5 minute read

Een verhalenrad in de Mosbeek

Mensenheugenis is te kort om de historie van Mander te kunnen omvatten. Maar Johan ten Hoopen (1942) heeft voor zijn pensionering lang genoeg in het gebied bij Tubbergen gewoond om er uitgebreid over te kunnen vertellen. Hij is afkomstig uit het Gelderse Lochem en kwam in het begin van de jaren zeventig in Mander terecht. Hij werd er terreinbeheerder in Noordoost Twente bij het Overijssels Landschap, nu Landschap Overijssel, dat in 1961 het gebouwencomplex rond de molen van Frans had aangekocht.

Papier werd taboe

In de meer recente geschiedenis kende de Mosbeek drie watermolens, die allemaal dienst deden als papiermolen. De onderste molen was de molen van Bels, de middelste de molen van Frans, zoals hij later ging heten. De bovenste molen, die in de loop van de tijd is verdwe-

De voormalige watermolen langs de Mosbeek, die al zes jaar had leeggestaan en er haveloos bij lag, werd zijn dienstwoning. Na een grondige opknapbeurt kon Ten Hoopen er in 1971 met zijn vrouw, en in dat jaar nog twee kinderen, intrekken. Hij zou er wonen tot 1987. Inmiddels waren er vijf kinderen en had het gezin zijn plaats gevonden in de noaberschap. Buren en voormalige bewoners vertelden hem verhalen over de molen en hij verdiepte zich verder in de historie. Ooit liepen hier Neanderthalers rond, een mensensoort die ongeveer 27.000 jaar geleden uitstierf. Ten Hoopen ontdekte ook zelf hun sporen. Toen hij in het begin van de jaren tachtig op een dag de Mosbeek aan het schonen was, lag er opeens een mooie steen op zijn schop. Hij kwam al snel tot de conclusie dat het een vuistbijl moest zijn. Later werd die gedateerd in de tijd van de Neanderthalers. Als ‘de vuistbijl van Bels’ of ‘de Belsbijl’ ligt het exemplaar nu te pronken in Natura Docet in Denekamp.

De molen van Frans in het dal van de Mosbeek.

De Molen van Frans: één van de negen Overijsselse watermolens die Jo Wijnhoven in 1995 tekende.

Overijssels Landschap: in het dal van de Mosbeek.

nen, droeg de naam De Engel. In het begin van de achttiende eeuw raakte de papierindustrie in Twente geconcentreerd in Mander, Hezingen, Nutter en Agelo, buurschappen langs enkele snelstromende beekjes op de flanken van de brede stuwwal die Noord-Twente van noord naar zuid doorkruist. De molen van Frans en De Engel waren in het begin van de negentiende eeuw in bezit bij de Cramers, papiermakers die hier al langer actief waren. Aan het eind van de negentiende eeuw verhuisde de laatste Cramer naar Wapenveld op de Veluwe, waar hij de Berghuizer Papierfabriek stichtte. Om er zeker van te zijn dat de nieuwe eigenaar niet zijn concurrent zou worden, bedong hij dat de molens niet mochten worden ingezet voor de papierindustrie. Papiermaker Bernardus Hendrikus Frans, ook wel ‘Bearnds’ genaamd, moest door dit beding dus op een andere manier in zijn onderhoud zien te voorzien. De opbrengst van de landbouwpercelen in het bronnengebied was te karig om ervan te kunnen leven en dus besloot Frans rogge te gaan vermalen voor de boeren in de buurt. In 1873 kreeg hij vergunning van de gemeente Tubbergen om de papiermolen te vervangen door een korenmolen. Frans vergrootte ook de boerderij en de woning. Een gevelsteen met de woorden ‘H. Frans en H. Booijink, 1882’ markeert nog steeds de voltooiing van de bouw en verbouw. Molenaar Frans stuwde het water van de Mosbeek op in een reservoir, zodat hij altijd genoeg water had om de molen te laten draaien. Boeren uit de buurt brachten hun gedorste rogge naar de molenaar, die het graan maalde. Later, in 1911, breidde zoon Gerhardus Frans de molen uit met een bakkerij. Hij bakte stevige bruine roggebroden van het roggemeel. De molenaar was een vernuftig man, weet Ten Hoopen. ‘Hij liet méér op het water draaien dan alleen de molen. De deegmachine in de bakkerij draaide op waterkracht en buiten had hij een cirkelzaag die werd aangedreven met een riem die door een sleuf in de buitenmuur naar buiten kwam. Daarmee zaagde hij het brandhout. De wasmachine van zijn vrouw werkte op waterkracht, de dorsmachine ook en toen de Twentse chroniqueur G.J. ter Kuile in de jaren twintig een bezoek bracht aan de molen, vertelde hij dat hij zelfs de wieg er op had aangesloten. Het was een grap, die voor waar werd aangenomen.’ Uiteindelijk was de waterkracht niet meer nodig voor alle machines, de elektriciteit deed haar intrede. Het werd de doodsteek voor de molen.

Geen zwembad

Tijdens een wandeling wijst Ten Hoopen telkens weer op een bijzonderheid in het landschap. De hoge es aan de ene kant en een klein perceel in het beekdal van de Mosbeek met bijzondere plantensoorten aan de andere kant. ‘In het voorjaar kan het geel zijn van de dotterbloemen en het brongebiedje heeft zelfs een mini-trilveen.’ Niet voor niets heeft het reservaat Dal van de Mosbeek dat in beheer is bij Landschap Overijssel vanwege zijn bijzondere natuurwaarden de status Natura 2000gebied gekregen. Het is onderdeel van het Nationaal Landschap Noord-Oost Twente. Een perceeltje tussen de molens van Bels en Frans herbergt trilvenen. Het belangrijkste brongebied van de Mosbeek, een typisch ‘stroomhoogveen’ herbergt de meest zeldzame plantensoorten. De laatste molenaar had de toeristische potentie van het gebied wel doorzien.‘Hij heeft nog het plan gehad er een zwembad te maken. Kun je je dat voorstellen?!’ Een zwembad zou de natuurwaarde van het bronnengebied in één klap teniet hebben gedaan. Ook nu genieten de toeristen er volop, maar niet om te zwemmen.‘Je moet hier ’s zondags komen, dan is het er vol met auto’s en fietsers, die de Molen van Frans als uitgangspunt kiezen voor een verrassende wandeling.’ ■

Over de molen van Frans bestaan veel verhalen. Eén ervan gaat over de molenaar die op zekere dag zijn potstal wilde laten uitmesten door de buren, terwijl hij zelf in bed bleef liggen slapen. Zij maakten hem wakker door een grammofoonplaat met walsmuziek te draaien. Frans werd wakker en speelde het deuntje mee op zijn accordeon… De Molen van Frans is tegenwoordig een Natuur informatie centrum van Landschap Overijssel. Naast informatie over het omliggende natuurterrein Dal van de Mosbeek bieden de vaste expositie en de vrijwilligers de bezoekers een kijkje in het verleden van de oude watermolen. Vrijwillige molenaars geven iedere eerste zondag van de maand (met uitzondering van januari) demonstraties. Dit jaar bestaat de molen 300 jaar en daarom worden er ter gelegenheid van het derde eeuwfeest bijzondere activiteiten georganiseerd, met als hoogtepunt de 'Oogstdag: Molen van Frans 300 jaar' op 14 augustus 2011. Een volledig overzicht van de activiteiten in de Molen van Frans is te vinden via www.landschapoverijssel.nl.

This article is from: