Zwolle
onthaalt 750 raadsleden & griffiers op De Decentralisaties Dag zaterdag 20 september 2014 Nieuwe Buitensociëteit Martin van Rijn: ‘Misschien kwam u vandaag speciaal voor mij? Draai het dan maar om: ik ben er vooral voor u’
Raadsleden & griffiers: ‘Lastige burgers bestaan niet, kritische wel!’
Ronald Plasterk: ‘U bent deelgenoot van de grootste verandering in het openbaar bestuur sinds tijden’
Inhoudsopgave
Colofon
03 Voorwoord: de Raad weet raad!
Concept en redactie:
04 #DDD2014: wat twitterden raadsleden en griffiers? 05 Dat houdt me bezig! – verwachtingen van raadsleden en griffiers 06 Interview: An moet zichzelf opnieuw uitvinden. 10 Jos van der Lans: ‘Durf in een andere denkwereld te stappen’
Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden Art direction & opmaak:
Pankra, Den Haag Fotografie:
Serge Ligtenberg
12 Leren van elkaar in workshops, rondetafelgesprekken en luistersessies 18 Beelden zeggen meer dan duizend woorden 26 Een bewindspersoon, een panel en een zaal: voer voor verrassing tijdens ‘Raad weet raad’ 34 3D-café – wat was jouw opsteker van de dag? 36 Redouan Ait Chitt: breakdancer met/zonder beperkingen 37 ‘Een spannende tijd om raadslid te zijn’ – slotwoord van minister Ronald Plasterk 38 En? Hoe was ‘t? Raadsleden en griffiers blikken terug op 3D-Zwolle
Kijk ook op:
www.vng.nl/raadsleden www.gemeentenvandetoekomst.nl www.actieprogramma.nl www.griffiers.nl www.raadslid.nu De presentaties van het congres zijn hier te vinden. Tevens is van de dag een filmverslag gemaakt.
De Raad weet raad! In het hele land zijn gemeenten voortvarend aan de slag om de decentralisaties op het gebied van zorg, jeugd en werk te laten slagen. Er wordt hard gewerkt aan de implementatie van de drie decentra lisaties. Zeker ook bij raadsleden is er veel energie om dit traject te laten slagen. De Raadsledeneditie van De Decentralisaties Dag in Zwolle op 20 september 2014 was bedoeld om stil te staan bij de drie rollen van de gemeenteraad (kaderstellend, controlerend en volksvertegen woordigend) en samen te onderzoeken hoe deze rollen vorm krijgen bij de decentralisaties. En om goede voorbeelden te delen met collega’s en inspiratie op te doen. In een nauwe samenwerking tussen Rijk, VNG en de beroeps verenigingen van raadsleden en griffiers is deze Decentralisaties Dag georganiseerd. Het programma is ontworpen met de vier betrokken ministeries, de VNG, het Actieprogramma Lokaal Bestuur, Raadslid. nu, de Vereniging van Griffiers, en een aantal individuele gemeenten. Uiteindelijk lieten maar liefst 750 raadsleden en griffiers zich inspireren tijdens verschillende programmaonderdelen. In deze uitgave kunt u dit teruglezen én zien. Uit de vele positieve reacties die we die dag hebben gehoord, blijkt dat veel deelnemers het een nuttige dag hebben gevonden. Daar zijn wij blij mee. Want ook wij weten dat de invoering van de decentralisaties geen gemakkelijke opgave is. We hopen daarom dat dit digitale magazine helpt om de inspiratie en de energie van De Decentralisaties Dag - Raadsledeneditie opnieuw te beleven. Wij wensen u de komende maanden veel succes met de verdere invoering van de decentralisaties. Ronald Plasterk, Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Annemarie Jorritsma-Lebbink, Voorzitter Vereniging Nederlandse Gemeenten
3
Minister Plasterk verwonderd op twitter: @RPlasterk Dat de drie decentralisaties nog eens trending topic zouden worden. #ddd2014 750 gemeenteraadsleden bijeen in Zwolle.
#DDD2014 Wat twitterden die 750 bezoekers samen over de dag zelf? We hielden de stroom reacties bij. @JudithCompagner
@BBJVeen
#DDD2014 heftige opening door verhaal van An van Burik. Zet gelijk de puntjes op de i. Belangrijk is luisteren en zorgen voor elkaar.
Gehoord bij deelsessie Jeugdwet/Passend onderwijs #DDD2014: ‘We moeten af van t idee dat elk kind een project is dat moet slagen’.
@roeliebosch
@brinkster20
Precies! Den Haag moet met verantwoordelijkheid ook bevoegdheid overdragen en niet willen bepalen wat er in bijvoorbeeld Almere gebeurt.
Staatssecr Klijnsma: Ik ben er klaar mee dat mensen met een beperking altijd als laatste aan de beurt zijn #ddd2014
@AnchelaMak
@SlingerAnnie
Inwoners krijgen meer invloed in eigen buurt/gemeente. Daar horen ook rechten bij! Dat vraagt andere manier van organiseren.
Plasterk roept op om geen politiek te maken over de 3D. Dit kan wel weer bij de volgende verkiezingen. #DDD2014
@RaadslidNu
@RiancadenOuden
Bepaal nu al als raad wat je over een jaar wilt weten @Arjanwatch @griffiers #DDD2014
Mooie uitdaging! Maak als raadslid duidelijk voor de burger wat ambtelijke termen als ‘toegang’ en ‘monitoren’ werkelijk inhouden #DDD2014
@TimdeKroon
@carlyarts
Duidelijk gemengde gevoelens bij Raadsleden over de decentralisaties; waarop kunnen we sturen? Hoe gaan we transformatie inzetten? #DDD2014
Inspirerende dag gehad bij #DDD2014! Veel geleerd, nieuwe ideeën opgedaan. De dag vloog voorbij!
4
Dit houdt me gewoon bezig Met welke prangende vraag komt u hier vandaag? Dat vroegen we raadsleden en griffiers die zaterdag 20 september De Decentralisaties Dag bezochten.
Tip! Lees door op pagina 38 Co Wiskerke (Schagen)
Kregen zij antwoord op hun vragen?
Michael van de Ploeg Hillebregt (Dronten)
en Lazise
‘We verwachten dat we gaan spetteren, wat dacht je dan! De dag moet in elk geval toegevoegde waarde hebben voor alle kennis die er al bestaat. We hadden het er net nog over in de auto: onze angst is wel een beetje dat je hier weggaat met de gedachte : sorry, maar dit wisten we een jaar geleden ook al.’
‘Ik ben positief gestemd, ik denk dat het belangrijk is de decentralisaties niet vanuit een negatief oogpunt te benaderen. Benieuwd om meer over budgetten te horen!’
Agnes van Kuyen (Zoetermeer)
‘Ik hoop vooral niet dat het een politieke arena wordt. We staan voor een grote opdracht die heel veel veranderingen voor burgers gaat brengen. We moeten daarom vooral samenwerken om alles zo tot een goed einde te brengen.’
Roeland Verkade ( Capelle aan den IJssel)
Ben Brouwer, (Heerenveen)
‘Ik kom om te netwerken, om inspirerende mensen te ontmoeten. Ik ben benieuwd waar collega’s van andere lokale partijen tegenaan lopen.’
5
‘Geen vraag, meer een algemene belangstelling voor de kwestie: hoe staan mijn collega’s uit de rest van het land nu tegenover de hele transities? Hebben ze een slag in verdieping weten te maken? Ik heb zelf moeite met het tempo waarin de hele ommekeer wordt doorgevoerd. Het heet geen bezuinigingsoperatie, maar in mijn beleving is het dat wel. Ik ben benieuwd met welke moeilijkheden anderen worstelen.’
‘Dat ik hier sta lijkt normaal’
An moet zichzelf opnieuw uitvinden Drie jaar geleden werd An van Burik (28) geschept door een auto. Op weg naar de verjaardag van een vriendin. An stak over, de bestuurder zag haar niet. Zo’n ongeluk dat iedereen kan overkomen. Het veranderde An voorgoed. Haar ervaring maakte diepe indruk op de 750 aanwezigen in Zwolle. Wij spraken haar voorafgaand aan De Decentralisaties Dag.
Voordat de auto haar fiets raakte, lachte het leven An toe. Ze had haar bachelor Communicatie- & Informatiewetenschappen afgerond, werkte fulltime en woonde samen met haar zus in Utrecht waar ze genoot van alles dat een grote stad te bieden heeft. In haar hoofd groeide een droom. An wilde gaan studeren aan de Erasmus Universiteit. Early Modern Intellectual History, over de vorming van politiek Europa. An wilde the big picture doorgronden. En daarna iets doen met internationale betrekkingen. Of minderheidsstudies. Maar die keuze was een zorg voor later. Eerst mocht ze genieten van zichzelf.
Aap uit de mouw Die droom viel in duigen. Dat gebeurde niet in één klap. Na het ongeluk ging An gewoon nog naar het verjaardagsfeestje. Waar ze zich versuft en raar in het hoofd liet ophalen door haar zus, dat wel. Daarop volgde duistere periode waarin An, niet wetend wat ze mankeerde, de grip op haar leven verloor. Ze verloor haar overzicht, haar baan en veel vriendschappen. Pas na negen maanden kwam de aap uit de mouw: niet-aangeboren hersenletsel. An: ‘Contusio Cerebri heet het in de boeken. Een hersenkneuzing dus. Voor mij betekent het dat ik cognitieve functies en overzicht mis. Dat kan hele basale vormen aannemen. Tijdens de afwas vergeet ik gewoon wat ik aan het doen ben. Alles duurt zó lang.’
AN VAN BURIK: ‘TIJDENS DE AFWAS VERGEET IK GEWOON WAT IK AAN HET DOEN BEN’
Overgestapt op planten Ook lijken haar hersenen gestopt te zijn met filteren van signalen. Omgevingsgeluiden komen bij An op volle kracht binnen. Licht kan ze moeilijk verdragen. ‘Ken je Pump Up The Jam van Technotronic, die pulserende nineties-clip? Zo ervaar ik een normaal gesprek op straat.’ Het meisje dat voor haar ongeluk van festivals, feestjes en films hield, moet nu mensenmassa’s mijden. ‘Qua hobby ben ik overgestapt op planten. Dat tempo kan ik aan’, zegt ze met een ironische blik in haar ogen. ‘Ik ga vooral goed met de cactus. Die kan ik nog eens vergeten water te geven.’ Kortom: An moet zichzelf opnieuw uitvinden. Iets dat haar steeds beter lukt. Ze kent haar grenzen steeds beter. Al gaat het met vallen en opstaan. Een relatie, haar eerste en laatste na het ongeluk, liep stuk. ‘Ik deed veel te hard mijn best om “normaal” te doen. Ik joeg mezelf totaal over de kop. Na een paar maanden sloeg mijn stemming om door totale vermoeidheid. Die jongen kon er niks aan doen.’ En zo leerde An weer een les. ‘Een harde dit keer.’
In een tijd waarin ‘maatwerk’ het toverwoord lijkt, is An een kansrijk rolmodel. An heeft namelijk niet heel veel hulp nodig. Ze woont zelfstandig, in Zuilen. Mensen die haar niet kennen, zien niets van een handicap. Haar hersens mogen dan gekneusd zijn, haar welbespraaktheid en intelligentie hebben niets te lijden gehad. En dat is een geniepige valkuil, want er is wel degelijk iets niet in de haak. Anderhalf uur ambulante begeleiding van een NAH-professional per week volstaan echter om An de structuur te geven waarbinnen ze kan werken aan haar hervonden zelfvertrouwen. Daarnaast heeft ze een re-integratie-begeleidster, die ook alles van niet-aangeboren hersenletsel weet. Elke dinsdag en donderdag werkt An bij Boogh, een speciale plek voor mensen met
7
een afstand tot de arbeidsmarkt. Tussen de bedrijven door kan An hier even gaan liggen. Bij Boogh maakt ze indruk op haar jobcoach en collega’s. Waar An minzaam spreekt over administratieve klusjes, valt collega Bianca haar bij. ‘Joh, ze is veel te bescheiden. An zet hier het hele dossiersysteem opnieuw op.’ Het werk maakt An gelukkig. ‘Het betekent dat je meetelt, dat je ertoe doet.’ Bovendien heeft An een gezonde hekel aan haar uitkering. ‘Niet zelfstandig mijn inkomen kunnen vergaren, ervaar ik als een groot gemis.’
‘Tevreden zijn met hoe het gaat’ ‘Mensen die uw hulp nodig hebben, willen die eigenlijk helemaal niet’, hield An van Burik de zaal voor na haar indrukwekkende verhaal. ‘Ik wil heel graag vinden dat ik tevreden ben met hoe het gaat. Ik woon zelfstandig, ik doe zelf mijn administratie, ik kan met u praten. Maar dat is niet het hele verhaal. Kijk verder dan wat u ziet, vraag door. Dat wil ik u meegeven.’
Vooruit kijken
Luister hier nog een keer naar het verhaal van An van Burik
An heeft structuur en regelmaat nodig, aangeboden door vertrouwde mensen die alles van NAH weten en haar continu vertellen wat ze wél goed kan. ‘Dat is cruciaal voor mijn ontwikkeling en geluk.’ Berichten over bezuinigingen boezemen haar soms angst in. ‘Stel dat mijn vaste begeleiders worden ingewisseld voor anderen omdat hun werkgever een aanbesteding heeft verloren… dat zou vreselijk zijn. Zij kennen me, weten wat werkt en
kunnen omgaan met NAH.’ Met de hulp die ze nu heeft, durft An weer vooruit te kijken. ‘We zaten net over het ongeluk te praten en het leek ineens zo lang geleden’, zegt An. Een goed teken! ‘Het leven lacht me weer toe. Heel anders dan voor het ongeluk, maar toch. Ik heb er weer zin in.’
8
C ULT U U RPS YCHOLOOG JOS VA N D ER L A NS:
‘Durf in een andere denkwereld te stappen’ Knuppeltjes in hoenderhokken, daar houdt cultuurpsycholoog en journalist Jos van der Lans wel van. Dus opende hij zaterdag het congres met een paar pittige oneliners, hier en daar een steek onder water, veel humor en een zinnige uiteenzetting van de herkomst van de decentralisaties.
Gemeenten zijn er niet klaar voor, is een echo die Jos van der Lans meer dan eens in de media hoort. Net als dat andere gerucht: Ze moeten nog beginnen. Hij haalt er zijn schouders over op. ‘U mag me tegenspreken hoor, maar ik ben nog geen gemeenten tegengekomen die dat letterlijk nazeggen. Integendeel, ik zie dat er heel hard gewerkt wordt aan het herschikken van panelen.’
Pamperen we niet teveel? Dat de decentralisaties van zorg een pure bezuinigingsslag zijn, is een ander misverstand dat Jos van der Lans wil ontkrachten. In de jaren na de oorlog werden de oorzaken van de oorlog opgelost: de wederopbouw van Nederland vatte vorm in een bejaardenorde, woningbouw, pensioenstelsels en de AWBZ. ‘Als je dat alles bij elkaar neemt, is die opbouw een krachtige prestatie.’ Een sterke staat met sterke instituties, dat was nodig. Maar ook voor discussie vatbaar. Studies uit de jaren ’80 riepen vragen op als: werkt dit wel, pamperen we niet te veel? Is de enorme kostenstijging dit alles waard? We liepen vast, het systeem is te duur, ontoegankelijk, bureaucratisch en expertocratisch - voor elk probleem hebben we een specialist, verhaalt Van der Lans. ‘Het kán niet langer op dezelfde leest, het moet anders. Gemeenten zijn onze laatste reddingsboei, jullie hebben het speelveld om echte veranderingen door te voeren en zorg weer toegankelijk te maken.’
10
Verandering van tijdperk De transitie voltrekt zich in een tijd dat er nog een andere belangrijke beweging gaande is waarmee gemeenten rekening moeten houden, gaat Van der Lans door. De grote sprongen van technologie. Hij hoorde het ontwerper en kunstenaar Daan Roosegaarde vorig jaar in Zomergasten betogen: “We leven niet in een tijdperk van verandering, we leven in een verandering van tijdperk.” Van der Lans: ‘Hebben inwoners van uw gemeente meer zorg nodig? Nee, mensen hebben meer mogelijkheden om de zorg te organiseren. Dat betekent een mentale revolutie. Voor u. Durf in een andere denkwereld te stappen. Hoe kunnen we mensen meer betrekken bij de zorg? Uw inwoner heeft meer mogelijkheden, maar u net zo goed.’
Knuppeltjes van Van der Lans • ‘ Wijkteams? Stop maar met die aanpak, dat is een trucje van beleidsmakers’ • ‘Ik denk dat we een te grote verwachting hebben van 2015. De omslag naar gelokaliseerde zorg is al veel, de bezuiniging is een te grote stap’ • ‘De zorg dichter bij mensen brengen zou wel eens tot gevolg kunnen hebben dat mensen die zorg ook eerder vragen’
11
FOCU S O P H O O F D L I J N E N
Laat je niet leiden door de waan van de dag Hoe focust een raadslid in de hoeveelheid onderwerpen die op hem afkomen? ‘We moeten ons voorbereiden maar waarop?! Waarop?!’ Begripvol zette trainer Rob Gilsing een aantal hoofdlijnen uit.
12
Soms is een detail makkelijker vast te grijpen dan een abstracte hoofdlijn, verzucht een raadslid halverwege de presentatie. Ze wil maar zeggen: je laat je zo gauw meeslepen door de waan van de dag. Dat is het ‘m nou juist, reageren anderen om haar heen. ‘Ik word als raadslid continu benaderd door inwoners van mijn stad. Zo ben ik ook in de raad gekomen, op basis van hoe ik me presenteerde tijdens een situatie.’ Dat is het spanningsveld waarin raadsleden zich elke keer bevinden: het incident versus de hoofdlijnen, vult een griffier aan. Maar de conclusie van Rob Gilsing liegt er niet om. ‘Om grip te krijgen op dat wat op je afkomt, zul je je moeten richten op dat waar je voor opgesteld staat: kaders stellen, controleren en als volksvertegenwoordiger inzicht ontwikkelen in de doelgroep waarover het gaat.’ Zo, we zijn weer bij de les.
‘Ik begin het te snappen’ Heb je die grip?, is de vraag die Gilsing de zaal voorlegt. Een mannetje of 15 steekt zijn hand op bij het antwoord: ik begin het te snappen. Even zoveel mensen hebben een beeld bij de aard van de decentralisaties, een stuk minder bij de omvang. Slechts twee aanwezigen hebben “enigszins” zich op de budgetten
die met hun taken zijn gemoeid. ‘Ik ben al blij dat ik het tot nu toe overzie.’
Voor een voldongen feit Heeft uw raad zijn invloed voldoende kunnen doen gelden bij het formuleren van het beleid?, wil Gilsing nog weten. Sommigen schudden hun hoofd. ‘Dat kan ik ook niet overzien’, zegt een raadslid. ‘We hebben cijfers over zorggebruik ontvangen van de overheid en van diverse instanties. Daar zit al zoveel discrepantie tussen, dat we hebben afgesproken: we handhaven het huidige beleid en zien in de loop van volgend jaar wel, waarop we moeten bijsturen.’ Daar kun je toch nu al op aansturen?, vindt een collega aan de andere kant van de zaal. ‘Bij veel onderwerpen lijkt het alsof je voor een voldongen feit wordt gesteld; zo heeft het college het afgesproken, dus daar heb je als raad maar te schikken. Wij hebben afgesproken met het college: we snappen de druk omwille van de transitie, maar voor de transformatie nemen we de tijd.’
Vier hoofdzaken op rij Als ‘amateurs’ staan veel raadsleden tegenover een college met meer capaciteit. Je moet je dus wel richten op de hoofdzaken. Gilsing heeft er een aantal op een rijtje gezet: • Formuleer je doelstellingen Er is een verschil in wát je wil bereiken en hóe je dat wilt bereiken. Jij staat opgesteld voor het wat, niet voor het hoe. • Stel als gemeenteraad duidelijke financiële kaders Realiseer je dat daarin een lange adem gewenst is. Preventie vertaalt zich niet meteen in een lager gebruik van zorg, dat zie je pas terug op langere termijn. • Zorg voor een gedegen inzicht in aard en omvang van de problematiek Heb contact met de mensen om wie het gaat, vraag hen wat zij zelf belangrijk vinden. Dat helpt je bij het formuleren van je beleid. • Formuleer eisen met betrekking t ot kwaliteit ten aanzien van voorzieningen. Hoe actief is de griffie? Daarover kun je afspraken maken.
13
GR I P O P GE L D
Gemeente Eindhoven deelt financiële tips Gemeenten krijgen een derde van hun budget erbij om de decentralisaties uit te kunnen voeren. Hoe houden raadsleden grip op dat geld? Drie vertegenwoordigers van de gemeente Eindhoven vertelden over hun ervaringen. In een overvolle bovenzaal delen Conny Muyrers (controller) Marcel Oosterveer (raadslid) en Ernst Vissers (hoofd sector Control) van de gemeente Eindhoven hun best practices over budgetbeheer bij de decentralisaties. Zijn zij koplopergemeente?, wil iemand uit de zaal weten. ‘Daar waag ik me niet aan’, zegt Ernst Vissers. ‘Maar we willen wel graag ervaringen delen zodat jullie niet in dezelfde valkuilen trappen.’ Geld is belangrijk, maar uiteindelijk is de zorg die je aan mensen kunt geven het belangrijkste, stelt Marcel Oosterveer. ‘Vandaag willen we jullie wat kaders laten zien die je al aan de voorkant van het proces kunt meegeven. Belangrijk: richt je bij het beheer van je financiën op de hoofdlijnen, ga niet bij ieder incident kijken of de financiële afspraken overhoop moeten worden gegooid.’ De belangrijkste tips uit Eindhoven waren:
raat op welke moment je als raadslid op financiële afspraken wilt bijsturen. Oosterveer: ‘Sturen vanaf de achterbank, noemen we dat.’
1: Stel eerst samen kaders vast
4: Stuur op normen
Vaak gaan gemeenteraad en college meteen in discussie over details (‘hoe willen we deze regeling uitvoeren?’), terwijl het goed is om met elkaar eerst kaders van het budget voor de decentralisaties vast te stellen. Bijvoorbeeld: mogen andere posten van de begroting ook worden ingezet voor de decentralisaties? In de praktijk blijkt dat het later, als je wel over de details gaat praten of als er financieel iets mis dreigt te gaan, heel prettig kan zijn om op deze algemene afspraken terug te vallen.
Nogmaals: het is onmogelijk voor raadsleden om alle ins en outs van de begroting in het oog te houden en zo te controleren of de gemeente financieel gezond is. Daarom hanteert Eindhoven het principe van sturen op normen. Samen met college en ambtenaren worden algemene afspraken gemaakt, bijvoorbeeld hoe groot het weerstandsvermogen van de gemeente moet zijn. Raadsleden kunnen deze algemene normen in de gaten houden zonder in detail te hoeven napluizen hoe die normen precies gehaald worden. Visser: ‘Let op: het met elkaar bepalen van die normen is een moeilijke opgave, met elkaar moet je vaststellen welke punten voor jullie gemeente belangrijk zijn.’
