Fleet & Business 191 NL

Page 1

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4099 Awans BC 30805

MMM BUSINESS MEDIA - Zeswekelijks informatietijdschrift - Nederlandstalige uitgave - Kantoor : Awans - P205029

Het automagazine van de beheerders - #191 september-oktober 2012 www.fleet-business.com

DOSSIER

VERBETERING FLEET SERVICES segmenttest Volvo V40 Fleet&Business Awards memorabel evenement fleetpartner GE Capital Fleet Services unbundling voor- en nadelen




INHOUD

DOSSIER VERBETERING FLEET SERVICES Unbundling is een heet hangijzer binnen de huidige fleet- en leasingwereld. Wij gaan uitgebreid in op de pro’s en contra’s en leggen ons oor te luister bij een aantal belangrijke of innovatieve spelers op de markt. 06 \ To unbundle or not to unbundle? 13 \ Controles Services zorgt voor een tijdige keuring 14 \ One Fleet Services biedt alle vormen van logistieke ondersteuning 17 \ Fleetdiensten bij concessiehouders

is an edition of

MMM BUSINESS MEDIA sa/nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com.

4 / Fleet Business # 191 - september-oktober

22 \ BELGISCHE AUTOMARKT

35 \ EVENT

De Belgische automarkt doorgelicht aan de hand van sprekende cijfers die KMPG in zijn CVO-barometer publiek maakte.

Verslag van de officiële prijsuitreiking van de Fleet&Business Awards 2012.

38 \ KORTE TEST

44 \ SEGMENTTEST

Voor zijn nieuwe Combo ging Opel in zee met Fiat: pasta met een Duitse saus in Turkije vervaardigd.

Wij voelen de nieuwe Volvo V40 aan de tand en vergelijken hem met zijn rivalen: Alfa Romeo Giulietta, Audi A3, BMW 1-Reeks, Mercedes A-Klasse.

EDITORIAL TEAM Editor in chief: Tony De Mesel (tdemesel@mmm.be) Team: Dirk Steyvers (Deputy Editor-in-Chief), Ferre Beyens, Charles Demoulin, Olivier Maloteaux, Jos Sterk, Michaël Vandamme Experts: Daniel Debrouwer (EuroFleet Consult), Benny Gers (Progressio), Paul Gestels (Gloriant), Yannick Mathieu (Fleet Profile), Danny Meulenberghs (Partes), Bart Vanham (Expert Autofiscaliteit), Joeri Van Mierlo (Vrije Universiteit Brussel), Michel Willems (Mobilitas)

SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Sale assistant: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) Marketing: Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) PRODUCTION Head: Sonia Counet EDITOR Editor/CEO: Jean-Marie Becker

© Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.


EDITO FLEET&MOBILITY 20 \ FLEET ECHO'S Actualiteit uit de fleet- en leasingwereld

24 \ FLEET CORNER Michel Schoukens, Colruyt-groep

26 \ FLEET PARTNER 26 GE Capital Fleet Services: interview met Al Pijnacker 28 Mercedes-Benz Belux: interview met Gauthier Helleputte

30 \ FLEET&BUSINESS AWARDS Ernst & Young: interview met Ghislain Vanfraechem

32 \ EVENT Mobimixcongres: aandacht voor HR-aspecten rond nieuwe mobiliteit

VAN&BUSINESS 38 \ KORTE TEST OPEL COMBO: pasta op zijn Duits

40 \ KOELTECHNIEK VEBABOX: hou het koel

42 \ MARKTANALYSE Lichtebedrijfswagenvloten: een markt op zich

AUTO 44 \ SEGMENTTEST Volvo V40

SUBSCRIPTIONS www.fleet-business.com/shop Price: 65 EUR - 1 year

SCHUILEN HELPT NIET Voor een plotse regenbui kunt u schuilen, maar als het slechte weer aanhoudt, kunt u maar beter een andere oplossing kiezen. Zo is het ook met de huidige economische luwte of zo u wil crisis. Niets doen en hopen dat het allemaal snel weer voorbijgaat, is geen oplossing. Bedrijven kunnen maar beter hun kosten even ernstig analyseren en kijken waar er nodeloos middelen naar toe gaan. Het is in deze context dat bedrijven met een wagenpark zich meer dan ooit afvragen of ze wel goed bezig zijn. Operationele leasingcontracten worden ontleed en er wordt overwogen om aan unbundling te doen. Deze trend is niet toevallig gestart bij het prille begin van de financiële crisis. In dit nummer ontdekt u dat unbundling niet zonder risico’s is. De leasingmaatschappijen op hun beurt voelen dat hun klanten niet zo maar alles nemen en zetten op hun beurt een tandje bij. Enerzijds willen zij de klantenbinding verhogen en dat doen zij onder meer door de gebruiker, de bestuurder dus, extra services aan te bieden. Tegelijk proberen ze hun klantenbestand uit te breiden door de KMO’s, die grote bijna vergeten groep, commercieel te benaderen. Of het nu gaat om een bedrijf met een wagenpark of om leasingbedrijven, één ding is zeker: innovatie en creativiteit om nieuwe producten en services te ontwikkelen is de beste manier om uit de crisis te komen. Bovendien kan het geen kwaad om te laten blijken dat u er met uw bedrijf nog altijd bent. We zeiden het al: schuilen helpt niet. Tony De Mesel, Hoofdredacteur

Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 88 18 Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be)

Fleet Business # 191 - september-oktober / 5


DOSSIER FLEET SERVICES

DE VOOR- EN NADELEN VAN ONTBUNDELEN

to unbundle or not to Dat is inderdaad dè vraag, maar het antwoord is allesbehalve voor de hand liggend en vraagt om duidelijke nuancering want er zijn haast even veel pro’s als contra’s. Dirk STEYVERS

U

nbundling mag dan wel een heet hangijzer zijn binnen de huidige context, als fenomeen is het niet nieuw. Decennia geleden werd er, onder meer, in de autodistributie al nadrukkelijk unbundled door heel wat constructeurs. Lang voor de vlootbeheerders van vandaag er wakker van

lagen, werden bestaande distributieprocessen onder een strenge, boekhoudkundige loep gehouden in een poging het kostenplaatje te drukken. Het gevolg was dat het bezit van ‘infrastructuur’ en het gebruik ervan volledig van elkaar werden losgekoppeld.

brandstof verzekering

eindecontract

leasing vervangwagen

herstelling

onderhoud Unbundling kan verschillende onderdelen van het leasingcontract omvatten.

6 / Fleet Business # 191 - september-oktober


unbundle?

Het principe achter unbundling is het multi-bidding.

Maar de lange voorgeschiedenis ten spijt staat het buiten kijf dat de recente economische crisis en de daaruit volgende inkrimping van budgetten, het fenomeen van unbundling in de kijker hebben geplaatst. En dat geldt zeker voor leasingbudgetten, want die wegen nu eenmaal erg zwaar door op een bedrijfsbalans. ROI verzekerd? Bovendien vestigen ook wetswijzigingen zoals onze recente VAA-regelgeving de aandacht op de bestaande kostenstructuur en kunnen op die manier tot een stroomversnelling leiden. Daaruit meteen concluderen dat iedereen dan maar beter spontaan kan beginnen ontbundelen is echter een brug te ver. Theoretisch mag het ‘operationeel uitkleden van een leasingcontract’ dan al een strakke Retrun On Investment beloven (factor 2,5 tot 4), het is in de eerste plaats uitkijken geblazen. Wie het comfort van een volledig operationele leasing opgeeft ten voordele van mogelijke boekhoudkundige winst, zadelt zichzelf op met een niet te onderschatten administratieve workload waar uiteraard ook een (verborgen) kostenplaatje aan vasthangt. Het principe achter ontbundelen is het competitiemodel of het zogeheten multi-bidding. Daarbij worden offertes van verschil-

lende leveranciers naast elkaar gelegd om in functie daarvan te kiezen voor het economisch meest voordelige systeem. Voor diensten als vervangwagens of brandstof is dit geen al te ingewikkelde klus. Wie een bepaalde hoeveelheid zwart goud het goedkoopste kan leveren, wint. Of toch niet helemaal… want bij een leverancier met goedkope brandstof, maar hoge administratiekosten voor kaarten en een slecht distributienetwerk is niemand gebaat. Al bij al echter zijn dit twee diensten die geen overdreven of langdurige werkoverlast genereren, maar die wel een zeker potentiële winst kunnen vertegenwoordigen. Het in eigen beheer nemen van bijvoorbeeld het bandenbeheer en de eindecontractschade is echter minder vanzelfsprekend, want het vereist een zekere expertise en die kennis zit nu eenmaal geconcentreerd bij de leasingmaatschappijen en de fleet-consultants. Volume en risico Aan meer complexe materies als verzekering, onderhoud en herstelling is dan ook een exponentieel veel groter risico verbonden wanneer tot unbundling wordt overgegaan. Een doorlichting van deze toeleveranciers is niet alleen tijd- en dus budgetrovend, het zijn vaak hopeloos complexe materies waar best enkel specialisten zich aan wagen. Van risico

Fleet Business # 191 - september-oktober / 7


"unbundling kan pas echt tot een potentieel lagere TCO leiden indien het wagenpark voldoende groot is" gesproken, bij iedere analyse moet duidelijk overwogen worden of u het vrijgekomen risico zelf kan en wil dragen, of toch maar liever die toeleverancier. Het logische gevolg is dat unbundling eigenlijk pas echt tot een potentieel lagere TCO kan leiden indien het wagenpark waarvan sprake is, voldoende volume vertegenwoordigt. Gezien de verschillende diensten die voor unbundling in aanmerking kunnen komen, het risico dat ze vertegenwoordigen en de administratieve workload die ze met zich meebrengen, is het quasi onmogelijk om de vereiste volumes te gaan becijferen. Brandstof kan u misschien al voordeel opleveren vanaf een tiental wagens en de verzekering valt allicht goedkoper uit wanneer u uw verzekeringspartner niet alleen de gebruikte gebouwen, de groepsverzekering van uw werknemers, maar

Het correct analyseren en vergelijken van offertes is specialistenwerk.

