![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/f74cdda2e5a634b0944add67617968b0.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
13 minute read
KIM GEVAERT
• Geboren op 5 augustus, 1978 in Leuven • Meeting Directeur Allianz Memorial Van Damme • Logopedist aan de Leidstarschool in Laken • Ambassadrice voor SOS Kinderdorpen • Voorzitter Belgian Olympian Association • Studeerde logopedie en audiologie (KU Leuven) en haalde een postgraduaat meertaligheid aan de Thomas More hogeschool in Antwerpen • Belgisch recordhouder voor de 100 m, 200 m en 4 x 100 m lopen • Nam deel aan de Spelen in 2004 en 2008, waar ze met Elodie Ouédraogo, Hanna Mariën en Olivia Borlée zilver – later werd dat goud – haalde
Kim Gevaert (44) liep in 2008 haar laatste race ooit, op de Memorial Van Damme. Vandaag mag ze zichzelf directeur noemen van deze jaarlijkse atletiekmeeting. ‘Als atleet moest ik van alles kunnen. Dat komt me nu van pas.’
Tekst Ann-Marie Cordia • Foto’s Ellen Goegebuer
Hoe bevalt je nieuwe job? In januari ben je
een jaar aan de slag als meeting directeur van de Memorial Van Damme.
“Heel leuk, heel intens. Vooraf had ik met de vorige directeur Cédric Van Branteghem gesproken, maar je weet pas echt wat een job inhoudt als je bezig bent. In ons team zitten mensen die al tien, vijftien jaar de Memorial organiseren, dus kwam ik in een goed geoliede machine terecht. Als atleet heb ik elf keer deelgenomen aan de atletiekmeeting en nadien was ik er altijd bij. Behalve toen ik hoogzwanger was – ik paste zelfs niet meer in de stoeltjes (lacht). Maar nu pas weet ik hoeveel er komt kijken bij de organisatie van zo’n evenement. We werken een heel jaar toe naar een hoogtepunt. Het puur organisatorische werk doen de eventmanagers. Het belangrijkste aan mijn rol is het overzicht bewaren en het contact onderhouden met sponsors, partners, officiële instanties, de Diamond League en World Athletics.”
Ik las dat je man je wat te soft vond, voor deze job. Wat bedoelde hij, en had hij een punt?
“(Lacht) Goh, ik vermijd van nature conflicten, maar die kan je in deze functie niet altijd uit de weg gaan. Soms moet je lastige boodschappen overbrengen. Bijvoorbeeld aan atleten uitleggen dat ze de baan die ze wilden, niet krijgen. Als ik kritiek moet geven, pak ik het altijd zo constructief mogelijk aan. Het ligt niet in mijn aard mensen af te breken. Ik vind dat ik het tot dusver oké heb gedaan. Een job leer je al doende. Je mag er niet van uitgaan dat iedereen altijd het allerbeste met je voorheeft, maar ik wil niet de hele tijd wantrouwig zijn, dat is geen fijne manier om in het leven te staan.” “En ja, het kan zeker ook handig zijn om conflictvermijdend te zijn. Hard tegen hard is niet altijd de goede manier: misschien zijn er al genoeg haantjes (lacht).”
Hoe zou je je leiderschapsstijl omschrijven?
“Ik ben zeker niet het type leider dat zegt: zo moet het, en nu voeren jullie het uit. Ik geloof in wederzijds respect en zoek altijd de dialoog op.”
Je bent de enige vrouwelijke directeur binnen de Diamond League, waar jullie deel van uitmaken.
“Bij andere atletiekmeetings zijn er vrouwen betrokken zonder dat ze de titel directeur hebben, binnen de Diamond League ben ik inderdaad de enige. Op dat vlak is het nog een mannenwereld, maar qua gendergelijkheid scoort atletiek goed. Zo worden mannen en vrouwen binnen de atletiek al sinds 1995 evenveel betaald. Dat is lang niet in alle sporten zo.”
Besef je dat je een voorbeeldfunctie hebt voor meisjes?
“Ergens wel. In de Belgische sportwereld nemen steeds meer meisjes deel aan bepaalde sporten en er is al meer aandacht voor bijvoorbeeld vrouwenwielrennen en vrouwenvoetbal. De grootste onevenwichten zie je in de rollen naast het veld: denk aan coaches en bestuursfuncties. Daar zijn verschillende oorzaken voor, maar een van de oplossingen is dat vrouwen in bepaalde verantwoordelijke functies zich tonen. Zodat meisjes zien dat zo’n rol in ieders mogelijkheden ligt en vanzelfsprekend vinden. Dat is belangrijk om het pad te effenen voor de volgende generatie.”
