BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4700 EUPEN 1 BC 30805
Het automagazine van de beHeerders
I www.fleet-business.com I
MMM BUSINESS MEDIA - Zeswekelijks informatietijdschrift - APRIL-MEI 2011 - Nederlandstalige uitgave - Kantoor : Eupen 1 - P205029
I Nr 184 I APRIL-MEI 2011 I
Wegwijs in een duurzaam vlootbeheer FLEET MANAGEMENT ONLINE TOOLS IN OPMARS
Member of
Network
FLEET-OWNERS ELAN LANGUAGES & BDO
FORD C-MAX VEELZIJDIGHEID TROEF
International Fleet Guide – Car Taxation in Belgium Bestel nu de volledige update op http://shop.mmm.be
EDITO
INHOUD FOCUS 05 Dossier : Een groen vlootbeheer - Kleine stappen, grote winsten - Groene fleet-owners BDO en ElaN Languages - Follow-up modellen rendeert - De rol van de bestuurder - Besparen op TCO - Pro/Contra Ecodriving - Zijn de hybride en elektrische voertuigen al klaar ? - Infrastructuur en beperkt comfort verhindert elektrisch rijden - De elektrische wagen wil geruisloos door de testfase - De vergroening bij leasemaatschappijen - Groene fleet managementtools in opmars - Constructeurs focussen op bestuurder - De groene wagen van de toekomst
42 42 44
40
p.06 p.10 p.12 p.14 p.16 p.18
Steven SCHOEFS Hoofdredacteur
p.20
As green as it gets
p.23
Het zou de titel kunnen zijn van de nieuwe Hollywood blockbuster met Jack Nicholson in de hoofdrol en Al Gore als producer. Een maatschappelijke relevante blockbuster bovendien, want iedereen denkt groen. Dat is toch de indruk die je krijgt als je de fleet en automotive sector volgt. Aangestuurd door de low emission ontwikkelingen van de constructeurs, de fiscale wetgeving die zich steeds meer op het CO2-uitstootgegeven focust en het stijgende milieubesef in het algemeen, is duurzaam ondernemen een trend die blijven zal. Een duurzaam vlootbeheer is, met de fiscale wetmatigheden, de stijgende olieprijs en het slechte - lees ‘vervuilende en filevormende’ - imago van de firmawagen, geen opportuniteit maar een must. Hoe u die must tot een toepasbaar beleid vertaalt, hangt af van de doelen die u vooropstelt. In elk geval zijn de te nemen maatregelen legio: CO2-gunstige wagens, brandstofcontrole, bijsturing van het bestuurdersgedrag, integratie van ecodriving en/of telematica, … In dit nummer van Fleet & Business reiken we u mogelijke oplossingen aan op weg naar een duurzamer vlootbeheer. Die weg hoeft niet saai te zijn of demotiverend te werken. Mits de steun van de directie is het mogelijk om een duurzaam vlootbeheer stapsgewijs te introduceren, zonder dat uw werknemers aan enthousiasme inboeten. Dat bewijzen de fleet-owners die we aan het woord laten. En als zij dat kunnen, kunt u dat toch ook.
p.27 p.31 p.35 p.39 p.40
ACTUA Fleet echo’s p.42 3 Vragen aan… - Harald Pluym, Peugeot Professional p.42 Fleet-owner: - Rob Custers (Siemens) p.44
AUTO Nieuw: Ford Grand C-Max, Mercedes A-Klasse E-Cell, Opel Corsa ecoflex, p. 47 Mazda 5, Audi A6
“Een duurzaam vlootbeheer is niet langer een opportuniteit, maar een must.” EDITORIAL TEAM Editor in chief: Steven Schoefs (sschoefs@mmm.be) Team: Stijn Phlix (Final Editor), Ferre Beyens, Frédéric De Backer, Charles Demoulin, Olivier Maloteaux, Koen Mortelmans, Jos Sterk, Michaël Vandamme, Julie Widart Experts: Daniel Debrouwer (EuroFleet Consult), Bart Vanham (Fleet&DriverCare), Frank Vancamp (KPMG), Michel Willems (Mobilitas), Benny Gers (Progressio), Paul Gestels (Experts4Fleet), Professor Joeri Van Mierlo (Vrije Universiteit Brussel), Professor Peter Cooke (University of Buckingham) SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Sales Manager: David Baudeweyns (dbaudeweyns@mmm.be) Sales assistants: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be), Romina De Gregorio (rdegregorio@mmm.be) Marketing: Kathleen Hubert (khubert@mmm.be)
EDITOR Development Director: Caroline Thonnon Managing Director: Thierry Degives Editor/CEO: Jean-Marie Becker
SUBSCRIPTIONS www.fleet-business.com/shop Price: 65 EUR - 1 year Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 88 18 Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) © Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.
PRODUCTION Head: Sonia Counet
MMM BUSINESS MEDIA sa/nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com
3
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Een globale aanpak loont Aandacht voor milieu en duurzaamheid. Het is niet langer een alternatieve leuze die in een of ander donker achterkamertje van een bedrijf wordt
INHOUD Kleine stappen, grote winsten Groene fleet-owners BDO en ElaN Languages
06
flink naar beneden kan sturen, oriĂŤnteren steeds
De rol van de bestuurder
meer bedrijven hun aankopen, processen en
Besparen op TCO
strategieĂŤn milieugericht. Het vlootbeheer ontsnapt
Pro/Contra Ecodriving
10 12 14 16 18
Het batterijdilemma van hybride en elektrische voertuigen
20
Infrastructuur en beperkt comfort verhindert elektrisch rijden
23
De elektrische wagen wil geruisloos door de testfase
27
De vergroening bij leasemaatschappijen
31
Groene fleet managementtools in opmars
35
dat is goed. Vanuit het besef dat een
Follow-up modellen rendeert
milieuvriendelijk bedrijfsbeleid het kostenplaatje
niet aan dit groene vizier. Integendeel, het krijgt vaak zelfs een voorbeeldrol toebedeeld. En die voorbeeldrol start best vanuit een globale aanpak met een visie en wordt vertaald in verschillende groene initiatieven. Of het nu gaat om de selectie van CO2-vriendelijke wagens, het opvolgen van de vergroende autofiscaliteit of het sensibiliseren van de bestuurder, met dit dossier trachten we u een leidraad te bieden op weg naar een succesvol en duurzaam vlootbeheer. Steven SCHOEFS
De uitbouw en de implementatie van een groen wagenparkbeheer is veel meer dan een druppel op een hete plaat. Het is een beleidskeuze die zowel economisch, moreel, maatschappelijk als ecologisch legitiem is.
Constructeurs focussen op bestuurder De groene wagen van de toekomst
39 40
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
uitgesproken, het is een beleidslijn geworden. En
5
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Kleine stappen, grote winsten Plannen hebben voor een groen wagenparkbeheer is één. De implementatie ervan is een ander paar mouwen. Maar mits de medewerking van de directie en het volgen van een stappenplan, waarbij enkele elementen van het vlootbeheer bijzondere aandacht verdienen, kunnen al snel duizenden euro's per jaar worden bespaard.
I
n de meeste gevallen is het zo dat een vergroening van het wagenpark aan de orde komt, als het bedrijf besluit om de ecologische voetafdruk van al haar activiteiten naar beneden te halen”, aldus Bart Vanham, fiscaal en fleetexpert, en in die hoedanigheid bijzonder goed geplaatst om in deze tekst en uitleg te verschaffen. “Het wagenparkbeheer komt dan
“
Bart Vanham: “Een vergroening van het vlootbeheer moet gedragen worden door de bedrijfstop.”
6
snel in het vizier omdat deze een significant deel van de totale footprint vertegenwoordigt."
Foto van de vloot Eens het bedrijf daadwerkelijk heeft beslist om het vlootbeheer te vergroenen, is het volgens Bart Vanham van cruciaal belang om de bestaande situatie onder de loep te nemen. “Ik noem het de AS
IS-fase waarbij de gemiddelde CO2-uitstoot van het wagenpark wordt berekend alsook de keuzelijst van de voertuigen nauwgezet wordt opgemaakt. Eigenlijk komt het erop neer dat je een foto neemt van je huidige wagenpark. Het is de basisvoorwaarde om een goed zicht te hebben op de evolutie die nieuwe maatregelen kunnen hebben.” Dat een vergroend wagenpark een enorm effect kan sorteren, bewijst de volgende de te nemen stap. “Op basis van voornoemde gegevens bereken je best het verschil in maandelijkse kostprijs van de wagen met de hoogste CO2uitstoot en die van de laag-
ste, rekening houdende met alle belastingseffecten (op brandstof, CO2-bijdrage en de Verworpen Uitgaven). In het voorbeeld van wagens met respectievelijk een CO2uitstoot van 155 en 104 g/km kan dit verschil oplopen tot 200 euro per maand. Bart Vanham benadrukt om zeker het effect van de Verworpen Uitgaven niet te veronachtzamen. Tussen de meest en de minst vervuilende model kan dit verschil oplopen tot 4%.
Bonus Malus “Een keer je door de As Isfase bent, volgt, wat ik noem, de To Be-fase. Met andere woorden: welke doelstelling
streef ik na met mijn wagenpark?”, aldus Bart Vanham. Cruciaal daarbij is de keuze die je aan de bestuurders laat. “Ofwel ga je voor een vrije keuze, ofwel opteer je voor een keuzebeperking. In het eerste geval moet je dus wel eigenhandig uw bestuurders stimuleren om te kiezen voor een groener model. Heel vaak wordt hiervoor het bonusmalussysteem gehanteerd. In zo’n mechanisme stelt de vlootverantwoordelijke een budget ter beschikking van de bestuurder. Blijft hij bij de keuze van zijn voertuig onder de bepaalde CO2-norm of streefdoel, kan deze beloond worden (met bijvoorbeeld extra uitrustingen of in de
vorm van een geldelijke bonus of andere incentives). In het omgekeerde geval, zal hij zelf moeten toeleggen. Nog belangrijk om weten is dat je bij toepassing van het bonusmalussysteem werkt met een forfaitair dan wel met een variabel bedrag, afhankelijk van de CO2-uitstoot. Kies je ervoor om de bestuurder zijn keuze te beperken, of sterker nog géén vrije keuze te laten, dan kun je twee richtingen uit. Enerzijds kan je de keuze van de bestuurder laten bepalen door het instellen van vooraf bepaalde CO2-limieten. Anderzijds laat je de keuze op basis van voertuigen die je ter beschikking stelt. Dit is de meest radicale optie maar
wel een die resulteert in een maximaal resultaat.” Welke keuze gemaakt moet worden, is eenieders zaak, zegt Bart Vanham. “Door de band genomen is het wel zo dat de keuze sterk afhankelijk is van de sector waarin het bedrijf actief is. Bedrijven waarbij de voertuigen eerder werkinstrumenten zijn, kiezen meestal voor een keuzebeperking. Als de firmawagen een beloningsinstrument is, laat men de wagenkeuze eerder vrij. Met dien verstande uiteraard dat het bonus-malussysteem wordt toegepast.”
Communicatie Een volgende stap bestaat erin om de genomen beslissingen effectief om te zetten in de realiteit. Bart Vanham wijst erop dat eerst en vooral de car policy wordt aangepast en dat deze gepaard moet gaan met een duidelijke communicatie. “Het meest efficiënte is te opteren voor een Top Down-approach. Met
andere woorden, zorg er als vlootverantwoordelijke voor dat het veranderingsproces dat je wilt doorvoeren een draagvlak heeft bij het management. Vergeet ook niet de bestuurders in te lichten en hen een duidelijke motivering mee te geven over het waarom van de vergroening van het wagenpark. Essentieel is bovendien dat je de bestuurders op de hoogte brengt van het gunstige effect dat het Voordeel van Alle Aard heeft bij het kiezen van een CO2-gunstige wagen.” Tot daar het einde van de ontwikkelingsfase van een aangepast vlootbeheer. Nu komt het erop aan om dit in de praktijk toe passen. “Opvolging is daarbij het ordewoord”, aldus Bart Vanham. “Zaak is vooral goed na te gaan of het ingevoerde bonus-malussysteem effectief werkt. Hiervoor kun je zelf een tool ontwikkelen (via een excel-document) of er één aankopen op de markt.” Zeker zo belangrijk is het aanbod
MOBILITEITSBUDGET
De nauwgezette opvolging van het rijgedrag levert een belangrijke bijdrage tot een goedkoper, veiliger en groener vlootbeheer.
Een groen vlootbeheer kan ook impliceren dat de fleet-owner zich tot doel stelt om het aantal afgelegde autokilometers te doen dalen. Het invoeren van een mobiliteitsmanagement is hiertoe het meest geschikt. Maatregelen die kunnen getroffen worden zijn o.m. de integratie van een bedrijfsvervoerplan waarbij de werknemers gestimuleerd wordt om over te schakelen op meer duurzame vervoersmiddelen (trein, bus, fiets, …) of het invoeren van een mobiliteitsbudget dat de werknemers in kwestie vrij kan spenderen aan verschillende vervoersmodi. “In dergelijk geval is het best om vooraf een mobiliteitsprofiel van de werknemer op te maken. Op basis daarvan kunnen voorstellen gedaan worden om bijv. aan downsizing te doen en in ruil mobiliteitsalternatieven aan te bieden. Een mobiliteitsbudget is immers een zeer persoonlijke aangelegenheid”, aldus Bart Vanham.
7
DOSSIER van nieuwe automodellen op de voet te volgen. Constructeurs doen er immers alles aan om de CO2-uitstoot van hun nieuwe wagens nog verder te doen dalen (zie ook het artikel op pagina 12 ). Bart Vanham geeft tot slot mee dat Driver Management, oftewel het beheer van het rijgedrag en bij uitbreiding het bestuurdersgedrag, een niet te onderschatten bijdrage levert tot een goedkoper, veiliger en groener vlootbeheer. Een beter rijgedrag van de bestuurder kan je onder meer verkrijgen middels rijvaardigheids- of ecodrive-opleidingen. Belangrijk is in deze dat je de effectiviteit van het bestuurdersgedrag meet, regi-
streert en rapporteert, bijv. via de gegevens van de brandstofleverancier of andere metingen. “Bestuurders zouden ook het belang van een goed onderhouden voertuig moeten inzien”, aldus nog Bart Vanham. “Ik neem alleen al maar het voorbeeld van de bandenspanning. Uit eigen onderzoek bij 3.000 voertuigen blijkt dat die bij 87% van de bestuurders niet correct is. Een correcte bandenspanning kan nochtans een brandstofbesparing opleveren van 3 tot 6%”, besluit Bart Vanham. Stijn PHLIX
“Belangrijk is de bestuurders goed in te lichten over het waarom van de vergroening van het wagenpark”, zegt Bart Vanham.
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
BLIJF FISCAAL UP-TO-DATE
8
De overheid heeft een reeks fiscale maatregelen genomen die de vergroening van het vlootbeheer stimuleren. Denken we maar aan de fiscale aftrekbaarheid die sinds 2008 afhankelijk is gemaakt van de CO2-uitstoot van de wagen, de aftrekbaarheid van de brandstofkosten die sinds 2010 niet langer 100% bedraagt maar slechts 75% of nog het Voordeel van alle aard voor de bestuurder dat sinds vorig jaar berekend wordt op basis van de CO2-uitstoot van de wagen. Al deze maatregelen hebben een niet onaanzienlijke impact op de kostenberekening van uw vlootbeheer. Bart Vanham adviseert daarom om fiscaal up-to-date te blijven. Dit kan onder meer op de website van het ministerie van Financiën: http://minfin.fgov.be.
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Jongeren zorgen voor groene Eén vlootverantwoordelijke die de groene weg is ingeslagen en één die het van plan is. Het leek ons geen slecht idee om ze rond de tafel te brengen. Met Hans Wilmots van auditbureau BDO Belgium en Marleen Clijsters van vertaalbureau ElaN Languages, laureaat van de Small & Efficient Fleet Award 2010, hadden we een gesprek over een aantal aspecten die zeker niet over het hoofd mogen worden gezien bij het uitrollen van een groen vlootbeheer. Opvallende vaststelling: de vraag naar een groen vlootbeheer heerst vooral bij jonge werknemers.
H
et oorspronkelijke opzet van het dubbelinterview was dat CEO Hans Wilmots van BDO Belgium als ervaren vlootverantwoordelijke met zo’n 250 wagens onder de hoede
zijn ‘green best practices’ zou delen met Marleen Clijsters, vlootverantwoordelijke van ElaN Languages, een KMO wiens groene vlootplannen eerder pril zijn. Maar tijdens het gemoedelijk lopende
gesprek bleek al gauw dat beiden meer met elkaar gemeen hadden dan gedacht: eenzelfde groen engagement, eenzelfde pragmatische instelling, ja zelfs eenzelfde leasepartner…
Ook over de drijfveer om tot een groen vlootbeheer over te gaan, klinken de meningen eensluidend. “Vier jaar geleden hebben we bij BDO besloten om een bedrijfswagenvloot op te bouwen”,
Zowel Marleen Clijsters (ElaN Languages) als Hans Wilmots (BDO Belgium) zijn naar hun bestuurders kordaat zonder de motivationele factor uit het oog te verliezen.
10
stimulans aldus Hans Wilmots. “Omdat we een moderne bedrijfsvoering voor ogen hebben, kozen we ervoor om het groene aspect duidelijk te laten meespelen. Bovendien bestaat 60% van onze 425 personeelsleden uit jonge mensen. En het is opvallend hoe bij deze categorie het milieubewustzijn is doorgedrongen. Het kwam er dus op aan om ons vlootbeleid op hun verwachtingen af te stemmen.” Marleen Clijsters stelt hetzelfde vast: “Ons personeelsbestand van zo’n 30 eenheden bestaat voornamelijk uit jongeren. Bij hen is er een effectieve vraag naar milieuvriendelijke automodellen. Daarnaast hebben we onszelf in vraag gesteld en beslist dat we in alle aspecten van ons beleid en in de relatie naar onze klanten het groene element moeten laten doorwegen.”
Wagenselectie Ook in de samenstelling van de car policy vinden we punten van overeenkomst. Zowel bij BDO als bij ElaN Languages wordt bij de wagenkeuze stevig rekening gehouden met de fiscale aftrekbaarheid die sinds 2008 gerelateerd is aan de CO2uitstoot. Bovendien is bij beiden de wagenkeuze afhankelijk van de functiecategorie waarin de bestuurder zit. “Per categorie bieden we een vooraf bepaald budget aan met daaraan gekoppeld een short list van 3 automodellen”, aldus Hans Wilmots. “De jongste werknemers kunnen o.m. kiezen uit de VW Polo BlueMotion. In de hoogste categorie gaat het om de Audi A4, de VW Passat en de Skoda Superb. Wie het budget overschrijdt, betaalt zijn uitrustingen zelf. Bijzonder opvallend is dat Skoda enorm populair is geworden, vooral bij jongeren. De optielijst is
dan ook aanzienlijker dan bij andere modellen. Voor eenzelfde budget, krijg je dus meer ‘auto’. Die populariteit van Skoda heeft overigens meegespeeld in onze keuze voor D’Ieteren Lease die nu onze enige leasepartner is.” De keuze voor CO2-gunstige modellen bij BDO geeft vandaag een bijzonder puik resultaat. Hans Wilmots: “de gemiddelde CO2-uitstoot van ons wagenpark bedraagt 113 g/km. Dit gunstige cijfer is mede mogelijk gemaakt door het feit dat 98 van onze voertuigen een CO2-uitstoot hebben van minder dan 110 g/km.” Ook bij ElaN Languages wordt per functiecategorie een keuzevoorstel gedaan van een beperkt aantal wagens. “Sinds kort gaan we uitsluitend voor eco-versies”, aldus Marleen Clijsters. “In de laagste categorie gaat het om de Ford Fiesta Econetic en, net als bij BDO, de Polo BlueMotion. In de hogere categorieën zitten onder meer de VW Passat en de Ford Mondeo.” Beide vlootverantwoordelijken kiezen ook nagenoeg voor eenzelfde aanpak in hun communicatie naar de bestuurders die kordaat is zonder de motivationele factor onder tafel te schuiven. Hans Wilmots: “Zo heb ik vorig jaar eens een steekproef gehouden om het gemiddelde brandstofverbruik te meten. Bestuurders die de norm hadden overschreden, hebben we daarover aangesproken en dan blijkt toch wel dat er oor naar is. ” Marleen Clijsters knikt instemmend : “Idem bij ons. Als je de zaken die je wil aankaarten voorzichtig aanbrengt, krijg je meer respons.” Hans Wilmots vult aan: “ Vorig jaar hebben we onze bestuurders niet verplicht maar wel de kans aangeboden om een ecodrivingcursus te volgen. Niet minder dan 80 mensen zijn daar op
ingegaan. Met resultaat, want de brandstofbesparing ligt gemiddeld op 5% en dat bij al zeer zuinige wagens.” Ecodriving, bij ElaN Languages is het zover nog niet, al zijn er wel plannen in die richting. Ook bij de schade-opvolging en het eindecontract-verhaal wordt de bestuurder meer dan vroeger geresponsabiliseerd. “Vroeger werd bij elk schadegeval de franchise volledig terugbetaald maar daar zijn we van teruggestapt”, aldus Marleen Clijsters. “Vanaf een tweede ongeval betaalt de bestuur-
der zelf een deel van de franchise.” Bij BDO wordt er ‘strenger’ dan voorheen opgetreden. “Bovendien is iedereen gelijk voor de wet, ongeacht het aantal afgelegde kilometers”, zegt Hans Wilmots. Stijn PHLIX
HET EFFECT VAN HET VOORDEEL VAN ALLE AARD Omdat het Voordeel van Alle Aard voortaan belast wordt op basis van een CO2-parameter, heeft de bestuurder er alle belang bij om te kiezen voor een groene wagen. Sterker nog, het is in vele gevallen dé meest doorslaggevende factor. Marleen Clijsters merkt in de praktijk op dat de maatregel zijn effect niet mist. “Voor een bestuurder die kiest voor een Golf Polo BlueMotion kan het verschil oplopen tot 100 euro per maand. Een bedrag waar, zeker bij jonge werknemers, naar gekeken wordt.”
BDO EN ELAN LANGUAGES IN HET KORT
“De gemiddelde CO2-uitstoot bedraagt nu 113 g/km”, zegt Hans Wilmots.
BDO Belgium, lid van BDO-netwerk, internationaal auditbedrijf dat de 5de plaats bekleedt op de wereldmarkt van ‘audit’, ‘accounting’ en ‘consultancy’. • Vestigingen: Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt, Lasne, Luik, Namen, Roeselare en Waver • Vlootverantwoordelijke: Hans Wilmots, CEO • Vlootgrootte: ong. 200 personenwagens • Leaseformule: operationele leasing • Leasepartner: D’Ieteren Lease
ElaN Languages, aanbieder van vertalingen, taalopleidingen en tolken. • Vestigingen: Heusden-Zolder, Pierrelatte, Moskou. • Vlootverantwoordelijke : Marleen Clijsters, Office Manager • Vlootgrootte: 23 personenwagens ”Sinds kort gaan • Leaseformule: operationele leasing we uitsluitend • Leasepartner: D’Ieteren Lease en Dexia Auto voor eco-versies”, Lease aldus Marleen Clijsters.
11
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Follow-up van modellen is fiscaal rendabel Sinds 2008 bepaalt de CO2-uitstoot in belangrijke mate de fiscale belastbaarheid van een bedrijfsvoertuig. Tot op vandaag wordt de fiscale aftrekbaarheid, de patronale CO2-bijdrage en het voordeel van alle aard berekend op basis van deze uitstoot. Vlootbeheerders hebben er dus alle belang bij om de nieuwe modellen- en motorenpolitiek van de constructeurs op te volgen.
D
e variabele fiscale aftrekbaarheid van bedrijfsauto’s in functie van de CO2-uitstoot geldt sinds 1 april 2008 voor alle firmawagens (een uitzondering is er voor voertuigen van zelfstandigen en vrije beroepen die hun inkomsten laten belasten via de personenbelasting. Voor hen blijft de fiscale
aftrekbaarheid van autokosten ook in 2011 behouden op 75%). Om te weten in welke mate een automodel fiscaal aftrekbaar is, heeft de federale overheid een aantal grenzen afgebakend op basis van de CO2-uitstoot. De verschillende CO2-grenzen en percentages van fiscale aftrekbaarheid geldig
voor het jaar 2011 werden hierna in één tabel samengevat. Voor elke categorie hebben we een aantal automodellen geselecteerd. Daarbij valt op dat de constructeurs flink hun best hebben gedaan om de CO2-uitstoot van nieuwe modellen en motoren te verlagen. Een cruciaal gegeven waar de vlootbeheerder
VOORBEELDEN VAN BEDRIJFSAUTO’S GEOPTIMALISEERD NAAR FISCALE AFTREKBAARHEID* CO2-uitstoot 0 gram 100% elektrisch
61 t.em. 105 g benzine/diesel 106 t.em. 115 g diesel en van 106 g tot en met 125 g benzine 116 t.e.m. 145 g diesel en van 126 g t.e.m. 155 g benzine 146 t.e.m. 170 g diesel en van 156 g t.e.m. 180 g voor benzine 171 g t.e.m. 195 g diesel en van 181 g t.e.m. 205 g benzine
Beperking fiscale aftrek tot Actuele modellen 2011 Nissan Leaf (0 gr) 120% Renault Fluence Z.E. (0 gr)
75%
Citroen C3 1.4 HDi (104 gr) Ford Focus 1.6 TDCi Econetic (104/99 gr) Opel Corsa 1.3 CDTI 95 ecoFLEX (94/95 gr) Renault Clio Grandtour 1.5 90 Eco (104 gr) Skoda Fabia Greenline 1.2 TDI (89 gr) Toyota Auris 1.8 VVT-Hybrid (89/93 gr) VW Polo 1.6 TDi Bluemotion (96 gr) Volvo C30 1.6 D DRIVEe (99 gr) BMW 320 d Efficient Dynamics Fiat Bravo 1.6 Mjet Peugeot 308 1.6 HDi VW Golf 1.6 TDI Variant Bluemotion BMW 520d 163/184 PK Lexus IS 200d/220d Mercedes E-Klasse berline 200/220/250 CDI BlueEfficiency VW Passat berline 1.6 TDI/2.0 blue TDI
70%
Audi A6 2.7 TDI 163/190 PK BMW 525d/530d/535d berline/touring Lexus GS 450 Hybrid
90%
80%
60%
Hoger dan 195 g diesel en hoger dan 205 g benzine 50%
BMW 635d 286 PK Mercedes S-klasse 450 Hybrid
Audi A8 4.2 TDI Range Rover Sport TdV6
* Deze tabel geeft enkel een aantal voorbeelden van modellen en motorisaties die in 2011 op de markt zijn verschenen. Op www.fleet-business.com vindt u een meer volledige lijst.
12
stevig rekening mee moet houden. Want meer dan ooit zal een up-to-date wagenselectie belangrijke gevolgen hebben voor een optimalisatie van de vlootkosten. Als we enkel kijken naar de categorie van de 90% fiscale aftrekbaarheid, stellen we vast dat deze het laatste jaar sterk is uitgebreid. Zo vinden we er inmiddels zelfs middenklasse voertuigen in terug zoals de Audi A3, de Lexus CT 200 h, de SEAT Leon, de Volvo S 40 en de VW Golf samen met een hele reeks ruime compact wagens en micro monovolumes zoals de Renault Clio Grandtour. Noteer overigens dat de fiscale belastbaarheid van de firmawagen in de nabije toekomst nog sterker afhankelijk zal worden van de CO2uitstoot. Op korte termijn zal immers ook de BIV en de verkeersbelasting de CO2uitstoot in zijn formule verwerken.
Michel Willems erkend fiscalist BIBF en Fleet, ecology, mobility & employee benefit consultant MOBILITAS (www.mobilitas.be)
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Ken uw bestuurder Nooit eerder werd alternatieve energie zo enthousiast onthaald bij de autoconstructeurs en leasebedrijven. Hoewel ‘100% elektrisch’ ons in de toekomst doet hopen op een ‘zero emissie’, spelen de bedrijven vandaag ook een rol in de vermindering van de CO2-uitstoot. Dankzij verschillende ‘groene oplossingen’ kunnen de fleet managers deze doelstelling bereiken en een veilig, zuinig en milieuverantwoord rijgedrag stimuleren.
D
e groene wervelwind die sinds enkele jaren in de autosector waait, heeft de fleet-owners van vele bedrijven wakker geschud. Ook al is het maar om puur economische redenen, Fleet Green Management maakt vandaag integraal deel uit van het beheer van een wagenpark: de CO2-uitstoot moet zoveel mogelijk beperkt worden. Meer en meer fleet managers ontwikkelen dus oplossingen om de impact van hun wagenpark op het milieu te verkleinen, onder meer door een groenere car policy en vooral door de verstandige aankoop van nieuwe voertuigen. Een minder vervuilende auto verbruikt minder, wat een positieve invloed op zijn gebruikskosten heeft. De ecologische fleet manager analyseert de ecologische voetafdruk van zijn wagenpark en bedenkt een globale strategie om die voetafdruk te verkleinen. Hij moet dus een goed doordacht strategisch plan uitwerken om de uitstoot van zijn wagenpark zoveel mogelijk te beperken. Enkele van de meest voorkomende maatregelen zijn de aankoop van milieuvriendelijke auto’s, het gebruik van biobrandstof en de installatie van accessoires.
Voor een ecologisch wagenpark moet de fleet manager niet alleen kiezen voor ‘groene’ voertuigen maar ook de routes optimaliseren en de bestuurders sensibiliseren.
14
Er zijn ook radicalere maatregelen om de ecologische voetafdruk van wagenparken te verkleinen. Zo besloten sommige bedrijven om een 'verplaatsingsplan’ uit te werken om de verplaatsingen in het kader van de professio-
Wanneer veiligheid rijmt op milieuvriendelijkheid Maar naast al deze mogelijkheden waarover de fleet manager beschikt, heeft de rijstijl de grootste invloed op het brandstofverbruik en dus op de CO2-uitstoot. Door soepel te rijden en te anticiperen, kan men het meest besparen. Een aangepaste rijstijl komt immers tegelijkertijd ten goede aan het milieu en de veiligheid. In beide gevallen is het van belang om een beheerst en anticipatief rijgedrag te stimuleren. Het belangrijkste is dat de bestuurders beseffen dat alleen zij verantwoordelijk zijn voor wat ze achter het stuur doen. Want als een bestuurder zich niet voldoende bewust is van de gevolgen die zijn rijgedrag kan meebrengen, zal hij het nut er niet van inzien om dit gedrag aan te passen. De fleet manager speelt hier een doorslaggevende rol: hij moet met de gebruiker com-
Ook door de banden en de bandendruk regelmatig te controleren of het onderhoud en het verbruik op te volgen, wordt niet alleen de veiligheid van de bestuurder gemaximaliseerd maar wordt hij zich ook bewust van een rationeler en dus zuiniger gebruik van het voertuig.
Een doorgewinterd follow-upbeleid De toepassing van groen fleet management kan soms moeilijk zijn. De bevordering van een echt ‘economische’ rijstijl gaat gepaard met de followup van de uitstoot en van het brandstofverbruik, de invoering van correctieve maatregelen en soms de herziening van het wagenparkbeleid. Op
Foto : Centre de Formation de Colmar-Berg (Luxemburg)
municeren over de rijstijl en hem verantwoordelijkheidsbesef bijbrengen, wijzen op de milieu-impact, opleiden, advies geven, enz. Fleet managers mogen het nut van lessen in zuinig rijden voor hun hele wagenpark en het regelmatige onderhoud van de voertuigen niet onderschatten. Een regelmatige bijscholing is immers nuttig voor alle bestuurders, of ze nu ervaren zijn of niet. Bestuurders die aan deze opleidingen deelnemen, zijn zich meer bewust van de gevolgen van hun daden. Bovendien zal een opleiding in ecologisch rijden, die meer omvat dan alleen maar theorie, andere positieve gevolgen hebben: daling van het aantal ongevallen, naleving van de elementaire rijregels, enz.
De opleidingen vereisen een investering die pas een duidelijk rendement zal opleveren wanneer ze echt geïntegreerd worden in het beleid van de onderneming.
de markt zijn er verschillende hulpmiddelen verkrijgbaar die fleet-owners kunnen helpen om het gedrag van de bestuurders te meten en zo een rustigere rijstijl aan te moedigen. Naar het voorbeeld van de black boxes waarmee op basis van vooraf vastgelegde indicatoren het rijgedrag van de bestuurders op lange termijn geregistreerd en gemeten kan worden: analyse van het brandstofverbruik, de schade, de overtredingen, de banden en de remvoeringen. Met deze hulpmiddelen kunnen bedrijven de bestuurders bewust maken van de impact van hun rijstijl op het milieu en de verkeersveiligheid. Om het beheer via de mens te controleren, moeten de bedrijfsleiders echter maatregelen treffen op alle niveaus van de onderneming. Een goed wagenparkbeheer past
altijd in een breder kader, namelijk dat van het bedrijfsbeheer. Het zal pas een duidelijk rendement opleveren wanneer het echt geïntegreerd wordt in het beleid van de onderneming. En hoewel sommige fleet managers nog geremd zijn in hun vergroeningsbeleid, moeten ze inzien dat investeringen op dit gebied vroeg of laat een enorme productiviteitsstijging en rendementsverhoging zullen opleveren. Julie WIDART
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
nele activiteiten van het bedrijf te optimaliseren. Door een goed uitgestippelde route kan overbodige uitstoot verminderd worden. Sommige bedrijven trachten dus onnodige verplaatsingen te vermijden en stimuleren thuiswerk terwijl andere car sharing aanmoedigen. Al deze methoden hebben ongetwijfeld een rechtstreekse impact op het rijgedrag van de werknemers maar ook op de gebruikskosten en dus op het budget van het bedrijf.
15
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
TCO-besparing kan flink oplopen Veel vlootmanagers willen wel overschakelen op een ‘groen’ wagenpark, maar vrezen voor de mogelijke gevolgen daarvan op de Total Cost of Ownership. Mits een transparante aanpak en goede controle is nochtans een opvallende kostenbesparing mogelijk, en niet alleen inzake brandstof. Dat blijkt uit de visie en antwoorden van de experten Daniel Debrouwer (EuroFleet Consult) en Paul Gestels (Experts 4 Fleet).
I
n geval van een green car policy moet volgens Daniël Debrouwer met drie factoren rekening worden gehouden: keuze van de wagen (bvb. het vastleggen van een maximale CO2-uitstoot), rijgedrag (ecodriving) en het aantal gereden kilometers. In het laatste geval kan onder
Paul Gestels (Experts 4 Fleet): “een lagere CO2uitstoot gaat altijd gepaard met een hogere fiscale aftrekbaarheid, met een lager verbruik, een lagere TCO en een hoger voordeel van alle aard voor de gebruiker.”
andere worden gekeken naar alternatieve vervoermiddelen of naar het vermijden van overbodige kilometers. Ecodriving kan anderzijds het brandstofverbruik met 8 à 12% terugdringen, mits er na opleiding daadwerkelijk ook opvolging plaatsvindt.
Een lagere CO2-uitstoot gaat volgens Paul Gestels anderzijds altijd gepaard met een hogere fiscale aftrekbaarheid, met een lager verbruik, een lagere TCO en een hoger voordeel van alle aard voor de gebruiker. “Een verschil tussen 80% tot 90% (voor een groene auto) en 70% (voor een niet-groen wagenpark) fiscale aftrekbaarheid kan gemakkelijk een verschil in TCO van 30 euro per maand betekenen, een bedrag dat voor vlootbeheerders alleszins niet te versmaden valt”, aldus Paul Gestels en Daniel Debrouwer. “Vandaar dat vele merken reeds wagens aanbieden met een CO2-uitstoot onder de 116 gram, of zelfs onder de 106 gram voor kleinere voertuigen. Hierbij dient echter verwarring met commerciële voertuigen (bestelwagens) worden vermeden, daar geldt nog
steeds een 100% aftrekbaarheid. Maar uiteraard moeten bij deze bovenvermelde percentages vraagtekens worden geplaatst, gezien het feit dat we nog altijd niet over een regering beschikken. Het lijdt weinig twijfel dat een nieuwe regering gaat bezuinigen, maar de vraag is waar en hoe.“ Wat tot slot met de elektrische wagen? Paul Gestels: “Deze heeft een aftrekbaarheid van 120%, maar de specialisten zijn van mening dat die om praktische redenen niet zo snel gaat doorbreken. Het probleem ligt niet alleen bij de laadpalen en de afstand tussen die laadpalen, maar bijvoorbeeld ook bij onduidelijkheid wat betreft de batterijen. Hoe moet de restwaarde van een voertuig op de fleet markt geïnterpreteerd worden: met of zonder batterijen?” Jos STERK
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
TOT 60 EURO PER MAAND…
16
Wat kan een green car policy nu in zijn totaliteit opleveren? Het antwoord van Daniel Debrouwer en Paul Gestels is eensgezind. “Gemiddeld is een besparing mogelijk van 10% van de TCO, tenminste wanneer de vergelijking met een niet-groene wagen wordt gemaakt. Wanneer een wagen wordt vervangen die drie tot vier jaar oud is, mag er gerekend worden op een besparing van 30 gram CO2. Dat komt neer op een niet onaanzienlijke besparing van 60 euro per maand, waarvan de helft op brandstof en de andere helft op CO2-bijdrage. Hierbij dient nog rekening met de fiscale aftrekbaarheid worden gehouden.”
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Ecodriving als kostenbesparende maatregel Steeds meer vlootbeheerders laten de medewerkers van hun bedrijf een ecodrive-cursus volgen. Een andere en ‘meer groene’ manier van rijden levert inderdaad een aantal voordelen op, onder andere wat het kostenplaatje betreft. Zijn er echter ook nadelen aan verbonden? Twee ervaren fleet-owners wegen de pro’s en contra’s tegen elkaar af. PRO
CONTRA
lain Duez van Accenture ziet niets dan positieve punten bij ecodrive. Er is op de eerste plaats de brandstofbesparing, maar daarnaast leren de gebruikers van de wagens uit een vloot ook op een heel andere manier rijden. Alain Duez gebruikt in dat verband de term ‘slow driving’: “Ondanks een lager verbruik hoeft deze manier van rijden niet noodzakelijk tot tijdverlies te lijden. Belangrijk is bovendien dat de medewerkers aangeleerd wordt om op een meer relaxte manier te rijden, ze zitten met andere woorden comfortabeler achter het stuur. Zo komen er minder ongelukken voor, waardoor er ruimte ontstaat om een lagere verzekeringspremie te onderhandelen.” Alain Duez ziet eigenlijk maar één nadeel verbonden aan ecodrive en dat is de investering. “Die investering is echter relatief, want ze levert een duidelijke Return On Investment (ROI) op“. Hij kan dit met cijfers staven: “Wie de cursus ecodrive heeft gevolgd, zal aanvankelijk 14% minder brandstof verbruiken. Dat percentage daalt lichtjes in de drie weken daarna, om na zes maanden toch nog steeds 7 tot 8% te behalen. De medewerker zal dus zijn gewone manier rijden weer deels aannemen, maar mits een kleine aansporing kan hij toch weer ‘groener’ gaan rijden.”
uc Pissens van ING België gelooft dat ecodrive een goed systeem kan zijn, maar ziet een aantal praktische bezwaren. Op de eerste plaats is er de kostprijs in geval van grote vloten: “Een sessie ecodrive kost ongeveer 200 euro per bestuurder. Voor een vloot van 2.500 voertuigen dient het management van een bedrijf zodoende de goedkeuring te geven tot een toch wel significant budget.” Voor bedrijven met een klein wagenpark is Luc Pissens meer pro ecodrive. “Bij een wagenpark dat kleiner is dan 100 wagens, gebeurt de opvolging makkelijker.” Bovendien zijn volgens Luc Pissens de activiteiten van het bedrijf belangrijk. Zo moet er rekening worden gehouden of een chauffeur zijn wagen al dan niet hoofdzakelijk voor commerciële doeleinden gebruikt: “op iemand die van ’s morgens tot ’s avonds op de baan is voor zijn werk valt inderdaad te besparen. Dat is in mindere mate het geval wanneer de wagen ook voor privé-doeleinden wordt gebruikt.” Luc Pissens heeft zelf een sessie gevolgd. Die cursus zelf viel mee, maar de opvolging van de cursisten blijft een probleem: “De opvolging gebeurt meestal via pc of via sms. In geval van een groot wagenpark kan dit heel wat tijd in beslag nemen. Op een bepaald moment zal het versturen van een boodschap uitgesteld worden, waardoor de hele opvolging dreigt te verwateren. Ecodrive kan misschien mooi zijn, maar sommige praktische bezwaren zijn moeilijk te overwinnen.”
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
A
18
L
Wat is uw mening over ecodriving? Discussieer mee over de voor- en nadelen op de Fleet & Business-pagina van LinkedIn (www.linkedin.com)
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Het batterijdilemma zorgt voor onzekerheid Het aanbod hybride voertuigen breidt steeds uit en de eerste volledig elektrische wagens komen aangewaaid. Toch zijn er nog steeds vele vragen onbeantwoord. Denk bijvoorbeeld aan het batterijvraagstuk en het comfortprobleem inzake autonomie.
D
e eerste elektrische wagens verschijnen op de Belgische markt: de Citroën C-Zero, de Mitsubishi i-MiEV en de Peugeot iOn. Dit jaar zullen er nog enkele andere volgen. Deze elektrische modellen spreken aan omwille van hun milieuvriendelijke prestaties. Zelfs wanneer de productie van de nodige elektriciteit broeikasgassen veroorzaakt, meent de meerderheid van de experts dat de CO2-uitstoot zo’n 40 tot 60% minder is dan die van een klassieke benzine of diesel, omdat de groene elektriciteit die gewonnen wordt deze uitstoot volledig compenseert. Maar elektrische wagens zijn geen miraculeuze oplossing. Hun zwakke punt blijft immers het gebrek aan autonomie,
waardoor de elektrische wagen tot stadsgebruik wordt beperkt. Om de mogelijkheden van deze wagens uit te breiden, maakt men soms gebruik van de “range extender” technologie of probeert met de autonomie te vergroten door middel van een thermische motor. Deze techniek leunt nauw aan bij die van hybride wagens. Een kort overzicht.
De hybride wint terrein… De befaamde Toyota Prius heeft de baan geëffend. De eerste generatie werd in 1997 gelanceerd in Japen en de wagen werd in 2000 gecommercialiseerd in Europa. Vandaag zijn we al toe aan de 3de generatie van de Prius. Terwijl Toyota al heel lang gelooft in de kracht van
de hybride techniek kwamen de andere constructeurs maar traag tot deze conclusie. Toch staat de concurrentie te popelen. Binnenkort lanceren immers Audi (in het voorjaar), BMW, Honda, Mercedes, Porsche en Volkswagen hybride modellen. Peugeot lanceert de 3008 HYbrid 4 eveneens in het voorjaar. Dit is de eerste wagen die een dieselmotor koppelt aan een elektrische motor. Technisch gesproken kunnen we 2 types hybride onderscheiden: de semi-hybrides en de “full hybrides”. Bij het eerste type ondersteunt de elektrische motor de thermische motor, maar kan de elektrische niet autonoom functioneren. Het tweede type kan wel autonoom rijden op elektrische motor, zij het tijdelijk en
Hybride wagens boeken vooruitgang. De Toyota Prius was de pionier op dit vlak. Nu is deze wagen al toe aan zijn 3de generatie.
20
aan een lage snelheid. In dit geval stoot de wagen compleet geen vervuiling uit. De gebruikte elektriciteit wordt opgewekt door de thermische motor en door het opvangen van de energie die vrijkomt bij het remmen.
…en autonomie In vergelijking met wagens met een thermische motor leveren de « full hybride » voertuigen een winst op in verbruik van 10 tot 15%, afhankelijk van de verkeersomstandigheden. In de stad leveren zij het meeste rendement, omdat ze daar volledig elektrisch kunnen rijden. De modellen die binnenkort op de markt komen (Audi A6 en Q5 Hybrid, Infiniti M35h) beschikken bovendien over een grotere autonomie in dezelfde omstandigheden, omdat zij een lithium-ion batterij bevatten in plaats van een nikkel-methaan-hydrure batterij. Dat betekent dat wanneer de Prius in elektrische modus op dit moment slechts een afstand van 2 km kan afleggen aan maximum 50 km/u, de Audi Q5 Hybrid, beschikbaar vanaf het voorjaar, op elektrische motor een afstand van 3 km kan afleggen aan 60 km/u. Bijgevolg is de elektrische motor in staat om het voertuig autonoom een snelheid te laten halen van 100 km/u. Een tweede grote sprong voorwaarts is het aangekondigde “plug in” systeem voor hybride wagens, oplaadbaar aan het elektriciteitsnetwerk. Toyota (Prius) en Volvo (V60) hebben de lancering van
een hybride “plug in” model aangekondigd voor 2012.
De elektrische wagen in vraag gesteld
De batterijen, de kern van het probleem Het succes van elektrische wagens zal voornamelijk afhangen van de ontwikkeling van batterijen, die dringend krachtiger en goedkoper moeten worden. Op dit moment kost een lithium-ion batterij voor een elektrische wagen tussen 8.000 EUR en 15.000 EUR. “Niettemin komt het eerste economische succes voort uit het feit dat er steeds meer modellen worden ontwikkeld. Wij gaan ervan uit dat batterijen binnen 10 jaar ongeveer de helft in prijs zullen dalen,” speculeren
Het succes van de elektrische voertuigen is erg afhankelijk van de evolutie van de technologie in batterijen.
de specialisten ter zake wat betreft elektrische voertuigen bij Audi. Een ander probleem is het rendement van de batterijen. Men spreekt hierbij over energiedichtheid, wat zo veel betekent als de hoeveelheid energie die een batterij kan opslaan per massa eenheid. Dit wordt uitgedrukt in kilowatt-uur (kWh) per kilo. Lithium-ion batterijen leveren tegenwoordig een energiedichtheid van ongeveer 0,14 kWh per kg. Experts voorspellen een energiedichtheid van 2,5 kWh per kg tegen 2020. Deze waarden zijn nog ver af van wat fossiele brandstoffen opleveren: we halen ongeveer 12kWh energie uit een kg (+/- 1,33 liter) benzine!
Brandstof om stroom op te wekken Een van de oplossingen op korte termijn om de autonomie
van elektrische wagens te verhogen bestaat erin om de batterijen te herladen tijdens het rijden d.m.v. een kleine thermische motor die dienst doet als generator. Deze oplossing is verwerkt in de Chevrolet Volt en de Opel Ampera die eind 2011 op de markt zullen komen. Hun kleine 1.4 benzinemotor herlaadt de batterijen wanneer nodig waardoor de autonomie van 60 km vergroot tot 500 km. Daarbij verbruikt hij echter… benzine. Dat komt erg dicht in de buurt van het hybride principe met dat verschil dat de elektrische motor bij dit type veel krachtiger is en dat de thermische motor de wagen niet op zijn eentje kan aandrijven. Ook Audi bestudeert deze “range extender” techniek op het prototype van de A1 etron. Deze elektrische stadswagen bevat onder de koffer een kleine benzinemotor waardoor de autonomie opgedre-
ven wordt van 50 tot 250 km. Men kan zich hierbij echter wel de vraag stellen of het zin heeft om een thermische motor in te bouwen in een stadswagen, die voornamelijk bedoeld is om op elektriciteit te rijden? “Dit is vooral een psychologische kwestie. Onze studies tonen aan dat onze klanten benauwd zijn om in panne te vallen, zelfs met stadswagens die minder dan 50 km per dag afleggen,” vertelt men ons bij Audi. De mentaliteit moet dus nog wat groeien. Olivier MALOTEAUX Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
Sommigen beweren dat tegen 2020 de elektrische voertuigen amper 10% van de verkoop op wereldvlak zullen uitmaken. Dit stelt de ontwikkeling van elektrische wagens in vraag. Een eerste punt van kritiek is de hoge verkoopprijs (ongeveer 35.000 EUR voor een gemiddelde wagen), hoewel deze meerkost ruimschoots zou moeten worden gecompenseerd door een lage kost in gebruik. Een ander minpunt is de zwakke autonomie van elektrische wagens (tussen 100 en 160 km). De herlaadtijd is daarentegen erg lang (van 30 min. bij opladen op hoogspanning tot 8 uur bij opladen aan een gewoon stopcontact). En dan houden we er nog geen rekening mee dat de infrastructuur om de wagens op te laden in Europa nog niet ontwikkeld is.
21
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Randvoorwaarden elektrisch rijden niet ingevuld Alle fleetdeskundigen zijn het erover eens dat de professionele mobiliteit de komende jaren sterk zal veranderen. Een van de hoofdredenen is de ontwikkeling van multimodale en milieuvriendelijke mobiliteit. De elektrische wagen (EV) zou in deze nieuwe omgeving een belangrijke troef kunnen zijn. Autoconstructeurs, overheden en vele anderen praten al jaren over de integratie van de elektrische wagen maar we blijven op onze honger zitten. Hoe komt dat?
J
oeri Van Mierlo, Professor Vrije Universiteit Brussels: “Het is een combinatie van factoren. In de eerste plaats zijn er nog bijna geen EV’s op de markt en degene die er wel zijn, zijn erg duur in aankoop. Bovendien was er totnogtoe onvoldoende samenwerking tussen de stakeholders.” Jens-Uwe Berg, Business Development Manager bij JATO Dynamics : “Deze technologie staat nog in haar kinderschoenen en is dus te duur voor de mainstream-markt. Bovendien is ook de oplaadinfrastructuur nog heel beperkt.” Steffen Schick, Managing Director Global Services Division bij EurotaxGlass’s: “Het is duidelijk dat de TCO van elektrische voertuigen nog te hoog ligt om een breder publiek aan te spreken. Klanten zijn ook bezorgd over de potentiële beperkingen op het gebied van mobiliteit en comfort.” Peter De Troch, Head of Communications bij Bosch Benelux : “Het succes van elektrische voertuigen hangt voornamelijk samen met de prijs en de batterij is veruit het duurste onderdeel. SB LiMotive, een joint venture van Bosch en Samsung SDI, streeft tegen 2015 naar een prijs van 350 euro per kilowattuur en een batterij met een capaciteit van 35 kilowattuur. Dat komt overeen met een kostprijs van ongeveer 12.000 euro. Vandaag is dat nog 17.000 euro. Ook het rijbereik is een cruciale factor: klanten vragen een rijbereik van 200 kilometer.“ n “Elektrische voertuigen zijn op dit ogenblik niet de beste mobiliteitspartners en zullen dat ook nooit worden.” Steffen Schick: “Hij zou een uitstekende mobiliteitspartner kunnen worden voor
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
De beperkte oplaadinfrastructuur is één van de redenen waarom de elektrische wagen nog niet aan een doorbraak toe is.
23
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER pendelaars die thuis of op het werk toegang hebben tot laadfaciliteiten. Maar door hun beperkt rijbereik zijn elektrische voertuigen niet geschikt voor bestuurders die jaarlijks 30.000 kilometer of meer afleggen. En in het segment van de compacte en kleine wagens zullen ze pas voordelig worden als men meer dan 15.000 kilometer aflegt.”
Joeri Van Mierlo: “De batterij maakt elektrische voertuigen erg duur in aankoop. De gebruikskosten liggen echter 5 tot 10 keer lager dankzij het lage energieverbruik en de relatief goedkope elektriciteit. Momenteel zijn er incentives nodig om de eerste kopers te stimuleren. Zodra de productie een zekere schaal heeft bereikt, zullen de prijzen dalen.”
Joeri Van Mierlo: “Het huidige marktpotentieel voor elektrische voertuigen bedraagt 30%. Dat stemt overeen met het percentage voertuigen in de huidige vloot dat nooit meer dan 100 kilometer per dag aflegt. De nieuwe batterijtechnologie, de oplaadbare elektrische voertuigen met range-extender en de speciale infrastructuur (bv. inductie) zullen het potentieel voor deze markt in de toekomst wel uitbreiden.”
Steffen Schick: “Het spreekt voor zich dat OEM’s en derden nieuwe mobiliteitsconcepten zullen moeten aanbieden met betrekking tot de batterij, bv. kilometers verkopen of de batterij leasen. De batterijprijzen zullen op termijn dalen, waardoor de kloof met thermisch aangedreven voertuigen kleiner wordt.”
Peter De Troch: “Van de 100 miljoen nieuw geproduceerde voertuigen in 2020 verwacht Bosch dat er 3 miljoen elektrische wagens en oplaadbare hybrides zullen zijn, en 6 miljoen hybridewagens. Dat cijfer kan echter variëren naargelang de toekomstige wettelijke vereisten, de stijgende brandstofprijzen en de vooruitgang inzake batterijtechnologie. Op lange termijn zullen elektrische wagens zegevieren.” “Elektrische wagens, en in het bijzonder de batterij, zijn te duur en het zal lang duren alvorens ze economisch interessant zullen worden.” Jens-Uwe Berg: “Dat is vandaag zeker het geval maar naarmate er meer onderzoek gebeurt en naarmate het toenemende volume de hoge vaste kosten begint te compenseren, kan dat allemaal veranderen. De regeringen zullen dit echter nauwgezet in de gaten houden om de subsidies in te trekken zodra de markt aantrekt.”
n “De elektrische auto heeft geen duidelijk businessmodel en er zijn nog teveel onzekerheden omtrent de restwaarden.” Joeri Van Mierlo: “Op dit ogenblik is dat waar en tegelijk trouwens heel logisch. De restwaarden kunnen pas na enkele jaren ervaring worden geëvalueerd. Dat was ook het geval voor hybridewagens en andere nieuwe technologieën. Door elektrische voertuigen op de markt te lanceren, kunnen we ervaring opbouwen en inzicht verwerven in welke businessmodellen het grootste potentieel bieden.”
n
Steffen Schick: “Bij gebrek aan beproefde afschrijvingspatronen voor de batterij kunnen OEM’s bepaalde onzekerheden (zoals het risico inzake restwaarde) niet op de klant afschuiven als ze hun elektrische wagens willen verkopen. OEM’s moeten transparante informatie geven over de echte kosten van elektrisch rijden.” Jens-Uwe Berg: “We zien stilaan de eerste stappen om dit probleem uit de weg
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
DE INFRASTRUCTUURKWESTIE
24
Professor Joeri Van Mierlo (VUB): “We hebben een infrastructuur nodig want die kan de schrik omtrent het rijbereik wegnemen en de marktintroductie van elektrische voertuigen stimuleren. De komende 10 tot 20 jaar zal die infrastructuur worden uitgebouwd naarmate meer elektrische wagens worden geïntroduceerd. In België heeft 70% van de gezinnen een eigen parkeerplaats aan hun woning, waardoor de behoefte aan een openbare laadinfrastructuur minder nijpend is.”
te ruimen. Het verdelen van de eigendom over twee partijen (voertuig en batterij) biedt heel wat voordelen maar roept ook enkele vragen op. Om die te beantwoorden moeten de OEM’s en leasingmaatschappijen samenwerken.” n “Een elektrische wagen is alleen interessant voor bepaalde vaste ritten of echte stadsmobiliteit en wanneer ze met andere transportmodi worden gecombineerd.” Steffen Schick: “Vandaag de dag zijn EV’s vooral geschikt voor het stadsverkeer en moeten elektrische voertuigen worden aangevuld met andere transportmodi. Dat zal alleen veranderen wanneer de batterijtechnologie een aanzienlijk groter rijbereik tegen een lagere kostprijs kan bieden.“ Jens-Uwe Berg: “Pas wanneer de batterijcapaciteit en het comfort omhoog gaan, zal het mobiliteitsgebruik veranderen. Zolang dat niet gebeurt, werken bepaalde constructeurs aan leasingprogramma’s met formules om andere transportoplossingen te huren om zo een geïntegreerde mobiliteitsoplossing aan te bieden.” Joeri Van Mierlo: “Het woord ‘alleen’ in de vraag is misplaatst. Er zijn heel wat toepassingen waarin een elektrisch voertuig kan worden gebruikt. De huidige elektrische modellen hebben doorgaans een rijbereik van 100 tot 150 km, maar sommige wagens, zoals de Tesla, halen meer dan 300 kilometer, wat hem al een stuk veelzijdiger maakt. Voor fleettoepassingen met vaste ritten is het perfect na te gaan of een EV aan de eisen beantwoordt.” Peter De Troch: “In de toekomst zal de keuze van de aandrijving afhangen van de persoonlijke mobiliteitsbehoeften van de bestuurder. Het potentieel van elektrische voertuigen komt bovenal tot zijn recht in megalopolen, die wereldwijd snel groeien. Elektrische voertuigen kunnen ook bijdragen tot een betere luchtkwaliteit. En als ze worden aangedreven door elektriciteit van hernieuwbare energiebronnen kunnen ze een aanzienlijke rol spelen in de daling van de CO2-emissies.” Steven SCHOEFS
Jens-Uwe Berg (JATO Dynamics): “Als de EU een gezamenlijke inspanning levert en er partnerschappen tussen de overheid en de privésector worden afgesloten kan het infrastructuurprobleem binnen de vijf jaar van de baan zijn. Maar als er niets gebeurt, kan die termijn sterk oplopen.
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
De elektrische wagen wil geruisloos door de testfase De elektrische wagen komt eraan. Maar de doorbraak komt erg traag op gang. De aanbieders van (snel)laadpunten wachten tot er voldoende wagens in omloop zijn en mogelijke gebruikers ervan laten zich afschrikken door het beperkte aanbod aan (snelle) laadinfrastructuur. Toch lopen er al diverse proef- en pilootprojecten.
N
issan Belgium is al meer dan 3 maanden een Nissan Leaf aan het testen. "Een tiental van onze personeelsleden rijdt er om beurten mee," vertelt Fleet Manager Guy Van Gaever. "De batterij heeft een autonomie van zowat 175 kilometer. Meer dan 80% van de automobilisten moet zelden of nooit langere ritten afleggen. Dit betekent dat je probleemloos de meeste binnenlandse verplaatsingen kan maken met een elektrische wagen." Met een klassieke wagen kan je in de problemen geraken wanneer je met een bijna lege tank langdurig in een file staat of je stapvoets door een stadscentrum moet wurmen. "Met elektrische wagens bestaat dit probleem niet. Wanneer je stilstaat verbruik je bijna geen energie, tijdens het remmen recupereer je zelfs wat. Je ver-
bruikt zoals met een wagen op benzine of diesel wel meer energie wanneer je sneller dan 120 kilometer per uur rijdt." De Nissan Leaf is uitgerust met uitgebreide telematica, zodat de gebruiker altijd nauwkeurig op de hoogte blijft van de batterijstand. "Het navigatiesysteem waarschuwt je wanneer er nog maar voldoende energie overblijft voor 20 kilometer. De bediening op het stuur omvat niet alleen gebruikelijke elementen zoals cruise control en radiobesturing, maar ook een extra knop om het navigatiescherm op te roepen, dat dan met een cirkel de autonomie weergeeft."
Geschikt als poolwagen Aan een gewoon stopcontact vergt het 6 tot 8 uur om de batterij volledig te heropladen. Geen probleem als je 's
avonds thuiskomt of 's morgens je werkstek bereikt om daar heel de werkdag te blijven. Maar daarbuiten? "De Nissan Leaf staat in draadloos contact met Car Wings, dat de meest actuele informatie over laadpunten bevat en die naar het navigatiescherm stuurt." Van Gaever ziet de elektrische wagen niet alleen als een geschikte keuze voor doorsnee pendelverkeer, maar ook als pool- en shuttlewagen, die zich verplaatst tussen steeds dezelfde vaste punten of tussen diverse vestigingen van dezelfde onderneming. "Bij het ontwerpen van deze wagen wensten we geen compromis te maken op het vlak van comfort en veiligheid," motiveert Van Gaever de keuzes. "Geen stress over de resterende kilometers is een deel van dat comfort. Net
zoals de kofferruimte van 330 liter en zitruimte voor vijf volwassenen." De testgebruikers toonden zich al erg tevreden over de baanvastheid van de wagen. "De centrale inplanting van de batterij, onder de passagiersruimte, met als gevolg een laag zwaartepunt, en de hoge stijfheid van het koetswerk spelen daarin zeker mee." De marktprijs van de Nissan Leaf, batterij inbegrepen, bedraagt ongeveer 31.400 euro (excl. BTW). "Standaard is de Nissan Leaf uitgerust met onder meer cruise control, achteruitrijdcamera en het specifieke navigatiesysteem."
Gedragsverandering Essent-ieel Elektriciteitsleverancier Essent bekijkt de tests vanuit een ander oogpunt.
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
Essent heeft in haar vloot een elektrische VW Golf Variant opgenomen. Meteen de allereerste elektrische gezinswagen in BelgiĂŤ.
27
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
“Momenteel is de Nissan Leaf bij uitstek geschikt als pool- en shuttlewagen”, klinkt het bij Nissan Belgium.
28
"Bij ons ligt de nadruk op het aanpassen van de mensen aan de nieuwe mobiliteit," legt directeur Carlos van Nunen uit. De 120 medewerkers van Essent België rijden al sinds oktober om beurten met een elektrische Volkswagen Golf Variant (200 PK), voornamelijk van en naar het werk. Met een volledig opgeladen batterij bedraagt de actieradius van deze VW wel 200 kilometer. "Het gaat om de allereerste elektrische gezinswagen in België," onderstreept hij. "We weten dit met zekerheid, omdat we samen met Athlon nogal wat administratieve problemen moesten overwinnen bij het invoeren ervan!" Essent leaset dit voertuig van Athlon Car Lease. Essent wil met deze proefritten een aantal vooroordelen uit de wereld halen, zoals de beperkte actieradius en het rijcomfort of het ongeïnspireerde ontwerp. Het is de bedoeling om later ook elektriciteitsklanten de kans te geven de wagen uit
te proberen. Hoe dit concreet zal gebeuren ligt nog niet vast. Op het vlak van marketing kan Essent zo twee vliegen in één klap slaan: het versterkt zijn imago als leverancier van duurzame energie en laat voelen dat het dicht bij zijn klanten staat. Gemiddeld gebruiken elke week ongeveer 2 andere Essentmedewerkers de testwagen. Hun positieve feedback betrof ook de zalige stilte en het onverwacht krachtige optrekvermogen. Athlon Car Lease heeft internationaal 300 elektrische wagens in het autopark of in bestelling. De VW Golf Variant is een speciaal voor Essent omgebouwde wagen, met consequenties voor de kostprijs. Voor een kleine stadswagen van het Italiaanse merk Tazzari bedraagt de maandelijkse leaseprijs 600 euro. Volgens sommige deskundigen vermindert herhaaldelijk snelladen de opslagkwaliteit van een batterij. De meningen zijn niet unaniem. Veel hangt af
van het tijdig ontkoppelen van batterij en laadpunt, maar ook van het precieze type batterij en van de omgevingstemperatuur. Snelladen – op het middenspanningsnet – kan op 30 minuten gebeuren, traag laden – op het laagspanningsnet, dus eender waar – vergt uren. "Onze praktijkervaring wees uit dat dit met onze VW 6 tot 8 uur duurt," aldus Carlos van Nunen. "Maar we richten onze blik niet op de uitbouw van een snellaadnet, wel naar een aangepaste oplaadroutine vanwege de bestuurders, zoals ze dat ook met bijvoorbeeld hun gsm-batterij doen."
Parkeren duurder dan tanken De energieprijs pleit nu sterk in het voordeel van elektrische wagens. Vadertje Staat heft (nog) geen torenhoge accijnzen op elektriciteit, wel op fossiele brandstoffen. Maar blijft dat zo? Nu is er ook een aanzienlijk verschil in fiscale aanpak van diesel voor verwar-
ming van bijvoorbeeld serres en diesel voor voertuigen. Momenteel is de elektriciteit nodig voor de aandrijving van elektrische wagens zo beperkt dat pilootprojecten het zich kunnen permitteren de elektriciteit bijna gratis of zelfs helemaal gratis aan te bieden. Bij Total kost een snellaadbeurt 4 euro. Blue Corner werkt met betaalpasjes van 150 euro per jaar, ongeacht het aantal oplaadbeurten. Winst genereren kan op een andere, indirecte manier. De stad Hasselt heeft 4 oplaadpalen voor elektrische wagens geplaatst, die je met een gsm kan activeren. De gebruikers van elektrische wagens moeten tijdens de proefperiode nog geen factuur verwachten (omdat tijdens deze periode de geleverde elektriciteit gratis is). gratis. Ze betalen, wanneer ze overdag tanken, wel voor het parkeren tijdens de oplaadbeurt, 1 euro per uur. De oplaadplaatsen hebben een eigen groene inkleuring van het parkeervak met logo en een eigen verkeersbord dat duidelijk aangeeft dat het gaat om een parkeerplaats die exclusief bestemd is voor het opladen van elektrische auto’s. De laadpunten bevinden zich stuk voor stuk op stedelijke betaalparkings. Geparkeerde wagens die niet aan het opladen zijn worden beboet. Koen MORTELMANS
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Geen gram CO2 te veel De vergroening van de klantenvloten van leasemaatschappijen zet zich onverminderd door. Vaak is het echter niet altijd even gemakkelijk om te bepalen in welke mate die vergroening al daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. We stelden daarom vijf vragen aan vijf specialisten ter zake. Die specialisten zijn Stéphane Verwilghen (Arval), Pieter Goossens (Athlon Car Lease), Ilse Vercammen (KBC Autolease), Gerry Van Aken (LeasePlan) en Guy Hannosette (Vancia Rent).
lag dan in het jaar voordien. Aangezien deze wagens gemiddeld tussen de 30 en 35.000 km zullen afleggen, kan je volgens Team Leader Marcom & Innovation Pieter Goossens bij Athlon zelf al snel uitrekenen hoeveel CO2 er bespaard zal worden. Het Cleaner Cars Contract target van 120 g op de wagens van 2012 blijft dus zeker haalbaar (zie kader). Wat zijn voor uw leasingbedrijf de drie belangrijkste redenen om de vloot te vergroenen? Ilse Vercammen, directeur Sales van KBC Autolease geeft als eerste reden een bijdrage te willen leveren aan een meer ecologisch verantwoorde mobiliteit. "Als leasemaatschappij is KBC
2.
Autolease goed geplaatst om deze groene evolutie te ondersteunen. Naast het vergroenen van de vloot als bijdrage aan het milieu is er ook het kostenplaatje dat speelt, gezien de fiscale maatregelen in dit kader. Wil een bedrijf zijn fiscaliteit onder controle houden, dan dringt het vergroenen van de vloot zich eveneens op en kan een leasemaatschappij het nodige advies hieromtrent verlenen. Milieubewustzijn, duurzaamheid, enzovoorts zijn evoluties die een bedrijf als KBC Autolease in zijn geheel beïnvloeden en waar op moet worden ingespeeld om zich van een plaats op de markt te verzekeren." Het eerste element dat voor de klanten van Arval een belangrijke rol speelt is de vernieuwde autofiscaliteit. Daarnaast groeit het bewustzijn rond maatschappelijk verantwoord ondernemen zowel bij de bedrijven en als bij de bestuurders. Meer en meer bedrijven leggen zichzelf CO2-doelstellingen op voor hun vloot. Een vergroening van de vloot komt tenslotte ook het imago van het
Het milieubewuste gedrag van de vlootbeheerder doet ook de vloot van de leasemaatschappijen vergroenen. Maar het zou volgens de leasemaatschappijen nog beter kunnen, bijvoorbeeld als Europa de autofiscaliteit in één duidelijke taal zou uitspreken.
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
1.
In welke mate is de CO2-uitstoot van uw klantenvloten gedaald? Volgens Gerry Van Aken, Business Development Manager bij LeasePlan, is er een duidelijke trend in de markt waarneembaar. Bedrijven kiezen massaal voor bedrijfswagens met een lage CO2-uitstoot: 5,65% van de nieuwe leasewagens (dieselvoertuigen) die LeasePlan in de eerste helft van 2010 leverde, had een CO2-uitstoot tussen de 106 en 115gr/km. 6,5% kiest zelfs voor een model in de milieuvriendelijkste klasse (tot 105 gr CO2-uitstoot). Dit gaat voornamelijk ten koste van de meest vervuilende categorieën (171 gr en meer) die slechts 5% van het totaal meer uitmaken in plaats van 12% in het eerste semester van 2009. Ook het aandeel wagens in het segment 146 tot 170 gr daalt met 10% en is nu goed 24%. Ook de andere maatschappijen bevestigen deze trend. De wagens die Athlon Car Lease in 2010 op de baan heeft gezet, hadden gemiddeld een uitstoot die 12 g/km lager
31
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER bedrijf ten goede, aldus Stéphane Verwilghen, Managing Director van Arval. Wat zijn de drie belangrijkste redenen waarom chauffeurs van leasewagens hebben gekozen voor een milieuvriendelijke wagen? In de eerste plaats merkt Pieter Goossens van Athlon Carlease op dat de gewijzigde fiscaliteit alle neuzen in dezelfde richting heeft gezet. "Zowel werkgever als werknemer hebben nu baat bij een voertuig met lage CO2-uitstoot." Verder stel je volgens Goossens vast dat vooral de jongere generatie steeds gevoeliger is voor een groenere keuze. Ten derde laat de technologie ook meer toe op het vlak van vergroening. We mogen volgens hem niet uit het oog verliezen dat de constructeurs de laatste jaren enorme inspanningen hebben geleverd. Hierdoor zijn er wagens beschikbaar die aan alle eisen van een moderne chauffeur voldoen en toch een stuk minder uitstoten dan pakweg 5 jaar geleden. Gezien de aanpassing van de berekening van het voordeel
3.
van alle aard kiezen bestuurders zodoende voor milieuvriendelijke wagens. "Vele bedrijven zijn reeds sinds geruime tijd hun vervuilende wagens aan het vervangen door propere wagens waardoor de impact op bestuurders beperkt blijft", zo vult Gerry Van Aken van LeasePlan de uitspraken van Goossens aan. Inderdaad zijn er ook meer en meer bestuurders die bewust voor het milieu kiezen en zo ook bewust voor een milieuvriendelijke wagen opteren. Zij zijn vaak vragende partij om hybride wagens op te nemen in de car policy. Meer en meer bedrijven zetten volgens Ilse Vercammen van KBC Autolease ook beperkingen qua CO2-uitstoot in hun wagenparkreglement en ook vanuit die hoek wordt de keuze naar ‘groener’ zodoende beïnvloed. Wat is het volgende initiatief dat uw leasingbedrijf zal nemen om de vloot te vergroenen? Recent heeft Arval de eerste Citroën C-Zero, de eerste elektrische wagen uit serie-productie, op de Belgische markt
4.
Athlon Car Lease is één van de leasemaatschappijen die het Cleaner Car Contracts-programma ondertekende.
CLEANER CAR CONTRACTS Vorig jaar hebben 6 Europese milieuorganisaties (waaronder Bond Beter Leefmilieu) het Cleaner Car Contracts-programma in het leven geroepen. Doel is om Europa’s grootste leasemaatschappijen, verhuurbedrijven en vlooteigenaars te mobiliseren om aan te zetten tot de aankoop van CO2-vriendelijke modellen. Wie het contract ondertekent, verbindt er zich toe om tegen 2012 de gemiddelde uitstoot van hun nieuw aangekochte wagenvloot terug te brengen tot maximaal 130gr CO2/km (silver fleet members) of maximaal 120gr CO2/km (gold fleet members). In België zijn leasemaatschappijen Athlon Car Lease, Dexia Autolease, ING Car Lease en KBC Autolease vorig jaar al ingestapt in het Cleaner Car Contracts-programma, net als korte termijnverhuurders Avis en Dockx.
32
ingeschreven. Deze wagen heeft het bedrijf geïntegreerd in zijn personeelsvloot, zo merkt Stéphane Verwilghen op. "De komende weken en maanden zullen er uitgebreide testen worden uitgevoerd om ervaring op te bouwen met deze wagen. Ook de klanten krijgen de kans hem te testen en natuurlijk houdt Arval hen op de hoogte van de ervaringen opgedaan met het gebruik van de elektrische auto. Op basis hiervan zal Arval de klanten beter kunnen adviseren wanneer en voor welke specifieke doeleinden ze de elektrische wagen kunnen inzetten." Ook Vancia Rent wil volgens Commercieel Directeur Guy Hannosette de klant meer en beter begeleiden in de keuze van zijn bedrijfswagens door bijvoorbeeld in iedere offerte duidelijk de impact van de CO2-uitstoot en –bijdrage op te geven in de maandelijkse huurprijs.
Komt er voldoende steun van Europa en van de nationale regering om het vergroenen van de vloot te bevorderen? Voor de particulieren wel, zo merkt Guy Hannosette van Vancia Rent op. Hij verwijst daarbij naar de supplementaire korting van 15% voor wagens met een lage CO2-uitstoot. Anderzijds is er veel te weinig steun voor de bedrijven, die nochtans sneller een CO2-downsizing kunnen realiseren. Hier ligt volgens Hannosette een mooie opportuniteit voor de regering, daar de leasingsector zeer snel kan reageren op positieve maatregelen en zo hun wagenpark CO2-vriendelijk maken. De maatregelen van de verschillende overheden hebben volgens Pieter Goossens van Athlon Car Lease ongetwijfeld de nodige impact op de vlootsamenstelling. "Wat je de overheden wel nog kan verwijten, is de gespreide slagorde waarin dit gebeurt. Voor internationaal opererende bedrijven is het heel moeilijk om eenheid in hun car policy te brengen met al die verschillende regeltjes. Verder missen we vanuit Europa absoluut een standaardisatie op het vlak van elektrische voertuigen."
5.
Jos STERK
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Groene tools in opmars Anno 2011 heeft de fleet-owner meer 'groene tools' voorhanden dan pakweg enkele jaren geleden. De stelling heeft veel weg van de spreekwoordelijke open deur die wordt ingetrapt. Groen is al een hele tijd een steeds groeiend aandachtspunt. Tal van leveranciers passen bestaande tools aan volgens de ecologische behoeften van de klant, anderen creëren specifieke hulpmiddelen om de ecologische vlootafdruk weer te geven en bij te sturen. Een overzicht.
T
ools, ze doen hun naam alle eer aan. Instrumenten, al dan niet online, zijn het. Methodes om het vlootbeleid performanter, en dus ook groener, te maken. Om die reden zal het niemand verbazen dat het vaak bestaande systemen zijn die van extra mogelijkheden voorzien worden. Het lijkt zelfs
de regel te zijn, terwijl pure groene tools die enkel voor dit doel gecreëerd werden de uitzondering uitmaken.
Géén aparte tool? "Géén aparte tool, maar de integratie van 'green fleet requirements' en functionaliteit binnen ons Miles pakket", legt Jan Bouckaert, Business
Development bij SOFICO uit. "Concreet: afhankelijk van het land en de geldende gebruiken, fiscaliteit of regelgeving worden deze parameters geïmplementeerd. Binnen de offertemodule van Miles kan bijvoorbeeld rekening gehouden worden met de CO2-uitstoot van een wagen. Dit laat de vlootbeheerder toe
de fiscale invloed van het CO2-verbruik in te schatten en mee in te calculeren: budgetcalculatie rekening houdend met de solidariteitsbijdrage van de werkgever en aftrekbaarheid van de autokosten. Zo wordt een concrete prijssturing op basis van verbruik en CO2 mogelijk. Ook de vertaling van car
Vaak passen fleetleveranciers hun bestaande tools aan om de vlootverantwoordelijke te helpen bij een vergroening van het beleid.
34
policy regels naar wagenkeuze kan daar rekening mee houden. Via MilesWeb heeft de vlootbeheerder toegang tot deze rapporten via een dashboard. Hierdoor krijgt hij op een handige manier een gedegen overzicht, wat hem toestaat strategisch te plannen en naar de toekomst toe de vloot in een groene richting bij te sturen." Een ander voorbeeld van hoe het groene een plaats in bestaande systemen verwerft, vinden we bij Arval. "Via 'My Arval' verkrijgt een fleet-owner alle relevante informatie, ook deze die specifiek CO2-gerelateerd is", legt Stéphane Verwilghen, Managing Director van Arval uit. "Dankzij periodieke overzichten kan een fleet-owner bepalen op welke manier hij zijn vloot groener kan maken. Belangrijk hierbij is dat we volgens het principe van 'management by exception' werken: we brengen de gegevens die van de norm afwijken in kaart.” “Ons 'Dexia Green fleet' programma werkt op verschillende vlakken", legt Vincent Beckers, Gedelegeerd Bestuurder van Dexia Auto Lease, uit. "Cumulatief staan wij de klant bij in de optimalisatie van zijn vlootbeheer, een ecologische analyse van zijn vloot en hulp bij het bewustmaken van de bestuurders. Een belangrijk onderdeel van deze dienstverlening is een specifieke tool die het mogelijk maakt op een optimale manier voertuigen te kiezen aan de hand van hun ecologische impact. Dankzij deze tool beschikt een vlootverantwoordelijke over hét instrument op goed geïnformeerde manier gestalte te geven aan zijn groen beleid."
Blik op toekomst "De meeste rapporteringstools beperken zich tot het verschaffen van een overzicht van de huidige toestand",
klinkt het bij KBC Autolease. "Met onze Fleet Performance Indicator, kortweg FPI, gaan we een stap verder. Wij helpen onze klant om de TCO in de toekomst uit te drukken. Dit gebeurt via een simulatie op basis van actuele gegevens van de eigen vloot die onze mensen tijdens het klantenbezoek uitvoert. Het is geweten, in een modern vlootbeheer speelt de groene trend een belangrijke rol. Niet enkel uit ecologische overwegingen, maar ook omwille van de fiscale en financiële gevolgen. De becijferingen met variabelen als onder meer het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en looptijden tonen glashelder aan welke aanzienlijke TCO-besparingen in de toekomst gerealiseerd kunnen worden. Een praktische illustratie van het voorgaande: FPI biedt de klant onder meer duidelijk inzicht of wagens die bijna einde contract zijn kostentechnisch beter worden verlengd of worden vervangen door ‘groenere’ wagens." Men kan de focus van bepaalde tools niet los zien van de uiteenlopende experimenten die inzake mobiliteit op touw worden gezet. "Vorig jaar lanceerde Athlon een nieuw product ACT, wat staat voor Applied Change in Thinking, en onze klanten in staat stelt te experimenteren met de flexibiliteit van hun vloot", legt Pieter Goossens, Team Leader MarCom & Innovation bij Athlon Car Lease, uit. "De bestuurders van onze klanten krijgen voertuigen ter beschikking gesteld op de parking van de klant die beter geschikt zijn voor hun dagdagelijkse verplaatsingen. Kleine en zuinige wagens die perfect zijn voor klantenbezoeken, vergaderingen in een stad of simpel woon-werkverkeer. De ambitie op termijn is om de situatie om te keren. Hierbij krijgt een personeelslid een zuinige wagen maar kan hij voor de uitzonderlijke verplaatsingen waarvoor dit
Johan Serrien (Fleet Solutions): “Vandaag staat niet langer het voertuig maar de persoon centraal in het mobiliteitsdebat."
Pieters Goossens (Athlon Car Lease): “Dankzij ons nieuw product ACT, stellen we de klant in staat te experimenteren met de flexibiliteit van zijn vloot.”
Bart de Hoog (Dragintra): “De TCO is meestal een theoretisch iets gegeven. Onze UPI (Users Performance Indicator) die zelfs verder gaat dan de RCU (Real Cost of Use) brengt daar verandering in."
35
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER nodig is steeds terugvallen op een grote veelzijdige wagen die aangeleverd wordt door de klant of door onze eigen Athlon Car Lease Rental Services."
IT & Fleet partnerschap In sommige gevallen ontstaan tools dankzij de samenwerking van meerdere
partners. MoMaS (Mobility Management System) bijvoorbeeld, wat de vrucht is van een samenwerking tussen Fleet Solutions en Capgemini. "Vandaag staat niet langer het voertuig maar de persoon centraal in het mobiliteitsdebat", legt Johan Serrien, General Manager van Fleet Solutions, uit. "Bedrijven bieden hun werknemers tal van
OVERZICHTSTABEL Bedrijf Athlon Car Lease Arval KBC Autolease LeasePlan Dexia Auto Lease DirectLease Dragintra Fleet Solutions Gloriant ING Car Lease JATO RDC Belgium Shell SOFICO TCO Plus
Technofleet Velox Consult
Tool Applied Change in Thinking (ACT!) My Arval Fleet Performance Indicator Fleet Balance Dexia Green Fleet DirectSearch Fleet Pack (UPI) MoMaS XPOFleet Fleetmanagement Fleet Agent TCO Tool ROB-platform Shell Card Online / Shell Fleet Optimiser Miles Pakket Vehicle Selection Tool / Mobileye / Vehicle Monitoring /Driver Behaviour Monitoring Technofleet Software XPO Fleet
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
Deze lijst is niet exhaustief maar gebaseerd op een rondvraag van de redactie bij de fleetleveranciers in België.
36
instrumenten aan waarmee ze in hun mobiliteitsbehoefte kunnen voldoen: bedrijfsvoertuigen, openbaar vervoer, thuiswerk... MoMaS integreert al deze behoeften. Gegevens worden ingevoerd, waarna ze aan technische- en logische controles onderworpen worden. De vele mogelijkheden op het vlak van reporting verschaffen een merkelijke meer-
waarde voor de initiatieven een vloot een groenere stempel te verschaffen." Michaël VANDAMME
DE COLLEGA ALS MAATSTAF "Het gedrag van een bestuurder beïnvloedt in grote mate de kost van het gebruik van een bedrijfswagen", legt Paul Verkinderen, Business Development Manager, van Dragintra uit. "Om net dit gedrag te meten en te vergelijken ten opzichte van andere werknemers, hebben wij de Users Performance Indicator, ofte UPI, ontwikkeld. Waar gaat het in essentie om? UPI gaat verder dan de TCO (total cost of ownership) en RCU (real cost of use). TCO is een modewoord, maar meestal blijft het een theoretische benadering van de werkelijkheid. De volgende stap is dan de RCU, waarbij naar de echte kosten van het verbruik gekeken wordt. De UPI dan. Aan de hand van 7 dashboards zal elke bestuurder een score krijgen die getoetst zal worden aan de gemiddelde score van het bedrijf. Deze score geeft niet enkel de werkelijk gekende en meetbare kosten weer, maar gaat dieper in op het gedrag van de bestuurder. Er wordt rekening gehouden, binnen een vooraf bepaalde tijdsperiode, met het aantal boetes - type en bedrag, het aantal foute ingaves van kilometerstanden, het aantal ongevallen, gereden privé kilometers t.o.v. de professionele kilometers, maar ook de werkelijke CO2-uitstoot vergeleken met de theoretische CO2-uitstoot en de afwijking van het brandstofverbruik worden uiteraard ook in de UPI opgenomen. En dit brengt ons tot de kern van het groene verhaal. Wil men de TCO naar omlaag halen? De vloot vergroenen? De UPI is hiervoor de sleutel. Al de informatie die nodig is om de UPI te berekenen is beschikbaar vanuit Fleet Pack, de web based tool die Dragintra gebruikt om de vloot te beheren. De UPI indicator is volledig geïntegreerd in Fleet Pack. De makkelijke en snelle analyse van het brandstofverbruik en CO2 afwijking zijn een evident voordeel. Anderzijds kan UPI de vlootverantwoordelijke tot 50% van zijn tijd besparen, en dat creëert dan weer ruimte voor een uitstippelen van een strategisch vlootbeheer."
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Constructeurs focussen op bestuurder Steeds zuiverdere motorversies produceren, dat blijft de grote uitdaging voor elke autoconstructeur. En om dit tot in de puntjes te doen, stellen sommigen onder hen acties voor aan hun klanten om ook hun steentje bij te dragen zodat de lucht die we met zijn allen inademen zo weinig mogelijk wordt vervuild.
D
eze raadgevingen voor een beter milieu en een betere mobiliteit worden gebundeld onder de naam “groene tools”. Door een blik te werpen op de merken die op de markt aanwezig zijn, konden we er 10 opmerken die op de ene of andere manier een dergelijke dienst aanbieden aan hun klanten.
BMW BMW biedt met de Efficient Dynamics Driver Training voor professionelen de mogelijkheid om een betere rijhouding te ontwikkelen, een meer zelfzeker en zuiniger rijgedrag door in elke situatie gepast te reageren. De stage van 1 dag bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een slipcursus en het tweede deel is gericht op zuinig rij-
den. Al worden wagens tegenwoordig al erg zuinig gebouwd, de chauffeur kan door aangepast rijgedrag het verbruik nog tot 20% doen dalen.
Mazda
Net zoals BMW en Mazda biedt Mercedes, in functie van de vloot of in overleg met de fleet managers, Safe Driving opleidingen aan.
diend, kan elke gebruiker zijn transportmiddel inwisselen. Op dit moment kan men in Antwerpen, Brussel Meiser en Ukkel wanneer men dan wenst de wagen inruilen voor een fiets of bromfiets om zich zo door de stad te verplaatsen. Maar daar houdt het niet op: als men een bestelwagen nodig heeft om iets te vervoeren, dan kan men eveneens een dergelijk gewenst voertuig bekomen via “Mu by Peugeot”.
Opel
Renault
Opel biedt aan elke klant van een nieuw voertuig van hun merk een dagopleiding Ecodriving aan.
Voor klanten jonger dan 27 organiseert Renault een dag ecodriving. Bovendien biedt Renault in samenwerking met “Villo” aan alle klanten de optie aan om gratis een fiets te lenen. Dit aanbod geldt tot nu toe bij enkele concessiehouders, bv. Renault Brussel.
Mazda werkt samen met de Jesco Auto Training School. De aangeboden cursussen behandelen dezelfde onderwerpen als degene die BMW aan haar klanten aanbiedt.
Fiat De eco:Drive van Fiat werd gepersonaliseerd. Op de site kunt u dit programma op uw USB-stick downloaden. Daarna plaatst u de stick in de USB-lezer in uw voertuig. Op het einde van de dag kunt u de USB-stick gewoon in uw pc inpluggen die de verzamelde gegevens verwerkt en analyseert. Daarna krijgt u een reeks raadgevingen om uw rijstijl te verbeteren en om zuiniger te rijden. Door dit elke dag te doen kunt u nagaan of u daadwerkelijk beter scoort op termijn.
Mercedes-Benz
Peugeot Bij Peugeot ziet het aanbod er anders uit. Na op voorhand een aanvraag te hebben inge-
Skoda Op vraag van elke klant of bedrijf organiseert Skoda « eco »-rijcursussen.
Suzuki Bij levering van een nieuwe wagen biedt Suzuki de koper een DVD aan van de hand van Rodolphe Koentjens en waarop een aantal rijtips staan.
Volvo Op maat gemaakt, op aanvraag en volgens een vast tarief organiseert Volvo rijcursussen voor defensief rijgedrag gepaard aan ecodriving. Charles DEMOULIN
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
De eco:Drive-tool van Fiat is een systeem dat informatie opslaat over de efficiëntie van de wagen en de individuele rijstijl. Via een usb-stick kan de bestuurder de gegevens inlezen op een computer.
39
DOSSIER EEN GROEN VLOOTBEHEER
Uw groene wagen van de toe De autobouwers blijven in sneltempo het ene milieuvriendelijke model na het andere lanceren. Hieronder vindt u een overzicht van de “groene” aanbiedingen op de fleet markt voor de komende twee jaar. Andere nieuwigheden zullen de komende maanden aan deze lijst kunnen worden toegevoegd omdat veel constructeurs hun toekomstprojecten graag geheim houden tot het laatste moment. 2011 Audi Verwacht in de loop van 2011 of begin 2012 n Full Hybrid : op de Q5, A6 en A8
BMW Verwacht in de loop van 2011 Full Hybrid : 5-Reeks ActiveHybrid
Honda
Mitsubishi
Reeds verkrijgbaar n Mild Hybrid : Jazz Hybrid, Insight, CR-Z
Reeds verkrijgbaar n Full elektrisch : i-Miev
Infiniti Verwacht in het voorjaar n Full Hybrid : berline M35h
n
Chevrolet Verwacht eind 2011 Full elektrisch met range extender : Volt
n
Citroën Verwacht in de loop van 2011 Full Hybrid : DS5 Diesel Hybrid4
Lexus Reeds verkrijgbaar n Full Hybrid : CT-200h, GS450h, LS600h, RX450h
Mercedes Reeds verkrijgbaar n Mild Hybrid : S400h
n
Ford Verwacht in de loop van 2011 Full elektrisch : Transit Connect BEV
Verwacht in de loop van 2011 n Full Hybrid : E 300 BlueTEC Hybrid Diesel (eind 2011)
Nissan Verwacht in het 2de semester van 2011 n Full elektrisch : Leaf
Opel Verwacht eind 2011, begin 2012 n Full elektrisch met range extender : Ampera
Peugeot Reeds verkrijgbaar n Full elektrisch : stadswagen iOn Verwacht in de loop van 2011 n Full Hybrid : 3008 Diesel HYbrid4 (zomer 2011)
n
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
BMW 5-Reeks ActiveHybrid
40
Audi Q5 Hybrid
komst
Porsche
Fiat
Reeds verkrijgbaar n Full Hybrid : Cayenne S Hybrid
n
Fiat 500 hybride benzine/elektriciteit
Ford Verwacht in de loop van 2011 n Full Hybrid : Panamera
Toyota
n
Eind 2012- begin 2013 : hybride en hybride plug-in versies van de C-Max en een full elektrische Focus
Reeds verkrijgbaar Full Hybrid : Prius en Auris HSD
Lexus
n
n
Volkswagen
Peugeot
Reeds verkrijgbaar n Full Hybrid : Touareg
n
Nieuw hybride model
Toyota n Prius hybride Plug-in en 2 andere nieuwe hybride modellen
Volkswagen n
Jetta, Golf & Passat Hybrid (eind 2012, begin 2013)
Volvo n
V60 Plug-in Hybrid
508 HYbrid4
Renault Full elektrisch : Twizy, Fluence ZE, Kangoo Express ZE, Zoe
BMW
Smart
Nieuwe 3-Reeks hybride n Stadswagen 'Full elektrisch'
n
n
Smart fortwo EV
Renault ZOE
Lexus CT-200h
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
n
2012
41
Alle fle etactua liteit vindt u www.f leet-bu op siness .com
FLEET ECHO’S
FLEET PEOPLE Ilse Vercammen is de nieuwe directeur Sales bij KBC Autolease. Zij volgt in die functie Bert Wauters op, die wordt benoemd tot Head of Sales bij KBC Commercial Finance. Ilse Vercammen is al sinds 1996 verbonden aan de KBC-groep.
Randstad Belgium vergroent zijn vloot Op 18 februari heeft bij concessiehouder Pashuysen in Aarschot een sleuteloverhandiging plaatsgevonden van 12 Renaults Clio aan human resources dienstverlener Randstad Belgium. De levering maakt deel uit van een bestelling van in totaal 160 wagens. “De nieuwe wagens worden ingezet ter vervanging en uitbreiding van de bestaande consulentenvloot”, aldus Linda Mannaert, fleet manager van Randstad Belgium. “We hebben gekozen voor 130 Renault Clio 1.5 dci expression eco die bij KBC Autolease worden geleased en 30 Ford Fiesta 1.6 TDCI Trend Econetic waarvoor Dexia Auto Lease instaat”, aldus nog Linda Mannaert die erop wijst dat de nieuwe bestelling een aanzienlijke impact heeft op de CO2uitstoot van de Randstad-vloot . “Per jaar realiseren we hiermee een besparing in CO2-uitstoot die overeenstemt met de CO2-neutralisatie, afkomstig van ■ 5000 bomen.”
In Garage Pashuysen (Aarschot) werden aan Randstad Belgium de eerste 12 Renaults Clio geleverd.
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
CNG-tankstation in Halle
42
Aan de bedrijfsparking van de Colruyt Group in Halle heeft DATS-24 onlangseen tankstation voor compressed natural gas (CNG) geopend. CNG is een alternatieve brandstof die ontstaat door het comprimeren van aardgas. Eigen aan CNG is dat het in vergelijking met diesel schoner en goedkoper is. Nadelen zijn dat CNG-wagens iets duurder zijn in aankoop en dat de rij-autonomie beperkt is tot 300 km. Het pas geopende station in Halle zal in eerste instantie gebruikt worden door de Colruyt Group. De warenhuisketen gelooft erg in CNG en is samen met o.a. Electrabel een van de weinige bedrijven in België die enkele CNG-voertuigen in haar vloot ■ heeft opgenomen.
3 vragen aan Harald Pluym, Peugeot Professional
Het fleetpodium als doel Op 1 en 2 februari jongstleden heeft Peugeot Professional Belux in Valencia de nieuwe 508 voorgesteld aan een 300-tal fleetklanten en partners. Harald Pluym, Fleet Manager bij Peugeot Professional, wil met deze nieuwste fleettroef onder meer de Volkswagen Passat naar de kroon steken.
1.
Met de nieuwe 508 wil Peugeot de Duitsers het vuur aan de schenen leggen…
"We willen met de 508 weer een belangrijke plaats veroveren in het drukbevolkte B2B-segment van de gezinsberlines, zoals in de goede oude tijd van de 406 en de 407. Dit product moet duidelijk aanslaan bij de waarden die door de user-chooser klant hoog ingeschat worden zoals een duurzame lijn en de notie van kwaliteit. Kortom door zijn ‘Duitsere’ lijn moeten we erin slagen om de zesde positie te kunnen veroveren in het B2B-segment."
Peugeot haalde, met een marktaandeel van 8,5% in de fleetverkoop, vorig jaar de top-3 in België. Hoe hoog wordt er dit jaar gemikt ?
2.
"2010 was een schitterend jaar voor Peugeot en Peugeot Professional. Niettegenstaande de 407 op zijn eind liep, zijn we erin geslaagd om ons verkoopsniveau te behouden door de komst van de 3008 en de 5008 die overal enthousiast onthaald werd. Deze lijn loopt sinds begin van dit jaar verder. 2011 belooft om het nog beter te doen dankzij de komst van nieuwe producten zoals de gerestylde 308 met een fiscale aftrekbaarheid van 90% en de eerste hybride diesel 3008 in het najaar en uiteraard de 508."
Merkt u bij bedrijven een stijgende interesse voor mobiliteitsmanagement? Met de elektrische iOn en het Mu by Peugeot programma profileert Peugeot zich als een mobiliteitspartner.
3.
"Het klopt dat MU by Peugeot een mogelijke oplossing zou kunnen zijn om de toekomstige mobiliteit te verzekeren van de bestuurders. Vandaag de dag is MU by Peugeot reeds 100% realiteit met centra in Brussel en Antwerpen. Er is reeds een zekere particuliere interesse in dit product waarin Peugeot zwaar gelooft en investeert. We bekijken vandaag of deze formule ook voor de bedrijven een optie is. Ik denk bijvoorbeeld aan een gedeelte van de maandelijkse leasingprijs door te storten om een bredere mobiliteit te garanderen." Stijn PHLIX
“Peugeot moet ook dit jaar in de merkentop 3 van de fleetverkoop eindigen”, aldus Harald Pluym.
ACTUA
VLOOTPORTRET SIEMENS
“Groen zonder dwang” Jaar na jaar daalt de gemiddelde CO2-uitstoot van de vloot van Siemens België. De cijfers alleen al zijn er om trots op te zijn. Toch is hun verhaal ruimer. Hun keuze voor het groene handelen kwam er voor de fiscus ze begon te sturen. Een groener pad bewandelen is ook de kern van de bedrijfsfilosofie. Binnen deze policy ontpopt de Fleet zich als een primus inter pares. Het woord is aan een gedreven fleet-owner: Rob Custers.
M
ilieu en duurzaamheid mogen dan al een rode draad doorheen ons vlootbeleid zijn, datzelfde groene aspect is hoegenaamd niet beperkt tot onze fleet.” Aan het woord is Rob Custers, verantwoordelijk voor Supply Chain Management and Fleet South West Europe. De toon is onmiddellijk gezet. “Wanneer onze vloot stelsel-
“
matig milieuvriendelijker wordt, dan sluit dit haarfijn aan bij onze wereldwijde bedrijfsfilosofie. Zo groen mogelijk, maar zonder dwang. Zo zou je onze Fleet Policy kunnen samenvatten.”
Zacht sturen “Hoe dit er in de praktijk uitziet?”, vervolgt Custers. “We beschikken over een vloot van om en bij de 1.150 personen-
wagens. Dit is beslist geen technische vloot, waarmee ik bedoel dat de meeste voertuigen voor gemengd gebruik – privé en professioneel dus – gebruikt worden. Dit schept alvast mogelijkheden op het groene vlak. We werken met diverse categorieën, waarbinnen elke werknemer uit verschillende modellen kan kiezen. De meest groene modellen zitten er zeker in. Net
Rob Custers, verantwoordelijke Supply Chain Management & Fleet bij Siemens: “Vlootbeheer is een dynamisch proces dat zich onverminderd voortzet.”
44
zoals ook gekozen kan worden uit een break versie of bepaalde monovolumes. Per slot van rekening mag je in dit groene verhaal de praktische kant van een vloot niet uit het oog verliezen. De eindkeuze ligt bij de werknemer. Maar door de gemaakte selectie wordt die enigszins gestuurd. Dat bedoel ik met een evenwicht.”
Een degelijk vlootbeheer is vandaag een mobiliteitsbeleid met voldoende aantrekkelijke keuze-alternatieven.
“Aandacht voor het milieu mag dan al erg in trek zijn, als bedrijf zijn we er trots op hierin een pioniersrol te hebben gespeeld”, benadrukt Rob Custers. “Eigenlijk was 2003, nog voor de fiscaliteit terzake wijzigde, een startpunt. Toen hebben we de netto TCOkost ingevoerd. Zoals u weet is de CO2-uitstoot de basis van de wetgeving die sinds 2005 op regelmatige tijdstippen bijgestuurd werd. Onze benadering is alvast ruimer. Net zoals dat bij elke modern wagenparkbeheer het geval is, speelt die CO2 een cruciale rol. Maar onze blik reikt ook verder. We hebben oog voor de Euronorm, NOx, fijnstof, noem maar op.”
Die hards Een beleid wordt uitgestippeld, maar hoe efficiënt is het? Anders gesteld: hoe verloopt de opvolging? “Reporting neemt een belangrijke plaats in, zoveel is zeker”, antwoordt Rob Custers. “Een eerste post die nauwgezet opgevolgd wordt is het brandstofverbruik. Uiteraard gaan we hierbij met de nodige omzichtigheid tewerk. De ervaring leert dat je met – zeg maar – 85% van je mensen geen problemen hebt. Die mensen springen op een verantwoordelijke manier met hun bedrijfswagen om. Op elke post, weze het verbruik, boetes of schadestatistiek, doen ze het goed. Daarnaast heb je een categorie waarin zich wat problemen voordoen, én enkele hopeloze die hards (lacht). Punt is dat deze realiteit vooral een individuele aanpak vergt. Doet zich een pro-
bleem voor, dan wordt de betrokken werknemer aangesproken. Deze benadering lijkt ons de meest efficiënte te zijn.”
140 gram Wat zijn nu de targets? “Als bedrijf werd in 2003 besloten om de komende tien jaar de CO2-uitstoot met 20% te verminderen”, legt Rob Custers uit. “Maar nu de exacte cijfers. In 2006 bedroeg de gemiddelde uitstoot van onze vloot 145 gr. Het Belgische fleet gemiddelde zat toen op 154 gr. Kijken we naar 2009, dan zaten wij op 143,66 gr. tegenover een gemiddelde van 151 gr. Nog een jaar later – in 2010 dus – zakte ons cijfer verder naar 132,88 gr. terwijl dat nationale gemiddelde iets meer dan 147 gr. bedroeg. De trends spreken voor zich. Niet alleen doen wij het als speler steeds beter, onze positie ten opzichte van het nationaal gemiddelde wordt ook steeds scherper. Wist u trouwens dat we door de verbetering in 2010 tegenover 2009 zomaar even 450 ton CO2 hebben uitgespaard? Het kan geen kwaad om dergelijke cijfers eens in de belangstelling te plaatsen. Waar we nu zitten? Rond de 130 gr. Het is een dynamisch proces dat zich onverminderd verder zet. Een recent cijfer is hier de treffende illustratie van. 127,75 gr. is de gemiddelde uitstoot van de bestelde voertuigen tijdens de voorbije 8 maanden.” Michaël VANDAMME
"BIJSTUREN INDIEN NODIG" Alle goede dingen bestaan uit drie. Ook als het over een eigentijds vlootbeleid gaat? Wij houden het op twee. Welke twee tips zou Rob Custers zijn collega's vlootverantwoordelijken aanbevelen? 1. “Stel een duidelijk policy op. En jawel, dit klinkt als het intrappen van een open deur (lacht). Het is ook belangrijk. Stel een duidelijke CO2-limiet voorop. Maar ook: durf die bijsturen in functie van de wijzigende omstandigheden. De voorbije jaren waren wat dat betreft betekenisvol. Het wettelijk kader veranderde op enkele momenten. En nieuwe omstandigheden, dat vraagt naar nieuwe normen.” 2. “Bedenk aantrekkelijke alternatieven. Een degelijk vlootbeheer is vandaag de dag een mobiliteitspolitiek. Je kunt een werknemer die voor een kleinere wagen gaat op verschillende vlakken belonen. Maak van deze waaier aan mogelijkheden ook gebruik. Die extra's zijn een à la carte oefening. Het kan gaan van een ruimere wagen voor de vakantieperiode, over een Cambio abonnement tot een fietsvergoeding.”
45
AUTO
NIEUW
Ford Grand C-MAX 1.6 EcoBoost: rijkelijk gewapend Ford stelt deze nieuwe generatie voor in 2 versies : een « kleine » en een « grote » C-MAX. De bodemplaat van de Grand C-MAX is met 14 cm verlengd en hij is ook 5,8 cm hoger dan de “gewone” C-MAX. Aan boord De ware troef van de Grand C-MAX zijn de schuifdeuren, die overigens enkel te vinden zijn bij zijn neef, de Mazda 5. De totale lengte van 4,52 meter biedt voldoende ruimte om 7 personen te vervoeren met bagage, zelfs wanneer men beter, zoals gewoonlijk, de kinderen op de derde rij laat zitten en de koffers telt. En de Japanner deelt nog een tweede familietrekje: de moduleerbaarheid van de zetels op de tweede rij. Bij Mazda noemt men het “Karakuri”, een
naam die Ford vanzelfsprekend vermijdt. Maar het draait om hetzelfde principe: het middelste zitje kan weggeklapt worden onder de zijzetel, om zo een vlakke “doorgang” te bekomen tussen de 2de en 3de rij zetels. Vooraan is het bedieningspaneel wat verwrongen en moeilijk te begrijpen. De positie van de chauffeur is vrij hoog, maar het doelpubliek houdt ervan om de weg te “domineren”.
injectie van een benzine met de oplading en het variabele dubbele afslaan van de motor om te kunnen concurreren met de diesels. Het vermogen bedraagt 150 of 180 pk, maar het maximum koppel van beide versies is identiek: 240 Nm vanaf 1.600 opm, met de mogelijkheid om gedurende 15 seconden 30 Nm extra te bekomen dankzij de overboost. F.D.B.
Weggedrag De nieuwe 1.6 EcoBoost motor combineert de directe
FLEETBALANS Het is verbazingwekkend hoe aangenaam deze motor is! Soepel zoals een diesel maar tegelijkertijd voorbereid om hoge toerentallen aan te gaan. De motor draait steeds op volle toeren, trilt niet en is erg geruisloos in alle omstandigheden. Gemiddeld verbruikt hij 6,8 l/100 km, wat een CO2-uitstoot betekent van 159g/km. Maar het meest opvallende pluspunt van deze Grand C-MAX is zonder twijfel de optimale wegligging. Ford toonde ons al eerder dat ze daar erg goed in zijn, maar het ontwerp van deze hoogte doet ons gewoonweg achterover vallen.
De schuifdeuren en goed doordachte moduleerbaarheid spelen in de kaart van de nieuwe compacte monovolume van Ford.
FORD GRAND C-MAX 1.6 ECOBOOST Prijs zonder BTW: 20.000 EUR BIV: 867 EUR Verbruik: 6,8 l/100 km Onderhoud: variabel CO2-uitstoot: 159 g/km CO2-bijdrage: 734,94 EUR/jaar
47
AUTO
NIEUW
A-Klasse E-Cell: hoogspanning in Mercedes’ kleinste Waarom Mercedes-Benz, na de B-Klasse F-Cell (Brandstofcel), met de AKlasse een 2de in serie gebouwd elektrisch model lanceert? De assemblage van beide types voltrekt zich nu eenmaal rondom het unieke, intelligent bedachte (dubbele) bodem (sandwich) platform, dat naast maximaal ruimtecomfort vooral extra beveiliging voor passagier en technologie garandeert. Want, batterijen en superviserende elektronica krijgen in A- en B-Klasse een plaatsbesparend en veilig onderkomen in die dubbele vloer.
hun op dit vlak vaak gelauwerde thermische broertjes. Dus ook de A-Klasse E-Celll beschikt over een ruim en flexibel passagierscompartiment terwijl in de dubbele bodem 2 lithium-ionbatterijen voldoende elektrische energie accumuleren om, lokaal emissievrij, meer dan 200 km ver te geraken. Op de weg Twee compacte Lithium-ionaccu’s voorzien in een energie-
inhoud van 36 kWh, voldoende om 200 km ver te rijden. De aandrijfkracht wordt gepuurd uit een gelijkstroommotor (permanent magnetisch) met 95 pk piekvermogen (68 pk duurvermogen) en 290 Nm aan werkijver. Daarmee kan de A-Klasse E-Cell in 5,5 seconden naar 60 km/u snellen. Een boostfunctie kan tijdelijk voor maximale versnelling zorgen en de topsnelheid wordt elektronisch F.B. begrensd bij 150 km/u. De elektrische versie van de A-Klasse hoeft inzake rijplezier niet onder te doen voor zijn thermische broertje.
Aan boord Plaatsaanbod noch de flexibele en hoogst praktische interieurconfiguratie komen zo in het gedrang waardoor de geëlektrificeerde varianten in niets hoeven onder te doen voor
FLEETBALANS Ook onder “hoogspanning” is de kleinste Mercedes een feilloos acterende auto die niets van zijn praktische troeven hoeft in te boeten. Dit is met voorsprong een van de absoluut betere elektrische voertuigen die we de afgelopen maanden de sporen mochten geven. Voor de Belgische vlooteigenaar blijft het wel nog even wachten. De eerste exemplaren van de A-Klasse E-Cell worden aanvankelijk verhuurd aan geselecteerde vlootklanten in o.m. Duitsland, Frankrijk en Nederland.
MERCEDES-BENZ A-KLASSE E-CELL Prijs zonder BTW: Nog niet bekend BIV: Nog niet bekend Verbruik: Nog niet bekend Onderhoud: Onderhoudsvrije elektromotor CO2-uitstoot: 0 g/km CO2-bijdrage: 250 EUR/jaar
Opel Corsa 1.3 CDTI ecoflex: groen met sportieve look Enkele maanden geleden nog onderging de Corsa een aantal markante onderhuidse updates. Vandaag zou het hem volgens Opel vooral om cosmetische interventies gaan. Hoewel. Blijkt dat onder die nieuwe Corsa-garderobe en in het geval van de 1.3 CDTI ecoFlex, een 95 pk rijke motor ronkt die nauwelijks 94 g/km CO2 (3-deurs) emitteert. Enkele maanden geleden was dat nog 98 g/km. Een evolutie die moeilijk aan Start/Stop alleen kan toegeschreven worden. Aan boord Op de vorige versies werden enkele chassisverbeteringen geïmplementeerd die rijcomfort en stuurgevoel verbeterden en bij hogere snelheid de rechtuitstabiliteit optimaliseerden. Samen met die chassis-upgrades werden
begin vorig jaar ook motorische wijzigingen geïmplementeerd waardoor extra vermogen met zuiniger brandstofverbruik en dito CO2emissies gecombineerd kon worden. Op de weg Vandaag wordt Start&Stop toegevoegd en is de 1.3 CDTI ecoFlex ook een ‘closed loop” diesel. De eerste motor in zijn (kleine) soort die brand-
stof besparende, CO2-zuinige, closed-loop injectiecontrole (met druksensoren in de cilinders) gemonteerd kreeg. Het is trouwens dezelfde motor die vandaag in de “New” Meriva steekt. Waarbij we “hoorden” dat die CO2kampioen in de Corsa meer kabaal maakt dan in de Meriva. Of, hoe een bij hogere cilinderdruk functionerende, kleine “Closed loop combustion control” diesel,
Achter een nieuwe garderobe gaat een CO2heilzame, maar iets luidruchtigere dieseltechnologie schuil.
CO2-zuinigheid met toenemende geluidslast ziet afgeF.B. straft..
FLEETBALANS Dat de vaak ten onrechte bekritiseerde, kleine diesel nog veel marge heeft bewees Opel al eerder. Met closed loop combustion controlled zelfontbranders bracht Opel auto’s in het verkeer die CO2-technisch absolute top waren. Door deze nieuwmodische dieseltechniek nu in de Corsa te combineren met Start/Stop, worden CO2-cijfers geboekt waar niet één groen geïnspireerd vlootbeheerder kan naast kijken.
OPEL CORSA 1.3 CDTI ECOFLEX START&STOP Prijs zonder BTW: 12.542 EUR BIV: 61,50 EUR Verbruik: 3,5 l/100 km Onderhoud: 20.000 km CO2-uitstoot: 94 g/km CO2-bijdrage: 250 EUR/jaar
49
AUTO
NIEUW
Mazda 5 1.6 CDVi: de diesel die nog ontbrak Met de nieuwe « 5 » voert Mazda een zachte vernieuwing door. Aan de stijl is amper geraakt, de technische basis werd zonder veel aanpassingen hernomen en deze compacte monovolume behoudt zijn praktische schuifdeuren achteraan en zijn moduleerbare binnenruimte. De grootste vernieuwing schuilt onder de motorkap: een kleine diesel doet zijn intrede! Aan boord In de binnenruimte vallen het nieuwe dashboard, het nieuwe stuur en de nieuwe zetels meteen op. Men heeft de materialen mooi verwerkt, al is er veel plastiek aanwezig en dat ziet er minder luxueus uit dan bij de Europese concurrenten. Er verandert niets aan de binnenruimte achterin, daarover blijven we erg tevreden, en de
optie tot 7 zitplaatsen is nog steeds aanwezig. De Mazda 5 beschikt nog steeds over het ingenieuze moduleerbare systeem met de naam 'Karakuri': bij normaal gebruik nemen 2 passagiers plaats op de tweede rij (schuifbare en verstelbare zetels), maar nu is het ook mogelijk om er een derde persoon te laten plaatsnemen door het zitje van de middelste zetel, dat onder de linkse zetel verstopt zit, open te klappen.
Dat middelste zitje is echter belachelijk smal! Op de weg De Mazda 5 zal vooral in de smaak vallen bij dynamische chauffeurs. Door de precieze commando’s en een correct koetswerk kan hij een zeer hoog ritme aan. Onder de motorkap vindt men nu, naast de benzinemotors, ook de nieuwe 1.6 CDVi terug, ontwikkeld door Ford en PSA.
De wagen verbruikt 15% minder dan de oude 2.0 CDVi met 110 pk. In praktijk verbruikt hij zo’n O.M. 7l/100 km.
FLEETBALANS Op de fleetmarkt deed de oude Mazda 5 met zijn “grote” 2 liter diesel het vrij behoorlijk. Het nieuwe model oogt moderner en mikt vooral met de kleine 1.6 CDVi, die zowel zuinig als aangenaam rijdt, op goede cijfers. Hopelijk luidt de nieuwe diesel de echte lancering in van deze compacte monovolume die vanaf nu praktisch, ingenieus, dynamisch en goed van prijs is. MAZDA 5 1.6 CDVI Prijs zonder BTW: 18.421 EUR BIV: 123 EUR Verbruik: 5,2 l/100 km Onderhoud: 20.000 km CO2-uitstoot: 138 g/km CO2-bijdrage: 725 EUR/jaar
Deze compacte monovolume bestaat nu ook als kleine diesel.
Audi A6 2.0 TDI: een waardige opvolger
Fleet&business I 184 I APRIL-MEI 2011 I
Het is geen toeval dat meer dan 7 miljoen automobilisten sinds 1968 gekozen hebben voor de Audi 100 en Audi A6. Dit maakte van deze berline jarenlang de nummer 1 qua verkoop binnen zijn segment. Het model is iets korter en enkele millimeters minder hoog dan zijn voorganger, maar door het verder naar voor plaatsen van de vooras kon de bodemplaat met 7 cm worden verlengd.
50
Aan boord De passagiers achterin profiteren nu van de extra ruimte in de A6 zonder dat dit merkbaar is aan de buitenkant. Hoewel het een grote wagen is, is de A6 geen gezinswagen. Dat bewijst de middelste zitplaats achterin, een zeer oncomfortabel plekje om te zitten of je benen te plaatsen (door de centrale tunnel). De koffer-
ruimte is dan weer immens groot (volume van 530l): door de laaddiepte (meer dan 1m) is het de diepste koffer binnen het segment. Het geluid wordt optimaal gedempt en de kwaliteitsvolle afwerking is een vertrouwde eigenschap van Audi. Op de weg De A6 is lichter dan zijn rivalen en dat komt door het gebruik van aluminium (in de voorvleugels, de motorkap, het koffer-
deksel, de deuren). Hierdoor wordt de wagen zeer pittig, zelfs met een 2.0 TDI motor. De Audi Drive Select die ervoor zorgt dat alles (stuurinrichting, motor, automatische versnellingsbak) naar wens kan worden ingesteld, is een standaard uitrusting. Dit geldt eveneens voor het Start-Stop systeem, dat standaard geleverd wordt, onafhankelijk van de gekozen motor en voor alle types versnellingsbak. F. D. B.
FLEETBALANS In België behaalt de A6 een marktaandeel van 83% in fleet! Dat wil zeggen dat het merk dit cliënteel zeer goed in de watten legt, door bv. de exclusieve uitrustingspakketten (ingebouwde wifi toegang), een onberispelijke afwerking en verlaagde gebruikerskosten. De nieuwe generatie van de 2.0 TDI motor (normaal met 177 pk, maar bij ons verkrijgbaar met 163 pk) verbruikt 14% minder benzine dan de vorige. Gemiddeld verbruikt de wagen dan 4,9 l/100 km met een CO2-uitstoot van 129g/km. Lang niet slecht voor een wagen van deze klasse! AUDI A6 2.0 TDI
De nieuwe A6, zuinig en efficiënt, is een waar toonbeeld van goede knowhow.
Prijs zonder BTW: 30.909 EUR BIV: 1.239 EUR Verbruik: 4,9 l/100 km Onderhoud: variabel CO2-uitstoot: 129 g/km CO2-bijdrage: 618 EUR/jaar