Decentralisaties in Uitvoering 1000 ambtenaren bespreken onderling de voortgang WTC Rotterdam, 13 november 2014 Dagelijks bijblijven met inspirerende voorbeelden en praktische decentralisatietips?
Lees het 3D-journaal
Mantelzorger Monique Bekker:
Arre Zuurmond:
Minister Ronald Plasterk:
‘Help ook met administratieve rompslomp’
‘Gebruik onduidelijkheid om maatwerk te leveren’
‘Nu aandacht voor transitie, volgend jaar de transformatie’
PAG 7
PAG 9
PAG 34
Inhoudsopgave 03
Voorwoord
04
#DiU2014, een dag in tweets
05
Dit kom ik halen; verwachtingen van bezoekers
07
Mantelzorger Monique Bekker houdt ambtenaren een
Concept en redactie:
Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden Art direction & opmaak:
Pankra, Den Haag
spiegel voor 09
‘De hulpvraag moet centraal staan’; inleiding van José
Fotografie:
Manshanden en Arre Zuurmond
Serge Ligtenberg, Den Haag
12
Privacy: moet de gemeente alles weten?
16
4 vragen en antwoorden over CORV
18
#DiU2014 in beeld
20
Eerste hulp bij calamiteiten
22
‘Al doende leren, dat zijn we niet gewend’ , dialoog aan de
De presentaties en een filmverslag van de dag zijn te
verbindingstafel
vinden op de site van Decentralisaties in Uitvoering
24
Stapelingsmonitor: gebruik regelingen in één oogopslag
26
Bent u klaar voor de transitie?
28
Grootste baten te behalen bij multi-probleemgezinnen
30
Rapper JMD hoeft alleen in de winter een chauffeur
32
Vragen aan de minister
34
‘Liever wijkverpleegkundige aan huis dan contact met anonieme instantie’
36
En, kwamen je verwachtingen uit? Bezoekers blikken terug
Kijk ook op:
www.gemeentenvandetoekomst.nl www.vng.nl
In opdracht van het ministerie van BZK en de VNG.
Verbinding leggen tussen beleid en bedrijfsvoering Nog 48 dagen te gaan voordat de decentralisaties in het sociale domein een feit zijn. Dat veel gemeenten heel ver op weg zijn om continuïteit van zorg te garanderen, was op het congres Decentralisaties in Uitvoering veelvuldig te horen. Dat er na 1 januari ‘aan de achterkant’ nog het een en ander moet gebeuren werd ook duidelijk. Niet voor niets sprak minister Plasterk op dit congres over de transitie als eerste stap en over de transformatie die daarna moet worden gecompleteerd. Op Decentralisaties in Uitvoering kwamen beleidsambtenaren in contact met specialisten uit de gemeentelijke bedrijfsvoering. Aan de hand van verbindende gesprekken en praktische tools vergeleken bezoekers de stand van zaken in hun gemeente op een inspirerende manier met die van collega’s. In een nauwe samenwerking tussen het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Kennisinstituut Nederlandse Gemeenten is het congres Decentralisaties in Uitvoering georganiseerd. Maar liefst duizend beleidsmedewerkers, informatiemanagers, transitiemanagers, projectleiders 3D, hoofden P&O en Financiën lieten zich er inspireren. In deze uitgave vindt u een bloemlezing van de onderwerpen die tijdens het congres voorbijkwamen. Uit de vele positieve reacties die we hebben gehoord, blijkt dat veel deelnemers het een nuttige dag hebben gevonden. Daar zijn wij blij mee. Want wij weten dat de invoering van de decentralisaties geen gemakkelijke opgave is. We hopen daarom dat dit digitale magazine helpt om de inspiratie en de energie van het congres Decentralisaties in Uitvoering opnieuw te beleven. Wij wensen u in de komende tijd veel succes! Jantine Kriens, voorzitter directieraad Vereniging van Nederlandse Gemeenten Gert-Jan Buitendijk, directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
3
#DiU2014 Natuurlijk waren er Twitteraars onder de bezoekers van #DiU 2014. Een bloemlezing.
@rebeccapol
@LizzyvdKooij
Goede workshop over samenhang tussen aansprakelijkheid, jeugdhulp, rechtspersonen en wijkteams. Verhelderend #DiU2014 @cmvanliefland #todo
Mega inspirerende dag! Bijzondere ontmoetingen, fijne gesprekken. Heel fijn. Dank @VNGemeenten ook voor de geweldige organisatie. #DiU2014
Erik Steijn @eriksteijn
@bureauboon
“Door #decentralisaties nieuwe verhoudingen rijksoverheid/gemeenten: ook transformatie Rijk nodig!” #diu2014
#Decentralisaties in uitvoering congres vandaag in #Rotterdam. : heel druk en heel veel. Een bijenkorf vol ideeën!
@gemeentenvdt
@FemkeTelengy
#DiU2014 rondetafelgesprekken zijn top! Goede en nuttige sessie gevolgd. Nu luisteren naar de minister....
Sterke opening met mantelzorger tijdens #DiU2014! Met 900 man bijeen in Rotterdam kennisdelen over #Decentralisaties.
@FreekSelen
@WagenaarHoes
Naast inhoudelijke workshops ook verbindingstafels tijdens Decentralisaties in Uitvoering. #DiU2014 Van elkaar leren!
Geanimeerde discussie over transformerend opdrachtgeverschap sociaal domein, in deelsessie congres over decentralisaties #DiU2014
@DavidZijlmans
@Wouter_Meijer
Goede vragen voor minister Plasterk tijdens #DiU2014 voortkomend uit deelsessies.
Ik ben helemaal niet zo van congressen, maar last minute ben ik er toch op een beland. Hallo minister @RPlasterk! #DiU2014
4
Dit kom ik halen Wat verwacht u van vandaag? Wat hoopt u? We peilden de meningen ‘s morgens bij binnenkomst.
Lino Huizer, beleidsme dewerker gemeente Werkendam
r Loura in ’t Veld, adviseu de bij eit grit inte compliance en gemeente Rotterdam
‘Er ligt straks een grote druk op mij, want ik moet de financiën bewaken en input geven hierover. Ik hoop vandaag meer duidelijkheid te krijgen, bijvoorbeeld over facturering en btw. Ik hoop te horen hoe andere gemeenten de financiën regelen. Komen zij uit met hun budget en kunnen zij hun beleid daarmee uitvoeren?’
‘Als adviseur bij de Centra voor Jeugd en Gezin ken ik vooral het Rotterdamse verhaal. Maar ben heel benieuwd hoe het elders in het land gaat. Lopen we in de pas? Ik ben met name geïnteresseerd in de privacyrechten van klanten. In Rotterdam stelden we hier een beleidsregel voor op. Ik hoop op een realistische dag met praktische oplossingen.’
‘Ik hoop wat wijzer te worden van de deelsessies over privacy. Ik ben al jaren betrokken bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Hoe gaan we als gemeente de informatieoverdracht zo regelen dat privacy gewaarborgd is? Een hele puzzel.” trol Peter Prevo, concern con gemeente Gorinchem
5
Tip! er ICT Anne Visser, projectleid dorp gemeente Pijnacker-Noot
Weten of de verwachtingen uitkwamen?
‘Ik hoop dat ik bevestigd krijg dat we op de goede weg zijn in onze gemeente, en of er ontwikkelingen zijn geweest die ik nog niet ken. Verder verwacht ik tips en tricks te krijgen van collega’s. Ik hoop dat het congres concreet wordt, praktisch en niet wollig. Wij hebben bij het inrichten van de systemen natuurlijk te maken met privacyregels, een belangrijk onderwerp vind ik. Ik ben benieuwd of ik daarvan iets opsteek. ’
Ga naar pagina 34 voor de antwoorden. ernemer van Assem El Khattabi, ond am terd Rot Consillium,
‘Ik hoop dat duidelijk wordt hoever gemeenten zijn met de invoering van de decentralisaties. Ik lever deskundigheid en mensen voor handhaving van de sociale wetten. Ik hoop dat ik vandaag contact kan leggen met nieuwe klanten. Verder hoop ik te ontdekken waar een vraag is aan deskundigheid op het gebied van handhaven. Tenslotte ben ik benieuwd of er al is gedacht aan het voorkomen van fraude. De mensen van het sociale wijkteam bouwen een vertrouwensrelatie op met cliënten, hoe kunnen en mogen zij handelen als ze fraude tegenkomen bij hun cliënt?’
‘Ik verwacht meer sturing te krijgen over privacy en gegevensknooppunten. Momenteel krijg ik informatie uit tien verschillende hoeken, geef mij liever een concrete aanpak en laat me aan de slag gaan. Het is toch zorgwekkend dat de zaken nog steeds niet rond zijn.’
Joke den Boer, informa tiemanager en adviseur bij Syntrop hos
6
Mantelzorger Monique houdt ambtenaren een spiegel voor ‘Mantelzorgers verdienen betere ondersteuning.’ Die boodschap hield ervaringsdeskundige Monique Bekker (1966) de duizend ambtenaren voor die op 13 november bijeen kwamen in Rotterdam. Als spiegel van de samenleving confronteerde Monique de zaal met haar tips. ‘Zorgambtenaar, denk niet altijd in zorgoplossingen.’ Parkinsonisme, dat was de diagnose die John Bekker in 2009 te horen kregen. Deze verzengende vorm van Parkinson werd zijn dood. Daarvoor veranderde John, een charmante leraar economie die vol in het leven stond, in een bedlegerige patiënt. Zijn drie dochters besloten eensgezind om hun vader te gaan verzorgen. John werd verhuisd naar een aanleunwoning vlakbij Monique. Zij besloot over haar ervaringen als mantelzorger een boek te schrijven. De titel De Jungle van de Ouderenzorg verraadt een ontdekkingsreis. De Nijmeegse spreekt van een ‘mooie reis’, maar dat was ‘meer ondanks dan dankzij’ de organisatie van de verzorgingsstaat.
Koeterwaals in de jungle Zo had Monique het moeilijk met het koeterwaals dat wordt gesproken in de jungle ‘Het CIZ, het zorgkantoor, de AWBZ,
de Wmo. Als je nog nooit met het bijltje hebt gehakt, dan raak je de draad snel kwijt.’ Voor de gein probeerde Monique, in het dagelijks leven vermogensadviseur bij een grote bank, uit te vinden of haar eigen klanten het jargon uit haar vak begrepen. Obligaties, of dividend. Wat bleek: meer dan de helft van haar klanten wist niet wat deze begrippen inhielden. Dat was wat je noemt een eye-opener. In haar boek geeft Monique dertien tips aan ambtenaren. Op het podium tijdens “Decentralisaties in Uitvoering” werd ze hierover geïnterviewd door dagvoorzitter Ruben Maes. In het hol van de leeuw, zoals dat heet. Haar gehoor, uitvoerende gemeente-ambtenaren die zorgprocessen inrichten en tekenen voor de financiële huishouding, hield ze voor dat mantelzorgers niet altijd behoefte hebben aan zorg. ‘Zorgambtenaren
7
dragen vooral zorgoplossingen aan. Zo kreeg mijn vader, met de beste bedoelingen, logopedie aangeboden. Maar op dat moment kon hij al niet meer praten. Zoiets kost de samenleving veel geld. En voor ons als mantelzorgers kostte het veel moeite om met onze vader bij die hulpverleners te komen.’
Drempels Monique pleit voor een zorgcoördinator die als spin in het web ook administratieve belemmeringen wegwerkt. ‘Op een moment dat onze vader zijn bed amper uit kon komen, kreeg hij nog fysiotherapie aangeboden. Onze vraag: beste fysiotherapeut, kun je ook een belastingformulier invullen? Iemand die bureaucratische drempels had overwonnen, dáár waren we pas echt mee geholpen.’ Kenmerkend vindt Monique de gang van zaken rond de parkeervergunning-die-er-nooit-kwam. Na de verhuizing naar een aanleuningwoning was grote behoefte aan een parkeerplek voor mantelzorgers, ambulante hulpverleners en andere aanloop. ‘Gewoon een tijdelijke vergunning, voor zolang het duurt. Hoe moeilijk kan dat zijn? Nou, heel moeilijk dus. Het werd een crime, die bergen energie vrat.’
‘BESTE FYSIOTHERAPEUT, KUNT U OOK FORMULIEREN INVULLEN?’
Handen wrijven Voor Monique en haar zussen zit de mantelzorg erop. ‘We hebben het goed gedaan. De taken hebben we onderling prima verdeeld en we gaven elkaar de hele tijd schouderklopjes. “We doen het goed.” Dat is mijn tip voor mantelzorgers. Verdeel en waardeer.’ Tegenwoordig bezoekt Monique haar vader nog steeds. Dat is niet heel ingewikkeld. Zijn gedenksteen ligt om de hoek, op begraafplaats Berg en Dal. Denkend aan de periode van mantelzorg is ze het gedoe al bijna vergeten. ‘De mooie herinneringen winnen terrein in mijn geheugen. Ik heb dingen gedaan met mijn vader die ik normaal gesproken nooit zou doen. Een uur lang hand in hand kijken naar vogeltjes die in en uit een schuurtje vliegen. Veel meer dan over elkaars hand wrijven deden we niet. Heerlijk.’
Kijktip!
Scan de qr-code met uw smartphone of tablet om het introductiefilmpje over Monique te bekijken of te downloaden.
Leestip!
Op het congres in Rotterdam oogstte Monique lof voor haar openhartige verhaal, zo vertelt ze na afloop. ‘Ik kreeg ontzettend veel mooie reacties. Volgens mij is het verhaal goed geland. Er kwam zelfs een ambtenaar naar me toe die zelf mantelzorg verleende en bekende ondanks zijn kennis en ervaring moeite te hebben met de complexiteit.’
De jungle van de ouderenzorg is voor € 15,50 verkrijgbaar in de digitale shop van haar uitgeverij. www.gopher.nl
8
‘De hulpvraag moet centraal staan’ In alle drukte van de transitie dreigen gemeenten te vergeten waar ze het allemaal voor doen: betere zorg dichtbij de burgers. Cliënten hebben geen boodschap aan beleidsregels en gegevensoverdracht, stelden José Manshanden (RMO) en Arre Zuurmond (gemeente Amsterdam). ‘Verplaats je in de leefwereld van de hulpvrager.’
9
Zijn we er klaar voor? Het is een vraag die leeft bij alle deelnemers van de conferentie Decentralisaties is Uitvoering. Nog 48 dagen voor de grote dag: op 1 januari 2015 moeten de drie decentralisaties “klaar” zijn. Dagvoorzitter Ruben Maes maakte met twee gasten de balans op. In de aanloop naar de deadline wordt volop gezucht en gesteund, weet José Manshanden van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. ‘Den Haag, laat me met rust’, is waarschijnlijk de meest gehoorde verzuchting, beamen zij en ombudsman Arre Zuurmond van de gemeente Amsterdam.
Communicatie Volgens Manshanden, lid van de bestuursraad van de gemeente Utrecht, worden soms zaken over het hoofd gezien in de stress om alles goed te regelen. ‘Communicatie bijvoorbeeld, daar waren we zo goed mee begonnen eerder dit jaar, maar nu schiet het erbij in.’ Terwijl het zo belangrijk is om de burger uit te leggen hoe de zorgkaart in elkaar zit, had mantelzorger Monique Bekker in haar inleiding al aangegeven. Een ander aspect dat dreigt onder te sneeuwen is privacy, vulde dagvoorzitter Maes aan. In de dagen voor het congres waarschuwde het College Bescherming Persoonsgegevens hier nog voor. Ook ombudsman Arre Zuurmond merkt dat gegevensoverdracht van instanties naar gemeente zorgt voor discussies. Vanwege het beroepsgeheim schieten hulpverleners volgens hem ‘in een defensieve houding’.
Alibibarrière Volgens de ombudsman wordt het privacy-argument óók en ten onrechte gebruikt als “alibibarrière”, het is dan een argument om niet te hoeven samenwerken met anderen. Hulpverleners weigeren vervolgens cliëntinformatie te delen. ‘Natuurlijk moet je nu niet opeens alle sluizen openen en alle informatie vrijgeven’, gaf hij toe. ‘Maar is een bur-
ger in de problemen, dan is het je morele plicht om andere professionals in te schakelen. De hulpvraag moet voorop staan.’ Informatie en best practices delen, het is een belangrijk onderdeel van de transitie. Volgens José Manshanden worden er volop ervaringen uitgewisseld. ‘Bij de vorming van de sociale teams staken wij veel op van Enschede en Leeuwarden. Inmiddels zijn we zo ver dat andere gemeenten weer de kunst komen afkijken bij ons.’ Is die lerende instelling er ook in Amsterdam, wil de dagvoorzitter van Arre Zuurmond weten. ‘Amsterdammers zijn eigenwijze mensen’, beaamde de ombudsman. Toch moeten ook zij bij deze transitie een lerende houding aannemen en de juiste vragen stellen. Hij noemt de aanpassingen die nu in de ICT worden gedaan. ‘Zijn die er voor de professionals of voor de burgers?’ Voor de burgers natuurlijk, maar dat dreigen de gemeenteambtenaren soms te vergeten.
Oud proces, nieuw beton Het spookbeeld van beide gasten: dat de transitie bij een aantal gemeenten niet meer zal zijn dan ‘het verhangen van de bordjes’ (Manshanden). Of dat oude processen door ICT ‘in nieuw beton worden gegoten’ (Zuurmond). Het leverde herkenning op bij het publiek. Om ‘blanco te beginnen’ vertelt een beleidsmedewerkster van de gemeente Halderberge in de zaal, lieten zij en haar collega’s ‘alle oude structuren los’. De decentralisaties zijn volgens haar een kans om vanaf nul te beginnen en de zorg goed te laten verlopen voor burgers. Burgers en hun zorgvraag centraal stellen, het is een grote verandering, weet José Manshanden. ‘Het kost tijd om echt een omslag te maken.’ Méér in elk geval dan de anderhalve maand die gemeentes nog rest. In de zaal gingen nauwelijks handen omhoog bij de vraag wie de overgang goed heeft geregeld.
10 8
Schrijnende gevallen Dat onzekere beeld wilde Manshanden nuanceren. ‘Ik durf te stellen dat we in Utrecht goed op weg zijn.’ En als het toch een jungle wordt voor de burger? Manshanden pleit voor “een meldpunt schrijnende gevallen” dat vanaf 1 januari de burgers helpt die tussen wal en schip terecht komen. Amsterdam heeft dat meldpunt al, zegt ombudsman Arre Zuurmond. ‘Dat ben ik. Als er iets misgaat bij de gemeente, komen mensen automatisch bij mij.’ Ambtenaren vragen vaak om duidelijkheid, analyseerde Zuurmond. Maar het gevaar is dat ze zich daarachter gaan verschuilen. ‘Gebruik die ruimte en onduidelijkheid, het geeft gemeenten de kans om bij de gemeente passende oplossingen te bedenken.’
ARRE ZUURMOND: ‘ONDUIDELIJKHEID BIEDT OOK KANSEN OM PASSENDE OPLOSSINGEN TE BEDENKEN.’
JOSÉ MANSHANDEN: ‘HET KOST TIJD OM DEZE OMSLAG TE MAKEN.’
11 8
Privacy: moet de gemeente alles weten?
Hebben gemeenten alleen maar last van privacyregels? Heeft de burger er wel baat bij? In de workshop “Privacy, feiten en fabels” werken Léon Sonnenschein (voorzitter interdepartementale werkgroep privacy) en Eric Schreuders (Net2Legal Consultants) met stellingen om de discussie hierover op gang te brengen.
12
‘Vind je het erg als ik even op de grond ga zitten?’, vraagt een van de deelnemers bij de start van de deelsessie. De stoelen in de workshopzaal zijn in no time bezet. Al snel maken Léon Sonnenschein en Eric Schreuders duidelijk dat zitten niet de bedoeling is tijdens deze workshop. De deelnemers gaan fysiek stelling nemen: bij de keuze tussen twee dilemma’s moeten ze letterlijk links of rechts gaan staan.
Goede bedoelingen Om te beginnen peilen de workshopleiders eerst de houding van de deelnemende beleidsmedewerkers, informatiemanagers en projectleiders. “Privacy, grrr” of “Goede bedoelingen, ja ja”? Kortom, hoe blij worden ze van regels omtrent privacy? De meerderheid kiest voor de goede bedoelingen. ‘Er moet een kader zijn waarbinnen hulpverleners kunnen werken’, vindt een voorstander. Een tegenstander van gegevensover-
dracht: ‘Ik heb er moeite mee als een medisch dossier naar de gemeente gaat. Ik zie niet wat deze daarmee moet.’
Bemoeiende overheid De volgende twee stellingen borduren hierop voort. ‘Wie niets te verbergen heeft, heeft ook niets te vrezen’ versus ‘De overheid moet zich niet bemoeien met het leven van burgers.’ Het merendeel van de deelnemers kiest voor de laatste stelling. ‘Gegevens worden overal opgeslagen’, stelt een tegenstander van bemoeizucht. ‘Is het in het belang van de burger dat de gemeente alles weet?’ De overheid is erop gericht om zich te bemoeien met de burger, klinkt het uit de rechterkant van de zaal. ‘Als er een verdacht persoon in de trein zit, ben ik blij dat de overheid zich met mij bemoeit.’ Helaas gaat het in deze discussie niet om strafrecht, zegt een deelnemer links. ‘Het gaat niet om een bekeuring
13
of overtreding, maar om zaken die privé zijn.’ Eric Schreuders biedt uitkomst, want over deze kwestie zijn uitspraken van de rechtbank. Niet bemoeien is volgens hem het uitgangspunt. Maar als het nodig is, is bemoeienis gewenst. ‘Burgers worden steeds mondiger’, reageert een deelnemer die in het midden heeft plaatsgenomen. ‘Dat vraagt om een overheid die transparant is. Een overheid die laat zien wat ze doet, heeft niets te vrezen.’
Samen de baas Wie is eigenlijk de baas over de gegevens, de burger of de instanties? Een meerderheid kiest de kant van de burgers. Slechts drie deelnemers kiezen voor de instanties. ‘Maar dat ontslaat je niet van de plicht om die gegevens goed te beheren’, verduidelijkt een vertegenwoordiger van het minderheidsstandpunt. Iedere burger moet zijn eigen
dossier kunnen inzien, vinden de meeste deelnemers. Is de relatie met de instantie afgelopen, dan wordt het dossier vernietigd. Volgens de workshopleiders is het dossier van beiden en moet het in samenspraak worden beheerd. ‘Een burger heeft dus het recht om zijn mening aan zijn zaak toe te voegen.’ Op zich een prima oplossing, vindt een deelneemster, maar meningen zijn juist het probleem in dossiers. ‘Bij de Raad voor de Kinderbescherming wordt er bijvoorbeeld goed op gelet dat er alleen feiten in het dossier staan. Maar in ziekenhuizen en op scholen gaat het vaak mis. Daar staan vaak boude opmerkingen over leerlingen en rare meningen over patiënten. Die horen daar niet thuis.’
Kloppend en werkend Nog een tegenstelling: “Het moet kloppen” tegenover “Het moet werken”. De meerderheid vindt dat je privacy goed moet regelen, slechts twee kiezen voor de werkbaarheid van de regels. Een grote groep kiest een middenpositie. ‘Voor de burger is het belangrijk dat privacyregels werken. Maar dat neemt niet weg dat het ook moet kloppen.’ Het probleem is dat nog niet alles goed is geregeld. Het Wmo-berichtenverkeer zal bijvoorbeeld pas in 2015 starten. Onderwijl wordt gezocht naar tijdelijke oplossingen. Hoe wissel je de komende maanden gevoelige informatie uit, vraagt een deelnemer zich hardop af. ‘Is beveiligd mailverkeer een optie?’ Eric adviseert om tijdelijk te kiezen voor de post totdat het berichtenverkeer is geregeld. Op veel dilemma’s bestaat geen standaard antwoord, luidt de conclusie van de workshopleiders. Léon: ‘Vaak is het een kwestie van gezond verstand.’ In de praktijk zijn de meeste instanties zorgvuldig met privacy bezig, is de ervaring van Eric. ‘Ze gaan zelden echt in de fout.’
De tien spelregels van privacy • Less is more • Maak de hulpvraag van de burger leidend • Werk zoveel mogelijk in samenspraak met en op basis van informatie die de burger zelf geeft • Haal uit registraties alleen de specifieke gegevens op die je nodig hebt • Werk zoveel mogelijk met “dat”- in plaats van “wat” (behandel)-gegevens • Maak onderscheid tussen regie-informatie en inhoudelijke informatie en scheid deze twee • Behandelinformatie blijft bij de betreffende zorgverleners en komt niet in gemeentelijke bestanden • Zorg dat de beveiliging van gegevens tenminste voldoet aan de wettelijke vereisten en aan de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) • Werk bij voorkeur met autorisaties op basis van betrokkenheid en gebruik logins om zicht te houden op de praktijk • De burger heeft rechten: wijs hem of haar daarop, wees open en transparant en help hem of haar bij het activeren van die rechten
4 vragen en antwoorden over CORV In de sessie ‘Aangesloten op CORV en nu’ staan de vragen van de deelnemers over dit digitale knooppunt centraal. De antwoorden komen van Renate van Drunen, ministerie van VenJ en Bart Geerdink van het Kennisinstitut Nederlandse Gemeenten (KING). Vier vragen en antwoorden, met de meest voor de hand liggende als eerst.
16
1. Wat is CORV eigenlijk? ‘CORV staat voor: Collectieve Opdracht Routeer Voorziening. Het is een digitaal knooppunt dat zorgt voor de elektronische afhandeling van het formele berichtenverkeer tussen justitiele partijen (de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en de rechtbanken) en het gemeentelijke domein (de gemeenten zelf, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, de gecertificeerde instellingen en de eventuele gemandateerden). De aansluiting op en het gebruik van CORV is verplicht gesteld in de nieuwe jeugdwet.’
2. Welke meldingen gaan via CORV? ‘In de interactie tussen gemeenten en de justitiele partijen komen drie verschillende berichten voor. Bijvoorbeeld een verzoek tot onderzoek bij de Raad van de Kinderbescherming, maar ook een besluit over een jeugdreclasseringsmaatregel van het Openbaar Ministerie. Dat besluit gaat naar de gecertificeerde instelling die de maatregel moet gaan uitvoeren, een kopie gaat naar de Raad en de gemeente krijgt een notificatie over de maatregel. Een Zorgformulier Politie (ZOF) gaat ook via CORV. Dit is een zorgmelding vanuit de politie naar de partij die door de gemeente is aangewezen om
de toegangsfunctie te vervullen. Per bericht moeten gemeenten kiezen of ze de taak zelf uitvoeren of deze uitbesteden aan een bevoegde partij.’
3. Wat zijn de voordelen van CORV? ‘CORV zorgt voor een betere onderlinge samenwerking waardoor jeugdigen sneller worden geholpen. Alle meldingen gaan over beveiligde verbindingen en iedereen binnen de keten gebruikt dezelfde begrippen. Daarnaast komen meldingen snel en veilig bij de juiste organisatie en zorgt CORV voor aflevergarantie, zodat je kunt checken of jouw bericht is aangekomen..’
4. Onze gemeente heeft het werk binnen de jeugdwet uitbesteed: hoe zorg je ervoor dat je meldingen toch krijgt? ‘Je moet in dat geval als gemeente zelf een lijntje hebben met de verschillende instanties en afspraken maken hoe je meldingen binnenkrijgt. Dat geldt ook in andere situaties: de Raad van de Kinderbescherming communiceert bijvoorbeeld alleen met de instantie die een onderzoek heeft aangevraagd. Er moeten afzonderlijk afspraken worden gemaakt hoe andere partijen in dat geval op de hoogte worden gesteld, want deze berichtenstroom gaat (nog) niet via CORV.’
17
18
19
Eerste hulp bij calamiteiten Het overlijden van een baby waarbij het sociaal wijkteam op de één of andere manier betrokken is. Je moet er als gemeente niet aan denken, maar dit soort dingen kán gebeuren. De vraag is dan niet alleen: wie is daarvoor verantwoordelijk, maar ook: hoe ga je om met zo’n calamiteit? Want voorkomen is niet altijd mogelijk.
Testen en aanpassen
Het zijn niet de leukste onderwerpen om over te praten: een kind dat overlijdt, een vermoeden van seksueel misbruik, een medewerker die wordt bedreigd op de werkvloer. Maar het zijn zaken waarover je moet nadenken, vertelt Nelleke Hilhorst, DSP-groep, tijdens de sessie “Eerste hulp bij calamiteiten”. Samen met advocate Melita van der Mersch en Remco Liefer van de gemeente Leeuwarden delen zij hun kennis en ervaring. Want: samenwerking in het sociaal domein is nodig, maar kan ook leiden tot vermenging van verantwoordelijkheden en taken. En als het dan misgaat? Is de gemeente dan verantwoordelijk, of de instelling?
Een andere tip: leg afspraken vast, al voordat er een incident gebeurt zodat je goed voorbereid bent Dus: wat doe je als gemeenten en wat doen andere instanties? De gemeente Leeuwarden werkt al een tijdje met wijkteams, vertelt Liefer, en heeft een draaiboek gemaakt voor incidenten waarbij sleutelfiguren werden betrokken en testte het boek. Dat leverde ook interessante input op. ‘We kwamen erbij het testen achter dat de veiligheidshuizen bij ons een grote rol speelden, terwijl die helemaal niet in ons draaiboek voorkwamen, dat hebben we toen aangepast.’ Een vraag van een deelnemer: ‘Is er een verschil tussen zo’n soort draaiboek en de draaiboeken die veel gemeenten al hebben liggen voor andersoortige calamiteiten?’ Antwoord: ‘Ja, door de verantwoordelijkheden rond de nieuwe Jeugdwet krijgen gemeenten er extra taken bij. Bijvoorbeeld: als er iets gebeurt, moet de inspectie een melding krijgen en dat is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarnaast stel je vast wanneer je bijvoorbeeld de burgemeester en de raad inschakelt. Dat zal op andere momenten zijn dan nu het geval is bij een incident. Daarnaast is het samenspel met instellingen een belangrijke: je moet als gemeente goed weten hoe je je regiefunctie invult.’
Op papier regelen Het belangrijkste volgens de drie kenners: regel de verantwoordelijkheden binnen de wijkteams op een goede manier en zet ze op papier. Wie waarvoor verantwoordelijk is hangt deels ook af van hoe een gemeente het wijkteam heeft ingericht. De ene gemeente wil zelf nadrukkelijk sturing geven aan de teams en heeft de medewerkers van de wijkteams zelf in dienst. De andere gemeente kiest ervoor om deze medewerkers in een aparte stichting onder te brengen. Weer een andere gemeente laat de (samenstelling van) de wijkteams over aan andere marktpartijen en koopt deze dienst dus in. In ieder geval. als je wijkteams geen rechtspersoon zijn: maak dan in een samenwerkingsovereenkomst afspraken over verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid.
20
De sessie gaat ook in op de vraag hoe calamiteiten kunnen worden voorkomen. Advocaat Melita van der Mersch deelt een aantal tips: -
-
-
-
-
org voor zorgcontinuïteit, regel dat Z de mensen die zorg nodig hebben die ook krijgen Zorg dat medewerkers in je wijkteam weten hoe ze omgaan met agressie en geweld Zorg voor een sfeer in de wijkteams waarbij medewerkers elkaar durven aanspreken. Signaleer tijdig als het uit de hand loopt en wees niet bang dat te zeggen. ‘Hulp durven vragen is belangrijk, misschien wel belangrijker dan het opstellen van allerlei regels.’ Maak 1 professional verantwoordelijk voor 1 gezin
En wanneer kun je nu eigenlijk aansprakelijk worden gesteld voor een calamiteit? - - - -
Tekortgeschoten in je taak Er is daarbij sprake van schade Die schade is het gevolg van een fout Die fout moet kunnen worden toegerekend aan iemand of een instantie
Meer weten? Nog een artikel over aansprakelijkheid als het misgaat.
21
VAN D E VE R B I N D I N GSTA F E L
‘Al doende leren, dat zijn we niet gewend’ Daar zitten ze dan, vier gemeenteambtenaren, twee adviseurs en een belangenbehartiger van patiënten. Betrokken bij minimaal één van de drie transities. Wat kunnen zij van elkaar leren? Een tafel in dialoog. Theo Veltman, projectleider/adviseur Bizzo: ‘Gemeenten zijn heel erg met zichzelf bezig, merk ik op de gemeentehuizen waar ik als adviseur kom. Wat ik mis is het besef dat we anders moeten gaan denken. Niet meer vanuit de ketens, maar vanuit een nieuwe situatie. Neem de ruimte en leg niet alles vast in regels.’
Anke Procee, belangenvertegenwoordiger Iederin (chronisch zieken en gehandicapten): ‘De zorgaanbieders zelf zijn volop bezig met deze omslag. Personeel wordt getraind in de nieuwe filosofie. Maar hoe zit dat bij de gemeenten? Wordt daar actief gewerkt aan een denkomslag?’
Chantal Tuinman, implementatiemanager Jeugd (gemeente Rotterdam): ‘Jazeker. Rotterdam investeert onder
Frans Lustermans, adviseur en trainer kenniscentrum Wmo: ‘Ik heb een goed voorbeeld, de Wmo. Een wet die al een paar jaar bestaat en inmiddels is stuk geprotocolleerd. Mensen komen met een zorgvraag en het Wmo-loket gaat afvinken. Voor je het weet staan er straks weer duizenden rollators ongebruikt in de schuur.’
Anke Procee: ‘Bij lijstjes en afvinken gaat bij mijn achterban, chronisch zieken en gehandicapten, een rood lampje branden. Zij willen maatwerk.‘
Frans Lustermans: ‘Precies. En daar
meer met de opleiding “Ik wij wijk”.’
Kerstin Thederan, beleidsmedewerker Werk en Inkomen (gemeente Leiden): ‘Bij ons zijn eigen kracht en zelfsturing termen waaraan wij veel aandacht besteden. Maar laatst kreeg ik een zogeheten zelfsturingsmatrix. Toen vroeg ik me af: waar zijn we mee bezig? Alles wordt dichtgetimmerd in regels, dat kan toch niet de bedoeling zijn?’
hoef je maar één vraag voor te stellen: wat is er nodig?’
Theo Veltman: ‘Dat begint al bij het indiceren. Práát met mensen. Vraag of ze echt behoefte hebben aan de standaardoplossingen.‘
Frans Lustermans: ‘Mijn dochter Theo Veltman: ‘Dat is precies wat ik bedoel, niet alles vastleggen in procedures. Laat het los, maar zorg wel voor goede leidinggevenden. Teamleiders die hun mensen dekken als blijkt dat iets niet werkt.’
22 12
had een skiongeluk gehad en moest trombose-injecties. Kan ik makkelijk zelf maar de huisarts wilde een wijkverpleegkundige sturen. Ik heb het zelf gedaan. Het geld dat je zo kan besparen!’
Theo Veltman: ‘Toch ben ik bang dat we straks meer van
Marjolein van Urk: ‘De eerste vragen over het nieuwe wijk-
hetzelfde krijgen. Om dat te voorkomen moeten we nu al nadenken over 2016.’
team komen al, merk ik als gemeenteraadslid op Terschelling. Bijvoorbeeld over het persoonsgebonden budget. Het team had daar niet direct antwoord op en dat zorgde meteen voor wantrouwen. Je moet anticiperen op de vragen die gaan komen, heb ik geleerd.’
Marjolein van Urk, afdelingshoofd gemeente Friese Meren: ‘Nu lukt dat niet, maar de komende maanden moeten we echt gaan kijken hoe het structureel beter kan.’
Theo Veltman: ‘De uitvoering is maatwerk. Iedere gemeente Theo Veltman: ‘Registreer fouten en bijna-fouten en be-
moet met eigen oplossingen komen.’
spreek die in het zelflerende wijkteam.’
Marjolein van Urk: ‘Wij hoeven op Terschelling geen opChantal Tuinman: ‘Op zich een goed idee, maar we moeten
vang voor daklozen. Die hulpvraag hebben we niet. Maar we moeten wel nadenken over de zorg die we niet op het eiland kunnen bieden en die van het vasteland moet komen.’
wel oppassen dat we te veel gaan praten. Aan de slag!’
Frans Lustermans: ‘Gewoon beginnen en achteraf verantwoorden.’
Chantal Tuinman: ‘Een persoonsgebonden budget blijkt
Theo Veltman: ‘Al doende leren is een manier van werken
in zo’n geval vaak veel geld te schelen. Misschien wel in het merendeel van de aanvragen.’
die de uitvoerenden niet gewend zijn.’
Theo Veltman: ‘Mij moet nog een laatste ding van het hart. Anke Procee: ‘Het klinkt allemaal mooi, zelfsturing en al
We hebben het steeds over klanten, maar eigenlijk vind ik dat een foute term. Ik heb het liever over afnemers. Ze zijn namelijk altijd afhankelijk van de overheid.’
doende leren. Maar mijn zorg is vooral de continuïteit in de zorg. Ondanks heel veel enthousiasme en goede bedoelingen kunnen foute situaties ontstaan. Ik heb bijvoorbeeld mij vraagtekens bij de vrijwilligers die in sommige gemeenten de zogeheten keukentafelgesprekken gaan voeren. Weten zij wel genoeg van de zorgbehoefte van chronische zieken of lichamelijk gehandicapten?’
Anke Procee: ‘Hoe je de mensen ook noemt, voorop staat voor mij dat de hulp niet afneemt.’
23 13
Stapelingsmonitor: gebruik regelingen in ĂŠĂŠn oogopslag Door de decentralisaties krijgen gemeente steeds meer verantwoordelijkheden en meer ruimte om zelf beleid te maken. Om gemeenten te helpen dat beleid te baseren de behoeften en eigenschappen van hun inwoners, heeft het Kennisinstituut Nederlandse Gemeenten in samenwerking met de Atlas voor Gemeenten een stapelingsmonitor gemaakt. In de monitor is het gebruik van 40 regelingen uit het sociale domein per gemeente opgenomen.
24
In de monitor is ook gekeken naar de stapeling van regelingen in huishoudens. Dat wil zeggen: hoeveel verschillende regelingen gebruiken huishoudens op de onderscheiden gebieden arbeidsparticipatie, inkomensondersteuning, welzijn en zorg, onderwijs en jeugdzorg maken. Om de monitor samen te stellen heeft het CBS de bestanden gebruikt van onder meer het CAK, het UWV en DUO. Op het gebied van jeugdzorg maakte het gebruik van data van Bureaus Jeugdzorg, organisaties Jeugd en Opvoedhulp en Landelijk Werkende Instellingen. Aan de analyse van de gegevens wordt nog gewerkt, vertelde Gerard Marlet van de Atlas voor gemeenten. De monitor biedt binnenkort nog nauwkeuriger cijfers aan, op wijkniveau en voor sommige indicatoren zelfs tot het zogenaamde ‘postcode 6-niveau’. Dat houdt in dat de gegevens bekend zijn tot gebieden van gemiddeld 17 huishoudens.
Meer informatie
Is uw gemeente er al klaar voor? Met nog maar een paar weken te gaan, testen of je als gemeente klaar bent voor de transities? Wellicht niet iets waar iedere gemeente zich nu nog aan durft te wagen. Toch kan zo’n zelftest veel opleveren, vertellen Cees Hamers van KING en Rob van de Heuvel van de gemeente Rotterdam in de sessie ‘Bent u klaar voor de transitie?’.
Zelfvertrouwen Eigenlijk is het natuurlijk een beetje een onzinnige vraag of je klaar bent voor de transities, begint Hamers de bijeenkomst. Want ben je ooit echt klaar? En hoe kun je dat weten? En waar moet je eigenlijk precies klaar voor zijn? Toch stimuleert hij gemeenten tot zelfonderzoek, niet alleen nu, maar ook volgend jaar. ‘Want dan wordt het nog spannender.’ Een andere belangrijke reden voor zo’n test: bij positieve uitkomsten wordt het zelfvertrouwen flink groter. En: ‘Je kunt het nooit verkeerd doen. Alleen als je jezelf niet beoordeelt, doe je het niet goed. Maar je kunt nu nog bijsturen.’
Cadeautje Je kunt zo’n zelftest (uitdrukkelijk niet met hulp van externen) op verschillende manieren aanpakken blijkt tijdens de bijeenkomst. Zo hebben de gemeenten Enschede en Utrecht een aantal casussen nagespeeld en stuurden met de uitkomsten hun werkwijzen
bij. Ook de gemeente Rotterdam zette haar tanden in een kritisch zelfonderzoek, vertelt Rob van de Heuvel van de gemeente. Het onderzoek bestaat uit vier metingen waarvan er al twee zijn uitgevoerd. Het heeft volgens de auditor veel voordelen. ‘Je dwingt de programmamanagers een situatie te schetsen van 2015: wanneer is volgens hen de transitie geslaagd? Daarnaast zorgt de uitslag van een meting ervoor dat je beter weet waar je in de komende periode de focus op moet leggen.’ Een deelnemer vraagt zich af of er wel genoeg animo was tot deelname aan het onderzoek in deze drukke tijden. Zeker, bevestigt Van de Heuvel: ‘We hebben steeds gezegd dat we op deze manier helpen het proces te verbeteren en als je dat goed aanpakt zien je collega’s de uitkomsten niet als kritiek, maar juist als een cadeautje en werken ze graag mee.’
27 13
Rotterdam formuleerde vier onderzoeksgebieden: • Burgers en partners • HRM en kwaliteit • Organisatie en processen • Bedrijfsvoering en verantwoording
ECO N OM I SCH A DVIE S B UR E AU M A A K T R E K E N TO O L
Grootste baten te behalen bij multi-probleemgezinnen • D e grootste potentiële baten zijn te halen in de kleine groep van kwetsbare gezinnen met meervoudige problemen. Als je erin slaagt een kind uit zo’n gezin een schooldiploma te laten behalen, hebben de maatschappelijke baten in één klap een waarde van €70.000
Hulpverlening aan gezinnen beter en goedkoper maken onder het motto “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. Dat is één van de doelstellingen achter de decentralisatie in het zorgdomein. Om te zien of ‘beter en goedkoper’ uit de verf komen, maakte economisch adviesbureau LPBL voor 40 gemeenten een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA). Uit de veertig gemeenten selecteerde het bureau dertien illustratieve aanpakken, die ze elk toetsten op vier aspecten: organisatiekosten, toename van effectiviteit, voorkomen van escalatie en ‘immateriële baten’ voor de gezinnen en de maatschappij.
• D e gemeente Eindhoven hanteert de redenering dat “iedereen recht heeft op z’n eigen ellende.” Met andere woorden: een gemeente hoeft niet altijd in te grijpen als een gezin een probleem heeft. Overigens: ingrijpen loont altijd als er kinderen betrokken zijn bij de problemen, en ook als er grote schulden zijn. Problemen met kinderen en schulden leiden in de praktijk vaak tot meer problemen.
Van de dertien verschillende aanpakken zijn er twee die op alle vier aspecten positief scoren. Alle dertien de manieren van aanpak kunnen op termijn baten opleveren, vertelde Merei Lubbe van LPBL. In de beginfase zijn de kosten hoger, omdat mensen opleiding nodig hebben voor hun nieuwe algemene taken in sociale wijkteams. Zo kunnen uren die opgaan aan scholing niet worden besteed aan gezinnen. Daardoor is het aantal gezinnen dat een wijkteamlid begeleidt nu lager dan wanneer iedereen opgeleid is. Vier observaties uit de workshop:
• E en aanpak die zich vooral richt op ouderen heeft wel maatschappelijke baten in de vorm van toegenomen kwaliteit van leven. Financiële baten zijn moeilijk te behalen. • A ls sociale wijkteams proberen de zorgbehoefte in kaart te brengen door alle adressen in de gemeente langs te gaan, moet je goed selecteren, anders haal je je veel zorg op de hals die zonder huis-aan-huis-verkenning nooit was aangevraagd.
Een artikel over de MKBA is te vinden op de website van LPBL Op dezelfde site www.lpbl.nl is ook het rekentool te vinden en de handleiding ervan. Dat is gemaakt op verzoek van het ministerie van BZK.
28 12
‘Het brede pad alles kan, alles mag maar watch your step het gaat bergafwaarts’ Rapper JMD, artiestennaam van Jahmal Marciano Derveld, opende het laatste centrale onderdeel van Decentralisaties in Uitvoering. Hij schreef een rap over een wereld die volgens hem ‘aan het eind van z’n Latijn is.’ Hij rapt ‘mannen in strakke pakken die op je neerkijken hebben de macht’. ‘Nou, daar zitten ze’, wijst dagvoorzitter Ruben Maes de zaal in. Jahmal, derdejaarsstudent aan de Herman Brood Academie in Utrecht, heeft vanwege zijn handicap met de decentralisaties te maken. Hij is aan een rolstoel gebonden en wordt daarom in een auto met chauffeur van woonplaats Eindhoven naar Utrecht gebracht. ‘Die auto heb ik alleen in de winter nodig. De rest van het jaar kan ik gewoon met de trein naar school.’ Maar dat kan nu niet volgens hem. ‘Ik krijg óf het hele jaar een auto met chauffeur, óf helemaal niet.’ Hoe dat volgend jaar gaat veranderen weet Jahmal nog niet. www.jmd-hiphop.com
30
Vragen aan de minister Tijden het congres konden aanwezigen via internet, Twitter of sms hun vragen aan minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) doorgeven. Dagvoorzitter Ruben Maes legde er enkele voor tijdens de laatste plenaire bijeenkomst in de grote Rotterdamzaal.
Maes trapte af met de opmerking dat op 1 januari ‘alles’ anders moet zijn, terwijl er nu nog onduidelijkheden zijn. Hij haalt ochtendspreker José Manshanden aan, die stelde dat gemeenten er nu eerst alles aan moeten doen om continuïteit van zorg te bieden. Plasterk beaamt dat, en stelt dat de decentralisaties niet ‘af’ zijn op 1 januari. ‘Gemeenten en Rijk zijn er nu mee bezig, en dat zullen we volgend jaar ook nog zijn.’ Hij herhaalt het nog maar een keer: de eerste zorg is de transitie, de echte transformatie volgt later.
De omgang met privacy is een actueel onderwerp in de decentralisaties. Veel gegevens van cliënten komen bij gemeenten terecht en de vraag is of die voldoende aandacht hebben voor informatieveiligheid en privacy. Volgens Plasterk hebben de gemeenten het nu in eerste instantie druk om goede, integrale zorg te leveren en is privacy daarbij niet ‘de eerste zorg’. Hij verwees naar de handreiking van zijn ministerie die iedereen aan het eind van het congres kreeg uitgereikt en drukte gemeenten op het hart om hier niet ‘te zorgeloos’ met het onderwerp om te gaan. Tot slot gevraagd naar een vraag die hij vreesde, maar niet kreeg, glimlachte Plasterk dat hij die niet gehoord had. ‘Ik kom vaker op congressen over dit onderwerp, en alles wat ik vandaag heb gehoord komt me bekend voor.’
Dat er incidenten zullen optreden, is meer dan aannemelijk. Een van de vragen gaat daarover:
Kan de minister gemeenten ondersteunen bij het voorkomen van regelreflexen bij incidenten? Plasterk begint zijn antwoord met het waargebeurde verhaal van een man die een maand na z’n overlijden wordt gevonden in huis. ‘Dit soort dingen gebeurt nu, en dat zal volgend jaar ook zo zijn. We moeten straks niet zeggen dat dit komt door de decentralisatie en pleiten voor het weghalen van de uitvoering bij de gemeenten.’ Hij belooft niet in te gaan op Kamervragen over dit soort onderwerpen. ‘Ik zal degene die de vragen stelt vertellen dat dit vragen zijn van gemeenteraadsleden aan hun wethouder.’ Tegelijk hoopt Plasterk dat gemeenten na een incident niet meteen zeggen dat het komt doordat ze te weinig geld van de overheid hebben gekregen om hun taken uit te voeren.
32
33
M I NI ST E R P L A STERK S LU IT A F :
‘Liever wijkverpleegkundige aan huis dan contact met anonieme instantie’ Over 48 dagen, op 1 januari 2015, zullen meer zaken op hun plaats zijn gevallen dan nu. Er zijn vast ook nog zaken die geregeld moeten worden, betoogde minister Ronald Plasterk in zijn afsluiting van het congres. sprak een jaar geleden nog niet voor zich. Verder is afgesproken dat er voor de verantwoording één monitor komt op basis van één uitvraag. Dat zorgt ervoor dat gemeenten niet om de haverklap allerlei verschillende vragenlijsten hoeven in te vullen. Als kleinere gemeenten samenwerken, hebben ze daar over het algemeen congruente verbanden voor gekozen. Ten vierde heeft het Rijk gezorgd dat het de decentralisaties begeleidt en niet zomaar over de schutting gooit.’ Plasterk benoemde de verschillende beelden die hij waarneemt als het om de decentralisaties gaat. ‘Als ik de politiek en de pers volg, lijkt het of er hele enge dingen staan te gebeuren. Spreek ik wethouders, dan kom ik een beetje spanning maar verder vooral groot enthousiasme tegen.’
Hij drukte de gemeenten op het hart om goed te blijven stilstaan voor wie ze aan de slag zijn met de operatie. ‘Ik bedenk me dan hoe ik zelf zou willen oud worden. Op de oude manier? Waar je op je oude dag bij wijze van spreken een sleutel krijgt voor een kamer in het verzorgingshuis met geraniums om achter te gaan zitten? Of op de nieuwe wijze, waarop je lang zelfstandig blijft en waar je hulp krijgt als je sommige dingen niet meer kunt, bijvoorbeeld een traplift als je slecht ter been bent. Waar je niets te maken hebt met allerlei anonieme nationale instanties, maar met een wijkverpleegkundige die je kent?’ Plasterk wist het wel.
Veel bereikt Al moet er waarschijnlijk nog het een en ander worden geregeld na 1 januari, Plasterk vindt dat er al veel is bereikt om de decentralisaties goed te laten landen. Hij noemde vier voorbeelden: ‘Er is een budget zonder schotten gekomen, en dat
De minister sloot af door de luisteraars veel succes, wijsheid en plezier toe te wensen bij de transitie en de transformatie.
34
35
En? Kwamen je verwachtingen uit? Aan het eind van de dag spraken we de mensen weer die we ‘s ochtends naar hun verwachtingen vroegen. Wat viel op, wat viel mee, wat viel tegen?
r Loura in ’t Veld, adviseu eit bij de grit inte en nce plia com gemeente Rotterdam
Lino Huizer, beleidsmede werker gemeente Werkendam
‘Veel opgestoken van de workshop “Inrichten van privacybeleid voor het sociale domein”. Interessant was de Triagekader van de gemeente Leeuwarden, waarmee privacy op een praktische manier in de werkprocessen rondom de sociale teams kan worden ingericht. Leeuwarden wist goed waarover ze sprak en deelde deze informatie gul. Ook tijdens de verbindingstafels was er veel bereidheid om expertise te delen. Er was letterlijk een verbinding tussen de ‘zachte’ kant van de inhoud met de harde kant van de bedrijfsvoering. Leuk ook, dat er driftig werd meegeschreven toen ik vertelde over onze beleidsregel privacy.’
trol Peter Prevo, concern con gemeente Gorinchem
‘Ik vond de workshop “Is er voldoende aandacht voor de financiën van mijn gemeenschappelijke regeling?” zeer de moeite waard. Met name de vragen die werden gesteld over de btw en het compensatiefonds. Gemeenten gaan straks meer declareren. Ik vroeg mij af, of het huidige compensatiefonds wel genoeg is en of er straks een tekort gaat ontstaan. Ik kreeg contactgegevens, handige websites en uitleg over de risico’s van het fonds. Nu kan ik zaken verder uitzoeken. Ook kreeg ik tips over het opstellen van een begroting. Voor mij was het een goed georganiseerde dag op een fijne locatie.’
eye-openers. Zaken waaraan ik ‘Veel nieuwe contacten, een aantal ng. Zo kwam ik erachter dat wij nog niet had gedacht in de uitvoeri te moeilijk hebben opgetuigd de toegang tot het sociale domein verbindingstafel had ik mijn in Gorinchem. Aan het begin van de onden, wat moet dat wortwijfels. Zoveel verschillende achtergr imeerd gesprek. Een geslaagde den? Maar we hadden een heel gean dag, wat mij betreft.’
36
ernemer van Assem El Khattabi, ond Consillium, Rotterdam
er ICT Anne Visser, projectleid dorp gemeente Pijnacker-Noot
‘Ik heb weinig nieuws gehoord, en dat vind ik een goed teken. Er is nog genoeg te doen , maar we weten wat. Een workshop over privacy die ik bijwoonde was goed om m’n eigen positie te vergelijken. Ik vind dat we niet te krampachtig met het onderwerp moeten omgaan. Denk goed na over wat je vastlegt en zorg dat je kunt uitleggen waarom je dat doet. Voor de mensen die straks met de klant aan de slag gaan is mijn advies rondom privacy: doe wat nodig is, verwar dat niet met wat er allemaal mogelijk is. Veel gesprekken met collega’s waren zeer concreet. De minister bleef algemeen, maar ik had niet anders verwacht.’
‘Het was een leuke dag, al had ik graag meer uitvoerders gehoord, want die waren er niet. Ik heb contacten kunnen leggen en ik heb banden kunnen versterken met mensen die ik al kende, dat is gelukt. Jammer genoeg heb ik niet de ene ingang ontdekt waar gemeenten een vraag hebben over het onderwerp handhaven. Tenslotte kreeg ik het gevoel dat de transitie op hoog niveau goed is geregeld, maar op het niveau van uitvoering nog niet helemaal. Op het melden en voorkomen van fraude bijvoorbeeld.’
Tip! Weten wat de bezoekers vooraf verwachtten?
Joke den Boer, informa tiemanager en adviseur bij Syntrop hos
‘De deelsessie “Gemeentelijk Gegevensknooppunt” was erg praktisch, tastbaar en visueel. Een duidelijk overzicht van de stappen die je als gemeente moet nemen en hoe je dat precies moet aanpakken. Zo komt een scherm eruit te zien, zo stel je een bericht op. De sessie heeft me echt gerustgesteld: ik bleek niet de enige die worstelt met alle nieuwe informatie. Ik wilde weten hoe ik me kan aansluiten op een webservice. Ik kwam erachter dat dit nog even kan duren omdat maar vijftien gemeenten zich per maand kunnen aansluiten. Goed om te weten. Het was een goed georganiseerde en nuttige dag. Ik ben met een goed gevoel naar buiten gestapt.’
37
Kijk op pagina 5.