Brengt het ook een bepaalde druk met zich mee?
“Mogelijk wordt een fout die je maakt, uitvergroot, maar ik ervaar daardoor niet meer stress en vind ook niet dat alles perfect moet gaan. Ik ben dan wel de enige vrouwelijke Diamond Leaguedirecteur, binnen ons team werk ik met veel vrouwen samen. (Somt op) Een van onze projectmanagers is een vrouw, net als de CEO van hoofdsponsor Allianz, en de brandmanager met wie ik het meest samenwerk, is een vrouw met een hoofddoek. Binnen het bedrijf zijn ze heel erg bezig met diversiteit en inclusie.”
Wat heb je het afgelopen jaar over jezelf bijgeleerd?
“(denkt na) Ik had deze job nog nooit gedaan, dus die lag buiten mijn comfortzone. Een paar keer heb ik mezelf herinnerd aan iets wat ik al wist van in mijn tijd als atlete en van toen ik mama ben geworden: dat je bijna altijd meer kan dan je zelf denkt. Dat is een boodschap voor iedereen.” “Als belangrijkste woordvoerder van ons evenement kreeg ik al veel goede commentaren, ook van onze partners: dat deed me ple-
zier. Ze verwachten dat je er je eigen stempel op drukt, maar het blijft spannend in hoeverre je echt je eigen weg mag bewandelen.”
Hoe heeft je carrière als atleet je geholpen?
“Als atleet moet je van alles doen. Je bent soms fotomodel, je moet netwerken, spreken op persconferenties en evenementen, je ontmoet ministers… Dat zijn verschillende rollen die je leert opnemen en niet op school leert.”
In 2008 liep je je laatste race, die je won, op de Memorial Van Damme. Je bent gestopt op een hoogtepunt.
“Het was de laatste keer dat ik mijn spikes heb aangedaan. Ik voelde toen, vooral mentaal, dat het genoeg was geweest. Ik heb misschien geen superlange carrière gehad zoals de Borlées, maar de jaren tussen 2001 en 2008 waren wel een zeer intense periode. Ik heb het altijd goed gedaan, met af en toe eens een jaartje wat minder, maar verder ging het steeds in stijgende lijn. Achteraf gezien had ik er misschien een jaar of twee kunnen bij doen, maar eens je met een kinderwens in je hoofd zit, kan je die moeilijk lossen. Ik wilde heel graag aan dat gezinsleven beginnen. Bovendien had ik fysiek last van mijn achillespees en was er een probleem met de aanhechting van mijn bil. Ik wilde stoppen op een moment dat ik zelf wilde.” “Het eerste jaar nadat ik gestopt ben, gingen we op reis naar Congo, ben ik bevallen, we zijn getrouwd, we hebben gebouwd… Naar al die dingen keek ik allang uit. Een zwart gat heb ik nooit gevoeld.”
Je wilde altijd een kroostrijk gezin, niet?
“Ik kom zelf uit een gezin met vier kinderen en heb dat altijd heel tof gevonden, met zo veel leven in huis en mijn man komt ook uit een gezin met zes kinderen. Ik kon me niet voorstellen om maar één kindje te hebben, zelfs twee vond ik veel te weinig! We hebben er vier.”
Heeft het ouderschap je evenveel voldoening gebracht als je had verwacht?
“Ik ben dolgraag mama. Ik vind het heel fijn om tijd door te brengen met mijn kinderen en van alles met hen te doen. De eerste heb ik gekregen in 2009. Wat later, toen ik voor onze drie kleine kinderen de voornaamste zorgdrager was, voelde ik wel de behoefte mezelf te ontwikkelen. Want altijd de was en de plas doen… is zo vermoeiend! (lacht) Ik was ook ambassadrice van SOS kinderdorpen, gaf keynotespeeches in bedrijven en werd voorzitter van de Belgische Vereniging van Olympiërs, maar zelfs dan wilde ik mezelf verdiepen in iets.” “Een buurvrouw die op een lagere school werkte, vertelde op een gegeven moment dat ze veel hulp nodig hadden en vroeg of ik – al was het maar een voormiddag per week – kon komen voorlezen. Dat vond ik echt leuk, op een schooltje in centrum
Brussel. Dat bracht me op het idee een postgraduaat te doen rond meertaligheid, want ik had al een diploma logopedie.”
En dat doe je nog steeds. Sterk.
“Het Laatste Nieuws had het in dat verband over ‘multitasken voor gevorderden’. Maar ik ben een ramp in multitasken (lacht). Ik wil een duidelijke planning. Niet dat ik tilt sla als er iets onverwachts gebeurt, maar structuur geeft een bepaalde rust in mijn hoofd, heb ik gemerkt nadat ik ben gestopt met atletiek. Ik zocht die bewust weer op.”
Beseffen je kinderen dat hun moeder Belgisch recordhouder is van de 100 meter, in 11:04 seconden, de 200 meter in 22:20 seconden en de 4 x 100 in 42:54 seconden?
“De cijfers kennen ze niet, maar ze weten ongeveer wat hun mama gedaan heeft. Ze vinden het altijd grappig, als mensen een selfie vragen: ‘Mama, die mensen kennen jou!’ Waar wij wonen, in Sint-Genesius-Rode, wonen veel Franstaligen en anderstaligen. Het is hier wat internationaler, dus mensen kennen me wat minder. In het begin voelde het als een verademing, om niet meer de hele tijd aangesproken te worden.” ‘Ik wilde stoppen Is het belangrijk dat je kinderen op een moment zien dat hun moeder werkt? “Ze moeten vooral zien dat ik doe wat ik graag doe en dat mijn man dat ík dat wilde’ en ik samen als ouders bijdragen aan de opvoeding. Mijn mama was huisvrouw en heeft alles voor ons gelaten. Ik weet nog dat we als kinderen, toen we ouder werden, zeiden: ‘Doe vooral je eigen hobby, we trekken ons plan!’ Maar dat kon ze helaas moeilijk (lacht). Sowieso heb ik veel respect voor mama’s en papa’s die ervoor kiezen thuis te blijven. Soms lijkt het alsof er iets mis is met die keuze en dat is niet zo.”
Klopt, alleen kan die beslissing zich later wreken. Bij een scheiding blijft de partner die is thuisgebleven voor de kinderen vaak achter zonder volwaardig pensioen.
“Dan zijn ze niet beschermd, dat is niet oké. In die zin wil ik dat onze kinderen weten dat ik niet afhankelijk ben van mijn man en hij niet van mij. We kunnen voor onszelf zorgen en tegelijk zorgzaam zijn voor elkaar.”
Verandert het ouderschap hoe je naar het leven kijkt?
“Zeker. Ik ben meer beginnen nadenken over klimaatverandering, je vraagt je sneller af hoe we het hier achterlaten voor hen. En ik sta veel meer stil bij alles wat kinderen te zien krijgen in de media, en hoe ze onbewust gebrainwasht worden. Hoe ze bijvoorbeeld zelden, ik zeg maar iets, zelden een advocate van Afrikaanse origine op tv tonen. Met het belang van diversiteit was ik voordien wat minder bezig. Als ik kinderboeken koop, let ik erop dat de hoofdpersonages niet steeds blank zijn, met blond haar en blauwe ogen.”
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/000ac8d0950386ee2d68f58c5293c72d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/4698ba0edfeb5c44718c2ca9813c8c62.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Jullie zijn een gemengd gezin, want je man is van Afrikaanse afkomst. Krijgen jullie te maken met racisme?
“Tot dusver valt het heel goed mee voor de kinderen. Op school zijn er leerlingen van een verschillende afkomst, dat helpt. Er is al veel veranderd. Ketnet doet meer moeite om meer diverse gezichten in beeld te brengen dan tien jaar geleden, en dat voel je. Disney ook, bijvoorbeeld met de nieuwe film van De kleine zeemeermin. We proberen onze kinderen respect voor zichzelf en voor anderen mee te geven, ongeacht hun afkomst of godsdienst. Ik wil niet dat ze bevooroordeeld zijn als ze mensen ontmoeten omdat ze anders zijn.”
Zou je je kinderen een carrière in de atletiek aanraden?
“Zeker. Het heeft me alleen maar positieve zaken gebracht. De verre reizen hebben mijn ogen geopend. Verder versterkt het je doorzettingsvermogen en leert het je respect te hebben voor iedereen. De atletiekwereld vond ik ook nog een redelijk gezonde wereld, in vergelijking met andere sporten.”
Droom je nog over wedstrijden?
