De modelbouwer 06

Page 1

De Modelbouwer

Model

NUMMER 6 • 2016

€ 5,95

H E T M A GA Z I N E V O OR D E M OD E L BOU W • W W W. M ODELB OUWER S. NL

Fowler B6 Afwerking van de “Duke of York”

Model van een aparte kruiwagen

L A I C E SP AP

NVM

Het afwerken van truckmodellen Lak, verwering en details

Het finishen van modellen!

Uw favoriete model bouwen vanaf tekening? Kijk voor meer informatie op:


OPRUIMING Duitse Modelbouwboeken DÉ ONLINE SHOP VAN MODELBOUWMAGAZINES

p O Op= Als u één of meerdere boeken uit de opruiming wilt bestellen is het noodzakelijk om van te voren bij archief@modelbouwers.nl even te informeren of deze nog leverbaar is/zijn.

Neem een abonnement of bestel losse uitgaven!

74.10.203

Der RC-Kapitän

€ 10,00

74.10.204

Lackieren von (Schiffs)-Modellen

€ 10,00

74.10.205

Fulmar, Tringa und Lucky Girl

€ 21,00

74.10.207

Lichter und Mehr

€ 10,00

74.10.209

Seenotkreuzer als Funktionsmodell

€ 14,00

74.10.211

Marineschiffe, SAR und Küstenwache

€ 14,00

74.10.212

Die RS-Boote der Volksmarine

€ 10,00

74.10.213

LTS- und KTS -Boote der Volksmarine

€ 11,00

74.10.214

Faszination RC-segeln

74.50.200

Ratgeber Elektroflug

€ 16,00

74.50.202

Hubschrauber ferngesteuert

€ 12,00

74.50.204

Der RC-Pilot

€ 13,00

74.50.203

Modell Hubschraubertechnik

74.50.205

Alles über Finish

€ 12,00

75.50.102

Thermikfliegen

5,00

75.50.103

Multicopter

5,00

75.60.201

JDH – Dampf auf Tour

6,00

75.60.203

JDH – Dampf auf Tour 2

6,00

9,00

8,00

Doe er uw voordeel mee. Maar denk eraan: Eerst vragen naar de leverbaarheid alvorens u bestelt! Kijk voor meer info op:

www.modelbouwmagazines.nl

WWW.MODELBOUWERS.NL NVM

NEDERLANDSE VERENIGING VAN MODELBOUWERS

W W W. M O D E L B O U W E R S . N L


Model

In dit nummer: Gerrit Volgers

De finishing touch……. Vele lezers zullen (net als ik) op modelbouwevenementen met bewondering staan te kijken naar de natuurgetrouwheid van modellen. En dan gaat het niet direct om de schaal waarop het model gebouwd is, maar vooral om de detaillering en de afwerking. Meestal eindigt dat met de verzuchting: “Dat zal ik nooit kunnen…” Bedenk daarbij echter dat deze bouwers van het model ooit in dezelfde situatie zijn geweest en via veel vallen en opstaan tot dit resultaat konden komen. Een aantal van hen is bereid geweest hun ervaringen op papier te zetten (of hoe dat mag heten in het digitale tijdperk) en dat aan de redactie toe te sturen. (Of de redactie te vertellen hoe ze het hebben gedaan). Dit nummer is een verzameling van deze kennis en ervaring. Geheel in lijn met de visie van de redactie is daarbij het model zelf ondergeschikt (maar daarom niet minder mooi!). Of het nu gaat om het beschriften van een locomobiel (de Fowler van Pieter Wijmenga) met het spuiten via sjablonen, het uit de hand schilderen van teksten (artikel Paul Burghoorn) of het gebruik van transfers (vrachtwagens van Zeger van Hattem): de technieken zijn universeel bruikbaar. Er is moed voor nodig om een prachtig geschilderd model daarna te onderwerpen aan de weergave van de tand des tijds: het roesten en het verweren. Maar ook dat is te leren (maar zinvol te beginnen op een oefenobject…), tot en met het versneld laten “roesten” van zelf gegoten onderdelen, in dit geval baggeremmers. Meer chemische middelen kunnen helpen bij het “zwarten” van metalen. Ook in dit nummer het streven naar verscheidenheid in technieken op het gebied van bouwen: van een eenvoudige houten kruiwagen tot een geheel uit messing gebouwde romp van een stoomsleepboot. Dit nummer kan als inspiratie dienen om van uw model ook een topmodel te maken

Bouwen en afwerken van scheepsmodellen

4

Model van de Alvis Saracen Een vreemde eend in de bijt

8

Het verroesten van zamak baggeremmers

14

Folwer B6 Afwerking van de “Duke of York”

18

Communicatie op de Fury Uit de oude doos...

24

NS 6300 stoomlocomotief Beschrijving van de bouw in spoor 1 (deel 2)

26

Het afwerken van truckmodellen Lak, verwering en details

30

Intermodellbau 2016 ...nog meer inspiratie

34

Model van een aparte kruiwagen

36

Moby Dick

38

Bouw van stoomsleepboot Dockyard V

40

Het “zwarten” van metalen Alchemie anno 2016...

46

Een 4-takt motor met glazen cilinder en roterend klepsysteem

48

Touwkleden met windenergie...

54

Lijntrekken (vervolg)

57

Vaste Rubrieken KEMO (kom er maar op) Nieuws uit het tekeningenarchief Column Voor uw agenda Adressen van aangesloten verenigingen Colofon

Aan deze uitgave werkten mee:

Gerrit Volgers, Paul Burghoorn, Rob de Graaf, Harm van Heijningen, Pieter Wijmenga, Wim Bosman, Hans Papenhuijzen, Zeger van Hattem, Jan Houtwipper, Rob Mooij, Henk Valkhof, Ron van Leeuwen, Jan Ridders, Rudolf Slijkhuis

25 59 60 61 62 63

IN DE VOLGENDE MODELBOUWER: Klipper Drommen RC Zijlader vorkheftruck 1:15 NS 6300 Deel 3

De volgende ‘Modelbouwer’ wordt omstreeks 15 juli 2016 verzonden. Dit blad verschijnt 10 keer per jaar.

NVM

De Modelbouwer • nr 6 - 2016 - 3


Bouwen en afwerken van scheeps In het verleden zijn er reeds artikelen verschenen over door mij gebouwde modellen. In 2011 nummers 6 en 7 van Hr. Ms. Hertog Hendrik (een pantserschip uit de koloniale tijd) en in 2013 nummer 4 van Hr. Ms. Nautilus: een politiekruiser voor de visserij, tevens mijnenlegger. In Soesterberg vorig jaar maakte ik kennis met de nieuwe redactie, die mij vroeg wat te schrijven over de door mij gebruikte materialen en technieken, een verzoek waaraan ik gaarne wil voldoen. Inmiddels heb ik de sleepboot Mark gerealiseerd en deze ook meegenomen in dit verhaal

1

2

4 - De Modelbouwer • nr 6 - 2016

3

Paul Burghoorn

Behandeling epoxyhars Vele modelbouwers die scratchbuild een scheepsromp willen bouwen beginnen in hout. Na het bouwen van de romp begint dan de behandeling ervan. Het moet waterdicht worden en het liefst lang mee gaan, zodat er later geen scheuren in komen door het trekken van het hout. Er zijn vele manieren om dit te doen. Zo zijn er epoxyharsen en polyesterharsen te koop. Mijn voorkeur gaat uit naar de epoxyharsen. Ten opzichte van polyesterharsen stinken deze een stuk minder en ze zijn naar mijn mening sterker. Het is wel zaak dat de mengverhouding perfect klopt, tezamen met juiste temperatuur en vochtigheid. Lees altijd eerst de beschrijving op het blik alvorens te beginnen. Het merk wat ik gebruik komt uit de jachtbouw, het is De IJssel injectiehars. Bij goede verwerking is dit een dunne epoxyhars die goed in de kern van het hout trekt. Alleen de romp behandelen met deze hars is niet voldoende. In combinatie met een keperdoek, gemaakt van polyestervezel wordt de romp beresterk en trekvrij.


6

5

Aanbrengen van huidgangen

modellen Voor mijn modellen gebruik ik doorgaans 160 gram per vierkante meter van het merk Variofox, ook van De IJssel coatings. Mooi dik doek dat gemakkelijk te plooien is voor de rondingen van het model. Na de romp ingeharst te hebben met het keperdoek is het zaak dit goed te laten uit harden. Daarna licht schuren om vervolgens nog een keer de romp te harsen. Het keperdoek zit dan volledig in de hars zodat tijdens het vlak schuren van de romp het doek niet wordt beschadigd.

4

Nadat de romp geharst is komt een onplezierig werkje, namelijk het vlak schuren en opvullen van oneffenheden in de romp. Gebruik een mondkapje want er komt veel fijnstof vrij. Voor het opvullen van oneffenheden gebruik ik polyesterplamuur. Dit is wat zachter dan epoxyplamuur zodat het wat makkelijker en sneller te schuren is. Na goed checken van de romp op onzuiverheden kan de eerste primerlaag er op gespoten worden. Hierna weer licht schuren. Hier en daar komt de plamuur weer tevoorschijn, maar ook kleine bultjes en kuil tjes vallen nu meer op. Waar nodig nog een beetje opvullen zodat er een strakke romp ontstaat. Nogmaals een primerlaag er op zetten en weer licht schuren. De scheepsmodellen die ik doorgaans bouw zijn schepen van weleer. Dit waren schepen die geklonken huidgangen hebben. Om dit na te bootsen gebruik ik, afhankelijk van de grootte en schaal van het model een afplaktape, met een juiste breedte. Meestal gebruik ik de blauwe crĂŞpeafplaktape van 3M. Hiermee plak ik banen over de gehele romp en dat

doe ik om en om. Bijvoorbeeld de eerste baan met tape, daaronder niet, daarna weer een baan tape enzovoorts. De ruimte tussen de banen met tape heeft dezelfde breedte als de tape. Om rechte banen te trekken over de romp is het handig om een klein stukje op de boeg vast te plakken en daarna op afstand een flink stuk af te rollen en met een scherp oog langs de romp te kijken om zo de tape elke keer een stukje aan te duwen als deze op de juiste hoogte zit. Als de banen tape erop zitten is het verstandig deze met een fijne korrel schuurpapier (korrel 200) op te schuren. Dit ter voorkoming van het ondervloeien van lak. Tussen de afgeplakte banen wordt een dunne plamuurlaag aangebracht. Meteen erna de tape verwijderen anders hardt de plamuur uit en is het zeer lastig de tape er nog af te halen. Alles checken of de opvullaag overal even dik is geworden. Zo niet, dan op die plekken volgens bovenstaande methode herhalen. De volgende primerlaag kan er op. Weer schuren en ontvetten. De romp is nu klaar om gespoten te worden tenzij er nog huiddoorvoeren, ankerplaten, stootlijsten, deuren enz. aangebracht moeten worden. Dat gebeurt eerst.

Spuiten van de romp Het spuiten vergt geduld om geen druipers te laten ontstaan. Maar eerst even over de lakken zelf. Voor goede lakken ga ik altijd naar een autolakken specialist. Deze kan desgewenst de kleur mengen en er zelfs een spuitbus van maken. De lakken die ik gebruik zijn te verdunnen met thinner. De merken zijn Max, AutoK en Motip. Let er altijd op dat je de juiste laksoorten gebruikt op elkaar anders vreten deze elkaar op. Veel werk gaat er dan verloren en ook hierbij geldt: eerst de beschrijving goed lezen en zo nodig proefstukjes maken. Er zijn verschillende caps/spuitmonden te koop. Standaard zitten er op de meeste bussen een ronde stralers maar er zijn ook breedstralers die verstelbaar zijn in horizontaal of verticaal spuiten.

De Modelbouwer • nr 6 - 2016 - 5


7 De betere caps hebben een regelaar voor laktoevoer. Neem altijd voldoende afstand en ga pas spuiten als de bus goed geschud is. Gebruik een mondkapje en als je binnen in een schuurtje of buiten spuit maak dan even de grond nat, zodat stof zo min mogelijk opstuift als je om de romp heen loopt. Maak lange banen tijdens het spuiten en begin naast je model te spuiten en eindig ook naast je model. Dit om spuitdots te voorkomen. Na de droogtijd kan er een matte of zijdeglans blanke laklaag over gespoten worden. Persoonlijk vind ik dit een realistischer beeld geven aan een model dan hoogglanslak.

Behandeling G4 Veel modelbouwers gebruiken G4 om het hout te behandelen. Zelf gebruik ik G4 voor alle opbouwdelen. G4 is een PU (polyurethaan) lak die te verdunnen is met thinner. Let er wel op dat als het verdund wordt met thinner het wel aan kracht inlevert. Het voordeel van G4 is dat het een 1-komponent lak is en direct verwerkt kan worden. Ook dit is een hars/laksoort dat erg sterk is na uitharding. Het nadeel van G4 is dat het na verloop van tijd gaat vergelen. Dit kan een nadeel zijn bij houten

8

6 - De Modelbouwer • nr 6 - 2016

opbouwdelen die in het zicht moeten blijven. Des al niettemin blijft G4 een geliefd product voor houten delen. Na de G4 behandeling is het opruwen wel noodzakelijk voor een goede hechting van de laklaag. Mijn scheepsmodellen gaan al wat jaartjes mee en ik heb nog geen bladderen ondervonden door slechte hechting. Goed opruwen en ontvetten is de regel. Nooit ontvetten met terpentine want dat ontvet niet, alleen met wasbenzine.

Weatheren Om een scheepsmodel een realistisch uiterlijk te geven is het verouderen van een model een extra toevoeging waardoor het in de meeste gevallen mooier wordt. De benodigdheden: • Roodmarterharen penselen, No. 000, 3, 5 en een kattetong ( een platte, lionse penseel waarbij de haren in een toog staan, dus geen waaierpenseel); • Van Gogh of Rembrandt (merk Talens) olieverftubes, kleuren Sienna gebrand, omber gebrand en zinkwit; • Je eigen vingers...

9

Voor roest gebruik je Sienna en voor vuile plekken wat omber. Neem wat Sienna puur van de tube en trek een rechte lijn (waar in het echt ook een broeihaard van roest kan zijn), veeg de penseel goed af en ga er nogmaals overheen en doezel deze verder uit. Als het hierna toch nog iets te “hard” is kan je met een vinger erover heen om het nog iets te vervagen. Voor de wat grotere vlakken van de romp gebruik je de kattentong om met wat omber de vuile plekken te verkrijgen. Hierbij zeer weinig verf gebruiken. Voor de huidgangen of andere kopse kanten neem je wat zinkwit op de kattetong en ga er losjes overheen (eigenlijk meer aaien). Duw niet te hard want je hebt zo een witte vlek... Dit geeft wat mooie highlights weer. Voor huiddoorvoeren: eerst wat Sienna, doezelen en met wat omber vanuit het gat een recht lijntje naar onder trekken wat tot nul uitloopt. De droogtijd van de olieverf kan wat lang duren, zo’n 1 a 2 dagen. Tip: gebruik voor de grondlak (bij mijn model grijs, maar kan ook zwart of een andere kleur zijn) een polyurethaanlak of thinner dragend. Mocht het verouderen mislukken of toch iets te veel zijn, kan je dit makkelijk weghalen met wat terpentine of wasbenzine zonder de grondlak te beschadigen. Is het geheel naar tevredenheid “verzegel” dan alles met een zijdeglans blanke lak. Spuit in dunne lagen. Natuurlijk kan airbrushen ook. Maar ik denk dat de meesten geen compressor hebben. Neem altijd een compressor met een druktank voor een constante druk en gelijkmatig spuitwerk. Gebruik een hogere druk dan voor een airbrush-tekening (zo’n 2 a 3 bar) en een fijne nozzle. Verdun de verf goed zodat de kleursterkte niet ineens te fel wordt. Vergeet niet de onderdelen die op het dek staan…… Nog een tip: kijk goed hoe de echte schepen zijn en overdrijf nooit.