3: Raadpleeg je accountant De grote accountantskantoren werken niet alleen voor jouw gemeente, maar ook voor andere. Zeer waarschijnlijk hebben ze ook contacten bij de rijksoverheid. Win daarom informatie in bij je accountant over hoe ver je bent bij het neerzetten van de decentralisaties. Voor gemeenteraden die dat nog niet hebben: roep een commissie in het leven die geregeld contact heeft met de accountant. Eindhoven heeft met zijn accountant afgesproken dat hij workshops organiseert, niet specifiek over de jaarrekening, maar meer met algemene adviezen over ontwikkelingen die voor de stad van belang zijn.
2: Stuur vanaf de achterbank Raadsleden hebben nu eenmaal geen tijd om de volledige begroting van de gemeente tot in de finesses te kennen. Maak daarom afspraken met college en het ambtelijk appa-
14
15
OOG I N O O G M E T D E B U RGE R
‘Lastige burgers bestaan niet. Kritische burgers wel’ Een volksvertegenwoordiger heeft soms zware ontmoetingen met inwoners. Als laagdrempelig aanspreekpunt, met een bekend gezicht van de verkiezingsposters, worden ze regelmatig aangeklampt. Peter van der Geer helpt met tips en trucs. ‘Een wethouder interrumperen is makkelijker dan een gesprek met een mondige burger’, verzucht een raadslid op weg naar zaal 2a in de Nieuwe Buitensociëteit. Daar wacht Peter van der Geer van Debat.nl met zijn workshop Oog in oog met de burger. Twintig raadsleden uit alle windstreken schuiven aan. De workshopleider begint met de vraag of de aanwezigen de problematiek herkennen. ‘Zijn burgers lastig?’ Een toehoorder: ‘Welnee, lastige burgers bestaan niet. Kritische burgers wel!’ Trainer Peter maakt een opgetogen hupje. Het uurtje Help een burger, wat nu begint met toneelspel. De raadsleden spelen drie scenario’s uit. Als eerste is er een gesprekje op weg naar de buurtsuper met een boze meneer, gespeeld door trainer Peter. Zijn mening: ‘Dat wordt he-lemaal niks met die participatiesamenleving!’ In een klein groepje hebben raadsleden zich voorbereid op het vuurtje aan hun schenen. Joyce Appel, VVD-raadslid in Renkum: ‘Je moet vooral vragen stellen. Hoe zit het? Door vragen te stellen toon je belangstelling én breng je een conversatie verder.’
‘U heeft gelijk’ Haar groepsgenoot mag tegenspel bieden aan de boze burger. Ze doet iets relatief onverwachts door de man gelijk te geven. Maar daarna neemt ze iets te snel het gesprek over. ‘Volgens mij gaat het om wederkerigheid.’ Dan grijpt het publiek in. Is dit nou de bedoeling? Trainer Peter waarschuwt voor de valkuil om in zulke gesprekken een partijprogramma af te raffelen. ‘Ik hoor het u zeggen en wat wij ervan vinden is dit. Gevaarlijk. Dan kan de burger
16 12
zich niet gehoord voelen.’ De tip voor straatgesprekjes is duidelijk: zender uit, ontvanger aan.
Gouden tip Het tweede scenario is dat van een fractiespreekuur. Een verontruste burger vraagt aandacht voor zijn hulpbehoevende schoonmoeder. Die mag niet tussen wal en schip vallen. Na wat te verwachten hilariteit rond het fenomeen “schoonmoeder” komen er pittige dilemma’s om de hoek kijken. Waar stopt begrip en begint het verdedigen van een beleidsvisie? Wanneer duik je van het specifieke in het algemene? Peters tip om een algemeen verhaal specifiek te maken en een specifiek verhaal juist algemeen, leidt tot verdeelde reacties. Een kritische deelnemer: ‘Dan zet je verhalen naar jouw hand en dat is nou net waardoor burgers een kloof ervaren tot de politiek.’
Dapper Nog heftiger wordt het in het scenario Café op Stelten. Alle raadsleden mogen meespelen als woedende burgers, verzameld tijdens een informatiebijeenkomst in een kroeg na een gezinsdrama. Het gaat de raadsleden wonderbaarlijk goed af. Jan Prins uit Westland heeft de ondankbare taak om de verantwoordelijk wethouder te spelen. Meteen nadat hij zich voorstelt, roept de zaal het uit. ‘Wáár is de burgemeester?’ Jan houdt dapper stand. Totdat Peter afsluit met misschien wel de gouden tip: ‘Ga je in debat met de burgers, dan verlies je altijd! Ga je in dialoog met de burgers win je altijd allebei.’
Oog in oog met de burger? Een paar tips • Gebruik LSD. Luisteren, Samenvatten, Doorvragen •N eem een open houding aan (nooit de armen over elkaar!) • F eiten zijn feiten. Daar hoef je niet lang over te praten • Praat pas nadat je hebt geluisterd • Maak wat specifiek is algemeen en wat algemeen is juist specifiek • Begrijp voordat je begrepen wordt •E en raadslid is een ambassadeur van de gemeente. Ook raadsleden van de oppositie • I n debat met een burger verlies je. In dialoog met een burger win je allebei
17 13
18
19
H OE & WAT VA N D E W MO
Vragen en tips in hoog tempo Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. In een deelsessie werden de wet en de belangrijkste aandachtspunten nog eens op rij gezet.
Het is nog ochtend, dus uit de goed gevulde zaal stijgt een monter, verwachtingsvol geroezemoes omhoog. Elly van Kooten (directeur Maatschappelijke Ondersteuning bij het ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Linda Hazenkamp (beleidsmedewerker VNG) vertellen hoe de Wmo op hoofdlijnen en de modelverordening van de Wmo in elkaar zitten. De modelverordening is een uitwerking van de landelijke wet die gemeenten de ruimte geeft om beleid te maken dat past bij hun specifieke situatie.
Fundamenteel In vogelvlucht wordt de Wmo doorgenomen, waarbij het accent uiteraard ligt op taken die de gemeente op zich moet nemen. Neem het intakegesprek dat de gemeente met de cliënt moet voeren. ‘Wij bevelen aan om in dat gesprek ook de mantelzorger aanwezig te laten zijn, zodat deze kan meepraten over de vraag wat een cliënt wel en niet zelf kan.’ Uit de zaal volgt even later een fundamentele vraag: ‘Welke definitie
van mantelzorg wordt er gebruikt?’ Van Kooten: ‘De wet hanteert als definitie dat je meer dan gebruikelijk, en op vrijwillige basis, voor iemand zorgt.’ Maar wat is dan precies gebruikelijk?, wil een ander weten. Van Kooten: ‘Dat laten we aan de gemeente. Wij willen juist dat er per persoon en per geval wordt bekeken wat het beste is.’
Fraude Tijdens de behandeling van de modelverordening volgen vragen en tips elkaar in hoog tempo op. ‘Hoe weet de cliënt straks hoe het proces in elkaar zit?’ Hazekamp: ‘Daar moet goede voorlichting over komen, de gemeente is daarvoor verantwoordelijk. Per 1 januari moet al dat voorlichtingsmateriaal er zijn.’ Even later vertelt Hazekamp over de klachtenregeling Wmo, die elke gemeente moet hebben. ‘Veel raden hebben een ombudsfunctie ingesteld. Met al die nieuwe regels kun je je voorstellen dat het in het begin prettig is voor gemeenten en cliënten om een onafhankelijke bemiddelaar
te hebben.’ Wéér een hand uit de zaal: ‘Waar zit het controle-instrument om fraude met het persoonsgebonden budget (PGB) te voorkomen?’ Hazekamp: ‘Een hele goede vraag. De gemeente moet bij een PGB-aanvraag controleren wie de zorgaanbieder is. Heeft de gemeente daar geen vertrouwen in, dan moet het PGB niet worden verstrekt. Wordt het PGB goedgekeurd, dan moet de gemeente aan de SVB (de Sociale Verzekeringsbank) aangeven om welke zorgaanbieder het gaat, om hoeveel uur en om welk tarief.’ Elly van Kooten geeft nog een laatste boodschap mee. ‘Het feit dat het Rijk iets overdraagt aan de gemeenten wil nog niet zeggen dat we onze handen ervan aftrekken. We blijven een ondersteunende rol houden.’ Geïnteresseerd in de modelverordening? Klik hier.
