7 minute read

Meer as ’n plezeerig leav’n

Door: Geert Bekkering

Oud-directeur Arnold van Heek van de overhemdenfabriek Blom – FABLO in Enschede had met journalist Stegeman in 1992 veel leuke herinneringen opgeschreven. Dat boekje was bedoeld voor familie, maar werd ook daar buiten erg gewaardeerd. Zijn zoon Willem was houtzager op ’t Kerkenveld bij de theekoepel Boonenkamp, achter de Hooge Boekel in Enschede. Hij heeft het boekje in 2004 laten uitgeven, aangevuld met veel eigen anekdotes. Maar de uitgave heeft nooit de aandacht gekregen die het verdient en is zelfs antiquarisch bijna niet verkrijgbaar. Vrijwilligers van de Historische Sociëteit Enschede-Lonneker [www.SHSEL.nl] hebben het afgelopen jaar met veel plezier gewerkt aan een herziene en uitgebreide heruitgave. Met behulp van het fabrikantenarchief op Zonnebeek zijn er veel oude familiefoto’s gescand en is het nu herdrukt met heel veel foto’s, ook veel nieuwe in kleur. Daarnaast zijn er vooral veel nieuwe verhalen en anekdotes bij gekomen.

Het Bruggetje over een vroegere bocht in de Buurserbeekin Haaksbergen voor het openluchtmuseumdat er nooit kwam.

Het Bruggetje over een vroegere bocht in de Buurserbeekin Haaksbergen voor het openluchtmuseumdat er nooit kwam.

Samenwerken

Het was heel leuk om met Willem van Heek vrijwel wekelijks te praten over de heruitgave van het boek. Willem kan prachtig vertellen en weet veel over vroeger. Natuurlijk over de grote fabrikantenfamilies, die op allerlei manieren met elkaar verwant zijn. Maar ook over opmerkelijke zaken uit heel Twente. De aanzet voor een openluchtmuseum bij Haaksbergen dat niet doorging en waarvan de Historische Kring Haaksbergen nog een foto van het bruggetje had. Dat het Haagse Bos bij Losser zo heet, omdat de familie Ledeboer voor die ontginning flinke Haagse subsidies kreeg.

Wat er van de Cirkels van Jannink in Vasse wel en niet waar is en dat de familie Jannink oude foto’s beschikbaar stelde. Over de feesten in Denekamp, waar Willems vader steeds bij was, omdat hij daar een naaiatelier voor overhemden had en waarvan ze in Denekamp nog foto’s hadden. Wat er mis ging bij de grote manifestaties van Jac. Kleiboer in Enschede, waarvan foto’s uit het archief van Tubantia werden gevonden. De gruweldaden die de Duitse bezetters begingen op de Hooge Boekel, het buitenhuis van grootvader Van Heek bij Enschede, waar Willem Bulter onbekende foto’s van regelde en de historische vereniging in Glanerbrug een foto van de twaalf ex-gevangenen leverde, die op de Hooge Boekel het huishouden draaiende hielden.

Fotojacht

Toen we aan het opmaken toe waren – de doelstelling was minstens één foto per dubbele pagina – begon het echte zoekwerk. Zo was er het verhaal van de oude staande klok die de stadsbrand van Enschede in 1862 overleefde, omdat hij op de binnenplaats onder de paardenmest werd begraven. In de oorlog stond deze in de textielfabriek van Scholten, die gebombardeerd werd, maar de klok bleef onbeschadigd. Op de manifestatie FF (Fast Forward) in 1951 in Enschede werd het staande uurwerk getoond als een voorbeeld van de veerkracht van Enschede na een ramp. Maar waar was hij nu? Ik heb bij nazaten diverse klokken gezien en gefotografeerd. Heel gezellige bezoeken waren dat. Maar bijna geen enkele klok die in de familie bekend stond als die overlever, bleek de echte. Die is uiteindelijk wel gevonden en de foto prijkt in het boek. Zo kun je wel een jaartje bezig zijn voor het boek klaar is, maar dat was in coronatijd geen slechte bezigheid.

Samenwerking

Sommige foto’s bleken nogal beschadigd, nieuwe foto’s konden soms niet in één keer gemaakt worden en moesten worden samengevoegd. Soms hadden foto’s niet het goede contrast. Margaret Brummer is er nogal druk mee geweest om al het beeldmateriaal te bewerken. Gertrude van de Bovenkamp typte de teksten en nam ze een paar maal door, zodat er nu (bijna) geen fouten in staan. Het fabrikantenarchief op Zonnebeek heeft vele fotoalbums. Die mochten we allemaal doorkijken en de benodigde foto’s scannen. Een hele klus, maar fijn om de lezers van zulk oud materiaal te mogen laten genieten.

Er waren nog unieke foto’s van een tocht op schaatsen en met een auto over het ijs naar Urk in de winter 1929-30. En er waren foto’s van de prinsessen Beatrix en Irene, die in 1954 en 1955 met hun schoolklas kampeerden bij de Hooge Boekel. Ook die konden we opnemen. Dat Albert Plesman in de oorlog in Enschede verbleef, was al wel bekend, maar we vonden een oude foto van het huis waar hij zijn plannen voor de wederopstanding van de KLM maakte. Die kwam uit een artikel dat al eerder was gepubliceerd in ‘n Sliepsteen, het kwartaalblad van de SHSEL.

Het staand horloge dat de ‘Echte Enschedese heeft vele fotoalbums. Die mochten we Overlever’ bleek te zijn.

Taalperikelen

Op veel plekken staat er in het boek een (deel van de) tekst in ’t Twents. Willem Bulter heeft er voor gezorgd dat het uniform in de spelling van de ‘Kreenk’ is geschreven. We wilden uiteraard niet de discussie die ontstond toen aan het nieuwe gebouw MELKION in Enschede een klok werd onthuld met de tekst: ‘Wiy’ gaot met de tied met’. Na de onthulling werd er door de boeren bij de borrel wel erg hard gediscussieerd over:

Mien opoe zear altied … Joa, maor bie oons in ’t hoes …

Tsja, in modern ‘Twents‘ goat moeder met ‘n specialised e-bike funshoppen, terwijl hun kids chillen in ’t hoes.

Dakpan met inscriptie uit 1768.

De prinsessen Beatrix en Irenekamperen op de Hooge Boekelin Enschede in 1954.

Mensen die kijken naar de ‘beslapen’ bedstee.

Fast Forward

Jac. Kleiboer had in 1951 op de manifestatie FF een lös hoes laten bouwen om te tonen hoezeer het boerenbedrijf zich had ontwikkeld. Om het geheel zo echt mogelijk te doen lijken had hij een oud baasje en een oud vrouwspersoon uit Langeveen weten te bewegen om als bewoners van het lös hoes te fungeren. Ofschoon niet getrouwd wilden zij wel – zij het gekleed – in de bedstee kruipen. Toen prinses Beatrix de tentoonstelling bezocht, liep zij het lös hoes binnen waar op dat moment het oude vrouwtje in bed lag. H.K.H. dacht dat ze ziek was en vroeg: ‘Wat mankeert er aan?’ De prinses werd echter direct verteld hoe de vork in de steel zat.

Het tentoonstellingsbestuur vreesde echter dat deze bedscène allerlei problemen zou opleveren als twee ongetrouwde mensen samen in een bedstee zouden bivakkeren, nog wel in het openbaar. Kleiboer loste het probleem op eenvoudige wijze op. Hij heeft de oudjes in het huwelijk laten treden.

De boer op

Met Willem zijn we vaker de boer op gegaan, omdat er bijvoorbeeld een verhaal was over de balk boven de niendeur met inscriptie. Die balk is bij de sloop van de boerderij gered en herplaatst, dus die moest gefotografeerd. En waar in het oude boekje een dakpan met inscriptie uit 1768 kort werd vermeld, moest die er nu natuurlijk fraai gefotografeerd in. Het is geweldig om bij heel betrokken boeren meteen gastvrij naar de schuur meegenomen te worden, waar die oude dakpannen verstopt zijn. En dan blijken er dus best veel te zijn, allemaal handgevormd op het dijbeen. De mooiste tekst was volgens mij: De Misgunst Der Menschen Kan Mij niet Kleineren als ik mar moet hebben Den zegen des Heeren, 1768 gerrit elshof.

Grensganger

Een flink aantal verhalen gingen over de jaren dat Arnold van Heek werkte bij de Baumwollspinnerei Germania in Epe bij Gronau. Arnold had tussen 1930 en 1940 ook flink wat foto’s in die omgeving gemaakt. Samenwerking met de Heimatverein Epe lag voor de hand. Daar waren ze erg blij met de foto’s uit de jaren dat het Nationaal Socialisme geleidelijk ‘gewoon’ werd. Toen Arnold van Heek, die dagelijks met de auto in Glanerbeek door de douane ging, in 1939 steeds vaker om zijn paspoort werd gevraagd door Duitse grensbeambten die hij al jaren kende, heeft hij werk in Nederland gezocht. Ik kan elke historische vereniging een dergelijk project aanraden. Je moet er wel wat instoppen, maar je krijgt er veel voor terug.

‘Meer as ‘n plezeerig leav’n’ is verkrijgbaar bij de Historische Sociëteit [www.SHSEL.nl en in de boekhandel. € 15,50, hard cover, 240 p. ISBN 90-97898081354783

This article is from: