ganzenvoet niet doorloopt als pad, alleen de tramlijn loopt door tot het einde bij de Colossus. Ook binnen de deelgebieden is de infrastructuur gerelateerd aan de groenstructuren.
inFraStrUCtUUr 1992
Ook nu is er nog steeds een sterke relatie van de infrastructuur met groen, maar ook met de bebouwing. De onderlinge afstand en ritme zorgen voor samenhang. De lijnen dwars op de lijnen van de polderverkaveling zijn belangrijker geworden. De hoofdstructuren zijn in stand gebleven. in het parkgedeelte en het bos zijn infrastructuren ongewijzigd, in de woonwijk is alleen een aantal hoofdwegen in stand gebleven. Conclusie: de infrastructuur is vooral gerelateerd aan de andere structuren. De hoofdlijnen zijn in stand gebleven, de ondergeschikte structuren die gerelateerd waren aan de deelgebieden van de Floriade zijn verdwenen.
inFraStrUCtUUr 2014
3 | FlOriaDe Bebouwing De bebouwing is versnipperd, verdeeld over het terrein en ondergeschikt. De grotere gebouwen zijn in lijn met de polderverkaveling of haaks daarop. De bebouwing is ten tijde van de Floriade geen element dat zorgt voor samenhang.
BeBOUWing 1992
Van de oorspronkelijke bebouwing is weinig bewaard gebleven. nu zorgen bouwblokken voor samenhang vanwege de richting en het volume. Ze hebben een regelmatige onderlinge afstand waardoor ritme ontstaat. er zijn verschillende deelgebieden te herkennen met elk een eigen karakter qua structuur en bebouwing. De strookvormige bouwblokken verwijzen nog naar de polderverkaveling, de andere clusters bestaan uit een driehoekige vorm, een vierkant blok en een halve cirkel. De structuur van de polderverkaveling is nog maar beperkt zichtbaar. De verschillende clusters hebben ieder een eigen bouwstijl en geen relatie met elkaar. De lijnen vanuit de ganzenvoet spelen nauwelijks een rol in de verkaveling van de bebouwing. alleen de dijk is een bepalend element voor de verkaveling geweest. Conclusie: bebouwing is tijdens de Floriade van ondergeschikt belang en van tijdelijke aard. in de huidige woonwijk is bebouwing een sterk structurerend element.
BeBOUWing 2014
47
48
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
De Drie trappen naar Het plateaU in 2014
De trappen naar De COlOSSUS tijDenS De FlOriaDe (BrOn: l. Van rOOijen)
3 | FlOriaDe Grondwerk De dijk die als middelste as van de ganzenvoet fungeerde, is nog steeds een sterk structurerend element in de wijk. Boven op de dijk werkt deze als een zichtas, onderaan de dijk werkt deze als een sterk massavormend element (afbeelding 2, bijlage iV). De dijk fungeert tevens als grens tussen het woongedeelte en het parkgedeelte van de wijk. De doorgangen in de dijk creëren een doorzicht tussen de beide delen. Door middel van drie trappen is het plateau op het 8 meter hoge talud aan de noordkant richting de a12 bereikbaar. tijdens de Floriade stond hier de Colossus. De oorspronkelijke trap is verdwenen, waarschijnlijk met de aanleg van de fietsbrug over de A12, waarbij een slingerend fietspad naar de brug is aangelegd. De huidige drie trappen liggen in het verlengde van drie assen die hier samenkomen (afbeelding 4, bijlage iV). De Colossus is in 1993 vernield; sindsdien mist het plateau een blikvanger. De met de Floriade aangelegde ‘polderlandschappen’ zijn vijf driehoekige heuvels met aan één zijde een steile wand en twee geleidelijk aflopende kanten die eindigen in water. Het polderlandschap is een op zichzelf staand element wat onderlinge samenhang geeft door vorm en ritme, variatie door grootte. in ieder landschap staat een bomengroep van één soort, gerelateerd aan de vochtige omstandigheden van de polder. De heuvels vormen met de steile kant langs het fietspad aan de westkant massa, met tussen de heuvels doorkijkjes naar de overkant. in dit gedeelte lijkt niets te zijn veranderd sinds de Floriade, behalve de grootte van de bomen.
De pOlDerlanDSCHappen en De aSSen naar Het plateaU met De COlOSSUS tijDenS De FlOriaDe in 1992 (BrOn: BUreaU nieK rOOZen)
Conclusie: grondwerk is een sterk structurerend element dat over het algemeen een blijvend karakter heeft.
De pOlDerlanDSCHappen VanaF Het plateaU in 2014
49
50
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
FlOriaDe Haarlemmermeer 2002
3 | FlOriaDe haarlemmermeer 2002 Het Floriadeterrein van 2002 bevindt zich in de Haarlemmermeer. in het kruis dat de infrastructuur van de geniedijk en de n205 vormt liggen de drie delen van de Floriade. Het zijn de delen: ‘bij het dak´, naast de berg’ en ´aan het meer´. alle drie hebben zij een eigen vormentaal. Uniek voor deze Floriade is dat de parkeerplaats onderdeel uit maakt van het ontwerp. Het terrein is onderdeel van een grotere recreatieve zone tussen Haarlem en Hoofddorp. De drie delen hebben ieder hun eigen functie: in het ‘dak’ is de Expo Haarlemmermeer gevestigd, daar vinden tal van evenementen, publieks- en vakbeurzen plaats. Het eilandenrijk is openbaar en fungeert als hondenuitlaatgebied. Het deel ‘aan het meer’ maakt nu weer onderdeel uit van het Haarlemmermeersebos, dat 25 jaar voor de Floriade als recreatiegebied was aangelegd. Jaarlijks vindt op het gehele floriadeterrein het festival Mysteryland plaats. FlOriaDe Haarlemmermeer 2014
aan Het meer 2002 (BrOn nieK rOOZen B.V.)
aan Het meer 2014
51
52
Samenhang bij tijdelijkheid Vormconcept In het vormconcept zijn de verschillende onderdelen goed leesbaar. De parkeerplaatsen en het deel ‘bij het dak´ zijn gebaseerd op de lijnen van de historische kavelstructuur die tot stand is gekomen bij de aanleg van de Haarlemmermeerpolder. ‘Naast de berg´, is water teruggebracht en zijn er eilanden gemaakt waarvan de structuur ook linkt naar de historische kavelstructuur. Een flinke lus breit de eilanden aan elkaar en vormt de link tussen ingang en ´aan het meer´, het Haarlemmeermeerse Bos. Het bos is 25 jaar voor de Floriade aangelegd rond een centraal gelegen meer. De oevers van het meer zijn met hoogteverschillen aangelegd. Voor de Floriade is er een drijvende pontonburg aangelegd om een behapbare rondwandeling mogelijk te maken.
vormconcept
De inzendingen zorgen voor een gevarieerd beeld (bron Niek Roozen b.v.)
Organische vormen in het Haarlemmermeerse bos, met Nieuwe prullenbakken
3 | FlOriaDe Historie Op de historische kaart (1911) is de eenvoud van het landschap rond de eeuwwisseling te zien. Het polderlandschap zoals dat hoort bij een droogmakerij. De Haarlemmermeer is in 1852 drooggelegd. De indeling is door landmeters gemaakt en het strakke regime van het afwateringssysteem bepaalt de kavelmaat en structuur. De geniedijk is rond 1875 aangelegd. Deze maakt onderdeel uit van de Stelling van amsterdam, een waterlinie om de hoofdstad tegen vijandige legers te beschermen. Deze dijk snijdt diagonaal door dit kavelpatroon en is door hoogte het enige ruimtelijk element dat zich boven de landmassa verheft. De Stelling van amsterdam is een Unesco werelderfgoed monument.
HiStOriSCHe Kaart 1911
Zonering De zonekaart is gebaseerd op ontwerpprincipes. er zijn drie principes gebruikt: 1. volgens historische lijnen/kavelstructuur 2. duidelijk aanpassing van deze historische lijnen, door vierkanten te maken en water terug te brengen 3. organische vormen
ZOneKaart
53
54
Samenhang bij tijdelijkheid
1 2
een aarden wal begrenst De watrlelievijver deels (bron Niek Roozen b.v.)
De wal, nog steeds aanwezig anno 2014 (1)
Ruimte-massa De meeste grote open ruimtes zijn water. Het parkeerterrein bestaat uit ruimtes van dezelfde groottes. De overige ruimtes lopen in elkaar over en zijn van vergelijkbare grootte. Alleen tussen het dak en de dijk is een wat grotere open ruimte. Dit is de grootste open ruimtes boven land. Door het verdwijnen van de bebouwing is deze ruimte op dit moment aanzienlijk groter. De dijk staat min of meer los in het landschap en langs de dijk zijn smalle langgerekte ruimtes. Dit was de opzet in het ontwerpplan, deze structuur heeft zich zo gehandhaafd. Ieder eiland heeft zijn eigen ruimte ´naast de berg´, de basisruimten zijn vierkant en ongeveer 60 bij 60 meter. Door aanplant van bomen, hoogteverschillen en bebouwing ontstonden er grote verschillen. Na het vertrek van de Floriade is er op één eiland bebouwing en grondtaluds achtergebleven. Op een enkel eiland een boom of een struik. De ruimtes zijn in de huidige vorm te groot om als prettig te ervaren. zichtlijn die vanaf de parkeerplaats door het dak loopt (2)
3 | Floriade
Om de berg zijn grote open ruimtes. Over water en aan de westkant loopt deze ruimte over in de golfbaan die ernaast is aangelegd. De lus die de eilanden aan elkaar rijgt loopt langzaam omhoog naar 5 meter boven maaiveld bij de Big Spotters Hill. Door dit massieve grondlichaam wordt de stijging van het pad niet zo ervaren (zie foto 6 bijlage V). Aan de voet van de berg creëert het overzicht over het terrein en een opmaat naar het viaduct over de infrastructuur. Vanaf Big Spotters Hill is er een zichtlijn die het terrein met het landschap verbindt. Deze lijn was bedacht als zichtlijn vanaf de parkeerplaats het terrein op. ´Aan het meer´ is ook ingekaderd door rechte lijnen van de infrastructuur. Bomen en grondwerk vormen de overgang van rechtlijnig naar organisch. Er ontstaat een sfeervolle menselijke maat door kleinere ruimtes die soms wel en soms geen subruimte van de grote open ruimte zijn. In grote lijnen is de massa-ruimtestructuur hetzelfde gebleven. Allee n op het parkeerterrein zijn er flinke wijzigingen ontstaan door het weghalen van bomenrijen. Daardoor is er een duidelijk andere structuur van ruimtes ontstaan.
Ruimte-massakaart 2002
Conclusie: De stevige structuren van massa blijkt hier goed houdbaar te zijn. Minder massieve partijen als bomenrijen op het parkeerterrein blijken minder houdbaar.
Ruimte-massakaart 2014
55
56
Samenhang bij tijdelijkheid Groen De groenstructuur is nagenoeg in tact gebleven. Op het parkeerterrein hebben de grootste wijzigingen plaatsgevonden. De bomenrijen die een mooi ritme volgens de richting van de kavelstructuur vormden zijn verdwenen. Ook een deel van de hagen die de parkeervakken structureerden zijn opgeheven. Alleen de helft van de parkeerplaats is nog als zodanig in gebruik. Hagenstructuren zijn nog aanwezig en hebben over het algemeen weinig onderhoud nodig, het zijn overwegend losse hagen (zie foto 9, bijlage V). Het woord ‘floriade’ is nog steeds leesbaar. De enige hagenstructuur die verdwenen is de begeleiding van de lus door het eilandenrijk. Langs het water zijn er wel elzen aangeplant om te voorkomen dat mensen makkelijk van de weg het water in gaan. De relatie van groen met het vormconcept is sterk en ook in de huidige tijd nog duidelijk herkenbaar.
Groen 2002
Het gedeelte ‘aan het meer’ wordt goed onderhouden, veel vaste plantenborders zijn gebleven en er zijn ook bomen aangeplant. De Japanse tuin is bijvoorbeeld ook nog aanwezig en kort geleden zijn daar nog nieuwe planten aan toegevoegd. De beplanting wordt voornamelijk ingezet in combinatie met andere structuren. Bomenrijen op geluidswallen, op de geniedijk, deze versterken het lijnvormige karakter hiervan. De eilanden veranderen in kamers doordat de vierkante lijnen van het slotengrid wordt aangekleed met bomen en hagen, daarmee krijgt de indeling een duidelijke driedimensionaal effect. Conclusies: Bomen worden ingezet ter versterking van lijnen. Beplanting in combinatie met hoogteverschillen wordt ingezet om ruimten te creëeren.
Groen 2014
3 | Floriade Water Opvallend in het ontwerp is enerzijds het meer. Het zorgt voor een grote open ruimte, deze wordt versterkt door de glooiende oevers. Anderzijds zijn er de rechte lijnen van de polderstructuur en het eilandenrijk bij ‘naast de berg’. De waterwegen in de polderstructuur hebben een afwaterende functie. De structuren bij het eilandenrijk zijn er voor esthetische doeleinden. In de waterstructuur in ‘aan het meer’ is zo goed als niets veranderd. Zelfs de kleinere waterpartijen zijn gebleven. Een hiërarchie in de waterstructuur heeft hier blijkbaar geen invloed op de houdbaarheid gehad. Doordat dit deel van de Floriade om de plas is geconcentreerd, fungeert deze ook als oriëntatiepunt. Vanaf de eilanden bij ‘naast de berg’ is het water niet altijd goed te beleven, de watergangen zijn smal en de begroeiing erlangs onttrekt het zicht op het water. Bij de overgangen tussen de eilanden is er zicht op het water en helpt het bij het herkennen van de structuur.
Water 2002
Opvalt is dat het water aan de inundatiezijde van de waterlinie is aangebracht. Uit de documentatie is niet op te maken of dit een bewuste keuze is geweest. Wel is het een keuze geweest om water te herintroduceren als verwijzing naar het Haarlemmermeer dat er eens klotste. Water is blijkbaar sterk verankerd in de structuur. Het blijkt een goede houdbaarheid te hebben. De waterstructuur is ook goed terug te herleiden naar het vormconcept. Deze relatie is nogal sterk. Conclusie: Water verwijst naar historie. Het schept ruimte en onbelemmerde doorzichten, dat draagt bij aan de structurering van het terrein en de vergemakkelijkt het de oriëntatie.
water 2014
57
58
Samenhang bij tijdelijkheid Infra De infrastructuur geeft een goed beeld van de verschillende delen en knoopt deze delen aan elkaar via wegen en paden. Er zijn veel pleinen en pleintjes. De parkeerplaats valt op door de hoeveelheid verharding die daar aanwezig is. Bij ‘bij het dak’ geeft de verharding bij de parkeerplaats richting aan, het vormt als het ware een pijl naar de ingang van het terrein. Bij het dak is de verharding wat gevarieerder, aan de ene kant is de structuur strak en volgt het de oude verkaveling, aan de andere kant komen rondere vormen in beeld en toch volgt het nog de richting van de oude verkaveling. Het vormt een beweging richting de berg. Er is niet duidelijk een hoofd- of bijroute te onderscheiden. De infrastrucutuur ‘naast de berg’ is nogal chaotisch, dit in tegenstelling met de nogal regelmatig geordende eilandenstructuur. Er is duidelijk een hoofdroute te onderscheiden, die voor overzicht zorgt.
Infrastructuur 2002
De hoofdroute wordt ‘aan het meer’ diffuser en er ontstaat een rondwandeling met een vorm van hoofdroute en bijroutes, die vaak evenwijdig lopen aan de hoofdroute. De hiërarchie is hier minder duidelijk aanwezig. De vormentaal is organisch, routes worden afgewisseld met ovale, eivormige pleintjes (zie foto 14, bijlage V). In de huidige situatie zijn de routes nogal vereenvoudigd. De hoofdroutes zijn nog aanwezig, de meeste pleintjes zijn verdwenen. Ook is de brug over het meer verdwenen. Nieuw is een route over de Geniedijk. Deze is bedoeld voor een directe verbinding tussen Hoofddorp en Haarlem. Het opruimen van paden en pleinen scheelt veel onderhoud in het gebied. Opvallend is dat de verharding van parkeerplaatsen nog aanwezig is. De relatie met het vormconcept is in het hele gebied consistent. Conclusies: Hoofdroute is nog aanwezig, dat heeft invloed op houdbaarheid. Onderhoudsdruk heeft invloed op houdbaarheid Relatie met vormconcept is deels aanwezig.
Infrastructuur 2014
3 | Floriade Bebouwing De drie deelgebieden zijn te herkennen in de bebouwingsstructuur. In ‘bij het dak’ bevond zich een cluster van gebouwen, die bij elkaar past doordat ze bij elkaar gegroepeerd zijn. De richting waarin ze gepositioneerd zijn volgt de oude kavelstructuur. Door de afmeting van met name het dak zorgt deze voor een duidelijke structuur en richting in dit deel van de Floriade. Op de meeste eilanden ‘naast de berg’ was een vorm van bebouwing, dat is terug te vinden in het ritme waarop ze zichtbaar zijn. De bebouwing op de eilanden zorgde er voor dat het grote vierkant werd opgedeeld in subruimten. De hoofdstructuur is duidelijk zichtbaar daardoor. In de huidige situatie is met uitzondering van een eiland alle bebouwing verdwenen. en daarmee ook de structuur. De structuur van de bebouwing ‘aan het meer’ is minder overtuigend. Het zijn een aantal gebouwen varierend in grootte. Zij vormen een min of meer het ovaal rond het meer. Deze bebouwing zorgt niet voor structuur in het gebied
bebouwing 2002
In de huidige situatie is er weinig over van de bebouwing. Het dak is er nog, en een paar gebouwen her en der op het terrein. Wel is een deel van een nieuw gebouwde wijk zichtbaar bij ‘naast het dak’. Deze heeft een duidelijke structuur. Het verdwijnen van bebouwing is logisch. De meeste waren inzendingen en tijdelijk geplaatst. De bebouwing die als permanent is neergezet is nog steeds aanwezig. Conclusie: Bebouwing heeft over het algemeen alleen invloed op de structuur als de massa groot genoeg is, zoals in het gebied ‘bij het dak’. In de overige gebieden is de hoofdstructuur belangrijker en zorgde de bebouwing binnen de kamers van de hoofdstructuur voor een ruimtelijk effect. Aan- of afwezigheid van bebouwing heeft daar geen invloed op de hoofdstructuur.
bebouwing 2014
59
60
Samenhang bij tijdelijkheid Grondwerk De parkeervakken bij de entree worden afgeschermd met grondlichamen. Deze zorgen voor een duidelijke richting en houden het rommelige van de parkeerplaatsen buiten beeld. (foto 1) De geniedijk loopt dwars door het terrein, paradoxaal scheidt deze twee delen van elkaar en tegelijkertijd verbind deze de drie elementen. (foto 2) Het meest opvallende element van de Floriade in de Haarlemmermeer is de Big Spotters Hill, vanaf de basis van 260 meter bij 260 meter werkt zich een piramide 40 meter de hoogte in. In de vlakke polder is het een niet te missen bult. Vanaf de top van Big Spotters Hill is er een onbelemmerd uitzicht op de omgeving. (foto 3) De hoofdroute die met een lus door het eilandenrijk gaat loopt langzaam maar gestaag op tot 5 meter boven maaiveld. Bij de Big Spotters Hill is deze al flink verrezen als opmaat naar de Entree (1)
2,3
1 geniedijk in Noordelijke richting (2)
Big spotters hill (3 )
3 | Floriade
overbrugging van de N205. Door de geleidelijk loop verrast de steiging en ontstaat er een mooi overzicht over het eilandenrijk. (foto3) De combinatie van de hoofdroute, Big Spotters Hill en de geluidswal langs de N205 zorgen dat er een intieme ruimte tussen deze drie elementen ontstaat. (foto 4) Bij het meer zorgen lichte glooiingen, dalletjes en heuvels voor afwisseling en variatie. (foto 5) Vanaf deze heuvels is een aantal uitzichtpunten gecreĂŤerd om het bloementapijt te kunnen bewonderen (zie pag.51) Alle elementen die door grondwerk tot stand zijn gebracht zijn nog aanwezig en vormen daarmee een sterk blijvend karakter. Conclusie Grondwerk is sterk structurerend en blijft goed behouden.
1 2
intieme ruimte (1)
vallei bij het meer (2)
61
4 | Conclusies Deelvragen Hoofdvraag Hypothesen
63
Het vierde hoofdstuk beschrijft de conclusies die logischerwijs volgen uit de voorgaande hoofdstukken. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, worden eerst de antwoorden van de deelvragen uitgewerkt. Ook wordt een aantal conclusies genoemd die los staan van de gestelde vragen. Tenslotte wordt ingegaan op de in het eerste hoofdstuk gestelde hypothese; klopt deze of is enige aanscherping nodig?
64
SamenHang Bij tijDelijKHeiD deelVragen Algemeen Welke belangrijke ontwerpprincipes/benaderingen/strategieën zijn gebruikt bij de Floriades om samenhang te brengen? De ontwerpstrategie van de Floriadeterreinen is afhankelijk van de bestemming van het terrein na de Floriade. Zoetermeer diende als casco voor een stedenbouwkundig plan, gecombineerd met bos en wijkpark. Voor de gaasperpark geldt ook dat het uiteindelijke gaasperpark de uitval basis is geweest voor de indeling van het plan. in de Haarlemmermeer zijn er twee benaderingswijze geweest; een bestaand park geschikt maken voor de Floriade, waarna het weer als park beschikbaar kwam en een deel waarbij er geen overeenstemming was over wat er mee moest gebeuren.
De CirKel Van ZOetermeer, VOOrBeelD Van geOmetriSCH OntWerpprinCipe
De ontwerpprincipes zijn per Floriade zeer verschillend geweest. Bij de Floriade gaasperpark waren organische vormen en structuren leidend, gerelateerd aan de engelse landschapsstijl. Zoetermeer en Haarlemmermeer zijn sterk geometrisch gevormd met rechte lijnen, vlakken en cirkels. Zoetermeer kent een moderne variant op de patte d’oie uit de Barok. Wat zijn de verschillen in toepasbaarheid van de verschillende structuren (water, infra, groen, bebouwing, grondwerk)? met name water en grondlichamen blijken sterke structuren te zijn die bestand zijn tegen de tijd. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de inflexibiliteit van deze structuren; over het algemeen zijn grondlichamen en (grotere) waterelementen niet eenvoudig te verwijderen of aan te passen. Blauwe structuren hebben tevens een functie die vaak lastig te verplaatsen is. Waterelementen hebben niet altijd een ruimtelijk effect. Het ligt vaak verdiept, daardoor wordt er makkelijk overheen gekeken. grotere watervlakken hebben juist wel een ruimtelijke effect en kunnen voor rust en oriëntatie zorgen in het gebied. Dat is te zien in gaasperpark, de cirkel in Zoetermeer en ‘aan het meer’ in de Haarlemmermeer. Water is een bindend element, er kunnen
meanDeren DOOr rUimten, Het OrganiSCH OpgeZette gaaSperparK
4 | conclusies
eenvoudig zichtlijnen overheen geprojecteerd worden en het zorgt voor een kader dat consistent van materiaal en kleur is. Grondlichamen hebben daarentegen een scheidend effect. Met eenvoudige hoogteverschillen worden al nieuwe plekken gecreëerd. Het kan een ruimte fragmenteren, het kan echter ook voor samenhang zorgen, zoals te zien is met de dijken van Zoetermeer en Haarlemmermeer. In het Gaasperpark begrenzen de grondlichamen naast het groen de aaneengeschakelde ruimtes. Ook spelen grondlichamen in op de sfeer van een gebied. Harde strakke grondlichamen zorgen voor duidelijkheid, zoals Big Spotters Hill in Haarlemmermeer. Zacht glooiende grondlichamen creëren een meer romantisch beeld, zoals in het Gaasperpark bedoeld is in de Engelse landschapszone. Groen wordt zowel tijdelijk als blijvend ingezet. Zelfs bomen werden voor de Floriades bewust tijdelijk ingezet op dusdanige manier dat zij eenvoudig verplaatsbaar waren. Verder werd er veel gewerkt met tijdelijke beplanting van bollen en éénjarigen; een relatief goedkoop middel met een snel, kleurrijk effect en eenvoudig te verwijderen. Daar waar in 1992 de vaste planten niet behouden zijn gebleven, zijn enkele vaste plantentuinen in 1982 wel blijven bestaan. In 2002 zijn nog meer vaste plantenborders behouden. Om te bepalen hoe de trend ten aanzien van vaste plantenborders zich ontwikkelt, is het interessant om te onderzoeken hoe er is omgegaan met de vaste plantenborders van de Floriade van 2012. Vaste plantenborders worden ook steeds meer toegepast in het openbaar groen. Het is aannemelijk dat ook de Floriades deze ontwikkeling volgen en de vaste plantenborders als blijvend groenelement toepassen. Vaste plantenborders hebben nauwelijks ruimtelijk effect. Het ruimtelijk effect dat zij hebben is tijdelijk, zij geven in de winter een ander beeld dan in de zomer. Bloemenborders en –tapijten kunnen wel een bindend element zijn vanwege hun kleur en vorm. Op alle Floriades zijn hagen aangeplant en veel van deze hagen zijn terug te vinden in de huidige situatie. Hagen zijn elementen die goed kunnen bijdragen aan de structuur, ze geven richting en Keurig onderhouden hagen in het Gaasperpark
65
66
Samenhang bij tijdelijkheid
kunnen grotere ruimten opdelen in subruimten om een menselijke maat te houden. (zie pag 27 Floriade 1982 bij bloementapijt) Tevens kunnen hagen een vlak strak afkaderen en overgangen maskeren die anders voor een rommelig geheel kunnen zorgen, bijvoorbeeld de hoogteverschillen aan de randen van de vlakken van Haarlemmermeer. Bebouwing blijkt op de Floriades een zeer tijdelijke houdbaarheid te hebben. De meeste gebouwen zijn paviljoens, opgezet voor de maanden tijdens de Floriade en daarna afgebroken. Slechts een klein aantal gebouwen waarvan van te voren bepaald was, dat ze blijvend zouden zijn, zijn behouden. Over het algemeen zijn dit incidenten die niet essentieel zijn voor de samenhang in het gebied. De woonwijk, die na de Floriade in Zoetermeer is gebouwd, zorgt wel voor samenhang, maar heeft geen relatie met de bebouwing die aanwezig was tijdens de Floriade.
EEn van de drie Follies uit Zoetermeer, een relict van de Floriade
De hoofdlijnen van de infrastructuur hebben over het algemeen een blijvend karakter; ondergeschikte paden worden vaak verwijderd vanwege bijvoorbeeld andere bestemmingen van het terrein (Zoetermeer) of beperking van het onderhoud (Haarlemmermeer). De infrastructuur is vaak veelvoudig of overgedimensioneerd, de miljoenen bezoekers moeten de ruimte hebben zich over het terrein te begeven. In de nalatenschap geeft dat zeker in de Haarlemmermeer een overmatig padensysteem op. In 1982 werd hier nog anders mee omgegaan. Daar zijn enkele paden geheel verlegd en een enkele keer zelfs aangepast aan de grootte van de nieuw te ontstane ruimte na het verwijderen van pleinen en paviljoens. Bebouwing heeft omgekeerd wel invloed op de inrichting van het gebied. Er wordt rekening gehouden met de maat van bebouwing in het ontwerp. Zo zijn de vlakken van 60 x 60 meter groot genoeg om tentoonstellingsruimte in de vorm van bebouwing en groen te kunnen huisvesten. Nu in de Haarlemmermeer de bebouwing en het groen weg is, blijven er vlakken over die unheimisch aandoen door de grootte en de kaalheid.
de overgedimensioneerde hoofdroute van Haarlemmermeer
HOOFDStUK nr Vormconcept Wat was het vormconcept van het ontwerp, hoe herkenbaar is dat nu? Het vormconcept is bij alle onderzochte Floriades heel bepalend geweest voor het doorvoeren van aanpassingen na afloop van de Floriade. Bij de gaasperpark werden overduidelijk elementen die niet behoorde tot een zone van het vormconcept verwijderd of aangepast aan de stijl van het vormconcept. Is het ene vormconcept houdbaarder dan de ander?
gaaSperparK 1982
De sterke geometrische structuur van Zoetermeer en Haarlemmermeer lijkt een zeer houdbaar concept. Ze zijn echter minder flexibel dan een organische structuur als die van de gaasperpark, omdat veranderingen direct opvallen. Zo doet in Zoetermeer het wegvallen van de noordelijke as afbreuk aan het oorspronkelijke vormconcept. Hoe is het vormconcept van belang voor de hiërarchie? Bepaalt de essentie van het ontwerp ook de hiërarchie? Het vormconcept gaat hand in hand met hiërarchie. Op het moment dat de hoofdstructuur wordt veranderd, wordt daarmee het vormconcept losgelaten en komt er een nieuw vormconcept naar voren. te zien is in Zoetermeer dat een van de assen van de ganzenvoet is verdwenen. De ganzenvoet was het belangrijkste element van het vormconcept. Het stedenbouwkundige plan is de basis van het huidige vormconcept.
ZOetermeer 1992
Bij de overige twee Floriades is het vormconcept behouden. in de Haarlemmermeer omdat er nauwelijks wijzigingen in de structuur zijn geweest. Bij de gaasperpark is het park als het ware schoongeveegd, elementen die geen onderdeel uitmaakte van het vormconcept zijn verwijderd. Daarnaast lijkt dat het gaasperpark door de overwegend organische vormgeving beter veranderingen kan opnemen zonder dat het karakter van het park wordt aangepast.
Haarlemmermeer 2002
67
68
Samenhang bij tijdelijkheid Structureringsprincipes Welke structureringsprincipes zijn te herkennen? O.a. padenpatroon, omvang, vorm, zonering, ruimteopeenvolging Zoetermeer heeft de ganzenvoet als ordeningsprincipe, paden en zichtlijnen over deze ganzenvoet zorgen voor overzicht en oriëntatie. In de huidige situatie zorgen resp. bebouwing, groen en grondwerk voor structuur in de verschillende zones. Gaasperpark heeft een ordeningsprincipe van aaneengeregen ruimten. De verschillende ruimten hebben contact met elkaar, daardoor blijft er ondanks de organische vorm overzicht en route. Wat helpt is dat er aan de zuidkant een waterplas is, die oriënterend werkt. Aan de randen bij het verstedelijkt gebied voeren strakke lijnen de boventoon, hierdoor loopt het park ongemerkt over in het naast gelegen gebied. In de Haarlemmermeer zijn drie structureringsprincipes te herkennen die met lange lijnen aan elkaar verbonden zijn. Ten eerste een aantal parallelle wandelpaden langs en door tentoonstellingsruimten. Ten tweede een geometrisch eilandenrijk waarin oriëntatie eenvoudiger is door hiërarchie in waterwegen (grand canal) en een hoofdroute met afwijkende vorm, (een ovale lus). In het derde gedeelte is de watervlakte in combinatie met grondwerk structurerend. Heeft een hoofdordening effect op de houdbaarheid? De hoofdordening blijft in alle Floriades aanwezig. Deze hoofdordening is terug te voeren op de functie van Floriade. De voor de bezoeker overzichtelijke routes door het terrein zijn in vrijwel alle gevallen behouden gebleven. Deze hoofdroute is niet altijd de hoofdordening zoals in de Haarlemmermeer. In Zoetermeer is de hoofdordening afgezwakt door het wegvallen van de noordelijke as. Door het afwijkende stedenbouwkundige plan blijkt de houdbaarheid van de sterke hoofdordening van de patte d’oie beperkt.
water en grondwerk zorgen voor structuur in de Haarlemmermer
4 | conclusies Structuren per bouwsteen (groen, water, infra, bebouwing, grondwerk) Welke structuren zijn sterk, welke niet? Zijn zij intact gebleven c.q. zijn zij als laag bestand tegen verandering? Grondwerk, water, in mindere mate bos, bomenlanen en hagen blijken als laag bestand tegen verandering. Bij de deelvraag ‘Wat zijn de verschillen in toepasbaarheid van de verschillende structuren’ is hier verder uitgebreid op in gegaan. Is de oorspronkelijke hoofdstructuur nog steeds de hoofdstructuur? In hoofdzaak wel blijven oorspronkelijke hoofdstructuren behouden; over het algemeen blijken deze bestand tegen verandering. Zijn er relaties tussen de verschillende structuren en zijn ze daardoor sterker? De combinatie van water, bomenrijen en infrastructuur blijkt een sterke combinatie. Bosstructuren zijn sterk Zijn veranderingen in de structuren toevalligheden of onderdeel van een strategie? Behoud van structuren lijkt meer op een strategie: de keuze voor het in stand houden van hagen, of het terugplanten van bomen uit een structuur die uitvalt komen grotendeels voort uit de keuzes die gemaakt zijn oorspronkelijk gemaakt zijn in het vormconcept.
Sterke combinatie van water, bomenrij en infrastructuur
69
70
Samenhang bij tijdelijkheid Hoofdvraag Uit de uitwerking van de deelvragen volgt het antwoord op de hoofdvraag. Welke structuren ingezet op Floriades zijn toepasbaar om te komen tot samenhang bij flexibel gebruik van stedelijke (groen) gebieden? In het algemeen zijn hoofdstructuren, ongeacht de verschijningsvorm, van blijvende aard. Grondwerk en water zijn meestal blijvende structuren, alhoewel deze niet altijd voor samenhang zorgen. Groenstructuren daarentegen zijn minder blijvend maar zorgen vaak wel voor samenhang in het gebied. Bebouwing blijkt geen belangrijke waarde te hebben voor de samenhang van de Floriadeterreinen. Overige conclusies het ritme van bomenlanen zorgt voor samenhang in Haarlemmermeer
Organische vormen kunnen beter tegen veranderingen dan geometrische vormen. Geometrische patronen zijn beter in staat wisselende functies op te nemen zonder dat de structuur daarmee wijzigt. Bij de organische vormen heeft dat ook invloed op de structuur. Het oorspronkelijke vormconcept blijft in grote lijnen leidend door de jaren heen. Hieruit valt te concluderen dat een sterk vormconcept een sterke basis voor samenhang betekent. Voor de nieuwe aanplant op Floriades is vooral gebruik gemaakt van snelgroeiende inheems soorten, als populieren, iepen, wilgen. In Gaasperpark is daardoor te zien dat grote bomen gekapt worden, waarschijnlijk op veiligheidsgronden (takbreuk bij populieren). Dat levert vragen op over de houdbaarheid van groenstructuren op langere termijn. Wat is het effect op de beleving van de cirkel zoals in Zoetermeer bij uitval van bomen. Herplant levert een ander beeld en dus ruimtelijke effect op.
Hoofdstuk nr
Onderhoud blijkt een belangrijk aspect te zijn bij de houdbaarheid van met name de ‘harde materialen’ zoals gebouwen, infrastructuur en straatmeubilair. Elementen die als blijvend zijn aangelegd of geplaatst, dienen goed onderhouden te worden om de tand des tijds te kunnen doorstaan. Hypothese Er is een aantal strategieën voor het creëren van samenhang in een gebied. De keuze van de strategie is mede afhankelijk van de context, tijdgeest, schaalgrootte van de bestaande situatie. Ook het gewenste streefbeeld en het moment waarop dit bereikt moet worden, is bepalend voor de strategie. In de meeste gevallen is de infra- en waterstructuur leidend omdat deze structuren minder flexibel zijn. De groenstructuur daarentegen kan flexibeler toegepast worden. Ongeacht bouwsteen van de structuur zullen hoofdstructuren langer houdbaar blijken dan substructuren. Deze hypothese wordt in grote lijnen bevestigd, het grondwerk blijkt ook een sterke steunpilaar voor houdbaarheid te zijn. Deze vindt vaak plaats in combinatie met het aanleggen van water en infrastructuur. Als er een sloot wordt gegraven blijft er tenslotte grond over. Grondlichamen en waterwerken worden zelden opgeruimd. Dit maakt dit sterke elementen in het geheel. Hetzelfde geldt voor de hoofdinfrastructuur, omdat deze een functie behoudt in de nieuwe situatie wordt deze onderhouden. Secundaire infrastructuur wordt vaak niet of slecht onderhouden en daarmee verliest het de functie en zal het op lang termijn verdwijnen. Alleen in Gaasperpark zijn deze actief aangepast. In Zoetermeer is er een deels een nieuwe functie en structuur overheen geprojecteerd -woningbouw-, waardoor daar zowel de hoofd als secundaire infrastructuur is aangepast.
Behouden paviljoen in zoetermeer
Vanuit de hoofdstructuren gedacht bestaat er voornamelijk de indruk dat het vormconcept in stand wordt gehouden. Blijkbaar geeft dit een sterke basis voor de toekomst. En wordt er bij aanpassingen rekening gehouden met de basis die er ligt. Vanuit dat perspectief levert een helder vormconcept een helder beeld, dat daarmee beter in stand wordt gehouden.
detail van de staat van onderhoud
71
bijlagen Geraadpleegde bronnen I Oorsprong definities II Foto-analyse Gaasperplas III Foto-analyse Zoetermeer IV Foto-analyse Haarlemmermeer V
73
Het afsluitende deel van dit rapport bestaat uit de bijlagen. Informatie voor naslag of verdere verdieping is in dit hoofdstuk te vinden.
74
Samenhang bij tijdelijkheid
bijlagen I geraadpleegde bronnen Boeken • Baljon, Lodewijk (1992). Designing Parks. Amsterdam: Architectura & Natura Press • Deiters, Patricia & Paul Draaijers (1989). Follies voor de Floriade: biënnale jonge Nederlandse architecten. Rotterdam: Nederlands Architectuur Instituut • Huisman, Jaap. Kloet, Jaqueline van der. (2001). Floriade feel the art of nature. Blaricum: V+K design • Jong, Harro de (2011). Groot Apeldoorns Landschapskookboek. Wageningen: Uitgeverij Blauwdruk • Loidl, Hans & Stefan Bernard (2003). Opening Spaces, Design as Landscape Architecture. Basel: Birkhäuser • Lörzing, Han (1992). Van Bosplan tot Floriade. Rotterdam: Uitgeverij 010 • Meyer, Han, Frank de Josselin de Jong & MaartenJan Hoekstra (2006). Het ontwerp van de openbare ruimte. Amsterdam: Uitgeverij SUN • Oudshoorn, Wim (1992). Floriade 1992. Zoetermeer: Stichting Floriade 1992 • Roozen, Niek. (1995) Masterplan Floriade 2002 Haarlemmermeer. Weesp: Niek Roozen bv • Steen, Willy van der. De fleurige Floriade. Antwerpen: standaard uitgeverij • Steenbergen, Clemens M. (2008). Ontwerpen met Landschap, de tekening als vorm van onderzoek. Bussum: Uitgeverij THOTH • Stichting Floriade (1982), Floriade, Catalogus. Amsterdam • Vroom, Meto J. (2005). Lexicon van de tuin- en landschapsarchitectuur. 2e dr. Wageningen: Uitgeverij Blauwdruk • Zande, Hein van der (1982). Floriade, een boek over bloemen en planten en vruchten, een aktuele kijk op groente en groenvoorziening voor de liefhebber en de vakman. Helmond: Uitgeverij Helmond BV • Zwart, Johan van der (2004). Tussen haard en horizon, landschapsarchitectonische bouwstenen. Amsterdam: Uitgeverij SUN
Artikelen • Bockx, Pim de (2012). Nalatenschap Floriade 1992 méér dan een Ganzevoet. Delta 49-12, p. 20-21 • Bomas, Bart (2011). Pauzelandschappen: over tijdelijk landschap en stedelijke ontwikkeling. Den Haag • Engelen, Martin van & Noortje Krikhaar (2012). Floriadeparken in landschapsarchitectonisch perspectief. Vakblad Groen 2012 nr. 4, p. 32-29 • Guinée, Anja (1994). Wat aan de ‘Floriade 2002’ vooraf ging. Blauwe Kamer 5-1994, p. 27-32 • Luiten, Eric (1992). Vóór en na de Floriade - De Floriade als stand van zaken in de landschapsarchitectuur. Blauwe Kamer 2-1992, p. 21-33 • Luiten, Eric (1994). ‘De bezoeker moet méér zien dan een verzameling tuinen, paviljoens en plastic zwanen’ . Blauwe Kamer 5-1994, p. 32-34 • Onbekend (1992). Follies Floriade, Zoetermeer. Bouwen met Staal 108-1992, p. 177 • Peters, Niels & Pleuni Kuipers (2012). Floriade: een spiegel van de tijdgeest. Delta 49-12, p. 6-9 • Ruijter, Michiel den (1989). De verschillende deelgebieden van de Floriade Den Haag-Zoetermeer 1992, 2. Het Casco van de Floriade als begin van een wijkpark. Vakblad Groen 1989 nr. 6, p. 15-18 • Ruimschotel, Tjerk (1994). Locaties op zoek naar een landschap. Blauwe Kamer 5-1994, p. 18-26 Scriptieonderzoek • Engelen, Martin van (2011) Floriadeparken in landschapsarchitectonisch perspectief. Vlaardingen
75
76
Samenhang bij tijdelijkheid II Ooorsprong Definities (Groen)structuur • • • •
•
•
•
•
Bron: Lexicon van de tuin- en landschapsarchitectuur, Meto J. Vroom Structuur: De onderlinge relatie van delen of elementen binnen een geheel, die bepalend is voor de aard ervan. (Williams 1985) Een structuur heeft samengevat drie kenmerken: zij is een geheel, zij bestaat op grond van transformaties en zij is zelfregulerend (de Jong 1987) In ruimtelijke zin is structuur een kader van onderling verbonden lijnen, wanden, volumes enz. die samen een eenheid vormen. De functie van structuur is dat zij houvast biedt voor menselijke waarneming, dat zij ordening aanbrengt in wat zich in tijd en ruimte aan ons voordoet en wel zodanig dat wij er ons een beeld van kunnen vormen, dat wij in ons geheugen kunnen vasthouden (Dijkstra 1985). Een structuur is objectief: iedereen ervaart haar hetzelfde. Binnen een structuur bestaan hiërarchische verbanden tussen hoofd- en deelstructuren. Men kan een hoofdstructuur steeds verder invullen, detailleren. Een groenstructuur is een geheel van parken, plantsoenen, singels, laan- en wegbeplantingen en andere groene zones binnen een gemeente (= ander schaalniveau dan ons begrip) Bossen, lanen, houtwallen en erfbeplanting geven structuur aan het landschap, zoals planken structuur geven aan een kast. Met het verdwijnen van veel van de beplanting uit het landschap is de ruimtelijke structuur ervan in elkaar gestort. De kast is stuk of verdwenen. De boeken die in de kast stonden of zijn toegevoegd (huizen, boerderijen, stallen) slingeren nu dus opeens lukraak in de ruimte. In de kast zijn boeken een verrijking, maar zonder kast, zonder structuur, zijn diezelfde boeken gewoon rommel! ‘Verrommeling’ komt dus vaak niet door de nieuwe spullen zelf, maar door het ontbreken van een goede structuur om ze in op te bergen! (Groot Apeldoorns Landschapskookboek)
Definities Ontwerpprincipe • Een principe is een ‘werkend beginsel, een grondstelling, een stelregel uit innerlijke overtuiging’ (Van Dale). Het begrip overlapt sterk met ‘ontwerpvisie’ maar is breder. Het omvat zowel visie als concept, stijl en middelen, gebaseerd op een theorie. • Ontwerpprincipe is daarmee een vaag begrip, dat op uiteenlopende wijze toegepast kan worden, zoals in de zin van de keuze tussen contrast en harmonie in een tuinontwerp, de uitgangspunten voor een nieuwe aanpak van de verkeersproblematiek, of het ontwerp voor een nieuw type veestallingen. Ontwerpstrategie • Het begrip strategie is afkomstig uit het militaire spraakgebruik en duidt op de manier waarop men een gesteld doel wil bereiken. Het is ‘het beleid, het plan volgens welk men te werk gaat’. (Van Dale). Strategie overlapt met het begrip ‘methode’. Het is een vorm van instrumenteel handelen om op rationele wijze een probleem – een ongewenste toestand - op te lossen (Kleefmann 1984) • Strategieën kunnen conserverend, defensief, offensief of opportunistisch zijn. (Ahern 2002). Zo is de uitvoer van de Ecologische Hoofdstructuur een voorbeeld van een offensieve strategie in de richting van het behoud en de versterking van biodiversiteit. Bron: Lexicon van de tuin- en landschapsarchitectuur Samenhang • Samenhang = onderling verband (Bron: Koenen Woordenboek Nederlands) • Samenhang door beeldtaal; Civic design, civic art; (Uit: Het ontwerp van de openbare ruimte) Samenhangende beeldtaal voor het openbaar domein om hiermee samenhang te creëren in de openbare ruimte. Assortiment van ingrediënten die in hun vormgeving aan elkaar verwant waren en in de openbare ruimte konden worden toegepast (straatmeubilair, beplanting, bruggen enz.) • Samenhang door infrastructuur: De grotere infrastructuren spelen een bepalende rol in de compositie van de stad en
het landschap als geheel. Niet alleen is het ontwerp van de structuur van grootschalige openbare werken direct van invloed op de structuur van stad en landschap…Mbt lange lijnen door de stad (straten, lanen, boulevards, grachten, singels enz): In het ontwerp is steeds de verhouding tussen de samenhang en de identiteit van de stad als geheel enerzijds en de relatie met de aangrenzende buurten anderzijds van belang. Bron: Groot Apeldoorns Landschapskookboek Tijdelijke functies • Een functie kan gedefinieerd worden als de activiteit verbonden aan een zaak of voorwerp, waardoor dit zijn doel vervult. (Focqué, 1975, Bron: Lexicon van de tuin- en landschapsarchitectuur, Meto J. Vroom)
77
78
SamenHang Bij tijDelijKHeiD
OVerZiCHtSKaart FOtO-analySe
foto-analyse Amsterdam Gaasperpark III foto-analyse Amsterdam Gaasperpark Aan de hand van de zones: open speelweide, Engelse landschapsstijl, agrarische zone en gesloten parkzone worden de structuren in het park met behulp van foto’s toegelicht. Open speelweide In de open speelweide is overzicht gecreÍerd door met boomrijen en solitaire bomen te spelen. Doordat de bomen hoog opgekroond zijn, is een groot oppervlak van het gebied in een oogopslag te overzien. Het water komt de speelweide tegemoet en heeft hier geen begroeiing op de randen. Het gebied wordt aan de zuidoostzijde omarmd door gesloten groen. In dit gebied zijn verspreid speelelementen geplaatst, die toegankelijk zijn voor verschillende leeftijdsgroepen.
1. open speelweide met zicht op planetarium
79
80
Samenhang bij tijdelijkheid Engelse landschapsstijl Water en open ruimtes slingeren tussen gesloten groen door deze zone. Via zichtlijnen zijn aangrenzende ruimtes gedeeltelijk te waarneembaar. Dit geeft een goed oriĂŤntatiegevoel. De groenstructuur bestaat voornamelijk uit gesloten bosjes, open boomgroepen en geschoren hagen. Glooiende hellingen geven de meanderende ruimtes extra accenten. Waterpartijen bieden de bezoeker op verrassende plekken doorzichten naar andere delen van het park.
2. doorkijk naar aangrenzende open ruimte
foto-analyse Amsterdam Gaasperpark
3. doorkijk naar aangrenzende open ruimte
5. Engelse landschapszone
4. doorkijk naar aangrenzende open ruimte
81
82
Samenhang bij tijdelijkheid Agrarische zone De agrarische zone kenmerkt zich door de strakke lijnen van bosplantsoen, sloten en verkaveling. Door het open karakter voelt het niet als een harde grens van het park. Door de duidelijke zichtlijnen wordt het aangrenzende agrarische landschap opgenomen in het park. Ook de paden zijn recht en overzichtelijk van opzet in dit gedeelte van het park.
6. agrarische zone met zicht op aangrenzend landschap
Gesloten parkzone Deze zone is een plek om in te verdwalen. Enkele vaste plantentuinen zijn omsloten door geschoren hagen, met daarachter een gesloten bos. Het padenstelsel kronkelt door deze zone heen, waardoor een automatisch richtingsgevoel van de bezoeker in de steek gelaten wordt. Het aangrenzende water is slechts op enkele plekken oversteekbaar.
foto-analyse Amsterdam Gaasperpark
7. vaste planten cirkel
8. vaste planten cirkel
83
84
Samenhang bij tijdelijkheid
overzichtskaart foto-analyse
FOtO-analySe ZOetermeer iV foto-analySe zoetermeer 1. Ganzenvoet De oorspronkelijke ganzenvoet bestaat niet meer doordat er slechts twee assen zijn overgebleven. De meest rechtse as, oorspronkelijk de middelste, is de dijk. Doordat deze vrij steil begint en een hoogte heeft van bijna 4 meter, wordt deze vanaf maaiveld niet zozeer ervaren als zichtlijn, maar als grondlichaam. De meest linkse as bestaat uit water en is nog aanwezig. Het bosje op de kop van de beide assen versterkt de kijkrichtingen langs de assen. Het meest belangrijke onderdeel van het vormconcept van de Floriade is in de huidige situatie dus niet meer aanwezig. 2. de dijk De dijk die als middelste as van de ganzenvoet fungeerde, is nog steeds een sterk structurerend element in de wijk. Boven op de dijk werkt deze als een zichtas (foto pag. 42), onderaan de dijk werkt deze als een sterk massavormend element. De dijk fungeert tevens als grens tussen het woongedeelte en het parkgedeelte van de wijk. 2. De DijK VOrmt een SterK StrUCtUrerenD element
1. De ganZenVOet in 2014
85
86
SamenHang Bij tijDelijKHeiD 3. Wateras De meest linkse as bestaat uit water en wordt versterkt door een bomenrij aan de linkerkant van het water. De folly’s aan de rechterkant van het water versterken de zichtlijn niet doordat ze achter elkaar wegvallen. 4. Zichtlijnen vanaf Colossus De drie assen zijn nog goed zichtbaar vanaf het uitzichtpunt waar de Colossus gestaan heeft. De linker- en middelste assen worden versterkt door bomenrijen en bebouwing. De meest rechtse as wordt versterkt door het bos aan de rechterkant en de grondlichamen van het ‘polderlandschap’ aan de linkerkant. De terugspringende rooilijn van de bebouwing langs de middelste as maakt de werking van de as minder sterk. De ronde woningen op de kop van de linkse en middelste as geven de punt een extra accent. De ronde haag voor de woningen versterkt het effect.
3. De Singel, De meeSt ZUiDelijKe aS Van De patte D’Oie
4. De ZiCHtlijnen VanaF Het plateaU Van De COlOSSUS
FOtO-analySe ZOetermeer 5, 6, 7. Assen polderverkaveling De lijnen van de assen in de wijk zijn gerelateerd aan de oorspronkelijke polderverkaveling. De assen werken echter niet meer in alle situaties als zichtlijnen. De as op foto 5 is nog aanwezig; ondanks de grote afstand tussen de beide woonblokken wordt het zicht geleid door de opeenvolging van de dubbele bomenrij, het fietspad en de doorgang onder het gebouw door. De nu nog jonge boom in het midden van de bomenrij het zicht. een onverklaarbare ingreep vanuit de zichtlijnen gezien. De as op foto 6 is niet goed herkenbaar. Door verspringing van fiets- en voetpaden en de verkaveling aan de linkerkant die dwars op de lijn staat, is er geen sprake meer van een zichtlijn. De bomenrij aan de linkerkant doet nog een poging, maar het zicht stopt als snel op de bomenrij met onderbeplanting verderop. De as op foto 7 is een belangrijke verkeersader in de wijk. Deze is met de Floriade al met dit doel voor ogen aangelegd en kenmerkt zich door een stevige bomenlaan. Ondanks dat ook hier de bouwblokken aan ĂŠĂŠn zijde gedraaid staan ten opzichte van de as, zijn de bomenrijen zo sterk leidend dat de as goed overeind blijft. 5. DeZe aS iS nOg gOeD ZiCHtBaar
6. DeZe aS iS niet meer DUiDelijK HerKenBaar
7. een DUiDelijKe aS DOOr De inFraStrUCtUUr en De BOmenrijen
87
88
SamenHang Bij tijDelijKHeiD 8, 9, 10. Folly’s De folly’s werken nog steeds als oriëntatiepunt aan het einde van de wijk. De werking wordt versterkt door de padenstructuur en de bomenrijen. De middelste folly dient als poort van de brug over het water van de as die als fietspad doorloopt naar de wijk ten zuiden van de Floriadewijk. Hierdoor is deze folly geen eindpunt op de as, maar een element dat richting geeft aan het zicht dat onder de folly doorloopt. al bij het ontwerp van de folly’s is er rekening mee gehouden dat deze folly later als bruggenhoofd van de fietsbrug zou dienen. De bomenrijen langs deze as zijn nog jong, waardoor de werking als zichtlijn minder is dan bij de andere twee follies. De derde folly is hoog, waardoor deze niet meer zo goed werkt als oriëntatiepunt; de folly gaat schuil achter de kronen van de bomenrijen.
8. De eerSte FOlly WerKt alS OrientatiepUnt
9. De miDDelSte FOlly Dient alS BrUggenHOOFD
10, DOOr De HOOgte iS De DerDe FOlly SleCHt ZiCHtBaar
FOtO-analySe ZOetermeer 11. Zichtlijn kerk delft Het Balijbos is aangelegd voor Floriade en een onderdeel van de randstadgroenstructuur tussen Zoetermeer en Delft. Door het bos loopt langs het Balijkanaal en een fietspad een zichtlijn richting het zuidwesten met zicht op de kerk van Delft. De zichtlijn wordt versterkt door een recent aangeplante bomenrij. De zichtlijn is met de Floriade aangelegd en nog steeds goed zichtbaar.
11.. De ZiCHtlijn naar De KerKtOren Van DelFt
89
90
SamenHang Bij tijDelijKHeiD 12 t/m 15. de cirkel aan de noordkant is de cirkel nog heel goed waar te nemen, mede doordat de bomen in een open omgeving staan en de cirkel deels wordt versterkt door het water en het wandelpad die beide met de cirkel meelopen. Ook het deel van de cirkel bij de bosrand is nog duidelijk herkenbaar doordat er enige afstand is tussen de bomenrij en het bos erachter. Door de haag, het pad en de oever aan de voorkant van de bomenrij wordt de cirkelvorm versterkt. De bomen in het water vormen duidelijk een deel van de cirkel. er is gekozen voor treurwilgen die fonteinen moeten voorstellen. Door het grote verschil in vorm en grootte met de bomen op het land (hoge populieren) vormt de cirkel hierdoor geen eenheid en is vanaf het midden van de cirkel niet in zijn geheel waar te nemen. De lagere wilgen vallen weg tegen het bosplantsoen dat ervoor staat en de populieren die aan de andere oever langs de zuidelijke as staan. De as in de cirkel is sterk aanwezig door de bomenrijen, de brug en de muurtjes die sterk richting bepalen. Dit wordt verder versterkt door de hoogteverschillen; aan beide zijden liggen grondlichamen
van ongeveer 1, 5 meter hoog. Deze worden weer geaccentueerd door de bomenrijen die dwars op de as staan. Op luchtfoto’s en op de plankaart van de Floriade is te zien hoe de beplanting van de cirkel destijds is ingeplant en dat deze nu nog zo goed als volledig intact is. Doordat de bomen nu volwassen zijn, zijn de structuren alleen maar sterker geworden.
12. De CirKel iS aan De nOOrDZijDe gOeD WaarneemBaar
13. Bij De BOSranD iS De CirKel HerKenBaar DOOr De Haag en Het paD tUSSen De BOmenrij en Het BOS
FOtO-analySe ZOetermeer
14. DOOr Het VerSCHil in HOOgte Van De BOmen lOOpt De CirKel minDer gOeD ZiCHtBaar DOOr in Het Water
15. De aS in De CirKel iS DUiDelijK ZiCHtBaar
91
92
Samenhang bij tijdelijkheid
14 9 10 8 15
11 13
7
12
6 4,5
16
3 2
1
Overzichtskaart foto-analyse
foto-analyse Haarlemmermeer V Fotoanalyse Haarlemmermeer 1. De entree Vanaf de parkeerplaats loopt de brede toegangsweg naar de ingang van het tentoonstellingsterrein. De serie heuvels zorgen voor een intieme sfeer en schermen de parkeerplaats af. Tussen de heuvels zijn de verschillende toegangen naar de parkeerplaats. De heesters bovenop de grondlichamen versterken het effect van de grondlichamen. 2. Bij het dak De vijver langs het dak is met een stevig hek afgeschermd. Het pad dat er langsloopt wordt daardoor als vrij smal ervaren, ook doordat de heesters aan de linkerkant het zicht op de omgeving onttrekken. 3. Bomenlaan De kavellijnen zijn geaccentueerd met bomenlanen, deze zorgen voor een duidelijke richting in het landschap en dragen bij aan de structuur van het terrein. Door de hoogte van de hagen (zie afb. 2) zijn deze lijnen vanaf het pad slecht zichtbaar. 1. De entree
2. bij het dak
3. Bomenlanen
93
94
Samenhang bij tijdelijkheid
4. Geniedijk in zuidelijke richting
5. geniedijk in Noordelijke richting
4 en 5. De geniedijk: De dijk ligt vrij in het landschap, aan weerszijden is er ruimte en kan er langs de dijk ver worden gekeken. Dit en de populieren op de dijk versterken de aanwezigheid van dit ruimtevormend lijnelement. 6. Big Spotters Hill Als een piramide rijst Big Spotters Hill op uit de polder. Het water vormt een zichtas en zorgt voor een goed zicht op de heuvel
6. Big spotters hill
foto-analyse Haarlemmermeer 7 en 8. De eilanden De eilanden waren tentoonstellingsruimtes. Tijdens de Floriade waren hier de Nederlandse inzendingen te bezichtigen. Nu zijn het grote lege vlakken. De verhouding grondoppervlak tot de wanden is uit balans, daardoor doen de ruimtes zonder enige inrichtingselementen niet prettig aan. De ruimtes zijn omzoomd met een rij bomen (elzen) en een haag. De haag vormt ook de overgang tussen een hoogteverschil in de rand en het vloeroppervlak in het vierkant. (foto 7)
7. zoom van een eiland
8.: een eiland
95
96
Samenhang bij tijdelijkheid
9. uitzicht vanaf Big Spotters Hill
9. Uitzichtspunt Vanaf Big Spotters Hill is de structuur van het eilandenrijk goed te zien. Het grande canal geeft richting, door de coupure in de dijk met bijbehorende bomenlaan ontstaat er een doorkijk naar het verder weg gelegen landschap. Ook de slinger die de eilanden met elkaar verbindt is goed zichtbaar. 10. Hagen Met hagen is de het woord Floriade gespeld. Deze hagen worden regelmatig gesnoeid, het woord is nog leesbaar. Zowel vanuit de lucht op weg naar Schiphol als vanaf Big Spotters Hill bijvoorbeeld. Hagen blijken sterkere elementen te zijn dan verwacht. Hierbij speelt een rol dat er weinig formele hagen zijn, veel losse hagen die weinig onderhoud vergen. De enige uitzondering zijn de hier afgebeelde hagen, die regelmatig een snoeibeurt nodig hebben.
10. hagen
foto-analyse Haarlemmermeer
11. kuil naast Big Spotters hill
12. uitzichtspunt over vallei
11. Kuil naast Big Spotters Hill Opgesloten tussen de hoofdroute, de geluidswal en Big spotters hill onstaat een intieme ruimte, afgesloten van de omgeving. 12 en 13. Bloemenvallei Om bloementapijten goed zichtbaar te maken is een glooiing in het terrein behulpzaam, dit is terug te zien op alle onderzochte Floriades. Een aantal uitzichtpunten geeft een overzicht over de bloemenvallei. De bloemen zijn niet meer terug te vinden, maar de lichte glooiingen in dit gebied maken een opening en geven een breed zicht op het water. De bomen aan weerszijden zorgen voor een heldere inkadering van de ruimte.
13. vallei vanaf de waterkant
97
98
Samenhang bij tijdelijkheid 14. Eitje In het gebied ‘aan het meer’ komt de eivorm regelmatig terug. Op afbeelding 13 is het duidelijk zichtbaar, door het eromheen lopend pad en de natuurstenen die het hoogteverschil overbruggen. Ruimtelijk heeft het niet zo’n sterk effect, het is meer de vormentaal. Ook de oever die zichtbaar is, bestaat uit een aantal eivormen dat het water in steekt. 15. Bamboelaan De bamboe vormt een ondoordringbare wand langs het pad. Het zorgt voor een besloten route met een duidelijke richting. Doordat er verschillende soorten bamboe zijn gebruikt is het niet één geheel en oogt het enigszins rommelig.
14. eitje
15. bamboelaan
16. Gemengde border De wal die aan de ene zijde het meer omarmt, creëert aan de andere kant allerlei ruimten die voor verschillende doeleinden zijn gebruikt en ooit gebruikt om verschillende tuinen met steeds andere sferen te creëren. De paden die op verschillende niveaus over dit talud lopen zorgen zo voor gevarieerde uitzichtspunten op de tuinen en de omgeving. Samen met groenmassa’s zorgen de hoogteverschillen dat het gebied in verschillende ruimten wordt ingedeeld. Het talud zelf is beplant met een gemengde border van heesters en vaste planten. Het ruimtelijk effect wordt voornamelijk verkregen door het grondlichaam.
foto-analyse Haarlemmermeer
16. gemengde border
Suske en Wiske De piramidevorm van de Big Spotters Hill heeft de schrijver Marc Verhagen ge誰nspireerd het terrein te gebruiken in het eerste deel van een Suske en Wiske trilogie. Vanuit deze piramide op de Floriade maken Suske en Wiske een reis in de tijd naar het oude Egypte. Nadat zij zijn teruggekeerd gebeuren er allerlei avonturen op het Floriadeterrein. Een echte aanrader voor de liefhebbers van Suske en Wiske. Het stripverhaal verscheen als reeks in De Standaard en Het Nieuwsblad eind 2001. In 2002 is het album ten doop gehouden op het Floriadeterrein.
99