Lespakket __________________________________________
REFLECTIE
________________________________________
Docentenhandleiding
mentortijd.nl
Doelgroep |PO & VO Tijdsduur|Afhankelijk per reflectievorm
MENTORAAT Training & Coaching
“Wat een kennis en enthousiasme.”
“Veel nieuwe ideeën opgedaan, fijn!”
“Je denkt echt vanuit het kind.”
“Een inspirerend leider.”
Het mentoruur
Een traject op maat voor sterk mentoraat
In beperkte tijd toch veel kunnen bereiken
Mentortraining
Als mentor heb je een beperkte hoeveelheid tijd met je leerlingen die je zo effectief mogelijk wilt gebruiken.
Als mentor wordt er veel van je verwacht wat in de opleidingen maar weinig behandeld wordt.
Kom erachter wat jouw persoonlijke verwachtingen zijn en welke overtuigingen voor belemmering kunnen zorgen. Ervaar een diversiteit aan werkvormen en bespreek actuele problemen met mede mentoren.
Jij staat aan het roer in deze training en kiest zelf wat je behandeld wilt hebben. In samenwerking met mede-cursisten en de trainer wordt je wijzer en vaardiger op het gebied van leerlingbegeleiding.
Oudergesprekken
Samen werken aan steun voor het kind
Iedere mentor krijgt met allerhande oudergesprekken te maken. Gesprekken waarin je de ouders wilt begrijpen, zelf doelen te bereiken hebt en soms vervelende mededelingen moet doen. En hoe voer je een gesprek als alles goed gaat? Met de juiste kennis en training wordt je sterker als gesprekspartner en stijgt ook het zelfvertrouwen.
Omgaan met Pesten Een noodzaak voor iedereen
Helaas krijgen mentoren te maken met pestgedrag. Een situatie waar je als mens je zeer betrokken bij voelt en als professional het gevoel kan hebben machteloos te staan. Verbind theorie en ervaring van de trainer met eigen praktijkvoorbeelden en wordt zekerder in het handelen wanneer je als mentor in een situatie met pestgedrag terecht komt.
Al 10 jaar ben ik werkzaam als fulltime mentor op De Nieuwste School in Tilburg. Hier begeleid ik leerlingen in de onderbouw in persoonsontwikkeling en naar een zelfstandige houding. Leerlingen omschrijven mij als vriendelijk, enthousiast, duidelijk en creatief. paul@mentortijd.nl | www.mentortijd.nl | 06 2413 5821
4
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
Algemene informatie Uitleg en tips
____________________________________________ Een overzicht van reflectievormen
______________________________________________ Kosten
Dit lessenpakket is geen project maar een verzameling van allerhande reflectievormen. De activiteiten kunnen daarom los van elkaar worden toegepast. Reflecteren is een doorlopend proces wat leerlingen vooral kunnen leren door het vaak te oefenen. Feedback krijgen op hun reflecties is hierbij ook erg belangrijk.
Er zijn geen bijzondere kosten verbonden aan de reflectievormen.
Wij adviseren om periodiek te reflecteren. ____________________________________________ Bronnen Concept & tekst Paul Pelle Dank aan Martijn Ballemans Gonnie Senders Jef Frijns Niels Razenberg ____________________________________________ Benodigdheden Het is geen verplichting, wel adviseren wij om te werken met reflectieschriften. Hierin kan erg handig worden teruggeblikt op eerder gemaakte reflecties, hetgeen het doorlopend proces van reflecteren voor leerlingen nog duidelijker maakt. Het schrift krijgt een soort dagboekfunctie. ____________________________________________ Variatie / verdieping > >
Laat leerlingen elkaars reflecties van feedback voorzien. Bied leerlingen een breed aanbod reflectievormen aan zodat zij zelf de vorm kunnen kiezen die bij hen past.
De spiegel De boze stiefmoeder kreeg niet te horen wat ze wilde van de spiegel. De spiegel vertelde simpel de waarheid, zonder een voorkeur of mening. Het zuiverste voorbeeld van reflectie?
______________________________________________ Overzicht reflectievormen Mondeling Duim en 3 zinnen De Wandeling Fotokaarten Talking Stick Schriftelijk / mondeling Thermometer Stel de Balans vast Cirkel van Invloed Schritfelijk Tweet Smileys Weerbericht Grafiek Reflectiereis Dagschema ______________________________________________ Criteria Iedere reflectie dient een doel op te leveren. Dit doel hoeft niet groot te zijn, integendeel. Kleine doelen vergroten de kans op succeservaringen. ______________________________________________ Tips Leerlingen vinden reflecteren vaak niet leuk. Dit heeft ermee te maken dat ze een reflectie schrijven voor de docent, omdat het moet. Bespreek met leerlingen wat het doel is van reflecteren. Het doel is om te leren van je ervaringen, zowel slechte als goede. Wanneer je duidelijk zicht hebt op welke dingen invloed op een situatie hebben kun je meer invloed krijgen op soortgelijke omstandigheden. ______________________________________________ Bijlagen > >
Fotokaarten Werkboek voor leerlingen Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
5
Bateson Achtergrondinformatie ____________________________________________ Bronvermelding Kessels & Smit, the Learning Company ©APS 1810.100/02.034 Kenmerk cbo/4236.100/02.057 ____________________________________________ Doel De leerlingen leren op een dieper niveau te reflecteren. ____________________________________________ Inhoud De theorie van Bateson houdt in dat er verschillende niveaus zijn waarop gereflecteerd kan worden. Dit gaat als een ui met verschillende schillen steeds een stapje dichter naar de kern, de identiteit. Leerlingen kunnen dit vaak niet alleen, zij hebben een docent nodig om hen door middel van vragen een niveau verder te brengen. De niveaus zijn: Omgeving De nadruk ligt op beschrijven van wat er gebeurde, met wie, wanneer, waar. Je richt je vooral op hoe iets heeft kunnen ontstaan, geluk en pech zijn dingen die regelmatig terugkomen. Gedrag De nadruk ligt op wat je zelf hebt gedacht en gedaan en welke invloed de je zelf hebt uitgeoefend op de situatie. Ook je gedachten over je eigen mogelijke invloed en wat de je zelf had kunnen doen om de situatie te beïnvloeden vallen onder gedrag. Vaardigheden Bij de analyse van je eigen invloed kom je op acties die je graag had willen uitvoeren, maar die je nog niet ‘in de vingers hebt’. Dan gaat het om vaardigheden die je graag zou willen beheer-sen, om beter greep te krijgen op de situatie en op jezelf.
6
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
Overtuiging Hierbij denk je na over het waarom van je gedrag, de achterliggende normen en waarden. Overtuigingen uiten zich in een herkenbaar patroon dat in verschillende situaties optreedt. Belemmerende overtuigingen kunnen verhinderen dat je bestaande vaardigheden goed inzet. Identiteit Je denkt na over persoonlijke zingevingsvragen. Waarom ben ik hier zo uitgeblust? Wat is voor mij de moeite waard? Waar bloei ik op? Wat daagt me uit? Waar wil ik voor gaan? Identiteit gaat veel verder dan de ‘voor de hand liggende’ beelden. Spiritualiteit Op dit niveau leg je verbanden met het groter geheel. Dit is wijsheidsniveau. De zin van het bestaan, verantwoordelijkheid voor wereld en komende generaties, diepgevoelde religieuze of spirituele visies. Dit niveau vraagt vaak aandacht in het kader van een (levens)crisis. ____________________________________________ Vragen om te leren van succeservaringen Omgeving Welke succeservaring heb je je voorgesteld? Hoe zag die situatie eruit? Wat gebeurde er precies? Welke consequenties had deze situatie voor jou? Gedrag Wat deed jij in die situatie? Hoe deed je dat? Op welk punt was je over jezelf het meest tevreden? Wat was jouw invloed in de situatie? Hoe had je nog meer invloed uit kunnen oefenen? Wanneer kreeg je het trotse gevoel? Waar denk je aan als je dat trotse gevoel oproept? Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties?
Vaardigheden Kun je dezelfde invloed ook in andere situaties uitoefenen? Hoe komt het dat het lukt die invloed uit te oefenen? Wat zou je nodig hebben om in andere situaties ook die invloed uit te oefenen? Hoe kun je dat laten lukken? Wat zou je dan moeten kunnen of leren? Wat is gemeenschappelijk in de verschillende situaties? Overtuigingen Waar kreeg je het trotse gevoel van? Wat vind je daar eigenlijk van? Wat is daar fijn aan? Waarom is dat goed? In welke (vergelijkbare) situaties krijg je nog meer datzelfde trotse gevoel? Wat is de gemeenschappelijk factor in de verschillende situaties? Dus je zegt eigenlijk (overtuiging benoemen) Hoe omschrijf jij zelf je overtuiging? Wat is voor jou belangrijk om iets als een succes te ervaren? Wat voor winst haal je uit deze overtuiging? Hoe denk je dat deze overtuiging is ontstaan? Kun je met deze overtuiging voldoende succeservaringen opdoen? Wat betekent het feit dat je zicht hebt op je (succes) overtuiging voor je werk en je eigen ontwikkeling? Identiteit Waar word je enthousiast van? Waar ga je voor? Hoe zie jij jezelf in de situatie? Kom je tot je recht? Wil zo blijven leven? Past dat bij je? Wat is voor jou het belangrijkste? Welke nieuwe uitdagingen zie je? Spiritualiteit Wat zie je voor verbanden in het leven? Welke ervaringen maken je rijker/wijzer? Wat zijn je levenslessen? Waar draait het uiteindelijk allemaal om?
____________________________________________ Vragen om te leren van faalervaringen Omgeving Waar heb je last van, waar wind je je over op/? Kun je het wat concreter maken? Wat gebeurt er dan precies? Welke consequenties heeft dat voor jou? Gedrag Wat deed jij in die situatie? Hoe doe je dat? Helpt dat? Wat had je liever willen doen? Wat is jouw invloed op de situatie? Wat zou je kunnen doen om invloed uit te oefenen? Vaardigheden Kun je dat? Waarom niet? Wat zou je nodig hebben om die invloed uit te oefenen? Hoe komt het dat je dat nog niet gedaan hebt? Hoe kun je dat laten lukken? Overtuigingen Wat vind je daar eigenlijk van? Wat is daar erg aan? Wat zou er kunnen gebeuren? Waarom is dat erg? Waarom is dat goed/slecht/ondraaglijk? Wat houdt deze overtuiging in stand? Wat voor winst haal je uit die overtuiging? Dus je zegt eigenlijk: (overtuiging benoemen) Wat voor nut heeft het om dit te blijven geloven? Hoe denk je dat deze overtuiging ontstaan is? Zit je eraan vast voor de rest van je leven? Identiteit Waar word je enthousiast van? Waar ga je voor? Hoe zie jij jezelf in die situatie? Wil zo blijven leven? Past dat bij je? Wat is voor jou het belangrijkste? Spiritualiteit Wat zie je voor verbanden in het leven? Welke ervaringen maken je rijk? Wat zijn je levenslessen? Wie of wat laat je toe in je eigen denkwereld? Waarom? Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
7
Reflectieschrift Hoe leg je reflecties vast? g je reflecties vast? ____________________________________________ Verbinding tussen reflecties In dit lespakket staan verschillende vormen van reflecteren. Bij veel vormen is het wenselijk om er ook iets van vast te leggen. Het reflectieschrift is daar een manier voor. Leerlingen kunnen zelf een schrift hiervoor aanschaffen, ook is het mogelijk om als mentor een aantal schriften te kopen. De kosten zijn zo’n €0,20 per leerling, afhankelijk van waar je de schriften koopt. Het voordeel van een schrift is dat de verschillende reflecties zichtbaar voor de leerling bij elkaar gevoegd zijn. Zo kan een leerling teruglezen in eerdere reflecties, kijken welke doelen in een jaar al gesteld (en gehaald) zijn en een groei in de manier van reflecteren zien. ____________________________________________ Toepassingen De beste manier om het schrift toe te passen is door er periodiek in te laten schrijven. Er kan gevarieerd worden met reflectievormen, veel vormen kunnen in het schrift worden vastgelegd. Wanneer er periodiek in geschreven wordt kunnen de leerlingen met een volgend stappenplan werken: >
Lees de vorige reflectie terug. Heb je jezelf een doel gesteld? Heb je dat doel behaald? Heeft de mentor nog iets geschreven?
> Afhankelijk van het antwoord op vorige vragen ga je aan de slag met: > Bekijken waarom je het doel niet hebt behaald en wat je te doen staat om het nu wel te halen, > Reageren op wat de mentor geschreven heeft, > Een nieuwe reflectie starten wanneer het doel behaald is.
8
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
Multifunctioneel Het reflectieschrift kent 3 vormen tegelijk: een document voor reflecties, een dagboek en een soort penvriend. Reflecties zijn datgene waar de leerling terugblikt op een periode. Daarbij probeert de leerling een doel te formuleren: wat wil je de volgende periode bereiken en hoe denk je dat te doen? In een dagboek schrijft de leerling andere zaken die hem/haar bezig houden. Dat kan met school te maken hebben maar hoeft niet. Veel dingen in het privéleven hebben wel invloed op de schoolprestaties en het welbevinden namelijk. Als laatste is het schrift ook een penvriend. Jij als mentor belooft namelijk om alle schriften te lezen. Net als bij een penvriend kun je in het schrift ook advies vragen over zaken waar je over twijfelt. Ook hier: school en privé. Afhankelijk van de situatie waar een leerling zich in bevindt is steeds een andere functie van het schrift het meest waardevol. Laat leerlingen hier vrij in. Zo kan het zijn dat er alleen een duidelijke vraag voor advies in staat, maar geen reflectie-stuk gericht op school.
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
9
Duim & 3 zinnen Mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Zorg dat de leerlingen in een kring kunnen staan of zitten. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen geven een korte, bondige reflectie. ____________________________________________ Opdracht 5 minuten Leerlingen staan of zitten in een kring. Om de beurt geeft een leerling met zijn duim aan hoe de afgelopen dag, de afgelopen les of een project verlopen is. Duim omhoog is een “ja-gevoel“, duim naar beneden is een “nee-gevoel” en alles er tussen is een “twijfel-gevoel“. Leerlingen mogen in maximaal 3 zinnen hun duim verduidelijken. Dit hoeft overigens niet. ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen leggen niets vast. ____________________________________________ Variatie De leerlingen geven met een duim hun eigen inzet weer.
