![](https://assets.isu.pub/document-structure/221117124555-9c8c492e84699756bd3ee1edff484a6b/v1/66db5e7488ca8e6f25bb5e976b6ea75d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
COLUMN
Koffiekoekblues
Ik had er echt zin in, zo’n lekkere koffiekoek, en ik vond dat het mocht. Ik had het middageten overgeslagen wegens een tandartsbezoek en kreeg op weg naar huis een onbedwingbaar ‘goestingske’. Terwijl ik mijn beurt afwachtte bij de bakker, kon ik maar niet beslissen wat ik zou nemen. Een rozijnenkoek, of een frangipanekoek, een Berlijnse bol misschien, of een tompouce of … “Een appelflap”, flap ik er tot mijn eigen verbazing uit als het toch nog onverwachts mijn beurt is. En nog voor ik buiten ben, weet ik dat het de rozijnenkoek had moeten zijn. En vloek ik maar weer eens op het veel te grote aanbod dat ons keuzelam maakt. In de supermarkt tref je lege plekken op de rekken. Ik weet dat het een teken van de tanende economie is en wens niets of niemand een faillissement toe, maar stiekem doet het ook een beetje deugd om eindelijk het mes in de overvloed te zien gaan. Al jaren erger ik me aan het veel te grote assortiment aan – pakweg – shampoo. Voor vet haar, gekleurd haar, krullend haar, glanshaar, antiroos, herstellend, versterkend… En wie gelooft nu echt dat al die producten zoveel verschillen? Laat staan helpen? Om van de verspilling en vervuiling nog maar te zwijgen. Al eens gezien hoeveel plaats chips en aanverwanten opeisen in een winkel? In alle smaken, kleuren, vormen en vetgehaltes, terwijl ik vooral probeer om er vanaf te blijven. En dan het kledingverhaal. Terwijl hier broeken verkocht worden voor 20 euro (of minder), made in Bangladesh of China, vormen zich woestijnen en stranden van gedumpte kleding in Chili en Ghana. Een trieste variant zijn de plasticstranden en -oceanen. De wereld kan de overvloed al lang niet meer aan en we blijven maar produceren en consumeren. Vandaar een zekere opluchting bij het aantreffen van iets minder overvloed in de supermarkt. Anderzijds: moet er nu echt een virus of een oorlog woeden om de verspilling te stuiten? Als corona één voordeel had, dan was het dit: dat de verspillingsdrang even aan banden werd gelegd. Dat we teruggingen naar lokaal en duurzaam, dat we niet constant verleid werden door de alomtegenwoordige en gek makende koopprikkels. Wat een rust. Wie genoot er niet van?
Lut Geypens (64) schrijft over het leven zoals het is, met pensioen. Doet de oorlog in Oekraïne nu hetzelfde met ons? Ik betwijfel het. Er is minder aanbod en minder koopkracht, en dat drijft de mensen eerder naar massaal en goedkoop dan naar lokaal en duurzaam. In ieder geval: de wereld is veranderd sedert corona. Veronderstelde zekerheden in consumentenland blijken dat niet langer te zijn. Winkels en horeca sluiten of kiezen hun eigen openingsuren, treinen stoppen zo‘‘Een appelflap’, maar halverwege, vliegtuigen vliegen zomaar niet, evenementen worden te elfder ure afgelast, een nieuwe auto flap ik er tot laat een jaar op zich wachten, leerlin gen krijgen geen les of zelfs geen exa mijn eigen men, er zijn ellenlange wachtlijsten voor mensen in nood. Overal is personeelstekort. Even terzijde: ik breek verbazing uit’ er mijn hoofd over hoe dat kan. Dat mensen de zorg- en evenementensector ontvlucht zijn tijdens corona snap ik, maar dat er nu ‘overal’ een tekort is? Waar zijn al die mensen dan? Nu ja, mijn verstand schiet tekort bij het ontleden van de wereldproblemen. Daar heb ik me allang bij neergelegd, wat niet wegneemt dat het me blijft bezighouden. Dit weet ik zeker: ik hoop dat de oorlog snel ophoudt en zeker niet escaleert, dat de virussen de aftocht blazen en dat ons klimaat gered wordt. Kortom, dat deze wereld in transitie evolueert naar een betere versie, en dat minder en bewuster consumeren daar inherent deel van uitmaakt. Dat bedenk ik dus allemaal bij het verorberen van mijn appelflap. Die toch wel smaakte. ■