![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/f531726e3c3447f42039f71dda30a8b1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
8 minute read
OP REIS
5 dagen Portugal met een 5-jarige
Mijn jongste zoon van 5 jaar en ik waren nog nooit op reis geweest met enkel ons tweetjes. Een trip naar Lissabon en omgeving leek ons in de kerstvakantie ideaal. Niet in het minst omdat we na twee jaar corona nog eens snakten naar het buitenland.
Tekst en foto’s Ann-Marie Cordia
DAG 1: NAAR HET STRAND Cascais ligt aan de kust, op een dik half uur rijden van de luchthaven. Het is eind december 2021, maar bij aankomst schijnt de zon. Ons hotel ligt in de rustige heuvels ver van het centrum, omringd door groen. Ik word meteen verliefd op de bomen hier, overal zie je parasoldennen. Het eerste wat we willen doen, is naar het strand gaan, want de komende dagen voorspellen ze regen. We huren een fiets bij het hotel en rijden het bergje naar beneden, naar de grote weg die langs de kust loopt, waar een breed fietspad is aangelegd. We zien de zee, maar hoe geraken we aan het strand? We gaan eerst links, richting stadje, maar omdat we nergens zand zien, maken we na een kilometer rechtsomkeer, terug de kustweg
Overal langs de kustweg zijn de uitzichten adembenemend.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/740f4692f6edff673195df11b5055723.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
naar boven. Fietsen blijkt de ideale manier om in vakantiestemming te komen. Wind in de haren, en trappen maar. Het uitzicht, met de rotsen en de zee, is adembenemend. Ik heb bijna medelijden met de auto’s die voorbijrazen, want het is pas als je vertraagt dat je dit landschap kan voelen. Mijn vijfjarige fietst sneller dan ik en ik moet hem af en toe intomen. Wacht, is het hier? Nee, weer alleen rotsen. We rijden verder. Uiteindelijk google ik wat stranden in de buurt. Voor een zandstrand zouden we bij Praia de Guincho moeten zijn. Na een tijdje wil Lou toch uitrusten. En na een halve kilometer stopt hij opnieuw. ‘Is het nog ver?’ ‘Nee, nog anderhalve kilometer!’ Hij doet nu echt zielig. Hoe moet dat straks, als we terug moeten? Maar anders hebben we al die moeite voor niets gedaan. ‘Kom, je kan het!’ Ik kijk intussen met lichte jaloezie naar de auto’s. Maar dan is er eindelijk strand in zicht. Praia da Crismina, zo zoek ik achteraf op. Lou trekt zijn schoenen uit en gaat tikkertje spelen met de golven. Zoon blij, ik blij. En als we heelhuids terug aan het hotel zijn, ben ik een beetje trots. Deze vijfjarige heeft zeker 12 kilometer gefietst. Zonder versnellingen.
DAG 2: FIETSTOCHT DOOR CASCAIS De volgende dag neem ik hem achterop bij mij op een elektrische fiets. Deze keer rijden we richting het stadje. Weer nemen we datzelfde prachtig fietspad. Onderweg stoppen we bij de vuurtoren Farol da Guia, oorspronkelijk gebouwd in 1523, maar zwaar beschadigd bij een grote aardbeving in 1755 en dan herbouwd. We gaan piepen aan de Boca do Inferno, een soort open grot in de zee, en genieten van het uitzicht aan de Pedra da Nau. Daarna rijden we langs de haven richting de indrukwekkende citadel, de Torre de Santo António de Cascais, neergezet tussen de 15de en de 17de eeuw ter verdediging van de kustlijn, de riviermonding van de Taag en de hoofdstad Lissabon. In de 19de eeuw verbleef de Portugese koning Luís de Eerste elk jaar in september in Cascais, wat het populair maakte bij andere edellieden en Europese vorsten. Ik kan me voorstellen dat het in die tijd van het jaar nog leuker moet zijn, want helaas valt het water hier nu met bakken uit de lucht. Een fietsslot hebben we niet bij ons, dus ergens binnen schuilen tot het overgaat, zit er niet in. Na een kwartier onder een afdak vrezen we dat het weer niet zal beteren. Ik trek Lou zijn regenpak aan, waarna de weg terug naar boven kan beginnen.
DAG 3: MET DE TUKTUK DOOR LISSABON Op dag drie van ons reisje gaan we richting Lissabon. Eerst met de taxi tot aan het station en dan de trein op. Wat een ontspannende rit, langs de kustlijn. We passeren het Casino Estoril, dat Ian Fleming inspireerde om Casino Royale te schrijven, het eerste boek over James Bond. En of de trein altijd een beetje reizen is. Uitstappen doen we in Cais do Sodré. Van daaruit is het een kilometer stappen richting Bairro Alto, wat hogergelegen wijk betekent. We hebben afgesproken voor een ritje in een tuktuk. Lissabon is een stad met vele heuvels, dus is dit vervoersmiddel ideaal. Onze gids heet João, hij is geboren en getogen in de hoofdstad. Onze eerste stop is aan de Sé Cathedral, een van de oudste monumenten van Lissabon. Deze Santa Maria Maior, gebouwd vanaf 1147, werd door de eeuwen heen aangepast en is een mix van Romaanse, gothische en barokstijlen, al is mijn vijfjarige vooral onder de indruk dat het als een van de weinige gebouwen nog rechtstond na de aardbeving uit 1755. Aan de Miradouro das Portas do Sol, of toegangspoort tot de zon, kijk je vanaf een groot terras uit op de oude wijk Alfama, met al haar kronkelende straatjes. De typische huizen met tegels worden wat schaarser, ook al omdat de tegels gewoonweg gestolen worden. Koop ze dus nooit op de tweedehands markt, waarschuwt João, of je houdt dit handeltje in stand. Om de hoek ligt het uitkijkpunt Miradouro de Santa
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/dd0d1647620e20d603b760e93dd1d23a.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Ondanks de uitzonderlijk felle regen bleven we droog in de tuktuk.
Links: de vos van Bordalo II, rechts: uitkijken over de oude wijk Alfama vanaf Miradouro das Portas do Sol.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/7cdacaf9c825d4cae9289c44cab8f9f7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/46e99533dd76c29d9763d0226dd9d7e1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Luzia, vlak bij het kasteel Castelo de São Jorge, waarvan de fundamenten al uit de 6de eeuw voor Christus stammen. Maar wat verderop aan Miradouro de Senhora do Monte zijn het de honderden hangsloten die de aandacht trekken. Ze werden daar vastgeklikt door verliefde koppeltjes. De sleutels worden weggegooid in de onderliggende tuinen, tot ergernis van de bewoners. Hoewel ik eerst niet zo happig ben om prulletjes te kopen, laat ik me ompraten door de plaatselijke verkoopster. Mijn zoontje kiest een armbandje uit voor zijn zus. Ach, dit is tenminste echt Portugees, merkt onze gids op, doelend op de vele andere plekken waar ze ‘Portugese’ souvenirs verkopen, allemaal made in China. We zijn onder de indruk van het Klooster van São Vicente de Fora, uit de 16de eeuw en houden halt aan het Panteao de Santa Engracia. Aan dit gebouw hebben ze honderden jaren gebouwd. Ze begonnen in de 17de eeuw en het geraakte pas af in de 20ste eeuw. Wat eerst bedoeld was als een kerk, werd het Nationale Pantheon. Hier liggen enkel belangrijke mensen begraven, zo vertelt João. Dat wordt beslist via een stemming in het parlement. Momenteel liggen er elf Portugezen. Nadat we langs de Arco da Rua Augusta rijden, een symbool voor de wederopbouw na de fameuze aardbeving, spot Lou alweer een mooie vos van Bordalo II. Deze Portugese kunstenaar recycleert afval om zijn murals te maken. Intussen zijn we aangekomen in het district Belém, met het bekende 16de-eeuwse hiëronymietenklooster Mosteiro dos Jerónimos. Tegen de tijd dat we aan de befaamde toren van Belém zijn aangekomen, ben ik wat door elkaar geschud in dit brommerwagentje, maar Lou is zowaar in slaap gevallen. Hij krijgt een dekentje en terwijl João op hem let, maak ik snel een kleine wandeling en neem de obligate foto van de toren. Net als João de tuktuk weer aanzet, wordt Lou wakker, en we zijn maar net de baan weer op of we moeten terug aan de kant. Want wat begint het plots te regenen dat het giet: zelfs met alle plastic zeiltjes naar beneden sijpelen er nog druppels naar binnen. Even voel ik me wat ongemakkelijk, op de gladde weg. Onze gids zweert dat hij het, echt waar, in zijn hele leven, nog nooit zo hard heeft weten te stortregenen in zijn stad. Of we de lokale specialiteit pasteis de nata al hebben geproefd, wil hij nog weten, en ik vertel dat ik graag de vegan variant had uitgetest, waarna hij prompt naar A Carioca Nata Vegan tuft. Ik koop een grote doos voor mij en een kleintje voor hem en zijn vriendin. João kent ze en vindt ze ook overheerlijk. Onze tour eindigt aan de Time Out Market Lisboa in de 19de-eeuwse Mercado da Ribeira. Je kan er allerlei soorten culinaire lokale en internationale specialiteiten proeven, en Lou kiest een welverdiend ijsje.
DAG 4: ZIEK De volgende dag voelt Lou zich ziekjes. We hadden naar het wondermooie Sintra gewild, door Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed, en waar je het paleis Palácio da Pena vindt, maar het wordt een dagje lummelen. Zoals dat gelukkig vaak gaat met kinderen, is mijn zoontje na een uur of twee alweer de oude. Maar ik durf het openbaar vervoer nu niet op met hem.
DAG 5: NAAR HET MUSEUM Omdat het een vakantie op kindermaat is, mag mijn vijfjarige kiezen wat we doen op de laatste dag. Hij wil naar het interactieve wetenschapmuseum en het aquarium. In tegenstelling tot de kleine steegjes in het knusse centrum van Lissabon overheersen aan deze kant van de stad hoge moderne gebouwen en grote open pleinen en tuinen. In de Jardim das Ondas staan alweer die prachtige parasoldennen. Het Pavilhão do Conhecimento lijkt op Technopolis bij ons. Mijn vijfjarige heeft er de tijd van zijn leven omdat hij alles mag uittesten. We bouwen een robot die kan schrijven en Lou snapt sneller dan ik hoe hij de andere robots een parcours kan laten afleggen. Vanop de vlakbij gelegen kabelbaan Gondola, gebouwd voor de Expo 98, kijken we neer op de Jardim Garcia de Orta. We stappen uit aan het noordpunt en eten wat op een terrasje, vooraleer we terugkeren voor ons bezoek aan het Oceanário de Lisboa, waar we allebei de otters het schattigst vinden. Op het einde van de dag zijn we, alweer, pompaf. De volgende dag gaan we naar huis, maar ooit komen we terug met ons hele gezin, spreken we af. We willen Sintra nog zien.
Praktisch
Met de Lisboa-kaart reis je gratis met de trein van en naar Sintra en Cascais, neem je gratis het openbaar vervoer in Lissabon en krijg je gratis toegang tot 38 musea en monumenten, inclusief de Torre de Belém en Mosteiro dos Jerónimos. Meer informatie via www.visitportugal.com/nl ■