Toepassing De niveau’s van Bateson zijn toepasbaar op alle reflecties in dit document. Leerlingen zullen in eerste instantie kijken naar de omgeving en oorzaken voor falen en succes toeschrijven aan externe factoren. Door de leerlingen vragen te stellen en hen regelmatig feedback te geven op hun reflecties en doelen zullen ze uit-genodigd worden om naar hun gedrag en vaardigheden te kijken. De verschillende reflectievormen hebben vooral als bedoeling om leerlingen te leren dat er verschillende manieren zijn om te reflecteren, zodat zij hun eigen manier kunnen kiezen.
10
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
De Wandeling Mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Maak tweetallen van leerlingen die elkaar niet goed kennen. Wees op de hoogte van de verantwoordelijkheid voor school en docent wat betreft wanneer leerlingen buiten het schoolgebouw komen. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen maken een wandeling waarbij ze elkaar helpen bij hun mondelinge reflectie. ____________________________________________ Opdracht 10 minuten De leerlingen gaan in tweetallen wandelen, binnen of buiten het schoolgebouw. De leerlingen kiezen een onderwerp en dienen na 10 minuten voor beide leerlingen een doel te hebben geformuleerd. Dit doelt volgt na de mondelinge reflectie. De leerlingen kunnen eventueel een aantal kaartjes meekrijgen met daarop hulpvragen. Deze vragen zijn terug te vinden in de achtergrondinformatie over Bateson. Bij deze hulpvragen wordt steeds gesproken over ‘de situatie’. Belangrijk is om van tevoren met de leerlingen te bespreken dat ze een concrete situatie in gedachte moeten nemen om op te reflecteren.
____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen bespreken mondeling (klassikaal) wat hun doel is. Eventueel leggen ze hun doel vast in het reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie Er kan gekozen worden voor een gezamenlijk onderwerp, wanneer er iets gebeurd is waar de hele groep mee te maken heeft. Dit kan bijvoorbeeld ook na afloop van een mentorproject.
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
11
Fotokaarten Mondeling
____________________________________________ Voorbereiding Print de fotokaarten uit. (zie bijlage) Voor deze reflectievorm kunnen allerlei soorten fotokaarten gebruikt worden; en zijn verschillende setjes in omloop, ook eigen foto’s kunnen gebruikt worden wanneer er geen kaartenset beschikbaar is. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen geven hun reflectie weer in beelden. ____________________________________________ Opdracht 20 minuten Leerlingen beantwoorden voor henzelf in stilte een startvraag. Denk hierbij aan vragen als: > > > > >
Wat voel ik nu? Met welk gevoel ben ik vanmorgen binnen gekomen? Met welk gevoel ga ik weg? Hoe zie ik eruit als ik op mijn best ben? Als ik vandaag in één woord moet omschrijven, welk woord zou dat zijn?
Leerlingen zoeken een fotokaart die past bij het antwoord wat ze in hun hoofd hebben en gaan op hun stoel zitten, hun fotokaart aan de groep tonend. De docent begint met een korte uitleg van de eigen fotokaart en legt deze voor zich neer. Er wordt een volgende spreker gekozen uit de mensen die hun fotokaart nog vast hebben, enzovoorts. ___________________________________________ Verslaglegging Eventueel kunnen leerlingen een kopie van hun kaart in hun reflectieschrift plakken, met of zonder uitleg.
12
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
____________________________________________ Variatie De leerlingen kunnen een fotokaart voor elkaar kiezen, om zo feedback op elkaar te geven.
Talking Stick Mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Zorg voor een Talking Stick. Een bordstift of pen kan ook, al kan dit de betrokkenheid negatief beïnvloeden. Hoe ‘mooier’ de stok, hoe beter deze vorm werkt. ____________________________________________ Lesdoel Alle leerlingen komen aan het woord, in ongeveer gelijke mate . ____________________________________________ Opdracht 30 minuten De Talking Stick is een gespreksvorm die door indianenstammen al tijden gebruikt wordt. Een “Talking Stick” vertegenwoordigt het recht om (voor een groep) te mogen spreken. Alleen de persoon die de stok vast heeft, mag spreken. De stok wordt rondgegeven om zo te zorgen dat iedereen aan het woord komt, ook de meer verlegen groepsgenoten. Dit spreken kan tijdsgebonden zijn of beperkt met het aantal zinnen wat gezegd wordt, afhankelijk van de keuze van de gespreksleider. Door een Talking Stick te gebruiken worden leerlingen uitgedaagd goed na te denken over hun woorden, daarnaast zorgt het ervoor dat er aandachtig geluisterd wordt naar elkaar.
