6 minute read
Een gesticht in beeld
DOOR JASMIJN VERVLOET
Soms vind je uitzonderlijk materiaal gewoon op een zolder. Alhoewel de zolder in kwestie ook best bijzonder is. Op de bovenste verdieping van het kantoor van het Transcultureel Centrum voor Psychiatrie Veldzicht te Balkbrug mocht ik onderzoek doen voor mijn boek ‘Schoffies in Salland’. Daar was een schitterende pentekening van het Rijksopvoedingsgesticht Veldzicht te vinden. Hoe langer je naar die tekening kijkt, des te meer je ziet: een klein bruggetje over de gracht, spelende kinderen op het plein, een fietser. De tekening geeft een schitterend overzicht van het gestichtsterrein aan het begin van de twintigste eeuw. Op dat moment, daar op die zolder, vloeiden voor mij het oude Rijksopvoedingsgesticht en het nieuwe Veldzicht in elkaar over. Maar wat is een Rijksopvoedingsgesticht Veldzicht eigenlijk precies?
Vanaf het begin van de negentiende eeuw ontstaat in de nieuwe geïndustrialiseerde samenleving steeds meer aandacht voor de zorg van misdadige, verwaarloosde en ouderloze kinderen. Slecht opgevoede kinderen zijn gevaarlijk voor de samenleving. Ze moeten worden gered en genormaliseerd. Gelijktijdig groeit het besef dat verwaarlozing vaak de oorzaak is van criminaliteit op latere leeftijd. Particuliere instellingen nemen het voortouw in de heropvoeding van deze kinderen. Via discipline, scholing, arbeid en godsdienstige inkeer binnen een gestructureerde en beschermde omgeving, kunnen deze ‘verloren’ kinderen misschien worden gered. Hoewel de Nederlandse staat de heropvoeding graag overlaat aan filantropen, kan de overheid zich niet langer distantiëren als de opvoedingsgedachte bij de behandeling van jeugdige criminelen terrein wint. Onder invloed van de Gestichtenwet van 1884 en als aanvulling op de particuliere initiatieven komt zo het Rijks Tucht- en Opvoedingswezen tot stand. Het doel is criminele jongeren tot deugdzame burgers om te vormen in speciale Rijksopvoedingsgestichten. De jongeren krijgen een opleiding en een opvoeding, in de hoop dat zij daarmee een kans op een beter leven krijgen. Veldzicht zal het grootste Rijksopvoedingsgesticht worden, met plek voor wel 240 jongens. De oprichting van dergelijke instituten veroorzaakt veel maatschappelijk debat. Niet alleen de wet- en regelgeving, maar ook de locatie en het ontwerp van Veldzicht staan ter discussie. Een groot deel van de gronden van een voormalige kolonie van Weldadigheid, de Ommerschans, zal worden ingezet voor de bouw van het nieuwe complex. Kan dat wel? Kinderen op een plek waar eerst arme stadse paupers heropgevoed werden? Krijgen die kinderen dan geen slechte naam? Ook de uitstraling van het gebouw is een veelbesproken kwestie. Het gebouw mag onder geen beding een weelderige uitstraling hebben: de jongeren mogen niet het gevoel krijgen dat zij op vakantie zijn. Dan zouden ouders hun kinderen misschien wel graag in zo’n instelling willen. Zo is in het eindverslag van de commissie van rapporteurs over het Rijksopvoedingsgesticht te lezen:
‘Hebben de jongens het te Veldzicht te goed, dan is het gevaar niet denkbeeldig, dat ouders ten aanzien der veroordeling, hunner zonen tot plaatsing in het nieuwe Rijksopvoedingsgesticht, onverschillig worden of haar wellicht niet ongaarne zien.’
Veldzicht wordt dan ook ontworpen naar de principes van het ‘kazernestelsel’. Het gebouw van Veldzicht heeft hierdoor intern veel weg van een ‘kazerne’, waarbinnen de jongens niet afzonderlijk maar in grote groepen worden opgesloten. De jongens worden op een relatief klein oppervlak ondergebracht en vrijwel alle functies van het gesticht bevinden zich in één gebouw. In het hoofdgebouw van Veldzicht wordt geslapen, gegeten en de vrije tijd doorgebracht. Alleen ’s nachts zijn de jongens alleen, afgezonderd in alkoven.
Hoewel haar ontwerp sober is, heeft de ingenieur-architect W.C. Metzelaar toch geprobeerd Veldzicht een liefelijke uitstraling te geven. Het mag gebouw mag niet aanvoelen als een gevangenis; het moet een thuis voor jongens op het foute pad zijn. In een poging dit te bereiken, zijn er geen tralies gebruikt en is er veel aandacht gegeven aan de beplanting binnen de gracht. Het groen beplante plein is als speelplaats en exercitieplaats bedoeld.
Vanaf 1894 is Veldzicht klaar voor haar nieuwe bewoners. Het belangrijkste doel van Veldzicht: de zedelijke opvoeding van haar ‘verpleegden’ door middel van landbouw- of ambachtsonderwijs, schoolonderwijs en godsdienstige vorming.
Door de kazerneachtige inrichting ontstaat binnen Veldzicht een complexe organisatie waarbij de jongens zich in grote groepen van de ene ruimte naar de andere ruimte verplaatsen. De noodzaak voor discipline is hierdoor groot. Problematisch is dat de aanwezige beambten niet of nauwelijks zijn opgeleid voor het begeleiden van kinderen. De beambten zijn veelal oud-militairen en reageren op de kinderen zoals zij gewend zijn te reageren in militaire kazernes. Voor kinderemoties blijft weinig ruimte over. Hoewel Veldzicht pas net geopend is, wordt rond 1900 veel kritiek geuit op de omgang met de kinderen en dan al verouderde inrichting van de gebouwen. De dagelijkse praktijk komt steeds verder onder druk te staan. Als gevolg van deze druk wordt Veldzicht vanaf 1910 gerenoveerd. Langzaam komt er iets meer ruimte voor het kind-zijn in het gesticht, worden er speeltuintjes gecreëerd en het nut van een zachtaardigere benadering ingezien. In de jaren hierna volgen vele aanpassingen en uitbreidingen van het gehele complex. In 1933 sluit het Rijksopvoedingsgesticht en snel daarna wordt het gebouw in gebruik als het Rijksasiel voor Psychopaten.
Tot op de dag van vandaag is het voormalige hoofdgebouw van Veldzicht, met haar originele toegangshek en parkachtige voorterrein, beeldbepalend voor de Ommerweg in Balkbrug. Mede door de hedendaagse aanwezigheid van het Centrum voor Transculturele Psychiatrie, blijft het erfgoed van Veldzicht van groot belang voor haar omgeving. Het terrein, de gebouwen en de doelstelling van het Veldzicht zijn onder invloed van nieuwe inzichten en nieuwe wetgeving dan wel voortdurend veranderd, maar het doel - haar bewoners een zo goed mogelijk onderkomen en levensperspectief na hun verblijf bieden - is hetzelfde gebleven. De geschiedenis en huidige functie van dit bijzondere gebouw laten dan ook een continuïteit zien die al bijna 130 jaar overspant.