6
WEEKEND
ZATERDAG 24 JULI 2010
HET FOTOALBUM VAN...
Jan Taminiau
Het leven van de gevierde modeontwerper Jan Taminiau (35) bestaat uit hard werken, borduren en mijmeren over het verleden. En uit zijn familie natuurlijk.
Het resultaat van een van de vele verkleedpartijen in het gezin Taminiau: een fotosessie in Knokke. Met van links naar rechts Martijn, Maartje en Jan Taminiau.
Jans zus Maartje was een ideale paspop. Met een blauw laken drapeerde hij een jurk en de imaginaire fotoshoot kon beginnen.
Tekst: Mensje Melchior Foto’s Jacqueline de Haas/privécollectie Jan Taminiau
V
ijf stagiairs buigen zich geconcentreerd over lange borduurramen. Met de hand bevestigen ze pailletten en steentjes op fijn gaas. Over een stukje van twintig centimeter doen ze bijna een hele dag. Binnen heerst rust, buiten wordt de straat overspoeld door toeristen en hoerenlopers die zich vergapen aan de vrouwen achter de ramen. Het atelier van Jan Taminiau (35) zit in een voormalig sekspand op de Wallen. Ruim twee jaar geleden kwam hij naar Amsterdam. In het begin keek Taminiau nog vaak vol verbazing naar buiten (,,Dat mannen helemaal buiten zinnen raken wanneer een schaars geklede vrouw haar lippen stift, ongeloof-
Tijdens de opening van zijn eerste atelier op de Amsterdamse Wallen.
lijk’’). Inmiddels is de sekshandel voor zijn deur een vertrouwd decor. Je verliet je geliefde Tilburg voor dit atelier. Waarom? ,,Ik wilde weg uit mijn veilige zone, het werd allemaal wel heel erg comfortabel. Ik werkte in Tilburg in hetzelfde gebouw als mijn ouders. Zij runnen samen een bedrijf dat kantoorpanden exploiteert, mijn broers werken daar ook. Mijn moeder kwam langs om te kijken wat ik aan het maken was en met mijn broers ging ik lunchen. Heel gezellig natuurlijk, maar ik was toe aan iets spannenders. Ik was ook benieuwd wat voor effect het zou hebben als ik in zo’n buurt chique jurken zou ontwerpen.’’ En, maak je nu echte Wallenfashion? ,,Nou, eigenlijk geloof ik niet dat mijn werk er echt door wordt beïnvloed. Mijn jurken zijn niet ineens een stuk bloter geworden. Ik maak nog steeds romantische mode met een rauw randje. Ik heb wel gemerkt dat ik mijn manier van naar de wereld kijken overal mee naar toe neem. Ook hier zie ik de romantiek. Als ik nu naar buiten kijk, concentreer ik me op de zwanen in de gracht. Ik geniet van die romantische, trouwe dieren die hier onverstoord rondzwemmen, terwijl een stukje verderop geld wordt verruild voor seks.” In zijn atelier levert Taminiau maatwerk. Hij maakt trouwjurken, avondjurken en zakenpakjes. De vrouwen in zijn klantenkring komen soms wel vijf keer passen, voordat hun nieuwe kledingstuk perfect is. Het borduurwerk gebeurt met de hand, in een jurk kan
wel tweehonderd uur werk zitten. In 2003 studeerde hij af aan het FIA, de vervolgopleiding van de modeacademie in Arnhem. Al snel begon hij voor zichzelf en showde hij zijn ontwerpen in Nederland en later in Parijs. Zijn signatuur: elegant, stoer en vrouwelijk. Stugge stoffen gecombineerd met fijne borduursels of tule. Het zijn bijna sprookjesachtige ontwerpen, met een vleugje nostalgie. Zo gebruikte hij de
IN HET KORT
Geboren: Goirle, 1975 Opleiding: In 2001 studeert Taminiau af aan ArtEZ, Hogeschool voor de Kunsten in Arnhem. Daarna volgt hij de vervolgopleiding aan het Fashion Institute Arnhem (FIA). Carrière: Meteen na de FIA begint Taminiau in 2003 voor zichzelf. In 2007 heeft hij zijn eerste eigen show in Parijs en ontwerpt hij een feestcollectie en lentecollectie voor modeketen Claudia Sträter. In 2009 ontwerpt hij zijn eigen pret-a-porter-collectie. Maar door strubbelingen met zijn zakenpartners, moet hij met deze collectie na een seizoen alweer stoppen. In een van zijn eerste collecties verwerkte Taminiau de Nederlandse postzak tot jasjes en jurken. Prinses Máxima droeg vorig jaar een postzakjasje en later nog andere kleding van de ontwerper. Privé: Taminiau is single en woont in Amsterdam
antieke, brokaten priestergewaden in zijn jurken en verandert hij versleten stof van postzakken in een hip jasje. In de keuken van zijn atelier spreidt Taminiau een aantal foto’s uit op tafel. Eén ding is duidelijk: zijn liefde voor het verleden zat er al vroeg in. Zijn favoriete foto toen hij klein was? Een beeld waarop hij met zijn broers en zus verkleed staat. ,,Deze is genomen in Knokke tijdens een vakantie in Vlaanderen. Het lijkt net of we uit een andere eeuw komen. Hij hing bij mijn ouders op de slaapkamer. Ik kon er minutenlang naar staren, zo mooi vond ik dat beeld. Alsof we echt in vervlogen tijden leefden.’’ Je vond verkleden sowieso heerlijk; je zusje Maartje heeft heel wat te verduren gehad. ,,Haha, ja. Wat in mijn fantasie speelde, deelde ik met haar. Ze was mijn paspop; ik kleedde haar aan en samen speelden we fotoshoots na. Op deze foto heb ik van kippengaas een korset voor haar gemaakt en een glanzende sjaal van mijn moeder en een blauw laken om haar heen gedrapeerd. Maar ze vond het leuk om te doen, hoor. Ook toen ik een rafelige pony in haar haar knipte, vond ze het prima.” Je wist; ooit maak ik haar trouwjurk. ,,Ik heb heel wat trouwjurken voor haar getekend. Eindeloos hebben we gefantaseerd hoe ze er op haar bruiloft uit zou zien. De foto waarop ze dan eindelijk haar echte jurk past, is een van de weinige die ik zelf heb gemaakt. Ik sla beelden op in mijn hoofd en heb normaal gesproken helemaal geen behoefte om nog foto’s te maken. Maar dit
‘Ik ben nog steeds zo gedreven; werk ongeveer zestien uur
WEEKEND 9
ZATERDAG 24 JULI 2010
Topnaaister en steun en toeverlaat Esther Koster op de terugweg na hun eerste show in Parijs. Esther stierf vorig jaar op 40-jarige leeftijd.
➜ en misschien een leuk huisje dat ik daarvan kon betalen. Met niets wilde ik meteen een eigen zaak opzetten. Op de academie was het me toch ook gelukt om met bijna niets mooie jurken te maken?” Al snel ging hij samenwerken met Esther Koster. ,,Zij was dé topnaaister van Nederland. Op haar 16de begon ze bij Frank Govers, na zijn overlijden werkte ze voor Frans Molenaar en Viktor en Rolf. Op een kerstavond kwam ze in mijn leven. Ik kon een paar jurken niet op tijd afkrijgen en belde haar in paniek. Ze stapte meteen in de auto en hielp me uit de brand. Een en al kordaatheid was ze en wat ik in mijn hoofd had, kon zij maken. ,,De foto in de auto is genomen na mijn eerste show in Parijs, in 2007. Ze heeft een grote zonnebril op, we hadden net hele nachten doorgewerkt. Juist op het moment dat ik klikte, maakte ze haar favoriete grap: ‘Die jurken van jou stik ik met een peuk in mijn bek en twee vingers in de neus’. En daarna haar bulderlach. ,,Esther was belangrijk voor mijn atelier. Ze was mijn rechterhand en een heel goede vriendin. Vorig jaar werd ze ziek, kanker. Ze is niet ouder dan 40 geworden. Toen ze stierf liet ze twee kleine kinderen achter, en mij. Esther waakte altijd als een pitbull over haar kinderen en eigenlijk was ik er daar ook een van. Voordat ze stierf, regelde ze nog een goede opvolger. En die werkte ze ook nog in. ‘Jan, je moet doorgaan,’ zei ze.” Hoe doe je dat dan, doorgaan? ,,Door eerst een paar potjes keihard te janken, maar daarna gewoon weer hard aan het werk te gaan. Eigenlijk blijft het ongrijpbaar dat ze er niet meer is. Door dat verlies en door andere omstandigheden moest ik mijn bedrijf even op een lager pitje zetten.” Je deed vorig jaar geen shows in Parijs en stopte met de pret-à-portercollectie 2008: Maartje Taminiau past de door haar broer ontworpen trouwjurk.
die je op wilde zetten voor het grote publiek. ,,Het was echt even tijd voor bezinning. Het liep mis met de zakelijke partners die mij zouden helpen met de pret-àportercollectie. En omdat mijn rechterhand ziek was, kon ze me niet meer helpen om jurken voor de coutureshows erdoorheen te knallen. Tegelijkertijd leek de wereld in te storten met die vreemde economische recessie. Het was ineens niet meer zo veilig in mijn eigen wereldje, de kille werkelijkheid drong erin door. We moesten echt even pas op de plaats maken.” Wat ging er dan mis met die zakelijke partners? ,,Ze stelden contracten op waarin ze zichzelf voor 60 procent eigenaar probeerden te maken van mijn bedrijf. Ik had dat niet meteen in de gaten. Ik ben dyslectisch en dus niet echt goed in het napluizen van contracten. Mijn zus leest altijd mee en zij belde me in paniek op: ‘Stop, niets tekenen!’” Ze heeft je behoed voor een grote misstap… ,,Zeker. Als ik er in was getrapt, hadden ze gewoon mijn bedrijf over kunnen nemen.”
Voor zijn afstudeercollectie kreeg Jan Taminiau de Roos Geesink Prijs voor meest veelbelovend ontwerptalent.
HET FOTOALBUM VAN... JAN TAMINIAU
‘Ik ben en blijf een romanticus in hart en nieren.’ Toch is Taminiau alweer meer dan overeind gebrabbeld. In januari hield hij weer een show in Parijs, de kritieken waren goed. Zoals altijd waren zijn broers, zus en ouders erbij. De een doet de catering, de ander helpt de dressers of doet last-minute klusjes. ,,Heerlijk, dat ze er nog altijd bijzijn. We worden soms wel een potje emotioneel met z’n allen. Na de show wil ik ze even niet zien. Bij hen komt de ontlading, terwijl ik nog de pers te woord moet staan. Dan kan ik natuurlijk even niet een emotionele vader in de buurt hebben.” Taminiau kreeg er steeds meer particuliere klanten bij. Niet in de laatste plaats doordat Máxima in zijn werk rondloopt. Vorige zomer opende onze kroonprinses de Mode Biënnale in Arnhem in een van zijn beroemde postzakjasjes. Met die jasjes begon hij zijn
collectie na het afstuderen. (,,Zo mooi, dat ze juist die uitkoos, een jasje waarbij ik versleten postzakken gebruik. Van die zakken waar liefdesbrieven in hebben gezeten, maar ook vervelende belastingaanslagen.’’) In New York droeg ze vorig jaar zijn blauwe trenchcoat en een huidkleurige galajurk. Ook op Prinsjesdag had ze zijn werk aan. Hoe gaat zoiets, hing Máxima ineens aan de telefoon? Kwam ze hier langs op de Wallen? ,,Dat vertel ik niet. Ik praat nooit over klanten. Ik wil er niet teveel over opscheppen. Natuurlijk was ik blij dat ze in mijn ‘kindje’ rondliep en het is ook leuk dat er aandacht voor is in de pers. Maar het gaat om háár in die jurk en niet om mij. Dat klinkt misschien als valse bescheidenheid, zeker omdat er veel energie en liefde in de door mij ontworpen kleding zit. Toch is het echt zo; het gaat om mijn ontwerpen en niet om Jan Taminiau zelf.” Maar voor die jurken moet wel alles wijken. Heb je eigenlijk nog wel tijd voor de liefde, met al dat harde werken? ,,Er is nu geen plaats in mijn leven voor de liefde. Ik moet me concentreren op mijn werk en kan dus niet beginnen aan een relatie met iemand die wil dat ik de hele tijd bij hem ben. Alles draait om dit. Ik zet niet zomaar alles opzij voor iemand anders. Dat weten mijn vrienden en familie ook. Als ze een probleem hebben en ze bellen me, sta ik meteen bij ze op de stoep. Maar ze moeten niet verwachten dat ik elke week kom borrelen en er op alle verjaardagen ben. ,,Ik heb het wel geprobeerd hoor, relaties. Ik ben en blijf natuurlijk een romanticus in hart en nieren. De meeste mannen houden het jammer genoeg niet uit met iemand die constant aan het werk is. Maar ja, mijn werk is mijn alles en ik ben niet van plan het rustiger aan te doen.” ■ Het postzakjasje is Taminiaus bekendste ontwerp omdat het het eerste stuk was dat prinses Máxima aanschafte van een Nederlandse ontwerper.
‘Er is nu geen plaats in mijn leven voor de liefde.’
WEEKEND
ZATERDAG 24 JULI 2010
Gedreven: Stagiaires hebben het nogal eens moeilijk met Jan Taminiau. ‘Als je van mij iets wilt leren, moet je niet om vijf uur naar huis willen.’ was zo’n bijzonder moment, dat ik toch naar die camera greep.” In huize Taminiau mocht zo’n beetje alles, als het maar creatief was. Met kerst deed Jan de decoraties. ,,Dan knipte ik de hele tuin kaal, van de klimop bleef niets over. Ik maakte stukken voor de tafel, en zette het huis vol met kaarsen. Niemand die zei ‘Nu is het wel genoeg, Jan’.’’ Zo kon het gebeuren dat hij het behang van de muren van zijn slaapkamer trok en dat zijn moeder dat nog stimuleerde ook. ,,Ik vond dat zo mooi, die vergeelde muren met gaten in het stucwerk. Dus scheurde ik het van de muren af. En daarna was de vloer aan de beurt; weg met die vloerbedekking. Ik leefde in een compleet gestripte kamer en vond het prachtig.” Taminiaus oma en tante handelden in antiek. In oma’s woonkamer stonden grote, eikenhouten kasten en hingen
immense kroonluchters. De zolder lag vol met afgedankt antiek. ,,Stoelen die kapot waren, stukken kroonluchter. Daar mochten we mee spelen. Dat prikkelde mijn fantasie; ik bedacht hele verhalen over waar het vandaan kwam en hoe het kapot was gegaan. Toen is mijn fascinatie voor het verleden ontstaan.” Na de middelbare school was Jan even zoekende. Hij begon aan twee studies die hij niet afmaakte; de Europese school voor Antiquairs in Antwerpen en de kunstacademie in Breda. Maar toen hij op de modeacademie in Arnhem terechtkwam, werd hij bloedserieus. Hij bleef bij zijn ouders in Tilburg wonen, zodat hij niet in de verleiding zou komen om met zijn academievrienden in Arnhem te gaan stappen. ,,Ik wilde overdag leren en ’s avonds aan mijn jurken werken. Niets mocht me nog afleiden.”
Waar kwam die gedrevenheid ineens vandaan? ,,Ik stopte in Breda, omdat ik het gevoel had dat ik niets leerde. Ik besloot te gaan reizen en op een gegeven moment ontmoette ik Susan Train, de hoofdredactrice van de Amerikaanse Vogue in Parijs. Ik vertelde haar over mijn ambities in de modewereld en toen heeft ze me heel wijs toegesproken. ‘Mijn moeder zei altijd: ook al trouw je een rijke man, dan nog moet je weten hoe je een bed opmaakt en het bestek neerlegt,’ zei ze. ‘Alleen dan kun je aan anderen vertellen hoe jij vindt dat het moet’. Kortom, mijn creativiteit had een basis nodig, en daarvoor moest ik toch echt weer terug naar school.” En daar werd je heel fanatiek. ,,Ach, fanatiek. Ik vond het heerlijk om in mijn eigen wereldje te leven en mijn mode te creëren. Ik ben trouwens nog
steeds zo gedreven; werk ongeveer zestien uur per dag. Om de hoek even Chinees halen en hop, weer verder. Het voelt voor mij ook niet altijd als werk, ik vind het heerlijk ontspannend om aan een jurk te borduren. Dan ben ik lekker alleen in mijn eigen universum. Alleen als je zo gefocust bent, kun je echt goed zijn in mijn vak. Daar hebben mijn stagiaires het nog wel eens moeilijk mee. Als je van mij iets wilt leren, moet je niet om vijf uur naar huis willen. Dan bereik je nooit het hoogste niveau.” Het harde werken wierp al tijdens het eindexamen zijn vruchten af. Hij won de Roos Geesink Prijs, als meest veelbelovend ontwerper. Met dat geldbedrag financierde hij zijn postdoctoraal aan dezelfde opleiding. Daarna begon hij meteen voor zichzelf. ,,Ik wilde niet gewend raken aan de luxe van een vaste baan, een goed loon ➜
per dag. Om de hoek even Chinees halen en hop, verder.’
7