Mogelijke stellingen of vragen: > Wat was voor mij het hoogtepunt van de afgelopen ag/week/activiteit? > Waarover heb ik mij het meest verbaasd? > >
Dit ga ik anders aanpakken: ... Dit heb ik goed gedaan: ...
____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen leggen niets vast. ____________________________________________ Variatie Naast de Talking Stick kan een “vraagveer” gebruikt worden, waarmee de leerlingen elkaar een vraag kunnen stellen.
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
13
14
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
Thermometer Schriftelijk / mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Print het werkblad Thermometer uit. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen leren hun grenzen in te schatten en te herkennen. ____________________________________________ Opdracht 10 minuten De leerlingen schatten in wat hun vriespunt en hun kookpunt is. Deze twee punten geven aan wanneer ze vastlopen (bevriezen) en wanneer ze boos worden of stress ervaren (kookpunt). ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen maken het werkblad of tekenen een thermometer in het reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie Wanneer de leerlingen hun vries- en kookpunt hebben bepaald is het interessant om hier regelmatig op terug te kijken. Lukt het de leerlingen beter om deze momenten te voorkomen en op tijd actie te ondernemen?
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
15
Stel de balans vast Schriftelijk / mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Print het werkblad uit. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen krijgen zicht op de consequenties, voor- en nadelen van hun keuzes. ____________________________________________ Opdracht 15 minuten Laat de leerlingen een keuze of doel uit hun dagelijks leven kiezen. Dit kan een keuze zijn die ze de afgelopen week hebben gemaakt, of een doel voor de komende week. Schrijf de keuze bovenaan de weegschaal Beschrijf de opbrengst(en). Deze zijn vaak gemakkelijk om mee te beginnen. Probeer mogelijke kosten te benoemen. Wanneer je de keuze maakt om “beter je huiswerk te maken”, betekent dit bij de kosten bijvoorbeeld dat je soms “nee” zal moeten leren zeggen tegen je vrienden, dat je soms leuke dingen zal missen, dat je ook binnen moet zitten als de zon schijnt, Pas wanneer je bereid bent om al deze dingen erbij te nemen heeft je keuze ook kans van slagen. Wanneer je alles hebt ingevuld zoek je een maatje waarmee je elkaars keuzes bekijkt. Kijk kritisch; zeker de kosten zijn soms lastig voor jezelf te benoemen.
16
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen vullen het werkblad in of tekenen een weegschaal in hun reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie Laat de leerlingen de kosten en opbrengsten bij doelen van elkaar benoemen. De leerlingen vullen het daarna zelf eventueel aan.
Cirkel van Invloed Schriftelijk / mondeling ____________________________________________ Voorbereiding Print het werkblad. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen brengen in kaart waar hun invloed ligt, en waar niet.
____________________________________________ Variatie Wekelijks terugblikken op momenten waarin de leerlingen zich in hun cirkel van invloed bevonden en hoe ze op de situatie invloed hadden kunnen uitoefenen. (In kleine groepjes of gezamenlijk)
____________________________________________ Opdracht 15 minuten Bij de cirkel van invloed gaat het erom dat er maar een paar dingen zijn waar je invloed op hebt; veel ligt namelijk in je cirkel van betrokkenheid. Het kan je een hoop frustratie opleveren wanneer je dingen wil veranderen die niet binnen je cirkel van invloed liggen; het is daarom erg waardevol om die cirkel zo goed mogelijk in beeld te brengen en er zo veel mogelijk in de buurt te blijven. Mogelijke activiteiten: > Groepsgesprek over wat “invloed” is. (Het vermogen om dingen te veranderen) > Leerlingen zelf de cirkels van invloed en betrokkenheid invullen > Hun antwoorden met elkaar laten vergelijken ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen tekenen een cirkel in hun reflectieschrift of vullen het werkblad in.
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
17
18
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
Tweet reflectie Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Print het werkblad uit. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen reflecteren kort en krachtig op een eigentijdse manier. ____________________________________________ Opdracht 5 minuten De leerlingen schrijven een reflectie van maximaal 140 tekens: een Twitterbericht. In dit bericht moet zowel de reflectie als het doel te lezen zijn. ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen vullen het werkblad in of noteren hun Twitterbericht in hun reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie Laat de leerlingen een echte Tweet versturen. Hierbij kunnen ze een bepaald codewoord als #(hashtag) invoeren zodat het voor de docent eenvoudig terug te lezen of te tonen is op het digibord.