Wmo 2015 in een notendop De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015 stelt gemeenten in staat om nieuwe vormen van ondersteuning aan te bieden en ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontzien. Daarnaast geeft de wet ruimte aan een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis. De gemeente is wettelijk verplicht te onderzoeken wat de situatie is van mensen die zich melden met een ondersteuningsvraag. Dat onderzoek vindt plaats samen met de cliënt en zijn omgeving. In dit onderzoek kijkt de gemeente wat iemand zelf nog kan en hoe de omgeving kan ondersteunen. Ook kijkt de gemeente naar de zorg en ondersteuning die iemand al krijgt vanuit andere wetten, zoals de Participatiewet of de Jeugdwet. Uit het onderzoekt blijkt of de cliënt ondersteuning nodig heeft. Iedere gemeente organiseert dat onderzoek op een eigen manier. De gemeente kan onder voorwaarden een persoonsgebonden budget (PGB) verstrekken.
21 13
L ER E N RO N D D E TA F E L
‘Kijk beter naar het rendement van mensen’ Welke lessen leren raadsleden en griffiers van elkaar? Aan drie ronde tafels zochten workshopdeelnemers elkaar op om onder leiding van Marian de Kleermaeker en Jean Eigeman van gedachten te wisselen. We legden ons oor te luisteren. Douwe Oosterveen, gemeente De Wolden: ‘Wij denken vooral na over de vraag hoe we mensen na verloop van tijd weer uit die zorg krijgen. Want wie zegt dat zorg per se langdurig moet zijn? Dat willen we goed gaan monitoren, we verwachten dat daar te besparen valt.’
Richard Kruijswijk, gemeente Bloemendaal: ‘Onze raad heeft visies goedgekeurd die naar mijn smaak nogal vaag zijn. Nu worstel ik met vragen als: wat kost dit allemaal, wie is erbij betrokken en hoe ziet die zorg er straks uit? Hoe doen jullie dat?’
Douwe Oosterveen, gemeente De Wolden: ‘We hebben een avond met cliënten belegd en hen gevraagd: wat krijgt u nu, en wat verlangt u straks van ons? Daarop hebben we onze kadernota gebaseerd. Als je met zorgaanbieders praat krijg je vooral informatie over producten, waarvan het de vraag is of je die straks wel nodig hebt.’
Rick Brink, gemeente Hardenberg:
Dirk Tuithof, gemeente Heerenveen:
‘Kijk naar het rendement van mensen. Ik zit vanwege mijn beperking in een rolstoel. Bij een hulpvraag krijg ik vaak te horen: dat kost te veel. Dan denk ik: geef me die zorg, dan is er op lange termijn meer uit me te halen. Maar op zo’n moment wordt daar niet naar gekeken.’
‘Logisch, zorgorganisaties moeten zichzelf in stand houden. Daar waar geld te verdelen is, mengen zich partijen die op geld uit zijn. Het is de kunst om langs die partijen heen te kijken naar wat een cliënt werkelijk nodig heeft.’
22 12
Henk Minkhorst, gemeente Lingewaard: ‘Om die reden betwijfelt onze partij (Lokaal Belang) de meerwaarde van gebiedsteams. Waarom moeten partners die al jaren samenwerken zich verenigen in een nieuw orgaan? Ik proef bij de decentralisaties de neiging te uniformeren. Wij willen dat niet. We zitten tussen Arnhem en Nijmegen in, daar spelen stadse problemen die wij niet hebben. We trekken op in de regio waar dat noodzakelijk is, maar anders gaan we lokaal zoveel mogelijk onze eigen gang.’
Aranka Verwoort, gemeente Zutphen: ‘Gebiedsteams spelen een sleutelrol. Maar ik vraag me wel af hoe we voorkomen dat we logge organen creëren. Als ik hoor hoeveel gemeenten straks moeten monitoren en vastleggen en zelfs verslagen van gesprekken met cliënten moeten documenteren om te kunnen delen met het ministerie van Sociale Zaken, dan denk ik: over 3 jaar word ik erop afgerekend dat er een nieuwe bureaucratie is ontstaan.’
I NFO RM ATIEM A RKT
Neuzen tussen buttons en invulformulieren Folders, buttons, pennen en vooral invulformulieren. Op de informatiemarkt slenterden congresgangers langs het aanbod van onder andere Raadslid.NU, de Vereniging van Griffiers en het Actieprogramma Lokaal Bestuur.
Stan Poels, raadslid Groen Links gemeente Wijdemeren verdiept zich in een lidmaatschap van Raadslid.NU: ‘Ik baal van het beeld dat er van ons bestaat. We zouden te afstandelijk zijn, alleen op processen zijn gericht en geen oog hebben voor de burger. Ik ben raadslid geworden om het tegendeel te bewijzen. Toegegeven, lange tijd verscholen we ons te vaak achter de deuren van het gemeentehuis. De decentralisaties vragen van ons dat we de boer op gaan. Goed dat de beroepsvereniging voor raadsleden zich inzet voor onze rechtspositie, dat kunnen we wel gebruiken.’
24
Roelie Lenten, projectleider van het Actieprogramma Lokaal Bestuur: ‘Het ALB organiseert vaker dit soort bijeenkomsten onder de noemer Raad op zaterdag. Altijd een succes! Vandaag steken voorbijgangers vooral folders over social media en burgerparticipatie onder hun arm. Ik wijs ze op de nieuwe video’s en raadgevers van de VNG voor raadsleden over de decentralisaties in het sociaal domein.’
Roelien Heemsbergen, procesmanager van de Vereniging van Griffiers: ‘Ik merk dat mensen hier vooral samenkomen om te netwerken. Dat vind ik mooi om te zien. Net sprak ik een voorbijganger die vertelde dat raadsleden in zijn gemeente het niet eens konden worden over wat de griffier voor hen zou kunnen betekenen. ‘Die heeft het moeilijk’, bedacht ik. Toen heb ik m’n visitekaartje afgegeven.’
25
DEELNEMERS DISCUSSIËREN TIJDENS DE RAAD WEET RAAD
‘U mag het zeggen’ Hoe weet je of je op de goede weg zit? Bij veel griffiers en raadsleden lag die vraag op de lippen tijdens de deelsessies met bewindslieden. Maar in plaats van een vraagantwoord interview met Van Rijn, Plasterk, Jorritsma en Klijnsma, gingen de deelnemers met elkaar in gesprek. Een volle zaal, een panel en een populaire politicus. Voer voor verrassing.
26
STAATSS ECRETA RIS MA RTIN VAN R IJN:
‘Nederland snakt naar goede voorbeelden’ ‘U bent misschien voor mij gekomen, maar draai het om: ik ben er vooral voor u.’ Dankbaar knikken de hoofden van griffiers en raadsleden naar de spreker: staatssecretaris Martin van Rijn. ‘Laten we de werkelijkheid maar onder ogen zien: burgers vertrouwen de gemeente niet automatisch.’ Het is even slikken, maar instemmend gemompel maakt duidelijk dat staatssecretaris Van Rijn deze middag niet ver van de roos zit. Het gezicht van de gemeente verandert, raadsleden worden door de transities anders bekeken door de inwoners van hun stad of dorp. Hoe ga je daarmee om? Waar moet je in dit stadium van verandering op letten? En, belangrijk, hoe betrek je de burger bij je beleid? ‘Daar gaat het om’, gooit Van Rijn er nog bovenop. Natuurlijk, de betaalbaarheid van zorg is een vraagstuk dat we moeten tackelen. Maar de grote drijfveer achter de transitie is de zorg weer bij de burger te brengen. ‘Met meer keuzevrijheid voor regie aan de ene kant en saamhorigheid aan de andere kant. Hoe vind je daarin een balans?’