10

11

12 13

14

Belettering

formaat. Zelf letters uitprinten in het gewenste font kan natuurlijk ook op speciale decal-vellen, zolang het geen witte belettering moet zijn. Op internet is daar veel over te vinden. De ornamenten, zoals op de Kortenaer maak ik uit 1,5 mm dik messing plaat. Deze wordt uitgezaagd met een zaagbeugel/figuurzaag. Na het zaagwerk wordt deze afgewerkt met een freesje (Dremel), O ja, vergeet de bemanning niet, zonder die vaart er geen schip…

Vrijwel alle beletteringen op mijn scheepsmodellen zet ik er met de hand op. Dat wil zeggen met een marterhaar penseel en zinkwit. Het zinkwit uit de tube olieverf verdun ik met terpentine. Deze techniek gebruik ik alleen om de scheepsnamen op de houten naamborden te zetten en de diepgangskenmerken. Voor moderne schepen ga ik naar een beletteringbedrijf die de tekst met plotter kan uitsnijden in het gewenste

Tot slot De gezegde luidt: “Vele wegen leiden naar Rome” en dat geld ook hierbij. Dit verslag is er maar één van. Ieder doet het op zijn eigen manier en dat kan tot hetzelfde resultaat leiden.. Bij twijfel is het verstandig om eerst proefstukjes te maken om teleurstellingen te voorkomen. Succes mede modelbouwers!

15

De Modelbouwer • nr 6 - 2016 - 7


model van de alvis saracen Een vreemde eend in de bijt

Over de bouwer.

Historie

Mijn naam is Rob de Graaf en ik bouw al sinds mijn jeugd modellen. Zo’n dertig jaar geleden besloot ik dat ik genoeg modellen van schepen en stoommachines had gebouwd en het tijd werd voor een nieuwe uitdaging. Het werden automodellen, met als uitgangspunt dat zij er niet alleen natuurgetrouw uit moesten zien, maar zij bovendien goede rijeigenschappen moesten hebben en alle mogelijke functies RC bedienbaar moesten zijn. Bovendien mochten zij niet tot het standaard modelbouwrepertoire behoren. Het belangrijkste criterium was echter dat het moest “klikken” met het originele voertuig. Die klik kwam toen ik tijdens een vakantie in Frankrijk in het tankmuseum in Saumur tegen een Engels gepantserd personeelsvoertuig uit de vijftiger jaren van de vorige eeuw aanliep: de Alvis Saracen Mk 1.

Gedurende de tweede wereldoorlog werd door de geallieerden voor het vervoer van infanteristen gebruik gemaakt van lichtgepantserde open voertuigen zoals de White Halftrack. Door de onlusten in Maleisië in 1949 bestond er bij het Britse Leger plotseling dringend behoefte aan een volledig gesloten gepantserd personeelsvoertuig. Het prototype van de Alvis FV603 Saracen was gereed in 1950 en de eerste voertuigen werden in 1952 in gebruik genomen door het Britse leger. Dit was het begin van een operationele toepassing, die 35 jaar zou duren en waarbij deze voertuigen in verschillende uitvoeringen werden ingezet tijdens conflicten over de gehele wereld. De Saracen 6x6 kan totaal 12 personen vervoeren, inclusief de commandant, bestuurder en radiotelegrafist. De cabine en de koepel zijn vervaardigd van gelaste pantserplaat en het voertuig

8 - De Modelbouwer • nr 6 - 2016

kan zonder verdere voorbereiding door circa 1 meter diep water rijden. De bewapening bestaat uit een Browning .30 machinegeweer in de koepel en een Bren .303 machinegeweer op een affuit rond het dakluik aan de achterzijde.

Het model De aard van mijn modellen, over het algemeen oudere legervoertuigen, impliceert dat er doorgaans weinig beschikbaar is aan oorspronkelijke bouwtekeningen. Soms zijn er wel bruikbare workshop- manuals te vinden die vooral veel technische informatie geven, maar doorgaans moeten de meeste maten toch van een origineel voertuig komen. Dit betekent dat je afhankelijk bent van de beschikbaarheid en de medewerking van de eigenaar van zo’n voertuig. In dit geval was het eenvoudig, het voertuig stond vrij opgesteld in het museum en was op eigen risico legaal toegankelijk.


schaal 1:6

Rob de Graaf

Deze schaalkeuze heeft nog een bezwaar: mijn werkplaats is niet bijzonder groot, zo’n 3x3,5m. Deze ruimte deel ik met een werkbank, een grote kolomboor, een kleine freesmachine, een bejaarde Myford super7 draaibank en een soort serveerkar waarop mijn modellen worden geplaatst tijdens de bouw. (Afb.1) Er blijft dan niet zoveel vloeroppervlak over en opvolgende modellen hebben nu eenmaal de eigenschap alleen maar groter te worden... Overigens streef ik er wel naar om alle onderdelen helemaal zelf te maken, al dan niet met behulp van bovenstaande apparatuur. Ik heb daarbij bewust een uitzondering gemaakt voor tandwielen, in mijn ogen loonde het de moeite en de investeringen niet. 1

In het algemeen maak ik vervolgens (handmatig) bouwtekeningen aan de hand van de verzamelde documentatie, metingen, schetsen en foto’s. Meestal maak ik eerst een chassistekening op schaal en begin ik vast te bouwen, de rest teken ik dan later naar behoefte tijdens de bouw. In dit specifieke geval was er echter sprake van een zelfdragende carrosserie met een karakteristieke vormgeving waarbij rekening moest worden gehouden met een goede bereikbaarheid van het interieur in verband met de aandrijving, de vering en de besturingsapparatuur,

2

De romp zodat ik dit keer eerst het hele voertuig heb ontworpen en getekend, met als consequentie dat ik bij wijzigingen tijdens de bouw ook steeds mijn tekeningen moest aanpassen. Ik heb gekozen voor een schaal 1:6. Dit leidt tot een vrij fors (en zwaar) model, maar de ervaring had mij inmiddels geleerd dat een kleinere schaal onvoldoende mogelijkheden gaf waar het de sterkte van ingewikkelde constructies en detaillering betrof. Om hieraan enigszins tegemoet te komen is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van aluminium en kunststof.

Zoals reeds eerder vermeld is deze geheel zelfdragend. Op zichzelf is dit niet problematisch, het vervelende was echter dat bij het model deze constructie als het ware op halve hoogte horizontaal doormidden moest worden gezaagd om voldoende bereikbaarheid te creëren voor de inbouw van de aandrijving, de besturing en alle verdere apparatuur. Bijkomende complicatie was dat de achterdeuren wel een volledig spant moesten hebben in verband met de bevestiging van de deuren. Daarom zijn de middelste twee spanten van tevoren doorgezaagd en tijdelijk door middel van uitneembare schotten met elkaar verbonden. (Afb.2 en 3)

3

De Modelbouwer • nr 6 - 2016 - 9


4 5 De bovenzijde van de kap is aan de achterzijde voorzien van een half spant dat tegen de binnenzijde van het achterste (volledige) spant van van de onderste helft rust en dient tevens als fixatie van de kap.(Afb 4). De hoekige vormgeving zorgt voor voldoende stijfheid van de kapconstructie Bij de onderkant van de romp zijn achteraf dwarsverbindingen aangebracht bij de middelste twee spanten teneinde voldoende stijfheid te garanderen om de krachten van de besturing, aandrijving en vering op te vangen. De spanten zijn uit het oogpunt van gewichtsbesparing voorzien van gaten, hierin zijn plaatselijk aluminium pijpen in lengterichting aangebracht voor extra stijfheid van de constructie. Deze pijpen dienen tevens als draaddoorvoer en niet te vergeten als handgreep om de complete, door zijn afmetingen en gewicht tamelijk onhandelbare,onderbouw op te tillen. De spanten zijn gemaakt uit 3mm aluminiumplaat, de huid is van 1mm aluminiumplaat. Om een strakke vormgeving te bereiken zijn alle panelen eerst op maat gemaakt, daarna zijn ze door middel van onderlegstrips die in de juiste hoeken zijn gezet, aan elkaar gelijmd met een PU lijm. Om te voorkomen dat zij verschuiven tijdens het droogproces zijn tevens op regelmatige afstanden 1mm verzonken klinknagels aangebracht, deze zorgen in mijn ogen bovendien voor een welkome versterking die een hoop ellende kan voorkomen. Eerst werd de onderkant van de huid voorzien, vervolgens werd aan de zijkanten een pasrand vóór de

10 - De Modelbouwer • nr 6 - 2016

elektromotor is in het midden van het voertuig geplaatst. De luiken in de motorkap kunnen weliswaar open, maar dit biedt onvoldoende toegang. Daarom is de complete bovenzijde van deze ruimte apart afneembaar nadat eerst de kap is verwijderd. (Afb 5). Voor het verwijderen van deze delen is geen gereedschap nodig.

Wielen en banden 6 afneembare kap van het cabinedeel aangebracht in de vorm van een hoekprofiel. Daarna werden de tijdelijk aangebrachte (halve) kapspanten over de lengte van dit hoekprofiel aan de zijkant voorzien van een aluminium tafelrandprofiel, waarvan de bolle korte zijde kwam te rusten op dit hoekprofiel. Vervolgens kon de huid van de kap worden aangebracht. De kap kon daarna eenvoudig worden verwijderd en na demontage van de tijdelijke schotten verder worden afgewerkt aan binnen- en buitenzijde. Deze werkwijze zorgde er voor dat een perfecte passing werd verkregen waardoor de kap los op de romp geplaatst kan worden zonder dat een vergrendeling tijdens het rijden noodzakelijk is. De motorruimte bevat bij het model de behalve de elektronica ook de stuurservo met de overbrenging naar de pitmanarmen en de vering van de vooras. De

De wielen bestaan uit twee delen, die samen de band omvatten. (afb 6) Deze delen zijn gedraaid uit aluminium en worden met boutjes aan elkaar verbonden. De gedeelde constructie vereenvoudigt de montage van de banden aanzienlijk indien het, zoals hier, om banden van een harde rubbersoort gaat. De banden zijn zelf gegoten van PU gietrubber. Het gaat hier om een 11.00 – 20 terreinband, een relatief zware band en deze zijn daarom voorzien van een styropor vulling. Dit scheelt in het gewicht en het beperkt de rubberkosten enigszins. Voor een uitgebreide toelichting op het zelf maken van banden verwijs ik graag naar een artikel van mijn hand in de Modelbouwer Nrs 3 en 4 van 2007.

Assen De Saracen beschikt over drie aangedreven, onafhankelijk geveerde assen, waarvan de eerste twee assen zijn gestuurd. De tweede as wordt door middel van een buiten het voertuig


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.