Reflectieblad | 160 tekens Datum:
Naam:
Stamgroep:
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
19
Smileys Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Toon voorbeeldsmileys op het (digi)bord. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen geven kort hun ervaring weer. ____________________________________________ Opdracht 5 minuten De leerlingen geven met smileys aan hoe ze een dag, uur, activiteit of periode gevonden hebben. Smileys liggen erg dicht bij de dagelijkse manier van communiceren van leerlingen, ze zullen dus meer smileys kennen dan veel docenten. Deze opdracht leent zich dan ook erg goed om door de leerlingen te laten leiden en te introduceren met een woordspin waarbij leerlingen smileys aangeven op het bord. Leerlingen kunnen allerlei dingen aangeven met smileys: > Hoe vond ik vandaag gaan? > Hoe voelde ik me? > Hoe heb ik gewerkt? > Heb ik mijn doel gehaald? > Hoe ben ik met anderen omgegaan? > Hoe heb ik samengewerkt? > Hoe heb ik naar mijn docent geluisterd? Leerlingen kunnen ook smileys in een tekst verwerken – waarbij ze voor alle emotiewoorden een smiley gebruiken. ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen schrijven hun smileys en uitleg in het reflectieschrift.
20
Reflectie | Docentenhandleiding ŠMentortijd.nl
____________________________________________ Variatie Laat leerlingen eigen smileys / iconen bedenken om de reflectie te combineren met bijvoorbeeld de thermometer of het weerbericht.
Weerbericht Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Toon mogelijke iconen op het bord of print ze uit. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen gebruiken metaforen uit het weer om hun reflectie vorm te geven. ____________________________________________ Opdracht 10 minuten Leerlingen maken een weerbericht van hun dag. Hierbij tekenen ze icoontjes die verschillende weersomstandigheden aangeven. Hierbij kun je denken aan weersomstandigheden met regen, de verschillende windkrachten en windrichtingen, zonnige dagen, de (gevoels) temperatuur en hoge of lage drukgebieden – kinderen waarmee ze goed en waarmee ze minder goed kunnen omgaan. Ook hierbij is goed een voorspelling te doen hoe ze de komende dagen verwachten. Bijzonder aan het weer is dat het soms ineens kan opklaren – dus kinderen met een negatieve reflectie hebben alle reden om morgen weer op zon te hopen. Tips voor leerlingen: > Temperatuur; hoe voelde je je vandaag? > Was er zon? > Was er neerslag? Regen, sneeuw, hagel, mist, … > Windkracht; hoe hard heb je gewerkt vandaag? > Windrichting; had je wind mee of wind tegen? Ging je op je doel af, of een andere richting in? > Hoge / lage drukgebieden; bij wie kon je goed werken, en bij wie niet?
____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen leggen de iconen en uitleg vast in hun reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie Laat leerlingen alleen icoontjes tekenen en hun reflectie vervolgens uitwisselen met een klasgenoot. Vervolgens interpreteren de leerlingen elkaars weersbericht, wat zouden de icoontjes volgens jou betekenen? Het opvallende aan deze opdracht is dat icoontjes verschillende gevoelens kunnen opwekken. Wanneer je regen kiest om je dag als slecht aan te geven, kan iemand anders regen juist zien als iets wat je nodig hebt om iets te laten groeien (zoals kennis).
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
21
Tweet reflectie Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Leerlingen hebben ruitjespapier, geodriehoek en potloden nodig. Laptop is ook een mogelijkheid. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen ontdekken patronen in hun dagelijkse doen en laten. ____________________________________________ Opdracht 10 minuten De grafiekreflectie is op veel manieren te gebruiken en zowel op de computer (Word/ Excel) te maken als met potlood en papier. De grafiek kan gaan over de afgelopen week met onderdelen als inzet, gevoel en concentratie maar kan ook gaan over een mentorproject, één schooldag of zelfs een individuele mentoractiviteit. Als uitbreiding kunnen de reflecties in tweetallen of groepen besproken worden. Wanneer leerlingen het inleveren kunnen ze de opvallende uitschieters (zoals woensdag in het voorbeeld) met woorden verduidelijken. ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen maken een grafiek/ tabel en noteren een korte uitleg bij bijzondere momenten. ____________________________________________ Variatie De leerlingen kunnen een voorspelling van een dag of week maken en hierop terugblikken.
22
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
Reflectiereis Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Tekenpapier, potloden en/of stiften, verf. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen maken landkaart waarin zij hun ontwikkeling laten zien. ____________________________________________ Opdracht 15 minuten Bepaal hoe jouw route er tot nu toe heeft uitgezien. > Waar begint jouw reis? Deze week, dit schooljaar, of nog eerder? > Verliep het vlotjes? > Kwam je bergen tegen? (Grote uitdaging, uitzicht op de top) > Ben je rivieren overgestoken? (Uitdaging of snel vervoersmiddel) > Heb je bruggen gebruikt, of andere hulpmiddelen? (fiets, boot, hulp van mensen) > Heb je rondjes gelopen, ben je 2 keer op een plek gekomen? > Heb je grote of kleine stappen gemaakt? Wanneer je weet welke dingen je onderweg tegenkomt, kun je bepalen hoe jouw landkaart eruit gaat zien. Teken de landkaart met jouw route erin. Laat voldoende ruimte over voor de bonusopdracht, de route hoeft niet het hele blad te vullen. ____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen maken een tekening en noteren een uitleg op de achterkant of in hun reflectieschrift.