Een teer puntje Alweer de spijker op de kop. Want uit vragen die het panel de zaal stelt, blijkt wel dat veel gemeenten nog zoekende zijn naar die balans. Wat leg je vast in een verordening, en wat niet? Daar hebben de raadsleden uit Overijssel zo hun twijfels over. ‘Ik stel kadernota’s vast waarvan ik niet weet hoe het straks gaat werken’, geeft een raadslid uit Hellendoorn toe. Een raadslid uit Hengelo weet: het keukentafelgesprek, dáár moet het goed gaan. Maar dat is tegelijk het tere punt. ‘Ons college
vindt dat ambtenaren dat goed zouden kunnen, de raad denkt daar anders over. Die wil dat professionals bij mensen thuis komen. Daar zijn we nog steeds niet over uit.’
Veel in gesprek Herkenbare worstelingen, vindt Van Rijn. Het Rijk schaft de centrale indicatiestelling af om meer ruimte te creëren voor zorg op maat en diversiteit; nu moeten gemeenten het niet zó willen inregelen, dat ze zich vastleggen in een nieuwe bureaucratie. ‘De verhouding tussen Rijk en gemeente verandert dus ook. We moeten nog veel in gesprek met elkaar.’
Verantwoordelijkheid loslaten Een inkoppertje voor panellid Marisa Grotens-Pleyte. Want die vraagt zich af: ‘Als de gemeente straks al die taken moet uitvoeren, laat het Rijk dan ook eindelijk meer verantwoordelijkheid los?’ Wat Van Rijn betreft wel, bevestigt hij. ‘Met de kanttekening dat gemeenten blijven streven naar een integraal sociaal domein. We moeten niet hebben dat we straks de zorg hebben gedecentraliseerd, maar dat er alsnog schotten staan tussen de verschillende terreinen.’ Een speciale transitiecommissie gaat die beweging monitoren. Als blijkt dat in gemeenten alsnog teveel eilandjes overblijven, zullen betrokkenen ter plaatse daarop aange-
27
sproken worden, of zal Van Rijn als dat nodig is kijken of het stelsel aangepast moet worden.
Een ambtelijke koker ‘We hebben het voortdurend over toegang’, legt een raadslid uit de gemeente Noordenveld aan Van Rijn voor. ‘Maar wat betekent zo’n begrip? Realiseert u zich dat dat uit een ambtelijke koker komt? We maken plannen voor de komende jaren, maar ik ben bang dat de praktijk ons nog heel wat gaat leren. Ik hoop dat u en uw ambtelijk apparaat gemeenten dan ook de tijd geven om na 2015 waar te maken van wat nu ons voornemen is. De tijd tot aan 1 januari is kostbaar, maar de tijd erna net zo goed.’
Kwaliteit hoog houden Als je het hem vraagt begint het voor Van Rijn nu pas. Gemeenten moeten de tijd krijgen om hun plannen tot uitvoering te brengen, bevestigt hij. ‘En voor mij geldt dat ik moet monitoren of alles landt. Is dit de zorg van de toekomst? Ik wil de kwaliteit hoog houden, dan is mijn zorg.’ Het komende jaar gebruikt hij om op tournee te gaan, ‘om goede voorbeelden te halen in regio’s waar het ook erg goed gaat. Nederland snakt naar goede voorbeelden, dat is me wel duidelijk geworden.’
‘Slim jatten moet voor ons allemaal een professie worden’ Tijdens de deelsessie met Annemarie Jorrtisma ging een panel in gesprek met raadsleden. Zo ontstond een levendige potpourri van vragen, antwoorden en hartenkreten. Er kon geen kip meer bij in de broeierige bovenzaal, waar gemeenteraadsleden en griffiers het gesprek aangingen over de decentralisaties. Annemarie Jorritsma, voorzitter van de VNG, werd terzijde gestaan door Marcel Punte (raadslid gemeente Eindhoven), Gézieta van den Belt (raadslid gemeente Westerveld), Jo Coerwinkel (raadslid gemeente Ubbergen) en Gert Jan Fokkema (griffier gemeente Meppel).
Wal en schip Onder leiding van Elisabeth van den Hoogen ging de zaal met elkaar in
28
gesprek over vragen en dilemma’s die leven bij gemeenteraadsleden. Daarbij viel vooral op dat deelnemers zich zorgen maken over de gevolgen van de decentralisaties voor de burger. Zo vroeg een raadslid uit Heerlen zich af: ‘Per 1 januari valt het hele zorgnetwerk weg en wordt vervangen door een nieuw systeem. Wat als er mensen tussen wal en schip vallen?’ Annemarie Jorritsma ging daar meteen op in. ‘Ten eerste: u stelt het nu voor alsof de huidige situatie de hemel is en dat het straks de hel wordt. Ik ben ervaringsdeskundige, in verband met mijn moeder, en ik kan u vertellen: het is
geen hemel. De overstap van zorgtaken naar gemeenten kan ervoor zorgen dat de situatie juist verbetert. Wie in kaart moet brengen welke burgers tussen wal en schip raken? U! Door duidelijke kaders te stellen (bij de uitvoering van de wet, red.)’
Dialoogtafels Ook de juiste communicatie richting burgers is een duidelijk heet hangijzer. Een ander raadslid: ‘Voor veel burgers zijn de veranderingen in de zorg moeilijk te begrijpen. Hoe leggen we het aan hen uit?’ Gézieta van den Belt schoot te hulp. ‘In Westerveld hebben we zogeheten dialoogtafels opgesteld, contactpunten voor burgers om met raadsleden te praten over de veranderingen. De raadsleden zitten daar nadrukkelijk zonder politieke agenda. Dat is misschien een idee? Een andere laagdrempelige manier voor burgers om vragen te stellen is digitaal, via de site www.bucketline.nl.’ Annemarie Jorritsma vulde aan: ‘Als het gaat om het krijgen van zorg zijn er op dit moment twee soorten burgers.
Ten eerste degenen die bang zijn om hun huidige zorg kwijt te raken, maar feitelijk verandert er voor hen weinig. Ten tweede de burgers die nog geen gebruik maken van zorg. Met hen moeten gemeenten de dialoog aangaan om uit te leggen waar ze naartoe moeten als ze iets nodig hebben. Dat is een gemakkelijke dialoog, want voor hen moet het juist allemaal eenvoudiger worden.’
Goede initiatieven Aan het einde van de sessie deed gespreksleider van den Hoogen haar best om zoveel mogelijk vragenstellers nog aan het woord te laten. De tijd om diep in te gaan op elk dilemma was te kort. Daarom drukte Jorritsma iedereen op het hart om vooral gemeenten met elkaar ideeën te laten uitwisselen. ‘De echte transformatie van zorg en ondersteuning komt na het transitiejaar 2015. In die periode moet slim jatten voor ons allemaal een professie worden, met andere woorden: van elkaar leren. Een paar gemeenten hebben bijvoorbeeld een casus-overleg met elkaar ingesteld, dat zijn hele goede initiatieven.’
29
Meer weten over de dialoogtafels? Kijk hier op de website. Kijk ook op de VNG pagina ‘raadsleden & decentralisaties’ voor voorbeelden en informatie.
Aan de keukentafel met Ronald Plasterk
Besluiten nemen met gezond boerenverstand Zo zou je het eigenlijk dagelijks willen: even buurten bij een bewindvoerder, wijze lessen opsnuiven en weer door. Diverse raadsleden en griffiers schoven zaterdag hun stoel bij aan de keukentafel van minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Een bloemlezing van vragen en antwoorden.
