Inspireren & informeren: Ambtenaren bereiden zich voor op 3 D’s
Decentralisaties bieden óók kansen
Samen op zoek naar de vraag achter de vraag achter de voordeur
Praktisch leren van anderen
Leerlingen speciaal onderwijs schilderden 3D Dorp De gevels van de huizen in het 3D Dorp zijn gemaakt door leerlingen van het speciaal onderwijs, onder leiding van Emil van der Wijst. De Eindhovenaar geeft via zijn bedrijf Decofiti vaak schilder- en graffiti-workshops aan groepen, van basisschoolleerlingen tot huisvrouwen. Maar voor jongeren met autistische aandoeningen of ADHD’ers heeft hij een zwak. “Ze zijn direct, recht voor z’n raap, en daar hou ik van.” Voor de gespoten gevels op het 3D-congres maakten vijf scholen elk twee panelen. In vier weken bespoten de scholieren de witte lakens tot echte gevels. Dat deden ze natuurlijk buiten, want verf spuiten mag vanwege de gassen die vrijkomen niet binnen. Van der Wijst ontwikkelde een lesbrief voor het project. “Met pictogrammen heb ik het hele proces in stappen beschreven. Met plaatjes kunnen deze leerlingen veel beter uit de voeten dan met teksten.” Alle leerlingen waarmee Emil van der Wijst werkte, hebben een persoonsgebonden budget. Hij maakt zich zorgen over de decentralisaties. “Het PGB verdwijnt, maar ik ben bang dat er niks beters voor in de plaats komt. En als dat klopt is dat voor deze jongeren slecht nieuws.”
Inhoudsopgave
Colofon
03
Voorwoord: de inspiratie opnieuw beleven
Concept en redactie:
04
Verwachtingen en hoop
06
Inspiratiesessie: decentralisaties bieden óók kansen
16
De Decentralisaties Dag in tweets
18
Wat zeg je tegen een mens van vlees en bloed?
22
Uit de presentaties (1)
24
Fotoverslag
26
Rondetafelgesprekken: praktisch leren van anderen
29
Marceline Schopman: “Soms zie je in een andere stad dat het verrassend eenvoudig kan zijn”
30
Uit de presentaties (2)
32
Cliënt in het echt en bewindslieden in de finale
34
En, kwamen de verwachtingen uit?
36
Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s
38
Wethouders: ‘We willen duidelijkheid en dóórgaan’
Maters & Hermsen Journalistiek, Leiden Art direction & opmaak:
Pankra, Den Haag Fotografie:
Marc de Haan en Arno Massee, Leiden In opdracht van het Ministerie van BZK en de VNG
De inspiratie opnieuw beleven In het hele land zijn gemeenten voortvarend aan de slag om de decentralisaties op het gebied van zorg, jeugd en werk te laten slagen. Er zit veel positieve energie bij gemeenten! Er wordt enthousiast en proactief gewerkt met de implementatie van de 3 Decentralisaties. De Decentralisaties Dag in Den Bosch was bedoeld om even terug te gaan naar de praktijk en een kijkje te nemen achter de voordeur in uw gemeente. En vervolgens om goede voorbeelden te delen met collega’s, en inspiratie op te doen om zo de omvangrijke operatie te ondersteunen. In nauwe samenwerking tussen het Rijk en de VNG is deze Decentralisaties Dag georganiseerd. Het programma is ontworpen met alle betrokken ministeries, de VNG en individuele gemeenten. Uiteindelijk lieten meer dan 1000 beleidsambtenaren, 250 gemeenteraadsleden en 150 wethouders zich inspireren in verschillende programmaonderdelen. In deze uitgave Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in kunt u terug zien hoe dat er uit zag. ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren. Uit de vele positieve reacties die we die dag hebben gehoord blijkt dat veel deelnemers het een nuttige dag hebben gevonden. Daar zijn wij blij Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld één voor mee. Want ook wij weten dat de invoering van de decentralisaties geen ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden. makkelijke opgave is. We hopen daarom dat dit digitale magazine helpt om de inspiratie en de energie van De Decentralisaties Dag opnieuw te Bedankt voor uw aanwezigheid beleven en verder te verspreiden, ook bij uw collega’s die niet in Den Bosch aanwezig waren. Wij wensen u de komende maanden veel succes met de verdere invoering AmbtenarenRaadsledenWethoudersvan de decentralisaties. programma
programma
programma
Karin Sleeking (Vereniging Nederlandse Gemeenten) Laurette Spoelman (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) Ronald Plasterk
Martin van Rijn
Jetta Klijnsma
Fred Teeven
3
Annemarie Jorritsma
Verwachtingen en hoop Wat verwacht u van vandaag? Wat hoopt u? We peilden de meningen ’s morgens bij binnenkomst.
Radboud Ammerlaan hem fractievoorzitter CDA Loc Hicham Hamiddane beleidsmedewerker/proj ectleider gemeente Tiel
“Ik ga ervan uit dat ik vandaag veel informatie krijg. Op het gebied van werk en inkomen werken we al samen met Zutphen. In Lochem hebben we te maken met vergrijzing, we krimpen net wel of net niet en we zijn een werkgeversgemeente: we hebben meer banen dan we met onze eigen beroepsbevolking kunnen vullen. Ik wil dus graag informatie over alle pijlers, want alle onderwerpen komen in onze gemeente voorbij.”
rt Public Mirrin Middelhuis studee Health, en den Lei in Administration tterdam Ro in Law & Economics, Policy
“Ik ben sinds begin dit jaar projectleider op het gebied van Actieve burgers. Eerder hield ik me ook al bezig met de decentralisaties. Ik merk vooral dat het lastig is om verbindingen te leggen tussen de drie pijlers. Ik hoop op antwoorden over hoe dat kan lukken. En ik denk dat ik kennis kan uitwisselen met mensen uit andere gemeenten. Verder wil ik er graag achter komen hoe je burgers kunt activeren.”
“Ik doe onderzoek naar de verandering van het Wmo. Ik kijk naar de transitie van de verzorgingsstaat naar de enabling state, oftewel participatiesamenleving. Daarvoor houd ik een case-study in twee gemeenten. Ik verwacht veel inspiratie op te doen tijdens de rondetafelgesprekken. Wat zijn de struikelblokken in veel gemeenten? Zal er meer worden gerekend op burgerkracht, verandert de rol van de overheid?”
4
Jan-Willem Hulstein directeur Hulstein Transi tieSZ
enLinks Math de Loo raadslid Gro en ele gemeente Sittard-G
“Met mijn bedrijf ondersteun ik gemeentelijke transities. Wij richten ons nu op de informatievoorziening voor de burger en ontwikkelen hiervoor een digitale kenniskring. Ik hoop meer duidelijkheid te krijgen over waar de burger nu precies aan toe is. Er is tot nu toe veel versnipperde kennis, het is belangrijk om die uit te wisselen. Over zes maanden moet al dat nieuwe beleid immers uitgevoerd gaan worden.”
“Gisteren hebben we de portefeuilles verdeeld en ik heb de decentralisaties in de mijne gekregen. Dit is de eerste keer dat ik in de raad zit. Ik wil me dus zo goed mogelijk voorbereiden door veel te lezen en congressen als deze te bezoeken. Ik ga er eigenlijk blanco in, en hoop naar een aanvaardbaar niveau te worden getild.”
rkervaring Véronique Wils doet we Bosch n De te op bij gemeen
Monique Neyzen commu
nicatieadviseur gemeente Voorst
“Ik werk sinds een maand bij de gemeente Den Bosch via de Startersbeurs. Ik weet niet zo goed wat ik verwacht. Ik hóóp dat ik vandaag duidelijkheid krijg over de decentralisatie van jeugdzorg. Vanuit mijn studie Orthopedagogiek ben ik daar ook op werk bij betrokken.”
“Ik ben speciaal ingehuurd om de communicatie over de decentralisaties uit te voeren. Hier hoop ik kennis op te doen uit andere gemeenten waar ik gebruik van kan maken. Er is al heel veel; we moeten het wiel niet steeds opnieuw uitvinden. Wij zijn een kleine gemeente en willen optimaal gebruikmaken van goede ontwerpen uit andere gemeenten, terwijl we tegelijkertijd een eigen beleid blijven voeren.”
5
Decentralisaties bieden óók kansen, tonen voorbeelden in inspiratiesessie aan ‘Hoe meer men zich begrenst, des te vindingrijker men wordt.’ Vanaf de keukentafel in congrescentrum 1931 leidt presentator Marceline Schopman de inspiratiesessie op het congres in. Ze citeert de Deense filosoof Søren Kierkegaard en geeft daarmee ‘de grootste decentralisatie ooit’ een kader mee; gemeenten krijgen vanaf volgend jaar heel veel extra taken en extra geld om ze uit te voeren, al is dat fors minder dan nu voor de optelsom aan taken op het gebied van zorg, jeugd en werk beschikbaar is. Vindingrijkheid is gewenst, kortom.
6
Jos van der Lans: “Kans om klaagzang over verzorgingsstaat te beëindigen.” Haar eerste keukengast in cultuurpsycholoog en oud Eerste-Kamerlid Jos van der Lans, die ook haar co-presentator is tijdens de keukensessie. Schopman presenteert Van der Lans als een optimist. Dat laat hij zich geen twee keer zeggen. Want naast al het gemor dat is te lezen en te horen over de decentralisaties, “is er nu een kans om eindelijk iets aan de bureaucratie te doen waarmee de verzorgingsstaat gepaard gaat”, stelt hij. “Er komt met de decentralisaties een einde aan de klaagzang waarmee we de verzorgingsstaat al dertig jaar begeleiden”, noemt hij als kans.
JOS VAN DER LANS: “PROFESSIONALS LOSLATEN EN HUN CREATIVITEIT LATEN GEBRUIKEN.”
Om die kansen te benutten, dient de ‘tragiek van het theezakje’ te worden vermeden. “Een eerste kop thee van een nieuw zakje smaakt heerlijk, maar na tien keer gebruik blijft er een slap bakkie van over.” De tragiek trof onder meer de term ‘Burgerkracht’, een theezakje dat in eerste instantie mensen zelf aan het stuur zette om voorzieningen en budgetten te benutten, maar die een paar bakkies verder toch weer professionals liet bedenken wat goed was voor de mensen. Nee, zegt Van der Lans: bij de komende decentralisaties moet je de kracht van mensen organiseren, en de ‘oude’ verzorgingsstaat stelde juist de problemen centraal.
Om goede ideeën in praktijk te brengen, zijn ‘lastige creatieven’ nodig, ondernemers die dwars door de kokers van overheid en instellingen heen gaan om voor elkaar te krijgen wat ze in het hoofd hebben. “Veel professionals hebben creativiteit en ondernemerschap in zich, we hebben ze alleen opgesloten in regels.” De kans dat de decentralisaties slagen, wordt groter als de voorwaarden worden geschapen om de professionals ‘los te laten.’
Bruishuis Malburgen noemde Van der Lans als mooi voorbeeld om mensen eigenaar te maken van de voorzieningen in hun wijk. Vorig jaar nam daar een groep van vijftig bewoners, verenigd in BewonersBedrijf Malburgen, het over van een woningcorporatie. Het Bruishuis is een oud verzorgingshuis met 135 kamers en werkplekken in de Arnhemse wijk Malburgen. Zo is Burgerkracht bedoeld, vindt Van der Lans.
Zijn de gemeenten op tijd klaar voor wat ze vanaf 1 januari 2015 gaan doen? Van der Lans, diplomatiek: “Ze zijn er goed mee bezig, maar er is nu nog een hoge mate van onzekerheid.”
7
Philip Idenburg: “Transformatie belangrijker dan transitie”
PHILIP IDENBURG: “TRANSFORMATIE SLAAGT ALS OVERHEID BURGERS WEET TE VERBINDEN.”
Logisch dat aandacht van Rijk en gemeenten nu vooral ligt bij de transitie, de verandering die nodig is om te zorgen dat regels, wetten en budgetten veranderen zodat de decentralisaties daadwerkelijk op 1 januari volgend jaar van start kunnen gaan. Maar het gaat er uiteindelijk om een transformatie tot stand te brengen, betoogt keukentafelgast futuroloog Philip Idenburg. De transformatie slaagt als in de verschillende domeinen een nieuw lokaal samenspel ontstaat, met een nieuwe cultuur, nieuwe verhoudingen en werkwijzen. Met zijn organisatie BeBright beschreef Idenburg in opdracht van BZK meerdere toekomstscenario’s over gemeenten van de toekomst, compleet met de kansen en risico’s. Idenburg beschreef de ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar. Vanaf de centraal gestuurde verzorgingsstaat waar de overheid topdown het aanbod bepaalt, naar het systeem van marktwerking waar de overheid handhaaft en toezicht houdt. De transformatie is geslaagd als de overheid zich straks weet te verbinden en samen met burgers de samenleving duurzaam verbetert. Op de vraag waarom het twintig jaar geleden níet lukte om de burger centraal te stellen, terwijl de noodzaak daarvan toen ook werd betoogd, antwoordde Idenburg dat de maatschappelijke organisaties er toen niet in slaagden om de omslag te maken. “Ze bleven doen wat ze altijd al deden.”
Op de vraag hoe je zorgt dat bij de komende decentralisaties de burger daadwerkelijk aan de knoppen komt te zitten, antwoordde Idenburg dat daarvoor dialoog noodzakelijk is. En instituties die kijken naar wat maatschappelijk nodig is, en niet louter naar wat het beste is voor hun organisatie. In het rapport ‘Trends en ontwikkelingen voor de gemeenten van de toekomst’ beschrijft Idenburg het als volgt: ‘Wederzijdse afhankelijkheid, vertrouwen en een gedeeld perspectief om tot sociale vernieuwing te komen zijn de basis van een eco-systeem. Gemeenten en instellingen moeten voorkomen dat zaken als verlies van controle en focus op kostenbeheersing de boventoon gaan voeren, waardoor zij in de loopgraven belanden in plaats van juist samen de toekomst vorm te geven.’ Het hele rapport is hier te lezen.
8
Inspiratie uit Noordenveld, Eindhoven, Zaanstad: ‘gewoon’ aan de slag Greta Hoving, Rene Kerkwijk en Duco Stuurman schuiven aan de keukentafel. Hun gemeenten, respectievelijk Noordenveld, Eindhoven en Zaanstad, gingen ‘gewoon’ aan de slag in de geest van de decentralisaties. Drie inspirerende voorbeelden.
In de gemeente Noordenveld, een verzameling van 26 dorpen in het noorden van Drenthe, zijn Noordenveldwerkers het aanspreekpunt voor welzijn, wonen en zorg in de fusiegemeente. Bijzonder is dat de gemeente de Wmo-dienstverlening langs de meetlat van de lean-methode legde. De Scania-fabriek in Zwolle inspireerde de Noordenvelders om de methode voor procesoptimalisatie toe te passen. “We hebben alle processen doorgelopen en alles geschrapt wat onnodig was”, vertelt Greta Hoving trots. Die trots is niet zomaar: de ‘voorraad’ van 80 Wmo-aanvragen nam door de nieuwe werkwijze af naar een beheersbare twaalf aanvragen. Afhandeling van een aanvraag lukt binnen veertien dagen, terwijl zes weken de maximale termijn is. De tevredenheid van de klanten ging omhoog van een dikke 6 naar een dikke 7 en het benodigde budget daalde met 10%. Vanwege het succes met de behandeling van Wmo-aanvragen, werkt het Centrum voor jeugd en gezin inmiddels volgens dezelfde methode. “En dat loopt als een tierelier”, lacht Hoving.
WIJEindhoven is in de Brabantse stad het instrument om vorm te geven aan de kanteling van het sociale domein. Kwartiermaker Rene Kerkwijk vertelde over de wijkteams in de stad, die zowel de arme als de rijkere wijken bedient. De organisatie rekent af met het ‘syndroom van Florence Nightingale’, door Kerkwijk geformuleerd als “Iemand heeft een probleem en ik ga helpen.” Want die reflex past niet in de bedoeling van de decentralisaties. WIJEindhoven-medewerkers kijken wat mensen nog zelf kunnen, wat hun netwerk, omgeving en vrijwilligers kunnen betekenen. Voor wat daarna overblijft komt de professional in beeld, doorgaans de man of vrouw van het WIJteam. Over burgerbetrokkenheid gesproken: “Als we professionals aannemen, zitten altijd burgers in de sollicitatiecommissie. Ik zou niet anders meer willen. De laatste vraag in de sollicitatiecommissie is altijd voor hem of haar. ‘Zou je deze sollictiant binnen laten?’, is die vraag. Als het antwoord ‘nee’ is, nemen we de sollicitant doorgaans niet aan.”
9
Zaanstad is ‘gewoon’ begonnen met het werken in tien sociale wijkteams. ‘Werkende weg leren en delen’ is daar de strategie geworden om de decentralisaties tot een goed einde te brengen, vertelt directeur Sociaal Domein Duco Stuurman van de gemeente. Al eerder experimenteerde Zaanstad met een ‘hoofdaannemer Wmo’ in een aantal wijken. Die aanpak geldt nu voor alle tien wijken. De hoofdaannemer is het herkenbare aanspreekpunt en de eindverantwoordelijke voor de ondersteuning. Of het niet gevaarlijk is om ondersteuning in handen te geven van een externe organisatie, wil Jos van der Lans weten. Stuurman: “Zonder gevaar gebeurt niks. Maar we selecteren organisaties met visie en competente teamleiders. Er zijn organisaties die het meteen goed doen, en er zijn er die het minder doen. Met die laatste gaan we het gesprek aan, om nog tijdens het contract van twee jaar verbeteringen te kunnen laten doorvoeren.”
Inspirerende voorbeelden uit het land aan de keukentafe Marceline Schopman, Greta Hoving uit Noordenveld, Re Duco Stuurman uit Zaanstad en presentator Jos van der L
el. Vanaf links presentator ene Kerkwijk uit Eindhoven, Lans.
Emile de Roy: Persoonlijke zorg zonder overhead Over inspirerende voorbeelden gesproken: de laatste keukentafelgast Emile de Roy van Zuydewijn startte in 2005 zijn eigen kleinschalige thuiszorgorganisatie, om meer persoonlijke aandacht te kunnen schenken aan de mensen bij wie hij werkte. Inmiddels bestaat zijn organisatie uit 240 wijkverpleeghulpen en poetshulpen, die in vijf zelfstandige teams werken. Ze zijn allemaal student en kosten daardoor minder dan grote organisaties. Wat ook helpt: er is nauwelijks overhead. Als overleg nodig is, gebeurt dat op de studentenkamer van een medewerker. Maar vergaderen is niet vaak nodig: een beveiligd, facebook-achtig computerprogramma zorgt voor de informatie-uitwisseling tussen de Emile-collega’s. Zij leveren alle zorg die de Wmo biedt, ontschot en wel.
12
Quiz Een decentralisatiesquiz was het laatste onderdeel van de inspiratiesessie. Meerkeuzevragen leidden de zaal in sneltreinvaart door de werkterreinen waarop de decentralisaties betrekking hebben. Een korte afvalrace leverde ’s morgens en ’s middags elk één winnaar op, die een doos authentieke Bossche bollen kreeg.
RISICOMANAGER ROBERT ’T HART (NAAST HET PODIUM) KRIJGT BIJNA Z’N DOOS BOSSCHE BOLLEN.
BELEIDSMEDEWERKER ROB HENDRIX UIT NUTH: “SPECIALIST VAN ALLE DECENTRALISATIES?
“ALLE DILEMMA’S HEB IK VOORBIJ ZIE KOMEN.”
ONMOGELIJK!”
Winnaar van het ochtendprogramma was Robert ’t Hart, van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement. “Ik wist de meeste vragen vrij zeker”, zegt hij. “Vanuit mijn vak hou ik de actualiteit goed bij, en alle dilemma’s, vragen en risico’s uit de vragen heb ik in de krant voorbij zien komen de afgelopen jaren.”
’s Middags won Rob Hendrix, beleidsmedewerker bij de gemeente Nuth: “Ik dé decentralisatie-expert? Van alle drie de onderdelen tegelijk, dat is natuurlijk onmogelijk. Ik houd me voornamelijk bezig met de participatiewet. Het is leuk om te zien dat andere gemeenten met dezelfde vraagstukken bezig zijn en verschillenden oplossingen ontwikkelen. Daar haal ik inspiratie uit.”
Om de vragen nog eens rustig door te nemen, zelf of met collega’s, staan op de volgende pagina’s de vragen afgedrukt.
13
Vraag 1. Are you tokkie to me?
Vraag 4. Waar was het ook alweer?
Door de decentralisaties krijgen gemeenten er vele klanten bij. En nou heb je kleine klanten, grote klanten en hele grote klanten. In het sociale domein spanden de De Tokkies de kroon. En daar deden ze zelf ook niet besmuikt over. Hun naam is synoniem geworden voor Extreem Problematische Huurders. Wie ontfermde zich over deze familie om vervolgens de handen ervan af te trekken toen de mediabelangstelling afnam?
Commotie in komkommertijd vorig jaar. Een Nederlandse wethouder presenteerde plannen die langdurig werkelozen zouden verplichten om zorg te leveren aan ouderen en andere hulpbehoevenden. Maar waar was dat ook alweer?
a. Emile Ratelband b. Maurice de Hond
Vraag 5. Participatiesamenleving
a. Arnhem b. Deventer
In zijn eerste troonrede vertelde koning Willem Alexander dat “de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar zeker veranderd in een participatiesamenleving.” Hij was echter niet de eerste hoogwaardigheidsbekleder die dit signaleerde. Wie gebruikte die de term Participatiesamenleving als eerste, in toespraak voor zijn partijcongres?
Vraag 2. Tokkiedorp We blijven nog even bij de Tokkies. Veel gemeentes denken namelijk na over de oprichting van kleine wijkjes aan de stadsrand met robuuste woningen voor onaangepaste huurders. En op veel plekken zijn er al zulke plekken verrezen. In de regionale pers wordt dit vaak een “Tokkie-dorp” genoemd. Maar dat is niet de echte naam voor dit fenomeen. Hoe luidt de echte naam?
a. Wim Kok b. Jan-Peter Balkenende
Vraag 6. Blade Babe
a. Lubbers-kampementen b. Skaeve Huse
Topatleet Marlou van Rhijn, houdster van wereldrecords hardlopen op de 100 en 200 meter, won zilver en goud in London. Maar wie financierde de blades waarop deze babe haar wereldrecords liep? Oftewel: wie financierde haar protheses?
Vraag 3. Decentralisatie revisited Het is niet voor het eerst dat er wordt gedecentraliseerd in het sociale domein. Voor de invoering van de Wmo was er nog een omvangrijke decentralisatie-operatie. Welke?
a. Een commerciële sponsor b. De gemeente Purmerend
Vraag 7. Huiselijk?
a. 1986, het kabinet Lubbers II b. 1995, het paarse kabinet Kok
Een mooie kans bij de decentralisatie van de Jeugdwet en Wmo is dat gemeenten een grotere rol kunnen spelen bij de terugdringing van huiselijk geweld. Hoeveel mensen boven de 18 hebben in Nederland te maken gehad met huiselijk geweld.
a. Meer dan 1 op de 3 b. Minder dan 1 op de 3
14
Vraag 8. Participatiewethouder Staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft de Participatiewet in haar portefeuille en is zelf een rolmodel. Ze heeft een lichte handicap, want ze is geboren met spastische benen. Het stond een maatschappelijke carrière geenszins in de weg. Wat voor bijzondere facilitaire voorziening maakte dat mogelijk toen ze wethouder was in Den Haag?
a. Een werkkamer op de begane grond in het Haagse stadhuis terwijl de rest van het college op deelfde zetelde. b. Een privé-fietschauffeur die voorop fietste op een tandem en Jetta overal naar toe bracht
PROFIELEN
Presentator Marceline Schopman is ervaren presentator, debatleider en dagvoorzitter. Eerder presenteerde ze radio- en televisieprogramma’s voor verschillende omroepen. Naast haar podiumwerk is Schopman raadslid en vice-voorzitter van de PvdA-fractie in de gemeenteraad van Haarlem. Meer informatie op haar website of op haar profiel
Vraag 9. gokken! Keukentafel De keukentafel is een gevleugeld begrip aan het worden bij de decentralisaties in het sociale domein. Aan de keukentafel kun je als gemeente-ambtenaar bespreken wat voor ondersteuning er nou wel en niet nodig is. Annemarie Jorritsma hield in april in NRC nog een vurig pleidooi voor méér keukentafel. Maar wat kost een beetje keukentafel? Zoals deze: de Torsby uit een bekend Zweeds woonwarenhuis? Let op: incl. btw.
Antwoorden 1. a. 2. b. Skaeve Huse zijn een Deens fenomeen. De robuuste huizen zijn ‘bijzondere huizen voor bijzondere mensen’, zoals het daar heet. Vaak worden ze gebouwd van zeecontainers. De Lubbers-kampen refereren aan een idee van de toenmalige premier voor militaristische kampen waar criminele jongeren in het gareel moesten worden gebracht. 3. a. 1986, de Welzijnswet van Elco Brinkman 4. b 5. a. Wim Kok introduceerde de term op het PvdA-congres van 28 september 1991. Balkenende wordt ook genoemd als uitvinder, maar gebruikte de term pas in 2005. 6. a . prothesefabrikant Otto Bock. De blades van Marlou kosten duizenden euro’s per stuk en ze heeft er vier. Overigens: veel gemeentes hebben wél apart beleid geschreven om vanuit Wmo-gelden speciale sportprotheses aan te schaffen. Juist omdat sport de participatie bevordert 7. a (45%) 8. b 9. €123,14
Co-presentator Jos van der Lans is onder veel meer cultuurpsycholoog, publicist en oud-Eerste Kamerlid voor Groen Links. Zie ook zijn site.
Philip Idenburg is onder meer marketingstrateeg en trendwatcher. Hij richtte in 2007 BeBright op, dat zichzelf ‘innovatiefabriek’ noemt. BeBright werkt aan projecten in onder meer de zorgsector.
Emile de Roy van Zuydewijn richtte in 2006 de thuiszorgorganisatie Emile.nu op. Zijn organisatie bestaat nu uit ongeveer veertig wijkverpleeghulpen en poetshulpen die in vijf zelfstandige teams werken. Alle medewerkers zijn student, die samen met ‘hun’ patiënt afspreken welke hulp wanneer nodig is. Ook de afwezigheid van overhead maakt Emile bijzonder.
De Decentralisaties Dag in tweets
#DDD2014 Anne-Marie Backx @AnneMarieBackx @emileNU #zorgheld en #cowboy Wat gaaf om te horen hoe jongeren slim zorg aan huis bieden. #DDD2014
Leo Stehouwer @leostehouwer Weer wat geleerd: professionaliteit geeft geen beter product. Politiek moet tegenwicht bieden aan de professional. #DDD2014
Ilse Woerden @IlseWoerden Complimenten! @VNGjeugdzorg: Even pauze op het dorpsplein van #DDD2014, gebouwd door leerlingen speciaal onderwijs
Ingrid van Dillen @ingridvandillen #DDD2014 Pas op voor incidentenpolitiek, volg niet de pers, maar de burger, anders gaan we straks vanzelf weer centraliseren @irahelsloot
Marianne vd Watering @NLmarianne Genoten van “De Decentralisaties Dag” http://kiesmarianne.blogspot. nl/2014/05/raadsledenprogramma-ddd2014.html … #DDD2014
Roel van Driel @Roel3L #DDD2014 Nog een laatste foto. 3D is meer dan alleen decentralisaties.. er was ook een 3D printer.
Bart van Oort @BartvanOort87 Ik heb mij laten inspireren vandaag. Wat heeft de professional nodig vd regisserende gemeente? #DDD2014
Han Vonk @hanvonk Samenwerking tussen organisaties gaat slecht door autonomie van bestuurders die dat belangrijker vinden ipv efficiënter werken #ddd2014
16
HelgaDulfer @HelgaDulfer #DDD2014 Vraag aan @mjrijn ‘Wat gaat rijk nog doen om draagvlak burger te vergroten’ antwoord: Relatie burger/gem. beslissend voor succes.
Mike van der Werff @mikevdwerff55 #ddd2014 Kunnen we stoppen met het woord ‘keukentafelgesprek’?Gisteren hoorde ik ‘keukentafelgespreksverslag’. Het moet niet gekker worden!
Roel van Driel @Roel3L #DDD2014 Decentralisaties: op 1 januari is het niet afgelopen, dan begint het pas aldus Ronald Plasterk
Bart Evers @eversbart In krachttoerbus met gemeenten over burgerkracht en 3D met @BiancaVerkuijle van coöperatie Schaijk. #DDD2014
Saskia ter Kuile @saskiaterkuile Top voorbeeld uit #LoonopZand ontwikkeling zorgneutrale en energieneutrale wijk ‘hou de professionele zorg uit de wijk’ #DDD2014
Debbie Bruijn @DBBruijn Toch nog aardig wat gemeenten die zich afvragen hoe je erachter komt waar je multiprobleemgezinnen wonen #DDD2014
ZOGMH Petra v Buren @ZOGMH #ggz client PDD NOS en verslaving aan het woord over haar verleden op de decentralisaties dag! RESPECT! Clientinbreng =belangrijk! #DDD2014
Eric de Rijk @EricdeRijk #Verantwoordingsdebat Rutte: Plasterk is hier niet; hij is bij de Decentralisatiesdag in Den Bosch vanuit zijn rol als coördinerend minister
Emile @EmileDijkstra Kijken of we tijdens de borrel de kantelgedachte kunnen voortzetten. #DDD2014 #grapje
Freek Selen @FreekSelen Dat was na 12 uur een geslaagde #decentralisaties dag #DDD2014 Iedereen die een bijdrage heeft geleverd; bedankt!
17
Wat zeg je tegen een mens van vlees en bloed? In het 3D Dorp gebeurt achter elke voordeur iets. Acteurs spelen de praktijk na, aanwezigen mogen de acteurs bijsturen in hun rol. Beleid maken is al lastig, maar wat zĂŠg je nou als je tegenover een mens van vlees en bloed zit? Het 3D-congres biedt een net-echt kijkje aan de keukentafel.
18
Zoek de vraag achter de vraag achter de voordeur “Waarom wil je zo graag een rollator geven?” De vraag hangt al een tijdje in de lucht bij de case die acteurs van Het Consulaat naspelen. In het kort: maatschappelijk werkster Trudie komt over de vloer bij weduwnaar De Bruijn van 69 jaar. Dochter Agnes, gescheiden moeder van drie kinderen, heeft een Wmoaanvraag gedaan en Trudie komt poolshoogte nemen.
Acteurs Renate van der Veen en Joost Koning van Het Consulaat beloven een kijkje achter de voordeur. Interessant voor de pakweg 30 aanwezigen, want geen van hen komt in zijn of haar werk achter de voordeur. De eerste scène schetst de situatie in het huis van weduwnaar De Bruijn. Dochter Agnes treft vader gevallen op de grond aan met een kapotte bril. En midden op de dag zit vader in kamerjas. Agnes is een doortastend en kordaat type, een beetje bazig misschien. Vader speelt niks aan de hand, maar niet echt overtuigd. In de volgende scène komt maatschappelijk werkster Trudie een kijkje nemen. Ze schiet opvallend haastig in de hulpmiddelenmodus, waarbij hulp in de huishouding en een rollator voor vader De Bruijn ‘in de aanbieding’ komen. Dat valt de aanwezigen op. Ze manen Trudie in een volgende scène om de tijd te nemen en er achter te komen wat vader mankeert, hoe het met hem gaat en waar ze hem écht mee zou kunnen helpen. “Zoek de vraag achter de vraag”, is de opdracht die ze meekrijgt. In volgende scènes komen de hulpmiddelen iets later, maar de ietwat aandrin-
19
gende maatschappelijk werkster en de misschien juist daardoor afhoudende weduwnaar schieten niet erg op samen. En de ruimte die hij van de zaal krijgt om zijn verhaal te vertellen, gebruikt hij gretig om zijn dwaalspoor te vervolmaken. De cases die aan de orde komen zijn gebaseerd op echte voorvallen uit de praktijk, maar de mensen van Het Consulaat rekken de ruimte natuurlijk wel een beetje op. De goede raad aan het eind van de case luidt dat het belangrijk is om elkaars ‘kaders’ of intenties boven water te krijgen. Dat lukt hier noch de maatschappelijk werkster, noch de vader. Terwijl vader doodsbang is dat de zorgprofessional hem uit z’n vertrouwde huis zal willen zetten, wil frontline professional Trudie concrete resultaten behalen bij de man, want daarop wordt ze afgerekend. Zonder elkaars kaders te doorgronden, zonder te weten wat iemand echt drijft, is het erg moeilijk om resultaten te behalen. Vandaar dat Het Consulaat trainingen houdt volgens de KAR-methode: eerst de kaders te weten komen, dan actie, ten slotte resultaat. En daarbij helpt het op je op te stellen als een OEN: open, enthousiast en nieuwsgierig.
“Tja, dit komt ook bij nette gezinnen voor.” Een driftige vader pakt zijn tas in. Zijn dochter steelt en bedriegt, zo kan het toch niet langer? Woest stormt hij de deur uit. Nog voordat de deur echt dicht is, draait de acteur zich weer om: “Wat een ellende hè, dames en heren?” Iedereen lacht opgelucht, het is allemaal maar spel natuurlijk. Maar ook gebaseerd op een echte situatie, vertelt presentator Pim Bouman van Het Consulaat in een andere case. In de hoek van de kamer staat een plantje. “Netjes hè,” zegt actrice Dianne Krijnen.“Tja, dit komt ook bij nette gezinnen voor.” De casus in het kort: gezin De Vries bestaat uit ouders Johan en Loes, dochter Alice van 17 en een zoon van 14. Alice heeft PDD-NOS, is verslaafd aan drugs en snijdt zichzelf. In de volgende scene gaat de huisarts op bezoek na een belletje van een bezorgde dame uit de buurt: vader is weggelopen en Alice is er ook vandoor gegaan. Volgens de zaal moet er een gezinsplan gemaakt worden: “Niet praten over, maar mét het kind.” “Veiligheid eerst!” zegt een ander. Niet meteen in oplossingen denken, maar eerst het netwerk van het gezin inventariseren krijgt ‘de huisarts’ – zojuist nog Alices vader - als laatste tip mee. “Zelfredzaamheid is erg belangrijk.” De scene begint. De huisarts vraagt netjes of hij aantekeningen mag maken en moeder begint met vertellen. Uit haar emotionele relaas komt naar voren dat ze zich geen raad meer weet. “Nou mevrouw,” zegt de huisarts, “ik denk dat ze toch het beste naar een instelling kan.” Gelach vanuit de zaal. “Doet hij het niet goed?” vraagt Bouman. Te zakelijk, vindt de een. Maar wel volgens het boekje, zegt een ander. De kritiek van het publiek: beiden moeten beter luisteren, er werd te snel op oplossingen overgegaan zonder naar eigen kracht te kijken, en de huisarts nam te
20
snel de regie over. Van Bouman mag het wel wat specifieker. De zaal moet de volgende vraag van de huisarts formuleren. “Hij moet haar emotie de ruimte geven, en haar behandelen als mens in plaats van instantie.” Poging twee. Moeder gaat uitgebreid een potje zitten huilen. De huisarts lijkt niet veel vooruitgang te boeken. Is Alice überhaupt wel veilig? “Moeten we de politie bellen?” vraagt Bouman. “Hoeveel tijd heb ik nog?” zegt de huisarts. “Dit is slechts een oefening, maar voor veel mensen is dit de realiteit”, besluit Bouman. “Beleid klinkt vaak goed, maar wat zeg je nu écht in deze situatie?” “Ik heb alle trainingen gedaan hoor!” zegt de huisarts. Ook hier het advies voor de ambtenaren: het is belangrijk te kijken naar elkaars intenties. De huisarts heeft maar beperkt de tijd, en de moeder is heel vergevingsgezind en wil het liefst geen instelling. Maar wat is het beste voor Alice?
21
UIT DE PRESENTATIES
Hoe vertel ik het de Raad? Zijn raad en ambtenaren partners of tegenpolen bij het vormgeven van de decentralisaties? Die vraag staat centraal in de presentatie ‘Hoe vertel ik het de raad’ onder leiding van Marian De Kleermaeker en oud-gemeenteraadslid en oud-wethouder van de gemeente Den Bosch Bart Eigeman.
gemeenteraad als verzameling ‘ikken’. Het gaat erom de raad ook te benaderen in de rol van assemblee, als de raad van ‘wij’, aldus Eigeman. Voorbeeld uit een gemeente: een gesprek met een raadslid kreeg een positieve draai toen bleek dat ook zij moeder was van een puberdochter; zo bleek dat ambtenaar en politicus overlappende drijfveren hebben.
Hoe zien ambtenaren de gemeenteraad? De vraag van Eigeman levert een vat vol meningen op. Betrokken en ongeduldig, controlerend, opportunistisch zijn enkele van de kwalificaties. Scoren voor de bühne met een kennisachterstand. Zorgt voor ééééindeloos gezeur, vindt iemand anders.
Dat raadsleden te weinig kennis hebben, bestreed Eigeman. “Het probleem zit juist in de waarde doe wordt toegekend aan specifieke kennis. We hebben een ‘lekendemocratie’: burgers kiezen andere burgers in de gemeenteraad. De raad zorgt voor verbinding van gemeente met de maatschappij, en bestaat niet uit specialisten.”
Toch hebben raad en ambtenaren elkaar nodig. Bijvoorbeeld omdat raadsleden beter weten wat leeft in de gemeente, als het goed is. De kunst is, vindt Eigeman, om de raad niet aan te spreken als de ‘arena met verschillen’, kenmerk van de
22
Huiselijk geweld en kindermishandeling vergeten onderwerp? Wordt huiselijk geweld vergeten bij de decentralisaties? Het zou niet moeten, betoogt Gertrude van Driesten van de VNG die er een presentatie over geeft. Immers: al in de inspiratiesessie bleek dat 45% van de mensen boven de 18 jaar met het fenomeen te maken heeft. Concreet: in elke schoolklas zit wel een kind dat is betrokken bij kindermishandeling. Tel er het stijgende aantal vechtscheidingen bij op en het plaatje is duidelijk: aandacht voor huiselijk geweld is meer dan nodig in de decentralisaties. Toch, vertelt Van Driesten, is het knokken om het op de agenda te krijgen. En of het aan de zaaltjes ligt waar ze haar presentatie geeft of niet; ook tijdens het 3D-congres puilt ‘haar’ presentatieruimte niet uit.
derende behandeling (...)’ toepassen. In Amsterdam Zuidoost is die regel niet altijd makkelijk uit te leggen, omdat er onder de mensen van 130 nationaliteiten die er samenwonen ook mensen zijn die het heel gewoon vinden om af en toe een kind een knal te geven, merkte een aanwezige op. “Wij bieden daarom cursussen Triple P aan , om positief opvoeden aan te leren”, vertelt ze. Van Driesten toonde voorbeelden van plannen van aanpak in regio’s die actief met beleid bezig zijn. Ze drukte de aanwezigen op het hart aan het werk te gaan met formuleren van preventiedoelen, risicogezinnen in beeld te brengen en acties te plannen. Wie er niet meteen uitkomt, kan terecht op regiobijeenkomsten die de VNG organiseert op 3 juli en op 11, 18 en 25 september. De precieze data en locaties zijn te vinden op de site van het congres- en studiecentrum van de VNG.
Geen vernederende behandeling De formele regels zijn duidelijk: de basis is artikel 247 van het burgerlijk wetboek, waarin onder meer staat dat ouders of verzorgers ‘in de verzorging en opvoeding van het kind (…) geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere verne-
23
24
25
Rondetafelgesprekken: praktisch leren van anderen Toegang tot zorg: hoe gaan we het doen? En hoe zorgen we dat de juiste dingen op de juiste manier gaan? Om zoveel mogelijk verschillende invalshoeken aan bod te laten komen, waren er rondetafelgesprekken. Doel: informatie uitwisselen en inspiratie opdoen.
Op elke tafel liggen instructies klaar. Na een kort welkomstwoord volgt het startsignaal. De sessie duurt slechts een uur, dus er is geen tijd te verliezen. Sommige tafels beginnen al een voorstelrondje vóór de officiële opening – iedereen is nieuwsgierig en wil zo snel mogelijk starten. Binnen een minuut heeft elke tafel een voorzitter uit zijn midden gekozen. Tien minuten later heeft iedereen zich kort voorgesteld aan zijn tafelgenoten en kan er overgegaan worden op het inhoudelijke gedeelte: de organisatie van toegang tot de zorg en ondersteuning in de gemeente. Iedere deelnemer vult antwoorden op vier korte vragen in: Hoe wordt de toegang in uw gemeente vormgegeven? Wat gaat er goed bij de organisatie van toegang in uw gemeente? Waar ziet u een mogelijkheid voor verbetering? En welke positieve tip of mogelijk valkuil wilt u delen met uw tafelgenoten? Korte, heldere vragen, die de gesprekken tussen beleidsmakers, freelancers voor de gemeente, raadsleden, projectleiders van grote én kleine gemeenten en provincieambtenaren meteen op gang brengen.
Vormen van toegang Aan elke tafel komen verschillende manieren van toegang aan bod. In de ene gemeente gebeurt het met behulp van indicatiestellingen en een digitale hulpwijzer, een andere regio maakt gebruik van een centrale jeugddienst, een sociaal wijkteam of een centraal loket. Al die verschillende beleidsvormen geven stof tot nadenken. Wat gaat
er goed? Wat kan er beter? Het delen van kennis leidt tot inspiratie voor het eigen beleid. Sommige mensen horen dingen waar ze nooit aan gedacht hebben, andere herkennen het eigen beleid in dat van een ander.
Een greep uit de aanbevelingen: Bepaal de rol van de gemeente Faciliteert of regisseert een gemeente? Of doet zij allebei? Bepaal eerst de rol van de gemeente, daarna kun je pas inrichten hoe je die rol wilt invullen.
Inventariseer “Niet alles is nieuw”, merkt een van de deelnemers terecht op. “Sommige gemeenten hebben helemaal geen weet van wat er allemaal al gebeurt. Eigen kracht kun je soms al veel vinden in de wijk: instellingen als kerken of andere netwerken zetten zich al op allerlei manieren in voor probleemgezinnen. Alleen als je weet wat er al gebeurt, kun je bepalen wat nog ontbreekt.”
27
Soms loopt de zorg via verschillende kanalen. Dat kan effectiever, vindt een andere deelnemer. Zijn tip: maak een financiële kaart van wat er wordt besteed in uw gemeente. “Vanaf volgend jaar moeten we het als gemeente gaan betalen, dan moet je ook weten wat er precies nodig is. Sommige gemeenten weten dat nog niet eens.”
Wissel uit Een veelgenoemde valkuil voor toegang: versnippering. Waar begint toegang nou? Informatie-uitwisseling is belangrijk. Zowel bij hulpverleners onderling, als tussen gemeente en burger. De burger moet weten waar hij terecht kan, en wijkteams kunnen gebaat zijn bij makkelijkere toegang tot dossiers van andere instellingen. Digitaliseren zou een rol kunnen spelen bij het beter ontsluiten van kennis voor zorgverleners en burgeres. Samenwerking van gemeenten en instelling wordt ook genoemd. Volgens een van de deelnemers zorgt het voor
een sterke positie bij de inkoop van zorg. “Maar we hadden het over toegang”, wijst een voorzitter hem terecht. Terug naar de verbeterpunten.
Probeer Het belang van pilots wordt aan een andere tafel benadrukt. Hulpverleners moeten over de grenzen van hun eigen organisatie leren kijken, “uit hun koker” gehaald worden. De leden van een sociaal wijkteam bijvoorbeeld, nemen allemaal hun eigen denkwijze mee, maar hebben straks ook een centraal aanspreekpunt nodig om hun dezelfde richting uit te sturen. Gevaar is wel dat hierdoor nieuwe bureaucratische barrières ontstaan. Dat merk je pas in de praktijk. Ook op het gebied van lean werken valt er nog winst te boeken voor veel gemeenten: alles wat geen toegevoegde waarde heeft, kan uit het proces. Een minder bureaucratisch proces zorgt voor een kortere behandeltermijn.
Drijf niet te ver van de burger “We hebben het nu wel over hoe we onze organisaties willen inrichten, maar we moeten niet uit het oog verliezen voor wie we het doen. Het gaat om de burgers”, stelt een voorzitter. “In tijden van onzekerheid en verandering hebben organisaties de neiging zich naar binnen te keren. Maar het is ook de bedoeling om de burger te blijven informeren en ondersteunen.” Alle tips werden aan het eind van het uur verzameld en worden nog verspreid.
28
“Soms zie je in een andere stad dat het verrassend eenvoudig kan zijn” U kent haar misschien nog wel als omroepster bij de VARA: Marceline Schopman. Zij presenteert de 3D Inspiratiesessie tijdens De Decentralisaties Dag. Wat veel mensen niet weten, is dat zij tevens raadslid en vice-fractievoorzitter van de PvdA in Haarlem is. Wat heeft zij als raadslid van deze dag opgestoken? “Veel mensen in veel gemeenten zijn heel vindingrijk en daar gaan we vandaag meer over horen.” zo opende je de inspiratiesessie. Wat heeft jou geïnspireerd? “De mensen die ik hier spreek geven een nieuwe kijk op de decentralisaties. Ik heb vooral bewondering voor de mensen die het niet bij plannen houden, maar gewoon gaan dóen. Bijvoorbeeld het initiatief in Eindhoven met de wijkteams. Ik heb deze dag meteen aangegrepen om een afspraak te maken: binnenkort gaan we met de gemeenteraad op bezoek. Je kunt als raad wel met zijn allen in je eigen zaaltje blijven zitten en dingen bedenken, maar soms zie je in een andere stad dat het verrassend eenvoudig kan zijn.”
Welk idee wil je meenemen naar Haarlem? “Dat vind ik lastig. Niet elk initiatief zou overal even goed werken, het hangt af van de situatie. Ik heb veel bewondering voor de thuiszorgondernemer Emile de Roy van Zuydewijn. Hij is nog zo jong, maar heeft al veel bereikt. Hij motiveert mensen in zijn omgeving. Het succes van zijn initiatief laat zien dat het belangrijk is om open te blijven staan voor nieuwe ideeën. Hij is ook het lichtend voorbeeld dat de decentralisaties niet alleen bezuinigingen zijn, maar juist een kans om mooie dingen te ontwikkelen en proberen. Protocollen worden minder bureaucratisch, regiogemeenten geen meer samenwerken. Het biedt mogelijkheden om vooruit te gaan.”
Je ben presentatrice én raadslid, een waardevolle combinatie? “Veel mensen zijn op dit soort congressen, maar ook in hun dagelijks werk, alleen maar bezig met zenden. Maar als iedereen aan het zenden is, wie ontvangt er dan nog? Ik zie het als mijn functie als presentator, maar óók als raadslid, om juist heen en weer te blijven gaan tussen zender en ontvanger. Dat geldt voor een gast en publiek, maar ook in vergaderingen. Het moet een gesprek zijn.”
“Het PGB-beleid en trekkingskracht” Hoe kunt u een goed PGB-beleid invoeren dat precies past bij uw gemeente? In deze presentatie wordt duidelijk wat de vier hoofdpunten zijn van het maken van beleid: vernieuwen, verkennen, verlangen en vormgeven. Om te vernieuwen moet je eerst verkennen wat er al is, bedenk vervolgens wat u zélf raakt en waarom en ga dan pas naar het vormgeven. “Wij blijven heel erg hangen in het vormgeven, maar de verhalen aan de keukentafel zouden ons juist moeten inspireren” vertelt de presentatrice wijs.
Koffietijd en praktijk Haar collega vertelt hoe zij dat doen in hun Limburgse gemeente. Hij vergelijkt het met een kaars: het beleid is de basis, maar dat brandt voor de mensen in de gemeente. De mensen geven licht, warmte en inspiratie. “Mijn medewerkers worstelen met beleidsnota’s en instroom. Laatst vroeg een van mijn medewerkers: mag ik koffie gaan drinken met mensen in de wijk? Dat deed zij bij haar vorige baan ook. Ik heb haar toen gevraagd of ik mee mocht.” Conclusie: heb het niet alleen over procedures, verordeningen en deadlines, maar heb het over mensen. “Bijvoorbeeld over mijn buurman, die thuiszorg nodig heeft maar óók vanuit zijn eigen kracht werkt. Door mooie verhalen te delen, krijg je inzicht. Laten we van notatijd, koffietijd maken.” Dat klinkt mooi vindt het publiek, maar hoe vertaalt het zich naar de praktijk? “Ik heb het idee dat u vraag zich heel erg richt op het vormgevingsaspect”, zegt …. Maar daarmee laat het publiek zich niet wegsturen: “Verplaatst u de deadlines voor die nota’s dan?” “Nee”. “Maar hoe lost u het dan op?” Uiteindelijk volgt er toch een praktische aanbeveling: “We zorgen dat er weinig dichtgeregeld is. Het hoeft niet af te zijn, we moeten 1 januari weten waar te beginnen. Maar als je geen jarenlange contracten afsluit of je vastlegt bij de usual suspects – de grote zorgaanbieders – dan is er nog ruimte voor aanpassing aan de burger ná 1 januari.”
“De gemeente van de toekomst – de uitdagingen van nu” Het is tijd voor inbreng van het publiek. Er worden stellingen voorgelegd en deelnemers moeten links of rechts van de streep in het midden van de kamer gaan staan, respectievelijk ‘eens’ en ‘oneens’. De eerste stelling luidt: ‘De decentralisaties maken zorg beter’. Het merendeel is het met deze stelling eens. “Zorg komt dichter bij de burger.” Toch is een enkeling kritisch: “In essentie blijft het een bezuiniging.” Snel door naar de volgende stelling: In 2020 zal de maatschappij door zelfredzaamheid wezenlijk veranderd zijn. Het merendeel van de kamer is het ermee oneens: “Zelfredzaamheid is nu meer onder aandacht van de gemeente, maar dat betekent niet dat het nu meer is. Ik denk dat de gemeenten een beweging volgen die al langer aan de gang is.” En dan de afsluitende stelling: Onzekerheid staat in de weg van decentralisaties.
De decentralisaties vragen veel van gemeenten. BZK is samen met gemeenten op zoek gegaan naar de nieuwe taken, struikelblokken en oplossingen voor gemeenten. Drie afgevaardigden van het BZK vertellen over hun onderzoek en vragen naar de mening van het publiek. Bij binnenkomst krijgt iedereen een post-it en de vraag: Waar is de gemeente voor in de toekomst? De antwoorden worden op een bord geplakt en kort bekeken: structuur, dialoog, de burger… “Misschien is het de invloed van de dag, maar vanochtend stond er op geen enkel blaadje ‘burger’,” grapt een van de presentatoren. Hij legt het verband met hun onderzoek uit: “Wij onderzoeken de veranderende verhouding tussen Rijk en gemeenten, en de veranderende relaties tussen gemeente, Rijk, burger en de buurtgemeenschap.” Het BZK meet trends, en bouwt op basis daarvan enkele scenario’s voor de toekomst. Trends zijn maatschappelijke veranderingen waar de overheid geen directe invloed op heeft, bijvoorbeeld vergrijzing. Het onderzoek is te vinden op www.gemeentenvandetoekomst. nl/item/trendsenontwikkelingen .
De kamer is verdeeld. Onzekerheid, ja, die voelen ze allemaal. “Maar het is een productieve onzekerheid. Het dwingt ons om kritisch te kijken naar ons beleid en goed na te denken over hoe nu verder.”
31
Cliënt in het echt en bewindslieden in de finale Het laatste uur van het programma is de finale. Na een rondje ervaringen van deelnemers aan het congres introduceert presentator Ruben Maes een verrassing: een echte cliënt uit een van de besproken casussen is vandaag aanwezig. Ellis, in de case Alice genoemd, is bij het congres samen met haar moeder. “Vanmiddag ben ik bij ‘mijn’ casus gaan kijken”, vertelt ze. Ik voelde me vereerd om mijn eigen verhaal te zien. Grappig, want de acteurs zeiden dat ze vereerd waren om mij te zien.” Op het podium vertelt Ellis haar verhaal nog eens. “Ik kom uit een goed-functionerend gezin, maar mijn ouders groeiden steeds verder uit elkaar. Door mijn PDD-NOS was ik erg sfeergevoelig. Ik werd agressief, ging drugs gebruiken om stoer te doen en uit onmacht over mijn situatie. Ik kwam steeds minder thuis.” Het was voor hulpverleners moeilijk om met haar in gesprek te gaan. “Ik had mezelf afgesloten.” Uiteindelijk is Ellis uit huis geplaatst. Ze verhuisde naar een instelling voor begeleid wonen. Ze is zelf afgekickt, is net verhuisd naar een eigen appartement en heeft nu een baan als leidinggevende. Wat zij vindt van de drie decentralisaties? “Ik ben er zelf niet zoveel mee bezig, maar het is belangrijk dat mensen niet aan hun lot overgelaten worden.” Ook haar moeder vertelt wat zij belangrijk vindt aan zorg: “Vraag mensen wat en hoe ze het zelf willen. Laat ze meedenken.” Voordat Ruben Maes de bewindslieden op het podium roept, wil hij Ellis een cadeautje meegeven uit de op het podium gebouwde keuken. “Dat heb ik niet met de organisatie overlegd”, roept Maes olijk. “Niet de ijskast, die is geleend”, kreunt één van de organisatoren achter in de zaal zachtjes. Maar Ellis is zeer bescheiden: ze kiest een flesje wijn. Maes geeft haar een tweede fles mee voor haar moeder.
32
aan de pols te houden, maar laten we geen cliffhanger creëren. We moeten voortdurend in de gaten houden hoe de decentralisaties plaatsvinden, niet op één moment in het najaar. En op 1 januari is het natuurlijk niet klaar, dan gaat het pas beginnen.”
Dan is het tijd om de bewindslieden op het podium te roepen. “Zo hoort dat”, zegt Maes: “de burgemeester heeft het congres vanochtend geopend, ministers komen het afsluiten.” VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma, minister van BZK Ronald Plasterk, staatssecretaris van volksgezondheid Martin van Rijn en directeur-generaal van Participatie en Inkomenswaarborg Bernard ter Haar verschijnen. De laatste vervangt staatssecretaris Jetta Klijnsma. Staatssecretaris Fred Teeven van Veiligheid en Justitie zou er ook zijn “maar die moet naar de Tweede Kamer voor zijn zoveelste motie van wantrouwen”, zette Annemarie Jorritsma de toon. De bewindslieden beantwoorden vragen die in de loop van de dag ingezonden zijn door aanwezigen op het congres. Ieder mocht zelf een te beantwoorden vraag kiezen uit drie vragen. Martin van Rijn bijt het spits af: ‘Wat gaat het Rijk nog doen om draagvlak te krijgen bij burgers voor de decentralisaties?’ Een beetje een vreemde vraag, vindt hij. Want het Rijk gaat daar niets voor doen. “Gemeenten moeten het Rijk durven loslaten. Het draagvlak hangt af van de relatie tussen burger en gemeente. De wettelijke regels zijn nu grotendeels af, maar vertrouwen moet in de praktijk worden gevestigd. De dienstbare gemeenten moet mensen blijven spreken, knelpunten verbeteren en maatwerk leveren. De praktijk zal leren waar we aan toe zijn met het draagvlak.”.
Bernhard ter Haar, die staatssecretaris Klijnsma vervangt, kiest voor ‘Hoe kunnen gemeenten werkgevers zo ver krijgen om de nieuwe doelgroep aan werk te krijgen?’ “Bedrijven hebben beloofd 100.000 banen te creëren voor de doelgroep”, legt hij uit. “dus dat gaan ze doen. Gemeenten nemen 25.000 banen voor hun rekening.” In de zaal ontstaat enig rumoer. Annemarie Jorritsma haakt in: “Veel gemeenten zijn al lang bezig bedrijven te mobiliseren. De wil is er. Ik zie ie wil vooral bij het MKB, maar de quota zijn bedoeld voor het grootbedrijf.” Zelf sluit ze de rij. Ze kiest voor de vraag ‘Krijgen gemeenten voldoende beleidsvrijheid om samenhang in het sociaal domein tot stand te brengen?’ “De wetgeving is bijna afgerond, op een enkel terrein na dat nog ter beoordeling bij de Eerste Kamer ligt. In de wetten zit voldoende beleidsvrijheid. Maar het is niet de bedoeling dat alle gemeenten de modelverordening van de VNG overschrijven. Maak ‘m specifiek, beschrijf met de verordening wat lokaal speelt, wat specifiek is voor de gemeente die hem schrijft.”
Dan minister Ronald Plasterk: ‘Wat wilt u doen met het advies van de Algemene Rekenkamer voor een time-outmoment?’ Hij voelt niks voor zo’n moment “Het is goed om de vinger
Na de finale voor het dagprogramma schuiven de bewindslieden door naar de programma’s voor raadsleden en wethouders. De beleidsambtenaren vertrekken na een borrel weer naar huis.
33
En kwamen je verwachtingen uit? Aan het eind van de dag spraken we de mensen weer die we ‘s ochtends naar hun verwachtingen vroegen. Wat viel op, wat viel mee, wat viel tegen?
Hicham Hamiddane beleidsmedewerker/proje ctleider gemeente Tiel
Radboud Ammerlaan hem fractievoorzitter CDA Loc
“Ik vond het een hartstikke mooie dag. Ik ben vol energie en geïnspireerd weggegaan bij het congres. Ik was onder de indruk van het verhaal van Philip Idenburg in de inspiratiesessie, waar hij vertelde over de veranderingen van verzorgingsstaat naar het systeem van marktwerking die moet eindigen bij een systeem waar overheid en burgers samen waarde creëren. Dat verhaal zag ik als praktijkverhaal terug in de Krachttoerbus. Ik was bij een presentatie over onder meer burgers die een zorgcoöperatie oprichten. En ik heb een afspraak gemaakt met een collega uit Venlo om te praten over de vormgeving van burgerparticipatie.”
“Het was een leerzame, verhelderende dag. Een concrete afspraak heb ik ook gemaakt: samen met een collega uit de gemeente Bronkhorst willen we zorgondernemer Emile uitnodigen om bij ons te komen vertellen hoe hij zijn zorgbedrijf heeft opgezet. Wij hebben hogeschool Saxion in de regio, hier zou ook zo’n bedrijf uit de grond moeten kunnen komen. Het viel me wel op dat veel gemeenten zelf het wiel aan het uitvinden zijn. Ze zouden elkaar in de regio meer moeten opzoeken. En ik hoop dat de VNG de kennis die wordt opgedaan bundelt in een expertisecentrum of zo. Want het is onnodig als iedereen hetzelfde aan het doen is.”
rt Public Mirrin Middelhuis studee Health, en en Administration in Leid terdam Rot in Law & icy Economics, Pol
“Ik ben echt positief verrast en heb heel veel dingen gezien die ik kan gebruiken voor mijn onderzoek. Wat me vooral opviel, zijn de verschillen tussen gemeenten. Bij de casus bleek dat veel beleidsmedewerkers een ander beeld hebben van hoe ze zo’n gesprek zouden willen aangaan. Veel gemeenten zitten nog in het vormgevingsproces en vullen het anders in. Het is goed dat er beleidsvrijheid is, maar er moet gewaakt worden voor kwaliteitsverschillen. Goede controle is belangrijk, zodat niemand buiten de boot valt. Het was goed om te zien bij dit congres dat zoveel mensen ermee bezig zijn en willen leren van elkaars best practices.”
34
enLinks Math de Loo raadslid Gro leen -Ge ard Sitt te een gem
Jan-Willem Hulstein directeur Hulstein Transit
ieSZ
“De gemeenten zijn met hun neus op de feiten gedrukt. Tijdens het panel van bewindslieden bleek dat er nog veel onduidelijk is voor gemeenten, bijvoorbeeld ten aanzien van de AWBZ en de zorg die ze moeten gaan leveren. Het beleid is er wel, maar hoe gaan we het vormgeven? Goede oplossingen kun je niet één op één vertalen. Gemeenten moeten maatwerk leveren. Het is in ieder geval duidelijk geworden dat er geen uitstel komt. Er is een aantal koplopergemeenten, zoals Zaanstad, dat al drie jaar bezig is, maar sommige gemeenten zijn nog aan het aftasten. En er zijn nog maar zes maanden! De urgentie is voor hen vandaag wel duidelijk geworden. Één minpunt: er was zoveel aanbod bij de presentaties, maar het was door tijdsnood onmogelijk om alles te zien.”
“Vanmorgen wilde ik graag bijgespijkerd worden. Daar is deze dag aardig in geslaagd. Het is me duidelijk geworden dat we niet meer moeten aarzelen en doorgaan met de wetsvoorbereidingen. Het is ook belangrijk om ons te focussen op de langere termijn. Hoe willen we dat het eruitziet in 2018? We moeten ons niet blindstaren op het beleid afraffelen, maar juist in zicht blijven houden waar we het voor doen. Met name de casussen vond ik echt verhelderend. We moeten meerdimensionaal tegen de problematiek aankijken en het netwerk van de cliënt zo breed mogelijk als vangnet inzetten.”
Véronique Wils doet werkervaring op bij gemeente Den Bosch
Monique Neyzen communicatieadviseur gemeente Voorst
“Het ochtendgedeelte vond ik teleurstellend. De sessie in de grote zaal duurde lang en had voor mij geen toegevoegde waarde. Een presentatie over hoe de buurt te betrekken leverde geen tips op, maar alleen voorbeelden over hoe het nu gaat. En een presentatie over kindermishandeling had voor mij een interessant onderwerp, maar in de presentatie hoorde ik geen nieuws. Het middagdeel maakte mijn teleurstelling over de ochtend goed. Ik was bij de casus van Alice, en ik vond het interessant om te zien hoe collega’s naar de jeugdzorgpraktijk kijken. De sessies aan de ronde tafels waren héél praktisch en concreet, daar heb ik veel van opgestoken. Bijvoorbeeld van een kleine gemeente die zo veel mogelijk zelf oplost zonder door te verwijzen.”
“De presentaties kwamen helaas wat minder uit de verf omdat er te weinig tijd was, maar de rondetafelgesprekken vond ik érg interessant. Zo hoorde ik dat enkele gemeenten een afspraak hebben gemaakt om geen politiek te bedrijven over de decentralisaties in de raad. Ik weet niet of dat mogelijk is, maar ik ga het wel aankaarten in mijn gemeente. De decentralisaties zijn een politiek gevoelig en complex proces, maar als de wethouders zich lerend opstellen hebben de burgers er meer aan dan wanneer partijen gaan struikelen over eventuele fouten en daar stemmen mee proberen te winnen.”
35
Ook raadsleden bereiden zich voor op de 3 D’s Tijdens De Decentralisaties Dag volgden raadsleden in de avonduren hun eigen programma. Maar liefst 250 volksvertegenwoordigers hadden op 28 mei de weg naar Den Bosch gevonden. Heikele onderwerpen: de information overload, regionale samenwerking én lastige gesprekken bij de slager. De gemeenteraadsleden waren verdeeld over 26 ronde tafels. Daar spraken zij met elkaar en ook, eventjes, met topbestuurders van de VNG en bewindslieden. Zo raadde minister Plasterk de raadsleden aan om zich niet blind te staren op 1 januari 2015. “Dan begint het pas.” Hij bereidde de raadsleden voor op een overgangsfase die jaren kan duren. “Het Rijk moeten leren loslaten, maar we moeten niet zeggen: hier heb je de hele handel, bekijk het maar. We moeten ook, in goede samenspraak, een vinger aan de pols houden.” Als iets duidelijk werd, dan is het wel dat raadsleden er niet alleen voor staan. Namens de VNG verzekerde Annemarie Jorritsma er alles aan te doen om raadsleden ‘snel op vlieghoogte’ te brengen. Staatssecretaris Van Rijn pleitte voor een platform waar raadsleden best practices kunnen delen. Jantine Kriens, voorzitter van de directieraad van de VNG, beloofde de beschikbare media en instrumenten nog eens kritisch tegen het licht te houden.
Détente rond 3D’s En zoals er saamhorigheid neerdaalde vanuit het ‘gevende’ Rijk naar de ‘ontvangende’ gemeente, zo klonk ook herhaaldelijk een pleidooi voor harmonie tussen gemeentebestuur en gemeenteraad. Spreker Frank Rozenberg, als raadslid voor een lokale partij in Voorburg net benoemd tot wethouder,
36
riep op tot een politiek détente rond de 3D’s. “Ga geen robbertjes politiek uitvechten. Er zullen fouten worden gemaakt. Die schrijnende situaties komen. Hoe ga je daarmee om? Bent u olie op het vuur of pakt u het samen met elkaar verantwoordelijk op?” Ook andere sprekers sloten zich bij die boodschap aan. Daarnaast was een vaak benoemde kwestie de information overload die op raadsleden afkomt. Raadslid Marieke Witzel uit de gemeente West Maas en Waal gaf haar collega’s nuttige tips
en relativeerde. “Vooral tegen nieuwe raadsleden wil ik zeggen: gun jezelf de tijd. Neem het jezelf niet kwalijk dat je het niet allemaal weet.”
Put dempen Een opvallend geluid liet hoogleraar Ira Helsloot horen. De expert in veiligheidsdenken waarschuwde voor overreacties na incidenten. “Na elk incident hebben we de neiging om te zeggen: dit nooit weer. ‘Die put gaan we dempen!’ Maar de wereld is een gatenkaas van putten waar kalveren in verdrinken. Het dempen van die ene put is zinloos.” Helsloot kreeg veel bijval van het publiek. Een raadslid vanuit de zaal: “We moeten er aan wennen dat het af en toe ‘Enschede’ is.”
‘Rolzuiver’ Tenslotte was er veel aandacht voor het fenomeen rolzuiverheid. Want het gevaar voor een raadslid schuilt erin dat hij de komende tijd op verkeerde stoelen gaat zitten. Een humoristische simulatie van ‘moeilijke gesprekken bij de slager’ versterkte dat idee. In toneelstukjes rond het fictieve raadslid Jack bootsten ‘verander-acteurs’ van Het Consulaat na hoe raadsleden wél en niet kunnen reageren op lastige vragen van burgers. Jack: “De zaak met het PGB zit zo, dat het geld nu gere-alloceerd wordt voor andere doeleinden.” Bezorgde moeder: “Gerealloceerd? U bent er toch voor ons? Ik heb op u gestemd!” Raadsleden in de zaal konden suggesties doen voor verbetering die
37
vervolgens live werden uitgespeeld. Spelenderwijs kwamen de deelnemers erachter wat werkt en wat minder goed werkt. Zo bleek de genoemde rolzuiverheid belangrijk. Een raadslid moet niet op de stoel van de wethouder, ambtenaar of hulpverlener gaan zitten.
Wethouders: ‘We willen duidelijkheid en dóórgaan’ Zo’n 150 wethouders – van Bellingwolde tot Brunssum – schuiven aan bij het 3D Diner waar ze met elkaar ervaringen uitwisselen over de decentralisaties. Tussen de gangen door spreken bewindslieden om daarna aan tafel verder te discussiëren. De tiende stoel aan elke ronde tafel is gereserveerd: bewindslieden en Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) brengen de avond roulerend door om zoveel mogelijk wethouders te spreken. Plasterk trapt af. “Dit is het grootste verandertraject in het binnenlands bestuur van de afgelopen decennia. U bent bestuurder, maar ook onderdeel van het democratisch proces. Hoe gaat u de raadsleden erbij betrekken?” Zowel de minister als de wethouders beseffen dat de raad in korte tijd veel informatie tot zich moeten nemen en het drukke maanden worden. Volgens staatssecretaris Van Rijn is een rustige landing van de decentralisaties mogelijk, als we allemaal ‘normaal blijven doen’.
Aannames Het SCP bestudeert de sociale staat van Nederland. Putters: “Het gaat goed met veel Nederlanders, maar bij 6 à 7 procent stapelen de problemen zich op, zoals bij bijstandsmoeders en niet-Westerse allochtonen.” Putters waarschuwt: “Onder het beleid liggen veel aannames. Zijn mantelzorgers inderdaad bereid om zorg te verlenen? En kunnen mensen op verschillende terreinen echt meer zelf doen? Er zijn ook mensen die niet kunnen participeren.” Ook vraagt Putters
38
zich af of de gemeente weet wat burgers willen. “Het lokale bestuur moet meer doen, maar niet voor de burgers denken. Voor je het weet ga je voor mensen bepalen wat participatie is, terwijl je juist oproept tot zelfredzaamheid.” Putters vraagt de wethouders of ze voldoende kennis in huis hebben. “Laat ons weten wat u nodig van de landelijke kennisinstituten.” Aan tafel praat Putters verder over de keukentafelgesprekken. “Elke gemeente moet daar zijn eigen weg in vinden, want elke politieke partij zal de rol van de overheid anders zien. Streef je als gemeente een bevoogdende rol na, of moeten mensen een appel doen op hun buren?” De wet-
Best practices Annemarie Jorritsma sluit de avond af. “Om te voorkomen dat elke gemeente opnieuw het wiel moet uitvinden, willen we de best practices toegankelijk maken. Dé methode is: ga met elkaar in gesprek. Ook beleidsambtenaren hebben behoefte om ervaringen uit te wisselen. Bij raadsleden proef ik de grootste onzekerheid. Mensen, denk om die Raad! Betrek zowel de coalitie als de oppositie bij het proces. De verschillen tussen politieke partijen komen later wel tot uiting.”
houders merken dat raadsleden door de bomen het bos niet meer zien. Wethouder Evers uit Onderbanken: “We nemen ze zelf niet genoeg bij de hand. Als er een regionaal overleg gepland staat over de Participatiewet, dan moet je vóóraf om tafel gaan met de raden om de kaders af te spreken. Nu informeren we de raad pas na afloop.” Aan tafel veel wethouders uit kleine gemeenten. Allemaal kunnen ze nauwelijks iets zelf doen, omdat het ontbreekt aan expertise en mankracht. Kleine gemeenten moeten de handen ineen slaan. Putters voorspelt dat het de komende jaren veel interessanter wordt om bij een gemeente te werken dan in Den Haag. “De tv staat bij jullie.”
Medicijn “Desespereer niet, ga vrolijk door.” Staatssecretaris Klijnsma spreekt. “Er mag best eens iets misgaan. Aan het einde van de rit zijn mensen beter af met het concrete van de gemeente dan met het abstracte van de rijksoverheid.” Ze roept de wethouders op om ook aandacht te schenken aan mensen met een psychische of psychiatrische aandoening. “Zij komen moeilijk aan de bak, terwijl werk voor hen vaak écht een medicijn is. Werk is de beste zorg.” Aan tafel gaat het gesprek verder. Wethouder Balk uit Waalre vindt het een goede zaak dat er op dit moment zoveel zaken tegelijkertijd gebeuren, zoals de ontwikkeling naar passend onderwijs. “Als je vanuit je vroegere jeugd in aanraking komt met mensen met een beperking, is het later ook vanzelfsprekender om iemand met een beperking aan te nemen.”
39
Plasterk, tot slot: “We hebben overwogen om een toetsmoment in te bouwen, maar gemeenten willen weten waar ze aan toe zijn. Het is beter om nu door te gaan. Wel wordt er in samenspraak met de VNG een transitiecommissie aangesteld.” Tot slot roept de minister de wethouders op om de ruimte te zoeken. “Heeft u toch veel last van regeltjes, zoek dan de marge op. Ga er relaxed mee om.”
Op woensdag 28 mei vond De Decentralisaties Dag plaats in ’s-Hertogenbosch. Een dag vol inspiratie en informatie die gemeenten helpt om de drie decentralisaties zo goed mogelijk in te voeren. Er waren deze dag drie speciale programma’s opgesteld één voor ambtenaren één voor wethouders en één voor raadsleden. Bedankt voor uw aanwezigheid
Ambtenarenprogramma
Ronald Plasterk
Martin van Rijn
Wethoudersprogramma
Jetta Klijnsma
Raadsledenprogramma
Fred Teeven
Annemarie Jorritsma