TurboTelling

Page 1

Lespakket __________________________________________

TurboTelling __________________________________________

Docentenhandleiding

mentortijd.nl


Algemene informatie Uitleg en tips ____________________________________________ Doelen van het spel > Leerlingen krijgen de ruimte om hun (vakantie)verhalen met elkaar te delen. > Leerlingen komen meer over elkaar te weten. ____________________________________________ Bronnen Concept & tekst Paul Pelle Inspiratie Dobble ____________________________________________ Afbeeldingen > Alle gebruikte afbeeldingen zijn royalty-vrij en gekenmerkt voor nietcommercieel hergebruik. Mochten we hierin onverhoopt een fout gemaakt hebben, laat het ons weten. ____________________________________________ Benodigdheden > In dit lespakket is een set kaarten voor maximaal 7 leerlingen bijgevoegd. Per groepje opnieuw het pakket dubbelzijdig printen op A4 papier. Voor grotere kaarten kan op A3 formaat afgedrukt worden. Wanneer het materiaal geplastificeerd wordt gaat het langer mee of kan het door meerdere groepen gebruikt worden. ____________________________________________ __________________________________________ Tip Kijk ook naar het lespakket ‘Groeperen’ op www.mentortijd.nl om op een eerlijke wijze heterogene groepen samen te stellen.

Variatie / verdieping Naast het basisspel zijn er twee ‘Extra’ opties. Extra 1: Wanneer een speler een verhaal kan vertellen waar minimaal 2 afbeeldingen in voorkomen mag deze het verhaal vertellen in plaats van de snelst reagerende speler. Extra 2: Speel met de rode en groene kaarten. Het spel wordt op dezelfde wijze gespeeld, waarbij ieder in verhaal echter twee afbeeldingen moet voorkomen. Na afloop van het verhaal legt iedere speler, inclusief de verteller, één van de twee kaarten omgekeerd op tafel. Groen betekent dat het verhaal helemaal waar gebeurd is, rood betekent dat er minstens één onderdeel van het verhaal verzonnen is. Iedere speler kan een punt verdienen door het goed te raden: de verteller krijgt 1 punt voor iedere speler die het verhaal verkeerd inschat.

__________________________________________ Tip Kijk ook naar het lespakket ‘Groeperen’ op www.mentortijd.nl om op een eerlijke wijze heterogene groepen samen te stellen.



!?

!

!?

!?

!

?

!?

!

!?

!?

?

!?

!?

!?

!?

?

!

!

!?

!?

! !?

?

!?

?

!?

!?

?

?

!?

!?

? ?

!

!

!



!?

!

!?

!?

!

?

!?

!

!?

!?

?

!?

!?

!?

!?

?

!

!

!?

!?

! !?

?

!?

?

!?

!?

?

?

!?

!?

? ?

!

!

!


Ronde 1:

De jongste speler draait de bovenste kaart van de stapel om. Alle spelers kijken of één van de plaatjes overeenkomt met een eigen verhaal. Als dit zo is, roept de speler zo snel mogelijk een omschrijving van het figuur. Wanneer duidelijk is dat de speler het eerste een figuur van de kaart heeft genoemd, mag het verhaal verteld worden. Wanneer het verhaal verteld is, mag de speler deze kaart in bezit nemen. Deze speler draait de volgende kaart van de stapel om. De speler met de meeste kaarten wint ronde 1. © Paul Pelle | Mentortijd.nl

Extra 1:

Als een kaart is omgedraaid en een speler heeft een omschrijving van een figuur geroepen is er een extra optie. Als een andere speler een eigen verhaal kan vertellen waar minimaal 2 figuren van de huidige kaart in voorkomen, mag deze HOUDOE roepen. In dat geval mag de tweede speler het verhaal vertellen. Als er geen twee figuren in het verhaal voorkomen gaat de kaart alsnog naar speler 1.


Extra 2:

Er mag alleen een verhaal verteld worden als er minimaal 2 afbeeldingen in voorkomen. Na afloop leggen alle spelers de grijze kaart afgedekt op tafel. De groene bloem betekent dat het verhaal volledig waargebeurd is. De rode schedel wordt neergelegd wanneer er minimaal één onderdeelvan het verhaal verzonnen is. Als een speler goed geraden heeft levert dit 1 punt op. Als het fout is, krijgt de verteller een punt. De eerste met 10 punten wint het spel. Een speler mag nooit twee verhalen achter elkaar vertellen.

Ronde 2:

De speler met het minste aantal kaarten is als eerste aan de beurt. De speler kiest één van de gewonnen kaarten en daagt een andere speler uit. De andere speler moet nu, redelijkerwijs, het verhaal van speler 1 kunnen navertellen. Lukt dit niet? Dan verliest speler 2 een kaart naar keuze en kiest speler 1 een nieuwe kaart. Lukt het wel? Dan legt speler 1 de gekozen kaart op zijn kop, de kaart wordt wel behouden. Speler 2mag nu een nieuwe speler uitdagen met een gekozen kaart uit de eigen gewonnen verzameling.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.