3 minute read

Brexit

Next Article
Kantoorplein

Kantoorplein

Brexit dwingt Britse distributeur tot nieuwe aanpak Europese markt

Geoffrey Betts is een succesvol distributeur van kantoorartikelen. Gevestigd in Engeland, maar 40 procent van zijn producten verkoopt hij in Europa. De Brexit dwingt hem tot een aantal maatregelen, waaronder het openen van een vestiging in Almere.

Advertisement

Voor veel Britse bedrijven is het een stuk ingewikkelder geworden om hun goederen de Europese Unie in te krijgen. Het handelsakkoord dat de Britten en de EU overeen zijn gekomen, blijkt in de praktijk nog veel kinderziektes te bevatten. Bovendien is het voor veel bedrijven vele malen ingewikkelder geworden om hun goederen de Unie in te krijgen.

Advies van ministerie

Het moet een bijzonder telefoongesprek zijn geweest. Geoffrey Betts, handelaar in kantoorartikelen, wilde van het ministerie van internationale handel graag weten wat hij moest doen. De inkt van het Brexit-akkoord was nog niet droog of er doemden al talloze problemen op voor zijn onderneming. De tip die hij kreeg, was wel de laatste die hij verwachtte: “Ik kreeg het advies om maar een dependance in de EU te openen. Van het ministerie.”

“Wij exporteren 40 procent van onze producten naar de EU. Het was dus voor ons van zeer groot belang dat er een akkoord zou komen. Alleen is dit voor ons helemaal geen vrijhandelsakkoord. Wij hebben er vooral transportproblemen en heel veel bureaucratie bijgekregen”, vertelt Betts tegenover Trouw vanuit zijn kantoor in Marlow, een uur ten westen van Londen. Zijn bedrijf Stewart Superior handelt in alles wat een kantoor maar nodig heeft, van klimaatvriendelijke nietjes tot verlichting, van bureaustoelen tot flip-overs.

Voldoen niet aan de regels

Veel van de spullen die hij importeert, komen uit China en worden na bewerking in het Verenigd Koninkrijk doorverkocht. Daarmee heeft Betts een probleem: zijn waar voldoet niet aan de oorsprongsregels in het Brexit-akkoord. De EU stelt dat alleen producten die voor het merendeel op het Britse eiland zijn gefabriceerd tariefvrij Europa in mogen. Voldoet een product daar niet aan, dan gelden alsnog handelstarieven. Daarnaast zijn er allerlei douaneformulieren nodig om aan te tonen waar iets vandaan komt.

Daardoor moet Betts voor zijn kantoorartikelen én extra invoerrechten rekenen én een flinke stapel papierwerk verwerken om alles het Kanaal over te krijgen. “Er zijn talloze bedrijven zoals het onze, die afhankelijk zijn van halffabricaten uit het Verre Oosten. Je zou toch denken dat ze daar meer rekening mee hadden gehouden in de onderhandelingen, maar dat is duidelijk niet gebeurd.”

Zodoende klopte hij aan bij de adviseurs van het ministerie van internationale handel, die bedrijven helpen bij hun Brexitproblemen. “Nadat ik alles op een rij had gezet, kwamen ook zij tot de conclusie dat het dan maar beter is om een vestiging in de EU te openen.” Kafkaësk bijna. De regering die zo streed voor de uitvoering van het vertrek uit de Unie moet concluderen dat het voor sommige bedrijven beter is om een dependance in diezelfde EU te openen. “En laten we eerlijk zijn: die adviseur had gelijk. Er is geen andere manier om m’n bedrijf te redden. Op die manier omzeilen we die extra laag bureaucratie”, zegt Betts.

Britten verruilen voor EU-burgers

Volgens The Guardian hebben al veel meer bedrijven dit advies gekregen. Ook een bedrijf in verpakkingsmaterialen in de buurt van Cambridge kreeg te horen dat het beter was om een deel van de activiteiten naar de EU te verplaatsen. “Doen we dat niet, dan worden we op zo veel manieren gepakt. En hier hebben duizenden bedrijven last van”, zei directeur Andrew Moss tegen de krant. Volgens Moss betekent het dat hij Britten moet ontslaan en mensen in de EU voor zijn nieuwe vestiging moet aannemen.

Om dit soort onzekerheid voor te zijn had Betts al voor 1 januari een flinke voorraad van zijn spullen verscheept naar het Europese vasteland, toen dat nog zonder obstakels mogelijk was. “Daardoor zijn we tot nu toe niet in grote problemen gekomen. De orders die we nu binnenkrijgen, zijn veel ingewikkelder om uit te voeren.”

Hij is daarom in een vergevorderd stadium om een vestiging in Almere te openen. “We wilden graag een locatie niet te ver van de haven van Rotterdam, daar komen de meeste van onze materialen de EU binnen. Niets doen was geen optie, dat was een nachtmerrie geworden.”

This article is from: