2 minute read
Verzwegen oorlogsjaren
Boven: Nederlandse krijgsgevangenen worden ondervraagd door Duitse militairen van de SS-Standarte Der Führer. Zij hebben zojuist de wapens neergelegd en de geleverde strijd is nog op hun gezichten af te lezen.
Gedurende de strijd in de meidagen van 1940 voerden de Duitsers ca. 20.000 Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap af naar Duitsland. Op persoonlijk bevel van Hitler keerde deze groep enkele weken later weer terug naar Nederland. Hiermee was het gevaar echter niet geweken. Al in juli 1940 verdwenen ca. 70 beroepsofficieren achter het prikkeldraad, nadat zij hadden geweigerd de door de Duitsers verlangde erewoordverklaring te tekenen. Vervolgens voerden de Duitsers, als reactie op het groeiend verzet, op 15 mei 1942 met een list ruim 2.000 beroepsofficieren af in gevangenschap. In 1943 liep de behoefte aan arbeidskrachten voor de Duitse oorlogsindustrie zo hoog op dat zij besloten het gehele voormalige Nederlandse leger alsnog krijgsgevangen te zetten. Veel militairen wisten echter de dans te ontspringen. Uiteindelijk voerden de Duitsers 8.500 man af. Daarmee zaten van juli 1940 tot mei 1945 in totaal ruim 11.000 Nederlandse militairen in krijgsgevangenschap. De omstandigheden in de krijgsgevangenkampen liepen sterk uiteen. Officieren en onderofficieren mochten volgens de Conventie van Genève niet voor werkzaamheden worden ingezet. Voor hen stond het leven in de krijgsgevangenkampen in het teken van verveling, vernedering, honger lijden en soms ook spanning. Manschappen konden wel aan het werk worden gezet zolang zij niet werden ingeschakeld bij de oorlogsproductie. Het merendeel van hen kwam in Arbeitskommando’s terecht om onder zware en gevaarlijke arbeidsomstandigheden gedwongen werk te verrichten in fabrieken en raffinaderijen. Tot overmaat van ramp waren deze industriële complexen regelmatig het doelwit van geallieerde bombardementen. Van de ruim 180 Nederlandse krijgsgevangenen die tijdens de Tweede Wereldoorlog om het leven kwamen, was het merendeel het slachtoffer van een luchtaanval. Tientallen gevangenen besloten niet lijdzaam toe te zien en ondernamen een of meer ontsnappingspogingen. Slechts een handvol militairen wist daarbij uit handen van de Duitsers te blijven. Enkele krijgsgevangenen betaalden voor hun ontsnappingspoging de hoogste prijs en kwamen daarbij om het leven. In 2020 verschijnt vanuit het NIMH onder de titel Verzwegen Oorlogsjaren een publicatie over Nederlandse militairen in Duitse krijgsgevangenschap. Aan de hand van vele nog nooit eerder gepubliceerde brondocumenten zoals dagboeken, correspondentie en foto’s, wordt het leven van de krijgsgevangenen voor het voetlicht gebracht.
Advertisement
Boven: Terugkeer van Nederlandse krijgsgevangenen op het station te Weert in mei/ juni 1945.
Rechts: Waterverf schilderij van het kamp.
Rechtsonder: Zo zag een reserveofficier er uit in Oflag XXI-c/z Grüne bei Lissa in 1944.
Links: ‘Personalkarte’ van tweede luitenant Leo de Hartog. Hij weigerde op 14 juli 1940 de erewoordverklaring te tekenen en werd afgevoerd naar Oflag VI A te Soest (Westfalen).