Lachend en handen schuddend neemt minister Ronald Plasterk zijn stoel naast het panel aan de keukentafel. Gespreksleider Ruben Maes kijkt de zaal aan. ‘Geachte dames en heren, in Den Haag zijn de belangrijkste besluiten rondom de decentralisaties nu wel zo’n beetje genomen, nu moet ú het voor 1 januari allemaal voor elkaar krijgen. Heeft u dilemma’s? Problemen? Stap naar voren, u kunt ze hier kwijt.’ Dat hoeft hij geen twee keer te zeggen. Lavinja de Jong, raadslid gemeente Vlist: “Per 1 januari worden wij onderdeel van de gemeente Krimpenerwaard en ik merk dat raadsleden veel moeite hebben met de inhoud van de decentralisaties, ook al worden ze ondersteund door goede ambtenaren. Wij hebben net vergaderingen gehad over de verordeningen van de Wmo en de Jeugdwet, en de eerste die aan het woord kwam, zei: ‘Eigenlijk weet ik er niet zo veel van af.’ Hoe kunnen we dan ooit toetsen wat er in de beleidsstukken staat en daar verantwoordelijkheid voor nemen? Bovendien is de samensmelting in onze nieuwe gemeente zo ingewikkeld dat het college bij het verschijnen van de conceptverordening eigenlijk zei: o wee
als je het gaat amenderen, daar hebben we geen tijd voor.”
kijken of de uitvoering moet worden veranderd.”
Douwe Oosterveen, raadslid Gemeente belangen gemeente De Wolden: “Ik herken het probleem wel, maar ik vind ‘t eigenlijk geen probleem. Je moet beseffen dat de gemeenteraad een lekenbestuur is. Wij moeten niet alle ins en outs willen weten maar ons richten op hoofdlijnen, en ons laten voorlichten door experts. Om vervolgens met gezond boerenverstand besluiten te nemen. Het is denk ik ook belangrijk om als gemeenteraadslid vooraan in het besluitvormingsproces te gaan zitten en aan het college kaders mee te geven. Op basis daarvan kunnen zij dan een verordening maken.”
De Jong: “Bedankt, dat helpt.”
Ronald Plasterk: “Ik was twee weken geleden op werkbezoek in Denemarken, waar ze deze transitie zeven jaar geleden hebben doorgevoerd. Zij zijn nog steeds bezig met verbeteren en veranderen. Het is dus echt niet zo dat er op 1 januari 2015 iets dramatisch gebeurt en de wereld anders is. Verder is het als raadslid uw taak om na deze datum te luisteren en te signaleren als er iets niet in orde is, om vervolgens te
Ronald Plasterk: “En er gaan nu ook dingen mis, hè. Ik dacht laatst: ‘stel dat er iemand tijdens het transitiejaar dood achter z’n deur wordt gevonden?’ Ik heb aan de gemeente Amsterdam gevraagd hoe vaak dat bij hen voorkwam. Het antwoord luidde: regelmatig. Laten we als zoiets straks na 1 januari gebeurt, niet meteen roepen dat de gemeente de zaak niet op orde heeft.”
31
Oosterveen: “Wij hebben bovendien afspraken gemaakt tussen het college en de raad dat we na 1 januari bij het eerste incident niet meteen de verantwoordelijke wethouder gaan slachtofferen. Maar onze partij zit dan ook in het college.” Saskia ter Kuile, raadslid gemeente Weesp: “Wij zitten in de oppositie, maar ook wij vinden dat je burgers niet moet gaan benadelen door een politiek spel te spelen. Continuïteit is nu het belangrijkste.”
‘Een indringend gesprek’ Bij staatssecretaris Jetta Klijnsma stond de Participatiewet op de agenda. De zaal en het panel gingen in gesprek over de arbeidsmarkt en mensen met een beperking.
De gemeente, en dus ook de gemeenteraad, krijgt per 1 januari een andere rol nu zij moeten zorgen voor een juiste uitvoering van de Participatiewet. Het is dus belangrijk om die andere rol, en de gevolgen van de wet, te bespreken. Al snel raakten het panel, raadsleden en griffiers met elkaar in gesprek over het vinden van werk voor mensen met een arbeidsbeperking in deze tijd van hoge werkloosheid. Staatssecretaris Klijnsma, die tot dat moment vooral had geluisterd, kwam plots met een stevige uitspraak. ‘Ik ben er zo klaar mee dat mensen met een beperking altijd als laatste aan de beurt zijn!’ De mindset hierover moet veranderen, luidde uiteindelijk de conclusie in de zaal. Niet spreken over mensen met of zonder een beperking, maar over een veel grotere groep die een plek op de arbeidsmarkt zoekt. Daarnaast uitten raadsleden hun zorg over het feit dat er in hun gemeenten überhaupt te weinig banen zijn om te verdelen. Klijnsma vroeg in dit verband naar de nummers in de mobiele telefoon van de raadsleden: staan belangrijke ondernemers, de ROC, en de UWV-vestigingsmanager erin? Een raadslid uit de zaal maakte een opmerking over een gerelateerd onderwerp: de gelabelde subsidie voor maatschap-
pelijke stages, die verstrekt worden aan scholen, komt te vervallen. Panellid Nathani Niebuur-Sluiter, raadslid gemeente Zevenaar: ‘Dit is een goed voorbeeld van het verschil dat je als gemeenteraad kunt maken. Het staat gemeenten juist vrij om hier andere keuzes te maken dan de overheid. Als u dat wilt, kunt u er dus voor zorgen dat die subsidie blijft.’
Indringend Ook werd er gedebatteerd over de veranderende rol van raadsleden. Zij moeten zich inlezen in de materie van arbeidsmarkt en re-integratie. Klijnsma drukte de toehoorders op het hart om samenwerking en dialoog op te zoeken binnen de gemeente. Ze herinnerde zich haar eigen tijd als gemeenteraadslid, toen ze zich een nieuwe rol eigen moest maken op het gebied van armoedebestrijding. Ze had toen veel profijt van contact zoeken met collega-raadsleden, ook uit omliggende gemeenten, en de verantwoordelijke wethouder. Achteraf noemde Klijnsma de sessie ‘een indringend gesprek, waarbij ik vooral heel blij was dat het maar heel even over geld ging en vooral over de instrumenten om mensen te helpen.’
32
In het panel zaten verder... - Dorien Vervest, raadslid gemeente Bergeijk - Peter Rebergen raadslid gemeente Ten Boer - Nathani Niebuur-Sluiter, raadslid gemeente Zevenaar - Karin Zomer, griffier gemeente Hellendoorn
Ik ga naar huis en ik neem mee… Dit was weer even als vanouds, lachende bewindslieden op rij. Inspirerende gesprekken met raadsleden tijdens de Raad weet raad-sessies hebben hen veel meegegeven deze dag. Wat waren de belangrijkste lessen van een dag Zwolle-tussen-de-raadsleden-engriffiers? Een terugblik tijdens het politiek 3D-café.
Wat heeft u bemoedigd? Jetta Klijnsma: ‘Dilemma’s heb je, en het zijn er soms veel. Het beurt me op als ik merk hoe veel gemeenten er wijs mee omgaan. Voor welk mens maken we het nou mogelijk? Hoe gaan we om met verdringing op de arbeidsmarkt? Dat zijn lastige vragen. Ik heb vandaag veel mensen gesproken die nauwgezet en betrokken met die kwesties weten om te gaan.’
En hét inzicht? ‘Wat mij betreft kwam het inzicht uit de regio: gemeenten, zoek buurgemeenten op, decentralisatie speelt zich ook af in de regio. En laat geen borstkloppertjes toe. Alsof de een zich meer mag profileren dan een ander. Laat je als raadsleden vinden, verstevig de band met elkaar.’
dit afspeelt in jouw gemeente, lig jij onder het vergrootglas. Dat verandert, die aandacht. Daar moet je met elkaar wijs mee omgaan.’
Klijnsma: ‘Laat geen borstkloppertjes toe’
Wat neemt u mee naar huis staatssecretaris Van Rijn? Van Rijn: ‘Dit is niet het einde van de toer, na 1 januari houdt het voor mij ook niet op. Als Rijk zullen we campagne voeren om het waarom van deze hele beweging te blijven benadrukken, in nauw contact met gemeenten.’
Is u nog iets opgevallen? Jorritsma: ‘Er zitten veel nieuwkomers in het publiek, raadsleden die pas sinds maart met hun periode zijn begonnen. Die hebben zich als een haas in de materie moeten inwerken. Veel raden hebben werkgroepen gevormd die a-politiek eerst de basis op orde brengen. Dat lijkt me een heel goed begin. Politiek bedrijven kan volgend jaar wel weer.’
Wilt u daar nog iets op zeggen, minister Plasterk? Plasterk: ‘Ik hoorde dat in een aantal gemeenten de rol van de lokale rekenkamer nog onvoldoende is ingericht. Wettelijk zou dat al voor elkaar moeten zijn. Als het uw gemeente betreft zou ik willen zeggen: spoor aan op een duidelijke positionering. Uw raad en uw eigen beslissingsmogelijkheden worden daardoor versterkt.’
Wat wilt u de mensen meegeven? ‘Vanochtend hoorde ik nog op het nieuws dat in Rotterdam iemand was gevonden die waarschijnlijk een jaar dood in huis gelegen heeft. Moet Van Rijn maandag zich verantwoorden in de Kamer? Dit gaat weer voorbij. Maar straks, als zich
34
Tipperdetip: een sociaal ombudsman
Welke wijsheden deden de congresgangers zelf op in de loop van de dag? ‘Ga niet in details in op problemen van een burger zelf, houd je bij je beleid’, dat was een eye-opener voor mij – Henny Volman, Gemeente Westerveld De AWBZ blijft voor 60 procent nog in tact, hoorde ik. Daardoor is veel zorg die inwoners nu al ontvangen, geborgd. Dat wist ik niet, het is een geruststelling, vind ik – Jos Bleeker, gemeente Heerhugowaard In de gemeente Rijssen-Holten heeft de griffiemedewerker een rol als incidentenmanager. Eén aanspreekpunt die de raad voorziet van de nodige informatie rondom calamiteiten. Met die tip heb ik veel collega’s op gedachten gebracht – Wim Muller, Rijssen-Holten Gemeente De Wolden heeft een sociaal ombudsman aangesteld, die klachten van inwoners incasseert en bij de juiste persoon ter sprake brengt. Met die tip heb ik veel collega’s op een idee gebracht – Josee Gerkhe, griffier gemeente De Wolden
33 35
‘Alles begint met een droom. Dit is mijn droom. Ik vertel u mijn verhaal door te dansen.’ In de zaal waar kort daarvoor nog bewindvoerders, raadsleden en griffiers de planken betraden, draait nu Redouan Ait Chitt zich in alle bochten waarin hij maar draaien kan. Redouan is professioneel breakdancer, treedt op in binnenen buitenland én heeft lichamelijke beperkingen. Dat is zijn verhaal. Redouan Ait Chitt is geboren met afwijkingen aan armen en handen. Zijn rechterarm is korter dan de linker, hij mist vingers aan beide handen, draagt een onderbeenprothese en mist een heup. Redouan heeft een eigen dansstudio, geeft les, verzorgt theatershows in binnen- en buitenland en geeft workshops over breakdancing en zijn wil om beroemd te worden. www.iamredo.com
32
‘Als u elkaar steunt, staat u sterker’ Luisterend naar alle discussies realiseert minister Plasterk zich hoe betrokken griffiers en raadsleden zijn op hun taak. Aan het eind van een enerverende dag houdt hij zijn gehoor nog een aantal opstekers voor. ‘Het is een spannende tijd om gemeenteraadslid te zijn. U draagt de verantwoordelijkheid over groeiende bedragen; bovenop de 18 miljard van het gemeentefonds heeft het Rijk nog eens 10,3 miljard gereserveerd. Dit is de grootste verandering in het openbaar bestuur sinds tijden, en u bent daarvan deelgenoot! Zoek naar uw positie binnen de gemeente, dat wordt belangrijk de komende jaren.’ Plasterk kan het weten, ook hij was ooit raadslid. Als geen ander snapt hij hoe belangrijk het is in het oog te houden welke rollen diverse partijen spelen binnen de gemeente. ‘U stuurt op hoofdlijnen en gaat na of het voorgenomen beleid ook wordt waargemaakt. Besef dat de raad een gezamenlijk belang heeft dat het fractiebelang overstijgt. Als u elkaar steunt als het kan, staat u sterker.’ We bewegen ons op het grensvlak van formele en informele democratie, stelt Plasterk vast. Het ligt allemaal niet meer zo vast als voorheen. Inwoners zijn mondige burgers, zelfbewust, wetend wat ze willen. Dat maakt lokale politiek levendig en boeiend. Maak gebruik van die betrokkenheid, drukt Plasterk zijn gehoor op het hart. ‘Spreek met de mensen in uw woonplaats, versterk de band met lokale media. Democratie is van én voor hun. Maar hou ook vast aan dat waarvan u weet dat het goede is.’
En? Kwamen je verwachtingen uit?
Co Wiskerke (Schagen) Ben Brouwer ( Heerenveen)
‘Geruststellend’ ‘Een zeer boeiende en pakkende opening, dat wil ik als eerste zeggen. Het verhaal van An maakt duidelijk dat je aan de buitenkant niet kunt zien wat iemand allemaal voelt en meemaakt. De deelsessie over de budgetten waren nuttig. Ik vond het geruststellend te horen dat 2015 een transitiejaar is waar de cliënt, ondanks kortingen op het budget, niet wordt benadeeld.’
‘Geen tijd’ ‘Inhoudelijk heb ik de dag als zeer zinvol ervaren. Mijn complimenten voor de organisatie. Helaas heb ik mijn voornemen om te netwerken niet kunnen waarmaken. Bij vorige VNG-congressen was er tussen de workshops door voldoende ruimte om te netwerken. Jammer genoeg nu niet. Bij binnenkomst ben ik vergeten een namenlijst te pakken. Dat is een reminder voor de volgende keer.’
38
Roeland Verkade (Capelle aan den IJssel)
Agnes van Kuyen (Zoetermeer)
‘Nuttige tip’
‘Oppervlakkig’
‘Mijn wens is uitgekomen, het was een goede dag vol samenwerking en zonder politieke competitie. Ik heb ook nuttige tips gehoord, en er zelfs al eentje gebruikt. Gisteren heb ik een voorstel gedaan over privacy bij de uitvoering van de 3 D’s, met hulp van een folder die ik op het congres heb gekregen.’
‘Dat collega’s zich inmiddels hebben verdiept in de materie is me wel duidelijk geworden. Ik denk dat veel mensen met een opgewekt gevoel naar huis gaan. Zelf heb ik dat eerlijk gezegd iets minder. De echte moeilijkheden zijn niet besproken. Die komen nog, volgend jaar. Daardoor bleef wat mij betreft veel van wat is gezegd een beetje aan de oppervlakte. Ik heb geen lessen geleerd, wel een tip opgepikt: stel een incidentencoördinator aan in je gemeente. Die neem ik mee.’
en Lazise Michael van de Ploeg ) nten (Dro gt ebre Hill
OPROEP
‘Twee moties’ Michael: ‘We zijn erg geïnspireerd. Dat kwam onder meer door het interessante verhaal van Jos van der Lans. Tijdens de workshops was er naar mijn mening iets te veel ruimte voor persoonlijke casussen, de kaders raakten soms wat uit zicht. Niettemin heb ik er veel van meegenomen, ik heb zelfs naar aanleiding van dingen die ik heb gehoord nog twee moties ingediend in de gemeenteraad.’
De VNG is op zoek naar uw ervaringen! Heeft uw raad een aanpak of werkwijze ontwikkeld rond de decentralisaties en wilt u deze delen met andere gemeenten? Mail uw voorbeeld naar praktijkvoorbeelden@vng.nl.
39
Het decor op het hoofdpodium is gemaakt door kinderen uit het Speciaal Onderwijs.