“Heel soms. Laatst droomde ik dat op een wedstrijd was, maar niet de juiste spikes bij me had, en een andere keer was ik in verwachting en moest ik een wedstrijd lopen terwijl mijn pak niet goed paste (lacht). Grappig hoe dromen altijd hetzelfde stramien hebben waarbij er iets fout loopt. Zoals studenten jaren later dromen dat ze voor het verkeerde vak hebben geblokt voor hun examen.”
Herinner je je nog hoe je dat in 2016 te weten bent gekomen?
“Er is niet één afgelijnd moment, het was al een tijdje aan het rommelen. Het begon met een Russische atlete die ging praten met een Duitse journalist, die daar een reportage over gemaakt heeft, waarna het WADA (Wereldantidopingagentschap, red.) de zaak ernstig ging onderzoeken en opnieuw die stalen ging controleren. We wisten dat dat zou gebeuren, maar dachten nog dat Rusland dat zou gaan aanvechten. Het gebeurt bijna nooit, dat ze iemand na acht jaar schrappen uit de resultaten: dat is een hele procedure. Pas toen we hoorden dat Rusland geen klacht zou indienen, werd het duidelijk dat wij dan goud hadden gewonnen. Ik zat in de auto, toen ik dat hoorde van een journalist.”
Wat dacht je toen?
“Nog altijd ongeloof. We konden het pas echt geloven toen ze die gouden medaille rond onze nek hebben gehangen, in het Koning Boudewijn Stadion, op de Memorial, in september 2016. Een fijn moment, met onze families in de tribunes. Ik had drie kleine kindjes die niet goed begrepen waarom ik plots een medaille kreeg (lacht).” “Een maand of drie hebben we beide medailles gehad, maar later werden we dan toch opgebeld om die zilveren uit Peking terug te geven. Maar onze gouden medailles zijn niet die van de Russinnen, want die hebben ze, voor zover ik weet, nooit teruggegeven.”
Leidde jij al een gedisciplineerd leven, op de leeftijd van je oudste nu?
“Vince is 13. Ik startte pas met lopen op mijn veertiende en zat al in het vijfde of zesde middelbaar toen ik serieus aan competitie begon te doen.”
Dan ben je ook een beetje een laatbloeier: daarover gaat het dossier in dit nummer. Wilde je altijd al atleet worden?
“Eigenlijk niet. In vriendenboekjes schreef ik altijd dat ik dwarsfluitlerares wilde worden. Ik was altijd wel sportief en speelde graag buiten, maar ik dacht nooit: later wil ik deelnemen aan de Olympische Spelen. Dat kwam pas veel later.”
Met jullie gouden medaille waren jullie met het Belgische estafetteteam op een bepaalde manier ook laatbloeiers. Want aanvankelijk ging het goud in 2008 naar Rusland en haalden jullie zilver en Nigeria brons. Pas acht jaar later, in 2016, werd het staal van Joelia… Sorry, ik weet niet hoe je haar achternaam zegt…
“(spreekt de naam feilloos uit) Tsjermosjanskaja positief bevonden. Zij zijn dan als team gediskwalificeerd.” ‘Laatst droomde ik dat ik op een wedstrijd niet de juiste spikes had’ Toen ik je ooit interviewde
aan het begin van je carrière, was de titel: ‘Ik heb nog nooit gewonnen van een vrouw met een snor.’ Het ging over vermoedens van doping, al bleef je erg voorzichtig, want een vrouw kan uiteraard haargroei hebben op haar gezicht.
“(Lacht) Tsjermosjanskaja had geen snor, hoor! Goh, meestal krijg je vermoedens door een combinatie van zaken. Bijvoorbeeld wanneer mensen bijna nooit meedoen aan de internationale meetings en altijd rond de thuisbasis blijven om zo niet getest te worden. Rusland had destijds niet zo’n goede naam. In die documentaire zag je hoe die meisjes afgeschermd werden en aangemoedigd om middelen te nemen. Je kan hen dat niet kwalijk nemen, omdat ze in dat systeem zaten.” “Weet je, we waren in Peking echt ontzettend gelukkig met dat zilver. Die medaille was al boven de verwachtingen, we hebben daar echt gevierd. Als je vierde bent geworden en destijds met lege handen naar huis bent gegaan, is het veel erger achteraf te horen dat anderen het niet eerlijk hebben gespeeld. Niemand van ons is verbitterd geraakt. Er zijn veel andere resultaten waarbij er ook foute dingen zijn gebeurd en waar het resultaat nooit aangepast werd. Wij hebben het geluk dat het voor ons wel rechtgezet is geweest.” ■