8 minute read

Tom Waes op El Capitan

El Capitan is een brok graniet van 900 meter hoog. Om je een idee te geven van hoe hoog dat is: drie Eiffeltorens op elkaar gestapeld! El Capitan staat bekend om zijn erg moeilijke klimroutes. De top halen is het summum voor zowat elke fervente rotsklimmer, een ‘must-do’ op het lijstje van te overwinnen rotswanden.

Belgische wereldtoppers

Advertisement

Uit een behoorlijk vlak landje komen twee absolute wereldtoppers op het vlak van ‘big wall climbing’. Nicolas Favresse en Sean Villanueva verwierven naam en faam met talloze nieuwe lijnen en beklimmingen in alle werelddelen. In 2001 wonnen zij de Piolet d’Or, de Oscar voor de klimsport, zeg maar. Voor hen is ‘El Cap’ – als vrienden van de wand mogen zij ‘El Cap’ zeggen – een soort uitstapje geworden... Toch stelde Tom Waes hen voor een uitdaging, toen hij voor zijn reeks Tomtesterom het waanzinnige plan opvatte om El Capitan te beklimmen.

Deel 1: Nicolas Favresse

We treffen Nicolas Favresse gewoon bij hem thuis, in een zonnig Briançon, en dus niet ergens bengelend aan een of andere rotswand. Een knieblessure, opgelopen tijdens het skiën, houdt hem even met beide voeten op de grond.

SNELLE LEERLING

Je bengelt dagen lang honderden meters boven de grond... Favresse: “El Cap is niet zo evident, hoor. Er zijn klimmers die al tien jaar lang klimmen die er toch niet in slagen. De meesten doen het in een mix van vrij klimmen met artificieel op de meer technische stukken. Met stijgklemmen en andere hulpmiddelen is het veiliger, maar gaat het natuurlijk veel langzamer en is een goede technische materiaalkennis vereist. Met Tom Waes hadden we maar zeven dagen om hem alles aan te leren. Op die tijd kun je onmogelijk alle klimtechnieken voor vrij klimmen aanleren. Daarom hebben wij ingezet op het aanleren en gebruiken van de technieken voor artificieel klimmen. De materiaalkennis valt relatief snel aan te leren: dat is puur technische kennis verwerven. Tom verwerkte alle informatie erg vlot, maar in de fysieke bagage om vrij te klimmen kruipen jaren training. Mensen met veel talent of een goede genetische basis slagen er misschien op relatief korte tijd in, maar nooit om de hele flank als vrije klimmer te doen. Vrij klimmen is echter en puurder: je gebruikt immers enkel je handen en voeten.”

PSYCHOLOGISCH BELASTEND

Negenhonderd meter klimmen is hoe dan ook een hele klus. Favresse: “We gebruiken touwen van 60 meter. Elke 35-40 meter is er een relais in de rots, waar je een zekering aan kunt vastmaken. Dat maakt dus ongeveer 35 touwlengtes tot de top. De idee was om Tom Waes El Capitan te laten beklimmen. Hij heeft dertien touwlengtes als eerste klimmer gedaan, soms op echt wel moeilijkere delen van de klim. Voor iemand die vooraf minder dan tien keer geklommen had, is dat behoorlijk indrukwekkend.” Moeilijk te geloven dat schrik je daar geen parten bij speelt. Favresse: “Het probleem met niet-klimmers is dat ze weinig referenties hebben, dat ze schrik hebben op plaatsen waar ervaren klimmers dat niet hebben. Je zit constant in het luchtledige, je hebt eigenlijk dagenlang niets onder je voeten. Toch is schrik vaak niet rationeel. Als je er niet aan gewend bent, zit je constant in een soort spanning. Zelfs in de portaledge (tent die aan de rotswand wordt bevestigd, waarin je slaapt) kom je dan nooit helemaal tot rust. Wat Tom kende, heeft hij goed uitgevoerd, maar helemaal zeker was hij nooit. Psychologisch is dat erg belastend. In sommige situaties had hij echt schrik en wij hadden niet de ervaring om daarmee om te gaan. We moesten ook constant blijven doorklimmen, hé.”

ONTLADING OP DE TOP

Sleutelmoment tijdens de beklimming is de King Swing. Favresse: “Ja, de King Swing is een van de moeilijkste stukken die je echt moet overbruggen om de beklimming tot een goed einde te brengen. Je moet van de ene naar de andere scheur in het graniet schommelen op een hoogte van meer dan driehonderd meter. Voor ons stelt dat niet zo heel veel voor: in twee, drie keer schommelen zijn we aan de andere kant. Van bij het begin van de klim had Tom daar enorme stress voor. Toen het zover was, had hij een goed ritme maar hij smakte tegen een muur en deed zich flink pijn. Hij moest echter nog meer snelheid maken, met het risico zich weer pijn te doen. Het is een psychologisch complexe mallemolen... Daarin slagen heeft hem een enorme boost gegeven. De laatste touwlengtes waren ook behoorlijk lastig. Het wordt steeds steiler en met meer dan achthonderd meter diepte onder je wil je echt niet vallen. We kregen steeds meer vertrouwen in Tom en besteed- den daardoor wat minder aandacht aan hem. Ik kan begrijpen dat hij zich op passages die hij nog niet helemaal beheerste, soms wat achtergelaten voelde. De ontlading op de top was dan ook enorm. Ook voor ons was het een mooie uitdaging.”

GRENZEN VERLEGGEN

Welke tips & tricks heb je voor wie El Capitan gaat beklimmen? Favresse: “Neem popcorn mee... (Lacht.) Het weegt niet veel, je hebt niet veel nodig om het klaar te maken en het smaakt heerlijk. Het voornaamste is dat je van de natuur houdt en dat je klaar bent om dagenlang aan een rotswand te hangen. Zoek een goede klimmakker die er even veel zin in heeft en met wie je goed opschiet. Je bent immers dagen op elkaar aangewezen. Fysiek is het echt wel grenzen verleggen. Het vraagt veel logistieke voorbereiding, maar ‘s morgens wakker worden en van dat wonderlijke uitzicht genieten maakt alles meteen goed. Verder moet je echt leren klimmen op graniet; daar moet je goed vertrouwd mee zijn. Ga veel indoorklimmen: daar kun je alle technieken voor vrij klimmen goed simuleren.”

De Mensen

Hoeveel tijd moet ik uittrekken voor de uiteindelijke klim? Favresse: “Hoe lang je nodig hebt, is afhankelijk van je capaciteiten en van wat je wilt doen. Heb je een goede partner en veel ervaring, dan kun je vrij klimmend in minder dan tien uur op de top zijn. Het voordeel van vrij klimmen is dat je minder materiaal nodig hebt. Je brengt de nacht niet op de berg door – een tent is dus niet nodig – en je hebt minder proviand nodig. Je gaat dan ook sneller vooruit. In artificieel klimmen is drie of vier dagen niet uitzonderlijk. De meeste mensen trekken er tussen de vier en de zeven dagen voor uit. De afdaling doe je in een paar uur langs het wandelpad aan de achterkant.”

Onbeklimbaar?

Lange tijd had El Capitan de naam onbeklimbaar te zijn. In 1958 brachten Warren Harding, Wayne Merry en George Whitmore daar verandering in. Zij deden 47 dagen over de klim. Hun route, The Nose, werd de standaard van de klimroutes op El Capitan. Uiteraard zijn er intussen talloze routes bijgekomen. Die 47 dagen van de eerste expeditie zijn trouwens ook allang naar de geschiedenisboeken verwezen. Het snelheidsrecord van The Nose staat nu met twee uur en 23 minuten op naam van Alex Honnold en Hans Florine. Diezelfde Alex Honnold maakte in juni 2017 het onmogelijke waar door de hele klim solo en zonder hulp- en beveiligingsmiddelen in minder dan vier uur te klaren. De documentaire Free Solo volgt Alex tijdens zijn voorbereiding en de uiteindelijke klim. Alleen te bekijken voor mensen met stalen zenuwen en zonder hoogtevrees. Het angstzweet staat ons nu nog in de handen.

Deel 2: Tom Waes

“Spreek Tom ook eens,” zei Nicolas Favresse nog op het einde van ons gesprek. “Ik ben wel benieuwd hoe hij erop terugblikt.” En zo geschiedde... Tom Waes valt met de deur in huis en steekt zijn bewondering voor Nicolas, Sean en Alex Honnold niet onder stoelen of banken.

AAN HET KNOEIEN...

Waes: “Indrukwekkend wat die mannen allemaal kunnen! Dat is echt van een andere orde. Nicolas en Sean zijn twee fantastische gasten. Ze hadden me vooraf wel gezegd dat ik het niet cadeau zou krijgen. De technisch heel moeilijke stukken klommen zij als eerste, maar zodra ze dachten dat er een deel kwam dat ik wel zou aankunnen, moest ik als eerste klimmen. Ik heb El Cap wel moeten verdienen. Ik werd dan ook begeleid door wereldtoppers: Nicolas, Sean en medeklimmer Stanley kennen die wand uit het hoofd. Op een ochtend wou ik met mijn linkerhand eerst beginnen. Stanley zei me rechts te starten; zoveel meter hoger zou ik immers mijn linkerhand nodig hebben om achter de hoek een greep te vinden. Elke greep, elke barst, elke passage van die negenhonderd meter zit in hun hoofd ingeprent. Hun niveau is onvoorstelbaar hoog. Ik heb veel respect voor hen. Zij hebben onder hun tempo moeten klimmen. Ze waren ook totaal niet moe, hebben meer op mij staan wachten, terwijl ik aan het knoeien was.”

Vrij of artificieel

Wat Alex Honnold in de film Free Solo laat zien, is nog een gradatie straffer dan de meest ervaren en sterke klimmers op El Capitan doen. Bij het klimmen onderscheidt men enkele categorieën. Bij El Capitan gaat het om artificieel klimmen en vrij klimmen. Bij artificieel klimmen mag je alle hulpmiddelen gebruiken om boven te geraken. Bij vrij klimmen gebruik je enkel je lichaam; touwen en zekeringen dienen slechts om je te beveiligen bij een val. Of je vrij of artificieel gaat klimmen, El Capitan is geen debutantenwandje. Jarenlange ervaring, een goede conditie, en technische kennis van alle klim- en touwtechnieken zijn vereist.

WAT MOET IK NU DOEN?

Twee sleutelmomenten: de King Swing en de laatste touwlengtes. Waes: “Tja, die King Swing... je hangt daar aan een touw van negen millimeter dik dat over de rotsen ligt te schuren. Als dat touw breekt, ben je dood, dat weet je. Als je er in twee keer slingeren overheen bent, is dat niet zo’n probleem, maar als je daar – zoals ik – een keer of vijftien voor nodig hebt, wordt het er niet gemakkelijker op. Van de lengtes onder de top had ik verwacht dat zij voorop zouden klimmen. Ik was wel supertrots dat dat is gelukt.” Tom Waes en schrik hebben, gaat dat eigenlijk wel goed samen? Waes: “Ik heb nogal gezweet, hoor! Naarmate de klim vorderde, kregen zij meer vertrouwen in mij en hadden ze soms minder aandacht, terwijl ik vaak niet wist wat ik moest doen. Ik was vaak alleen op die wand. Je ziet elkaar niet en er is veel wind, waardoor je elkaar niet hoort. Die mannen waren boven en dachten dat ik er wel zou geraken, maar even veel keren wist ik niet echt wat gedaan. Gelukkig waren ze er meestal snel bij om verdere instructies te geven. Ik beschouw het nu als een compliment dat ze meer vertrouwen kregen. Gelukkig viel ik steeds als een blok in slaap. Pas bij het ontwaken besefte ik dat ik ver boven de grond hing.”

MET TENNISELLEBOGEN

Was dit een van je moeilijkste uitdagingen? Waes: “Zowel fysiek als psychologisch was het pittig. Daar komt nog bij dat ik ondertussen ook aan andere uitdagingen bezig was. Ik was aan het trainen om bodybuilder te worden, wat me tennisellebogen bezorgd heeft en waardoor ik veel te zwaar stond. Als er nu twee dingen zijn die je op El Cap niet wilt... Ik kon niet over die tennisellebogen klagen, want dat zat in een andere aflevering... Dat was frustrerend aan Tomtesterom: mensen zeggen soms dat het allemaal niet zo moeilijk is, maar in een paar maanden tijd El Capitan beklimmen, de Marathon des Sables lopen, bodybuilder worden, boksen... Ik bewaar er wel fantastische herinneringen aan en ik ben er fier op dat het me gelukt is. Nicolas en Sean waren ook blij dat ze erin geslaagd zijn om een niet-klimmer naar de top van El Capitan te krijgen.”

Wat zijn jouw tips & tricks voor beginners? Waes: “Ik zou het ten stelligste afraden! (Lacht.) Tenzij je met ervaren klimmers gaat en beter getraind bent dan ik.”

Wist je dat de producers de rotswand fors moesten verzekeren? Waes: “Voor het geval dat er iets stuk zou gaan of er rotsen zouden afbrokkelen? Neen, dat wist ik niet. Maar goed ook. (Lacht.) Anders was ik er helemaal niet aan begonnen!”

This article is from: