![](https://assets.isu.pub/document-structure/220314124924-08dcc05d50e134b6f9c2d172881b905b/v1/9acdf30d8521e6ae540f99d73d10fbd3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
18 minute read
WOMED AWARD HET GROEPSINTERVIEW
Proficiat aan de onder neemster van het jaar!
Ondernemen als jonge moeder in tijden van corona. Deze drie finalistes van de WOMED Award kennen er alles van. Laat je inspireren door de verhalen van winnares Caroline Vercauteren en de twee andere finalistes, Marie Callens en Katrien Vermeire. “Ondernemen is topsport.”
Tekst Ann-Marie Cordia • Foto’s Johan Van der Hasselt
Caroline Vercauteren We ontmoeten Caroline Vercauteren, Marie Callens en Katrien Vermeire op de dag van de fotoshoot in een apart lokaaltje. We zitten op afstand, zoals op dat moment nog hoort. En zelfs al zijn ze – althans voor deze WOMED Award – concullega’s, deze drie onderneemsters zijn vooral warm voor elkaar.
Hoe beslis je om ondernemer te worden?
Marie: “Ik ben samen met een ex-collega Floorify gestart. Pieter en ik werkten voor een grote vloerenmultinational en allebei dachten we over het bedrijf waar we werkten: dit kunnen wij anders aanpakken! Ik werd 30 jaar en hij 40: we waren allebei aan het nadenken over wat we nog wilden bereiken in ons beroepsleven. Op dat moment was er net een revolutie aan de gang in modulaire vloeren: er was van alles aan het veranderen, het was een goed moment om de sprong te wagen. Op mijn eentje had ik het niet gedaan, maar we geloofden in elkaar. Ik heb mijn buikgevoel gevolgd. Ons businessplan hebben we opgesteld aan mijn keukentafel. In vijf jaar tijd zijn we van nul naar meer dan twintig medewerkers gegaan. We ontwerpen, ontwikkelen en verdelen de mooiste collectie rigidevinylvloeren in België, Frankrijk,
Nederland, Duitsland en ver daarbuiten. We onderscheiden ons met onze collecties, selectieve distributiestrategie, service en enorme klanten ontzorging.”
Jij bleef in dezelfde sector, Marie. Caroline en Katrien, jullie kozen voor een heel andere branche.
Caroline: “Ik ben afgestudeerd als apotheker in 2011. Ik ben meteen begonnen als zelfstan-
aan de onder neemster van het jaar!
dig vervanger bij apothekers en heb dat vijf jaar graag gedaan, maar voelde dat dit niet mijn eindbestemming was. Ik wilde op een andere manier een verschil maken. Vijf jaar geleden, toen ik net van mijn oudste bevallen was, heb ik het charcuteriebedrijf van mijn schoonouders overgenomen. Je kan het vergelijken met een grote slagerij met vleesproducten als rillette en paté. De eerste drie jaar waren zeer, zeer zwaar. (diplomatisch) Ik kwam niet alleen in een mannenwereld terecht, maar kreeg ook te maken met de uitdagingen tussen de generaties en ons verschil in visie.”
Een bedrijf overnemen van je schoonouders lijkt inderdaad niet vanzelfsprekend.
Caroline: “Een familiebedrijf overnemen is geen cadeau. VOKA heeft daar speciale trajecten voor: dat hadden we misschien beter wel gedaan (lacht). Ik zie mijn schoonouders doodgraag, maar het was een moeilijke periode. Mijn man stond soms wat tussen ons in. ‘Praat gewoon met hen’, zei hij dan. Maar dat ging niet zomaar. We hadden een heel andere visie op hoe het verder moest. Zij wilden doen wat ze altijd gedaan hadden, terwijl ik juist een heel andere weg wilde inslaan. We maakten te veel producten die andere bedrijven ook hadden: ham, salami, witte worsten… Enkel met onze rillettes konden we een verschil maken, maar dat kennen ze alleen in West-Vlaanderen. Onze producten waren niet echt future proof. De wereld verandert snel, mensen eten minder vlees. Ik was bijna beschaamd om te zeggen dat ik een charcuteriefabriek had (lacht). Ik vond dat we moesten veranderen om te overleven. Uiteindelijk ben ik alleen verder gegaan. Mijn schoonouders en ik zijn – in alle liefde en wederzijds begrip – professioneel uit elkaar gegaan.” “We mikken met BonMush niet zozeer op de vegetariërs en veganisten, maar wel op de flexitariërs, mensen die een aantal keer per week vegetarisch willen eten. We wilden een volwaardig product, lokaal geteeld. Zo zijn we uitgekomen bij de oesterzwam. Op basis daarvan maken we producten, van salades tot worsten en ‘visburgers’. Je vindt onze producten in de Colruyt, Okay, Spar en straks ook bij Albert Heijn. We hebben moeten snoeien om te groeien, maar nu zitten we op een groei van 20 procent. In 2022 verwachten we een groei van 50 tot 70 procent. We sluiten 2021 af met een omzet van zo’n 2,3 miljoen. We hebben 15 mensen in dienst.”
‘Ik was net bevallen toen ik het bedrijf overnam van mijn schoonouders’ CAROLINE VERCAUTEREN
Ook jij hebt een bijzonder parcours afgelegd, Katrien. Van lerares naar de baas van een audiovisueel bedrijf, met een omweg in een boekhoudkundig bedrijf?
Katrien: “Ik ben zelfs ooit begonnen als sociaal assistent, maar hoewel ik het met heel veel engagement heb gedaan, heb ik al snel de overstap gemaakt naar het onderwijs, het Vrij Technisch Instituut in Oostende. Ik gaf les aan leerlingen in de bouw, elektriciteit en houtbewerking. Dat waren zalige leerlingen; ik heb dat jarenlang heel graag gedaan. Ik nam ze mee naar Italië, naar het Ferrari Museum en het Vaticaan, maar ik had er geen doorgroeimogelijkheden. Mijn ouders waren zelfstandig en hadden een boekhoudkantoor. ‘Wil je het overnemen?’, vroegen ze, en ik dacht: waarom niet? Dus ging ik fiscale wetenschappen bijstuderen. Ik wilde het boekhoudkantoor uitbreiden naar iets multidisciplinairs, zodat je er ook terecht zou kunnen voor hr en juridisch advies, want volgens mij gaat het klassieke boekhoudkantoor onder de kerktoren uiteindelijk verdwijnen. Maar daar waren mijn ouders nog niet klaar voor. Intussen had ik iemand leren kennen, Nico, op wie ik verliefd ben geworden. Hij had een zaak in klank en licht. Nico raakte ooit als 9-jarige
Caroline Vercauteren (33) van BonMush
• Woont in Ieper • Studeerde als apotheker af aan de KU Leuven • Nam in 2016 het charcuteriebedrijf Vandromme NV over van haar schoonouders, het heet nu BonRill, producent van vleeswaren. Sinds een aantal jaar is de specialisatie van het bedrijf verlegd naar veggie en vegan producten, dit onder de naam BonMush. • Heeft 15 mensen in dienst • Mama van Céleste (5) en Marie-France (3)
jongen gepassioneerd door lampen en boxen en zat daarmee op de zolderkamer te spelen, tot zijn ouders gek werden (lacht). Tegen de tijd dat ik hem heb leren kennen, had hij al een bedrijf, met zo’n 25.000 euro omzet. In 2015 vroeg hij of ik mee in de zaak wilde stappen.”
“We hebben samen het bedrijf ge-rebrand tot John & Jane. Ik doe alles van algemene leiding, hr, het strategische en het financiële, terwijl hij nog altijd zijn passie kan uitoefenen. We zijn een premium eventbedrijf gespecialiseerd in klank, licht, video en stagedesign. We leggen ons toe op hr- en bedrijfsevents, festivals, beurzen en high end privéfeesten. Elk jaar zijn we 20 procent gegroeid. We hebben twintig mensen vast in dienst. Onze ambitie is om binnen vijf jaar onze omzet ruim te verdubbelen, tot 10 miljoen euro.”
En wat als het ooit gedaan is?
Katrien: “Nee, want we blijven voor eeuwig samen – zo romantisch ben ik wel! En mocht zich dat toch voordoen, zullen we dat wel oplossen. Privé zijn we liefdespartners, maar zakelijk zijn we echt zakenpartners. Als we op vakantie gaan en we zitten in de auto, of op het vliegtuig, gaat het de eerste twee uur
‘Ik wil groeien met nog over het bedrijf, maar nadien hebben ons bedrijf, maar niet we het weer over andere dingen en gaan we naar de essentie van hoe we ten koste van alles’ in het leven staan.”
Heb je lang moeten nadenken vooraleer je in zee ging met je geliefde, Katrien?
Katrien: “Eerst dacht ik: oei, samen met mijn partner een zaak runnen, wil ik dat wel? Want je bent natuurlijk met twee afhankelijk van één ding. Maar binnen ons bedrijf houden we ons bezig met verschillende takken. Ik doe alles wat hij niet graag doet.”
MARIE CALLENS Caroline, jouw man is aandeelhouder. Pra-
ten jullie veel over het bedrijf?
Caroline: “Mijn man is bio-ingenieur en heeft snel carrière gemaakt in de farmasector. Hij houdt zich wel bezig met het strategische van ons bedrijf: we dromen graag over wat we nog allemaal willen bereiken in de toekomst, maar ik moet hem niet lastigvallen met het operationele.”
Marie, was jouw keuze voor Pieter vanzelfsprekend om mee in zee te gaan?
Marie: “Goh, we hadden al jarenlang goed samengewerkt. Op het laatst stonden we samen op een groot innovatieproject, een nieuwe vinylfabriek. Daar stelde ik de producten en collecties samen terwijl hij de general manager was. We zijn helemaal anders: Pieter is wat harder, ik wat softer. Hij loopt weg van awards, ik loop er naartoe… Maar we hadden allebei enorm veel goesting om eraan te beginnen.” “Op het moment dat we zijn gestart, op 2 juni, 2015, was ik net zwanger van mijn tweede. Ik heb nog gedacht: hoe gaat dit aflopen? Op het einde van dat jaar, terwijl ik hoogzwanger was, kreeg mijn medevennoot een hernia – eind december was hij aan bed gekluisterd. Die maand ben ik met mijn schoonvader, mijn man en mijn broer die speciaal verlof had genomen, displays gaan installeren over heel België. Maar een maand later moesten we naar de grootste beurs van Europa voor vloeren, begin januari, in Hannover. Domotex is zo’n beetje de Olympische Spelen van de vloeren. Dus vroeg ik me af: wil ik echt dat risico nemen om te moeten bevallen langs de snelweg? (lacht) Nee dus – en mijn man zag dat ook niet zitten. Pieter heeft dan een harnas gekocht voor zijn hernia en hij is toch gegaan. Achter in een berging stond een veldbedje zodat hij af en toe kon uitrusten. Zijn vrouw was meegegaan om te helpen. Ik heb alles gevolgd van thuis uit. Het was een kwestie van alles of niets, op dat moment. Maar we hebben op die beurs de Innovation Award gekregen, die ons veel zichtbaarheid heeft gegeven. De eerste drie jaar waren zot. Ik ben toen 20 jaar van mijn leven kwijtgeraakt. Maar je bent zo overtuigd van je verhaal dat je op adrenaline leeft. Het is topsport.” Katrien: “Ik verdik van die adrenaline, maar ik ben het met je eens: ondernemen is echt topsport. Al moet ik toegeven dat ik daardoor ook wel dingen heb gemist in het leven van mijn kinderen. In onze sector is er ’s avonds of in het weekend altijd wel een vrachtwagen die onderweg is. Nee zeggen tegen het werk is moeilijk dan.” Marie: “De echt belangrijke momenten wil ik niet missen, heb ik voor mezelf uitgemaakt. Ik wil groeien met ons bedrijf, maar niet ten koste van alles. Nu ja, gisteren, toen de kinderen digitaal moesten lesvolgen, heb ik de hele dag op hen geroepen. Ben ik de perfecte mama? Verre van. Het is altijd zoeken naar de balans. Maar als je geen tijd maakt, ga je het je later beklagen.”
Jullie werken alle drie in redelijk mannelijke sectoren, niet?
Marie: “De producenten, de beurzen… Daar vind je voornamelijk mannen. Maar met onze vloeren zijn we een interieurproduct, waarbij de vrouwelijke touch wel belangrijk is. Op beurzen vind ik het leuk om rond te lopen als vrouw. Het streelt je ego om je mannetje daar te kunnen staan. Ik merk dat klanten dat waarderen. Twee weken na de bevalling stond ik op zo’n beurs en toen waren ze onder de indruk. Vrouwen zijn niet per se softer, misschien hooguit wat frivoler. Als je als vrouw toont dat je je product kent en meepraat over commerciële strategieen, is dat een plus.” Caroline: “Ik vind onze soft skills wel een meerwaarde. Zonder mij zou mijn bedrijf toch helemaal anders zijn. De vleeswereld is wat grauw en grijs, terwijl zo’n Garden Gourmet of Vegetarische Slager ook een erg mannelijk en rock-’n-rollachtig imago heeft. Het gaat over eten, van mij mag dat wat meer pink zijn. Ik wil die branche wat meer sexy maken.” Katrien: “Het belangrijkste is dat je de ambitie hebt om ergens te geraken, of je nu een man of vrouw bent, maakt niet uit. Al denk ik wel dat ik bij medewerkers en zakelijke contacten meer vragen stel, ik zal bijvoorbeeld sneller informeren naar hun vrouw en kinderen. Daardoor weet ik meer. Mijn man heeft een andere aanpak.”
Ben je ooit anders behandeld als vrouw?
Marie: “Als ik bij een leverancier ben of klanten, richten ze zich tot de man, als er een man bij is. Dat vind ik opvallend.” Caroline: “Ja, dan lijk je het assistentje. Ooit stond ik op een beurs toen iemand me vroeg: ‘Ga je nog wat water halen voor me of hoe zit het?’ Toen had ik wel wat minder rimpels, dus misschien vandaar zijn vraag (lacht).” Katrien: “Oh ja! We zaten ook eens in bespreking met een grote groep, over een buy and build-strategie. We zaten met allemaal mannen aan tafel, behalve ik en een andere vrouw. Ik bood aan om koffie te halen, maar zij antwoordde: ‘Als we koffie willen, gaan we er zelf wel om.’ Ken je het boek Nice Girls Don’t Get The Corner Office? Soms gedraag je je als meisje en soms gedraag je je als vrouw. Het gaat over hoe vrouwen – door zich als een lief meisje te gedragen – hun carrière onbewust saboteren. Heel interessant.” “Ik heb me echt wel moeten bewijzen. Ik ben normaal een pletwals: in mijn werk wil ik vaak van alles veranderen als dat betekent dat iets efficiënter of beter kan. Maar in het begin werd ik raar bekeken in de zaak van mijn vriend: ‘Jij kent niets van klank en licht en jij gaat ons hier eens komen vertellen hoe het moet?’ Daarom ben ik mee op productie geweest en heb ik ook kabels gerold, om het vak echt beter te leren kennen. Intussen is het vertrouwen er wel.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220314124924-08dcc05d50e134b6f9c2d172881b905b/v1/56264571ef6102a66a09bd9011965125.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Caroline, heb je die man op die beurs zijn watertje eigenlijk gebracht?
“Nee (lacht). Uiteindelijk heeft iemand van mijn team er iets van gezegd, zelf durfde ik niet. Ik was toen nog wel heel jong en ik ben altijd heel introvert geweest. Al ben ik wel al in mijn rol gegroeid: vandaag zou ik er wel een opmerking over maken.” Marie: “Ik zou het water gaan halen en zeggen: ‘Alsjeblieft, en hallo, ik ben Marie, de zaakvoerder.’ Ja, dat soort dingen heb ik ook al meegemaakt. Maar ik vind het net de max om mensen dan te zien schrikken als ik zeg dat ik de medezaakvoerder ben (lacht).”
Marie Callens (36) van Floorify
• Woont in Moorslede • Studeerde handelsingenieur in Antwerpen • Startte in 2016 met Floorify, producent en verdeler van innovatieve vinylvloeren met kliksysteem • Heeft 21 mensen in dienst en werkt ook met freelancers • Mama van Leonore (7) en Floris (5)
Katrien: “Ik herinner me een diner met allemaal ondernemers samen. Ik vroeg aan de man naast me wat hij deed. ‘Ik heb een stripteaseclub’, zei hij, om mij te shockeren. Waarop ik tegen mijn man zei: ‘Zeg, zijn we daar eigenlijk al geweest, naar die stripclub van hem?’ Hij was verbouwereerd. Het komt erop aan om je niet te laten kennen en een goede repliek te geven. Niet dat het me altijd lukt, maar ik heb destijds veel opgestoken door les te geven aan 16-jarige gasten in het beroepsonderwijs.” Marie: “Met humor bereik je veel, hé. Maar het is de kunst om te kunnen reageren op het moment zelf.” Caroline: “Ik heb cursussen assertiviteit gevolgd. Maar als ik apotheker was gebleven, had ik dat allemaal niet geleerd, denk ik soms.”
Hoe zijn jullie de coronaperiode doorgekomen?
Katrien: Mijn man was een van de eersten die in het ziekenhuis lag in de eerste coronagolf: hij is bijna dood geweest. Hij is opgenomen op 20 maart, net na de lockdown, op een zaterdag. Niemand wist toen wat corona was. Zondag belden ze me om te zeggen dat ik niet met hem kon bellen en om te zeggen dat ik er rekening mee moest houden dat hij niet zou terugkomen. (Geëmotioneerd) Je kan je dat niet voorstellen. Je hebt een bedrijf dat van alles naar niets gaat, je partner is weg, je zit thuis met een kleintje van 3 jaar…”
“De voorbije twee jaar hebben we bij John & Jane wel getoond welke veerkracht we hebben. Ik ben enorm trots op ons bedrijf en ons team. Ik ga alles doen opdat jullie hier blijven, heb ik hen gezegd – en ik heb daar ook alles voor gedaan. Voor hen ben ik met andere zaken begonnen met de campagne Sound of Silence. We wilden onze audiovisuele eventsector zichtbaarder maken, nadat we door de overheid ‘vergeten’ waren. We hebben al onze opdrachten keer na keer geannuleerd zien worden. Dat vraagt veel van mensen. Elke keer moeten zij zich als werknemers flexibel opstellen en opnieuw beginnen. Daarom heb ik als een leeuwin gevochten voor mijn welpen. Zij zijn ook de reden waarom ik meedoe aan de WOMED Award. Ondernemen is niet altijd rozengeur en maneschijn. Sinds de coronaperiode ben ik een soort crisismanager geworden. Je moet beslissingen nemen die echt niet tof zijn. Al geloof ik wel in de kracht van positief denken. De enige weg is vooruit.” Caroline: (knikt) “What doesn’t kill you, makes you stronger.” Marie: “Wij waren bij Floorify drie jaar bezig toen de coronacrisis uitbrak. We hadden veel moeten investeren op lange termijn. We wisten nog niet wat er zou gebeuren met onze omzet. Zou er nog werk zijn voor onze externe medewekers? Dat konden we nog niet zeggen. We heb-
Katrien Vermeire (38) van John & Jane
• Woont in Ruiselede • Studeerde sociaal assisent in Gent • Stapte in 2015 in John & Jane, premium eventbedrijf gespecialiseerd in klank, licht , video en stage design • Heeft 20 mensen in dienst, werkt ook nog met freelancers • (Plus)mama van Meij (11) en Casper (4)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/220314124924-08dcc05d50e134b6f9c2d172881b905b/v1/d11e0142d37dc63c9de3bcd18d3a0b03.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
ben altijd heel transparant gecommuniceerd naar onze medewerkers. Zolang de resultaten goed bleven, was er geen probleem, heb ik hen gezegd.” “Onze winkels waren wel dicht en dus hebben we heel snel moeten schakelen om digitaal direct te communiceren naar de consumenten: ze konden online gratis A4-staaltjes bestellen. De verkoopploeg kon niet meer fysiek naar de winkels, dus hebben we hen vanaf week twee ingeschakeld in een call center. Daar konden ze alle telefoontjes goed beantwoorden. Met onze partners, de winkels die ons merk verkopen, hielden we contact. We hebben hen een mondmasker gestuurd met een kaartje waarop we de hoop uitten dat we een snelle doorstart zouden kunnen maken. Tijdens corona bleek dat iedereen plots zijn vloer beu gezien was. Iedereen begon te klussen (lacht).” Caroline: “We lagen net na de lockdown in de winkel. We waren vooral bezorgd dat medewerkers ziek zouden worden, maar we hebben de productie gelukkig draaiende kunnen houden. We hebben in die periode de tijd genomen om ons meer met R&D bezig te houden en nieuwe veggie producten te ontwikkelen. In elke crisis schuilen er grote mogelijkheden en opportuniteiten.”
Ben je trots op jezelf? En op welk moment blik je met veel plezier terug?
Caroline: “Euhm, ik ben West-Vlaams (lachje). Als mijn man zegt dat hij fier is op mij, ben ik blij. Maar om dat nu van mezelf te zeggen… Mijn papa zal ook nooit tegen mij zeggen dat hij trots is, al hoor ik dat soms wel via mijn mama. En een leuk momentje: ik was vereerd toen een driesterrenchef, Gert De Mangeleer, uit Brugge me contacteerde, om een vegan burger te ontwikkelen voor hem.” Katrien: “Ik hoop vooral dat de mensen die ertoe doen in mijn leven, preus kunnen zijn. Trots dus. En toen we het geluid en licht deden op een huwelijksfeest, ergens in het hol van Pluto in België, en Netsky een uur kwam optreden als verrassingsact, bedacht ik wel dat we in een fijne business zitten (lacht).” Marie: “Ik word er altijd gelukkig van als ik mensen tegenkom die Floorify kennen. Vorige week liep ik rond in Ikea en zag ik dat ze in een paar keukens onze terrazzo-vloer hadden liggen: fantastisch! Ik zal ook niet gemakkelijk zeggen dat ik trots ben op mezelf, maar het bedrijf is wel mijn trots. Nadat ik voor de jury van de WOMED Award had gestaan, zei ik tegen mijn dochter dat ik toch niet goed wist of het zo goed was verlopen. Maar zij zei: ‘Oh, mama, je gaat zeker bij de finalistes zijn!’ En zelfs mijn man stuurde een app’je om te zeggen dat hij fier was. Het doet deugd als je geliefden fier op je zijn.” “Ik kom totaal niet uit een ondernemersnest, mijn papa is zeer risicoavers en stuurt me om de twee weken de faillissementen van Vlaanderen door (lacht). Maar net voor de lockdown hebben we nog een feestje gedaan waarop ik een speech heb gegeven. Toen heb ik hem een traantje zien wegpinken – en werd ik ook emotioneel. Ik volg jullie: je wil het toch vooral goed doen voor je dierbaren.”
Denken jullie er ook nog aan om aan self-care te doen?
Marie: “Wij hebben als zaakvoerders een personal trainer die twee keer per week naar de firma komt. Hij komt sowieso, dus je kan maar beter maken dat je omgekleed bent. Anders voel je je schuldig. Na dat uurtje sporten kunnen we veel helderder denken, dan krijgen we de beste ideeën. En op vrijdag drinken we een
‘Sinds de coronaperiode ben ik een soort crisismanager’ KATRIEN VERMEIRE pintje aan de bar in ons gebouw. Ik mag van mijn man de ene week wel gaan en de andere niet (lacht).” Caroline: “Mijn ouders halen op vrijdagavond de kinderen op van school, ze blijven daar dan slapen. Vrijdagavond is qualitytime voor mijn man en mij, en op zaterdagochtend heb ik een afspraak met mijn personal trainer. Ik doe ook een keer per week pilates.” Katrien: “Met wat ik de voorbije jaren heb meegemaakt, ben ik ook naar een psycholoog geweest, om alles een plaats te kunnen geven. Het gaat intussen beter met mijn man, maar sinds de coronacrisis ben in een soort overlevingsmodus terechtgekomen. Op een bepaalde manier zit ik daar nog in. Echt verwerken heb ik nog niet gedaan, omdat ik altijd ben blijven gáán. En verder ga ik het cliché bevestigen: ook ik heb een personal trainer. Drie keer per week, om 6.30 uur in de ochtend (lacht).”
Succes met alles wat jullie verder nog ondernemen, dames!
www.markantvzw.be ■