De modelbouwer 05 2016 8710206242570 00516

Page 1

De Modelbouwer

Model

NUMMER 5 • 2016

€ 5,95

H E T M A GA Z I N E V O OR D E M OD E L BOU W • W W W. M ODELB OUWER S. NL

De bouw van modelcampers

Miniatuur hydrauliek

The Blue Stable

Een Winnebago Class A motorhome

(deel 1)

Schleich paardenstal en opbergkoffer

NVM RC Multiswitch met Arduino 14 functies of meer voor alle zenders met een vrijkanaal!

AP

NVM

Uw favoriete model bouwen vanaf tekening? Kijk voor meer informatie op:


OPRUIMING Duitse Modelbouwboeken DÉ ONLINE SHOP VAN MODELBOUWMAGAZINES

p O Op= Als u één of meerdere boeken uit de opruiming wilt bestellen is het noodzakelijk om van te voren bij archief@modelbouwers.nl even te informeren of deze nog leverbaar is/zijn.

Neem een abonnement of bestel losse uitgaven!

74.10.203

Der RC-Kapitän

€ 10,00

74.10.204

Lackieren von (Schiffs)-Modellen

€ 10,00

74.10.205

Fulmar, Tringa und Lucky Girl

€ 21,00

74.10.207

Lichter und Mehr

€ 10,00

74.10.209

Seenotkreuzer als Funktionsmodell

€ 14,00

74.10.211

Marineschiffe, SAR und Küstenwache

€ 14,00

74.10.212

Die RS-Boote der Volksmarine

€ 10,00

74.10.213

LTS- und KTS -Boote der Volksmarine

€ 11,00

74.10.214

Faszination RC-segeln

74.50.200

Ratgeber Elektroflug

€ 16,00

74.50.202

Hubschrauber ferngesteuert

€ 12,00

74.50.204

Der RC-Pilot

€ 13,00

74.50.203

Modell Hubschraubertechnik

74.50.205

Alles über Finish

€ 12,00

75.50.102

Thermikfliegen

5,00

75.50.103

Multicopter

5,00

75.60.201

JDH – Dampf auf Tour

6,00

75.60.203

JDH – Dampf auf Tour 2

6,00

9,00

8,00

Doe er uw voordeel mee. Maar denk eraan: Eerst vragen naar de leverbaarheid alvorens u bestelt! Kijk voor meer info op:

www.modelbouwmagazines.nl

WWW.MODELBOUWERS.NL NVM

NEDERLANDSE VERENIGING VAN MODELBOUWERS

W W W. M O D E L B O U W E R S . N L


Model

In dit nummer:

Sturen en besturen….

RC van functionerende modellen Ontwikkelingen in zenders en ontvangers

4

NVM RC Multiswitch met Arduino 14 functies of meer voor alle zenders met een vrij kanaal!

6

Een RC Special

3e Editie Expo- en ontmoetingsdag historische scheepsmodelbouw te Duizel

14

Open dag Rading Spoor de komende jaren op vertrouwd terrein

19

Modelshow Europe 2016 in Ede Expositie van kranen en zwaartransport en grondverzetmachines.

20

NS 6300 stoomlocomotief Beschrijving van de bouw in spoor 1 (deel 1)

22

Modelbesturing “op niveau” Nog meer functies uit één zender…

27

The Blue Stable Schleich paardenstal en opbergkoffer in één!

28

Clyde Puffer Càlag RC revisie van 15 jaar oud model

33

De Axeldijk Gebouwd uit een bouwplaat

36

Bouwverslag Yarrowketel (deel 3)

40

Indrukken Voorjaarsstoomdag

45

De DAF YA 4440 viertonner Iets minder gewoon en dus toch bijzonder

46

De bouw van modelcampers Een Winnebago Class A motorhome

50

Miniatuur hydrauliek (deel 1)

54

Een impressie van de ALV van 16 april 2016

56

In Memoriam Hans Tjeerdsma en Piet Mosterd

60

Gerrit Volgers

Dit nummer van De Modelbouwer is speciaal samengesteld voor de modelbouwers van functionerende modellen. Zowel ondergetekende als uw eindredacteur beoefenen deze tak van modelbouw en werden geconfronteerd met ontwikkelingen bij de RC besturingen die het streven naar steeds meer functies dreigen te bemoeilijken. Dit gecombineerd met de ervaring in het toepassen van Arduino heeft aanleiding gegeven om te kijken of hiermee voor modelbouwers een oplossing gevonden kan worden. Dit is gelukt met ondersteuning van een groot aantal deskundigen. Om een zo groot aantal modelbouwers die hierin interesse hebben te kunnen stimuleren dit na te bouwen is deze ontwikkeling uitgebreid beschreven. Ook de stoomliefhebbers kunnen hun hart ophalen: het laatste artikel over de Yarrow ketel komt aan de orde in dit nummer, maar het zal worden gevolgd door de beschrijving van een Spoor 1 stoomlocomotief. Automodelbouw komt aan bod met twee zeer uiteenlopende artikelen: een reusachtige Amerikaanse camper in 1:24 en twee DAF YA 4440’s in 1:87. Van papier is de beschrijving van een bouwplaat van een Victory schip en de metaalbewerkers kunnen hun draaivaardigheden uitleven op het maken van een miniatuur hydraulische cilinder. In de verslagen van modelbeurzen kunt u lezen wat er in komende nummers zoal te verwachten staat. Op 16 april j.l. vond de Algemene Ledenvergadering van de NVM plaats. Hoewel op een uitgelezen locatie, namelijk de Batavia werf, beperkte de opkomst zich tot het gebruikelijke aantal actieve leden. Die konden kennis nemen van de visie van het bestuur op de toekomst van de NVM. Mocht u niet aanwezig zijn geweest dan kunt u hiervan alsnog kennis nemen via de NVM website: www.modelbouwers.nl Ik wens u veel leesplezier met deze special!

Vaste Rubrieken

Aan deze uitgave werkten mee:

Gerrit Volgers, Maarten Flederus, Marten de Groot, Ron van Leeuwen, Jan Zwart, Hans Papenhuijzen, Rinus Damsteegt, Harm van Heijningen, Rob Mooij, Roel Nab, Thomas Frank, Frans Kamman

KEMO (kom er maar op) Nieuws uit het tekeningenarchief Voor uw agenda Adressen van aangesloten verenigingen Colofon

53 58 61 62 63

De volgende ‘Modelbouwer’ wordt omstreeks 10 juni 2016 verzonden. Dit blad verschijnt 10 keer per jaar.

NVM

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 3


RC van functionerende modellen Ontwikkelingen in zenders en ontvangers Gerrit Volgers

Inleiding Jarenlang was de F14/FC 16 van Robbe toonaangevend als zender voor de radiobesturing van functionerende modellen, met name vrachtwagens en schepen. Door gebruik te maken van de mogelijkheid om 2x 8 drie standenschakelaars te monteren konden met multi decoders aan de ontvangerkant vrijwel alle wensen voor gecompliceerde modellen worden vervuld. De opkomst van het gebruik van de 2,4 GHz band kon met deze zender worden opgelost door het aansluiten van een Jeti module op de zender, in combinatie met een Jeti 2,4 GHz ontvanger. Voor de FC 16 is dit vanzelfsprekend een 8 kanaalsontvanger. De firma Beier breidde hun geluidsmodule uit met schakelfuncties die toepassing van een aparte multidecoder overbodig maakte. Met 10 schakelkanalen en 2 servo uitgangen is dit een veel toegepaste module in de vrachtwagens geworden. De foto toont deze combinatie zoals die door mij wordt gebruikt. Met Jeti was ook een master-slave configuratie mogelijk: 2 ontvangers op één zender. Beier heeft inmiddels ook een IR module uitgebracht en is daarmee ook tegemoet gekomen aan de wens om opleggers draadloos te kunnen besturen. Maar de ontwikkelingen op RC gebied gaan razendsnel en steeds meer fabrikanten richten zich op computergestuurde zenders met een scala aan voorgeprogrammeerde mogelijkheden. Ze richten zich daarbij echter primair op de markt voor RC vliegen, niet in de laatste plaats door de snelle opkomst van het vliegen met drones. Voeg daarbij het faillissement van Robbe, waardoor F14/FC16 zenders

4 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

alleen nog op de tweedehands markt te verkrijgen zijn en Jeti stopt met de productie van 8-kanaals ontvangers (men wil ook eigen zenders op de markt zetten) en het is duidelijk dat de spoeling voor de RC modelbouwers van functionerende modelbouwers dun begint te worden. Zeker als het gaat om zenders in de lagere en gemiddelde prijsklasse (tussen de €200.- en €400.-). Het laatste nieuws is dat Ripmax de F14 opnieuw in de handel brengt, vooralsnog alleen als 40MHz zender. Er wordt gewerkt aan een 2,4GHz uitvoering, maar die laat nog even op zich wachten.

Meer functies uit één kanaal Hoe werkt het eigenlijk: meer functies uit één kanaal? Basis is dat elke RC installatie aan de uitgang van een kanaal een puls afgeeft waarvan de duur kan variëren van 1-2ms. Zouden we dat signaal opdelen in bijvoorbeeld 8 stappen (meest gebruikelijk) met elk hun eigen pulslengte, dan kunnen we dat uitlezen met een decoder en kunnen we dus 8 verschillende functies (meestal aan/uit) besturen. Om in de zender dat verdelen van één kanaal in deze 8 stapjes voor elkaar te krijgen zijn er door leveranciers verschillende methoden bedacht. Men maakt daarbij meestal gebruik van één proportioneel kanaal. Maar ook hier geldt: “Elk voordeel heb z’n nadeel…” In dit geval is het de vertraging die

optreedt in de bediening van de zender en de reactie in het model. Dit kan tot ongewenste tijdsvertragingen leiden (bijvoorbeeld bij het afschakelen van spindel aandrijvingen) Zoals boven reeds aangegeven gebruiken Robbe (en ook Beier) een z.g. encoder schakeling in de zender en sluiten die aan op één (of zelfs twee) kanalen van de zender. Was dit in het verleden bij 35/40MHz zenders nog relatief eenvoudig, met de komst van computergestuurde zenders was dit alleen nog voorbehouden aan de leverancier van de besturing en werd er naar andere methoden gezocht. Zo gebruikt Neuhaus een puls van een knuppel om de uitgang van de ontvanger in een bepaalde stand te zetten en die vervolgens uit te lezen. Door nu de knuppel een aantal keren naar links of naar rechts te bewegen kunnen tot 16 functies worden geschakeld, zowel als puls (kortdurend) of als “memory” (aan /uit). Het voordeel is dat er geen wijziging aan de zender nodig is. Men moet wel zorgvuldig tellen en herinneren wat men heeft gedaan (of dit kunnen zien)….. Inmiddels had Robert Schotman al een multidecoder gebouwd met een Arduino, daarvoor moet wel een ingreep op de ontvanger worden gedaan.(Zie Modelbouwer 2015-9.).


Dit is voor veel modelbouwers al een brug te ver. Reden voor enkele leden van de NVM om te kijken of er met Arduino niet een universele oplossing te vinden zou zijn. Dat we daarin geslaagd zijn vindt u elders in dit nummer. In dit artikel zullen we ingaan wat er zoal op de markt verkrijgbaar is voor de besturing van functionerende modellen. Uitgangspunten daarbij zijn: - 2,4 Ghz - Minimaal 7 kanalen (door leveranciers ook aangeduid met 14….): 4 knuppel, 3x schakel - Uitbreidbaar - Prijs tussen €100.- en €400.-

Radiobesturingen van Carson Voor vrachtwagenbouwers ligt voor de hand om te kijken naar leveranciers van die producten en men komt dan snel bij Carson terecht. Carson levert een 7-kanaals installatie voor een prijs van ca €130.- (Carson 500501003 Reflex Stick Multi Pro 14-Kanaal 2.4GHz). Deze is vergelijkbaar met de Robbe F14.) Naast de 4 knuppels (proportioneel) heeft hij 10 uitgangen die via schakelaars worden bediend. (10 3-standenschakelaars, waarvan 5x wip, 5x aan/uit). Compatibel met Tamiya vrachtwagen MFC vrachtwagenmodule.

Spectrum Als opvolger van de FC16 is door vrachtwagenmodelbouwers vaak gegrepen naar RC installaties van Spectrum. Deze levert een 7-kanaal zender voor ca €300.-. 4 knuppels en 8 schakelaars vormen de basis voor de functionaliteit. Er is een mogelijkheid voor de opslag van gegevens van 250 modellen. Maar ook deze zender is met zijn vele programmeer mogelijkheden vooral toegesneden op vliegen. Interessanter is de Spektrum DX10t. Deze is uitgerust met 10 proportionele kanalen, uitbreidbaar tot 18. Met alleen de zender voor €400.- is dit de bovengrens van onze selectie.

Frsky Taranis Nieuw op de markt is de Frsky Taranis. Deze firma richt zich wel op de markt van besturing van functionele modellen. Ze maakt daarbij gebruik van “Open-TX”software, hetgeen de gebruiker in staat stelt naar eigen wensen de software aan te passen (mits men over de vereiste kennis of kennissen beschikt..). Op de markt zijn nu verkrijgbaar de FRSKY Taranis X9D, een 8-kanaal installatie (9D doet anders vermoeden…) voor €260.- en de FRSKY Taranis X9E. De laatste biedt

de mogelijkheid van uitbreiding tot 16 proportionele kanalen met een extra XJT module). Het voert te ver om hier alle specificaties op te noemen, ga daarvoor naar internet. Met een prijs onder de €400.- is die een installatie die ook de meest veeleisende modelbouwer in de komende jaren in staat stelt zijn modellen uit te rusten met alle denkbare functies

Overige installaties U hoeft maar op internet te kijken om te zien dat er nog talloze andere installaties worden aangeboden, in prijs variërend van €50.- tot €2.500. Als bouwer van modellen met een groot aantal functies heb ik me beperkt tot die installaties die wat betreft functionaliteit/prijs het meest in aanmerking komen

RC installaties en modelbouwers Naast de “ready to use” installaties zijn er inmiddels een groot aantal hobbyisten die, gebruik makend van moderne programmatuur en modules (Arduino, Raspberry, etc), zijn begonnen aan het ontwikkelen van mogelijkheden tot vergroten van de functionaliteit van RC besturingen. Hierboven is al genoemd het bouwen en installeren van een encoder en decoder met Arduino. Dit is eenvoudig na te bouwen en testen hebben uitgewezen dat het ontwerp ook functioneert met systemen van Beier en Neuhaus. In een apart artikel wordt deze ontwikkeling uitvoerig beschreven. Niet onbekend onder modelbouwers is het gebruik van één zender voor het besturen van meerdere functies van modellen welke niet gelijktijdig kunnen optreden. Voorbeeld is een kraan (rijden versus hijsen) en pontons (varen versus hijsen e.d.). Door de zender om te schakelen kunnen met dezelfde bedieningsorganen meerdere ontvangers worden ingeschakeld, die elk een aantal functies voor haar rekening nemen. Een dergelijke schakeling is ontwikkeld door Adrie Boele van vaargroep Ridderkerk Ook hij is bereid geweest zijn kennis en ervaring mee te delen.

WeTronic Flex16 Tenslotte zijn RC Point en WeTronic, modelbouwers en leveranciers van systemen en onderdelen, bezig om onderzoeken of het niet mogelijk is om een eigen zender op de

markt te brengen die maximale flexibiliteit geeft aan de bouwers van functionerende modellen, gebruik makend van op de markt verkrijgbare ontvangers, decoders, multi switches, geluidsmodules etc. Het eerste prototype is gereed om te worden getest, het plaatje geeft een indruk van hoe de zender er uit zou kunnen zien. Onder de naam WeTronic Flex16 is een zender ontwikkeld op basis van de Jeti Duplex 2,4GHz module, die zijn betrouwbaarheid heeft bewezen en 16 “echte” kanalen mogelijk maakt. Er kunnen (vooralsnog) 3 multi-modules worden aangesloten en daarmee kunnen 37 servo kanalen of 13 servo en 48 schakelkanalen worden aangestuurd. De zender kent drie gebruikersniveaus waarmee de mogelijkheden aan / uit gezet zullen kunnen worden: beginner, gevorderde, expert. In de beginner modus zijn alleen de functies die echt nodig zijn zoals modelkeuze, servo reverse. Voor de gevorderde modelbouwer komen er extra functies beschikbaar waaronder de functies als instellen servo-uitslag en -snelheid eb curves. De expert mode geeft alle vrijheid en daarmee eigenlijk een van de belangrijkste eigenschappen: Flex Pro. Het is echter te vroeg om antwoord te kunnen geven op de vragen wanneer hij voor de markt beschikbaar is en wat hij gaat kosten maar in het volgende nummer zal uitgebreider op deze ontwikkeling worden ingegaan. Hierbij een plaatje hoe het er uit zou kunnen gaan zien.

Links www.rc-service-support.de www.wetronic.nl www.rc-point.nl/ www.carson-modelsport.com/ www.spektrumrc.com/ www.frsky-rc.com

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 5


NVM RC Multiswitch met Arduino 14 functies of meer voor alle zenders met een vrij kanaal! S4 Maarten Flederus Marten de Groot S3 De wens van iedere modelbouwer met functionele modellen is de behoefte om iets te kunnen schakelen: lampjes, motoren, noem maar op. Er zijn in de handel daarvoor diverse mogelijkheden, van 4 functies tot veel meer. Echter allen hebben zijn voor- en nadelen. Soms verplicht een keuze je tot een specifiek merk zender en schakelsysteem. Het zou fijn zijn als er iets universeels is dat altijd werkt en wat genoeg mogelijkheden in zich heeft. Welnu dat is er! Heb je een zender, een vrij kanaal en kan je solderen: dan gaat het werken En de kosten vallen ook nog eens mee. Hoe allemaal? dat leggen we in dit artikel uit.

De Historie van dit project Zoals in het intro vermeld is het begonnen met de wens naar iets universeels, liefst met veel mogelijkheden en eenvoudig te bedienen. Bestaat niet? Kunnen we het dan niet zelf maken? Daar begon het mee in oktober 2015. Vele discussies en technische oplossingen vlogen rond. Er werd info ingewonnen, zenders vergeleken, bestaande systemen bekeken enzovoort. Al snel stond vast dat gebruik van Arduino de sleutel was. We kwamen uit op een systeem van pulsjes tellen met een Arduino in de zender en één aan de ontvanger kant.

S5

S2

S1

Gaandeweg bleek dit het juiste pad te zijn, waarbij we konden niet vermoeden wat uiteindelijk allemaal mogelijk blijkt te zijn met dit systeem. Gekozen is voor een universele basis. Met Arduino heeft iedereen die kennis heeft van het programmeren ervan de mogelijkheid om het te verbeteren of naar wens aan te passen. Ook op dit punt zijn de mogelijkheden zijn eindeloos.

Wat is de de NVM Mutiswitch? De multiswitch bestaat uit een Arduino in de zender met 4 “push” schakelaars met middenstand (en een optie met een 5e schakelaar), dit is de encoder. De ontvanger kant bevat een Arduino die 14 functies kan schakelen: 12 memory functies en 2 moment functies, dit is de decoder. Met de 5e schakelaar kan een tweede decoder aangesloten worden, waarmee in totaal 28 functies geschakeld kunnen worden. Met de zender encoder

kan men ook bestaande modules van Beier (USM-RC2) en Neuhaus aansturen. Bij het schrijven nog niet getest, maar de Graupner module (een Beier type 1) zou ook moeten werken. Hoe worden de 14 functies nu aangestuurd? Elk van de vier schakelaars kan twee kanten op. Schakelaar S1 heeft de momentfunctie: duwen omhoog is “aan” tot je loslaat, hetzelfde geldt voor omlaag. Samen dus twee (moment-) functies op S1. De schakelaars S2 t/m S4 kunnen ook twee kanten op: kort indrukken is “aan”, nogmaals indrukken is “uit”. Dat levert 6 functies op. Druk je de schakelaars langer in (langer dan 0,8 seconden, in te stellen op de Arduino), schakel je nog eens 6 functies “aan” of “uit”. Samen levert dat 2+6+6 = 14 functies op. Bij gebruik van de 3-standenschakelaar S5 kunnen deze functies worden verdubbeld en staan er 28 functies ter beschikking.

Welke optie is van toepassing: Zenderkant Aansluiting in zender

Wat in te bouwen in zender

Varianten

PROPORTIONEEL wel/niet

Opmerkingen

BELANGRIJK

ZENDER

A

3 draads aansluiting kanaal, meestal een potmeter, schuif of drie standenschakelaar. Alle zenders hebben deze voor de sticks. Maar niet alle extra kanalen kunnen dat zijn. (de F14 of FC16 hebben dat wel).

Voor Futaba F14 (7 kanaals) weerstand R1 van 82K Ohm aanbrengen!

*

**

B

3 draads aansluiting kanaal, meestal een drie standenschakelaar. Komt meestal voor in de wat duurdere meerkanaals computerzenders. De FrSky zenders hebben deze bijvoorbeeld.

LET OP de aansluiting is anders dan A goed checken

*

**

C

2 draads aansluiting kanaal, meestal een 2 standen schakelaar. Komt meestal voor in goedkopere zenders met 5 kanalen of meer. Spectrum DX5 bijvoorbeeld.

Makkelijk te doen, wel de (-) goed meten en aansluiten

(+)(M) (-) ZENDER

(S) (-) (S) ZENDER

(S) (-)

6 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Standaard 4

Schakelaar S5

Extra schakelaar voor jumper 1


Arduino zender Push S

S1

S2

S3

S4

S2 S3

S4

Arduino ontvanger

Stand 01 (op) midden 02 (neer) midden

Handeling vasthouden loslaten vasthouden loslaten

S op pin pin aan pin uit pin aan pin uit

03 (op) midden 04 (neer) midden 05 (op) midden 06 (neer) midden 07 (op) midden 08 (neer) midden

< 1sec indrukken loslaten < 1sec indrukken loslaten < 1sec indrukken loslaten < 1sec indrukken loslaten < 1sec indrukken loslaten < 1sec indrukken loslaten

pin aan < 1sec pin uit pin aan < 1sec pin uit pin aan < 1sec pin uit pin aan < 1sec pin uit pin aan < 1sec pin uit pin aan < 1sec pin uit

09 (op) midden 10 (neer) midden 11 (op) midden 12 (neer) midden 13 (op) midden 14 (neer) midden

> 1sec indrukken loslaten > 1sec indrukken loslaten > 1sec indrukken loslaten > 1sec indrukken loslaten > 1sec indrukken loslaten > 1sec indrukken loslaten

pin aan > 1sec pin uit pin aan > 1sec pin uit pin aan > 1sec pin uit pin aan > 1sec pin uit pin aan > 1sec pin uit pin aan > 1sec pin uit

S5

Pin nr.

Signaal 1x 2 pulsen reset 1x 3 pulsen reset

+ pauze

Actie vanaf moment aanzetten uitgang aan uitgang uit uitgang aan uitgang uit

Pin nr. D6

2

Start het tellen van pulsen tellen tot > 160 ms Wachten tot input is < 1.6ms tellen tot > 160 ms Wachten tot input is < 1.6ms

D2

1x 4 pulsen

160 ms

3

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D8

D3

1x 5 pulsen

160 ms

4

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D9

D4

1x 6 pulsen

160 ms

5

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D10

D5

1x 7 pulsen

160 ms

6

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D11

D6

1x 8 pulsen

160 ms

7

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D12

D7

1x 9 pulsen

160 ms

8

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A0 (D14)

D2

1x 10 pulsen

160 ms

9

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A1 (D15)

D3

1x 11 pulsen

160 ms

10

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A2 (D16)

D4

1x 12 pulsen

160 ms

11

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A3 (D17)

D5

1x 13 pulsen

160 ms

12

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A4 (D18)

D6

1x 13 pulsen

160 ms

13

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

A5 (D19)

D7

1x 15 pulsen

160 ms

14

tellen tot > 160 ms pauze

1e keer uitgang aan / 2e keer uit

D5

D0 D1

Opto 1 actief (default) Opto 2 actief

Op (toggle S) Neer

Hoe werkt het

Functie

1

1.5ms -> 2ms 1ms <- 1.5ms

bovenstaand schema, wat in feite de functietabel is voor de Arduino’s. De schakelaars geven de Arduino in de zender opdracht pulsen te sturen naar de ontvanger. Schakelaar S1 geeft minimaal twee pulsen, schakelaar S4 max 1x15 pulsen. Een puls duurt 40ms, sneller kan niet omdat dan informatie verloren kan gaan. Daarnaast is een pauze van 160ms nodig om de decoder te melden dat hij klaar is met tellen. De kortste puls (van schakelaar 1) is 120ms, functie 14 heeft de langste pulsduur: 1.320ms. Dit betekent dat het ruim 1s duurt voordat op het model de functie aan of uit gaat. Voor de meeste functies zal dit geen groot bezwaar zijn, voor functies waar dit wel een probleem is zal een ander kanaal van de ontvanger gebruikt moeten worden.

Het systeem bestaat uit het sturen van een serie pulsen door de encoder in de zender en het tellen van de pulsen aan de ontvanger kant. Om universeel te blijven stuurt de basisopzet pulsen van 1ms (laag) of 2ms (hoog) naar de ontvanger. Dit is vergelijkbaar met servo vol naar links of vol rechts en werkt met elke installatie. Echter je kan ook pulseren als je de middenstand mee rekent. Deze staat standaard op 1,5ms. In dat geval kunnen pulsen tussen de 1ms en 1,5ms en pulsen tussen de 1,5ms en 2ms worden uitgelezen. Die optie heeft men met het aanbrengen van de vijfde schakelaar (S5). Beier en Neuhaus hebben dat systeem ook, vandaar dat de zender Arduino deze modules ook kan aansturen. De werking is af te lezen in

Opmerkingen Ontvangerkant

*

Wat is er mogelijk Indicatie LED optioneel

optioneel

optioneel

NVM decoder 14 functies

2e NVM decoder + 14 = 28!

***

***

Beier USM-RC 1/2 module aansturen

Neuhaus Soundmodule aansturen

*

*

*

*

D7

Schakelaar S5 is voor een 2e decoder of Beier / Neuhaus nodig. Verdubbelt de functie.

** Keuze tussen NVM decoder of Beier/Neuhaus mode. *** Bij 2 NVM decoders jumper 1 verbinden bij decoder 2, S5 is dan de keuze tussen de twee.

Wat is er mogelijk? Elke zender met een vrij kanaal en genoeg inbouwruimte voor 4 of 5 schakelaars en eventueel een LED voldoet. Als men de sticks van een zender niet meetelt heb je een zender nodig met 5 kanalen of meer, de vijfde is in de meeste gevallen een schakelaar. Daarbij heb je in de zender een aansluiting nodig voor de encoder. Er zijn 3 varianten mogelijk, afhankelijk van je zender. Ze zijn aangegeven met optie A, B of C (zie de tabel links). • Optie A wordt gebruikt als men een proportionele ingang (bijvoorbeeld een schuifpotmeter of knuppel) heeft. Herkenbaar aan 3 draden waarvan de buitenste (+) en (-) zijn en de middelste de signaaldraad (S). • Optie B is lastiger. Dit is ook een 3-draads aansluiting, alleen digitaal en niet proportioneel. In dit geval is de middelste (-), de buitenste zijn beide signaal (S). • Optie C is makkelijk: slechts twee draden waarvan één de (-) is. Om te weten te komen wat men heeft in de zender is het nodig om op de gewenste aansluiting de spanning te meten. Weet men welke aansluiting ter beschikking is dan is ook duidelijk welke mogelijkheden er zijn. A en B zijn gelijk maar in de uitvoering wel degelijk anders. Optie C zou zelfs kunnen op een 3 kanaalszender met een enkele schakelaar.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 7


NVM Arduino 14 functies multiswitch Encoder Vrij kanaal optie A

Schema inbouw zenderkant

PROPORTIONEEL kanaal 3 draads aansluiting

Indicatie LED

USM-RC1/2 / Neuhaus SM mogelijk (S5 in zender plaatsen)

S5

(+)(M) (-)

Opto PC817

1.8 KΩ 4

82K Ω Enkel Futaba F14 (7kanaals)

MEMORY PUSH

MOMENT PUSH

8

5

6

3

4

13

14

11

12

9

10

OPTO A 3

MEMORY PUSH

7

LED

33 Ω

ZENDER

MEMORY PUSH

S4

S3

S2

1

2

S1

2

1 Jumper 1 USM-RC1/2 Neuhaus SM

OPTO B 3

Opto PC817

1.8 KΩ 4

2 100 Ω 1

USB

33 Ω

Vrij kanaal optie B NIET proportioneel kanaal 3 draads aansluiting USM-RC1/2 / Neuhaus SM mogelijk (S5 in zender plaatsen)

1 KΩ

Voeding >6V

S5

ZENDER

Vrij kanaal optie C

OPTO A 3 (S) (-) (S)

Opto PC817

4

NIET proportioneel kanaal 2 draads aansluiting

2

USM-RC1/2 / Neuhaus SM NIET mogelijk (mogelijk indien computerzender)

1 ZENDER

OPTO A

OPTO B 3

Opto PC817

4

2

(-) (S)

1

Het maken van de Encoder

Maak je gebruik van een 8-kanaals Futaba F-14 (of gelijkwaardig), sluit dan de encoder aan op de aangewezen MultiSwitch input(s). Als je nog de oude 7-kanaals F-14 hebt, soldeer dan ook

Nadat er bekend is, welk schema er in de zender nodig is. Kun je de zendermodule volgens bovenstaande schema’s A, B of C gaan opbouwen. 3 Nodig: 2x 4

Opto PC817

2 3

2

4

1

1 (3 + goud 5%)

2

1

R1 (82K). Hieronder is een overzichtje van de benodigde onderdelen voor de encoder en de decoder gegeven.

(4 + bruin 1%)

2x - 33 Ω

(oranje-oranje-zwart-GOUD)

(bruin-zwart-bruin)

1x - 100 Ω

(bruin-zwart-zwart-zwart)

(bruin-zwart-rood)

15x - 1K Ω

(bruin-zwart-zwart-bruin)

(bruin-grijs-rood)

2x - 1.8K Ω

(bruin-grijs-zwart-bruin)

14x - 100K Ω

8 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

4

Opto PC817

1 = ANODE - (+ Arduino) 2 = Cathode - (GND Arduino) 3 = Emitter (GND) 1 = Collector (+)

(oranje-oranje-zwart)

(bruin-zwart-GEEL)

3

(bruin-zwart-zwart-ORANJE)

Testopstelling Encoder


NVM Arduino 14 functies multiswitch Decoder (+) 2

1 1K Ω

3

1K Ω

4

1K Ω

5

1K Ω

6

1K Ω

7

1K Ω

8

1K Ω

9

1K Ω

10

1K Ω

11

1K Ω

1K Ω

12

1K Ω

13

1K Ω

14

(-)

1K Ω

LED

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

BS170

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

1 23

IRF540

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

LED

100K Ω

ACCU

(14 naar D5) 1

1 23

USB

Nodig: 14x BS170 2

3 1 = DRAIN - (GND -> verbruiker) 2 = GATE - (Arduino signaal +) 3 = SOURCE - (GND)

(S) (+) (-) Voeding >6V

Schema met mosfet IRF 540 ipv BS170

(+)

Het maken van de decoder 1K Ω

ACCU (-) LED

Nodig: 14x

1 2 3

1

IRF540 1 2 3

3 1 = GATE - (Arduino signaal +) 2 = DRAIN - (GND -> verbruiker) 3 = SOURCE - (GND)

100K Ω

2 IRF540

Voeding

Het bovenstaande schema van de decoder is als basis bedoeld. De uitgangen van een Arduino kunnen maximaal 40mA leveren en daarom is op de print rekening gehouden met het aanbrengen van een BS170 mosfet waarmee de uitgang 0,5A kan leveren. In een apart schema is aangegeven hoe een mosfet IRF 540 kan worden aangesloten, daarmee kunnen verbruikers tot 5A worden geschakeld. Beide zijn geschikt om ze met 5V aan te sturen. Mocht je ze beide gaan gebruiken, let dan op de pootjes 1 & 2: “gate” en “drain” zijn andersom. Vanzelfsprekend kunnen ook andere componenten worden aangesloten.

De decoder schakelt naar de min (-) en er zijn daardoor meerdere spanningsbronnen mogelijk. Alle min aansluitingen van de voedingen dienen wel met elkaar verbonden te zijn. Sluit je als verbruiker een motor of relais aan maak dan gebruik van een blusdiode, dit voorkomt dat de mosfet defect gaat. Motor of relais Diode (-)

(+)

Encoder & Decoder De Arduino heeft twee opties: een 5V pin en een Vin pin. Sluit op de 5V pin absoluut geen spanning aan die hoger is dan 5V. Via de Vin pin dient de spanning minimaal 6V te zijn. Mocht de zender een te lage spanning hebben (<5V), dan dient er een step-up voedingsprint gebruikt te worden. Die is te vinden in de accesoires voor Arduino schakelingen.

Testopstelling decoder, 8 kanalen met de IRF540

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 9


Arduino Zowel de encoder als decoder werken met een Arduino Nano V3 board en voor beiden is er een “.ino” bestand beschikbaar op de NVM website. (Zie www.modelbouwers.nl). Let wel op bij aanschaf (vooral bij wat goedkopere varianten) dat de juiste drivers te vinden zijn of aangeboden worden. De software van Arduino heeft die drivers nodig om via USB de Nano te vinden. Beide bestanden zijn logisch opgezet met uitleg in het Engels. In de praktijk zal het een kwestie van downloaden van de NVM website zijn en uploaden naar de Nano. De uitleg in de sketch is vooral bedoeld voor degene die er mee willen experimenteren en wat willen aanpassen. Bij de decoder hoeft men eigenlijk niets aan te passen, die is universeel ingesteld. Bij de encoder zijn er een paar zaken die aangepast kunnen worden, naar voorkeur van de gebruiker. De belangrijkste is regel

De belangrijkste gegevens in het encoder “ino” bestand. 29 “LongSwitchTime”, deze heeft waarde 80 wat neer komt op 0,8 seconden. Dit is de tijd die nodig is om de schakelaar S2 t/m S4 te gebruiken voor functie 9 t/m 14.Verandering van de waarde 80 naar bijvoorbeeld 40 verkort de overgang van een korte naar een lange schakelduur naar 0,4s. De “MomentSwitchTime” (regel 30) is de minimale tijd die S1 voor de moment functie ingedrukt moet zijn om effect te sorteren. Ingesteld is standaard een vertraging van 0,1s. Dit is in vrijwel altijd snel genoeg, maar iets hoger of lager kan men instellen. Regel 27 en 28 moet men beslist zo laten, deze zijn nodig voor de pulsen.

Arduino files Encoder & Decoder

Op onze website staan de files voor de encoder en de decoder en data sheets van de onderdelen. Een PDF met de Schema’s staat daar ook. “NVM_MS_Encoder_V1.ino” “NVM_MS_Decoder_V1.ino” www.modelbouwers.nl/ arduino/downloads/

NVM Arduino PCB Encoder opties Optie A

Optie B

Optie C

PROPORTIONEEL kanaal 3 draads aansluiting

NIET proportioneel kanaal 3 draads aansluiting

NIET proportioneel kanaal 2 draads aansluiting

LET OP (draadbrug bij S5)

Opto B

Opto A

Opto A

Opto A

Opto B

Bij optie A R1 aan achterzijde dichtsolderen of weerstand 82k bij F14 (7 kanaals)

Multiswitch printjes (PCB) Voor het gemak hebben we ook printjes (PCB’s) ontwikkeld voor zowel de encoder als de decoder. Ook zo veelzijdig als mogelijk. Na een

10 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

eerste test batch is een definitieve versie gemaakt. Afhankelijk van de belangstelling zal die in productie gaan en beschikbaar komen voor degene die dat willen.

Opgebouwde zendermodule, in dit geval Optie A.


NVM Arduino PCB Decoder (+) Schakelspanning bijvoorbeeld 2S/3S lipo of 12V accu

Aansluit situatie

SJ1

• Arduino op (BEC) > 5V • Schakelspanning = BEC • Accu niet aangesloten

✔ ✘ ✔

• Arduino op (BEC) exact 5V • Schakelspanning = BEC • Accu niet aangesloten

✔ ✔ ✘

• Arduino op (BEC) > 5V • Schakelspanning = Accu • Accu is aangesloten

✘ ✘ ✔

• Arduino op (BEC) exact 5V • Schakelspanning = Accu • Accu is aangesloten

✘ ✔ ✘

• Arduino op Accu (> 5V) • Schakelspanning = Accu • Accu is aangesloten

✔ ✘ ✘

✔ = dicht solderen

Ontvanger

Soldeerjumper 1

Uitgangen met stip zijn geschikt voor toekomstige PWM functies

De PCB voor de encoder is zo gemaakt dat alle varianten aan de zenderkant daarmee gemaakt kunnen worden. Het printje is klein genoeg voor inbouw. De verschillende uitvoeringen en aansluitingen staan in het schema links. De PCB voor de decoder heeft ook diverse mogelijkheden. Standaard hebben we de BS170 genomen als eindtrap. Echter voor degene die SMD kunnen solderen zijn aan de onderzijde, op exact dezelfde plek als de BS170, drie soldeervakjes voor een SMD mosfet IRLML2502. Deze heeft een schakelvermogen tot ca. 2A.

De achterzijde heeft de optie om i.p.v. de BS170 de SMD IRLML2502 te monteren voor meer schakelvermogen tot ± 2A.

✘ = open laten

Printjes (PCB) Encoder & Decoder

Voeding van de decoder print Voor de voeding zijn er twee opties: via de accu aansluiting of de bedrading naar de ontvanger. Drie soldeerjumpers, die je dicht kan solderen geven een aantal mogelijkheden. Belangrijk is soldeerjumper 2 (SJ2) deze mag alleen gebruikt worden als de spanning 5V is, omdat deze naar de Arduino gaat. Er zijn dus twee inputs voor spanning, accu en ontvanger (BEC), zie tabel. De optie met de Arduino op de voeding van de ontvanger (> 5V) en schakelspanning rechtstreeks van een accu zal het meest voorkomen.

SJ3

In dit geval worden de uitgangen rechtstreeks vanaf de accu geschakeld, terwijl de Arduino gevoed wordt vanaf de ontvanger. De optie met de Arduino op de voeding van de ontvanger (> 5V) en schakelspanning rechtstreeks van een accu zal het meest voorkomen, hiermee schakel je rechtstreeks vanaf de accu terwijl de Arduino gevoed wordt vanaf de ontvanger.

Soldeerjumper 2

Soldeerjumper 3

SJ2

Afhankelijk van de belangstelling zullen de printjes in serie worden besteld. De kosten voor een setje zullen, afhankelijk van de aantallen, €10-15.- bedragen. Heb je belangstelling stuur dan een e-mail naar: Arduino@modelbouwers.nl en we informeren u wanneer deze beschikbaar komen en waar. Ook op onze website zullen we deze info vermelden.

Eindresultaat! Alles werkt, Led 2 is uit je kan maar één moment functie tegelijk.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 11


te beginnen, tot max. Daarmee is deze uitvoering ook werkend is voor een USM-RC van Beier. Optie C kan dus ook uitgebreid worden, maar is afhankelijk van de programmeer mogelijkheden!

Inbouw in FrSky X9E

Inbouwen in de zender Het inbouwen in een zender is eigenlijk niet zo moeilijk. Je moet natuurlijk plaats hebben om de schakelaars kwijt te kunnen, maar ergens in de behuizing is altijd wel plek. Lastiger is het om de Arduino kwijt te kunnen, dat is passen en meten. Wel vastzetten en isoleren van andere electronica om storingen in gebruik te voorkomen. Meest belangrijke is de voeding uit de zender te krijgen. Meest simpele is direct aan de accu met een schakelaar er tussen, mooier is om de spanning te vinden na de officiële aan/uit schakelaar, kwestie van meten met een multimeter. Echter voor elke zender is dat anders, dat is voor toepassing van de multiswitch eigenlijk de enige uitdaging. We hebben een aantal zenders gedurende het project getest en met diverse opties ingebouwd, waaronder ook succesvol 40mHz zenders. Een aantal zenders hebben we hier beschreven.

Inbouw in Spectrum DX6i:

Tijdens het testen hebben we twee FrSky X9E zenders voorzien van de multiswitch. Voor de schakelaars was er plek genoeg. Hier ontdekten we de noodzaak om optie B mogelijk te maken. Zo heb je wel de meeste functies zonder een kostbare proportionele input op te offeren (optie A). Puntje is wel de voeding, dat was lastig. De eerste zender hebben we direct van de accu spanning genomen (11V) met een extra schakelaar, de andere pakt stroom af van de aansluitingen voor schakelaars. Dit is in hierl 3V, dus een step-up naar 5V was nodig.

Eigenbouw Encoder voor de test Test versie in X9E

Inbouw in zender FX-18

Deze zender heeft (buiten de knuppels) nog twee kanalen die voor deze multiswitch gebruikt zouden kunnen worden. De aansluiting is gemaakt op kanaal 6 met optie C. Via de “Travel Adjust” settings in het zendermenu, is kanaal-6 ingesteld om vanaf het midden

Allereerst is de encoder volgens het schema (optie A) op een experimenteer printplaatje opgebouwd (Helaas was het kant en klare printplaatje nog niet beschikbaar). Deze kon een mooi plekje krijgen midden tussen de kruisknuppels, boven de al ingebouwde Yeti 2,4GHz module. Hiervoor konden

Spektrum DX6i - Optie C

FrSky X9E - Optie B

12 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

zelfs de al aanwezige schroefjes van de trim-schakelaars gebruikt worden. De vier schakelaars zijn vervolgens op de daarvoor bestemde plaatsen midden bovenin de zender gezet, met er tussenin de indicatie-LED en een schakelaar om tussen ‘Neuhaus’ en ‘NVM Decoder’ om te schakelen. In het schema is dit een jumper, in mijn geval is een schakelbare oplossing beter omdat ik dan meerdere modellen aan kan sturen, al dan niet met een Neuhaus of NVM Decoder. De schakelaar (S5) +voor het ‘ompolen’ van het uitgangssignaal naar de zender heb ik vervangen door een jumpertje, dat hoeft toch maar één maal ingesteld te worden. Met alles ingebouwd en aangesloten was het tijd voor de eerste test met de Neuhaus module. Die werkte meteen naar behoren, het ‘ompool jumpertje’ zat dus meteen goed. Verbazend, meestal

Encoder ingebouwd in FX18.

Futaba FC7- Optie C


S1 t/m S5 bovenin in de FX18 - Optie A pak je in zo’n geval net de verkeerde .. Ook de NVM decoder deed het na omzetten van het schakelaartje meteen goed! Vooral bij de Neuhaus module was het een verademing om nu direct een functie te kunnen kiezen in plaats van X keer omhoog of Y keer naar beneden te schaken. En daarbij dan vaak de verkeerde te treffen ...

Inbouw in zender FC7 De FC7 heeft geen Neuhaus of Beier omschakeling, enkel de multiswitch. De schakelaar S5 voor ‘ompoling’ is door een jumper vervangen. Arduino zit op een tweedraads kanaal aansluiting aangesloten, zonder weerstand netwerkje, optie C dus.

Neuhaus Soundmodule Met de NVM encoder kun je direct 14 van de 16 oproepbare geluiden afspelen door de betreffende schakelaar te bedienen. De Arduino encoder genereert de pulsen die je normaal gesproken zelf met een schakelkanaal ingeeft. Als je bijvoorbeeld de misthoorn op geluid zes hebt staan bedien je de schakelaar corresponderend met MultiSwitch uitgang zes en de misthoorn wordt afgespeeld. Het aan- en uitzetten

van motorgeluid (door Neuhaus) is vastgelegd op uitgang één, bedien je die schakelaar dan start het motorgeluid. De verdere geluiden corresponderen dan met de betreffende schakelaars. De soundmodule kan 16 geluiden afspelen, met deze Arduino module kun je er daar dan 14 van gebruiken omdat de Arduino ‘slechts’ 14 kanalen aan kan sturen. Ook kun je in plaats van een geluid een schakelkanaal aktiveren. Hiervan kunnen er acht geprogrammeerd worden, die dan één van de uitgangen op de Neuhaus module aanzetten. Zo heb je dus een geluidsmodule plus multiswitch in je model zitten! Alleen is het zo dat die uitgangen slechts 3,3 Volt bij 20 mA uitsturen. Hier dient dus met mosfet versterkertrappen gewerkt te worden, op eenzelfde wijze als bij de NVM decoder. Voor zo’n versterkertrap kan exact hetzelfde schema als voor de NVM decoder gebruikt worden. Als plus-signaal naar de mosfet pak je dan een uitgangspin van de Neuhaus in plaats van een Arduino uitgang.

USM-RC module van Beier De NVM encoder kan ook maximaal 28 functies bij een USM-RC 1 & 2 van Beier activeren. Om dit mogelijk te maken, dien je jumper 1 (J1) op de encoder te plaatsen. Hiervoor dient de “EKMFA” functie in de USM-RC aangezet te worden. Omdat het aantal pulsen door de encoder worden gedaan, heb ik bij de “EKMFA settings” de “activation delay” op 100 gezet. Zie afbeelding als voorbeeld. De indeling van die 28 functies zijn natuurlijk zelf in te delen.

Handige Links NVM Multiswitch

De gebruikte Arduino, weerstanden, optocouplers en stepup, hebben we besteld bij Martoparts. Daar kun je ook de juiste drivers vinden. www.martoparts.nl De mosfet BS170, IRF540 of de SMD IRLML2502 komen bij Electronica Onderdelen Online (EOO) vandaan. www.eoo-bv.nl Mooie schakelaars met platte hevel hebben we gevonden bij RC-Point. www.rc-point.nl Arduino onderdelen kun je ook vinden bij TinyTronics www.tinytronics.n Informatie over de Neuhaus soundmodule: www.neuhaus-electronics. at/soundmodul/ Informatie over de Beier USM-RC module: http://www.beierelectronic.de/modellbau/home/ home.php Downloads van bestanden en verdere informatie op onze website www.modelbouwers.nl

(Met dank aan Lex Verkuijl voor de inbouw FX18, en het Neuhaus gedeelte, Roel van Essen voor de test met de FF7 en Jan van Mouwerik voor alle technische info, Redactie) Neuhaus Soundmodule

Software Beier USM-RC - EKMFA functie instellingen.

Beier USM RC 2

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 13


3

e Expo- en ontmoetingsdag hist

Editie

1

3e Editie Expo- en ontmoetingsdag Historische Scheepsmodelbouw te Duizel het kan zo langzaam aan een traditie worden genoemd. Op zaterdag 26 maart 2016 werd alweer de derde editie van de expo- en ontmoetingsdag gehouden door en voor scheepsbouwers, waarbij met name schepen worden getoond en bewonderd die voornamelijk historisch te noemen te noemen zijn en gemaakt van hout. Verder mag in principe alles. Drie jaar geleden werd dit evenement op kleine schaal opgezet als een “onderonsje” door en tussen leden van het forum www.modelbouwforum.nl, rubriek “historische schepen”. Inmiddels is het uitgegroeid tot een bijeenkomst waarbij deze keer een 60 tal schepen, diorama’s, figuren en meer zaken die met dit onderwerp van doen hadden werden getoond door 24 deelnemers.

Niet zozeer het aantal bouwers, maar zeker de kwaliteit van de getoonde schepen was zeer goed te noemen. Ook is een meerderheid van de bouwers inmiddels niet alleen meer afkomstig van het eerder genoemde forum, maar wordt deze expositie ook steeds bekender op mediums als facebook en internet. Ook via de modelbouwbeurs in Goes hadden een aantal deelnemers er kennis van genomen en zich ingeschreven. Dit jaar was tevens de NVM sponsor van het geheel waardoor er voor de deelnemers geen kosten behoefden te worden gemaakt. Bij elkaar leverde dit 350 m2 met welgeteld 36 tafels op met modellen op van zeer uiteenlopende aard en formaat. Vanaf drie scheepjes in een walnoot tot twee “kanjers” met een lengte van 1,8m. (Figuur 1)

Vanwege de ligging in het zuidelijke Duizel, onder de rook van Eindhoven, is het ook voor de Belgische modelbouwers goed te bereiken en dat was te merken.

De meest op vallende modellen zetten we even voor u op een rij: Voor het eerst aanwezig was de heer Roger Hyfte uit België.

14 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

2

Van hem was reeds een artikel geplaatst in de Modelbouwer 2016-1 over de hektjalk “Marie-Louise” Maar Roger had voor deze dag meer in petto. Aan het begin van zijn stand stond een aandoenlijk zeilmakertje met een bordje met niet mis te verstane tekst (Figuur 2)


Tekst: Ron van Leeuwen Foto’s: Ron van Leeuwen, Jan Zwart

orische scheepsmodelbouw te Duizel

4

5

3

Verder toonde hij een Vikingschip “Gokstadschip” met schitterende details (figuren 3 en 4) Onze eveneens aanwezige hoofdredacteur Gerrit Volgers werd stil bij het zien van de roeireddingsboot gemonteerd op een door paarden te trekken wagen. “twee vliegen in één klap” riep Gerrit. Rubriek “Houtenwagens” en “schepen” in één. Bovendien gebouwd naar tekeningen van de NVM. Roger zal er een artikel in dit blad over gaan schrijven. Grappig detail vonden we de mogelijkheid om zowel “vooruit” als “achteruit” te roeien en te sturen. Hierdoor hoefde men de boot niet te draaien dwars in de golven maar draaide iedereen zich gewoon om op zijn plaats en roeide achteruit terug naar de kust. (Figuren 5 en 6) Nummering aanpassen s.v.p Roger toonde ook een slimme methode van het omwikkelen van touw, ontleend aan een idee dat hij kreeg van de website www.minisail-classic.de/start

Dit is in de jaren ’40 al eens beschreven in De Modelbouwer, maar de meesten zullen zich dit niet meer herinneren. Daarom goed voor een artikel. (Figuur 7) Ook de heer Jack Ruiten was nog nooit exposant in Duizel geweest. Van hem was recent een scenery artikel te lezen over de Limburgse schuur. Hij had meerdere modellen waarbij ook de kleinste, gebouwd in drie walnootschillen (figuur 8)

6

7

8

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 15


9

10

12 Minuscuul houtsnijwerk van Jack was te bewonderen op de “Essex” en de “Non such” (Figuren 9 en 10). Ook voor het eerst aanwezig waren de heren Jan Alebeek en Luc Coenen. Beiden hadden de “giganten” van de expodag meegenomen van ca. 1,8m lang Beiden modellen zijn vaarklaar en RC bestuurd. We hebben deze pronkstukken op het toneel laten plaatsen zodat ze nog indrukwekkender overkwamen. Jan posteerde een botter van schaal 1:10 met eveneens mooie details zoals een Franse bemanning. Waarom en hoe het model is ontstaan en gemaakt leest u binnenkort in een nieuw artikel (Figuren 11 en 12). Luc nam het klapstuk mee. Een model van de Santísima Trinidad. Het vaartuig moest op een bolderkar van en naar de zaal worden getransporteerd. (Figuur 13) De auteur van dit artikel had zijn gemodificeerde kit van het model de “HMS Prince” meegenomen die veilig en stofvrij was weggestopt onder een flinke glazen vitrine van de firma Jepagro in Hamont (B). Belangstellenden kunnen nader contact zoeken met de heer Jean-Paul Groenen via e-mail: jepagro@telenet.be of bellen naar +32 11 44 85 31. (figuur 14) Grote verrassing was de aanwezigheid

16 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

11

13 14


15 van Michiel de Ruyter alias Hans Weezepoel. Hans is weliswaar een liefhebber en VOC-kenner, maar hij had ook diverse andere modellen meegenomen. Fraai was wel een half model van de “Zeven Provinciën” met mooie details zoals beelden en meubels van deze bekende zeeheld. (figuren 15 en 16). Een nieuw fenomeen dat steeds vaker wordt genoemd in het modelbouwcircuit en zeker in dit blad is het maken van 3D geprinte onderdelen. Het zal voor menig historische scheepsmodelbouwer als “vloeken in de kerk“ zijn, maar het is niet meer weg te denken. Danny Mulders, die zelf bouwt aan een model van het retourschip de “Batavia” van Kolderstok, heeft enkele ornamenten vanaf tekening omgezet naar photoshop. Door het “inkleuren” met grijstinten van diverse delen van een ornament kan hiermee een digitale reliëfvertaling worden gemaakt in een 3D printerbestand, oftewel, hoe donkerder, hoe meer materiaal de printer zal opbouwen. Op zich een hele nieuwe uitdaging waarbij de eerst resultaten er zeer fraai uitzien. Danny heeft ons toegezegd er een stuk over te zullen publiceren (Figuur 17). Mocht deze afbeelding toch vragen oproepen…de getoonde euro is echt! Ook aanwezig was de heer Harry Stubbe met zijn varende klomp. Ik had de bouw van dit bijzondere vaartuig al gevolgd op facebook maar tentoongesteld was dit schip zeker zo fraai. Voor de basis diende een paar klompen die beiden waren gehalveerd waarna de buitenzijden tegen elkaar werden geplakt. Ik heb Harry uitgenodigd om de bouw van zijn varende klomp in een volgend nummer van dit blad te publiceren. (figuur 18).

17

16

18

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 17


19

21

Wat en wie wij u niet willen onthouden is de trouwe exposant de heer Dirk Wuyts uit België met zijn prachtig Amsterdams scheepswerf-diorama uit de 17e eeuw die medio 2017 gereed zal zijn. Hier is te zien hoe het er in die tijd aan toe ging met de start van de bouw van een nieuw zeilschip volgens de vlakbouwmethode. De kiel is gereed en de rest kan, alles met handkracht, beginnen. Geniet van deze vier kleine impressies. (figuren 19 t/m 22)

20

22

duidelijk is dat dit binnenkort zijn vervolg krijgt in dit tijdschrift. (Figuur 24) We zouden er misschien wel een complete “modelbouwer” aan kunnen wijden om alle schepen met hun details te beschrijven maar dat wordt ondoenlijk. Dat doen we liever per schip uitgelicht in volgende delen

Ook was natuurlijk de firma Kolderstok uit naam van Hans van Nieuwkoop aanwezig met een nieuw “prototype” van het schip de “Duyfken” dat wellicht binnenkort op de markt wordt gezet. U kunt de ontwikkeling van dit voorbeeld volgen op www.modelbouwforum. nl/threads/voc-verkenningsjachtduyfken-1595.237196/ (Figuur 23) Tenslotte mag vermelding van de aanwezigheid van Jan Zwart niet achterwege blijven. Hij toonde zijn vorderingen met het model van de Victory “binnenste buiten”. Hij is inmiddels vergevorderd met het “Lowergundeck”. Van dit schitterende project zijn inmiddels al 2 artikelen in De Modelbouwer verschenen. En

18 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

24

23

van dit blad. Al met al was deze dag weer een succes en smaakt naar (nog) meer. We hebben als organisators de zaal maar meteen gereserveerd voor zaterdag 15 april 2017 voor de 4e editie van deze expodag. Dus zet alvast in uw agenda!


Open dag Rading Spoor de komende jaren op vertrouwd terrein

Na een toch best lange periode van onzekerheid, doordat het terrein van de “Hertenkamp”, waar de banen van Rading Spoor gelegen zijn in de verkoop ging, is het bestuur van de vereniging nu met de nieuwe eigenaren een periode van 3 jaar overeengekomen waarin zij hun activiteiten kunnen voortzetten. In die periode zal worden bekeken of elkaars wensen en ideeën voldoende overeenstemmen om daar op langere termijn mee door te gaan.

De Open Dag van Rading Spoor wordt dus ook in 2016 op de gebruikelijke laatste zaterdag van augustus (27 augustus) gehouden. Deze altijd gezellige en sfeervolle rijdag in de bossen van Hollandse Rading duurt van 10.00 tot 17.00. Er zijn kramen beschikbaar voor modellen en er kan op de paden met trekkers e.d. gereden worden. De hoge en de lage baan bieden rijmogelijkheid voor 3,5”, 5” en 7,25” locomotieven.

De grondbaan ligt op tamelijk zachte bosgrond. Daardoor is hij niet geschikt voor locomotieven met een asdruk van meer dan 150 kg. Omdat de laatste jaren steeds groter gebouwd wordt is het nodig gebleken deze beperking in te stellen. Voor deelname en verdere informatie kunt u mailen naar info@Radingspoor.nl

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 19


Modelshow Europe 2016 in Ede

Gerrit Volgers

Expositie van kranen en zwaartransport en grondverzetmachines In het vorige nummer hebben we een begin gemaakt met publiceren van de voorjaarsbeurzen. In dit nummer treft u het vervolg aan. Daarmee hebben we 2016 dan wel gehad. U krijgt hiermee een goed beeld van wat deze tentoonstellingen te bieden hebben aan voorbeelden en inspiratie. Het kan aanleiding zijn om reeds nu te kijken naar de data van deze beurzen volgend jaar (of de agenda van de NVM website en De Modelbouwer in de gaten te houden). In dit artikel wordt in gegaan op de Modelshow Europe, elders treft u een verslag aan van de tentoonstelling van Historische Schepen in Duizel en de Voorjaarsstoomdag in Loon op Zand. Intermodellbau in Dortmund houdt u nog te goed.

Beleving Ook dit jaar heb ik als deelnemer een stuk tafel bezet bij de Modelbouw Vereniging Papendrecht. Ik had weliswaar het model van de DAF trekker met laadkistoplegger meegenomen, maar rijden was er niet bij. Want daarnaast had ik bij me het (werkende) prototype van de NVM Multiswitch, gemonteerd in de FRSKY X9E zender van Maarten Flederus. De geestelijke vader van de programmering, Marten de Groot was ook aanwezig, evenals Alwin Winius van WeTronics. Daar werd invulling gegeven aan RC special die nu voor u ligt. En plannen gemaakt voor

1 het vervolg‌. Het zal duidelijk zijn dat bij modelbouwers die aan deze show deelnemen voor het ontwerp veel belangstelling was. Philippe Charrier uit Frankrijk vertelde dat hij de FRSKY 9D had omgebouwd, zodat hij hem via een USB aansluiting kan programmeren. Nu nog zijn adres terugvinden. Hij had een hele serie rupskranen met vakwerkmast mee. Alle geheel uit messing gebouwd. (Figuur 1)

2

20 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Ervaring en werving Aan het einde van de dag heb ik nog een rondje gemaakt om te kijken of er nog wat van mijn gading was voor De Modelbouwer. Geleidelijk komen er steeds meer deelnemers voor wie De Modelbouwer geen onbekend begrip meer is en die bereid zijn hun bijdrage te leveren. Rudolf Slijkhuis, bouwer van de Clayton Undertype Steam Wagon kwam naar me toe met het materiaal voor zijn methode van het maken van belijning.

3


5

4 U vindt het in dit nummer bij de rubriek “Kom er maar op….” Ook hebben we van hem nog te goed de beschrijving van het maken van de wielen van zijn stoomauto die nu in bouw is. (Figuur 2). En de radiateur zal ik ook proberen hem te ontfutselen. (Figuur 3).

Piet van Buuren was er met zijn Russische bergingskraan Spoor 1 (De Modelbouwer 2016-3), en toonde het volgende project: een mobiele wegkraan met vakwerkmast. (Figuur 4) Niet voor dit tijdschrift (hoewel…?) maar daarom niet minder indrukwekkend was de telescoopkraan van Lego. Geheel RC gestuurd! (Figuur 5)

Hans Bruyns was er ook, nu niet alleen met zijn DAF 2600DO, maar ook met een REO in schaal 1:20. Hij maakt alle onderdelen zelf. Veel koper, maar ook hout en aluminium. (Figuur 6, 7). Een eerste artikel over zijn bouwmethode heeft de redactie inmiddels ontvangen Geert de Gent, eerder ontmoet bij een rijdag van Minitruckers was er met het model van de nieuwste Volvo. De onderdelen worden door hem zelf gegoten in kunststof. (Figuur 8,9)

6

7

8

9

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 21


Hans Papenhuijzen

NS 6300

stoomlocomotief Beschrijving van de bouw in spoor 1 - (deel 1)

Inleiding Het is alweer heel wat jaren geleden, dat ik mijn eerste pogingen deed om mijn Gotland stoomlocomotief aan de gang te krijgen op een bijeenkomst van de Nederlandse leden van de Engelse Spoor 1 club(G1MRA) op de baan van Henk Bunte in Apeldoorn. Daar was Jos Verouden bezig zijn NS 6300 te laten rijden. Die locomotief had hij gebouwd in de jaren eind ’60, begin ’70. Hij heeft er over gepubliceerd in de Modelbouwer in 1972. Afb. 1 is zijn oorspronkelijke overzichtstekening. Ik vond en vind het nog steeds een prachtige machine. Ik was er meteen van overtuigd: als ik nog een keer een locomotief ga bouwen, zal het de 6300 zijn. Ik kreeg de Gotland aan de gang en heb daarover verschillende keren gerapporteerd. Ergens in 2010 vond ik het moment gekomen om eens nader met Jos contact op te nemen. Dat heeft zich ontwikkeld tot een vriendschap en geregelde bezoekjes aan Zevenaar, waar Jos woonde. Helaas is Jos veel te vroeg overleden in de zomer van 2014. Aan die contacten met Jos denk ik nog steeds met veel plezier terug.

We hadden kopieën gemaakt van zijn oorspronkelijke tekeningen. Zijn handgeschreven aanwijzingen op die tekeningen zijn me nog steeds dierbaar. Ik heb veel van hem geleerd. Ik hoop dat het genoeg is om het project op een succesvolle manier te kunnen afronden.

Het frame / de frameplaten Destijds ben ik begonnen met de frameplaten. In overleg met Jos is gekozen voor 4mm dik staalplaat. Zijn frame was destijds gemaakt van messingplaat. Voordeel van staal: steviger en geeft meer gewicht. Uitgangspunt was zijn oorspronkelijke tekening: Afb. 2. In mijn geval wilde ik de assen verend hebben. Dat is gerealiseerd met bronzen lagerblokken, glijdend in 14mm brede gleuven, aangebracht in de frameplaten. De “opstaande” lagerranden, die de lagers op hun plek houden, zijn 1mm breed en 1mm “hoog”. Daarmee wordt het lager 16mm breed. Gezien de beschikbare

ruimte en de beoogde veerruimte(2mm) is gekozen voor een hoogte van het lagerblok: 17mm en een gleufhoogte in het frame van 20mm. Daarvan wordt 1mm verbruikt door het sluitstuk aan de onderzijde. Net als bij Jos zijn 3900, worden de gleuven aan de onderzijde afgesloten met een sluitstuk. Afb. 3 is een scan van een tekening van de lagerconstructie van de 3900. Daar werd een veer onder het lager toegepast. In mijn 6300 zit de veer boven in het lager, een viertal mm’s er in, steekt er een paar mm boven uit en drukt van onder af tegen het frame. Dit is op Afb. 2 natuurlijk niet te zien, Jos zijn locomotief had geen vering. Door de extra buitenrand van de lagers (2x1mm) en door de aangepaste maatvoering van de wielnaven (2x0,75mm) moesten de frameplaten 3,5mm dichter bij elkaar komen: was bij Jos 32,5mm, werd bij mij 29mm. We willen de wielloopvlakken en velgranden van de wielen natuurlijk op de juiste afstand houden.

1

22 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016


2

uitsparing op ca. 19cm recht naar achteren doorgetrokken ter hoogte van het achterste deel.. Jos zijn idee: de frameplaten worden daardoor met name in het midden wat hoger en sterker. Het model van de locomotief verandert er niet door. Toen waren de maten van de frameplaten bekend en kon begonnen worden met het maken. Daartoe heb ik met de kraspen de tekening met de aangepaste maatvoering op de platen over gebracht. Vervolgens heb ik op heel klassieke wijze aan de buitenzijde rondom gaten geboord met de beide platen op elkaar geschroefd. Daarna heb ik met de figuurzaag en vele ijzerzaagjes de tussenliggende wandjes doorgezaagd. U kunt zich voorstellen hoe de frameplaten er toen uitzagen. Maar zo ben je al veel materiaal kwijt. Dat hoef je alvast niet meer weg te halen. Vervolgens natuurlijk alles buiten de lijnen zorgvuldig weg gefreesd op de freestafel. U kunt zich ook voorstellen, dat we enkele maanden verder waren toen de frameplaten, met alle openingen, gleuven en gaatjes gereed waren. Allebei keurig aan elkaar gelijk. Een belangrijk deel van de bouw was gelukt. Het maken van de diverse verbindingsstukken tussen de beide frameplaten en de beide bufferbalken was daarna relatief eenvoudig, eveneens met aangepaste maatvoering. Zie Afb. 4. Op deze foto worden ook de lagerblokken al getoond. Deze worden hierna beschreven.

3 Hier komen we ook nog op terug bij de montage van de cilinderblok/ schuifkast combinaties. Ook hun positie t.o.v. de gekoppelde wielen mag niet veranderen. Ook dit vindt

U natuurlijk niet terug op Jos zijn tekening. De bovenkant van de frameplaten is vanaf de

4

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 23


De lagerblokken Vervolgens heb ik de lagerblokken gemaakt, zo precies mogelijk volgens de hierboven genoemde maatvoering. Hetzelfde geldt voor het asgat: precies in het midden en op de goede hoogte. Ik heb ze alle 8 en een paar meer, je weet maar nooit, uit een vierkant stuk brons gemaakt. Eerst de zijkanten precies op maat gefreesd en de blokjes op maat op de draaibank afgestoken. Het infrezen van de gleuven aan de zijkanten moet dan nog precies gebeuren om het blokje in zijn geleiding netjes te laten glijden en het asgat in het midden te houden. Zoals Jos het uitdrukte: nu gaan we de blokken op verschillende wijzen in de geleidingsgleuven plaatsen en met de schuifmaat meten wanneer de assen zo goed mogelijk parallel lopen. Hierbij gebruiken we alle gemaakte lagerblokken. Degenen, die een wat mindere passing gaven, gingen in het “bouwarchief”. Met de 8, die in bepaalde volgorde de beste passing gaven, is het me gelukt de assen netjes parallel te krijgen. De onderlinge afstand van de assen zou 60mm moeten zijn. In de praktijk bleek dat slechts ±0,02mm af te wijken. Die precieze afstanden, nauwkeurig op 0,01mm, heb ik later gebruikt bij het boren van de gaten in de koppelstangen op de freestafel. Dat bleek later precies goed uit te pakken! Daarover later meer.

De wielen/assen Ik heb gezocht naar gietstukken voor de gekoppelde wielen en voor de bogiewielen. Voor de gekoppelde wielen moesten het wielen met 16 spaken zijn. Ik vond ze via de Gauge 1 Model Railway Ass. bij Mark Wood in Engeland, gemaakt volgens de “Verloren was methode”. Prachtige wielen met schitterende spaken, die al in de definitieve vorm in het gietstuk aanwezig zijn, maar wel kwetsbaar. Je kunt het gietstuk dus niet met zijn naaf in de draaibank zetten om het loopvlak en de velgrand te draaien. De spaken zouden dan kunnen breken. Tijdens het draaien moet het gietstuk “gepakt” worden op de buitenrand. De naaf en dus de spaken zijn dan geheel ontlast. Het af te draaien deel steekt er dan uit. Daarvoor heb ik 2 hulpstukken gemaakt: een grotere voor de gekoppelde wielen (Afb. 5), een kleinere voor de bogiewielen (Afb. 6) U ziet steeds het ruwe gietstuk, idem met een centraal gat geboord en het gietstuk in het hulpstuk. Belangrijk nog was dat de krukpen op een bepaalde

24 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

5

6 afstand van het wielcenter moest komen: 9,5mm. Bij de mij eerder toegestuurde gietstukken was dat niet mogelijk. Mark Wood was bereid de gietstukken terug te nemen, zijn gietmallen aan te passen, zodat de “hub” groter werd en iets hoger en ik de beoogde positie van de krukpennen kon realiseren. Alle gaten voor de krukpennen zijn op de draaibank met een hulpstuk geboord. Zie Afb. 7.

7 Ik dacht dat we in Nederland zeggen: warme douche voor deze leverancier! Bravo voor zijn flexibele instelling. Toen ik de wielen had gedraaid, heb ik even gewacht met de bevestiging op de assen om verschillende redenen: 1 De aangedreven voorste wielen moeten geen speling hebben, 0,01max. Maar naar achteren toe moet er enige speling komen, anders komt de locomotief de bocht niet door. Dat heb ik uitgeprobeerd met een stuk gebogen rails, straal 3m. Dat is de standaard bochtmaat voor Spoor 1. Na wat gereken met sinus en cosinus zat mijn stuk rails met de gewenste straal op een plank.

Uiteraard moet de afstand tussen de wielen zelf, voor alle 4 gekoppelde assen gelijk blijven, maar werd er naar achteren toe steeds iets meer van de naaf aan de binnenzijde weggehaald en was de plaats van de verdunning op de as overeenkomstig naar buiten gegaan. Op de achterste as ging dat om 0,5mm, daartussen een paar tienden. De achterste as kan dus totaal 2x0,5=1mm heen en weer. Zo konden de drijfwielen dus de bocht door. 2 De wielen moeten ook nog gekoppeld worden, bij voorkeur links en rechts onder 90°: kwarteren! Die 90° op zich is niet zo kritisch, maar moet bij alle 4 assen wel exact gelijk zijn. Dat doe je niet op het oog. Daarvoor heb je een apparaat nodig. In de praktijk van de stoomlocomotievenbouw is dit op verschillende manieren gerealiseerd.

Ik kreeg van Lex Leenaars (’t Y) 8 een apparaat te leen, dat met wat aanpassingen, de job perfect heeft gedaan. Zie Afb. 8. Te zien is dat op deze as 1(voorste as) meteen ook de excentrieken van de omkeerbeweging(2x) en van de waterpomp moeten worden aangebracht. Je krijgt ze er later niet meer op. Bedoeling van een dergelijk apparaat is dat tijdens het uitharden van de Loctite de as-/wielstellen op precies dezelfde wijze zijn gepositioneerd, met name de hoek van het ene wiel t.o.v. het andere. Op de foto gebeurt dat voor deze voorste as. Wel steeds as en wielen goed bij elkaar houden(Afb. 9), assen nummeren, wat is links en rechts.

9


10

12

11

Alleen dan is een goed resultaat later verzekerd. Op Afb. 10 begint het al ergens op te lijken.

Koppelstangen Voordat je definitief weet of alles goed past, moeten nu de koppelstangen worden gemaakt. Zie Afb. 11 (Tekening van Jos) Om het mogelijk te maken dat de assen onafhankelijk van elkaar kunnen veren, moeten er scharnieren in de koppelstangen komen. Het is me gelukt dit vrijwel spelingsvrij te krijgen. Als laatste bewerking heb ik de gehele koppelstang vanaf de 1e tot de 4e as in gestrekte richting op de freestafel gefixeerd en de gaten er in geboord op de afstanden zoals precies gemeten tussen de assen. Zie hierboven. In de geboorde gaten kwamen bronzen busjes met daarin de gaten voor de krukpennen. Toen ik de wielstellen met de lagerblokken in de geleidegleuven had geschoven, kon ik de koppelstangen er zo overheen schuiven en draaide alles zonder probleem, speling niet meer dan 0,01mm. Zie Afb. 12.

13

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 25


Ik heb het mijn leermeester Jos kunnen laten zien en ben met een groot compliment naar huis gegaan. Zelf was ik ook wel trots. Als je nagaat hoe precies alles moet zijn gemaakt en het dan toch soepel loopt, niet wringt, is er weer een flinke stap voorwaarts gemaakt.

Wordt vervolgd! Volgende delen zullen gaan over - De cilinderblokken, schuifkasten en omkeerbeweging, - De ketel, keuze, pijpen, stoomafname, zilversolderen, isolatie, buitenmantel, vuurkist

- Bodemplaat, alcohol- en watertank, brander - Waterpomp, leidingwerk, rookkast, schoorsteen, exhaust - Smeertoestel, verdeelblok, aansluitingen drukmeter, blazer, peilglas

Bogies / draaistellen Deze locomotief is de grootste tenderlocomotief, die de NS ooit heeft gehad. Bij een tenderlocomotief staan de locomotief en de tender op één frame. Om een dergelijk lang frame de bocht door te krijgen, moet er niet alleen zijwaartse speling zitten in de gekoppelde assen(zie hierboven), maar zijn ook vóór en achter draaistellen/ bogies aangebracht, die natuurlijk kunnen draaien om een verticale as, maar bovendien kunnen uitwijken naar links en naar rechts. Dat laatste gebeurt tegen een veerdruk in om de locomotief de bocht in te helpen sturen. De bogieassen zijn niet apart geveerd. Wel is de bogie als geheel verend gemaakt, zoals aangegeven op Afb. 13 (Tekening van Jos) Aan de buitenkant is de bogie gemaakt zoals aangegeven op Afb. 1. Voor het binnenwerk is verder gebruik gemaakt van hetgeen beschreven is door Jos voor zijn 3900 in Onder Stoom nr 153, pag. 27. Zie Afb. 14. De frameplaten van de bogies ziet U op Afb. 15. De complete achterste bogie op Afb. 16.

14

16

15

De Fokker D XXI in beeld De Fokker D XXI Mercury VIII was hét jachtvliegtuig van de Nederlandse Militaire Luchtvaart in de jaren 1938-1940. Emeritus predikant en oud verzetsstrijder Reynout Siertsema heeft na zijn emeritaat ruim 20 jaar besteed aan het samenstellen van een serie bijzonder gedetailleerde en nauwkeurige tekeningen, overwegend in schaal 1:25, van dit befaamde vliegtuig. De tekeningen zijn voorzien van de oorspronkelijke maatvoering.

26 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Door Frans Kamman Ze zijn in een boek gebundeld en in een beperkte oplage van 100 genummerde exemplaren verschenen. Op het moment van schrijven zijn daarvan nog 24 stuks beschikbaar. U kunt dit meesterwerk inzien op de website www.beeldinboek. nl, waar u het ook kunt bestellen zolang de voorraad strekt. De prijs is € 59,95, maar daarvoor hebt u dan ook een uniek stuk Nederlandse luchtvaarthistorie in huis.


Gerrit Volgers

Modelbesturing “op niveau” Nog meer functies uit één zender… In de Modelbouwshow in Goes trof ik op de stand van de Scheepsmodelbouw Vereniging Ridderkerk Adrie Boele die daar zijn radiobesturing van een werkeiland demonstreerde. Samen met enkele collega’s heeft hij verschillende modules ontwikkeld voor het aansturen van meerdere functies met één zender. Eén van de modules, de Intelligente Functie Decoder, biedt de mogelijkheid om met één kanaal een complete zender meerdere keren te kunnen gebruiken, hetzij voor verschillende functies op één schip, hetzij voor het besturen van meerdere schepen. Afhankelijk van de zender kon met één schakelaar de zender twee (IFD 2x4) of zelfs drie keer (IFD 3x6) worden gebruikt. Deze variant op het besturen van functionerende modellen mocht in deze RC Special niet ontbreken en dus volgt hier de beschrijving

Het principe Het principe van de werking van de module laat zich het beste beschrijven aan de hand van figuur 1. In dit geval is één kanaal van een 7- kanaalsontvanger via een servokabel verbonden met de schakelmodule. Gelijktijdig verzorgt deze kabel de voedingsspanning. Dit kanaal (bijvoorbeeld kanaal 7) wordt aangestuurd door een schakelaar op de zender. Van de zes overige uitgangen van de ontvanger worden alleen de signaaluitgangen verbonden met de desbetreffende ingangen van de module. Deze module voorziet in de mogelijkheid om de uitgangssignalen van de ontvanger om te schakelen over 3 connectoren, elk met 6 uitgangen Is nu de schakelaar op de zender een 3 standenschakelaar, dan kan met deze schakelaar niveau 1,2 of 3 van de module worden ingeschakeld. Stel de schakelaar staat in de middenstand (positie 1) en de uitgang van niveau 1 van de module is hieraan gekoppeld. Dan kunnen met de overige bedieningsorganen van de zender (knuppels, schuifpotmeters, schakelaars) alle functies van deze uitgang normaal worden aangestuurd. (We noemen deze uitgang daarom niveau 1). Wordt de schakelaar in de zender nu in positie 2 gebracht dan wordt uitgang van niveau 2 van de

module ingeschakeld en kunnen alle functies van dat niveau (2) worden bediend. Net zo gaat het met het 3e niveau. Het is duidelijk dat wanneer op de zender alleen een tweestandenschakelaar aanwezig is het aantal te schakelen niveaus beperkt is tot 2.

Mogelijkheden en werking Met e uitgangen kunnen dus 3 x 6 = 18 functies worden bediend en wel net zo als op de normale uitgang van de ontvanger. Maar dat betekent dat als op de zender nog een multi switch encoder kan worden aangesloten (zie het artikel over de NVM multi switch) ook deze functies met 3 vermenigvuldigd worden! Bij de NVM multi switch zijn dat er 2+12. Dat wordt dan nu 6+36 op het kanaal van de multi switch. Voeg daar nog bij de resterende 5 kanalen en het totale aantal te schakelen functies wordt 36 + 3x 5 = 51. (En met gebruik van de schakelaar S5 wordt het zelfs 3 x 28 + 3 x 5= 79.) (NB. Dit is nog niet getest, maar functioneert waarschijnlijk goed). Zoals boven vermeld worden alle functies uitgevoerd alsof ze rechtstreeks met de ontvanger waren verbonden, slechts één kanaal wordt gebruikt voor het schakelen van de module. Bij een 7 kanaals-installatie kunnen dus voor bijvoorbeeld een mobiele kraan 6 functies worden gebruikt voor rijden (14+5=19 bij gebruik van een multi switch) en nog eens 6 (resp. 19) voor alle hijsfuncties. De programmering van de module is zo uitgevoerd dat bij het omschakelen van het ene naar het andere niveau de laatste positie van de het bedieningsorgaan wordt vastgehouden. Een voorbeeld. Stel een Robbe F14 zender wordt gebruikt en de schakelaar van kanaal 6 (bijvoorbeeld licht) is ingeschakeld op niveau 1. Wordt nu omgeschakeld naar niveau 2, dan zal het licht blijven branden. (E.e.a. is afhankelijk van de gebruikt lichtmodule). Om het uit te kunnen zetten moet terug gegaan worden naar niveau 1, de schakelaar wordt uitgezet, terug naar

niveau 2. Dit lijkt gecompliceerd, maar bij een juiste keuze van toewijzing van de functies is dit logisch en levert in de praktijk geen problemen op.

De uitvoering Het principe is vertaald naar elektronische signalen: het PWM signaal van 1-2ms aan de ingang van de module wordt toegevoerd aan 2 of 3 logische digitale uitgangen. Deze uitgangen sturen via 4 of 6 duale AND poorten de overige kanalen naar een ander niveau. De omzetting van het PWM kanaal naar 3 digitale uitgangen wordt door Adrie via een PIC 683 geprogrammeerd in JAL. De hardware print bevat drie groepen van 4 of 6 3DIL uitgangen, de PIC 683, per groep een 84SL376 en verder het servo snoertje en 6 enkelvoudige ingangen voor de overige kanalen. Het printje heeft de afmetingen 3x7 cm. Ook zijn er nog toevoegingen mogelijk zoals controle (verlichting ) van de niveau uitgang die is ingeschakeld. Voor de leden (die weten hoe het werkt) maakt Adrie deze modules compleet en in verschillende uitvoeringen: 2x4 of 3x4, 2x6 of zelfs 2x8. De ervaring heeft geleerd dat men met 3x4 al een heel eind komt, immers niet alle schakelkanalen hoeven naar een ander niveau. Mochten lezers na het lezen van dit artikel interesse hebben in een dergelijke module dan kunnen ze mar Adriaan contact opnemen. Wel dienen ze zelf te kunnen aangeven: - Of er op de zender een geschikt vrij kanaal is. - Of ze een twee of 3 niveauschakelmodule willen hebben (afhankelijk van de schakelaar op de zender) - Hoeveel uitgangen ze op de module willen hebben (dus het aantal uitgangen (2 of 3) en het aantal kanalen per uitgang (maximaal 8) De kosten van de module liggen, afhankelijk van de uitvoering, tussen de €45.- en €85.- De contactgegevens zijn: Adriaan Boel, e-mail adres: adriaanboele@gmail.com

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 27


Maarten Flederus

The Blue Stable Schleich paardenstal en opbergkoffer in één! Een dochter met een hobby, nee niet modelbouw, paarden, paarden en nog eens paarden. Zowel in het echt als in speelgoed, vooral de Schleich collectie is enorm, hoe neem je dat nu mee? Het idee voor een stal was er al, nu de combinatie met opbergen. Toch maar samen wat ontwerpen en bouwen.

Het ontwerp Samen met dochter Anouk, groot vel papier, veel Schleich paarden (schaal 1/24), een liniaal en ontwerpen maar. Al snel werd duidelijk dat de stal wordt niet op schaal kon worden, hij moet ook ruimte bieden om te spelen. Het vel papier was A2 en veel groter mocht het niet worden. Naast zoveel mogelijk stallen ook ruimte voor de sulky en opbergplekken voor alle accessoires. Al rekenend kwamen we uit op maximaal 4 stallen per zijde en in één

helft voegen we er twee samen tot één grote ruimte. De grote hekken en springobjecten werden opgemeten om te kijken of dat allemaal paste op de zolder. De raampjes ook redelijk groot voor wat licht meer lichtinval. De deurtjes op de goede hoogte zodat de hoofden van de paarden er overheen kunnen, want dat hoort in een stal. De twee helften scharnieren naar elkaar toe en de openingen vormen een handvat als de stal gesloten is. Uitelkaar geklapt heb je een speelstal van ± 120cm! Ik was redelijk bang voor de kleur roze of paars, maar het was overduidelijk blauw. De Engelse les op school is verantwoordelijk voor de naam: The Blue Stable!

snijden bij het fablab Brainport in Eindhoven, waar ze deze machine ook hebben staan. De tekeningen geven de samenstelling en de onderdelen voor één stalhelft. (Let op de notities voor de uitvoering met 2 of 4 boxen)

Lasersnijden en printen Het 3mm dikke materiaal is gesneden met 100% vermogen en een snelheid van 0,8, het “graveren” van teksten met 1,5. Voor het 2mm materiaal was de snelheid 1. Dit zal eventueel proefondervindelijk bepaald moeten worden met de beschikbare machine.

De tekeningen

Lasersnijden....

28 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

De afmetingen van de stal zijn zodanig gekozen dat hij (bijna) uit één plaat van 120x120cm, dik 3mm en één plaat van 2mm dikte kan worden gezaagd of gesneden. Verder zijn de afmetingen van de onderdelen zodanig gekozen dat ze uit platen 60x30cm zijn te snijden. Dit is de maximale maat van de Trotec laserstraalsnijders die bij de meeste Fablabs aanwezig zijn. Het uitgangspunt was de onderdelen te

.... en na het lasersnijden.


3D helft van de stal...

.... de stal gesloten

De scharnieren en sluitingen zijn in dit geval geprint op een Stratosys Object printer. Maar printen via Shapeways in WSF (of meteen in BWF) kan ook, de maatvoering laat dit toe. Doorgewinterde modelbouwers kunnen deze onderdelen natuur lijk ook maken uit messing en vastschroeven…..

tekeningen. In de kopse kanten van de schotjes en deurtjes worden gaatjes van Ø2mm geboord, diep 5mm. Hierin worden magneetjes gedrukt Ø2mm. Verkrijgbaar bij o.a de Magnetenspecialist: www.magnetenspecialist.nl

De bouw

Spuiten

Alle onderdelen pasten perfect, en alles stond in één avond in elkaar. Dochter heeft de raampjes uit twee delen keurig gelijmd. De dakpannen bestaan uit 12 strips die verdeeld moesten worden over het dak. Het dak was niet uitgesneden aangezien het toch een rechthoek is zonder speciale dingen. De deurtjes en kleine muurtjes zijn later gemonteerd, met spuiten zouden ze in de weg zitten. De “nep” deuren aan de zijkant zijn niet alleen voor de sier maar verdikken ook de wanden voor de scharnieren en sluiting. Alles, inclusief de scharnieren, waren nauwkeurig op maat gemaakt in het CAD tekenprogramma. Met de verfdikte was onvoldoende rekening gehouden. Ook was de speling van de scharnieren te klein, waardoor de staldeuren niet makkelijk bewogen. Door uitboren van de gaatjes opgelost. De ervaringen hebben geleid tot aanpassen van de

Alles is gemaakt van 2 en 3mm dik MDF, hetgeen voorradig was bij het Fablab in Eindhoven. Niet helemaal mijn favoriete materiaal, hetgeen later weer bevestigd werd…. Belangrijk: niet schuren, want dan gaat het “haren”. Hier en daar toch wat moeten bijwerken. Deurtjes iets minder hoog, lijmvlekjes en kleine verfijning van de hoeken. Ook is MDF erg vet, ontvetten met een doekje en thinner is aan te bevelen. Een primer is ook een must. De beslissing om te spuiten was al genomen: van het merk Montana waren de bussen met acryl lak niet te duur en ook de primer was goedkoop. (€ 5 euro per bus).

Alle onderdelen los.

Test passen van de onderdelen...

3D scharnieren en sluitingen

De primer is universeel en transparant. Aanbrengen gaat prima, snel droog ook. Bij de kleur kwam toch een MDF eigenschap boven, haartjes. Niets aan doen: gewoon spuiten en laten drogen.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 29


Pieter helpt ook een handje met spuiten van de stal, goed spuiten is een kunst.

Na een paar uurtjes met een zachte doek veeg je de haartjes gewoon weg. Een tweede laag kleur was nodig en ondanks dat je uit alle hoeken kijkt kun je, vooral in de stallen, wel een plekje missen. De deurtjes en ramen zijn los gespoten in een lichte kleur. Het dak was gewoon de donkere kleur Later, omdat er nog genoeg licht blauw over was, toch licht gespoten, wat het geheel mooier maakte.

Afwerking Na het spuiten de montage. De 3D geprinte scharnieren moesten een beetje uitgeboord worden voor soepele werking. De gaatjes van het lasersnijden waren precies pas, maar door de verf toch iets te krap. Alle gaatjes dus uitgeboord en wat ruimer ook. De verf maakt de deuren ook iets dikker en de scharnieren waren exact op maat, een beetje marge moest gecreëerd worden. De raampjes konden met een beetje kracht wel goed op hun plek. De ramen waren uit twee delen om er mooi in te vallen en te kunnen lijmen van binnenuit. Toch in overleg besloten ze van buiten te plaatsen, dat was een beter gezicht. De scharnieren en sluiting gaven een verassing. Schroefjes leek me niet stevig genoeg en M4 boutjes zouden de klus wel klaren. Helaas kwamen de gaatjes precies uit op de stalwand, althans net ernaast maar geen plek voor het moertje. Met wat boren toch ruimte gemaakt en bijgespoten. Achteraf gezien was het beter geweest scharnieren te zoeken met een betere verdeling van de

30 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Stalramen en deuren in licht blauw.

Raam in detail.

gaatjes (NB. De tekening is op dat punt aangepast). De komende tijd zullen er vast meer versieringen komen. Plannen voor een randje groen gras langs de buitenkant zijn er al. Drinkbakken, zadelhouders en ophanghaakjes moeten nog komen. En ongetwijfeld zal er nog meer bedacht worden en dat maakt het echt tot Anouk’s paardenstal.

maar sjouwen! Bij de foto maken in de echte stal, trok het al veel bekijks, maar ja, dan ben je ook op heilige grond als het om paarden gaat. Succes en jaloerse blikken te over dus!

Tot slot. Eigenschuld dikke bult: de stal als opbergmiddel is best fors. Maar alle paarden moeten een plek hebben en de collectie is nog lang niet compleet. Wie wil spelen met z’n collectie moet

Voor degenen die hierdoor geïnspireerd zijn (of gedwongen door kind of kleinkind): de tekening is in het NVM tekening archief opgenomen onder nummer 30.06.036 Gelijktijdig kan men daar meteen bij bestellen de CAD files (.dxf format) voor het lasersnijden van de platen 60x30cm en de .stl files voor de scharnieren en de sluitingen.


B

D

B-B ( 1:5 )

13 12

208

120

183

C

1205

D

B

203

5

14

1205 4

10

E(1:2)

3

19

9

F

23 20 21

2

18 1

D-D ( 1:5 ) 16 15 14

E

4

1

8

F(1:2)

17

5

11

8

598

Algemeen plan van de stal.

6

11

7

7

11

8

17

22

Scharnieren en sluitingen printen

Schaal model: NVT Schaal tekening: 1:5; 1:2 Onderwerp: Schleich paardenstal

Titel: Algemeen plan Gemaakt:

Gerrit Volgers

NEDERLANDSE VERENIGING 6

VAN

7

Datum: Blad 1

598

MODELBOUWERS 18-4-2016 A 3 Nr 30.06.036 van 2

Materiaal 3mm dik

Materiaal 1mm dik

2 boxen onderdelen

1 Stalramen

1

4 boxen onderdelen

1 Dakplaat 600x222mm

2

Grondplaat 2 boxen

1 12 dakpannen

2

Grondplaat 4 boxen

1 Totaal

5

Zolder

2

Front met handgreep

2

Achterwand Totaal

2 10

Stal in Stal, Anouk en haar favoriete pony Fjordie!

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 31


10,0

Staldeur

147,5

180,0

Dak

Front

R50,0

147,5

R3

5,0

3,0

Schot, laag

Allleen bij 4 boxen Bij 2 boxen doorlopen

Schot, laag

14,0

Schot, laag (Niet bij 2 boxen)

Frontpaneel boxen

20,0

Box paneel

Box paneel

172,0

Schot, hoog

103,0

85,0

Box paneel

5,0

20,0

3,0

4,0

6,5

2,0

60,0

79,0

Deurtje (niet bij 2 stallen)

60,0

14,0

300,0

Alle onderdelen MDF 3mm dik Uitvoering voor één deel met 4 boxen of één deel met twee boxen

2,5

Box paneel

Deurtje

Deurtje

Deurtje (niet bij 2 stallen)

Weglaten bij 2 stallen

3,0 60,0

60,0 58,0

3,0

Niet bij 2 boxen

Niet bij 2 boxen

70,0

10,0 8,0

4,0 10,0 15,0 20,0

592,0

148,5

30,0

Grondplaat

592,0

80,0

146,0

203,0

70,0

5 R3

,0

42,0

Dakpanstroken 2mm dik MDF voor één stalhelft 12 stroken

.

5,0

75,8

70,0

8 R3

2,2 R3

,0

2,2 R3

Datum: 24-4-2016 Blad 2 van 2

Gemaakt:

Gerrit Volgers

Titel: Onderdelen stal voor 2 of 4 boxen

MODELBOUWERS A 0 Nr 30.06.036

VAN

NEDERLANDSE VERENIGING

Schaal model: NVT Schaal tekening: 1:1 Onderwerp: Schleich paardenstal

Dakplaat 2mm dik MDF, 600 x 222 mm, 2x

R3

Ramen uit 2mm dik MDF, 12x

100,0

Ø2,0 15,0

148,5

Zolder

83,0

Achterwand

146,0

20,1

8,0

10,0 103,0 8,5 6,0 Ø2,0

15,0

276,0

146,0

592,0

20,0

32 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

197,0

200,0

20,0

Onderdelen stal, zie ook tabel vorige pagina.

6,0

3,0

20,0 20,0

8,1 8,1 8,1

20,0 100,0

25,0 22,0 50,0

202,0


Clyde Puffer Càlag RC revisie van 15 jaar oud model

Maarten Flederus

Càlag, Keltisch voor Papagaaiduiker, of in het Engels Puffin. Min of meer heten al mijn stoomschepen zo. Zo ook dit model van Caldercraft, een Clyde Puffer in schaal 1/32. Vijtien jaar geleden gemaakt met wat ik toen had liggen aan RC spullen en sindsdien een aantal malen aangepast. Nog steeds niet helemaal tevreden, tijd voor een modernisering. Ooit begonnen met een installatie met een Robbe F14, 40mHz zender, een merkloze vaartregelaar, onbekende motor en handmatige schakelaars voor de verlichting. Dat was het niet, het model ging te hard, motor en regelaar piepten te veel en functies op afstand aanzetten zou fijn zijn. Omgebouwd naar een Spektrum DX5 2.4 gHz zender en een schakelsysteem gemaakt met een Graupner SXM 4 kanaals schakelaar, dat was beter. Motor vervangen door een langzaam loper en diverse regelaars geprobeerd, maar nog niet naar mijn zin. Eindelijk van de piep af door een “Volksregler type II” (www.modellbau-regler.de) te plaatsen. Helaas loopt alles nog veel te snel en juist in het lage bereik wil ik fijn kunnen regelen zonder een vertraging of maximum vermogen op te offeren. Daarnaast was er nog een euvel met het roer. Het is mijn favoriete “langzaam” varen model en wat ik aan het model niet kan aanpassen, dan maar aan de zenderkant. Ook vooreen huidig te bouwen model en diverse andere modellen heb ik behoefte aan meer mogelijkheden. Een computerzender zou de oplossing moeten zijn, maar welke? In de wereld van alleen maar vliegzenders met hun jargon is het zoeken en zoeken. Iets als een F14, maar dan met computer en multiswitches en niet een vermogensdelict. De NVM Multiswitch (pag. 6) was in voorbereiding en dat maakte de keuze eenvoudiger. Op prijs, mogelijkheden en het minste last van specifieke vliegfuncties kwam ik uit op de FrSky X9E. Eigenlijk gaf de opzet van opensource software systeem de doorslag. Maar is het ook wat?

FrSky X9E met de NVM multiswitch ingebouwd.

Càlag, de roest was er al vanaf het begin....

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 33


De oplossingen

niet alle potmeters het goed deden, natuurlijk niet, je moet calibreren. Waar dan? Nou in hoofdmenu scherm 8, en dat wijst zich dan vanzelf. En zo zijn er talloze weetjes die je gaande weg leert.

De snelheid is het lage bereik met de oude combinaties niet fijn te regelen. langzaam varen zit in de eerste milimeter van de stick, dat is niet fijn. Een curve instellen voor de snelheid is de oplossing, veel bereik in het laag, en aan het eind pas hoog.

De menu structuur

Het roer heeft een mechanisch euvel, door de constructie met het roer aan de buiten kant heb ik voor een tandwiel overbrenging gekozen, helaas niet meer aan te passen. Het roer gaat helemaal dwars bij maximale servo uitslag, waar 45 graden eigenlijk de max is. De servo aan de zenderkant begrenzen tot 50% is de oplossing. Dan ook gelijk maar een curve erbij om ook hier een fijn bereik te hebben rond de middenstand. Met de NVM multiswitch heb ik alle verlichting en rookgenerator prima kunnen aansturen, met meer mogelijkheden dan voorheen. Het aansluiten van de schakelaars met Arduino was eenvoudig, ruimte en aansluitingen genoeg. Op zich zijn dit simpele aanpassingen als je een willekeurige computerzender hebt. Met het oog op meer functies modellen in de toekomst dus voor de X9E gekozen. De zender heeft opensource software wat wil zeggen dat er geen handleiding bij de zender zit voor dat deel. Alles zul je van internet moeten halen en vooral veel filmpjes op Youtube moeten bekijken. De oplossingen voor de Clyde Puffer had ik redelijk snel gevonden en waren betrekkelijk simpel. Gaande weg ondekte ik de mogelijkheden van de zender en de conclusie is dat als je de logica eigenmaakt eigenlijk alles mogelijk is en meer!

Servo en roer verbinding probleem...

Uhh, roer of remklep?

De ervaringen met de X9E Als je voor het eerst een computerzender in handen hebt dan heb je wel even iets van, en nu...? Gelukkig is de software OpenTX ook op een Mac of PC te installeren en is er een soort simulatie scherm, daar had ik al wat mee zitten spelen. De logica begon me te dagen maar sommige zaken moet je echt op internet opzoeken. Om met “ Kom Er Maar Op” (KEMO) te spreken bleek dat

Snelheid aangepast met een curve.

Roer 50% begrenst, probleem opgelost.

34 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

De zender heeft een hoofdmenu dat over de zender zelf gaat. Alle instellingen zoals taal, hardware, timers, accu, software en firmware kan je daar vinden. En dan is er het modelmenu waar je genoeg modellen in kwijt kan. Elk model bestaat uit een reeks schermen met daar in alle functies. Wat je als basis moet aanhouden is dat je iets als input moet selecteren, stick of schakelaar en dat je een mix moet aanmaken. Je kan aan één input meerdere mixen hangen, wat neer komt op dat een functie kan wijzigen als je iets anders doet. De combinaties zijn eindeloos. Je kan curves aan of uit zetten of mixen met andere inputs. Echter alles moet je van internet halen of van domweg uit proberen. Als je het modelmenu af hebt kun je bij het standaard scherm van je model ook uit diverse schermen kiezen waar je de stand van een schakelaar of stick kan aflezen. Eigenlijk kan je zonder een ontvanger en model al redelijk uitvinden wat je hebt geprogrammeert. Behalve inputs en mixen, heb je per model ook nog curves, speciale functies, logical funscties, output en telemetrie


Telemetrie module voor voltage. schermen waar je van alles mee kunt. Of je dit op de zender of PC doet maakt niets uit, even makkelijk. Telemetrie was ook nieuw voor mij. Een voltage meter aan de ontvangers smart port leek me handig voor de bewaking van de spanning van de vaar LiPo accu. Even online zoeken hoe dat werkt: - Bij telemetrie de voltage meter aanvinken als input - Waarde juist instellen - Logical functie aanmaken a<x, waar bij a de voltmeter is en x mijn LiPo alarm op 6,6V low (2s LiPo) - Special functie aanmaken wanneer de logical functie waar is, luid een alarm. Hoewel ik weinig snap van programeren zit het eigenlijk logisch in elkaar. Je moet het eenmaal gedaan hebben en je ondekt gelijk de functie van alles. Het is best leuk om te doen en je gaat nadenken over wat kan. Wat je vroeger in je model met elektronica of mechanisch moest oplossen kan nu in de zender. Als je exact bij half gas met een servo de kapitein zijn hand omhoog wil laten steken, het kan. Eindeloos gemier om een servo exact uit te richten met het roer, geen probleem meer, je kan het zo programmeren. 140% uitslag op een servo: ook mogelijk. En van vliegtermen eigenlijk geen last, alles kan je een eigen naam geven. Eigenlijk is de zender tot zoveel instaat dat het niet in een handleiding te vatten is, die zou wel heel erg dik zijn. Bovendien wordt de software vaak verbetert door enthousiaste modelbouwers. De fabrikant heeft enkel een zender gebouwd en de ontwikkeling van de software aan de gebruikers gegeven, ja, je moet zoeken op internet maar het is daardoor een zeer veelzijdig systeem geworden.

Links: www.frsky-rc.com www.open-tx.org www.rc-point.nl

Een rustig vaarbeeld...

OpenTX Companion op de computer (Mac en Windows)

Conclusie De FrSky X9E is met bijna € 400,duurder dan een F14, maar goedkoper dan vergelijkbare 16 kanaals zenders. Je hebt 16 kanalen en je kan een extra module plaatsen voor nog eens 16 of een module van Jeti, Spektrum, Graupner of Futaba. Zo kun je andere ontvangers toch aansturen met dezelfde software. De standaard ontvanger heeft 6 uitgangen en een S-bus waar je met programmeerbare adapters de andere kanalen naar toe kan sturen. Acht kanaals ontvangers zijn er ook. Op dit moment is er een uitvoering met de EU firmware en één met de internationale firmware. Dit heeft te maken met de

regelgeving. Het van belang alles van dezelfde uitvoering te hebben. Ook de ontvangers zijn aan te passen. De zender heeft een geheugenkaart, USB poort en zelfs bluetooth waar in de toekomst ook van alles mee kan. De zender is een pult-model met ruimte voor extra schakelaars. Het draagriem systeem is wat minder praktisch. Is dit interessant voor het aansturen van functie modellen? Ik denk het wel, zeker nu er ook een multiswitch met Arduino mogelijk is, met maximaal 28 schakelfuncties Nu nog een model daarvoor bedenken die dat allemaal nodig heeft....

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 35


De Axeldijk

Rinus Damsteegt

Gebouwd uit een bouwplaat

1

Uit een bouwdoos van Deans Marine wil ik de Blijdendyk van de HAL gaan bouwen. Het is een bouwdoos voor de ROBERT E PEARY, de oorlogsuitvoering van een Libertyschip. De bouwdoos heb ik gekregen van een goede kennis, die hem op zijn beurt kreeg na het overlijden van een modelbouwer. Omdat er nogal wat afwijkende punten - zijn, ben ik begonnen het model in aanbouw te slopen en opnieuw te gaan opbouwen. Het is niet gemakkelijk om alle nodige gegevens van de Blijdendyk te pakken te krijgen. Daartoe heb ik een bezoek mogen brengen aan het depot van het Maritiem Museum Prins Hendrik in Rotterdam. Daar hangen twee diorama’s van het middengedeelte van de Blijdendyk (zie foto 1).

36 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Geschiedenis Het ene diorama is een oorlogsuitvoering, toen het schip nog Fort Orange heette. Het andere toont de Blijdendyk zoals die tien jaar lang voor de HAL voer. De Fort Orange is 11 september 1943 te water gelaten als Tobias Lear, één van de 2751 gebouwde Libertyschepen. Het schip werd op 23 oktober 1944 overgenomen door de Nederlandse regering en omgedoopt in Fort Orange. Ze werd in juni 1945 aan de HAL overgedragen voor beheer en is door de rederij op 25 juni 1947 overgenomen. Op 2 juli 1947 omgedoopt in Blijdendyk. Het museum bood mij de mogelijkheid werftekeningen uit te zoeken die werden afgedrukt en mij later zijn toegezonden, tegen een zéér redelijk

tarief. Ik ben het museum heel dankbaar voor de gastvrijheid en hulp. Wat ontbrak waren natuurlijk de details en de kleuren. In de vroegere winkel van het museum verkochten ze een klein bouwplaatje van de Blijdendyk. Maar dat was heel klein en met weinig details. Blij verrast was ik toen ik in De Modelbouwer las dat er een bouwplaat was uitgekomen bij Scaldis Modelclub. Die kreeg ik van mijn zoon voor m’n verjaardag. Hij gaf er ook nog een bouwplaat van de Axeldijk bij. Dat is een Victoryschip, waarvan er twaalf bij de HAL hebben gevaren. De Blijdendyk was de enige Liberty. Deze bouwplaten zitten boordevol details. Zelfs de stoomleidingen zijn op het dek ingetekend. Mijn zoon heeft er ook nog als extra de laser-gesneden details


2

zoals relingen, davids en dergelijke bij besteld. Als jongen had ik al diverse Veritas-bouwplaten gemaakt, maar dat is minstens 55 jaar geleden, schat ik. Dus om het gevoel te krijgen, heb ik eerst de Politieboot gebouwd uit De Modelbouwer. Intussen heb ik de Axeldijk gebouwd en wil graag mijn ervaringen en problemen met u delen. Vooraf nog enkele gegevens van de Victoryschepen. Ze waren 139 meter lang, 19 meter breed en liepen circa 16 knopen. Ze werden de sterk verbeterde opvolgers van de beroemde Libertyschepen. De meeste werden voortgestuwd door turbines of stoommachines. EĂŠn had zelfs een dieselmotor. Er zijn 534 Victories gebouwd.

Bouwbeschrijving Ik ben begonnen te werken volgens de bouwbeschrijving die bij de bouwplaat zat. Die is duidelijk en goed omschreven. Eerst een soort

driehoekige koker als langsspant gemaakt en daarover de tussenspanten geschoven. Volgens het advies dit geheel met spelden vastgeprikt op een rechte plank totdat de lijm geheel was uitgehard. Doe je dat niet, dan houd je echt een model met een ongewenste zeeg over. Dan gaan de huiddelen er op. Wat ik miste was dat er voorin te weinig spanten zaten om de ronde en holle vorm van het voorschip er beter in te krijgen. Volgens de beschrijving bij de bouwplaat heb ik met een theelepeltje geprobeerd de ronde vorm erin te drukken op een zachte ondergrond. Gebruik een zachte ondergrond, zoals een strijkplankovertrek. Het achterschip gaat gemakkelijker omdat dit bol is in twee richtingen. Dan het dek er in en de verschansingen er tegenaan lijmen. Het maken en monteren van de 120 verschansingsteunen is veel werk, maar als het erin zit krijgt het gelijk een ander gezicht (zie foto 2).

4

3

Het is verstandig gelijk de deuren tegen het wandje van het voordek te lijmen. Dan kan je er nog gemakkelijk bij. Jammer is wel dat het dek erg dun is. Beter is het dit dek op een stuk fotoprintpapier te lijmen, wat ik niet heb gedaan. Maar pas op dat de onderdelen blijven passen, want alles is zo precies passend dat dit problemen zou kunnen geven. Als ik de Blijdendyk ga bouwen, zal ik dat onderzoeken. De opbouw heb ik gemaakt volgens bouwvolgorde als omschreven. Foto 3 en 4 tonen het model met opbouw. Achteraf lijkt het mij verstandig de details zoals trapjes en relingen gelijk mee op te bouwen. Ik heb die kleine deeltjes, die in het lasergesneden karton zitten, geplakt nadat de opbouw in elkaar zat, maar dan kom je op sommige plaatsen in de problemen in verband met de bereikbaarheid (zie foto 5).

5

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 37


6

Relingen Als je de relingen meteen meebouwt met de dekhuizen moet je er rekening mee houden de relingen bij de vier masten, die in het dekhuis staan, weg te laten tot het dekhuis met de masten is opgebouwd. Die masten kun je beter ook eerst plaatsen. De laser-gesneden relingen zijn erg teer. Als je nog ‘groot’ werk moet doen als de relingen en trapjes er al bij staan heb je heel snel schade en die is moeilijk te repareren. (Die laser-gesneden deeltjes moet je er apart bij bestellen als je die hebben

wilt. Het maakt het model wel af, want relingen zelf helemaal uitsnijden gaat echt niet of je moet het van heel dun draad zelf in elkaar zetten door te solderen of te plakken met secondelijm.). Wat ik miste bij de bouwplaat is de verticale rand langs het dek onder het stuurhuis. Op alle foto’s van Victoryschepen zie je daar een witte rand zitten. Ik heb die er zelf bij gemaakt. Verder is het verstandig de twee gebogen zijkanten van de

7

opbouw direct te gaan plaatsen als het eerste dek erin zit. Je kunt dan beter de volgende dekken er tegenaan zetten zodat ze keurig verticaal staan. Bij mij staan ze nu iets scheef naar achteren omdat het anders niet paste tegen de dekken. Dat komt doordat een dek tijdens het plakken iets kan verschuiven (zie foto 6). Verder is het bouwen van de bovenbouw een kwestie van de omschrijving volgen. Een verhaal apart is het lijmen van de relingen. Die zijn als gezegd met laser uitgesneden. Ik adviseer die twee vellen waar dit betreft, met een cellulose spuitlak in te spuiten. Ik had nog een spuitbus Laafse bodyspray staan, die wij hadden gekocht voor onze tuinlaven. Dat werk prima. Geen blanke lak gebruiken!! Dat verknalt het karton. Ik heb secondengel geprobeerd naar dan moet je snel werken omdat corrigeren anders niet meer mogelijk is. Het is een heel gepruts om de relingen recht, haaks en vooral onbeschadigd op de dekken te krijgen. Kijk maar naar de detailfoto 6. Of ik de juiste wijze van lijmen heb gebruikt weet ik niet, maar ik gebruik UHU hobbylijm voor papier. Die is watervrij en trekt bijna geen draden. Wel komen er veel zeer dunne draden mee, die je later moet verwijderen. Met een afvalstukje van de bouwplaat leg ik een dun rupsje langs de dekrand en plaats de reling er op. Met de genoemde lijm kun je nog wat schuiven, maar let op, niet te ruw schuiven want het karton is erg teer en buigt snel dubbel zodat je het niet meer strak krijgt. Een grotere moeilijkheid zijn de kleine stukjes die de hoek om gaan

38 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016


8

naar trapbordesjes. Dat zijn stukjes met één pootje en drie regeltjes. Wees hier voorzichtig mee, ze staan zeer snel schots en scheef. Corrigeren is bijna onmogelijk. Ik ben blij dat er stukken relingen zijn voor andere schepen als de Axeldijk, zodat er stukken overblijven. Uit die stukken kan je dan weer vervangende stukjes maken. Als de leuning staat kan je het nog verstevigen door met een cocktailprikker en wat secondelijm op de punt de voetjes vaster op het dek

zetten. Zorg er wel voor dat de reling perfect in lijn staat en haaks op het dek. De trapjes vragen ook de nodige zorg. Ik heb eerst de trapjes gemonteerd en daarna de leuningen. Toen er een trapje spontaan losraakte heb ik vooraf de leuning op het trapje gezet en dit compleet als sectie op het schip geplaatst. Ik denk dat dit beter is. Proberen gaat niet, maar als de eerste zo lukt, lukt de rest ook wel.

Dekhuis en masten Het dekhuis op het achterschip is gesteund door een aantal stijltjes. Voor die stijltjes heb ik dun koperdraad gebruikt en ze vooraf onder het dek gelijmd en vervolgens het geheel als sectie op het model geplaatst (zie foto 7). Als eerder gezegd heb ik de vier masten meteen in de opbouw geplaatst voordat de rest op de dekken komt. Die masten heb gerold rond een satéprikker van

de juiste dikte. Daartoe heb ik vooraf de mast gerold rond deze prikker. Het geheel ingesmeerd met lijm en op de prikker gelijmd. De mast is daardoor stevig, recht en rond. De laadbomen heb ik gerold om een stukje koperdraad en gelijmd op dezelfde manier als de masten (zie foto 8). Ik denk erover de relingen nog wit te schilderen, omdat ze een beetje gelig zijn, ondanks dat ik ze wit gekleurd heb met een fineliner. Maar ik ben bang dat ik ze met verf weer los trek. De bedrading heb ik gemaakt met superdun koperdraad. Door dit voorzichtig te torderen wordt het een rechte draad. Helemaal strak is mij niet gelukt. Met zwarte inkt heb ik de draadjes zwart gemaakt. De blokjes voor de laadbomen heb ik zelf gemaakt van twee stukjes afvalkarton van de bouwplaat Daartussen een haakje of oogje, ook van dun koperdraad. Hoe dunner de draad hoe fijner het er uit ziet.

Tot slot Als laatste enkele afbeeldingen van het gerede model. Dit model was dus een probeersel voor de bouw van de Liberty. Ik ga dat model gelijktijdig opbouwen met het varende model. Daarover later meer.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 39


Bouwverslag Yarrowketel (deel 3) Automatisering Toen de brander gereed was werd het tijd om eens na te denken over besturing en de beveiliging. Allereerst zijn dit de regeling van het waterniveau en de druk. Dit diende automatisch te gebeuren, met de RC installatie wordt alleen aangegeven of de branderregeling aan of uit moet.

Het waterniveau Een waterpeilcontrole via het peilglas met infraroodzender en ontvanger is daarvoor bedacht, maar wel in combinatie met het wel of niet draaien van de machines. Op de schotse ketel heb ik al gezien dat het peil zeker 8 mm omhoog komt als de stoomafsluiter naar de machine vol open gaat. Zou je de voedingspomp stoppen op “hoog peil” en dan de stoomkraan dicht zetten, heb je nog een “laag peil”. Plan is om dan te vullen tot “erg hoog peil”. Dit klinkt lastig, maar met een PIC (Programmeerbaar IC van microchip bijvoorbeeld de 16F887) is dat redelijk simpel op te lossen. Figuur 1 toont het schema van de sensoren, figuur 2 de inbouw.

2 in het glas. Je hebt dan geen last van druppelvorming van condenserende stoom, dat loopt dan langs het draadje meteen naar het water. Je hebt dan

Voor de infrarood zender is gebruik gemaakt van een SFH409-2, de ontvanger is een SFH309-5. Of het nu komt doordat de glazen nog vet waren aan de binnenkant of dat de bovenste aansluiting op de ketel te veel afkoelt weet ik niet, maar het messingdraadje was hier niet afdoende, er was geen betrouwbare indicatie. (NB. Met een messing draadje in het buisje van onder tot boven, verstoor je de oppervlakte spanning van het water

altijd een scherpe overgang van water naar stoom, zonder luchtbellen in het water. ) Neem, als je de mogelijkheid hebt, peilglazen groter dan 6 mm. Bij de Henriëtte is dit ook 6 mm en werkt al 6 jaar storingsvrij, dus in principe kan het wel. (Een paar druppels Dreft per liter ketelwater werkt ook, maar ik weet niet wat dat op de langere termijn doet). Tevens is deze ketel uitgerust met een LTW (laagst toegestane waterpeil) voeler, die constateert dat bijvullen van de ketel niet gaat en vervolgens de brander uit zet. De voeler Dat is een messing staaf, Ø 2 mm, die geïsoleerd met behulp van teflon door de ketelwand is gestoken. (Figuur 3). Het rode materiaal is teflon liner dat ze gebruiken om aluminium lasdraad door te voeren vanaf de rol tot in het laspistool. Het wit is uit teflon gedraaid. Dit signaal wordt met wat elektronica componenten versterkt (voor het schema zie figuur 4) en geeft een uitstekend hard “wel / geen water aanwezig” signaal.

3

1

40 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Harm van Heijningen

4


Ik heb bewust geen waterniveau meting gemaakt op basis van weerstand/ capaciteit omdat het ene water nu eenmaal makkelijker geleidt dan het andere water. Met moeilijke elektronica en hoge spanningen is dat wel weer te omzeilen, maar dat wil ik allemaal niet aan boord.

De druk De temperatuurvoeler in de Schotseketel werkt naar behoren, maar ijlt na. Omdat de temperatuur

5

7 evenredig is aan de druk heb ik besloten om in deze ketel de druk te meten. Gezocht heb ik naar druksensoren die compact zijn en op een lagere spanning werken dan 12V. De gangbare industrievoelers zijn zo groot als een wc rolkoker en moeten zeker 24V hebben. Een sensor van Freescale is lekker compact, werkt op 5 volt en geeft een spanning af van 0 tot 5 volt, afhankelijk welke druk er op staat en welke versie het is. Zie figuur 5 en 6 voor de inbouw. Probleem is echter dat die werken onder een atmosfeer van maximaal 85% relatieve luchtvochtigheid en een werktemperatuur tussen -40 tot 125°C. Dat gaat niet met stoom bij 6 bar. Temperatuur is nog wel op te lossen met een waterhoudende bocht, want tingesoldeerde manometers kunnen tenslotte ook tegen 16 bar stoom. De oplossing voor het buitenhouden van het vocht wilde ik eerst oplossen door

6

8 een membraan te maken van fietsband, dat was echter te stug. Uitkomst bood het internet waar ik een “rubbertje”

9 kon kopen extra large en super strong De uitvoering toont de figuren 7-9, de meetresultaten figuur 10.

10

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 41


12

11 Als je het donker houdt gaat dat latex ook nog lang genoeg mee… De gemeten spanning wordt ook weer in de PIC gebruikt om er een aantal commando’s mee uit te voeren. Plan is om één brander aan te steken met gas, dan even voor te verwarmen en over te schakelen op wasbenzine. Mocht, na het bereiken van de maximumdruk, de druk zo ver dalen dat de ene brander het niet bijhoudt, wordt het tweede branderbed voorverwarmd met gas en daarna komt ook de tweede wasbenzinebrander bij. Dit is allemaal nog in plan, getest is het alleen nog softwarematig. Om een brander op afstand te ontsteken is wel iets van een vonk nodig, waakvlammen waaien uit (!) dus dat systeem vervalt. Ergens op het www zag ik een eenvoudige ontsteker op een 1.5 V batterij: simpel, maar veel te kwetsbaar als je dat uit zijn

plastic omhulsel haalt en dus afgekeurd. (Figuur 11) Een medebouwer adviseerde een elektronische ontsteking die voor brandstofmotoren gebruikt wordt. Dat werkt nu als een bougie. (Figuur 12,13)

13

De draden waren eerst gemaakt van TIG-las elektrodes (hitte bestendig, maar niet te buigen en erg lastig op te sluiten), zodat later toch maar weer gekozen werd voor 1 mm RVS. Tijdens het testen kwam boven water dat de elektrodes “slijten” als ze maar in de vlam blijven. Een hele constructie is toen gemaakt om ze na het aansteken boven de vlam weg te halen (Figuur 14). Gelukkig kan dat ook allemaal automatisch door de PIC geregeld worden.

14

42 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Vele dagen zijn gevuld met uitdenken van de ontsteking en daarbij kwam ook nog naar voren dat vonken niet samengaan met elektronica waardoor de servo blijft staan trillen. In eerste instantie denk je dan dat de bedrading “slordig” loopt. Daarna denk je dat de PIC over zijn nek gaat. Als je dan heel de print hebt vol gezet met ontstoringscondensatoren en het nog niets helpt, raak je wel eens uit je humeur. Aparte voedingen met de minnen los en met elkaar verbonden. Afgeschermde kabel, niets leek te helpen. Tot ik een C-tje in de connector stak van de servokabelverlenging. Daarna die condensator aan de draden gesoldeerd direct buiten de servo (solderen op een hedendaagse servoprint kan je beter niet doen): storing opgelost. (Figuur 15)

15


16 Storing werd dus niet opgepikt uit de lucht en dan omgezet in een verkeerd regelsignaal, maar stoorde direct op de servo en dan ben je zo maar een week verder. Wat nog wel hinderlijk is en nog verder uitgewerkt moet worden is dat bij een koude ketel het gas niet wil ontsteken met de vonken. Bij een warme ketel gaat het wel altijd goed, meestal bij de eerste vonk. Tijdelijk los ik dit op door de eerste keer de vlam aan te steken met een gasaansteker met vlam. Maar wat nu als de vlam uit gaat? Het thermokoppel in de Schotseketel werkt, alleen het verschil tussen warm en koud bij wel of geen kleine vlam bij een keramiekbrander is kleiner, zodat detectie veel lastiger is en dus afvalt. Kijken met een fotodiode naar de vlam is een optie die alleen werkt bij oranje vlammen (waxinelichtje), bij een nagenoeg onzichtbare lichtblauwe wasbenzinevlam werkt het niet. Een studie naar de golflengte van vlammen was het gevolg. Brandmelders kwamen langs en dat bleek of te

17

gevaarlijk (radio actieve straling) of op schaal niet te realiseren (detector net zo groot als de ketel). Hoofdstuk Vlam Ionisatie Detectie bracht uitkomst. Na wat experimenteren met elektrodes, naast en boven elkaar in de vlam leverde na heel wat gepuzzel ook weer een bruikbaar signaal op waar de PIC iets mee kon. (Figuur 16) Het beste resultaat kreeg ik met een elektrode afstand van 6 mm, met de plus boven de minelektrode. Als de ketel eenmaal warm is, heerst er in de kast een temperatuur van 160° en voorwarmen van het keramiek en de wasbenzine zal niet zolang hoeven duren als bij een koude ketel. Plan is om met een thermokoppel dit te beoordelen. Het signaal gaat dan naar de PIC en die maakt dan de “wachttijden” korter of slaat ze over. Het principe is weergegeven in figuur 17. Dit is theorie en nog niet verder uitgewerkt. Het probleem is namelijk het volgende: de watervoeler heeft 2 aansluitdraden, één daarvan zit door

18

de schroefdraad aan de ketel vast en is aangesloten op de min van de accu. Het thermokoppel heeft eenzelfde opbouw, met dan de schroefdraad aangesloten op de plus van de accu. Heb je beide voelers aangesloten krijg je kortsluiting. Dit moet nog worden opgelost

De stoomtest Met een werkende ketel en een hoeveelheid water die volgens berekeningen verdampt moest worden, was er een testopstelling te maken. Ondanks de spaghetti van draden traden hierbij geen storingen op! (Figuur 18) Wel was een revisie van een eerder op de plank gelegde ketelwatervoedingpomp (die werkte niet betrouwbaar genoeg) noodzakelijk, want de ketel met de handpomp vullen en de brander regelen en de stoomafname regelen en de meetwaardes noteren gaat nu eenmaal niet als je alleen bent. Al snel bleek dat een benzine vergasserleiding dicht boven het bed te warm werd, een plaats net onder de stoomdrum was dat ook nog. Met een daarop volgende test bleek een plaats tussen de twee pijpenbundels “koud” genoeg met een ketel op bedrijfstemperatuur en warm genoeg om benzine niet als vloeistof de brander in te spuiten nadat de voorwarmgasvlam was uitgedaan bij een koude ketel. (Figuur 19) Uit bovenstaande is al op te maken dat er niet meer wordt opgestart met spiritus, maar met een afzonderlijke sproeier waaruit een propaan-butaan gasmengsel komt. Als na een minuut (nog te bepalen als de tests meer waarheidsgetrouw worden) alles warm genoeg is, wordt pas over gegaan op wasbenzine. Ook heb ik nog andere brandstoffen geprobeerd Gasolie bleek uitgesloten, dat brandt geheel niet (zonder het te verstuiven).

