5 minute read

Het Boetelerveld, ontstaan door de Watersnoodramp

Door: Dinand Webbink

Een natte dag in het Boetelerveld, februari 1983. Foto: Collectie Richard Woolderink/Raalte Clopedie.

Op de beroemde kaart van de Zwolse conrector Nicolaas ten Have, die in 1649 voor het eerst gedrukt werd, zie je aan de westkant van de Sallandse Heuvelrug tussen Haarle, Heeten en Raalte een uitgestrekt veengebied. In het midden doorkruist de Haarlerdijk moerassige heide van oost naar west. Eeuwen later, rond 1830, wordt er iets noordelijker een tweede weg aangelegd, de ‘kunstweg’ van Zwolle naar Almelo. Kort daarna worden de marken ontbonden en de gemeenschappelijke woeste gronden worden verdeeld. Dan kan het ontginnen beginnen. Eerst nog mondjesmaat, vooral ten behoeve van de bosbouw. In de vorige eeuw wordt, voornamelijk op initiatief van de Nederlandsche Heidemaatschappij, de ‘grote, stille heide’ helemaal in cultuur gebracht. Er zou niets overblijven van de prachtige, ongerepte, maar zo nutteloze natuur. Helemaal niets. De machines om de laatste 170 hectare veen af te graven staan op zaterdag 31 januari 1953 klaar, het werk zal maandag beginnen.

Dan slaat het noodlot toe. Het water in de Noordzee is tot extreme hoogte gestegen, de dijken in Zuidholland en Zeeland begeven het met als gevolg 1836 dodelijke slachtoffers en 4500 verwoeste huizen en gebouwen. Nederland is in shock. Maar al snel komen de hulpacties op gang. Al het beschikbare materieel wordt ingezet om dijken te dichten en de zwaar beschadigde infrastructuur te herstellen. Het Franse leger schiet te hulp en Zweden stuurt prefabhuizen. Ook de machines die het Boetelerveld moeten afgraven, worden ingezet.

Het Boetelerveld gered

Wanneer de machines na de herstelwerkzaamheden weer terug kunnen, is het denken over het ontginnen van dat laatste stukje heide veranderd. Sommigen vinden het een goed idee om dat prachtige stukje natuur met rust te laten. En zo heeft de Watersnoodramp ons het Boetelerveld gebracht. Een oase van rust met veel bijzondere planten en dieren, zoals de klokjesgentiaan, de vleesetende zonnedauw, de kamsalamander en de levendbarende hagedis, al moet ik bekennen dat ik ze nog nooit heb gezien. Toen ik er eind jaren zeventig wandelde, zag ik de meer dan manshoge, enorme rododendrons, die je vooral aantreft in de buurt van landhuizen en kastelen. De heide was dan ook ooit bezit van de familie Bentinck die de nabijgelegen havezate Schoonheten bewoont.

Door de ruilverkaveling in de twintigste eeuw kregen niet alleen de landbouwgronden last van de lage grondwaterstand, ook het natte Boetelerveld werd met uitdroging bedreigd. Om het gebied weer nat te krijgen werd vanuit het Overijssels Kanaal iets ten westen van Hankate een waterweg aangelegd die het water vanuit het kanaal het land in bracht, helemaal tot aan het vijftien kilometer verderop gelegen Boetelerveld. Zo verandert er wel meer in het beschermde natte heideveld met de Natura 2000-status, waardoor het onderdeel is van een Europees netwerk van unieke natuurgebieden. Veel naaldbomen zijn gekapt, soms tot verdriet en woede van omwonenden: ‘Geen schapen, maar kettingzagen’, schreef een verbijsterde natuurliefhebber. Het Overijssels Landschap heeft begrip voor de reacties, maar legt uit dat het hard nodig is: ‘De vele naaldbomen zorgen voor verdamping van water en dragen zo fors bij aan de verdroging van het gebied.’ Natuur is mensenwerk in Nederland. Maar wel ‘het kostbaarste dat we als mensen bezitten’, zegt Gerrit van der Kolk, ’s lands oudste boswachter. ‘’s Morgens vroeg, bij het opgaan van de zon, is het hier op zijn mooist. Wat je dan ziet, verveelt nooit, ook al kom ik hier al tachtig jaar.’

De Watersnoodramp van 1953.

Foto: Vincent Webbink

De meeste wandelaars zullen het terrein benaderen vanaf de Schoonhetenseweg, maar komend vanaf Haarle kun je bij de Eekwielensweg het veld in waar door de herinrichting van de laatste jaren een groot ven is ontstaan. Vóór je ligt een wandeling van ongeveer een uur in alle rust.

De Schoonheterheide, zoals het natuurgebied ook wel genoemd wordt, ligt voor het grootste deel in de gemeente Raalte. Een klein stukje aan de oostelijke kant ligt in de gemeente Hellendoorn. Voor de planten en dieren doet het er niet toe.

Het uitgestrekte veen tussen Raalte en Haarleop een zeventiende-eeuwse kaart, oorspronkelijk uitgegeven door Nicolaas ten Have in 1649.

De Achterweg in Daarle. Foto: Iris Webbink.

Dit artikel is een bewerking van een hoofdstuk uit het op zaterdag 8 oktober 2022 te verschijnen boek Hellendoorn van A tot Z, geschreven door Dinand Webbink. Het verschijnt tegelijk met de opening van het Historisch Centrum in de oude r.k. pastorie aan de Grotestraat te Nijverdal. In zijn cultuurhistorische ontdekkingsreis neemt de schrijver de lezer mee naar plaatsen in de gemeente Hellendoorn, die zelfs bewoners van de gemeente zelf nauwelijks kennen of waarvan ze de historische achtergronden niet weten. Hellendoorn van A tot Z nodigt uit om de onbekende, maar bijzonder interessante plekken van de gemeente te bezoeken. Plekken die je na het lezen van dit boek met heel andere ogen bekijkt.

Het Boetelerveld op een heiige dag, januari 1982. Foto: Collectie Richard Woolderink/Raalte Clopedie.

Literatuur en bron

• Achtereekte, J. Storm van kritiek op bomenkap Boetelerveld bij Mariënheem: ‘Geen schapen, maar kettingzagen’. In: Stentor (25 jul. 2020).

• Gebiedsproces Natura 2000 Boetelerveld. Raalte, 2020 (brochure).

• Haverkate, H. Natuur verandert, boswachter bleef dezelfde. In: Tubantia (13 apr. 2021).

• De markeverdelingen, in: Canon van Raalte, zie: https://www.canonvannederland.nl/nl/overijssel/ salland/raalte/de-markeverdelingen-

This article is from: