NO. 5, SEPTEMBER 2019, € 3,– WWW.MILITAIRECOURANT.NL
MILITAIRE COURANT
OVERAL TER WERELD KORPS MARINIERS, PAGINA 4
Operatie Market Garden, TNO en Oorlog in de operatiekamer
2 – MILITAIRE COURANT
Beschermen wat ons dierbaar is
I
Iedere drie maanden verschijnt er een nieuwe editie van de Militaire Courant en tot op heden is gebleken dat we niet om onderwerpen verlegen zitten. We richten ons op militair nieuws uit het verleden, heden en toekomst. De recente aanval op de olie-installaties in Saudi-Arabië, waarbij wellicht gebruik is gemaakt van drones, toont aan dat nieuwe vormen van oorlogsvoering steeds meer tot de dagelijkse praktijk horen en niet alleen maar in siencefictionfilms voorkomen. Die realiteit zagen wij met eigen ogen bij ons bezoek aan de onderzoeksorganisatie TNO (p.19). Hier wordt onderzoek gedaan naar allerlei nieuwe technologische toepassingen, onder andere om de krijgsmacht te versterken. Een voorbeeld dat wij daarvan uitlichten is de samenwerking tussen mens en machine. Maar ook op andere vlakken is de wereld in beweging. Chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen hangen in de lucht. Om daarmee om te kunnen gaan, is er binnen Defensie een speciale CBRNafdeling opgezet die nauw samenwerkt met andere hulpverleners bij noodgevallen (p.13). Wie ook druk bezig is met nieuwe ontwikkelingen binnen de krijgsmacht, is de staatssecretaris van Defensie, Barbara Visser. Onlangs is er een nieuwe cao voor het Defensiepersoneel gesloten, na een lange periode van moeizame onderhandelingen. Als staatssecretaris is Visser
daar nauw bij betrokken geweest. Samen met tienduizenden militairen en burgers werkt zij aan het beschermen van wat ons dierbaar is. Genoeg redenen om nader met haar kennis te maken (p.16). Daarnaast brachten we een bezoek aan de opleiding voor onderofficieren van het Korps Mariniers (p.4). Zij dragen bij aan een rijke geschiedenis die in het jaar 1665 begon. Vandaag de dag behoren de mariniers tot de elite van de Nederlandse Krijgsmacht. Uit ons gesprek blijkt dat ‘verbondenheid, kracht en toewijding’ voor hen geen loze woorden zijn. In deze editie van de Militaire Courant besteden we ook weer aandacht aan militaire geschiedenis. Zo herdenken we Operatie Market Garden met foto’s die beschikbaar zijn gesteld door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (p.26). Het was de bedoeling van de geallieerden om de Tweede Wereldoorlog te beëindigen voor de Kerst van 1944. Helaas moest een groot gedeelte van Nederland nog wachten tot de bevrijding in mei 1945. Die vrijheid is dus niet vanzelfsprekend. Goed om dat te vieren! Ik wens u veel leesplezier toe. Mocht u nog vragen en/of opmerkingen hebben, dan hoor ik graag van u!
JAN LOUWERS Uitgever Militaire Courant jan@militairecourant.nl
SEPTEMBER 2019 – 3
+++ Op 28 augustus droeg luitenantgeneraal Leo Beulen zijn functie als Commandant Landstrijdkrachten over aan luitenant-generaal Martin Wijnen en ging hij tevens met leeftijdsontslag. Als Commandant Landstrijdkrachten heeft hij gewerkt aan herstel en groei van de organisatie en hij geeft dat stokje nu vol vertrouwen over aan luitenant-generaal Wijnen. +++ Onlangs werd het FM12-masker, dat als beschermmiddel tegen CBRN-stoffen wordt gebruikt, ter discussie gesteld in RTL Nieuws. Uit een studie van TNO is gebleken dat het masker echter voldoende bescherming biedt, mits het juist gebruikt wordt. Er is altijd ruimte voor verbetering, en dus heeft Defensie een aanbesteding voor een masker met een hogere beschermingsgraad lopen, die naar verwachting in 2020 zal worden afgerond. +++ Na de verwoestingen van orkaan Dorian levert Defensie noodhulp aan de Bahama’s. Op 7 september vertrokken 76 extra mariniers vanaf Vliegbasis Eindhoven met een KDC-10 transportvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht naar het Caribische gebied. In totaal zijn nu circa 550 Nederlandse militairen van de Marine, Landmacht, Luchtmacht en Marechaussee ingezet. +++ Begin deze maand is het gloednieuwe Vrijheidsmuseum in Groesbeek geopend, heel toepasselijk in het officiële herdenkingsjaar van 75 Jaar Vrijheid. Het museum, voorheen het Nationaal Bevrijdingsmuseum 19441945, heeft een duurzaam onderkomen gekregen in het bijzondere gebouw de Shaded Dome. Deze heeft de vorm van een enorme parachute, een herkenbaar beeldmerk van de bevrijding. +++ Voor wie altijd al eens een realistische inkijk wilde hebben in de wereld van de Luchtmacht, lanceert EO de epische dramaserie Hoogvliegers, over drie vrienden in opleiding tot F-16 vliegers. De serie wordt vanaf 11 januari uitgezonden op NPO 1. +++
FOTO DEFENSIE
BEELD: MINISTERIE VAN DEFENSIE
KORT NIEUWS
Verbondenheid, kracht en toewijding zijn de kernwaarden van een marinier. P. 4
Inhoud Korps Mariniers
4
Actuele missies
10
CBRN
13
Staatssecretaris Visser
16
TNO
19
Column Han ten Broeke
23
IGK
24
Operatie Market Garden
26
Boeken Interview Maaike Hoogewoning over Oorlog in de operatiekamer 30 Recensie Van wereldmacht tot ‘braafste jongetje’
35
Interview Frank Venus van Uitgeverij Geromy
37
Evenementen
40
Prijsvraag en colofon
43
4 – MILITAIRE COURANT
Eens een marinier, altijd een marinier In het jaar 1665 begon de roemruchte geschiedenis van het Korps Mariniers. Grote namen uit de vaderlandse geschiedenis zijn betrokken bij de oprichting: Johan de Witt en Michiel de Ruyter. Bovendien is de plek waar iedere marinier zijn opleiding begint vernoemd naar de eerste commandant van het Korps: de Van Ghentkazerne te Rotterdam. DOOR JAN LOUWERS
SEPTEMBER 2019 – 5
REPORTAGE
6 – MILITAIRE COURANT
REPORTAGE
‘ Verbondenheid, kracht en toewijding’ Verbondenheid, kracht en toewijding zijn de kernwaarden van een marinier. Op de Van Ghentkazerne kom je die woorden overal tegen. Het Korps Mariniers is de amfibische eenheid van de krijgsmacht, vanaf het water worden ze op land ingezet, overal ter wereld. Hun lijfspreuk luidt niet voor niets Qua patet orbis, ‘zo wijd de wereld strekt’. We spreken met majoor ‘Nico’. Hij is samen met zijn team verantwoordelijk voor de opleiding van de onderofficieren. Dit zijn mariniers die al enkele jaren ervaring hebben en nu door willen groeien. De opleiding duurt 26 weken.
Van Ghentkazerne
‘Ze zijn al gewend om leiding te ontvangen, maar niet om leiding te geven. Dat is de omschakeling die ze hier tijdens de opleiding moeten maken. Ze moeten kunnen plannen, organiseren en lesgeven. En het belangrijkste: tijdens een gevecht leiding kunnen geven aan andere mariniers.’
Hoe simuleren jullie dat tijdens de opleiding? ‘Voor de helft van de opleiding zitten de mariniers in het veld, in een bivak. Ze worden dan constant onder druk gezet door de instructeurs, zowel fysiek als mentaal. Er worden gevechtssituaties geoefend en er gebeuren doorlopend dingen die de cursisten tot
actie moeten dwingen. Dat alles met volledige bepakking, de spullen die je nodig hebt als je daadwerkelijk ingezet wordt. Een marinier is sowieso al fit, maar van een onderofficier verwachten we dat hij onder grote druk ook nog na kan blijven denken en leiding kan geven. Want tijdens een echt gevecht kijken de mannen naar de leidinggevende met de vraag: wat gaan we doen?’
Waar kun je een marinier aan herkennen? ‘Hij heeft een ‘can do’-mentaliteit, waarbij hij de veiligheid niet uit het oog verliest. Wij gaan door waar anderen stoppen. We maken de situatie altijd werkbaar, we halen de doelen. Linksof rechtsom. Dat wordt tijdens de opleiding ingeprent, zodat je als groep gaat opereren. De opdracht, dat is het belangrijkste.
FOTO’S: MINISTERIE VAN DEFENSIE
Majoor, de mensen die onderofficier willen worden hebben de baret van het Korps Mariniers al verdiend. Wat leren ze in deze opleiding?
SEPTEMBER 2019 – 7
8 – MILITAIRE COURANT
REPORTAGE De individuele marinier is ondergeschikt aan de groep.’
Wat zou u willen zeggen tegen jongeren die overwegen om marinier te worden? ‘Ik zou het zeker aanraden. Met name de jongeman die een uitdagende baan zoekt, die het avontuur aan wil gaan, die kan hier voor vier jaar aan de slag. Je maakt vrienden voor het leven. Je gaat de wereld zien. Hard werken en hard ontspannen. En na die vier jaar kun je je eventueel verder ontwikkelen en carrière maken bij de mariniers. Allerlei specialisaties zijn mogelijk, zoals bijvoorbeeld bij de special forces van het Korps Mariniers.’
U zei net jongemannen, maar zijn vrouwen eigenlijk ook welkom? ‘Ja, vrouwen zijn zeker ook welkom. Dat is een goede zaak, zeker gezien het grote aantal vacatures dat we hebben. Daardoor kunnen we vissen uit een grotere vijver voor het vinden van mariniers.’
Kunt u zich nog herinneren dat u zelf voor het eerst door de poort van de Van Ghentkazerne liep? ‘Ja, nog heel goed! Dat was op een regenachtige dag in het jaar 2001. We kwamen aan in ons nette tenue. De korporaal die ons ontving ging helemaal uit z’n plaat toen hij onze verregende kleding zag. We konden ons meteen gaan opdrukken tot we erbij neervielen. Vervolgens gingen we het veld in om te sjouwen met een boomstam. Kortom, het was een warm welkom bij de mariniers! ‘Ik wil de mensen die de initiële mariniersopleiding willen gaan doen graag iets meegeven: denk in korte stapjes vooruit tijdens de opleiding. Het is mentaal en fysiek heel zwaar. Denk niet aan de dertig weken, maar denk per uur, per dag. Dan haal je de opleiding! Als het tussen de oren goed zit, kun je het fysiek ook goed aan. Bovendien maak je vrienden voor het leven. Tijdens oefeningen en missies kom je altijd weer je maten tegen die je al kent sinds het begin van je opleiding. Mensen blijven altijd betrokken bij het Korps, reünies worden altijd druk bezocht. Eens een marinier, altijd een marinier!’
SEPTEMBER 2019 – 9
REPORTAGE Marinier Mitch en sergeant Michael zitten gebroederlijk naast elkaar. De sergeant is de instructeur tijdens de onderofficiersopleiding die marinier Mitch nu volgt. Totaal verschillende rollen, maar wat ze delen is de verbondenheid met het Korps Mariniers. Sergeant Michael, hoe was het voor uzelf om voor het eerst onder de poort door te lopen?
Sergeant Michael: ‘Dat was in 2005. Altijd als er een groep cursisten die zijn eerste opleiding heeft afgerond de poort binnenloopt, is iedereen van de kazerne daarbij aanwezig, evenals familie, vrienden en oud-mariniers. Dat is een bijzondere sfeer, die je meteen meekrijgt als je zelf nog in opleiding bent. Die ervaring motiveert om ook zelf de opleiding succesvol af te willen ronden. Dat triomfantelijke gevoel! Dan denk je: straks lopen wij onder die poort door, het is maar een kwestie van tijd.’
Wat was voor u een reden om marinier te worden?
Sergeant Michael: ‘Ik wilde graag militair worden, dat was al vrij snel duidelijk, het sprak me gewoon aan. Maar bij welk onderdeel wist ik niet. Toen een neef van me terugkwam uit Irak en vertelde hoe het is om marinier te zijn, was de keuze snel gemaakt. Avontuur, reizen! Aanvankelijk was dat voor vier jaar, maar het beviel me zo goed dat ik gebleven ben. Ik was alleen niet echt goed voorbereid. Ik had op zich een goede conditie, maar niet voldoende kracht. En toen moes-
vooral om het mentale aspect, het ontwikkelen van jouw kwaliteiten als leider.’
Hoe zouden jullie jongeren overtuigen om marinier te worden?
Marnier Mitch ten we ineens tien kilometer rennen, een rondje Brienenoordbrug, ik wist helemaal niet dat dat kon!’
Marinier Mitch, wat spreekt jou het meeste aan aan het beroep marinier?
Marinier Mitch: ‘Je werkt als een groep ergens naartoe, daarbij vallen ook weleens mensen af. Dat maakt jezelf sterker, want je wilt niet falen: je wilt als team de eindstreep halen. En als je dan samen met de muzikanten van de Tamboers en Pijpers de poort binnenloopt, dan is dat een prachtig gevoel. Een van de mooiste momenten uit mijn leven!’
Hoe zwaar is de extra belasting van de onderofficiersopleiding? Marinier Mitch: ‘Nu zitten we nog in de beginfase van de opleiding, de fysieke
belasting is nog beperkt. Maar later in de opleiding gaan we met sprongen voorwaarts, dan wordt het fysiek zwaarder en moeten we ook leiding geven aan andere mariniers. Dan word je flink aan de tand gevoeld en wordt er bekeken hoe je dingen aanpakt.’ Sergeant Michael: ‘Je probeert de mariniers mee te geven hoe ze onder stress, vermoeidheid, minder goed eten en veranderende omstandigheden toch goed kunnen blijven functioneren. We gaan ineens linksaf, terwijl iedereen dacht dat we rechtsaf zouden gaan. We maken ze weerbaar voor het werk dat de functie van onderofficier met zich meebrengt. Je moet je mannen meekrijgen in de richting die jij wilt. Er is nog steeds wel veel fysieke belasting, maar het gaat
Marinier Mitch: ‘Iedere gezonde Nederlandse man en vrouw kan het halen. Als je twijfelt, moet je het gewoon doen. Het is het mooiste wat er is. Je maakt van alles mee: je springt uit vliegtuigen, je gaat skiën, de ene dag kun je in de sneeuw zitten, de andere dag op een tropisch eiland. Het is fantastisch!’ Sergeant Michael: ‘Als je leuke dingen mee wilt maken, maar ook minder leuke dingen om je als persoon verder te ontwikkelen, dan is het Korps Mariniers van harte aan te bevelen. En als het je na die vier of vijf jaar goed bevalt, kun je je door ontwikkelen tot onderofficier. En heel belangrijk: de sfeer bij de Mariniers is echt uniek. Dat hoor je ook terug van mensen die bij andere defensieonderdelen zijn gaan werken of naar de burgermaatschappij zijn overgestapt. Ook niet mis is dat je in de lange, rijke geschiedenis van het Korps Mariniers komt te staan, sinds de oprichting op 10 december 1665.’ Om veiligheidsredenen zijn de echte namen van de geïnterviewden niet vermeld.
10 – MILITAIRE COURANT
BAHAMA’S (CDEMA) Nederland levert noodhulp aan de Bahama’s, waar de orkaan Dorian grootschalige verwoestingen heeft aangericht. De eilanden vroegen om hulp via de CDEMA (Caribbean Disaster Emergency Management Agency). Defensie heeft 550 Nederlandse militairen naar het eiland Abaco gezonden. Daarnaast biedt Zr. Ms. Johan de Witt als amfibisch transportschip de mogelijkheid goederen aan wal te brengen, en Zr. Ms. Snellius kan als hydrografisch opnemingsvaartuig helpen om de havens op Abaco weer toegankelijk te maken.
LITOUWEN (eFP) Defensie levert een bijdrage aan de versterkte militaire aanwezigheid van de NAVO in Litouwen, de zogeheten enhanced Forward Presence. Het gaat om 270 militairen voor een multinationale battlegroup. Het bataljon waarvan Nederland deel uitmaakt, staat onder Duitse leiding en is gestationeerd in Rukla. Het is een van de ‘geruststellende maatregelen’ voor de Oost-Europese bondgenoten.
GAZASTROOK (EU BAM en USSC)
Actuele missies voor vrede en veiligheid Terwijl u dit leest, zetten militairen zich in verschillende delen van de wereld in voor vrede en veiligheid. Op korte termijn ten behoeve van de lokale bevolking, maar op lange termijn draagt globale stabiliteit ook bij aan veiligheid in Nederland.
De European Union Border Assistance Mission (EU BAM) is een missie van de Europese Unie. De missie helpt bij het grensbeheer aan de grensovergang bij Rafah in de Gazastrook. Nederland draagt in de regio ook bij aan de United States Security Coordinator (USSC). Deze missie vindt plaats in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Het programma verbetert het functioneren van de veiligheidsdiensten en de Presidentiële Garde van de Palestijnse Autoriteit.
SEPTEMBER 2019 – 11
NEDERLANDSE MISSIES
KOSOVO (EULEX) De missie bevordert de stabiliteit in Kosovo, door het bestuurlijk apparaat, politie, justitie en douane te ondersteunen. Nederland heeft ongeveer vijftien militairen in Kosovo, het merendeel marechaussees. De Nederlandse bijdrage bestaat ook uit personeel van de politie en uit specialisten van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid.
BAHREIN (CMF) Bij Combined Maritime Forces (CMF) werken marines uit 25 verschillende landen samen. CMF opereert in de wateren rond het Arabisch schiereiland en bestrijdt gewelddadig extremisme en terrorisme, piraterij, smokkel en mensenhandel en verbetert samen met lokale en andere partners de maritieme veiligheid en stabiliteit in de regio.
AFGHANISTAN (Resolute Support) Sinds 1 januari 2015 doen Nederlandse militairen mee aan de NAVO-missie Resolute Support. Die heeft als doel het veiligheidsapparaat, leger en politie in Afghanistan verder op te bouwen. Nederland levert een bijdrage aan deze missie tot eind 2021.
SOMALIË (VPD) Marineschepen vergroten de veiligheid langs de scheepvaartroutes door de Golf van Aden en de Hoorn van Afrika bij Somalië. Zij verstoren en ontmoedigen hiermee zeerovers. Het aantal gekaapte schepen is sinds 2012 sterk gedaald. Defensie stuurt in sommige gevallen militaire beveiligingsteams mee op Nederlandse zeetransporten.
OEGANDA (ACOTA) Nederland neemt soms deel aan het Africa Contingency Operations Training & Assistance (ACOTA)-programma. Het programma vergroot de capaciteiten van vijfentwintig Afrikaanse landen, zodat deze vredesmissies kunnen uitvoeren (met een mandaat van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie). Het ACOTAprogramma traint jaarlijks opeenvolgend 3 bataljonstaakgroepen, tot 3.500 militairen per keer. BRON: DEFENSIE
Interviewcollectie Nederlandse Veteranen
Luister naar de Interviewcollectie Nederlandse Veteranen (ICNV) en kom meer te weten over de ervaringen van veteranen en de militaire geschiedenis van Nederland. In het geluidsarchief zitten meer dan 1200 interviews met veteranen die hebben deelgenomen aan ĂŠĂŠn of meer oorlogen, gewapende conflicten of vredesmissies waarbij Nederland sinds 1940 betrokken is geweest. De interviews vormen een boeiende aanvulling op archieven, boeken en films.
De interviewcollectie geeft inzicht in de beleving, sociale verhoudingen en het dagelijks leven van een militair voor, tijdens en na een missie en maakt duidelijk hoe die ervaring het verdere leven van de veteraan hebben beĂŻnvloed. Het geluidsarchief is toegankelijk voor iedereen. Ga naar www.veteranenvertellen.nl.
SEPTEMBER 2019 – 13
INTERVIEW
CBRN: Samen tegen een onzichtbare vijand In het Defensie CBRN Centrum werkt een multidisciplinair team samen om zich voor te bereiden op een chemisch, biologisch, radiologisch of nucleair (CBRN) ongeluk, of erger nog, een aanslag of aanval. De Militaire Courant woonde een MULTI-oefening bij op het Nationaal Trainingscentrum (NTC) in Vught.
H
Luitenant-kolonel Broman
et centrum is speciaal ingericht om te oefenen met de inzet van een multidisciplinair team. Onder andere de politie, brandweer en ambulancediensten trainen deze dag samen met de specialisten van het Defensie CBRN Centrum, waarbij het scenario wordt gevolgd van een chemische aanval op een metrostation. Op het NTC zijn verschillende ‘sets’ nagebouwd, waaronder een compleet metrostation, wat realistisch oefenen mogelijk maakt. Professionals vanuit verschillende landen maken ook graag gebruik van deze unieke faciliteiten. Luitenant-kolonel Douglas Broman
is commandant van het Defensie CBRN Centrum, we spreken hem na afloop van de trainingsdag.
Luitenant-kolonel Broman, waarom organiseren jullie deze trainingsdag? ‘Het Defensie CBRN Centrum bestaat pas zes jaar en is nog vrij onbekend. De ministeries van Veiligheid, Justitie en Defensie hebben in 2006 besloten om een aantal nieuwe initiatieven te realiseren, waaronder het oprichten van het NTC. Door vier keer per jaar deze dag te organiseren, brengen we alle trainende partijen bij elkaar. Sinds twee jaar nodigen we
14 – MILITAIRE COURANT
INTERVIEW
ook andere belanghebbenden uit om te komen kijken of zij mogelijkheden zien voor samenwerking. Met als doel uiteindelijk dat mensen uit zichzelf bij ons aankloppen, zodat wij deze dagen niet meer hoeven te organiseren.’
Het expertisecentrum werkt samen met veel verschillende organisaties. Hoe gaat dat in zijn werk? ‘Met het CBRN vallen wij onder het Opleidings- en Trainingscentrum Genie van de Landmacht. Onze taak is om bij een noodoproep een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de situatie en aan de hand daarvan opdrachten te geven. Daarin heeft iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid. De politieagent die als eerste ter plekke is, heeft zelf geen beschermingsmiddelen. Hij moet dus kunnen herkennen dat iemand niet dronken is, maar besmet. Ook de brandweer die dan komt optreden, moet bedenken: welke beschermende middelen ga ik aantrekken? Kan ik een noodontsmetting doen? Wie ga ik vervolgens activeren? En dan komen alle disciplines bij elkaar,
net als bij een grote brand.’
Wat was de grootste uitdaging waarvoor u stond als commandant van het CBRN? ‘Het mooie van onze organisatie is dat we al deze mensen op één locatie hebben weten te krijgen, maar dat ging niet meteen van een leien dakje. Als je zoveel verschillende culturen, achtergronden en zienswijzen bij elkaar brengt, levert dat in eerste instantie veel wrijving op. Daarom zijn we andere activiteiten gaan organiseren om met elkaar te doen: het jaarlijkse uitje, de barbecue die we hier hebben, samen koffiedrinken. Dat schept begrip, vertrouwen. Dan worden er opeens dingen gedeeld, en kun je ook kritisch tegen elkaar zijn. ‘Dat heeft zijn tijd nodig gehad. Maar weet je, een crisis verbindt. Dezelfde mensen die hier bij elkaar komen om te trainen, kunnen ook zomaar bij een grote brand staan, en dan moeten ze het ook met elkaar gedaan krijgen. Vandaag konden ze daarvoor trainen. Trainen, fouten maken, terugkoppeling krijgen,
beter worden. Uiteindelijk moeten we het samen doen. Niemand kan het alleen, zeker niet bij een CBRN-incident.
Wat is precies de opbouw van de organisatie? ‘Hier in Vught zit de basis, die bestaat nu uit 130 man. De twee andere eenheden, 101 en 414 CBRN-verdedigingscompagnie, zijn op papier allebei 135 man groot. Telefoontjes komen bij ons binnen, want wij zijn de nationale CBRN-responseenheid. Dus bij een noodoproep rukken wij uit. De andere twee eenheden zijn de back-up voor ontsmetting. Dus als de brandweer bij een ontsmetting extra capaciteit nodig heeft, geven we dat door aan die response-eenheid. Die moet dan binnen zes uur aanwezig kunnen zijn.’
Hoe vaak rukken jullie gemiddeld uit? ‘Dat mag ik niet precies zeggen. In ieder geval meerdere keren per maand, en dan is het meestal geen loos alarm. We worden bijvoorbeeld vaak ingeschakeld bij
SEPTEMBER 2019 – 15
INTERVIEW
FOTO’S: MINISTERIE VAN DEFENSIE
poederbrieven. Daar kan een chemisch-biologische stof in zitten, en wij kunnen dat meten. De brandweer heeft daar niet de juiste middelen voor, wij wel.’
Iedere beroepsmilitair heeft in zijn opleiding een CBRN-checklist gekregen. Is het jullie ambitie dat iedere agent of brandweerman dat ook leert? ‘Dat zou zeker heel aardig zijn. Zo’n lijst bestaat binnen het militaire systeem al heel lang: een checklist met pupilvernauwing,
trillingen en dat soort zaken, wat dan duidt op een mogelijke inzet van een chemisch middel. En dan moest je actie ondernemen, je masker opzetten, enzovoorts. Moet elke agent of hulpverlener daarin worden opgeleid? Dat ligt heel simpel. Als de dreiging in Nederland zo hoog wordt als laatst in Engeland, toen die Russische dubbelspion werd vergiftigd met een vloeibaar zenuwgas, dan durf ik te wedden dat alle hulpverleners hier in de rij gaan staan om daarin getraind te worden. Maar
zo urgent is het nu nog niet.’
De kans dat dat gebeurt is inderdaad klein, maar als het gebeurt zijn de gevolgen enorm. Een duivels dilemma lijkt mij? ‘Dat is het zeker! Ik heb het ook weleens aan de ambulancediensten gevraagd en zij gaven mij een mooi voorbeeld. Zij hebben een beperkt opleidingsbudget, en al willen ze nog zo graag met CBRN oefenen, dan moeten ze daar eerst over overleggen. En dan merkt er iemand op dat het al lang geleden is dat ze kinderreanimatie hebben geoefend. Voor welke opleiding ga je dan? Over een duivels dilemma gesproken. Vaak wordt er dan toch voor dat laatste gekozen, en dat begrijp ik. Maar ik weet ook zeker dat ze voor CBRN zouden kiezen op het moment dat we in Nederland drie aanvallen hebben gehad. Dat zijn lastige keuzes die je met z’n allen moeten maken.’ KIJK VOOR MEER INFORMATIE OVER HET DEFENSIE CBRN CENTRUM OP WWW.DCBRNC.NL OF VOLG HEN OP FACEBOOK (@DCBRNC), TWITTER EN/OF INSTAGRAM (@DCBRNC_NLD).
16 – MILITAIRE COURANT
INTERVIEW
Barbara Visser MINISTERIE VAN DEFENSIE
‘Ik heb gezien wat oorlog met mensen doet’ Barbara Visser is sinds oktober 2017 staatssecretaris van Defensie. Ik spreek haar in haar statige werkkamer, waar een sfeer hangt die aan Napoleon doet denken. Een kamer die voor haar komst zeven jaar had leeggestaan, omdat niemand toen deze functie vervulde. De tijd lijkt er al eeuwen stil te staan. Een schriller contrast is nauwelijks denkbaar met Barbara Visser, een moderne, energieke vrouw die heel gedreven aan de defensieorganisatie van de toekomst werkt. DOOR JAN LOUWERS
en het materieel bezig gaan houden: een nieuwe wereld.’
Kunt u zich nog herinneren dat u gevraagd werd om staatssecretaris van Defensie te worden?
Hoe verliep uw kennismaking met de defensieorganisatie?
‘Ja, nog heel goed. Ik dacht eerst dat het een grap was! De functie van staatsecretaris, ik werd erdoor verrast. Waarom ik? Als Kamerlid was ik betrokken bij de besluitvorming rond de missies: met welk mandaat sturen we onze militairen op pad? Maar dat was meer het algemene debat over de inzet, als staatssecretaris moest ik me met de organisatie zelf, het personeel
‘Nou, er was de afgelopen zeven jaar geen staatssecretaris geweest, alles moest dus opnieuw worden ingericht. Tijd om rustig kennis te maken was er niet. Gelijk in de eerste week kwam de berichtgeving over de misstanden in de kazerne in Schaarsbergen naar buiten. Daar moest ik meteen mee aan de slag. Ik heb toen wel in korte tijd – in plaats van
alleen maar in de stukken te duiken – een aantal krijgsmachtonderdelen bezocht, om een beter beeld te krijgen van de organisatie, de mensen en de dingen die er spelen.’
In uw twee jaar als staatssecretaris, wat heeft het meest indruk op u gemaakt? ‘Wat mij persoonlijk het meeste heeft geraakt, zijn de gesprekken met mensen die een dierbare hebben verloren, of militairen die ziek zijn geworden door wat ze bij Defensie hebben meegemaakt.
SEPTEMBER 2019 – 17
INTERVIEW Hoewel het in schril contrast staat met het leed, kan ik ook onder de indruk raken van het enthousiasme dat ik bij werkbezoeken tegenkom. Bijvoorbeeld bij de eenheid Robots and Autonomous Systems in Oirschot, waar met veel passie wordt geëxperimenteerd met onbemande voertuigen. Ook vind ik het heel mooi dat als ik voor de tweede keer een defensieonderdeel bezoek, er duidelijk verbeteringen te zien zijn, en dat de mensen daar trots op zijn. Dan weet je weer waar we het allemaal voor doen!’
Wat vond u een belangrijk thema om mee aan de slag te gaan? ‘Veiligheid. Het veiligheidsbewustzijn, en hoe commandanten en onze mensen daarmee omgaan. Het kost tijd om dat verder op te bouwen. Er zullen wat veiligheid betreft zeker nog wel dingen uit het verleden en heden naar boven komen. Defensie was lange tijd gericht op het overleven in het hier en nu. Dat is vrij logisch als je bedenkt van hoe ver we moeten komen. Nadenken over morgen of overmorgen was er niet bij. Dat heeft het
veiligheidsbesef wat naar de achtergrond geduwd. Gelukkig is dat nu sterk verbeterd, onder andere door het investeren in veiligheid maar ook met verschillende maatregelen, zoals de oprichting van de directie Veiligheid en meer functies op de werkvloer. We moeten samen het veiligheidsbewustzijn vergroten.’
Ik geloof dat ik u kan feliciteren: er is een akkoord over de arbeidsvoorwaarden voor het defensiepersoneel! ‘Ja, inderdaad. We zeggen nu weleens gekscherend: alle problemen zijn opgelost want er zijn nieuwe arbeidsvoorwaarden, maar dat is natuurlijk niet het geval. Er zijn een hoop factoren die ervoor zorgen of mensen werkgeluk hebben in hun werk, los van de hoogte van het salaris. Ik hoor bijvoorbeeld vaak van jonge mensen dat ze meer op uitzending willen en militairen met kinderen bijvoorbeeld juist minder. Dat kan een reden zijn waarom mensen overwegen om Defensie te verlaten, net zoals een gebrek aan carrièreperspectief of het werken onder hun niveau. Daarom zijn we aan het kijken hoe
we de situatie kunnen verbeteren. We investeren heel veel in mensen, maar halen niet alles uit het talent dat aanwezig is.’
Zijn er nog vernieuwingen op personeelsgebied te verwachten? ‘Defensie is een organisatie met tradities en dat is een goede zaak. Maar we leven in een tijd met veel nieuwe ontwikkelingen en op personeelsgebied werken die oude systemen niet meer. Ons loongebouw dateert uit 1918. Onze mensen willen beoordeeld en beloond worden naar wat ze doen en kunnen. Dat betekent dat je moet kijken naar expertises en niet naar rangen. Daar moeten we op inspelen, om mensen een carrièreperspectief te bieden. Als je bijvoorbeeld monteur bent op een Chinook-helikopter of technicus bij instandhouding en je wilt meer gaan verdienen, dan moet je op zoek naar een andere functie binnen Defensie in een andere rang. Of stel dat je een jong gezin hebt, dan is lang op uitzending gaan pittig. Dat moeten we anders kunnen regelen. Parttime werken in combinatie met een baan in de burgermaatschappij of tijdelijk buiten Defensie werken; dat zijn ook mogelijkheden.’
MINISTERIE VAN DEFENSIE
Nog even over uzelf, u heeft een Kroatische achtergrond. Heeft een thema als ‘vrijheid’ voor u daarom een bijzondere lading? En heeft u ook contact met het Kroatische leger?
Barbara Visser bij een F-16
‘Niet direct, maar ik kwam ze wel tegen tijdens een bezoek aan Litouwen. Toen ik een militair in het Kroatisch aansprak, keken ze wel raar op! Maar ik heb ook gezien wat oorlog met mensen doet. Ik ben er geboren, heb er nog familie wonen, ga er regelmatig naartoe. Hier in Nederland vinden we veel dingen vanzelfsprekend. Dat is iets waar ik me erg bewust van ben: dat vrijheid helemaal niet vanzelfsprekend is, dat je het in een moment kunt kwijtraken. Dat komt doordat je in Nederland niet ziet wat wij doen voor de vrede. Dat gebeurt allemaal buiten het zicht: op kazernes, vliegvelden en in de havens. Daarom is het aan ons om zo goed mogelijk uit te leggen wat Defensie doet.’
Speciale verzekeringen voor jou als militair
Noventas is dÊ specialist op het gebied van verzekeringen voor militairen en kent jouw positie als militair als geen ander. Verzekeringen Defensie Het militaire beroep kent bijzondere risico’s. Noventas kent als specialist de militaire beroepsrisico’s en heeft voor (oud)militairen en burgers een uitgebreid pakket verzekeringen hierop afgestemd. Het Defensie Aanvullings Plan (DAP) en Defensie Ongevallen Plan (DOP) dekken deze risico’s af. Zonder poespas via Noventas te regelen. Als Defensiemedewerker krijg je bij Noventas bovendien KORTING op al je privÊ schadeverzekeringen.
foto’s voorkant: Ministerie van Defensie
Flexibel pakket met kortingen De schadeverzekeringen zijn voor zowel militair- als burgerpersoneel en hun gezin als ook voor reservisten en hun gezin. Dus ook voor jou privĂŠ. Bovenop de collectiviteitskorting ontvang je ook nog een pakketkorting. Word je ZZP-er? Noventas heeft ook voor jouw bedrijf of beroep de benodigde verzekeringen.
Defensie Aanvullings Plan , Aansprakelijkheidsverzekering , Inboedelverzekering , %( $+ $ ! , " %& ! Defensie Ongevallen Plan , ( $ ! , ( ! !( & & , Daggelduitkering ziekenhuisopname , " %& ! ! !
Schadeverzekeringen , $ (- , & $ , $" # , $ , $ ! !
Vriendendienst Denk ook aan jouw familie, vrienden en kennissen. Profiteer van leuke cadeaus met onze Vriendendienst! Vraag ernaar bij je Noventas- adviseur.
www.noventas.nl info@noventas.nl 0880 300 100
SEPTEMBER 2019 – 19
REPORTAGE
Thijs van Engelen
TNO: Onderzoek voor een veilige toekomst De Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek, beter bekend als TNO, werd opgericht in 1932. Deze onafhankelijke organisatie werkt in opdracht van de overheid, met als missie om ‘het welzijn van de samenleving duurzaam te versterken’. Dat klinkt groots en meeslepend, maar veel van de dingen die TNO doet zijn heel concreet. Naast onderzoek voor gezondheid en logistiek werkt TNO inmiddels ook al zeventig jaar samen met Defensie.
D
e Militaire Courant ging op bezoek bij de vestiging van TNO in Soesterberg, waar onderzoek voor Defensie wordt verricht. Meteen bij binnenkomst is het duidelijk: we hebben hier te maken met een hoogwaardige kennisorganisatie. In de ontvangsthal worden futuristische producten getoond waarvan je als buitenstaander niet eens wist dat daaraan gewerkt wordt. En ook bij de ontvangst door de mensen van TNO wordt al snel duidelijk dat talent en intelligentie hier niet onder stoelen of banken wordt gestoken. We maken kennis met Prof. dr. Adelbert Bronkhorst, die onder meer onderzoek doet naar ManMachine teaming, en met Thijs van Engelen, die het TNO traineeship volgt.
Thijs, kun jij iets vertellen over hoe je bij TNO terecht bent gekomen? ‘Ik werk hier sinds een jaar,
daarvoor heb ik Econometrie gestudeerd. Tijdens mijn Master richtte ik me op de financiele wereld, maar ik merkte dat ik daarbij iets miste. Ik vond het inhoudelijk zeer interessant, maar ik dacht steeds: waar doe ik het voor, welke waarde kan ik hier toevoegen? Het werk in de financiële wereld stimuleerde me niet genoeg om daar mijn carrière te starten. Toen ben ik op zoek gegaan naar een baan die ik maatschappelijk relevanter vond. Ik kende TNO van het nieuws en ben me gaan verdiepen in wat zij jonge mensen te bieden hebben. Vervolgens heb ik gesolliciteerd bij het TNO traineeship, waarmee ik vorig jaar september ben gestart. ‘Het gave aan dit werk vind ik dat ik mijn econometrische kennis kan inzetten in zeer diverse domeinen bij zo’n grote onderzoeksinstelling als TNO. Tijdens het tweejarige traineeship kom je
op drie verschillende afdelingen te werken. Vanuit mijn econometrische achtergrond ben ik eerst gaan werken aan logistieke en klimaat-gerelateerde vraagstukken. Omdat ik zeer geïnteresseerd ben in geopolitieke ontwikkelingen, strategische belangen en de rol van Defensie, ben ik vervolgens overgestapt naar de afdeling “Military operations”. Hier wordt de verbinding gelegd tussen allerlei verschillende onderzoeken die binnen TNO worden gedaan, zoals sonar, logistiek en samenwerking tussen mens en machines.’
Kun je hier een concreet voorbeeld van geven? ‘We zijn bij TNO bezig een onderzoek naar 3D-printing voor onder andere Defensie. Een aantal collega’s hebben zich helemaal verdiept in de technische details van het printen zelf. Maar voor een operationele inzet bij Defensie komen er ook een
20 – MILITAIRE COURANT
hoop andere dingen bij kijken, zoals voorraadbeheer en transportstromen. Dat is iets waar ik me nu mee bezig houd. Op die manier kan de afdeling Military operations een hele belangrijke rol spelen. Voor een brede inzet van 3D-printing zouden er flinke aanpassingen aan het logistieke proces nodig kunnen zijn, en daar lever ik een bijdrage aan door te onderzoeken hoe dit het beste kan worden ingericht.’
Hoe bevalt het nu bij TNO? ‘Ik ben heel blij met mijn keuze. Ik kan met trots over mijn werk praten met vrienden. Nou ja, ik kan natuurlijk niet alles vertellen in verband met de veiligheid. We zijn met hele relevante dingen bezig, zeker als je bedenkt dat de spanningen in de wereld toenemen. Via het traineeship van TNO kom ik in contact met mensen met verschillende expertises, dat is heel inspirerend.’
Professor Bronkhorst, in opdracht van Defensie doet TNO onder meer onderzoek naar Man-Machine teaming. Kunt u uitleggen wat dat inhoudt? ‘Er zijn steeds meer toepassingen denkbaar waarbij mens en machine samenwerken. Een bekend voorbeeld hiervan is het autonoom rijden van auto’s. Maar ook bij de krijgsmacht zijn er veel verschillende toepassingen mogelijk. In opdracht van Defensie heeft TNO recentelijk een voorstel gemaakt van onderwerpen en ontwikkelingen die in de toekomst relevant zullen zijn, een zogenaamde roadmap. ‘Hierbij besteden we ook veel aandacht aan de randvoorwaarden waar de samenwerking tussen mens en machine aan moet voldoen. Ik denk hierbij aan de betrouwbaarheid van systemen, doen ze echt wat wij als mens willen dat ze doen? En het is ook belangrijk dat een systeem uit kan leggen waarom bepaalde dingen gedaan worden. Essentieel hierbij is dat de mens altijd een “betekenisvolle” controle blijft houden. Er zijn verschillende toepassingen denkbaar, bijvoorbeeld in de logistiek, medische zorg en op het slagveld.’
TNO Soesterberg
Man Machine teaming Een voorbeeld van Man Machine teaming: verbeterde communicatie tussen militair en artificieel systeem
S
limme artificiele systemen, ook wel Nonhuman Intelligent Collaborators (NICs) genoemd, zijn inmiddels niet
meer weg te denken uit onze maatschappij. Ze zullen steeds nadrukkelijker met mensen gaan samenwerken, ook binnen de context van Defensie. Maar hoe verloopt de samenwerking
met deze systemen en hoe kan de communicatie worden geoptimaliseerd? In het BIHUNT onderzoeksprogramma (Behavioural Impact of Human Nonhuman Intelligent Collaborator tea-
SEPTEMBER 2019 – 21
REPORTAGE ARTIKEL
ming) dat TNO voor het Ministerie van Defensie uitvoert, staat de samenwerking tussen militairen en NICs centraal, en dan met name de sociaalpsychologische impact daarvan op de militairen. Wanneer een NIC aan een militaire eenheid wordt toegevoegd, is het van belang om te weten welk effect dat heeft op bijvoorbeeld de teamcohesie en welke eigenschappen van een NIC daarop een positieve of nega-
tieve invloed hebben. De robot moet blijven leren, maar hoe communiceert het systeem vervolgens aan zijn team wat het heeft geleerd? Er loopt momenteel een evaluatie waarbij TNO samen met Defensie in een virtuele omgeving uitzoekt hoe er met enkele van bovengenoemde kwesties het beste kan worden omgegaan. KIJK VOOR MEER INFORMATIE OP WWW.TNO.NL/DEFENSIE.
thalesgroup.com
- Ă Getty images - Shutterstock
The people we all rely on to make the world go round, they rely on Thales
Search: Thalesgroup
SEPTEMBER 2019 – 23
COLUMN
In de bankschroef van de geopolitiek S
turen we Zr. Ms. Van Speijk wel of niet naar de Straat van Hormuz? Dat is de vraag waarvoor het Nederlandse kabinet zich gesteld ziet. Eigenlijk een no-brainer. De essentie van de internationale rechtsorde, die we in onze Grondwet zeggen te willen verdedigen, is gelegen in het zeerecht. De vrije doorvaart van schepen behoort tot de kern van de doctrine van de Koninklijke Marine. Niet zo gek, want Hugo de Groot schreef het leerstuk Mare Liberum (‘vrije zee’) al in 1604 en dat is sindsdien de basis geworden van de internationale rechtsorde. Dat deed hij destijds in opdracht van de VOC, die natuurlijk belang had bij vrije scheepvaartroutes voor de handel. Ook nu worden er nog steeds veel Nederlandse producten door de Straat van Hormuz vervoerd, zij het slechts door weinig schepen onder Nederlandse vlag. Gelukkig is de afweging die de Nederlandse regering moet maken geen invuloefening. Maar het komt niet vaak voor dat een Zr. Ms. Van Speijk regeringsbesluit om militairen uit te sturen ook een lakmoesproef is voor de Nederlandse wil om geopolitiek te handelen. Het kabinet staat voor een aantal dillema’s. Zo is de directe aanleiding voor de oplopende spanningen in de Straat van Hormuz het optreden van Iran en haar regionale ‘terreurventielen’ die koopvaardijschepen enteren, aan de ketting leggen of gewoon bestoken met kleefmijnen en drones. En dat heeft weer alles te maken met het optreden van onze grootste bondgenoot, de VS. Het was de Amerikaanse president Trump die in mei 2018 besloot om de Iran-deal, die ervoor moest zorgen dat Iran geen atoombom kan ontwikkelen, te verscheuren. Nu is er plotseling oorlogsdreiging in de regio. De Amerikaanse regering heeft haar buitenlandse beleid in die regio vrijwel geheel afgestemd op de soennitische golflanden, de aartsvijanden van Iran. Met het verbreken van de Iran-deal legden de Amerikanen ook direct weer sancties op aan het sjiitische Iran en bestempelden de Iraanse Revolutionaire Garde als een terreurorganisatie. Iran, dat zich wel aan het
nucleaire akkoord hield, zag daarin voldoende reden om van zich af te bijten. En dus zitten we nu met een zeer gespannen situatie die niet alleen de doorvoer van olie en gas bemoeilijkt, maar ook een wereldwijde recessie kan bespoedigen. Ondertussen zitten Europa en dus ook Nederland klem in de bankschroef van de geopolitiek. Onze bondgenoten de Amerikanen bruuskeren ons en door Iran worden we gechanteerd. Omdat de regeringTrump eenzijdig een deal opzegde waar ook de Europese krabbels onder staan, eisen de Iraniërs nu dat wij de Amerikanen aan hun handtekening zullen houden. Maar de VS zijn nooit te beroerd om geopolitiek en geo-economie met elkaar te vermengen. Om ervoor te zorgen dat Europese bedrijven zich ook aan de Amerikaanse sancties houden, zijn deze voorzien van een werking buiten de VS zelf. Bedrijven als Total, Airbus en Swift kozen al eieren voor hun geld en trokken hun investeringen uit Iran terug. De Europeanen, die zelf veel meer economische druk kunnen uitoefenen op de VS, schrikken echter terug voor dergelijk machtsvertoon. Door nu militaire schepen naar de Golf van Hormuz te sturen is men bovendien bang de Amerikaanse bullebak-strategie van ‘maximale druk’ goed te praten. En toch is het verstandig dat wel te doen, want juist door schepen te sturen laten de Europeanen zien dat zij wel willen vasthouden aan elementaire beginselen van recht en orde en kan van de Amerikanen worden gevraagd om de weg terug te vinden naar de onderhandelingstafel met Iran. Een Nederlands fregat zoals de Van Speijk, dat geschikt is voor oppervlakteoorlogsvoering, kan dus een belangrijke bijdrage leveren aan de terugkeer van rust in het kruitvat van het Midden-Oosten. Maar anders dan Jan van Speijk zou ik zeggen: ‘Alles beter dan de lucht in!’ HAN TEN BROEKE
Han ten Broeke was van 2006-2018 Tweede Kamerlid voor de VVD. Als woordvoerder Buitenlandse Zaken ontwikkelde hij een groot respect voor militairen en hij werd in 2012 voorzitter van de vaste commissie voor Defensie. Nu, als Director Political Affairs bij het Haags Centrum voor Strategische Studies, blijft hij dat respect graag delen.
24 – MILITAIRE COURANT
INTERVIEW
Een zinvolle taak Sinds zijn oprichting na de Tweede Wereldoorlog is het bestaansrecht van de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK) regelmatig onderwerp van discussie geweest. Voor buitenstaanders lijkt zijn functie vrij ongrijpbaar, maar binnen Defensie worden zijn adviezen breed gewaardeerd. Op het landgoed De Zwaluwenberg in Hilversum maakt de huidige IGK, luitenant-generaal Hans van Griensven, korte metten met het mysterie rondom zijn functie. Is de IGK één persoon, of schuilt daar een heel team achter? ‘De titel Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht lijkt inderdaad op één persoon te duiden. Daarmee is het dan ook begonnen: prins Bernhard. Na de Tweede Wereldoorlog wilde hij graag van betekenis zijn voor de wederopbouw van de Nederlandse Krijgsmacht. Maar hij kon geen minister worden, dus is deze adviserende functie voor hem gecreëerd. Uiteraard werd hij daarbij omringd door een heel team van medewerkers, veel meer dan tegenwoordig. ‘Op dit moment heb ik acht stafofficieren die alles voor mij voorbereiden en uitwerken. Daarnaast heb ik vijf reservisten die hier allemaal één dag werken. Aangezien ik ook Inspecteur der Reservisten ben, heb ik daar natuurlijk veel steun aan. Er is een chef-staf die het allemaal leidt en een functionaris die allerlei hand- en spandiensten doet, de ‘hoofdofficier toegevoegd’ (HOT). Dan heb je nog het serviceteam van dit huis: chauffeurs, administratieve medewerkers, de keukenstaf, bedienend personeel en de handlangers. Dat hoort ook bij de statuur; dit is een soort VIPlocatie. Hoge functionarissen kunnen hier gasten ontvangen om te vergaderen in een beschermde omgeving. Het IGK-team is een hechte, geoliede machine.’
Als je in dit huis rondloopt, krijg je de indruk dat de tijd er stilstaat. Gaat het instituut zelf wel met de tijd mee? ‘Uiteraard zit er heel veel traditie in het huis, dat moet je koesteren. Waarom zou je het veranderen? Het gevaar is dat je even stoffig wordt als het interieur, figuurlijk gesproken.
dat 62 of ouder. Wat betekent dat voor een militair? Voor zijn inzetbaarheid, uitzendbaarheid, erkenning en waardering? Al die effecten heb ik in kaart gebracht. Op die manier proberen we heel gericht op thema’s te adviseren.’
Luitenant-generaal Hans van Griensven Daar moet je voor waken. Ik motiveer mijn mensen altijd om te blijven nadenken waarom we doen wat we doen. De reden dat we het altijd zo hebben gedaan, is niet voldoende. Overigens werkt iedereen hier maar een jaar of drie, dat zorgt voor een constante toevoer van nieuwe ideeën. Eén van de veranderingen die we de recentelijk hebben doorgevoerd is het aanstellen van een stafadjudant, om nog beter voeling te kunnen houden met de werkvloer. Zo blijven we innovatief.’
Uw rol is gevraagd en ongevraagd advies geven binnen Defensie. Maar u kunt niet overal tegelijk aandacht aan besteden. Hoe gaat u daarmee om? ‘Je moet je tijd goed verdelen. Ik reken nu in blokken van een half jaar, waarin we steeds een themaonderzoek doen. In mijn gesprekken met mensen kom ik vaak dezelfde dingen tegen. Dan denk ik: daar zit een patroon in. Het laatste onderzoek dat ik aan de minister heb aangeboden ging over de zorgen die mensen hebben doordat ze langer moeten werken bij Defensie. Eerst moest je tot je 55ste werken, dadelijk wordt
Als IGK spreekt u voortdurend met mensen binnen Defensie. Hoe krijgt u hen zover om hun ongezouten mening te geven? ‘Dat is niet altijd zo gemakkelijk! Als je als driesterrengeneraal binnenkomt, heb je niet meteen het meest geanimeerde gesprek. Het is aan mij om het ijs te breken. Al heb ik wel het gevoel dat mensen meestal toch wel vertellen wat er op hun hart ligt. En soms zitten daar ongenuanceerde opmerkingen tussen. Die moet ik dan op de juiste manier interpreteren en op papier zetten. Van ieder werkbezoek maak ik namelijk een verslag, dat gaat dan naar de top. Periodiek maak ik daar een samenvatting van, en het jaarverslag is daar weer een overzicht van, dus dan is de verfijning er wel uit. Elk type verslag heeft zo zijn eigen scherpte.’
De media verspreiden vaak nieuws over Defensie op basis van beperkte informatie. Vindt u niet dat u daarin een rol in zou moeten spelen? Een keer bij Nieuwsuur aanschuiven bijvoorbeeld? ‘Dat zou ik graag doen, eerlijk gezegd! Ik wil best meer naar buiten treden, maar dat is niet altijd gewenst binnen Defensie. Als IGK moet ik altijd kritisch kunnen zijn, de organisatie een spiegel voorhouden. Maar ik hoef niet de spreekwoordelijke vuile was buiten te hangen, dat is niet mijn rol. Er zijn mensen in de Tweede Kamer die graag zouden
SEPTEMBER 2019 – 25
MINISTERIE VAN DEFENSIE
INTERVIEW
Luitenant-generaal Hans van Griensven op werkbezoek bij de Koninklijke Marechaussee op Schiphol.
zien dat de IGK direct aan hen rapporteert in plaats van aan de minister. Voor meer controle, openheid, informatievoorziening. Voor mij hoeft dat niet; het jaarverslag is al openbaar. Als je dat goed leest, staat daar een heleboel informatie in die je in de media nooit hoort.’
U bent ook Inspecteur der Veteranen. Bent u dus voor hun welzijn verantwoordelijk? ‘Dat is een hele interessante, basale vraag: wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor de veteranen? Mensen denken vaak dat dat Defensie is. Maar
veteranen vallen niet meer onder Defensie als zij buiten dienst zijn. Voor hen hebben we de veteranenwet. En juist daarom is de zorg voor de veteranen ons aller belang en verantwoordelijkheid. Zij hebben zich immers ingezet voor de maatschappij. Als IGK houd ik alleen de vinger aan de pols. Wel geef ik, mede namens de Minister, inhoud aan de erkenning en waardering voor veteranen. Maar voor concrete vragen kunnen ze bij het Veteraneninstituut terecht.’
Wat vindt u het meest indrukwekkend aan het werk als IGK?
‘Door deze positie ben ik een van de weinigen die alle hoeken van de organisatie kent. Toen ik nog bij de Landmacht zat, kende ik hoofdzakelijk de plekken waar ik had gediend. In deze functie kom ik overal, bij alle delen van de krijgsmacht. Dat vind ik heel verrijkend. Wat ik ook heel indrukwekkend vind is de individuele bemiddeling. Er kloppen hier zo’n 450 mensen per jaar aan die vaak heel diep in de put zitten. In 85 procent van de gevallen lossen we dat samen op. Mensen één op één kunnen helpen, dat is toch een heel zinvolle taak.’
26 – MILITAIRE COURANT
Parachutisten beginnen hun tocht naar beneden naar een van de landingszones, waar reeds al een aantal zweefvliegtuigen zijn geland
September 1944 V
WWW.NIMH.NL
anaf half augustus 1944 rukken de geallieerden in hoog tempo op door Frankrijk en België. Begin september wordt de Nederlandse grens bereikt. De geallieerde leiding besluit – op aandringen van veldmaarschalk Bernard Montgomery – tot een gewaagde actie: Operatie Market Garden. Drie luchtlandingsdivisies worden achter de Duitse linies neergelaten om de bruggen over de grote rivieren en waterwegen tussen Eindhoven en Arnhem te ‘pakken’ (Market), terwijl tegelijkertijd grondtroepen
vanaf de Belgisch-Nederlandse grens oprukken naar Arnhem (Garden). Wanneer dit ambitieuze plan lukt kunnen de geallieerden gemakkelijk doorstoten over de Veluwe, vervolgens rechtsaf slaan en Duitsland binnentrekken. Op 17 september gaat Market Garden van start. De aanvankelijk verraste Duitsers herpakken zich snel. Zij bestoken vrijwel continu de hoofdopmarsroute en bieden ook bij Nijmegen en Arnhem felle weerstand. Uiteindelijk duurt het te lang voordat geallieerde
grondeenheden door de Betuwe richting Arnhem kunnen oprukken. Het geallieerde bruggenhoofd aan de noordzijde van de brug over de Rijn in Arnhem is dan al door de Duitsers ‘opgeruimd’. Alleen bij Oosterbeek bevinden zich dan nog parachutisten. De vijandelijke overmacht is echter te groot. In de nacht van 25 op 26 september breken zij uit hun omsingelde bruggenhoofd en steken de Rijn over naar de Betuwe. Daarmee is operatie Market Garden definitief mislukt. (TEKST EN BEELD: NIMH)
SEPTEMBER 2019 – 27
NIMH
Duitse soldaten tijgeren door een greppel tijdens de slag om Arnhem in september 1944
Een gesneuvelde Duitse soldaat op de verkeersbrug over de Waal vlakbij Nijmegen
Britse soldaten worden geïnstrueerd welke gebieden zij in de veroverde stad Arnhem zullen moeten patrouilleren
Britse soldaten op zogeheten ‘Pig Patrol’, dienende ter aanvulling op het legerrantsoen
Geromy BV - voor het behoud van het luchtvaarthistorisch erfgoed
Atlantic verschijnt in oktober
Het boek is nu te bestellen voor € 26,90 bij Uitgeverij Geromy.bv www.geromybv.nl
€ 39,50
€ 77,90
€ 54,90
€ 59,90
€ 29,50
€ 44,90
€29,50
€ 39,90
SEPTEMBER 2019 – 29
BOEKFRAGMENT
Niet te breken Na een succesvolle carrière van zestien jaar bij de Special Forces vertelt Sander Aarts, de best getrainde militair van Nederland, wat hij allemaal heeft meegemaakt én wat hij daarvan heeft geleerd.
I SANDER AARTS, NIET TE BREKEN. WORD MENTAAL ONVERSLAANBAAR DOOR DE ERVARINGEN EN LESSEN VAN DE SPECIAL FORCES, UITGEVERIJ BOEKERIJ, 272 PAGINA’S (€ 20,00) WWW.BOEKERIJ.NL
k had de mooiste baan die ik kon bedenken, de ultieme jongensdroom: teamleider bij de Special Forces. Vechten, schieten, duiken, uit vliegtuigen springen, uit onderzeeboten ontsnappen. Een James Bond-film maar dan echt. En zonder cocktails. Ik heb aan de meest getalenteerde militairen leidinggegeven en ik heb onder de beste leidinggevenden gediend. Ik heb ontzettend veel fouten gemaakt en ook goede dingen gedaan, maar het belangrijkste is: ik heb echt wat kunnen betekenen voor de eenheid. Het leidinggeven onder extreme omstandigheden, de dynamiek van het opereren in hechte teams, de cohesie en het overwinnen van ogenschijnlijk onneembare hindernissen met een team waren de mooiste onderdelen van mijn werk. En het meest leerzame? Leren werken onder onvoorstelbaar grote druk. In 2007 schreef ik een afscheidsbrief voor mijn vrouw en mijn kinderen voor het geval ik kwam te overlijden tijdens de missie in Afghanistan. In de laatste periode bij Defensie kwam ik die bij toeval weer tegen en de brief zette me aan het denken. Stel dat ik in Afghanistan was overleden, hoe had ik dan herinnerd willen worden door mijn kinderen en vrouw? Wat voor vader en man wilde ik eigenlijk zijn? Na mijn eervol ontslag in 2017 ging ik nadenken en maakte een tijdlijn van alle gebeurtenissen in mijn carrière. Voorzichtig schreef ik ook wat ervaringen op. Het hielp me om overzicht te krijgen. Ik heb altijd al een bovengemiddelde interesse in menselijk gedrag gehad en door over mijn eigen fouten en successen te schrijven, kon ik ze beter analyseren en kon ik er betekenis
aan geven. Ik leerde steeds meer over mezelf en in de jaren die volgden, bleef ik schrijven. Wat begon met een afscheidsbrief, groeide uit tot een verzameling anekdotes en observaties waar ik inzichten uit haalde om mentaal sterker in het leven te staan. Door mezelf kwijt te raken en te hervinden, leerde ik dat het mentale schild dat mij door mijn carrière heen had geholpen op den duur tegen me was gaan werken. Door jaren van fysieke en mentale uitdagingen waren die ontberingen mijn comfortzone geworden. Nu werd ik gedwongen om ook mijn andere kant te verkennen, mijn kwetsbare kant. Gaandeweg groeide het besef dat je pas echt sterk bent als je je emoties de ruimte kunt geven. En dat die kwetsbaarheid mij juist sterker maakte. Door me meer bewust te zijn van mijn ego, mijn zwaktes, mijn eigen karakter, mijn niet-helpende overtuigingen en al mijn andere eigenaardigheden, begon ik me open te stellen voor échte persoonlijke groei. Dit boek is mijn persoonlijke reis als de best getrainde militair van de Nederlandse Special Forces en als mens. Ik hoop dat mijn kennis en ervaring vanuit de Special Forces je inspireert om je verder te ontwikkelen zodat je sterker in het leven komt te staan. OVER HET BOEK Er bestaan genoeg boeken over mentale weerbaarheid, geschreven door mensen uit de psychologie, het bedrijfsleven of bijvoorbeeld de topsport. Ze beschrijven technieken om optimaal te presteren. Hoe je kunt focussen tijdens een belangrijke wedstrijd, hoe je je droombaan krijgt of hoe je je gedachten onder controle krijgt op het moment suprême. Veel van die prestaties worden geleverd onder vrij ideale omstandigheden: topsporters werken kneiterhard, maar hebben wel een trainer, een coach, een fysiotherapeut, een masseur en een uitgebalanceerd dieet. Dan
is het trouwens nog steeds ontzettend knap. Maar ga even met me mee naar de Special Forces: zij moeten de meest extreme prestaties leveren onder de meest erbarmelijke omstandigheden. De meest complexe militaire operaties na drie nachten zonder slaap en met beperkt eten en drinken. Geen medaille als je het goed doet, maar verschrikkelijke gevolgen als je het niet goed doet. Dan loopt je team gevaar, de gegijzelde of, in het minst erge geval, jijzelf. Je presteert op de grens van leven en dood. Een boek vanuit die achtergrond was er nog niet. Zoals mijn Navy seal-collega’s het zouden zeggen: lessons tested and forged in combat. Vanuit mijn eigen beleving vertel ik in dit boek wat ik van mijn zestien jaar bij de Special Forces heb geleerd. Ik ben opgeleid als marinier, commando, kikvorsman, sniper, medic, antiterreurspecialist en vrijvalparachutist en ik heb de best getrainde teams geleid. Dat klinkt speciaal, maar ik weet dat ik dat niet ben. Dat is voor mij het bewijs dat je met de juiste mentaliteit alles kunt bereiken. Ik deel mijn persoonlijke ervaringen bij gebeurtenissen, gebeurtenissen die je normaal alleen in films ziet: van gijzelingsacties in Somalië tot vuurgevechten in Afghanistan, van onderzeebootoperaties voor de kust van Afrika tot high risk-arrestaties in Irak. Geen opgeblazen machoverhalen over Rambo-achtige types maar eerlijke observaties en overpeinzingen van een van de zwaarst getrainde militairen van Nederland.
30 – MILITAIRE COURANT
MAAIKE HOOGEWONING
Operatieassistente met een sterke maag Afgelopen jaar publiceerde eerste luitenant en operatieassistente Maaike Hoogewoning haar eerste boek Oorlog in de operatiekamer en dit jaar mocht ze de Witte Anjer Prijs op de Veteranendag in Den Haag in ontvangst nemen. Ze vertelt ons over het contrast tussen haar werk in Nederland en haar werk tijdens een missie in Afghanistan. Een blik achter de schermen van de black box die OK heet. DOOR NIELS ROELEN
H
aar woonkamer in Zoetermeer is bedolven onder een uitbarsting van speelgoed. De kinderen vermaken zich geduldig tot Hoogewoning met haar gezin op vakantie zal gaan. De Witte Anjer Prijs, die ze ontving voor de manier waarop ze een brug slaat tussen veteranen en de samenleving, staat op een dressoir achter de eetkamertafel. ‘Veteranen zijn tegenwoordig niet alleen oude grijze mensen,’ legt ze uit. ‘De jongen naast je in de bus kan een veteraan zijn. Zelf ben ik in de
eerste plaats een actief dienend militair, daarna pas veteraan.’ Regelmatig staat de eerste luitenant voor een klas of andere groepen om een lezing te geven over haar ervaringen op missies. ‘Het is belangrijk om mensen mee te geven hoe het is om veteraan te zijn, ze te vertellen wat je als militair meemaakt. Dat is zoveel meer dan alleen de missies. Defensie draagt ook op onzichtbare manieren zorg voor onze veiligheid. Hoe vaak hoor je niet op de radio dat de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) ergens een bom onschadelijk heeft gemaakt?
Maar denk bijvoorbeeld ook aan de hulpverlening bij overstromingen, en de inzet van het calamiteitenhospitaal.’ SKILLS AND DRILLS
Hoogewoning mag dan in de eerste plaats militair zijn, maar in uniform op een kazerne zul je haar niet zo snel vinden. ‘Aangezien er op een kazerne in Nederland nu eenmaal niet veel werk is voor een operatieassistente, heeft Defensie contracten gesloten met burgerziekenhuizen. Samen met een aantal andere militaire collega’s werk ik in het Franciscus Gasthuis in
SEPTEMBER 2019 – 31
INTERVIEW
Kandahar 2010
In de Hercules C-130 naar huis
Witte Anjer Prijsuitrijking GEESTJE VAN HAREN/NL VETERANENDAG
Rotterdam. Ik was daardoor nog niet gewend aan de militaire gang van zaken, dus ben ik voor mijn eerste missie groen gespoten,’ lacht ze, ‘lichtgroen, omdat mijn skills and drills niet zozeer bestaan uit schieten of tactisch optreden, maar uit scalpels, pincetten, scharen en hechtdraden.’ Ooit begonnen als doktersassistente, kwam Hoogewoning vooral door haar nieuwsgierigheid als operatieassistente in de OK terecht. ‘De OK is voor veel mensen een black box,’ vertelt ze. ‘Naast patiënten komt alleen het personeel er binnen en zij zijn de enigen die je kunnen vertellen wat er allemaal gebeurt. Het absolute minimum aantal mensen waar je een OK mee kunt draaien is vijf, maar meestal zijn het er meer. De chirurg en de operatieassistent vormen samen het steriele team. De tweede operatieassistent is de omloop, die vormt de schakel tussen het steriele en het niet steriele gedeelte. Daarbij moet je denken aan de kastjes waar steriele gazen en andere benodigdheden in zitten. Daarnaast heb je de anesthesioloog die samen met de anesthesiemedewerker voor de narcose zorgt.’ Een operatie op rolletjes laten lopen, komt vooral aan op teamwork. ‘Terwijl de chirurg opereert, kijk je als operatieassistent mee naar het verloop van de operatie en probeer je zoveel mogelijk te anticiperen. De kunst is om de chirurg niet te laten vragen om een scalpel of hechtdraad. Op
het moment dat hij zijn hand uitsteekt moet ik aangeven wat hij op dat moment nodig heeft. De mooiste operaties zijn eigenlijk degene waar we nagenoeg niets hoeven te zeggen.’ MAATWERK
‘Het is een interessante en behoorlijk technische baan,’ vertelt Hoogewoning. Gelukkig past dat goed bij haar. ‘Ik ben een doener, het type mens dat ook weleens onder de motorkap van een auto kijkt. Neem nou het vervangen van een knie, dat is passen, meten, zagen en schroeven. In Nederland is dat overigens makkelijker dan op missie. Buiten het feit dat de faciliteiten hier beter zijn, is de reden voor de operatie vaak heel anders. Een zestigjarige bij wie de knie versleten is, maak je blij met een nieuwe. Op een missie heeft een kapotte knie een heel andere oorzaak. Dan ligt er ineens een soldaat voor je, wiens leven vanaf die dag voorgoed veranderd is. Dat komt ook dichterbij omdat het een collega is, en zelfs een bekende van je kan zijn.’ In 2010 was Hoogewoning op missie in Kandahar in Afghanistan. Zoals ze in haar boek Oorlog in de operatiekamer beschrijft, is dat werk ook psychisch heel zwaar. ‘Dat komt vooral door de hoeveelheid jonge mensen die je behandelt. Het waren niet alleen Nederlanders maar ook Amerikanen, Canadezen, Britten en de lokale bevolking met heftige verwondingen die we daar opereerden; de
hele dag door, elke dag weer. Al die momenten heb ik daar absoluut gedaan wat ik kon en moest doen. Als het dan niet lukt, dan is het helaas zo, maar ik hoef mezelf niets te verwijten. Het werk dat we op de basis in Kandahar deden laat eigenlijk ook zien hoe veilig we hier in Nederland zijn.’ Er valt een stilte. Er zijn geen zaken waar Maaike ’s nachts van wakker ligt, maar er zijn wel patienten aan wie ze op bepaalde momenten, de Veteranendag of 4 mei bijvoorbeeld, nog terugdenkt. ‘OK-assistent in Afghanistan, ik heb het gelukkig altijd goed kunnen relativeren. Wat daarvoor nodig is? Ik denk dat je in je hoofd een sterke maag moet hebben.’
MAAIKE HOOGEWONING, OORLOG IN DE OPERATIEKAMER. BELEVENISSEN VAN EEN MILITAIR OPERATIEASSISTENT IN AFGHANISTAN, WHITE ELEPHANT PUBLISHING, 304 PAGINA’S (€ 22,00)
Holland Paraat! en WW2 Classics
Twee boeiende reeksen! A f t e r m a t h
C l a s s i c s
Holland Paraat 2 - Nederlandse vechtwagens en pantserwagens 1914 - 1943 Een fotoboek dat de tanks en pantserwagens behandelt die Nederland tot en met WO2 maakte of aanschafte. Met unieke foto’s! 104pp NL/ENG ISBN: 978-90-809339-6-5
WW2 C AS SS S II C CS S C LL A
In more than 130 full-colour pictures photographer Henk Zomers gives us an overview of the vehicles that liberated Europe after the landings of D-Day. His photographs range from bicycles and jeeps, through trucks and armoured cars, to tanks and heavy transport, carefully set in the most authentic surroundings possible. This book is a treat for those interested in World War 2, military vehicles and good photography. It is also meant as a tribute to our liberators, the men who risked Also available: WW2 Classics their lives, and often gave it, to ensure our Market Garden revisited. freedom and prosperity. It is also aknowledgement of the efforts of the men who made these machines and the enthousiasts who keep them working to commemmorate the past in present and future.
A f t e r m a t h
photographed by Henk Zomers
Market Garden ISBN: 978-90-809339-5-8
Jan Giesbers - Rob Tas - Antal Giesbers Giesbers’ Media, Balgoij
Z o m e r s
N o r m a n d y
In more than 130 full-colour pictures photographer Henk Zomers gives us an overview of the vehicles that liberated the South-West of the Netherlands during and after Operation Market Garden. Ranging from motorcycles and jeeps through trucks and armoured cars to tanks and heavy transport, this book is a treat for those interested in World War 2, military vehicles and good photography. This book is meant as a tribute to our liberators, but also the men who made the machines and also the enthousiasts who keep them working to commemmorate the past and enjoy these magnificent vehicles in present and future.
WW2 C L A S S I C S N o r m a n d y
H e n k W W 2
photographed by Henk Zomers
R e v i s i t e d
Holland Paraat 1 - Materieel van het Nederlandse leger 1939 - 1940 Dit fotoboek geeft een goed overzicht van het materieel waarmee het Nederlandse leger de Duitse invaller tegemoet trad. Met unieke foto’s! 104pp NL/ENG ISBN: 978-90-809339-2-7
G a r d e n
giesbers’ media balgoij
R e v i s i t e d
H e n k Z o m e r s WW2 C L A S S I C S
M a r k e t
2
Jan Giesbers - Rob Tas - Antal Giesbers
G a r d e n
Nederlandse vechtwagens en pantserwagens Dutch tanks and armoured cars 1914-1943
Equipment of the Dutch Army 1939-1940
ISBN/EAN: 978-90-809339-6-5
1
M a r k e t
C l a s s i c s
Jan Giesbers Rob Tas Antal Giesbers
Dutch neutrality during the First World War didn’t prevent the Dutch army from acquiring some armoured vehicles. Afterwards, the army bought some armoured cars and battle cars (tanks) to get better acquainted with them, but also developed some vehicles to counter threats thought to be specific to the Dutch situation. When World War Two broke out, only a limited number of armoured vehicles were active in the Netherlands. In the Dutch Indies (Indonesia) the acquisition of vehicles went on after May 1940, but it was not enough to stem the Japanese invasion. In Surinam and the Dutch Antilles some of these armoured Materieel van het Nederlandse cars and tanks were in service till the endLeger of the war.
WW2 C L A S S I C S
W W 2
Holland Holland paraat!1 paraat!2 De neutraliteit van Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog verhinderde niet dat het Nederlandse leger er enige pantserwagens door verwierf. In de jaren daarna kocht het leger pantserwagens en vechtwagens (tanks) om er beter mee bekend te raken, maar ontwikkelde zelf ook voertuigen om specifiek-nederlands gedachte bedreigingen het hoofd te bieden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was er in Nederland een beperkt aantal pantservoertuigen actief. In Nederlands-Indië ging de aanschaf van voertuigen na mei 1940 door, maar het was onvoldoende om de Japanse inval te stuiten. In Suriname en de Nederlandse Antillen bleef een aantal van deze vecht- en pantserwagens in dienst tot het eind van de oorlog.
Holland Paraat! 2
Jan Giesbers Rob Tas Antal Giesbers
y had to oppose a beat down the refive days. In this uipment with which mount of guns and Dutch designs and red weapons were bsolete ones. The ore encompass a ilisation and the t in their totality nt with which the vader.
Vanaf 19 oktober in de Boekhandel. Voorintekenprijs €17,50 (i.p.v. €21,95). Ga naar www.qvuitgeverij.nl
Holland Paraat! 1
dse veldleger testaan, die de weerjf dagen wist te et materieel waaraanging - een hoeowel eigengereide ook buitenlandse wapens werden infoto’s in dit fototijdsperiode dan ijd in de meidagen wel een goed overNederlandse leger
Over de Waalcrossing, 5 jaar Sunset March en de veteranen achter dit eerbetoon.
R e v i s i t e d ISBN: 978-90-809339-7-2
NormANDY Aftermath
Giesbers’ Media, Balgoij
WW2 Classics - Market Garden Revisited In meer dan 130 foto’s geeft fotograaf Henk Zomers een authentiek beeld van de voertuigen waarmee de Britten tijdens Market Garden Nederland bevrijdden. 120pp ENG ISBN: 978-90-809339-5-8
WW2 Classics - Normandy Aftermath In meer dan 130 foto’s geeft fotograaf Henk Zomers een authentiek beeld van de voertuigen waarmee de Amerikanen vanaf Normandië Europa bevrijdden. 120pp ENG ISBN: 978-90-809339-7-2
Deze boeken zijn te bestellen via Giesbers’ Media: antal@giesbersmedia.nl
SEPTEMBER 2019 – 33
BOEKFRAGMENT
Zandhappen In het najaar van 2007 wordt Mart de Kruif gevraagd om als generaal-majoor de leiding op zich te nemen van de International Security Assistance Force (ISAF) in ZuidAfghanistan. In Zandhappen heeft hij zijn ervaringen opgetekend. MART DE KRUIF, ZANDHAPPEN. GENERAAL IN AFGHANISTAN, UITGEVERIJ WATER, 368 PAGINA’S (€ 20,00) WWW.UITGEVERIJWATER.NL
E
en week na de overname had ik al het gevoel dat ik er al maanden was, maar na twee maanden zat ik echt volop in de routine. En dat gold voor iedereen. We hadden een dagelijkse routine ontwikkeld die ons door het werk hielp. Ons lichaam was zo langzamerhand gewend aan het klimaat, de staf functioneerde en we hadden inzicht in het speelveld waarin we opereerden. En we hadden vertrouwen in elkaar. Maar het echte werk stond ons nog te wachten. Die eerste maanden was het touwtrekken met de Taliban, waarbij beide partijen soms wat centimeters wonnen. Dat schoot niet op. Maar wij wisten dat die situatie zou gaan veranderen. Binnen zes maanden zouden we er 25.000 Amerikanen bij hebben. Dat was heel erg nodig, maar zou onze wereld ook volledig op zijn kop zetten. Alles werd anders nadat Obama groen licht had gegeven om extra troepen naar Afghanistan te sturen. Eind 2008 was het iedereen wel duidelijk dat de situatie in het Zuiden niet rooskleurig was. In 2006 had ISAF de blik vooral op de hoofdstad en op Oost-Afghanistan gericht. Daar lag dan ook het militaire zwaartepunt en werden de Amerikanen ingezet. Begrijpelijk, want in het Oosten lagen veel wegen van Pakistan naar Kabul, een historische verbinding die ook de Taliban gebruikten. Maar de band tussen de Pashtun en de Taliban was het sterkst in het Zuiden. Daar was de koppeling tussen de Taliban en de exploitatie van opium onmiskenbaar. En daar lag ook nog een grens met Iran, een
land dat niet direct gebaat was bij een stabiel Afghanistan en zeker niet bij een westers Afghanistan. Die mix was van grote invloed op de veiligheid in Afghanistan. Het Zuiden was meer dan het Oosten een bron van onrust. En juist in dat Zuiden bestond ISAF uit een coalitie van landen, geleid door het Verenigd Koninkrijk, Canada en Nederland. Eigenlijk zaten de Amerikanen dus op de verkeerde plek. Helaas duurde het twee jaar voordat iedereen daarvan overtuigd was. Dagboek, donderdag 8 januari 2009 Weer een hele slechte dag. Eigenlijk was alles rustig en waren we ‘op track’ met het werk. Aan het einde van de dag kregen we een melding dat er een grote explosie had plaatsgevonden in het district Maywand, in de provincie Kandahar. Daar was een bom afgegaan op het moment dat een U.S. Army-patrouille over de bazar liep. Er werd een massive casualty (masscass) verklaard, wat betekent dat alle medische middelen worden ingezet. Uiteindelijk bleken er twee Amerikanen te zijn gesneuveld en circa twintig gewond. Tijdens de ramp ceremony voor de gesneuvelde Canadees van gisteren kwamen de heli’s met de gewonden binnen. Een zeer indrukwekkend gezicht. Daarna naar het hospitaal geweest om te kijken of ze daar alles aankonden en met de gewonde jongens gesproken. Net MASH. De tegenstelling tussen het zwaartepunt van de hele operatie van ISAF en de verdeling van de beschikbare middelen leidde tot een gevaarlijke situatie, want als ISAF het Zuiden zou verliezen, zou de gehele operatie kansloos zijn. Op de grond waren daar de eerste tekenen al van te zien. RCS deed wat het kon, maar gleed steeds verder weg in zelfbescherming en verdediging van wat men had. Dat was vooral het geval in de provincies Kandahar en Helmand, waar Britten, Canadezen en een aantal Amerikanen dagelijks vochten
voor hun leven. En daar konden we weinig aan doen. Ook de Afghaanse structuren waren niet aangepast aan het zwaartepunt. Niet alleen ontbrak het in het Zuiden vaak aan capabel bestuur op ieder gebied (politiek, economisch en juridisch), het bestuur zat soms ook gevangen in relaties, met corruptie als gevolg. Daarbij ging het wel om een Afghaanse variant van corruptie, want vaak ging het niet om zelfverrijking maar om het faciliteren van de stam of de familie. De landbouwcultuur was vooral gericht op de verbouw van opiumpapavers en steeds minder op de teelt van consumptiegewassen. Medische voorzieningen waren grotendeels afwezig, evenals onderwijs. Van echt structurele civiele opbouw was in het Zuiden dan ook niet of nauwelijks sprake. Maar ook de Afghan National Police (ANP) en de Afghan National Army (ANA) waren niet ontplooid op grond van rationele principes. Het was begrijpelijk dat er een zwaartepunt in en om Kabul lag, want dat was de hoofdstad en die had ook historisch gezien een grote symbolische waarde. De rest van de troepen was min of meer evenredig over het land verdeeld en niet duidelijk gericht op inzet waar dat het meest nodig was, namelijk in het Zuiden.
VIER 75 JAAR VRIJHEID!
Verkrijgbaar in de boekhandel voor €15,-
SEPTEMBER 2019 – 35
BOEKRECENSIE
De veranderende rollen van het polderleger Het Nederlandse leger is in onze samenleving een bijzonder instituut. Deze conclusie trekt militair historicus Christ Klep in zijn boek Van wereldmacht tot ‘braafste jongetje’. Bij een leger denkt de gemiddelde Nederlander aan een organisatie die door roeien en ruiten moet gaan om doelen te bereiken, en waarvan zijn leden bereid moeten zijn te sterven voor ‘de goede zaak’ – wat die dan ook moge zijn – en meer van dat soort binaire uitgangspunten.
Christ Klep
DOOR NOR ASSCHER
D
at is precies waar Klep op ingaat in zijn prettig leesbare boek. Binaire doelen, het verdedigen van ‘De Natie’ en conflictoplossing door strijd passen niet zo goed meer bij de Nederlandse volksaard; en misschien dus ook niet bij ons leger. Wij polderen en overleggen immers liever. Hoe anders was dat in de zeventiende eeuw. Toen hadden we het beste leger ter wereld (de wereld was toen nog overigens nog niet zo groot…) met helden als Tromp en De Ruyter, en wat later Van Speijk. Dat sterke leger was toen nodig om enerzijds de vrije handel veilig te stellen en anderzijds – in dit kader belangrijker – om de jonge, nog kwetsbare Republiek en haar koloniën en ‘staatsvorming’ te beschermen. In de daaropvolgende eeuwen is het zwaartepunt verschoven van bescherming van het ‘Nederlandsche volk en vaderland’ en het ‘glibberige’ begrip Nationale Identiteit, naar het beschermen van onze (internationale) rechtstaat en normen en waarden. Daar ontstond een spagaat tussen de ontwikkelde Nederlandse volksaard van overleg, bedachtzaamheid en ‘er samen uitkomen’ aan de ene
WYBE VAN BRAKEL
kant én de (voor een krijgsmacht nu eenmaal noodzakelijke) daadkracht, doelgerichtheid en toch ook nietsontziendheid aan de andere kant. Deze ontwikkeling wordt door Klep goed beschreven, onder meer aan de hand van de vredesmissies in Libanon, het voormalige Joegoslavië en Afghanistan. De auteur laat zien dat recente en historische gebeurtenissen vaak een gevolg zijn van de steeds veranderende houding van de maatschappij en politiek ten opzichte van (de rol van) de krijgsmacht. En passant gaat Klep ook in op de rol van de krijgshelden ‘uit de oorlog’. Van Karremans tot Van Speijk en van Kroon tot prins Maurits bespreekt de historicus hun rol in de wonderlijke relatie tussen burgers en het leger. Van wereldmacht tot ‘braafste jongetje’ komt op een moment dat ‘de krijgsmacht’ zich opnieuw moet uitvinden en de politiek, als afvaardiging van de maatschappij, zich een heldere visie moet vormen op de krijgsmacht van de toekomst. Enerzijds vanwege de razendsnelle innovaties op het materiele vlak, zoals
de robotisering van het leger, en anderzijds vanwege de veranderende dreigingsvormen en diffuser wordende bondgenootschappen. Het boek van Klep zet glashelder het verleden in perspectief en schept daarmee een kader voor (nieuwe) gedachtenvorming.
++++
CHRIST KLEP, VAN WERELDMACHT TOT ‘BRAAFSTE JONGETJE’. ONZE MILITAIRE IDENTITEIT DOOR DE EEUWEN HEEN, UITGEVERIJ ATHENAEUM, 296 PAGINA’S (€ 20,00)
MICHEL KŒNIGUER
herinneringen aan de vietnamoorlog
17,95
1. DA NANG ISBN 9789463065184
2. CHU LAI ISBN 9789463065191
3. YANKEE STATION (FEESTDAGEN 2019)
compleet verhaal in 3 delen(
1967. Kolonel Bradley "Redneck" Towsend, 68 jaar oud, piloot bij de Marines, leeft teruggetrokken in zijn chalet in de Rocky Mountains. Door zijn ziekte vult hij zijn dagen met tv-nieuwsuitzendingen kijken, bezorgd om zijn zoon die Apache-helikopterpiloot is in Irak. Als er zich een "kazernehulpje" aanbiedt, een jonge piloot die werd gestraft omdat hij in zijn overmoed een splinternieuwe F-22 in de prak heeft gevlogen, is dat voor de oude piloot een gelegenheid om herinneringen op te halen aan zijn tijd in het Verre Oosten...
WWW.SILVESTERSTRIPS.NL kijk op onze site voor meer vliegtuigstrips CM
© Editions Paquet
HARD COVER
SEPTEMBER 2019 – 37
INTERVIEW
Frank Venus in het antiquariaat van Uitgeverij Geromy
Een uit de hand gelopen hobby Frank Venus was in de wieg gelegd om het gelijknamige sloopbedrijf van zijn vader over te nemen. Toch vond hij nog de tijd om zijn eigen interesses na te jagen en richtte in 2006 zijn eigen bedrijf op: Uitgeverij Geromy. Hiermee bouwt hij aan een fonds van boeken over de Nederlandse luchtvaarthistorie, met de gouden formule van persoonlijke verhalen en prachtige illustraties. DOOR MIRJAM MULDER
‘M
ijn zoon noemt de uitgeverij een uit de hand gelopen hobby,’ grinnikt Venus. Het begon allemaal met één foto. ‘Al van jongs af aan ben ik geïnteresseerd in de luchtvaart. Dat kwam doordat ik als kind in het huis van een mevrouw waar mijn moeder vroeger schoonmaakte, een foto zag van een jongeman bij een landingsgestel.
Toen ik aan die mevrouw vroeg wie dat was, merkte ik dat ze geëmotioneerd raakte. Pas veel later kwam ik erachter dat de jongen op de foto haar zoon was, die was neergeschoten boven Normandië in de Tweede Wereldoorlog. De emotie van die vrouw bij dit beeld is me altijd bijgebleven.’ VAN FOTO NAAR BOEK Vervolgens ging Venus aan de slag bij het sloopbedrijf van zijn vader,
dat hij later van hem zou overnemen. Maar de interesse in luchtvaartgeschiedenis bleef. ‘Ik kwam in contact met Thijs Postma, een luchtvaartschilder, omdat ik een schilderij van de Fokker G-1 bij hem wilde bestellen. Met Postma heb ik toen het luchtvaartblad Luchtvaartwereld opgericht, dat anderhalf jaar heeft bestaan. In die tijd leerde ik ook Nico Geldhof en Cor van Gent kennen, en nog een heleboel andere prominente
38 – MILITAIRE COURANT
luchtvaartschrijvers uit de jaren ’70 en ’80. Luchtvaart was toen namelijk nog hot. Zij hebben me geholpen om uit te zoeken wie die jongen op de foto was.’ Dat leidde naar de eerste uitgaven van Geromy: een serie boeken over het 320 Squadron van de Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog, geschreven door Nico Geldhof. Drie lijvige boeken vol gedetailleerd beeldmateriaal. ‘Dat was het squadron waarin die jongen gevlogen had. Dat ontdekte ik toen ik marinevlieger Hans van der Kop tegenkwam, die leading navigator van het 320 Squadron was geweest. Hij had thuis een “smoelenboek”, zoals hij dat noemde, met foto’s van alle bemanningsleden. En daarin kwam die jongen naar voren. Toen dacht ik: waarom is dit nog geen boek?’ Het was een sprong in het diepe: Venus had zelf nog helemaal geen ervaring in het boekenvak. Dat was voor hem echter geen reden om de uitdaging niet aan te gaan. ‘Ik ben de katalysator,’ vertelt de uitgever. ‘Als ik weet wat ik moet
hebben, een vormgever, een drukker, enzovoorts, dan kom ik er wel, zij het met vallen en opstaan. Ik merkte dat er veel oudere mensen waren die hele leuke verhalen te vertellen hadden, of zelfs al manuscripten hadden liggen. Alleen konden zij geen uitgever vinden die het risico durfde te nemen. Dus kwamen zij bij mij
terecht.’ Het maken en uitgeven van de boeken was nog maar het begin. Hoe breng je ze aan de man? Het antwoord lag in het vinden van een niche. ‘Toen ik in dat marktwereldje terecht kwam, dachten ze eerst: wat is dat voor een vreemde vogel? Ik had namelijk helemaal geen militaire achtergrond, alleen maar een grote interesse in de militaire luchtvaart. En gelukkig zijn er meer mensen met die interesse. We hebben zelfs een aantal vaste klanten die vrijwel alles kopen wat we uitgeven, ongeacht de prijs.’ KOFFIETAFELBOEKEN
FRITS GERDESSEN EN NICO GELDHOF, DE INTERNERING VAN VLIEGTUIGEN TIJDENS DE GROOTE OORLOG, 335 PAGINA’S (€ 44,90)
Een uitgave waar Venus bijzonder trots op is, is De Interneringen van vliegtuigen tijdens De Groote Oorlog, geschreven door Frits Gerdessen en Nico Geldhof. ‘Dit boek vertelt een interessant stukje geschiedenis. Wij waren in de Eerste Wereldoorlog neutraal, dus als er vliegtuigen van bijvoorbeeld België of Duitsland in Nederland landden, hadden we de plicht om ze niet meer mee te laten doen aan
SEPTEMBER 2019 – 39
INTERVIEW
de oorlog. De officieren moesten beloven dat ze niet zouden vluchten en werden in een hotel gezet, terwijl de bemanningsleden in een kamp moesten verblijven. Vervolgens probeerde Nederland die vliegtuigen op te kopen: aan het eind van de oorlog hadden we zo’n honderdzestig exemplaren. En dat terwijl we daarvoor, zeg ik altijd gekscherend, alleen een gehuurd vliegtuig hadden, de “Brik” van Marinus van Meel. Dat was het begin van onze militaire luchtvaartgeschiedenis.’ Ook kijkt de uitgever erg uit naar Breguet Atlantic van Martin de Boer, dat begin oktober bij Geromy verschijnt. De titel van het boek verwijst naar het vliegtuig dat lange tijd het enige was dat specifiek voor maritieme patrouilletaken was ontworpen, en in dienst was bij de Koninklijke Marine van 1969 tot 1984. ‘We hebben ook een aantal andere vliegtuigen van de Marine Luchtvaartdienst beschreven, het begint al een mooie serie te worden!’ Onlangs verscheen Een Eeuw Marineluchtvaartdienst 1917–2017, een
pil van ruim vijfhonderd pagina’s. Venus: ‘Je leest ze niet zomaar uit. Het zijn naslagwerken, echte koffietafelboeken.’ DREMPELVERLAGEND De uitgever heeft voorlopig nog genoeg ideeën voor de toekomst. ‘We zijn bezig met een project voor jongeren, om ook
MARTIN DE BOER, BREGUET ATLANTIC IN DIENST VAN DE MARINELUCHTVAARTDIENST 1969 – 1984, UITGEVERIJ GEROMY (€ 26,90)
hen kennis te laten maken met dit deel van ons verleden. Daarvoor moeten we drempelverlagend zijn; onze boeken zijn vrij wetenschappelijk. Dat kan bijvoorbeeld doorslaan tot details als “het foute boutje in het zesde spant drie hoog”. Als je de jeugd wilt bereiken, dan moet het bijna een avonturenboek worden.’ Naast het maken van boeken, is ook het verzamelen daarvan een hobby van Venus. In het kantoor van zijn sloopbedrijf is een hele kamer omgetoverd tot een antiquariaat van luchtvaartboeken. Van avonturenstrips tot wetenschappelijke naslagwerken in het Nederlands, Duits en Engels. ‘Er zijn zoveel mooie boeken uitgegeven. Telkens kom ik er weer een tegen en dan denk ik: wat leuk om te lezen!’ Op de vraag of hij met zijn uitgeverij zelf ook ooit internationaal wil gaan, luidt het antwoord beslist: ‘Nee, het vastleggen van de Nederlandse luchtvaarthistorie is waarvoor wij bestaan. We kunnen trots zijn op onze taal en onze marine.’
www.geromybv.nl
40 – MILITAIRE COURANT
EVENEMENTEN
Agenda 21 SEPTEMBER EDE – Deze dag herdenken we de strijders die 75 jaar geleden vochten voor onze vrijheid tijdens Operatie Market Garden. Bij de luchtlandingsoperatie (Market) en het gelijktijdige grondoffensief (Garden) kwamen veel geallieerde militairen om het leven. Net als toen zullen er deze dag ruim duizend parachutisten uit vliegtuigen worden gedropt boven de Ginkelse Heide. WWW.DEFENSIE.NL
21 – 22 SEPTEMBER
MINISTERIE VAN DEFENSIE
STADSKANAAL – Op zaterdag 21 en zondag 22 september vindt ‘Operatie STAR’ van het Museumspoorlein STAR plaats. Speciaal voor dit evenement wordt het emplacement Stadskanaal omgetoverd tot een heuse ‘legerbasis’. Van heinde en verre komen allerlei voertuigen, mensen en overige zaken verwant aan het leger naar
Nationale Taptoe, 27 t/m 29 september
Stadskanaal. Ook worden er activiteiten georganiseerd, zoals het uitvoeren van opdrachten met een nachtkijker, en nog veel meer! WWW.STADSKANAALRAIL.NL
24 SEPTEMBER GORINCHEM – Bij het Indiëmonument in Gorinchem wordt er op 24 september van 14.00 tot 14.30 uur stilgestaan bij de gevallenen in voormalig NederlandsIndië. Leerlingen van het Gilde Vakcollege Techniek en van de OBS de Tweemaster zullen meewerken aan de herdenking. Ook zullen er vertegenwoordigers van de 11e mobiele luchtbrigade aanwezig zijn. WWW.VETERANENINSTITUUT.NL
27 T/M 29 SEPTEMBER ROTTERDAM – De 65e editie van de Nationale Taptoe staat in teken van tweehonderd jaar militaire muziek in het Koninkrijk. Zijne Majesteit Koning
Willem-Alexander zal op zaterdagavond aanwezig zijn, en zal dan in de pauze met artiesten en organisatoren spreken. Ook maakt de herdenking van de slag om Arnhem deel uit van het programma. Dit jaar zullen voor het eerst alle orkesten van de Nederlandse Krijgsmacht gezamenlijk deelnemen. WWW.NATIONALETAPTOE.NL
5 OKTOBER ASSEN – Tijdens de Landmachtdagen vindt er op het circuit in Assen het grootste outdoor dronefestival van Europa plaats. Naast de droneraces geven Defensie, hulpdiensten en vervoerders demonstraties met foto- en filmdrones, en drones voor bijvoorbeeld pakketvervoer en inspecties. Daarnaast vertellen de militairen vertellen u ook graag wat de Landmacht nog meer kan en doet. WWW.DEFENSIE.NL
6 OKTOBER SOEST – Dit najaar organiseert het MuseumJeugdUniversiteit in het Nationaal Militair Museum een collegereeks voor kinderen
SEPTEMBER 2019 – 41
EVENEMENTEN
MINISTERIE VAN DEFENSIE
Parachutisten dropping op de Ginkelse Heide, 21 september
van 8 t/m 12 jaar over spionage in het leger. Met verhalen uit de eerste hand, een kijkje in een keuken die normaal nooit opengaat en smeuïge spionnenverhalen uit de Tweede Wereldoorlog. In het hoorcollege op 6 oktober leer je hoe spionnen geheime boodschappen overbrengen. Oud inlichtingendocent Harke Meek is helemaal thuis in de wereld van geheimtaal en zal een tipje van de sluier lichten. WWW.MEUSEUMJEUGDUNIVERSITEIT.NL
17 OKTOBER T/M 26 JULI ARNHEM – In het Museum Bronbeek opent de nieuwe tentoonstelling Gevangen door Atjeh/Toean Stammeshaus. Friedrich Wilhelm Stammeshaus (1881-1957) bracht als onderofficier tijdens een militaire expeditie van het KNIL een van de grootste etnografische collecties van Noord-Sumatra tot stand. Zijn verzameling groeide
snel met aankopen, geschenken én oorlogsbuit. Deze tentoonstelling vertelt hoe de cultuur van de Atjehse bevolking Stammeshaus in zijn greep kreeg en hoe het eerste object in zijn bezit kwam.
20 T/M 27 OKTOBER
BERGEN OP ZOOM – Sinds 1996 organiseert Stichting De Vierschaar jaarlijks een groot openluchtspektakel in Bergen op Zoom. Dit jaar heet de opvoering Supersum, naar de spreuk ‘Mille periculis supersum’ op het historische stadhuis aan de Grote Markt. De productie staat in teken van 75 jaar bevrijding van de stad op 27 oktober 1944. Met deze uitvoeringen zet De Vierschaar zowel het lokale en regionale theatertalent als de historische binnenstad van Bergen op Zoom in het zonnetje.
ARNHEM – Tijdens de Maand van de Geschiedenis vindt ook de Week van de Koloniale Geschiedenis plaats, dit jaar rond het thema ‘Zij/Hij’. Het Museum Bronbeek organiseert een aantal acitiviteiten, in samenwerking met onder andere ArtEZ, Focus Filmtheater Arnhem en Volksuniversiteit Arnhem. Centraal staan de vrouwen in de Nederlandse koloniale militaire samenleving: van concubines, echtgenotes en huishoudsters van witte mannen in de koloniën tot vrijheidsstrijdsters en verzetsheldinnen. Door de eeuwen heen hebben vrouwen in de Oost en de West belangrijke rollen vervuld in de strijd voor vrouwenrechten, beter onderwijs en betere gezondheidszorg.
WWW.VIERSCHAAR.NL
WWW.MAANDVANDEGESCHIEDENIS.NL
WWW.DEFENSIE.NL
17 T/M 27 OKTOBER
‘Vol met bloedstollende avonturen maar vooral handvatten om net zo mentaal weerbaar te worden als deze (voormalige) supermilitair.’ De Telegraaf
SEPTEMBER 2019 – 43
COLOFON
Prijsvraag Bij de prijsvraag van deze editie verloten we een exemplaar van Van wereldmacht tot ‘braafste jongetje’ van militair historicus Christ Klep.
I
n de zeventiende eeuw had Nederland het beste leger van Europa en vereerden we helden als Michiel de Ruyter. Nu kijken we daar heel anders tegenaan: we zijn een land dat niet van wapengekletter, heldendom of parades houdt. Hoe heeft dat zo kunnen
Winnaar
veranderen? Christ Klep onderzoekt deze worsteling met onze militaire identiteit. Op toegankelijke wijze beschrijft hij onze omgang met het leger, vanaf de zeventiende eeuw tot nu. Wilt u kans maken op een exemplaar? Beantwoord dan de volgende vraag: Welke vier krijgsheren uit onze geschiedenis gebruikt Klep om de veranderende relatie tussen burgers en het leger te illustreren?
CHRIST KLEP, VAN WERELDMACHT TOT ‘BRAAFSTE
In de juni-editie van de Militaire Courant was de prijsvraag: De slag bij Cannae behoort tot de beroemdste veldslagen uit de oudheid, maar tijdens welke oorlog vond deze bloedige strijd plaats? Het juiste antwoord daarop is:
JONGETJE’. ONZE MILITAIRE IDENTITEIT DOOR DE EEUWEN HEEN, UITGEVERIJ ATHENAEUM,
De Tweede Punische Oorlog.
296 PAGINA’S (€ 20,00)
Stuur uw antwoord, onder vermelding van ‘Prijsvraag Militaire Courant’ naar info@ militairecourant.nl. Vergeet niet uw naam en adresgegevens te vermelden.
Onder de inzenders van het juiste antwoord is een exemplaar van het boek Hannibals meesterwerk verloot. De winnaar is Gerrit Berends uit Harderwijk. Van harte gefeliciteerd!
Ik neem een abonnement op de Militaire Courant: € 12,– voor vier nummers
naam straat postcode land e-mail telefoon
BON m/v
plaats
IBAN nummer betaling
automatische incasso
per factuur (+ 2,50 administratiekosten)
geboortedatum
handtekening
Stuur deze bon naar: UHB uitgevers, Zonnebaan 54, 3542 EG Utrecht, Nederland
Contact Militaire Courant UHB uitgevers Zonnebaan 54 3542 EG Utrecht Nederland Telefoon +31302231718 info@militairecourant.nl Redactie redactie@militairecourant.nl Abonnementen 4 nummers voor €12. Vul de bon in of meld je aan via www.militairecourant.nl Overige vragen? abo@militairecourant.nl Online www.militairecourant.nl twitter @militaircourant www.facebook.com/militairecourant Oplage 25.000 Volgende nummer De volgende Militaire Courant verschijnt in december 2019. Hoofdredacteur Jan Louwers Redactie Janneke Blok en Mirjam Mulder Medewerkers Han ten Broeke en Niels Roelen Vormgeving Titus Vegter Uitgever Jan Louwers De Militaire Courant is een uitgave van UHB uitgevers. De Militaire Courant informeert een breed publiek over militaire onderwerpen. De inhoud wordt verzorgd door een onafhankelijke redactie. De Militaire Courant wordt verspreid via middelbare scholen, mbo- en hbo-opleidingen, universiteiten, musea, Defensie, veteranenorganisaties en boekhandels. Tevens is het mogelijk om een abonnement op de Militaire Courant te nemen.
EEN UNIEKE ERVARING VOOR UW LEERLINGEN VRAAG EEN VETERA AN IN DE KLAS Zij vertellen aansprekend en beeldend over hun inzet in Afghanistan, Irak of ieder ander land waar ze op missie waren.
MAARTJE VAN SPIJKER 1X IRAK, 2X AFGHANISTAN
DENNIS 1X VOORMALIG JOEGOSLAVIË
75 JAAR VRIJHEID De speciale les past goed bij thema’s als oorlog en vrede en - vanaf september 2019 het landelijke thema ‘75 Jaar Vrijheid’.
HET INZETTEN VAN EEN VETERAAN IN DE KLAS IS KOSTELOOS. MEER INFO OF GELIJK AANVRAGEN?
Het Nationaal Comité Veteranendag bevordert meer publieke waardering voor veteranen, ook via het onderwijs.
mail naar info@veteranendag.nl of kijk op www.veteraneninstituut.nl
hoofdpartner