gezondheid
1
Alles voor de endorfinekick Elke dag sporten, urenlang. Het leven van een sportverslaafde draait maar om één ding: bikkelen. “Een gebroken teen? Even doorbijten.” >
Santé • april • 20 09
73
2
De gevaren van sportverslaving
“Ik train zes dagen in de week, drie uur per dag. Een sportjunkie? Eigenlijk wel. Maar ik voel me er lekker bij.” Carla Hoitinga (36, ambulancechauffeur) vult elk vrij uurtje met hardlopen, survivaltrainingen en fitness. Ze traint fanatiek voor de Ultimate Fitness Challenge. Bij dit extreme sportspektakel strijden twintig vrouwelijke finalisten in de hitte van Curaçao om de eerste plaats. Ze trekken auto’s over de weg, mountainbiken over een ruig parcours en rennen met een blok beton op de schouders over een militaire stormbaan. “Ik sta om vijf uur morgens op, ‘Voor je lichaam ’szodat ik voor ik is het heel naar mijn werk ga nog twee uur belangrijk om kan fitnessen. Of zware en lichte ik train na het trainingen af te werk met een groepje vrienden wisselen’ op een stormbaan. Ik probeer zwaarder te trainen dan de andere deelneemsters. Ik sleep bijvoorbeeld met een boomstam door het Amsterdamse Bos. Ik heb uitdagingen nodig.” Een duidelijk gevalletje sportverslaving? Mirjam Steunebrink is sportarts in opleiding bij het Medisch Centrum Haaglanden. Elke maand komen er sporters op haar spreekuur bij wie de liefde voor sport is doorgeslagen. “Deze sportverslaafden gaan door, ook al zijn ze geblesseerd. Ze worden narrig en onrustig als ze niet kunnen trainen. De echte sportjunkies gaan bij elke training tot het uiterste, terwijl het voor je lichaam juist heel belangrijk is om zware en lichte trainingen af te wisselen.” 74 S a n t é • a p r i l • 2 0 0 9
Geluksgevoel Bij intensief sporten komt in de hersenen endorfine vrij. Dit stofje heeft een pijnstillend effect en zorgt voor een gevoel van geluk en zelfs euforie. Hardlopers krijgen bijvoorbeeld een runner’s high en mensen die daar gevoelig voor zijn, willen dat lekkere gevoel steeds vaker oproepen. Sportverslaafden krijgen lichamelijke ontwenningsverschijnselen als ze niet bewegen. Ze missen dat lekkere stofje en worden chagrijnig of krijgen zelfs depressieve gevoelens als ze door een blessure lange tijd niet kunnen bewegen. Maar het is ook een geestelijke verslaving; de echte sportjunkie wil uitblinken, steeds opnieuw presteren. Steunebrink. “Sportverslaafden zijn echte strebers. Ze hoeven niet per se topsporter te zijn en te winnen, maar willen wel steeds weer wat beter worden. Ze móéten heel veel van zichzelf. Als ze een dag niet trainen, voelen ze zich schuldig.” Ook Carla voelt zich rot als ze niet bikkelt. “Dan heb ik het idee dat ik die dag niets heb bereikt en zit ik helemaal niet lekker in mijn vel.” Daarom gaat Carla ook door als ze geblesseerd is. Een paar maanden geleden had ze een gebroken teen. “Het deed pijn, maar ik ben gewoon doorgegaan met hardlopen en fietsen. Even doorbijten, denk ik dan.”
Schadelijk Superfanatiek sporten is minder onschuldig dan het lijkt. Steunebrink: “Het is natuurlijk lang niet zo ongezond als een alcohol- of een drugsverslaving, maar ook deze verslaving kan schade veroorzaken.” Een sportverslaafde traint door terwijl hij
of zij lichamelijk eigenlijk te moe is. “Bij vermoeidheid gaan ze nog harder trainen, omdat ze vinden dat ze niet goed genoeg meer presteren. Maar voor het lichaam is het allemaal veel te veel. Ook door blessures laten sportjunkies zich niet tegenhouden. Laatst had ik nog een vrouw op mijn spreekuur met een achillespeesontsteking. Ze bleef hardlopen en nu heeft ze zichzelf zo veel schade toegebracht dat ze misschien nooit meer van de klachten afkomt.” Sporters die hun lichaam niet voldoende rust gunnen, kunnen door de voortdurende belasting gewrichtsklachten krijgen. Ook loopt de sportverslaafde een groter risico op botontkalking en artritis. Steunebrink: “Dat kan komen door een tekort aan voedingsstoffen of door de zware belasting van het kraakbeen.”