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 43


Wel een mooi effect uit de schoorsteen overigens. Een nep-rook-generator is daarbij maar kinderspeelgoed.

Inbouw Geleidelijk aan komt de inbouw in het scheepsmodel in zicht. Figuur 21 en 22 tonen de tekeningen van de inbouw, en figuur 23 de proefmontage.

Op YouTube zijn nog videoclips te zien van het maken van de onderdelen. De links kunnen worden benaderd via de NVM website: www.modelbouwers.nl

19 Van petroleum denk ik dat dat nog wel gaat lukken. Een test heeft laten zien dat het brandt, maar erg veel roet als alles niet goed warm is. (Figuur 20)

20

23

21

44 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Het gaat om de volgende clips: • Draaien van membraanhouder • Drukregeling • Aansturing gas en benzine kranen met 4 branders • Vlambewaking • Ontsteken bij warme ketel • Benzinekraan in praktijk • Stoomproductie test • Vlamdetectie • Petroleumstook • Machine aansturing via PIC • Overgevoelige servo • Ontstoorde servo • Erg warme bougies • Ontsteken met de kast dicht • In en uitrekken bougie

22


Indrukken Voorjaarsstoomdag

Hans Papenhuijzen

Op zondag 20 maart jl. werd in Loon op Zand weer de jaarlijkse Voorjaarsstoomdag gehouden. De organisator was ook dit keer weer Stoomgroep Zuid. Zoals al vele jaren was het weer een geweldige happening: groot aanbod en erg gezellig. Om een aantal redenen kon ik er dit keer pas later op de ochtend zijn en toen was het gebeuren al in volle gang. Ik beperk me hier tot enkele voorbeelden van wat er was te zien en dan met name die onderwerpen, waarover U binnenkort in de Modelbouwer meer zult kunnen verwachten.

Ik sta altijd naast Frans Kamman met zijn Tekeningenarchief. Dan kan ik ook eens even op de “winkel” passen. Achter ons stond Rudolf Slijkhuis met zijn Clayton Steam Wagon en zijn in aanbouw zijnde, “White” stoomauto. (Zie ook het artikel over Modelshow Europe). Binnenkort leest u meer over de bouw van deze modellen. Zelf had ik mijn NS 6300 locomotief in aanbouw meegenomen. Ik kreeg er tijdens de tentoonstelling veel belangstellende vragen over. In dit nummer vind U de eerste aflevering van de beschrijving

van de bouw van deze bijzondere machine. Henk Valkhof was ook gekomen met zijn Dockyard sleepboot in aanbouw, geheel van messing plaat gemaakt! Uiteraard stond de stoominstallatie, die in het schip moet komen, er bij. Van de bouw van het schip kunt U binnenkort een artikel verwachten. Over vele onderwerpen werd heftig gediscussieerd, bijvoorbeeld over stermotoren met deskundige Hans Mulder (Kopfoto). Tenslotte liet Henk

De Dockyard van Henk Valkhof met zijn stoommachine

Veldhuizen een fraaie elektrische locomotief zien, vrijwel gereed, had al een keer gereden. (Foto 3). Een flinke 5” rangeerlocomotief MAK 6400, schaal 1:10, aangedreven door 2 rolstoelmotoren. Henk is bereid er samen met ons een artikel over te maken in de Modelbouwer. Er was natuurlijk heel veel meer te zien. Misschien had U dit keer geen gelegenheid te komen. Laat dan een goed voornemen voor volgend jaar zijn deze Voorjaarsstoomdag niet te missen.

Rangeerlocomotief MAK 6400 van Henk Veldhuizen

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 45


De DAF YA 4440 viertonner Iets minder gewoon en dus toch bijzonder

Rob Mooij

Naast vele zeer bijzondere legervoertuigen (bijvoorbeeld de “Dikke DAF YA 318/328 of de YA 126) heeft DAF ook grote aantallen van civiele trucks afgeleide voertuigen aan defensie geleverd. De DAF YA 4440 viertonner lijkt zo uit de burgermaatschappij te zijn weggereden. Sommige exemplaren zijn na hun diensttijd zelfs in de burgermaatschappij teruggekeerd. Enkele DAF’s YA 4440 waren bijvoorbeeld aan te treffen in het vervoer van strandhuisjes naar en van het plaatselijke strand. Getroffen door zijn net even stoerdere uiterlijk werd bedacht dat het als tussendoortje wel leuk zou zijn om juist dit voertuig in model te gaan vertalen. De eerste YA 4440 in gebruik (bewerkte foto van internet)

Waarom de YA 4440 Naast railvoertuigen heb ik ook een zwak voor wegvoertuigen. Net zo goed dat niet alles wat op de rails rijdt voor mij interessant is is dat ook met dat wat zich over de weg begeeft het geval. (Snelle) personen wagens doen mij weinig, (trage) bouwvoertuigen des te meer. Omdat in de periode na de tweede wereldoorlog een niet onaanzienlijk gedeelte van de bouw

voertuigen een militair verleden had vallen ook bepaalde militaire vrachtwagens in die interesse sfeer. In 1974 werd door DAF voor het Nederlandse leger prototypen van twee nieuwe voertuigen ontwikkeld en beproefd. Beide typen voertuigen vertoonden grote overeenkomsten en verschilden in grote lijnen alleen van elkaar door de lengte en het daarmee verbonden laadvermogen.

De kleinere twee tons variant (YA 2442) is uiteindelijk nooit in grote getale gebouwd omdat de keus was gevallen op de lange versie die bekend zou worden als de YA 4440. De eerste serie van maar liefst 4.000 stuks werd in de jaren 1978-1982 aan defensie uitgeleverd. Als dienstplichtig militair (lichting 79-1) mocht ik ook met dit type voertuig kennis maken. De eerste rit achterin de bak voor de periodieke schietoefening was direct al onvergetelijk: gewend aan het stevige “zitcomfort” van de YA 314 leek de YA 4440 een hele verbetering. Toen echter bij de eerste kuil in de weg één van de uitklapbare langsbanken spontaan inklapte en er enkele dpl sld-en door de laadbak schoven bleek weer eens dat niet iedere verandering ook een verbetering behoeft te zijn! Ongeveer gelijk met de YA 4440 was ook de YA 5441 ontwikkeld. Deze truck stond achter op banden in dubbele montage. Wonderlijk is nu dat de YA 4440 uiteindelijk werd vervangen door de doorontwikkeling van de YA 5441 de YA 5442!

Zoektocht naar informatie (anno 1996)

Foto 1: Een YA 4440 bij museum op de “de Harskamp”.

46 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Bij het vergelijken van een YA 4440 met een civiele truck valt op dat de YA 4440 vrij hoog op zijn wielen staat en toch een vrij laag silhouet heeft. Het stoere uiterlijk van de cabine wordt niet alleen bepaald door het stevige


takkenrooster maar zeker ook door het feit dat de kantelcabine zonder het bij de civiele uitvoering altijd aanwezige “vaste” gedeelte op het chassis is geplaatst. Ook opvallend is het toepassen van achterwielen in enkele montage hetgeen de terreinvaardigheid (net als bij voorganger de DAF YA 314) ten goede komt. Een laatste overeenkomst tussen deze DAF en vele andere militaire voertuigen is het gegeven dat er géén tekeningen of hoofdmaten in de standaard literatuur te vinden zijn. Alvorens met de bouw te kunnen starten diende er eerst iets van een maatschets gemaakt te worden. Deze maatschets is hoofdzakelijk ontstaan door enkele wel bekende maten (onder andere die van de bijna standaard cabine) aan te vullen met die van generatie genoten en vergelijkingen met enkele aanwezige foto’s van het voorbeeld. Het grootste probleem vormde het bepalen van de wielbasis. Er van uitgaande dat ook hier waarschijnlijk is teruggegrepen op het civiele truck programma moet deze liggen op (of tussen) de 3.90 en de 4.20 meter. Gezien de schaal waarin het voertuig gebouwd ging worden (H0) gaat het om een wielbasis tussen de 45 en 48 mm. De eerste maat resulteerde in een omgerekende baklengte van 5 meter wat wel een mooie maat gevonden werd. De YA 4440 cabine is duidelijk afgeleid van de bekende F220 cabine. Uitwendig zijn het mangat in het dak en het takkenrooster aan de voorzijde de meest in het oog springende verschillen. De bandenmaat voor het model was ook snel bekend daar hier werd terug gegrepen op de

Foto 3: De DAF YA 4440 rechts voor bezien.

Foto 2: Het eerste model in wording.

bekende banden van Kibri die Ø 12mm zijn. Na het maken van een controle maatschets werden de bepaalde waarden acceptabel geacht en kon de bouw beginnen.

De bouw van de YA 4440 in militair livrei Het ladderchassis is opgebouwd uit witte U-profielen van 1.5 x 3 mm waartussen Faller I-profielen gelijmd zijn. De achteras is een standaard Kibri as die middels twee uit de rommeldoos afkomstige veerpakketten star onder het chassis bevestigd is. De voortrein is opgebouwd uit messing en bestaat uit een vooras met gekoppelde bestuurbare wielen welk geheel scharnierend onder het chassis is opgehangen. De zo ontstane driepunts ophanging maakt dat het model ook buiten de gebaande wegen voorbeeld getrouw met alle wielen op de grond blijft staan. De cabine is opgebouwd uit verschillende diktes vliegtuigtriplex en is voorzien van een interieur. De chauffeur en de

bijrijder komen uit het assortiment van Kibri. De bak heeft een houten bodem, blikken zijschotten met witte kunststof profielaanduiding. Tot op dit punt is er feitelijk nog geen sprake van een militair voertuig. Alle vanaf nu aan te brengen details maken het verschil. Als eerste is daar de voorbumper (gemaakt uit een verfroerhoutje) gevolgd door de spatborden onder de cabine (gebogen uit blik). De cabine zelf wordt gesierd door een takkenrooster (opgebouwd uit aaneen gesoldeerd messing draad van Ø 0,5mm). Ook de opstaptreden onder de cabine zijn op deze wijze ontstaan. Tenslotte dient het cabinedak minimaal van een ronde geschutsopening voorzien te worden waarbij, afhankelijk van het voorbeeld, nog een affuit (mitrailleurhouder) gevoegd dient te worden. Onder de laadbak vormen de kenmerkende kastjes en speciaal gevormde brandstoftank de krenten in de pap. Voor de (afneembare) zeilafdekking is teruggegrepen op datgeen wat de rommeldoos te bieden had n.l. een overgeschoten zeilhuif van een Roco wissellaadbak. Deze diende echter danig ingekort te worden. Om hem netjes over de bakrand te laten vallen bleek het bovendien nodig om inwendig nogal wat materiaal weg te frezen. Als laatste diende zich nog het probleem aan dat de voorbeeld foto’s niet eenduidig waren inzake het vraagstuk hoever het zeil nu over de bakrand diende te komen te hangen. Het aantal en de diepte van de vouwen in de ingekorte zeilhuif kon uiteindelijk ook niet overtuigen zodat toch ook de zeilhuif nog een nabehandeling met diverse gereedschapjes in de miniboor heeft moeten ondergaan. De camouflage kleurstelling moest nog uitgevonden worden zodat de wagen een eenvoudig kleuren schema kreeg van boven naar beneden en van links naar rechts alles olijfgroen.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 47


Foto 5: Als burger voertuig, zonder huif met vlakke laadvloer.

Foto 4: Exploded view van de ongeschilderde burger YA 4440.

Met veel gissen en gokken heb ik dit model rond 1996 gebouwd. Naar later bleek zat ik er met veel van het giswerk niet zo heel ver naast. Een bedrijfsportret van de plaatselijke strandvonder op het bouwmachineforum gaf jaren later de aanzet tot een tweede YA 4440 model: maar toch anders!

De DAF YA 4440 in zijn tweede leven Na een diensttijd van amper 14 jaar werden de eerste DAF YA 4440 reeds begin jaren negentig door de dienst der Domeinen verkocht. En zo kon het gebeuren dat er vrij jonge terreinwaardige vrachtwagens beschikbaar kwamen voor civiel gebruik. De goede ervaringen met fabrikaat DAF maakte dat Frits Schellinger in 1992 deze kans met beide handen aangreep om in één klap een groot deel van zijn wagenpark, in gebruik voor het vervoer van strandhuisjes in en rond en IJmuiden, te verjongen. (In 1991 bestond dit uit ex- leger DAF’s met de bekende schuine cabine met geschutskoepel uit de jaren ‘60). De aanpassingen aan de wagens waren minimaal. Naast het “omkleuren” van de wagens verdwenen de huiven en opklapbare bankjes van en uit de laadbakken. De reservewielen gingen in de eigen opslag en na het aanbrengen van de bedrijfsopschriften konden de wagens aan de slag. Als eerste verschenen ieder jaar de kant en klaar huisjes op het strand en werden de zijkleppen van de wagens gehaald en bleef een vlakke laadvloer over. Vervolgens kwamen de bouwhuisjes en werden de zijkleppen weer terug geplaatst. Zeker met de

48 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

kant en klaar huisjes werd in het mulle strandzand veel van de wagens gevraagd. Om vastzitten te voorkomen was het gebruik van rijplaten af en toe onvermijdelijk zodat die al snel gebruiksklaar aan de wagens waren te vinden.

Nieuw onderzoek via internet

De YA 4440 als burgervoertuig in model Omdat de modelwagen het grootste deel van zijn leven geplaatst onder een opgebokt strandhuisje zou komen te staan was een lichte bouwwijze mogelijk. Het chassis en de wielophanging zijn uitgevoerd in styreen plaat en profiel. Banden, velgimitaties en assen komen van Kibri. Voor de cabine is (net als bij het eerste model) terug gegrepen op de “van der Boom” methode met gestapelde stukjes hout. Het cabinefront is gemaakt van een berkenhouten verfroerstokje. De overige cabine delen zijn gemaakt van 0.8mm dik (deels dubbeldik uitgevoerd) vliegtuigtriplex. Om de cabine op het chassis te kunnen plaatsen dienden eerst de spatborden geplaatst te worden. Bij het voorbeeld bestaan die

Voor een vertaling in model is wat grootbedrijf informatie of liever nog een maatschets heel wenselijk. Anno 2015 is er over de YA 4440 veel meer te vinden dan rond 1996, maar het is op den duur best wel lastig als de bronnen elkaar op zo’n beetje ieder punt tegenspreken. Al vrij snel was duidelijk dat de wagen 7 meter “en een beetje” lang moest zijn geweest. En vooral over dat beetje lopen de meningen erg uiteen. Een soortgelijk verhaal geldt ook voor de breedte en iets als de wielbasis leek wel helemaal (nog steeds!) tot de staatsgeheimen te Foto 6: De YA 4440 aangepast aan het strandhuisjes vervoer. behoren. Maar de aanhouder wint en uiteindelijk werden de per kant uit twee delen: een deel onder hoofdafmetingen duidelijk. De cabine de cabine en een deel aan het chassis. is afgeleid van de civiele uitvoering en In model vormen de beide zijkanten en bij zijn introductie door het hoedje in de twee delen per kant één geheel. Per de grille eigenlijk gedateerd. Net als zijkant zijn de spatborden middels een bij de civiele uitvoering werden ook kleine zaagsnede voor het oog gedeeld. de ex leger DAF’s opvallend vaak van Hiervoor is gekozen om een stevige een nieuwe modernere grill voorzien. montage onder de cabine mogelijk te Maar in het begin bleef ook bij de maken. Om de (te) vrije doorkijk onder voorbeeldwagen het “hoedje”, een de cabine te verminderen is van een detail dat eigenlijk gewoon bij de muurplug een motorimitatie gemaakt. wagen hoort.


(Een aanwezig beter gedetailleerd Herpa exemplaar bleek helaas slecht te willen passen). De zeer kenmerkende voorbumper is gemaakt van messing buisprofiel. De bumper is voorzien van koplampen, trekhaakkoppelingimitatie en twee haken voor het ophangen van rijplaten. Een takkenscherm was op het strand niet nodig, bij de aanpassing naar civiel gebruik afgenomen en ook in model niet aanwezig. Een aangesoldeerd montageplaatje maakte een nagenoeg onzichtbare maar stevige de bevestiging aan het chassis mogelijk. Aan de achterzijde verschenen onder de cabine twee poortjes, zodat de cabine netjes recht op het chassis blijft staan. In de literatuur wordt gesproken over een mangat dat in het cabine dak zou zitten. Er zijn heel veel foto’s van een DAF YA 4440 te vinden maar een foto van bovenaf is schaars. Uiteindelijk gaf een foto van een wagen met gekantelde cabine dit geheim prijs zodat ook het model van een mangat is voorzien.

De laadbak Ondanks het gegeven dat de laadbak het meest van de tijd nagenoeg onzichtbaar is is er toch wat extra aandacht aan de detaillering besteed. De bakbodem bestaat in de basis uit 1.8 mm dik triplex. In de zijkanten zijn met vierkante messingbuis de gaten voor de rongen gemaakt. De laadbakvloer was gemaakt van tranenplaat. In model even niet voorhanden maar wel het op wafelplaat gelijkende kunststofbundelband. Het kopschot bestaat uit een plaatje 0.8mm vliegtuigtriplex dat met styreenprofielen aan de cabinezijde gedetailleerd is. Onder de laadbak verschenen tevens de dwarsbalken

Foto 7: …en als er één YA 4440 aangekocht is komen er meer.

waarmee de laadbak op hoogte werd gesteld. Hierna waren de spatborden rond de achterwielen aan de beurt. Aan de achterzijde verschenen onder de laadbak de “bakjes” waarin de verlichtingsunits geplaatst worden.

(later bij enkele trucks vervangen door een lichtbalk) Voor een gepaste lading was reeds gezorgd zodat er nu twee wagens van F.Schellinger in de vitrine staan en twee keer een DAF YA 4440.

Detaillering en afwerking

Op de foto met het zijaanzicht van de met een compleet huisje geladen wagen is te zien dat het gewicht van de lading heel ongelukkig over het voertuig verdeeld is. In de periode dat deze wagens werden ingezet veranderde er nog het een en ander dat de ondernemer deed omkijken naar andere voertuigen. De eerste was de veranderende regelgeving rond de 60 dagenkaart voor de wegenbelasting en de invoer van verplichte APK. De voertuigen waren op één na maar twee maanden per jaar actief en dus relatief duur in de vaste lasten. De overgang naar het gebruik van eenvoudige platte aanhangwagens getrokken door shovels en tractoren was slechts een kwestie van tijd…… Het model van de YA 4440 houdt de herinnering aan deze stoere wagens in het mulle zand voor mij levend.

Met de schaarse zaken die al aan het chassis bevestigd waren oogde het model nog erg kaal. Voor de verdere detaillering kwamen er: een accubak, twee luchtketels, een brandstofttank en een luchtfilter. Onder het chassis werd een imitatie aandrijflijn vanaf een tussenbak naar de beide assen gemaakt. Een onderrijbeveiliging aan de achterzijde van de wagen maakt het beeld bijna compleet. Er miste echter nog één onderdeel: de uitlaat! Het was best nog wel even zoeken waar dat ding ook al weer zat, Maar gezien de markante plaats is hij toch maar weergegeven. Het kleurenschema van de wagens bij de Fa Schellinger was eenvoudig: cabine wit, chassis, wielen, assen en bak zwart. Het cabine interieur bleef nagenoeg origineel. Op het dak verschenen twee oranje zwaailichten

Foto 8: Het gewicht drukte toch wel heel erg op één as.

Naschrift

Foto 9: Van bouw huisje naar kant en klaar huisje.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 49


De bouw van modelcampers Een Winnebago Class A motorhome Roel Nab

Mijn modelbouw startte in 1978, met een Volkswagen Camper. Met een dergelijke camper waren we met ons gezin door Engeland getrokken. Van deze camper heb ik een schaalmodel gebouwd. Dit gaf zoveel voldoening dat er een volgende kwam. Door de ervaringen werden de modellen steeds meer gedetailleerd gemaakt. Ook van grote campers kwamen er nu de modellen. Vooral die van de Amerikaanse markt. (figuur 1).

Het begin… Het is mooi om met een leeg chassis te beginnen en de opbouw helemaal na te maken van het origineel met behulp van plastic plaat materiaal. Voor mij de grote uitdaging het model net zo te maken als in de folder. In de loop der jaren verzamel ik allerlei materiaal dat ik denk te kunnen gebruiken. Zo was

ik een keer bij een autodealer en vroeg wat ze met de oude stalenboekjes van leer voorbeelden deden. Het antwoord was: “oh gewoon, weggooien. Maar u mag ze ook hebben”. Kijk dat is nou leuk voor mijn hobby. Een lastige job is het omrekenen van de Amerikaanse maten naar Nederlandse. Maar wel een uitdaging om alles kloppend te krijgen.

En volhouden, ook als je iets bijna af hebt en vervolgens breekt het nog net op het einde. Of er komt ineens een barst in. Maar het eindresultaat is dan iets om trots op te zijn. Als je het voorbeeld van je model hebt gevonden moet je bepalen welke schaal je gaat nemen. In mijn geval is dat 1:43 of 1:24. Vervolgens ga je op zoek naar

1

50 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016


3

2 het onderstel dat je kunt gebruiken en begint het eigenlijke bouwen. Het proces van bouwen zal worden beschreven aan de hand van een Winnebago Class A Diesel Motorhome uit 1990. Dit is de klasse van de grootste campers die er in Amerika rond rijden.

De bouw Voor dit model heb ik gebruik gemaakt van het model van een Kenworth truck in schaal 1:24, aangeschaft op de modelbouwbeurs in Houten. (Figuur 2, links). Het gestripte onderstel staat in het midden. Rechts de motor vóór verwijderd en achter opgehangen en is de vloer met de zijkasten aangebracht.

4

Afhankelijk van de beschikbare wielmaat ga je kijken wat het moet gaan worden. Ik begin met de vloer te snijden, deze heeft een dikte van 3.0mm en bepaalt ook de lengte van de camper. Verder werk ik met plastic plaat van 0.50 t/m 5.0mm.Figuur 3 tot 6 laat zien hoe de camper wordt opgebouwd. Afhankelijk van de inrichting maak je de zijkanten. Dat bepaalt ook de plaatsing van de ramen, de deur, de wanden en de voor- en achterkant. Ik heb een kleine decoupeerzaag om de ramen uit te zagen maar begin met op de vier hoeken gaatjes te boren om mooie hoeken te kunnen maken. De wanden zet je voorlopig vast met stukjes plastic tape om de voor- en achterwand te bepalen.

5

6

De ramen maak ik uit brievenbakjes van het merk Leids van transparant gekleurd plastic. De kozijnen zijn plastic U profiel. De ramen worden op maat gezaagd en in het kozijn gelijmd. Het dak is van 5.0mm om sterkte te behouden. Ik schuur dat op de maat van de opbouw, het ligt er los op.

De inrichting

7

De inrichting wordt gemaakt van 2.0mm plaat. Afhankelijk van de gewenste afwerking doe je dat met houtfineer of verf. De kasten en keuken worden gemaakt als “doosjes”, die kant en klaar in de camper worden geplaatst. Figuur 7 toont de diverse onderdelen, die in de camper een plaats vinden.

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 51


De deurtjes worden gemaakt van plaatjes plastic 1.0mm dik. De handvatten maak ik van draad 1.0mm dik. Met een boortje van 1.0mm boor ik de gaatjes in de deurtjes en buig het draad tot een hangreep. De kranen maak ik op de zelfde manier. De deurknoppen maak ik van zwaailichten van auto’s 1:87(!), dat past precies. De wasbak is een vierkant plaatje plastic van 5.0mm dik. Door er een gat in te boren ontstaat er een bakje, ik plak er een plaatje onder en je hebt een wasbakje. Vervolgens boor je een paar gaatjes in de bodem om een afvoer te krijgen. Het geheel plaats ik pas als alles klaar is. De bovenkastjes maak ik net als de kasten. De stoelen zijn van balsahout met daarover stof of leer, aangepast aan de gordijnen. Het dashboard haal ik uit een oude modelauto van de kringloop. Dan heb je meteen de meters er in zitten. (Figuur 8).

9 ik zelf mooi vind. De achterkant gaat net zo met rode LED’s als achterlichten. Het geheel lijm ik met secondelijm van Quartel. Het voordeel is dat je vlot door kunt werken, het nadeel is dat vast ook vast is. Als alles past en naar wens is voeg je het geheel samen. De hoorn komt uit de scheepsmodelbouw. Het grootste probleem is het lakwerk, ik ben daarvoor afhankelijk van het weer omdat het model buiten gespoten wordt. Het moet warm en windstil zijn

om een goed resultaat te krijgen. De lak is een autolak uit een spuitbus met een blanke lak om het af te werken. Het resultaat zien we in de figuren 9 en 10. Je kunt het beste klein beginnen en de tijd er voor te nemen. Je moet het vooral leuk vinden. Het gaat bij mij ook heus wel eens fout, dan moet je soms opnieuw beginnen. Maar met het uiteindelijke resultaat ben ik tot dusver erg tevreden.

8 Hoe je dat verder maakt is afhankelijk van plaatsing in de camper. Het stuur uit de oude modelauto gebruik ik ook, soms ook de stoelen dat scheelt weer. De bedden bekleed ik net als de stoelen.

De afwerking De gril aan de voorzijde is gemaakt van een aluminium koelvin van een oude computer, de koplampen van LED’s. Het geheel is natuurlijk afhankelijk van wat

52 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

10 (Voor wie meer wil weten, de adresgegevens van Roel zijn bij de redactie bekend: stoom@modelbouwers.nl.)


Kom er maar op….. Met deze nieuwe rubriek willen we een oud paard van stal halen: de rubriek waarin modelbouwers lezers hun tips en trucs beschrijven. Een foto (scherp, hoge resolutie) of een schets met een korte beschrijving is voldoende. En origineel hoeft het niet altijd te zijn, het meeste is toch al uitgevonden. Maar wat voor de ene modelbouwer gesneden koek is, is voor de andere een vondst. En voor niets gaat alleen de zon op: elk geplaatst artikel levert de auteur € 5.- en een gratis nummer op. Wel even uw gegevens bij het artikel voegen. Hoe? Brief, maar e-mail kan ook naar de redactie: ………

Het trekken van lijnen… Alle modelbouwers weten hoe moeilijk het is om na het schilderen van het model belijning aan te brengen. Via Rudolf Slijkhuis kreeg ik te horen hoe hij dat doet bij de door hem gebouwde stoommodellen. Hij legde dit uit aan de hand van het door hem gebouwde model van de Clayton Undertype Steam Wagon. (Figuur 1) In tegenstelling tot de gebruikelijke werwijze om de lijnen pas aan te brengen na het schilderen van de ondergrond/

Gerrit Volgers

hoofdkleur schildert Rudolf het model eerst in de kleur van de belijning. Daarna brengt hij met tape van de gewenste breedte de lijnen aan. (Figuur 2). Cirkels of delen daarvan snijdt hij uit op een plotter en brengt ze eveneens aan. Daarna wordt het model in kleur gespoten en de tape verwijderd. Het resultaat is perfecte belijning (Figuur 3).

Figuur 1

Figuur 2

Figuur 3

Kachelpijp van een rietje… Gerrit Volgers Elders in dit nummer hebt u het verslag kunnen lezen van de expositie van historische scheepsmodellen in Duizel. Daarin wordt aangekondigd wat er op dit gebied valt te verwachten aan artikelen in De Modelbouwer. Hierbij het eerste… Roger Hyfte legde mij uit hoe hij op uiterst eenvoudige wijze een imitatie kachelpijp maakte. Pak een rietje met een flexibel stukje, buig dit 900 en fixeer dit met wat lijm. Schilder het zwart en klaar! Je moet er maar op komen….

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 53


Miniatuur hydrauliek

Gerrit Volgers Afbeeldingen: Thomas Frank

(deel 1) In het Duitse tijdschrift Truckmodell van februari 2016 kwam ik de beschrijving tegen van een Liebherr 956 graafmachine, gebouwd door Thomas Frank. Mijn aandacht werd vooral getrokken door de compacte ventielen, bediend door miniservo’s. Via de uitgever kwam ik in contact met de bouwer en die bleek bereid mee te willen werken aan een artikel. Weliswaar had hij voor het schrijven ervan geen tijd, maar hij was wel bereid mij zijn 3D CAD files en verdere gegevens te beschikking te willen stellen. Als eerste stuurde hij me de gegevens van de vier cilinders die door hem waren ontwikkeld en gebouwd. In dit artikel wordt het maken daarvan beschreven.

1

Drie verschillende cilinders Figuur 1 laat het model van de graafmachine zien met de cilinders. Twee zijn voor het heffen van de arm, één voor de armverlenging en één voor de bak. In dit artikel wordt het maken van de hefcilinder beschreven, de andere cilinders zijn op hetzelfde principe gebaseerd, alleen kleiner. Met de tekening en de beschrijving is het relatief eenvoudig de uitvoering aan de eigen situatie aan te passen. De werkdruk van het systeem is gebaseerd op 25bar.

Het maken van de cilinders Voor de hefcilinders is uitgegaan van Ø18mm messing buis. De cilinderbodem en -deksel zijn eveneens uit messing. De maatvoering staat op de tekening: een goede oefening in passing draaien. (De tekening is onder nummer 40.05.001 opgenomen in het NVM tekening archief). Ze worden op de cilinder gesoldeerd. Met deze maatvoering is zachtsolderen voldoende. De cilinderdeksel zelf wordt met 9 M1,6 boutjes vastgeschroefd, dit maakt het mogelijk de zuiger te de- en monteren. De zuigerstang is gemaakt van 20MnV6, hardverchroomd, doorsnede Ø8mm. Zuigerbodem en stangkop zijn gemaakt van RVS 1.4305. Ze worden met M4 imbusboutjes gemonteerd. Borgen met Loctite. De slangaansluitingen worden gekocht, in dit geval met M5 draad. Voor de onderdelen zie figuur 2.

54 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

2

Afdichtingen De zuiger wordt afgedicht met een afdichting van de firma Angst & Pfister.

3

Aan de binnenzijde is heeft deze een O-ring, aan de buitenzijde een teflonring (zie figuur 3). Het resultaat is enerzijds een goede afdichting, anderzijds wordt een lage wrijving gerealiseerd. Dit vermindert het stick-slip verschijnsel en waarborgt daardoor een schokvrije beweging. Ook is er een afstrijker gemonteerd in de cilinderdeksel. Voor de onderdelen zie www.apsoparts.com/ishop/de-CH. Figuur 4 toont de samenstelling van de cilinder en de zuiger.

4


De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 55

10

0,05 12,5 +-0,05

D

D

E

E

Ø8,0 H6

2

Ø8 h6

0,3x45°

11,0

1

18,0

7

13

8

1,0

3,0

4,0

4,0

2,0

0,05 Ø13,5 +-0,05

0,5x45°

10,0

Ø15,9

2,5 2,0

M4x0,7

2,0

Ø4,0

Ø16,0 + -0,05

Ø13,5

0,00

8,0

Ø8,0 H7

7,0

11

N5

E-E ( 5 : 1 )

4

I

0,5x45°

0,05 Ø9,8 +-0,02

0,7x30°

6

F

F

A-A ( 2 : 1 )

6

128,0

D-D ( 2 : 1 )

1,5

3

0,00 9,8 +-0,05 M4x0,7 13

0,3x45°

15

4,0

14

8,5

F-F ( 4 : 1 )

12

4

5

10,0

0,5x45°

7

Ø18,3

Ø19,0 11

0,10 Ø18 +-0,05 9

B

B

8,0

G

G

5,0

3

14,0

Ø18

1,0

26,0

A

A

J-J ( 4 : 1 )

M4

I-I ( 4 : 1 )

Ø15,9 M4x0,7

9x 

Ø15 Ø16

J

8,0

14,0

9

G-G ( 4 : 1 )

4,0

N6 honen

7,0

1

J

Ø16,0 H7

10

8,0

112,5

B-B ( 2 : 1 )

C

C

2

H

H

Ø3 - 0,05 Ø4 -0,10

6,5

C-C ( 4 : 1 )

8,0

6,0

8,0

9x M1,4 x7mm

19,0 3,0

8,0

Ø22,0

Afdichtingen Angst + Pfister: www.apsoparts.com/ishop/de-CH/Dichtungstechnik

H7 R3

19 ,0

28,0 11,0

19,0

1,95

Ø4,0

R9 ,0

,0 6

Afstrijker

RVS 1.4305 RVS 1.4305 Messing Messing, 5mm M4 x12 M1.4 x8 Angst + Pfister 16mm buiten Angst& Pfister 8mm binnen Angst+Pfister 8mm binnen

20MnV6 hardverchroomd

Materiaal Messing Messing Messing Messing 13.5 x 1.5

Datum: 24-4-2015 Blad1 van 1

MODELBOUWERS A 1 Nr 40.05.001

VAN

NEDERLANDSE VERENIGING

Titel: Schaal model:1:15 Schaal tekening: 1:1 Hefcilinder Onderwerp: Miniatuur hydrauliek Gemaakt: Gerrit Volgers

15

Zuigerafdichting 13

Zuigerstang afdichting

7 8 9 10 11 12

14

Zuigerstang Zuiger deel 1 Zuiger deel 2 Stangoog Haakse slangaansluiting Imbusbout Zeskantbout

6

Cilinderbuis Cilinder bodem Cilinder kop Cilinder deksel O-ring

1 2 3 4 5

Stuklijst hydraulische cilinder Benaming

1,5 Stuknr

Stuklijst hyd

5,0

0,00 Ø16 +-0,05

15,7

H-H ( 4 : 1 )

Ø18,0

Ø4,0

I

M5x0,8 7,0

12,0

1

1

1

1 1 1 2 2 9

1

1 1 1 1 1

Aantal

14,5

20,5


Een impressie van de ALV

Frans Kamman

van 16 april 2016

De vergadering vond dit jaar plaats in een bijzondere omgeving, namelijk de Bataviawerf in Lelystad. Een experiment, om het eens anders te doen dan in een “gewone” vergaderruimte. Ondanks de aantrekkelijke omgeving bleef het aantal deelnemers onder dat wat de afgelopen jaren gebruikelijk was. Geen reden echter voor een minder goede vergadering.

Na de opening door voorzitter Robert Schotman, waarin hij inging op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar en de uitdagingen waar de vereniging de komende tijd voor staat wat, met name waar het ging over de internet strategie, al de nodige discussie opleverde, werd de agenda zonder problemen afgewerkt. De “verplichte” zaken, zoals de jaarrekeningen en de bevindingen van de kascommissie konden de goedkeuring van de vergadering wegdragen. Jammer was dat de oproep voor nieuwe en aanvullende bestuursleden, die toch echt hard nodig zijn, nog geen resultaat opleverde. Misschien was dat, gezien het aantal deelnemers ook niet direct te verwachten. We herhalen die oproep dus nog maar eens op deze plaats. Na onderbreking voor een keurig verzorgde lunch in de “taveerne” werd de vergadering vervolg met de traditionele prijsuitreiking. Helaas bleken twee van de drie gelauwerden in verband met verschillende redenen verhinderd. De Taconisprijs voor individuele leden werd uitgereikt aan Ron van Leeuwen voor zijn inzet o.a. voor de scheepsredactie en zijn werk voor de Historische Schepen dag in Duizel. De Taconisprijs voor

1

56 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

verenigingen werd uitgereikt aan MBV Papendrecht in de persoon van voorzitter Arie van Bennekum (Afb 1). Papendrecht is een zeer actieve vereniging die in het hele land propaganda voor modelbouw maakt op evenementen en waarvan meerdere leden ook hunsteentje hebben bijgedragen aan De Modelbouwer en dus de NVM. De Glasius-van Roode bokaal ging naar Jan Ridders, voor zijn niet aflatende stroom artikelen over bijzondere heteluchtmachines en verbrandingsmotoren en de assistentie die hij bouwers altijd biedt bij ondervonden problemen bij de bouw. Als blijk van waardering van het bestuur voor zijn inzet voor de NVM als bestuurslid, redactielid en werkzaamheden voor het TA ontving Hans Papenhuizen het erelidmaatschap van de vereniging (Afb 2). Na afloop van de eigenlijke ALV toonde ons lid Wim Bosman een bijzondere presentatie over de bouw van zijn model van de stoomsleepboot Furie,

2 welk model gedurende de vergadering naast de bestuurstafel stond te pronken (Afb 3). Hij kreeg hiervoor terecht een warm applaus. Na afloop van dat alles was er gelegenheid tot deelname aan een rondleiding over de werf, langs het bijzondere schaalmodel (1:10) van de Zeven Provinciën in aanbouw en natuurlijk het VOC schip Batavia. Een groot aantal bezoekers van de ALV maakten van de gelegenheid gebruik om zich uitvoerig door enthousiaste gidsen te laten voorlichten. (Afb 4) Al met al een geslaagde dag. Het volledig verslag van de ALV kunt u vinden op de downloadpagina van onze website www.modelbouwers.nl

3


4

www.facebook.com/modelvliegendrones

NIEUW

Word nu abonnee! Ga naar www.modelbouwmagazines.nl/modelvliegen-drones en meld je aan! of bestel een losse uitgave!

De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 57


Nieuws uit het tekeningenarchief Frans Kamman

Vragen? Mail naar: archief@modelbouwers.nl

Als uw paardenmeisje “Schleich” paarden verzamelt kunt u de in dit nummer beschreven stal, annex opberg- en draagkoffer bouwen aan de hand van tekening 30.06.036, die Gerrit Volgers samenstelde. De set bestaat uit een blad A-3 met de samenstelling en een blad A-0 met alle onderdelen bemaat. Als u dat alles wilt lasersnijden en de beschreven scharnieren in 3-D wilt printen zijn de digitale bestanden daarvoor beschikbaar op de NVM website en via het archief (archief@ modelbouwers.nl) . De prijs voor de tekeningen bedraagt voor leden € 18,66 en voor niet-leden € 27,85. We hebben en nieuwe tekeningrubriek geopend voor “grondverzet materiaal”. De eerste tekening in die rubriek wordt 40.05.001, van de in dit nummer beschreven werkende

58 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

hydraulische hefcilinder naar gegevens van Thomas Frank en getekend door Gerrit Volgers. Op één blad A-1 vindt u alle onderdelen getekend voor de ledenprijs van € 12,83, terwijl niet-leden hiervoor € 19,15 betalen. Bij mijn recente bezoek aan Intermodellbau, in Dortmund, zag ik bij Uitgeverij Geramond (www.geramond.de) een nieuw deeltje liggen in de serie “Enzyklopädie des historischen Schiffsmodellbaus” van Wolfram zu Mondfeld. De serie werd voorheen dor Neckar-Verlag uitgegeven en was verkrijgbaar via het Tekeningenarchief. Dit boek kunt u nu niet via het TA bestellen, maar natuurlijk wel via de boekhandel of regelrecht bij de uitgever. Deel 5.3 in de serie, “Boote und Kleinfahrzeuge” heeft als ISBN nummer 978-3-86245-339-9.


Powered by

Bouwtekeningen van 3300 modellen voor beginner tot expert

Overzicht inhoud webshop www.modelbouwtekeningen.nl SCHEPEN Zeilschepen Koopvaardij Marine Kustvaart Visserij Loodsboten & Overheidsvaartuigen Rivier- en Binnenvaart Recreatie Roeireddingboten en sloepen Varende zeilende modellen Zeilschepen (werftekeningen) Koopvaardij Kustvaart Visserij Loodsboten en Overheidsvaartuigen Rivier- en binnenvaart Recreatie Roeireddingboten en sloepen Varende zeilende modellen Roeien en peddelen Stoom- en Motorschepen Koopvaardij Marine Kustvaart Visserij Sleepvaart en Offshore Rivier- en Binnenvaart Recreatie Reddingboten en sloepen Overheidsvaartuigen en milieu Speciale vaartuigen Waterlijnmodellen Scheepsonderdelen, etc. Stoom- en Motorschepen (werftekeningen)

Koopvaardij Marine Kustvaart Visserij Sleepvaart en Offshore Rivier- en Binnenvaart Recreatie Reddingsboten en sloepen Overheidsvaartuigen en milieu Speciale vaartuigen Diverse vaartuigen Roeien & Peddelen TREINEN Werkende Stoom Stoomlocomotieven Passagiersmaterieel voor modelbanen Diversen en hulpgoederen voor modelbanen Tramweg Materieel Stoomlocomotieven Elektrische locomotieven Elektrische motorwagens Diesel / Benzine motorwagens Getrokken personenmaterieel Getrokken goederenmaterieel Metro materieel Diversen trammaterieel Nederlands Materieel Stoomlocomotieven Elektrische locomotieven Diesellocomotieven Elektrische treinstellen Dieseltreinstellen Getrokken personenmaterieel

Getrokken goederenmaterieel Bovenbouw Diversen, Nederlands materieel Zwitsers Materieel Stoomlocomotieven Elektrische locomotieven Diesellocomotieven Elektrische treinstellen Getrokken personenmaterieel Getrokken goederenmaterieel Diversen Zwitsers materieel Duits Materieel Stoomlocomotieve Diesellocomotieven Amerikaans Materieel Stoomlocomotieven Diesellocomotieven Overig Europees Materieel Diesellocomotieven Getrokken personenmaterieel Getrokken goederenmaterieel Fabriekstekeningen Diesellocomotieven Tramweg stoomlocomotieven Detailtekeningen Wagon details Wielen, wielstellen en aspotten Stoot- en trekwerk HOUTBOUW Wagens en overige modellen Rijtuigen en koetsen Boerenwagens en karren Kruiwagens Diversen, o.a. boerderij inventaris

Voertuigen zonder wielen Voertuigen getrokken Bedrijfswagens en karren Handkarren Landbouwmachines en gereedschappen Onderdelen, instructies Brandweermateriaal Legervoertuigen en materieel Gereedschap Hand/ en elektrisch gereedschap Miniatuurmeubels Poppenmeubels Antieke meubels Diversen, o.a. boerderij inventaris Lakerveld tekeningen Banken Bedden Betimmeringen Bureaus Dressoirs Kabinetten Kasten Commodes Secretaires Toogkasten Vitrinekasten Kisten Diversen Klokken Schemerlampen Eetkamerstoelen Armstoelen Tafels Ronde tafels

Klaptafels Driepoottafels Bijzettafels Handwerktafels MACHINES Werkende Stoom Stoomlocomotieven Getrokken materieel voor de modelspoorbaan Hulpmiddelen voor de modelspoorbaan Stoomtrekkers, locomobielen en walsen Brandspuiten Ketels Stationaire stoommachines Turbines Appendages Pompen Stoom automobielen Diversen, o.a. aangedreven machines Motoren Benzine en gasmotoren Dieselmotoren, zelfontbranders Hete lucht- en Stirlingmotoren Klokken en uurwerken Klokken Grootbedrijf Tramweg stoomlocomotieven Gereedschap Hand- en elektrisch gereedschap

 Voorheen NVM Tekeningenarchief Op www.modelbouwtekeningen.nl vindt u vanaf heden het volledig gedigitaliseerde tekeningenarchief met 3300 modellen van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers (NVM)

 NVM korting 33% Op vertoon van een geldig NVM-Lidnummer. Lees meer op www.modelbouwtekeningen.nl

 Bouwbeschrijvingen Met bouwbeschrijvingen uit De Modelbouwer

Uw favoriete model bouwen vanaf tekening? Kijk voor meer informatie op: Modelbouwtekeningen.nl De Modelbouwer • nr 5 - 2016 - 59


In Memoriam Hans Tjeerdsma Siemens overeen dat de deelnemers een studentenlicentie kregen van het 3D-tekenprogramma Solid Edge. Hans voorzag het project van uitgebreide handleidingen, die de deelnemers door de complexe materie heen hebben geholpen. Beter onderbouwde artikelen hebben we in die tijd niet zien langs komen. Terecht mocht ik tijdens de ALV in 2010 Hans de Mevr. Glasius Trofee overhandigen.

Op 28 maart 2016 is Hans Tjeerdsma overleden. Zijn familie, maar ook wij als modelbouwers, zijn nog steeds verbijsterd door dit plotseling gebeuren. Hans was met zijn vrouw Ina net verhuisd naar een fraai huis in Noordwolde. Hij heeft er maar kort van mogen genieten. Hans was een fijne vriend. De meesten zullen hem kennen van de serie “CNC doe je zo …..” in de Modelbouwer en in Onder Stoom en het vervolg project, waarin de verworven theorie werd toegepast op de vervaardiging van een Ottobenzinemotor. Dat gaat terug tot 2008 en 2009. Daartoe kwam Hans met

Ook voor de jaren daarna wist Hans bij Siemens gedaan te krijgen dat wij tegen een gunstig tarief de licentie elk jaar kunnen verlengen. Dit ging over het tekenen/ontwerpen, dus CAD. In 2013 heeft Hans ons ingewijd in het CAM gebeuren, opnieuw voor zowel de lezers van de Modelbouwer als van Onder Stoom. Deze keer had hij licenties geregeld bij Sprutcam. Het ging weer op een zelfde wijze. We gingen met elkaar een boxermotor “bouwen”. Opnieuw konden wij het vele materiaal dat hij had voorbereid, uitvoerige handleidingen, downloaden en gebruiken. Hij heeft daar heel veel werk aan besteed. En ook al heeft niet iedereen zijn draaibank of freesmachine naar “computer gestuurd” omgebouwd, alleen al de animaties waren fascinerend. Hadden ca. 150(!) modelbouwers meegedaan aan de

CAD-serie, aan deze CAM-serie deden altijd nog ca. 50 modelbouwers mee. Kennelijk waren beide artikelen series een schot in de roos. Het bleek ook een opstap naar een topic van nu: de 3D printer. Een laatste aflevering van de CAD-serie was er aan gewijd. Opnieuw kon ik Hans de Mevr. Glasius Trofee overhandigen. Daarna heeft Hans nog verschillende keren met grotere en kleinere bijdrages in de Modelbouwer gestaan. Wij hebben van Hans veel geleerd. Maar hij was vooral ook een beminnelijk mens, altijd bereid tot advies en hulp. Persoonlijk heb ik zijn vriendschap en deskundigheid altijd erg gewaardeerd. Ik realiseer me dat ik niet de enige ben, die hem erg zal missen. Wij wensen zijn vrouw Ina en de verdere familie de sterkte toe, die zij in deze tijd zo hard nodig zullen hebben.

Uitreiking Glasius prijs

In memoriam Piet Mosterd

Collectie Piet Mosterd Eind maart kreeg ik het bericht dat op bijna 85-jarige leeftijd Piet Mosterd was overleden. Piet was een begenadigd modelbouwer, gespecialiseerd in het bouwen van Ford modellen in schaal 1:24. Daarnaast bouwde hij ook vrachtwagens, waaronder DAF en Ginaf. In de jaren ‘80 zijn veel

60 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

artikelen van zijn hand verschenen in De Modelbouwer. Niet alleen bouwde Piet, ook werd door hem de modelbouw uitgedragen. Jarenlang heeft hij jeugd begeleid bij het bouwen van modellen, in de eerste plaats op basis van bouwpakketten. Ook was hij tot voor kort nog actief in de IPMS en heeft hij deelgenomen aan veel tentoonstellingen. Zeer tot zijn eigen onvrede ging geheugenverlies hem steeds meer parten spelen. Ook het verlies van zijn vrouw was voor hem een grote slag. Met Piet gaat een gedreven modelbouwer verloren, maar zijn werkstukken zullen blijven voortleven. Een deel van zijn collectie is te bewonderen in het Ford museum in Hillegom en een bezoek hieraan is dan ook meer dan de moeite waard.

Hans Papenhuijzen

Gerrit Volgers


Voor uw agenda Uw evenement of Open Dag in deze agenda? Meld het evenement dan aan via het formulier op www.modelbouwers.nl via de link “aanmelden evenement”, of stuur een email met alle gegevens of uw persbericht naar agenda@modelbouwers.nl. Voor tijdige plaatsing moet uw aanmelding vier weken voor verschijnen van de Modelbouwer in ons bezit zijn. 5 t/m 8 mei Internationale Stoomdagen Familiepark Nienoord, Leek; dagelijks van 10.00 – 18.00; info: www.landgoednienoord.nl 14 mei Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 14 mei Expositie NVM Afdeling Oude Rijn en Gouwe; modellen van de leden: stoommachines, treinen, schepen etc.; Hal Formido, Lemsteraak 1, 2411 NC Boegraven; open 09.00 – 16.00; toegang gratis; een mogelijkheid voor modelbouwers in de regio die nog geen lid zijn van een plaatselijke vereniging om eens kennis te maken met een actieve club i hun omgeving; info: stoomclub@kpnmail.nl 14 t/m 16 mei Stoomdagen Stoomgroep Turnhout, in het Stadspark te Turnhout. 16 mei Creatieve handen markt; tuinen van Slot Zeist; open 10 – 17; toegang € 5,00 kind t/m 12 jr onder begeleiding gratis; info: www.vanaerlebv.nl 21 mei Meccanogilde bijeenkomst Sevenum; De Wingerd, Maasbreeseweg 2, 5975 BN Sevenum; open voor publiek 11.00 – 15.00; info: www.meccanogilde .nl; NB: Gewijzigde locatie!! 21 mei Rijdag bij Stoom Modelbouw Midden Brabant; banen op terrein “Amarant”, Bredaseweg 570, Tilburg; 11 – 16. 21 mei Modelspoorbeurs; Expo Houten, Meidoornkade 24 3992 AE Houten; open 10 – 15; toegang € 7,00 kind t/m 11 jr onder begeleiding gratis; info: www. modelspoorbeurs.nl 27 t/m 29 mei Dordt in Stoom 28 mei Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 4 juni Open dag MV Twente; Beltrumbrink 52-a, Enschede; open 10.00 – 17.00 4 en 5 juni Open dagen bij de Maasoeverspoorweg; Achterzeedijk 1-A, 2991 SB Barendrecht. 11 juni Meccanogilde bijenkomst Alverna; Dorpshuis Oase, Graafseweg 570, 6603 CL Wijcen/Alverna; open voor publiek 11.00 – 15.00; info: www.meccanogilde.nl 11 juni Zomerstoom; NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 10.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 18 juni Rijdag bij Stoom Modelbouw Midden Brabant; banen op terrein “Amarant”, Bredaseweg 570, Tilburg; 11 – 16. 18 en 19 juni Vaarshow Vaargroep Noorderlicht; Reiderhaven, Hoofdstraat 9 9686 VE Beerta; info: www.vaargroepnoorderlicht.nl of www.reiderhaven.nl 18 en 19 juni Stoompluimen in de Pluimweide; evenement rond de modelspoorbaan van SGB Junior; Waardweg 4, Hoedekenskerke; open 10.30 – 17.00; dit weekend extra ritten van de Stoomtrein Goes-Borssele; info: www.destoomtrein.nl. 25 juni Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 25 en 26 juni Schutterspark onder stoom; open dagen Stoomgroep Limburg; Schutterspark Brunssum; Heidestraat 20; open 11.00 – 17.00.

2 juli Modelspoorbeurs; Expo Houten, Meidoornkade 24 3992 AE Houten; open 10 – 15; toegang € 7,00 kind t/m 11 jr onder begeleiding gratis; info: www.modelspoorbeurs.nl 3 juli Zomerstoomdag bij MBV Het Y; spoorbanen aan de Genieweg te Spaarnwoude. 9 juli Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 16 juli Rijdag bij Stoom Modelbouw Midden Brabant; banen op terrein “Amarant”, Bredaseweg 570, Tilburg; 11 – 16. 23 juli Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 30 juli Grote Rijdag Stoomgroep Kerkwerve; Recreatieboerderij Langeraad, Weelweg 3, Kerkwerve; tevens palingrookkampioenschappen, braderie met streekproducten; rijden op 3,5”, 5” en 7,25” spoorbanen en LGB; aanmelden en info: www.stoomgroepkerkwerve.nl 13 augustus Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 13 /m 15 augustus Zomerstoom, Stoomgroep Turnhout; Stadspark te Turnhout. 13 augustus Mini stoomdag bij Gemaal Hertog Reijnout; Zeedijk 9, 3861 MD Nijkerk; modelen grote stoommachines; vaartochtjes op stoomsleepboot “de Adelaar”; open 11.00 – 16.00; info: http://stoomgemaalhertogreijnout.blogspot.nl. 27 augustus Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 27 augustus Modelspoorbeurs; Expo Houten, Meidoornkade 24 3992 AE Houten; open 10 – 15; toegang € 7,00 kind t/m 11 jr onder begeleiding gratis; info: www. modelspoorbeurs.nl 27 augustus Open dag Rading Spoor; banen aan de Karnemelkseweg, te Hollandse Rading. 3 en 4 september 30e Internationale Stoomdagen KMYCA; op de spoorbanen in het Rivierenhof, nabij het Cogelsplein, B-2100 Deurne (Antwerpen); spoor van 5”, 3,5” en 2,5” en treintafel voor spoor 1; info: www.kmyca.be. 3 en 4 september Oldtimerdagen in Tilligte (Ov.) 10 september Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 17 september Rijdag bij Stoom Modelbouw Midden Brabant; banen op terrein “Amarant”, Bredaseweg 570, Tilburg; 11 – 16. 17 en 18 september Stadskanaal onder Stoom; een evenement met aandacht voor diverse zaken die met stoom worden aangedreven, zowel in het groot als in modelbouw, maar ook bijv. oude vrachtwagens en andere ode voertuigen; Museum Spoorlijn STAR, Stationstraat 3, 9503 AD Stadskanaal; aanmelden en info over deelname (ook voor commerciële deelnemers) via info@stadskanaalrail.nl; deelname is mogelijk met spoorse zaken op het gebied van modelbouw, spoorwegen, boeken etc; toegang € 12,00; algemene info: www.stadskanaalrail.nl. 24 september Rijdag NVM Spoorbanen Stormpolder; uitzichtpunt Stormpolder, Krimpen a/d IJssel; 11.00 – 16.00; info: www.stormpolderrail.nl 24 september Modelbrouwersbeurs; Gorinchem. 24 september Zeeuwse Trein Model Ruilbeurs. Congrescentrum “De Stenge”, Stengeplein 1, Heinkenszand (bij Goes). Modeltreinen “voor elck wat wils”. Open: 10.00 tot 15.30, toegang € 1,50; tot 10 jaar € 0,50. Info: ztmr@zeelandnet.nl of 0113-220493

De Modelbouwer • nr 5- 2016 - 61


Adressen van aangesloten verenigingen EMV, Eindhovense Modelbouw Vereniging Secr. Treublaan 14, 5644 DD Eindhoven. E-mail: emv@dse.nl Website: www.eindhovenmodelbouw.nl Haagse Modelboot Club - HMBC Postadres: De Look 23, 2635 GE Den Hoorn. Tel.: 015-2621524. Clubavond: ‘s zomers elke woensdagavond in clublokaal Madepolderweg 98 te Den Haag. Vaarlokatie: de Madestein-vijver bij Partycentrum Madestein. E-mail: info@hmbc.nl Website: www.hmbc.nl HMBC Amfibie Secr.; Rob Tilburgs, Gaaistraat 3, 5702LB Helmond. Tel; 0492-534779. E- Mail : rob.tilburgs@hotmail.com Website: www.helmondse-modelboten-club.nl Kottenpark Modelbouw Club Secr. en werkpl: Lyceumlaan 30, 7522 GK Enschede, Tel.: 053-4821234. Bijeenkomst elke woensdagavond Website: www.kottenparkmodelbouwclub.com Marinegroep de Ruyter Zeeland Secr: F. Valke, ‘s Gravenstraat 174, 4567 AN Clinge. Tel.: 0114-311031. E-mail: devalk26@zeelandnet.nl Modelbouwclub Epe Secr.: Buizerdstraat 26, 8161 VD Epe. Tel.: 0578616457. E-mail: mbc.epe@kpnplanet.nl Website: modelbouwclub-epe.webklik.nl Modelbouwvereniging ‘Titanic’ Secr.: G.V.M. Haffmans, Genualaan 51, 5237 EC ‘s-Hertogenbosch. Tel.: 073-6419162. Clubhuis: Oosterplasweg 71. Bijeenkomst: elke donderdagavond, in de zomer ook elke zondagmiddag. E-mail: ghaffmans@home.nl Website: www.modelbotenclub-titanic.nl Modelbouwvereniging Almelo Secr: Keizersweg 10 7451 CS Holten Website: www.modelbouwalmelo.nl Modelbouwvereniging ‘Amstelland’ Secr.: A.H. Brandt, Egelantierstraat 58, 1171 JP Bahoevedorp. Tel.: 020-6598896. Elke woensdag werkavond van 20 - 23 uur in het eigen clublokaal aan de Alsmeerderweg 230 te Aalsmeer. Modelbouwvereniging ‘Flakkee’ Contactadr.: J.v.Hulst, Groene Zoom 36, 3245 CJ Sommelsdijk; Tel.: 0187-485345. Info bijeenkomsten via contactadres Website: www.modelbouwflakkee.nl Modelbouwvereniging ‘Friesland’ Secr.: J.A. de Jong, Schoolplein 9, 8748 BR Witmarsum; tel: 0517-531318; email: jongspiek@ home.nl. Bijeenkomsten 1x maal per maand op zaterdagmiddag van 14.00-17.00 uur in een zaal van het Wijkcentrum Bilgaard, De Hooidollen 17 te Leeuwarden. Website: www. modelbouwverenigingfriesland.nl Modelbouwvereniging ‘Het Y’ Amsterdam Voorz: Lex Leenaars, lex.leenaars@hotmail.nl, telefoon 020-4977114. Clubhuis en spoorbaan: Genieweg 38A,Spaarnwoude. E-mail: info@mbv-hety.nl Website: www.mbv-hety.nl Modelbouwvereniging Hoeksewaard ‘Maasoever Spoorweg’, Contactadres: Achterzeedijk 1-B, 2991 SB Barendrecht. Tel.: 06 -83080063. E-mail: info@maasoeverspoorweg.nl Website: www.maasoeverspoorweg.nl

62 - De Modelbouwer • nr 5 - 2016

Modelbouwvereniging Papendrecht Postbus 1209, 3350 CE Papendrecht. Info: A. van Bennekum. Tel.: 0184-417457. Bijeenkomst: iedere woensdagavond v.a. 19.30 uur, in de clubruimte in ‘de Boerderij’, Westeind 202 te Papendrecht. E-mail: arie@mbvp.nl Website: www.mbvp.nl Modelbouwvereniging ‘Twente’ Secr.: J.D.Ameling, Beltrumbrink 52a, 7544 ZD Enschede, tel. 06-13047665. E-mail: info@ mvtwente.nl. Website: www.mvtwente.nl Modelbouwvereniging Voorne Secr.: B.H. Distelvelt, Vliedbergstraat 208, 3224 XJ Hellevoetsluis. 06-54631614. Bijeenkomst: Woensdag 13.30-17.00 uur en donderdag 19.3022.00 uur in het clubhuis: Mosterdijk 1b, Vierpolders. NVM Afdeling Capelle/Krimpen a.d. IJssel Secretariaat: H.B. v.d. Dool, Koggerwaard 2, 2904 VG Capelle a/d IJssel, Email: info@nvmkrimpen.nl Clubavond: 1e donderdag van de maand. E-mail: info@nvmkrimpen.nl Website: www.nvmkrimpen.nl NVM Afdeling Rotterdam Secr.: Cor Willemse, Kadoelermeer 35, 3068 KE Rotterdam. Tel.: 010-4202617. Bijeenkomst: 1x per maand in de kantine van Speeltuinver. Lieshoutstraat 20, Rotterdam. E-mail: info@modelbouwersrotterdam.nl Website: www.modelbouwersrotterdam.nl NVM Afdeling Utrecht Secr.: Van der Helstlaan 5, 1412 HG Naarden. Bijeenkomsten 1e dinsdag van de maand om 19.30 uur in Cutureelcentrum ‘de Schalm’, Oranjelaan 10, De Meern. Email: nvm.afdeling.utrecht@ziggo.nl. Website: www.nvm-afd-utrecht.nl NVM Afdeling Oude Rijn en Gouwe Secr: Henk W.J.J.Ombelet, Hoefblad 1, 2771 SK, Boskoop. Tel.: 06-38732233 E-mail: stoomclub@kpnmail.nl Bijeenkomst: elke 1e maandagavond v.d.maand. NVM Spoorbanen ‘Stormpolder’ Contactadres: Distelbeemd 59, 4907 GW Oosterhout. Rijdagen elke tweede zaterdag van de maand, behalve in het winterseizoen (november t/m maart). Website: www.stormpolderrail.nl NVM Stoomgroep West ‘Zuiderpark’ Mr. P. Droogleever Fortuynweg 50, 2533 SR Den Haag. Terrein ligt in het Zuiderpark te Den Haag. Elke zaterdag ‘werkdag’. Gereden wordt vanaf april t/m september op woensdag van13.00 - 16.30 uur en op zondag van 11.30 - 16.30 uur. E-mail: info@stoomgroepwest.nl Website: www.stoomgroepwest.nl Scheepsmodelbouw Vereniging Vlissingen - SMVV Secr.: Middelburgsestraat 28, 4388 NV Oost Souburg Website: www.smvv.com Stoomgroep Kerkwerve Secr.: B. Barendrecht, Ring 9, 4321 AJ Kerkwerve, tel 0111-415407. Clubterrein Weelweg 3, 4321 AH Kerkwerve Website: www.stoomgroepkerkwerve.nl Stoom Modelbouw Midden Brabant Contact: Marcel Schoenmakers, Hasseltstraat 297, 5041 MA Tilburg. E-mail: secretariaat@smmb.nl. Website: www.smmb.nl.

NVM Stoomgroep Zuid R.F.P. van Vught, Heuvelse Hof 2, 5581 SP Waalre. Tel.06-12621474. E-mail: secretaris@ stoomgroepzuid.nl Web: www.stoomgroepzuid.nl Vaargroep ‘De Kempen’ Secr.: John Lakwijk, Sparrenlaan 38, 5553 DA Valkenswaard; Tel.: 040-2016251. Clubavond: 1e woensdag van de maand om 20.00 uur in ‘De Muzeval’, Dijk 5, Eersel, met uitz. van augustus.

Verwante contactgroepen en organisaties Houtmodelbouwgroepen: Hout/Hobby Groep Midden Veluwe Inl.: Mw.C.J.Franke, Gruitmeesterslaan 24, 8014 CH Zwolle. Tel. 038-4651561. E-mail: cj.franke@inter.nl.net Houtgroep Inl.: F. van de Water, Maanstraat 21, 5351 GW Berghem. Tel. 0412-401814 E-mail: watermolenaar@hotmail.com Houtbouw Zuid Contactadres: F. Kerstens, Kronenland 1237, 6605 RP Wijchen. Tel. 024-6418895 E-mail: franskerstens@hetnet.nl NVM Marinegroep Coördinator (zuid): W. Haars, Dorpsstraat 63, 4507 BJ Schoondijke; tel: 0117 - 401511. Coördinator (noord): J. van Utrecht, Mercury 108, 3769 KH Soesterberg; tel: 0346-351726; E-mail: j.van.utrecht@kpnmail.nl Stoomgroep Holland Secr.: Rozemarijnsingel 13, 7641 ED Wierden, tel. 0546-571017, www.onderstoom.nl Ned. Modelspoor Federatie NMF Secr.: De Wieke 47, 7876 GZ Valthermond, tel. 0599-662753, www.nmf.nl Ned. Vereniging van Belangstellenden in het Spoor- en tramwezen NVBS Secr.: W.J. Wiebosch, Schapedrift 47, 3371HE Hardinxveld-Giessendam, tel. 06 30234905 www.nvbs.com Alg. Ned. Scheepsmodelbouw Federatie ANSF Secr. N.Fischer, Dars 4, 1687 VZ Wognum tel. 06 53243136 www.ansf.nl Model Contactgroep Nieuw-Beijerland p/a M. Alewijn, Ridder van Dorpstraat 11, 3264 VC Nieuw Beijerland, tel. 0186-692585, E-mail: m.alewijn7@upcmail.nl Verenigingen kunnen zich aansluiten bij de NVM door zich te melden bij het NVM-secretariaat. Aangesloten verenigingen ontvangen ‘De Modelbouwer’ en alle leden zijn automatisch lid van de NVM.


NVM Nederlandse Vereniging van Modelbouwers Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel Utrecht onder nummer 40478213

Ledenadministratie Aanmelding en opzegging lidmaatschap, adreswijzigingen en klachten over de bezorging: Administratie NVM, Postbus 277, 7240 AG Lochem E-mail: marga@modelbouwers.nl De contributie inclusief toezendig van ‘de Modelbouwer’ bedraagt voor 2015: Voor leden binnen Nederland € 54,Voor jeugdleden in Nederland (t/m 17 jaar) € 45,België € 59,Overig Europa € 79,Buiten Europa € 99,Voor gezinsleden € 12,- zonder toezending van ‘de Modelbouwer’ Een lidmaatschap kan per 1 januari, of per elke gewenste uitgave ingaan en loopt tot en met 31 december. Lidmaatschappen worden automatisch verlengd, tenzij voor 1 november schriftelijk bij de administratie is opgezegd. Vermeld bij correspondentie altijd uw lidmaatschapsnummer.

Vereniging Voor alle andere vragen en inlichtingen, alsmede voor opgave van ledenadvertenties en opgaven t.b.v. de evenementen-agenda: NVM Secretariaat: F. Kamman, Van der Helstlaan 5, 1412 HG Naarden Telefoon: 035-6940567 (werkdagen 19.00 – 21.00) Email: info@modelbouwers.nl

NVM Veiligheidscommissie Stoom

COLOFON JAARGANG 78, NUMMER 5 - 2016 Officieel orgaan van de Nederlandse Vereniging van Modelbouwers Uitgave:

De Modelbouwer is een uitgave van het NVM in samenwerking met Media Primair Uitgeverij BV.

Uitgever:

Rob Mekelenkamp

Hoofdredacteur:

G.J. Volgers

Eindredacteur:

M.Flederus • eindredactie@modelbouwers.nl

Redactie:

Automodelbouw: Gerrit Volgers • gjvolgers@onsbrabantnet.nl Scheepsmodelbouw: Ron van Leeuwen • ships@modelbouwers.nl Stoommodelbouw : Ben Löring • stoom@modelbouwers.nl

Redactiesecretariaat: Frans Kamman, Van der Helstlaan 5,

1412 HG, Naarden

Kopij:

NVM op Internet:

Kopij voor artikelen kan worden gestuurd aan de redactiesecretaris. Als het bestand digitaal aanwezig is bij voorkeur direct aan de redacteur van de betreffende rubriek of aan de hoofdredacteur: gjvolgers@onsbrabantnet.nl Grote bestanden (met foto’s in hoge resolutie) kunnen het beste worden verstuurd via We Transfer. www.modelbouwers.nl

Vormgeving:

Media Primair Ontwerpbureau BV

Advertenties:

advertenties@mediaprimair.nl Telefoon: +31 (0) 342 400 279

Verspreiding:

De Modelbouwer is los verkrijgbaar bij de boek- en lectuurhandel

Distributie NL: Distributie BE:

Aldipress Imapress

Ledenservice:

Zie hiernaast.

Voor u een keuringsplichtige ketel gaat bouwen (in het algemeen een ketel met een werkdruk groter dan 3 bar) is het verstandig om u tekeningen te laten controleren en na te laten rekenen door de rekenmeester van de NVM. Hiertoe kunt u contact opnemen met: Gerrit Borst Narcissenveld 24 1901 L J Castricum, tel: 0251-656283

De leden van de Veiligheidscommissie zijn: J.A. Pommer P.P. van Mourik J. van Vught G.H.Wentink P. Wijmenga

tel. 020-6596595 tel. 010-5018456 tel. 040-2834218 tel. 070-3682340 tel. 0512-354037

(Badhoevedorp) (Rhoon, ZH) (Nuenen, NB) (Den Haag) (Sumar, Fr)

Het NVM Ketelreglement, waarin regels voor de bouw en de beproeving van modelstoomketels zijn vermeld, is verkrijgbaar bij het Tekeningenarchief en kan worden gedownload van de NVM website.

Modelbouwtekeningen.nl Inzake NVM Tekeningenarchief Postbus 277 - 7240 AG Lochem Tel: 06-12564239 (elke werkdag 08.30 – 12.30) Vragen inzake tekeningen : archief@modelbouwers.nl Vragen inzake bestellingen : info@modelbouwtekeningen.nl Het geheel of gedeeltelijk overnemen van artikelen uit ‘de Modelbouwer’ is alleen toegestaan met schriftelijke toestemming van de redactie en met een duidelijke bronvermelding. Door het indienen van bijdragen geeft de auteur te kennen te beschikken over de relevante rechten, inclusief die van beeldmateriaal en tekeningen, en verklaart hij deze ten behoeve van publikatie in ‘de Modelbouwer’ over te dragen aan de NVM van het blad. Publikatie in ‘de Modelbouwer’ omvat tevens latere, gehele of gedeeltelijke, publikatie in andere uitgaven van de NVM, waaronder begrepen uitgaven van het tekeningenarchief van de NVM. Een handleiding met tips voor het inleveren van kopij kan men downloaden van de NVM-site: www.modelbouwers.nl. De redactie behoudt zich het recht voor om, zonder dat de inhoud en vorm van de bijdrage wordt aangetast, redactionele wijzigingen aan te brengen. De redactie beslist over het al of niet plaatsen van de aangeboden bijdragen. Niet geplaatste bijdragen worden geretourneerd. De redactie tracht onvolkomenheden in tekst en tekeningen te vermijden, zij kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die desondanks kan ontstaan.

ISSN 0026-7384


Nieuwe webshop:

Powered by

Bouwtekeningen van 3300 modellen voor beginner tot expert

Powered by

NVM-leden ontvangen

33%

‘Like’ ons op www.facebook.com/modelbouwtekeningen

korting

Uw favoriete model bouwen vanaf tekening? Kijk voor meer informatie op: Pagina 58


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.