____________________________________________ Variatie Kun je jouw ontwikkeling voorspellen?? Nu je weet hoe jouw route eruit ziet kun je misschien een stuk van je route voorspellen. Denk hierbij aan: > Kun je jouw route tot over een maand voorspellen? > Of tot het einde van het schooljaar? > Tot aan de examens, Cito? > Je route naar vervolgonderwijs? > ……? Wanneer je jouw voorspelling hebt, kun je wellicht kijken of je die route prettig vindt. Zie je alleen maar hoge bergen op je pad, zal je moeten kiezen of je er overheen of er omheen wilt…
Reflectie | Docentenhandleiding ©Mentortijd.nl
23
Dagschema Schriftelijk ____________________________________________ Voorbereiding Print het werkblad uit. ____________________________________________ Lesdoel De leerlingen krijgen zicht op hun daginde-ling / tijdsbesteding en spiegelen hun idee van stress hieraan. ____________________________________________ Opdracht 20 minuten Het dagschema kan op verschillende manieren worden ingevuld: > Leerlingen vullen in hoe hun dag eruit ziet. Slapen, eten, naar school gaan, huiswerk maken, gamen, sporten, hobby’s en andere dingen. Hierbij kan zichtbaar worden in hoeverre hun verdeling naar tevredenheid is of niet. > De leerlingen maken eerst een tabel met hoeveel tijd ze kwijt zijn voor verschillende zaken. Gebruik hiervoor dezelfde onderwerpen als hierboven, leerlingen kunnen uiteraard zelf dingen toevoegen. Laat hen hierna het schema invullen om te zien hoeveel tijd er ‘over’ of onbewust toch gevuld is. > De leerlingen vullen het schema in met kleuren die hun gevoel aangeven: groen, oranje en rood voor verschillende aanwijzingen van plezier of stress, waarbij ze kleuren ook dik gedrukt of licht kunnen kleuren.
____________________________________________ Verslaglegging De leerlingen kunnen het werkblad invullen en conclusies vastleggen in het reflectieschrift. ____________________________________________ Variatie De leerlingen geven in verschillende tijds-aanduidingen aan welke kwaliteiten of competenties zij gebruiken. Dit is een opdracht voor bovenbouwleerlingen van het Voortgezet Onderwijs.
Lespakket __________________________________________
REFLECTIE
__________________________________________
Bijlagen
mentortijd.nl
Wat gebeurde er precies in jouw situatie?
Welke consequentie had de situatie voor jou?
Wat deed jij in de situatie?
Hoe heb jij het aangepakt?
Op welk punt was je het meest tevreden over jezelf?
Wat was jouw invloed in de situatie?
Wanneer kreeg je een trots gevoel?
Wat heb jij nog te leren?
Wat kun jij goed?
Wat maakt jou enthousiast?
Waar heb je last van?
Waar ben jij niet goed in?
Wat heb jij nodig om verder te komen?
Wie kan jou helpen?
Wat is er mis gegaan?
Wat is de oorzaak van de situatie?
Hoe had jij invloed op de situatie?
Wat zou je, achteraf, anders doen?
Wat raakt jou in deze situatie?
Wat deed jij? Hielp dat?
Project __________________________________________
REFLECTIE
__________________________________________
Werkboek
2
Reflectie | Werkboek ©Mentortijd.nl
Algemene informatie Uitleg en tips
____________________________________________ Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... Je kent hem vast nog wel, de spiegel van de boze stiefmoeder uit het verhaal van Sneeuwwitje. De spiegel vertelde misschien niet wat de stiefmoeder wilde horen, het vertelde wel de waarheid. Eigenlijk is dit met iedere spiegel zo: ze laten zien wat er is, zonder mening. ____________________________________________ Wat ga ik leren? Reflecteren is eigenlijk precies wat een spiegel doet. En laat dat nu net iets zijn waar wij mensen minder goed in zijn. Wij hebben vaak een mening over dingen, of een idee waar de oorzaak van een probleem zit. Reflecteren is kijken naar dingen zonder hier je eigen mening aan toe te voegen, dit ga je leren door op verschillende manieren terug te kijken op je eigen handelen. ____________________________________________ Hoe zit het werkboek in elkaar? Dit werkboek bevat een aantal werkbladen die je met reflecteren kunt gebruiken. Je mentor zal uitleggen wanneer je welk werkblad nodig hebt. Ook zullen er oefeningen zijn waar je geen werkblad voor nodig hebt: je kunt dan je reflectie bijvoorbeeld in een schrift maken. ____________________________________________ Welke informatie heb ik nodig? Jouw mentor zal uitleg geven over de verschillende reflectievormen. Voor reflecteren is het altijd waardevol om met mensen over jouw ideeĂŤn te praten, zoals je ouders of grootouders. Sommige reflecties maak je alleen, andere opdrachten doe je samen met een groepsgenoot of klassikaal. Je zal vanzelf merken welke vorm je wel prettig vindt en welke niet.
____________________________________________ Samenvatting Op verschillende momenten zul je gaan reflecteren, soms alleen en soms met anderen. Reflecteren is terugkijken op een gebeurtenis of situatie zonder hier jouw eigen mening aan toe te voegen, dingen gewoon bekijken zoals ze zijn.
Reflectie | Werkboek ŠMentortijd.nl
3
Werkblad
Naam:
Opdracht Schrijf een reflectie in maximaal 140 tekens. Hierin staat ook jouw doel en aanpak vermeld..
4
Reflectie | Werkboek ©Mentortijd.nl
Werkblad
Naam:
Opdracht Geef in de thermometer jouw vriespunt en jouw kookpunt aan. Leg kort uit hoe anderen die momenten bij jou kunnen herkennen. Reflectie | Werkboek ŠMentortijd.nl
5
Werkblad
Naam:
Voor je een keuze kunt maken of een doel kunt vaststellen is het belangrijk zicht te krijgen op de (mogelijke) kosten en opbrengsten van je keuze.
Opdracht: kies een doel wat je jezelf gaat stellen, of een keuze die je binnenkort gaat of wil maken. Schrijf links de (mogelijke) opbrengsten en rechts de (mogelijke) kosten.
Doel / keuze:
Opbrengst
6
Reflectie | Werkboek ŠMentortijd.nl
Kosten
Werkblad
Naam:
Opdracht Vul in wat in jouw cirkel van betrokkenheid ligt en hoe jij invloed kunt hebben op je eigen leven. Dichtbij is heel betrokken, veraf wat minder.
Cirkel van betrokkenheid
Cirkel van invloed
Reflectie | Werkboek ŠMentortijd.nl
7
Werkblad
Naam:
Opdracht Vul onderstaand schema in voor een gemiddelde schooldag. Denk hierbij aan werken, leren, sporten, reizen, gamen, ... Wat valt je op? Wat wil je meer gaan doen, en wat juist minder?
8
Reflectie | Werkboek ŠMentortijd.nl
MENTORAAT Training & Coaching
“Wat een kennis en enthousiasme.”
“Veel nieuwe ideeën opgedaan, fijn!”
“Je denkt echt vanuit het kind.”
“Een inspirerend leider.”
Het mentoruur
Een traject op maat voor sterk mentoraat
In beperkte tijd toch veel kunnen bereiken
Mentortraining
Als mentor heb je een beperkte hoeveelheid tijd met je leerlingen die je zo effectief mogelijk wilt gebruiken.
Als mentor wordt er veel van je verwacht wat in de opleidingen maar weinig behandeld wordt.
Kom erachter wat jouw persoonlijke verwachtingen zijn en welke overtuigingen voor belemmering kunnen zorgen. Ervaar een diversiteit aan werkvormen en bespreek actuele problemen met mede mentoren.
Jij staat aan het roer in deze training en kiest zelf wat je behandeld wilt hebben. In samenwerking met mede-cursisten en de trainer wordt je wijzer en vaardiger op het gebied van leerlingbegeleiding.
Oudergesprekken
Samen werken aan steun voor het kind
Iedere mentor krijgt met allerhande oudergesprekken te maken. Gesprekken waarin je de ouders wilt begrijpen, zelf doelen te bereiken hebt en soms vervelende mededelingen moet doen. En hoe voer je een gesprek als alles goed gaat? Met de juiste kennis en training wordt je sterker als gesprekspartner en stijgt ook het zelfvertrouwen.
Omgaan met Pesten Een noodzaak voor iedereen
Helaas krijgen mentoren te maken met pestgedrag. Een situatie waar je als mens je zeer betrokken bij voelt en als professional het gevoel kan hebben machteloos te staan. Verbind theorie en ervaring van de trainer met eigen praktijkvoorbeelden en wordt zekerder in het handelen wanneer je als mentor in een situatie met pestgedrag terecht komt.
Al 10 jaar ben ik werkzaam als fulltime mentor op De Nieuwste School in Tilburg. Hier begeleid ik leerlingen in de onderbouw in persoonsontwikkeling en naar een zelfstandige houding. Leerlingen omschrijven mij als vriendelijk, enthousiast, duidelijk en creatief. paul@mentortijd.nl | www.mentortijd.nl | 06 2413 5821