Verantwoord beulen? Denise de Beer (32) heeft één grote passie in haar leven; hardlopen. Haar vriend ontmoette ze bij haar hardloopclub; hij was de trainer. Ze werkt parttime, zodat ze veel tijd over heeft om te sporten. Denise loopt vijf dagen in de week, de ene keer anderhalf uur, de andere keer drie uur. Daarnaast geeft ze nordic walking-lessen en gaat ze een keer in de week met haar moeder naar bodyshape. Denise houdt niet van luiervakanties. Elke vakantie loopt ze met haar vriend een hele of halve marathon. “Vorige zomer hebben we in San Francisco een halve marathon gelopen en het jaar daarvoor zijn we in Zwitserland naar een gletsjer gerend.” Ze zou niet meer zonder kunnen. “Ik word chagrijnig als ik niet kan lopen, het is zó lekker
De of ficiële term voor spor t verslaving is bigorexia .
Ben jij ook verslaafd? Het is moeilijk aan te geven wanneer sporten te veel is. Maar als je deze kenmerken herkent, moet je misschien eens met een sportarts of psycholoog praten. • Je hebt je hele leven rond het sporten georganiseerd. Op feestjes maak je het nooit laat, als je op vakantie gaat
ontspannend. Ik voel me schuldig als ik een keer door omstandigheden niet kan trainen.” Is Denise nooit bang voor de gevolgen voor haar lichaam? “Ik ben misschien wel een beetje verslaafd, maar ik sport heel verstandig. Ik ben fysiotherapeut en weet hoe belangrijk het is om mijn lichaam af en toe rust te gunnen. Ik houd bijvoorbeeld één rustdag per week.”
tekst: Mensje Melchior, beeld: Corbis
Sport als identiteit Mirjam Steunebrink denkt dat Denises passie voor hardlopen niet ongezond is. “Het lijkt erop dat ze haar lichaam genoeg tijd geeft om te herstellen.” Maar Denises leven is wel helemaal op het sporten gericht. En dat verhoogt het risico om van een gepassioneerde sporter in een verslaafde te veranderen. “Ik zeg vaak tegen sportverslaafden: zorg dat je ook een leven naast het sporten hebt. Ga ook eens naar de bioscoop of een avondje stappen. Investeer meer tijd in vrienden buiten het sportwereldje. Als je met andere dingen dan sport bezig bent, wordt de kans dat je te veel van jezelf eist kleiner.” Maar af kicken is voor sportjunkies niet makkelijk. Steunebrink: “Minderen is heel moeilijk. De meeste sportverslaafden krijgen altijd complimentjes over hun doorzettingsvermogen en prestaties. Daardoor is het fanatieke sporten een belangrijk onderdeel van hun identiteit geworden. Dat kunnen ze niet zomaar opgeven.”
Gas terug Sportverslaafden hoeven volgens Steunebrink niet helemaal af te kicken; minderen is al genoeg. “Ik probeer ze aan hun ver-
maak je er het liefste een trainings- kamp van. Vrienden ken je vooral uit het sportwereldje. • Je voelt je schuldig en onrustig als je een dag niet traint. • Tijdens je trainingen ga je voluit. Pas als je jezelf hebt afgebeuld, heb je het idee dat je lekker hebt gesport.
• Je hebt vaak last van blessures. Ook met blessures en pijntjes blijf je door- sporten, je denkt dat ze dan vanzelf weer overgaan. • Als je een periode niet kunt sporten, krijg je ‘ontwenningsverschijnselen’. Je wordt chagrijnig, voelt je lusteloos en onrustig of zelfs depressief.
stand te brengen dat ze minstens één dag per week rust moeten nemen. En in plaats van altijd maar tot het gaatje te gaan, moeten ze ook een paar keer per week rustig trainen. Dan krijgt het lichaam de kans zich te herstellen.” Ook geeft Steunebrink vrouwen die vaak alleen sporten het advies om (niet al te fanatieke) sportmaatjes mee te nemen. “Trainingsmaatjes kunnen de sportverslaafde een spiegel voorhouden, doordat zij het wel af en toe rustig aan doen. Dan ziet de sportverslaafde in dat altijd maar tot het uiterste gaan niet helemaal normaal is.” <
‘Sportverslaafden lopen een groter risico op botontkalking en artritis’
Hoe va ak (of weinig) spor t jij? Beken het op ons forum, via www. santeonline.nl.
Santé • april • 20 09
75