8 / Fleet Business # 191 - september-oktober

ook hun auto’s kan laten opnemen in een polis, maar opnieuw moet het sop de kolen waard zijn. Reken dus maar op een wagenpark van een paar honderd auto’s en op de nodige expertise voor u hier de geïnvesteerde tijd en het risico heeft terugverdiend. Unbundling ≠ outsourcing Uiteraard wordt het schaalvoordeel van unbundling er enkel interessanter op naarmate het betrokken wagenpark groter is, maar op goed advies zouden wij ons niet snel laten verleiden om ook aspecten als onderhoud- en herstellingswerken te gaan ontbundelen. De almaar complexere autotechnologie en het management van schadeherstel laat u beter in handen van vakmensen, net als het outsourcen van ontbundelingsactiviteiten. Deze laatste mogelijkheid is immers een gezonde manier om de risico’s verbonden aan ontbundelen niet in huis te halen, maar – opnieuw – moet uw wagenpark voldoende groot zijn om het economisch te rechtvaardigen. Bovendien zal u pas echt voordeel puren uit de keuze voor onafhankelijke fleet-dienstverleners wanneer u zelf pro-actief en met zin voor initiatief inspeelt op markttrends. Allicht is dat laatste nog de belangrijkste conclusie van het hele unbundlingsverhaal. De cost-driven zoektocht naar een lagere prijs voor zware investeringen als een wagenpark moet telkens weer een gezonde balans vinden tussen risicobeheer, administratieve workload en gerealiseerde meerwaarde. Dat het fenomeen van unbundling sinds 2009 zodanig veel aan interesse en belang won, heeft natuurlijk alles te maken met de onherroepelijke focus op budget die sinds 2008 een feit is. Het gevolg lijkt ons dat de leasingmarkt sindsdien op zoek is naar een nieuw evenwicht waarbinnen perfect plaats is voor alle betrokken partijen, maar waarin de starre rolverdeling van voorheen geen plaats meer heeft. Uiteraard kan u nog steeds opteren voor het comfort, de gemoedsrust en de expertise van leasingmaatschappijen en hun all-in-formules. Meer nog, in heel wat gevallen is het de enige aangewezen keuzemogelijkheid, maar de huidige markt laat duidelijk ook ruimte aan initiatief voor wie op zoek is naar manieren om de TCO maximaal te drukken. Het (meer dan) waarschijnlijke eindresultaat is een zoektocht naar alomvattende mobiliteit tegen een zo scherp mogelijke prijs: een markt waarbij Total Cost of Mobility het haalt van Total Cost of Ownership, ongeacht de leverancier(s) die hiervoor het dichtst aansluit(en) bij uw eisen en ondanks alle ‘verrassingen’ die de wetgevers uit hun mouw schudden. Afspraak over een jaar voor een update?



DOSSIER FLEET SERVICES

REMARKETING EVENT 2012

“niet minder auto’s, maar andere…” Na de succesvolle editie van vorig jaar vindt op 11 oktober het 2de Remarketing Event België plaats. Hoogtijd dus voor een round-up bij de belangrijkste remarketingspecialisten, zeker gezien de fiscale wijzigingen die het voorbije jaar geïntroduceerd werden… Dirk STEYVERS

A

De samenstelling van het te verkopen leasewagenpark is misschien gewijzigd, maar het is nog altijd even aantrekkelijk.

lle remarketingspecialisten zijn het er alvast roerend over eens dat de algemene crisis in 2008 veel verderstrekkende gevolgen heeft dan de recente lokale fiscale wijzigingen van di Rupo ooit zullen teweegbrengen. Integendeel, Johan Meyssen van CarsOnTheWeb ziet in de nieuwe Belgische regelgeving eerder een opportuniteit: “De nieuwe VAA-regels zullen onvermijdelijk een invloed hebben op de samenstelling van de typische leasevloot in ons land. De ex-leasewagens die als gevolg hiervan binnen drie tot vier jaar op de markt komen, zullen volgens ons inzien echter beter aansluiten bij de vraag van ons koperspubliek uit Centraal-Europa.” Volgens Meyssen hebben de gevolgen van de ineenstorting van de tweedehandsprijzen in 2008 “een blijvend effect, want het herstel dat de markt in 2009 en 2010 kenmerkte, leidde tot een nieuw uitgebalanceerd prijsniveau dat 10 tot 15 % lager ligt dan in 2008”. Combineer die lagere prijzen met het feit dat CarsOnTheWeb zijn grootste afzetmarkten in Centraal-Europa liggen (Slowakije, Litouwen en Polen) en je begrijpt meteen het ingeschatte groeipotentieel waarbij COTW haar volume om de twee jaar weet te verdubbelen. “Die geografische spreiding is volgens ons ook één van de sleutelfactoren die onze verwachting voedt dat de remarketingmarkt in de toekomst nog meer een digitale internetmarkt zal worden”, verduidelijkt Meyssen. “Dat is ook de reden waarom wij in juni een iPhone-app inclusief biedfunctie lanceerden.” Op die manier zijn ze bovendien perfect gewapend om ook bestemmingslanden buiten Centraal-Europa te bedienen. Vergelijkbare situatie Bij Autorola en VAB Fleet Services horen we een vergelijkbare analyse, al verwachten zij niet meteen een positieve invloed. Zij spreken eerder van “geen impact”. In het geval van deze

10 / Fleet Business # 191 - september-oktober


De remarketingspecialisten bieden hun uitgebreide wagenparken online aan.

workshops

laatste klinkt dat allicht logisch omdat zij geen tussenpersoon in de handel zijn, maar het feit dat de nieuwe regelgeving geen impact heeft op hun expertise en logistieke activiteiten duidt er sowieso op dat de volumes constant blijven. “En ook de forecasts die wij samen met onze klanten opstellen, stellen geen vermindering in het vooruitzicht”, vertelt Kristof Delcart, Business Development Manager bij VAB Fleet Services. “Het gaat niet om minder wagens, wel om andere auto’s en dat houdt voor ons enkel in dat wij ons intern rapporteringssysteem moeten aanpassen, maar dat geldt eigenlijk voor iedere trend binnen de fleetmarkt.” Binnen- en buitenland Autorola zit op dezelfde lijn, maar zij werken dan ook voornamelijk voor leasemaatschappijen waarvan het merendeel van de wagens in het buitenland verkocht wordt. Maarten Bekkers: “We hebben uiteraard wel onze strategie naar de Belgische klanten aangepast door met een communicatiecampagne te wijzen op het groter aandeel fiscaal vriendelijke wagens in ons aanbod. Toch zijn naast België vooral Duitsland, Frankrijk en Nederland onze grootste afzetmarkten.” Die worden, net als bij COTW, digitaal aangeboord via verschillende veilingmethodes en met succes want ondanks de crisis van 2008 kan Autorola voor de jongste jaren indrukwekkende groeicijfers voorleggen. “Transparantie en een zo breed mogelijke oriëntering zijn daarbij cruciaal terwijl wij ook niet verlegen zitten om een innovatie. Branded Sites en Fleet Monitor zijn daar onze beste bewijzen van.” Kortom, in de remarketingwereld gonst het anno 2012 van de activiteit waarbij lokale accentverschuivingen en globale trends van kortbij worden opgevolgd en meteen in commerciële challenges worden omgezet. Het belooft met andere woorden een boeiend congres te worden in oktober.

“Merkbare effecten in 2012 van de nieuwe fiscale regelgeving m.b.t. de zakenauto & cijfers tweedehandssector” door Daniel Debrouwer, CEO EuroFleet Consult “Aankoop- en Internetgedrag van de consument” door Frederic Apers, Managing Director Wildstream NV en Michel van Roon, Directeur CRM Used Carmanagement “Remarketing in 2015 en daarna” door Sven Arens, Directeur Assimilyze “De impact van drivermanagement op remarketingresultaten” door Bart Vanham en Guido Schouteet, Directeurs Fleet&DriverCare “E-tailing in practice, a new way of doing business” door Jean-Christophe Mignon, New Business Development @ Google Dublin, EMEA HQ “Garantieverzekering en de tweedehandsauto” door Carolien Vanhaecht, Account Manager Automotive

wat staat er op het programma? 11h45 12h00 13h00 13h15 tot 15h00 15h00 15h30 16h45 17h00

aankomst en inschrijving onthaal en netwerklunch (aangeboden door Car-Pass) welkomstwoord workshops naar keuze koffie (aangeboden door Auto Bingooo CarSearch) plenair programma met gastsprekers Danny Stas (Partner Laga) en Ludovic Steurs (Two Minutes) discussieforum afsluitende cocktail

Fleet Business # 191 - september-oktober / 11



DOSSIER FLEET SERVICES

KEURING OP AFSPRAAK

nooit meer te laat Steeds meer voertuigen worden te laat aangeboden op de technische keuring, vaak uit gebrek aan tijd of door vergetelheid. Met Controles Services wordt dit probleem verholpen. Dit prille bedrijf gaat voor de klant naar de keuring. Tony DE MESEL

V

olgens GOCA worden steeds minder voertuigen op tijd aangeboden voor de verplichte technische keuring. Vaak wordt er niet bij stil gestaan dat de gevolgen verregaand kunnen zijn. Zo kan de verzekeraar bij een ongeval de kosten, of de schadevergoeding aan derden, verhalen op de bestuurder van het voertuig zonder geldig keuringsbewijs. Bovendien kan het aanleiding geven tot boetes en moet er bij een laattijdige keuring hoe dan ook een toeslag worden betaald. Tijdswinst Cédric De Geyter van Controles Services plaatst het probleem in perspectief: “Lichte commerciële voertuigen moeten jaarlijks naar de keuring en door de verlenging van leasingcontracten blijven voertuigen soms meer dan vier jaar in dienst zodat ook die voertuigen gekeurd moeten. Voor een bedrijf dat over een aanzienlijke vloot beschikt, betekent dit een enorm tijdsverlies. Bestuurders die naar de keuring gaan, worden van hun eigenlijke job gehouden of weten niet hoeveel tijd ze daarmee verliezen. Dat is ontzettend frustrerend, zeker als de agenda goed gevuld is.” Controles Services, dat enkel op een B2B-basis werkt en actief is over gans België, kan het probleem oplossen door voor de klant naar de keuring te gaan. De klant kan telefonisch of via de site van het bedrijf een afspraak vastleggen. De auto in kwestie wordt thuis, op het werk of zelfs op de werf opgehaald.

“Wij garanderen dat de klus geklaard is op anderhalf uur”, verduidelijkt De Geyter nog. Vooraf wordt de bandenspanning gecontroleerd. Hetzelfde geldt voor de lichten met inbegrip van de afstelling van de koplampen. Niet onbelangrijk want bij afkeuring is dat voor 27% te wijten aan slecht afgestelde lichten. Extra mogelijkheden Controles Services beschikt over Z-platen en kan dus naar de keuring

met auto’s die nog niet zijn ingeschreven. Ook in de remarketing kan het bedrijf een nuttige rol spelen door de auto’s die op de nationale markt te koop worden aangeboden te laten keuren. Als extraatje is er nog het comfort-pack waarbij de auto een complete reinigingsbeurt krijgt. “Daarvoor moet extra worden betaald, maar op die manier is de service volledig”, zo besluit De Geyter.

Dankzij Controles Services hoeft u zelf niet langer tijd te verliezen met de verplichte keuring.

de cijfers Volgens GOCA zijn in 2011 ongeveer 780.000 voertuigen te laat gekeurd. Het jaar daarvoor waren dit er 726.670. De laattijdige keuring in 2011 vertegenwoordigde 17 % van de 4.513.766 gekeurde voertuigen. Daarvan zijn 59 % minder dan één maand te laat aangeboden en ongeveer 10 % meer dan zes maanden te laat.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 13


DOSSIER FLEET SERVICES

LOGISTIEKE ONDERSTEUNING

voor ieder wat wils Het professioneel beheren van een vloot is niet alleen een administratief vaak complexe taak, ook de logistieke taak ervan vergt de nodige vakkennis en energie. One Fleet Services biedt daarom een modulair dienstenpakket aan voor elk type voertuig. Dirk STEYVERS

D

e auto moet naar de keuring, hij dient te worden hersteld, onderhoud is aan de orde en dan zwijgen we nog over de geplogenheden bij een eindecontract… hoe vaak moet een fleet manager over de levenscyclus van een bedrijfswagen de logistieke puzzel niet in elkaar doen passen? One Fleet Services, een onderdeel van het grote Facilicom en gespecialiseerd in de geïntegreerde logistieke ondersteuning van alle rollend materieel, werd in het leven geroepen precies om dit soort vraagstukken tot een goed einde te brengen. Ter land, ter zee en in de lucht “Wij doen dus niet aan fleet management”, benadrukt Frank Matthys van One Fleet Services, “maar we bieden over de totale levenscyclus van alle rollend materieel modulaire en forfaitaire dienstpakketten aan waarmee we onze klanten logistiek ontlasten.” Nu ja rollend, het mag ook varen of vliegen, want One Fleet Services beperkt zijn dienstverlening niet tot vierwielers. Alles wat rijdt, vaart of vliegt komt in

aanmerking. “Dat is meteen ook de reden waarom we onze dienstverlening 24 uur op 24, 7 dagen op 7 ter beschikking stellen”, verduidelijkt Matthys. Meer dan ondersteuning Toch is One Fleet Services meer dan een logistieke partner die op ieder ogenblik kan worden ingeschakeld. Sinds vorig jaar bieden ze in samenwerking met BASF ook smart repair aan. Via een netwerk van 35 erkende koetswerkherstellers dekt One Smart Repair zelfs het volledige Belgische grondgebied af. “Door een beroep te doen op bestaande herstellers die we begeleiden met materiaal, opleiding en een mobiele ondersteuning, kunnen we op een unieke manier klassiek schadeherstel combineren met spot repair”, vertelt Frank Matthys. Het eindresultaat is een (logistieke) dienstverlening die zijn flexibiliteit en mobiliteit graag uitspeelt op een moment dat veel vlootbeheerders hun eigen takenpakket ontmantelen.

One Fleet Services biedt een uitgebreide waaier aan logistieke diensten.

14 / Fleet Business # 191 - september-oktober




DOSSIER FLEET SERVICES

FLEETDIENSTEN BIJ CONCESSIEHOUDERS

wie doet (er) wat? Geen dienstverlening aan de fleetsector zonder de inbreng van de lokale concessiehouder en dus legden wij ons oor te luister bij acht invoerders om na te gaan in welke mate hun dealers fleetdiensten aanbieden. Dirk STEYVERS

M

et onze enquĂŞte wilden we in de eerste plaats polsen naar de manier waarop de merken hun fleetklanten benaderen, welke specifieke diensten ze deze professionals aanbieden en in welke mate hun al dan niet gespecialiseerde verkopers de klanten wegwijs kunnen maken in de nieuwe VAA-regelgeving en het soms uitgebreide aanbod lichtevrachtvoertuigen. Vaak zaten de invoerders op eenzelfde lijn, al kwamen er ook onverwachte verschillen aan het licht.

Ruimte voor initiatief De meest opvallende trend die uit de antwoorden naar voren komt, is dat alle invoerders hun dealers in behoorlijk grote mate ruimte voor initiatief gunnen. Ongeacht of het merk over specifieke fleetdealers beschikt of niet, heel vaak wordt het accent voor de dienstverlening nadrukkelijk bij de concessiehouder gelegd. De noodzaak om een afspraak te maken voor onderhoud, het stockeren van winter- en zomerbanden, keurings-

Het initiatief voor specifieke dienstverleningen aan fleetklanten ligt vaak bij de dealers zelf.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 17


"het ontbreken van de identiteitsgegevens van de bestuurders is vaak een grote hinderpaal in het contact tussen dealers en fleetrijders" diensten voor specifieke voertuigen, een vervangwagen of een haal- en brengservice, het zijn maar een paar van de mogelijke diensten die merkdealers hun klanten aanbieden. Specifieke richtlijnen hierrond worden vanuit de overkoepelende invoerders duidelijk niet opgelegd. De slagkracht van de concessiehouder, het belang van de klant en de concrete afspraken tussen de beide partijen bepalen de inhoud van de dienstverlening. Bij sommige merken zoals Ford, Mercedes en de volumemerken die de groep D’Ieteren invoert (Audi, Seat, Skoda, Volkswagen) wordt een dergelijke overeenkomst letterlijk tot Service Level Agreement omgedoopt, maar dat neemt niet weg dat ook Renault, Citroën, Peugeot, Opel, Mercedes en BMW/Mini hun dealers op dit punt de vrijheid laten om in functie van de klant het verleende servicepakket te bepalen… en tegen welke prijs. Minder willekeurig gaat het eraan toe wanneer het op onderhoud aankomt. Fleetklanten genieten immers dezelfde openingsuren als particulieren, alleen de Business Centers van Opel sluiten niet over de middag of tijdens vakantieperiodes. Bovendien werken de meeste merken ondertussen met een vaste prijs voor onderhoud. Enkel Citroën doet dat (vreemd genoeg) niet, terwijl BMW/Mini het over “vrij gelijklopende prijzen” heeft. Al bij al mag je dus stellen dat de invoerders en hun garages wel degelijk hun bijdrage leveren tot een vlotte TCO-bepaling, al verduidelijken zowel Mercedes als BMW dat zij geen onderscheid maken tussen particulieren en fleetklanten. Het gaat om identieke wagens met dezelfde onderhoudsei-

sen en gezien het ruime percentage klanten met een BTW-nummer (75% voor het Beierse merk) werken geen van beide met het concept van fleetdealers. Lichte vracht Voor hun gamma aan lichtevrachtmodellen beschikken de merken die dit type voertuigen aanbieden dan weer wel over een specifiek distributienetwerk. De verschillende voertuigtypes, de talrijke opbouwmogelijkheden en de bijzondere eisen van deze klanten vereisen immers specifiek getrainde verkopers die doorgaans ook kunnen terugvallen op een sterke ondersteuning vanuit de invoerders. Daarnaast nemen de constructeurs ook op het vlak van fiscale aftrekbaarheid en VAA geen enkel risico vermits dit vaak de eerste vraag is die professionele klanten stellen. Alle verkopers genieten over beide onderwerpen dan ook voldoende opleiding, vaak nog aangevuld met gespecialiseerde vorming voor de mensen met een op vloten gerichte commerciële verantwoordelijkheid. Mercedes gaat op dit punt zelfs nog een stap verder, want zij hebben voor het volledige dealernetwerk van het merk een fiscaliteitsapplicatie uitgewerkt die sinds september is uitgerold. Daarmee kunnen verkopers simulatieberekeningen maken en gepast antwoorden op dit type vragen. Een tweede type netwerk waarmee sommige invoerders hun klanten tegemoet komen is dat van de snelservice. Mercedes, Peugeot, Renault en BMW/Mini bieden een dergelijke dienst aan, al zijn alle merken het er roerend over eens dat het ouder-

Een persoonlijke oproep voor een zomer- of wintercheck-up is zeker geen vaste gewoonte bij alle merken.

Vanwege hun identieke technologie wordt er qua onderhoud nauwelijks verschil gemaakt tussen particulieren en fleetklanten.

18 / Fleet Business # 191 - september-oktober


wetse telefoontje geen overbodige luxe is wanneer het erop aankomt een onderhoud in te plannen en voor te bereiden. Het is voor alle betrokken partijen immers een efficiĂŤntere manier van werken. Toch stellen de concessiehouders veel in het werk om het tijdverlies van wie al dan niet gepland de garage aandoet, maximaal te beperken door netwerkverbindingen en zogeheten business corners aan te bieden. Contact Op de vraag of fleetklanten door hun dealers ook op een proactieve manier benaderd worden, bijvoorbeeld om hun voertuig aan een check-up aan het begin van de zomer en/of winter te onderwerpen, lieten verschillende merken verstaan dat het niet altijd vanzelfsprekend is om een fleetklant persoonlijk te benaderen. Het ontbreken van de identiteitsgegevens van de bestuurder zijn daarbij de grootste hinderpaal. Dealers moeten het immers vaak stellen met de contactdetails van het bedrijf op wiens naam de wagen staat, zonder de chauffeur zelf te kunnen bereiken. Finaal mag je stellen dat er voor de dienstverlening aan fleetklanten door merkdealers een grote verantwoordelijkheid ligt bij de concessiehouders zelf en bijgevolg ook bij de individuele fleet-managers die een onderhandeld dienstverleningpakket kunnen bedingen bij de garages waarmee zij samenwerken. Of zoals de mensen van Peugeot het perfect verwoordden, “goede afspraken maken goede vriendenâ€?.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 19


FLEET&MOBILITY FLEET ECHO'S

3 vragen aan...

Michel Van den Broeck, Managing Director, LeasePlan Belgium Michel Van den Broeck, de man bij uitstek om vanuit een decennialange ervaring toekomstgericht te denken.

LeasePlan België viert dit jaar zijn 40ste verjaardag: voor Fleet&Business de ideale feestelijke gelegenheid om onze drie vragen aan Michel Van den Broeck te stellen, de man aan het roer bij ’s lands grootste leasingmaatschappij. Dirk STEYVERS

1. Hoe is LeasePlan 4 decennia geleden ontstaan en wie waren de oprichters? In 1963 deed de economie het schitterend en zochten bedrijven oplossingen om bepaalde taken uit te besteden. In Nederland beslisten een lokale bank en een dienstverlener in de autobranche om samen Lease Plan op te richten. Ze bedachten een leasingformule waarbij transparantie en voordelige financiering gecombineerd werden: open calculatie. Het bedrijf zocht al gauw uitbreiding en de eerste logische stap was uiteraard België zodat op 31 mei 1972 LeasePlan Belgium werd opgericht, met als aandeelhouders Bank Mees & Hope, Shell pensioenfonds, RABO Bank en Nederlandsche kredietbank. 2. Wat is volgens u de belangrijkste evolutie binnen de fleetmarkt over die voorbije 40 jaar? De belangrijkste evolutie is de verwachting van onze klant, zowel de fleetmanagers als de bestuurders van onze leasewagens. Enerzijds is fleet management heel wat professioneler en strategischer geworden en anderzijds krijgen bestuurders meer zeggenschap. Wat het fleet management betreft, stellen we vast dat de beslissingsmacht langzaam verschuift van de human resources-afdelingen naar de financiële afdelingen of de algemene directie. Daarnaast droeg de op de markt beschikbare informatie bij tot de aanzienlijke professionalisering. Er kwamen gespecialiseerde vakbladen en de sector werd beter gestructureerd. Bij de eindgebruikers stellen we een zekere emancipatie vast. 3. Welke toekomstplannen koestert LeasePlan op korte en middellange termijn? Naar onze mening zijn KMO’s de groeimotoren van morgen. Wij kozen voor een directe benadering van de klant via internet en televerkoop: LeasePlan Direct. Anderzijds werken we via LeasePlan Easy in België ook samen met onafhankelijke verzekeringsmakelaars. Om er voor te zorgen dat LeasePlan binnen 40 jaar nog steeds koploper is, geloven we sterk in een permanente opleiding van onze medewerkers. Bovendien draait een bedrijf na 40 jaar op volle kracht en heeft het minder ondernemers dan beheerders nodig. Waakzaam blijven is dus de boodschap. Ook de aard van de te financieren activa zal zeker veranderen. We zullen dus nog meer moeten openstaan voor alles wat met ons vak te maken heeft en ook dicht bij de klant moeten staan.

20 / Fleet Business # 191 - september-oktober

fleet people Sinds 1 september is PAUL LARRAD de nieuwe Directeur Marketing bij Ford Motor Company (Belgium) nv. Hij volgt in die functie Jean-Paul Bodart op. Paul Larrad is sinds 1996 actief bij Ford en bekleedde verschillende functies in de sales- en marketingafdelingen van Ford of Britain en Ford of Europe. Hij heeft de Britse nationaliteit, is getrouwd en vader van 3 kinderen.

Renault België Luxemburg heeft sinds 1 september 2012 een nieuwe Algemeen Directeur. Deze functie is voorbehouden voor Bernard Chrétien. Hij vervangt Philippe Portal die Renault verliet. BERNARD CHRÉTIEN (56) is afkomstig van het Franse Lille. Hij begon zijn carrière bij Renault in 1980 als verkoper. Vanaf 1982 was hij actief in de dienst publiciteit bij de Commerciële Directie van Frankrijk. Vanaf 1985 was hij verkoopschef bij het Renault-filiaal van Versailles om dan in 1988 weer naar de dienst publiciteit te verhuizen. Daarna kreeg zijn carrière een internationale wending met hoog geplaatste functies in Italië, Zwitserland, Slovenië, Tsjechië en nu dus de Belux.

Volgend op de aankondiging dat PHILIPPE PORTAL bij Renault Belux vervangen wordt door Bernard Chrétien laat Alcadis weten dat Portal vanaf september de nieuwe CEO is voor dit onderdeel van de Alcopa-groep. Hij vervangt in deze functie Damien Heymans die binnen de Alcopa-holding een nieuwe uitdaging vond. Portal zal bij Alcadis de invoerderactiviteiten voor Hyundai, Suzuki, Isuzu en SsangYong in verschillende landen aansturen daarin bijgestaan door de verschillende algemeen directeurs van de respectievelijke merken.


ALD lanceert Switch ook bij ons Na Nederland lanceert ALD Automotive nu ook in België zijn nieuwe product Switch. Switch is een optie die aan nieuwe leasingcontracten kan worden toegevoegd en die de bestuurders toelaat om een vooraf bepaald aantal dagen per jaar van een voertuig te genieten uit een van de vier andere categorieën dan de ‘eigen’ auto. Op die manier wil ALD de voordelen van een langetermijnleasing zoals een vaste kostprijs, koppelen aan de flexibiliteit van de korte termijn. Dit zogeheten ‘right-sizing’ in functie van het gebruik, kan duidelijk fiscaal en financieel voordeel opleveren voor werknemer en/of werkgever, maar dat maakt de fiscale complexiteit van een dergelijk product er niet minder om. ALD maakt zich echter sterk dat Switch zodanig uitgekiend zal zijn dat de administratieve overlast tot een absoluut minimum beperkt zal blijven. Uiteraard vindt ALD hiermee niets nieuws uit. Denk maar aan de formule Flexdrive zoals Athlon die eerder al lanceerde. Aanvankelijk koestert ALD Automotive geen torenhoge commerciële ambi-

ties met Switch. “Het gaat er ons om in te spelen op een groeiende vraag naar mobiliteitsoplossingen op maat”, verduidelijkt Miel Horsten, General Manager van ALD Automotive. Hij voegt eraan toe: “Als testlab voor dergelijke nieuwe producten heb je een volgroeide markt als de onze nodig, zeker als je eventuele uitbreidingen van het aanbod op hun waarde wil kunnen aftoetsen.”

Citroën en Peugeot verhuizen Vanaf maandag 1 oktober vindt u de invoerders van PSA-merken Peugeot en Citroën niet langer op hun sinds jaren vertrouwde adressen in Nijvel en Brussel, maar wel in het Parc de l’Alliance (toepasselijke naam!) in Braine l’Alleud. Deze verhuizing is het gevolg van de beslissing die PSA in 2011 nam om voor de beide merken gemeenschappelijke organisatiestructuren op te zetten voor acht van de filialen die vallen onder de Commerciële Directie Europa. Ook in de Benelux trok men dus op zoek naar mogelijke synergieën, wat leidde tot een gemeenschappelijk adres voor de Belux en eentje in Amsterdam. Hierbij werd er uiteraard over gewaakt dat de individuele merken hun eigen identiteit, werking en

PSA PEUGEOT CITROËN BENELUX Parc de l’Alliance - Avenue de Finlande 8 1420 Braine l’Alleud - Algemeen nummer: 02/388.44.11

autonomie behielden. In de praktijk betekent dit dat u de vertrouwde contactpersonen van voor de verhuizing voortaan vindt op bovenstaand adres.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 21


FLEET&MOBILITY BELGISCHE AUTOMARKT

CVO-BAROMETER

sprekende cijfers Omdat er tot nu toe eigenlijk geen enkele objectieve doorlichting bestond van het Belgische wagenpark in zijn totaliteit, bestelden Febiac, Federauto en Renta er eentje bij KPMG. Het resultaat is een lijvig document dat maar liefst 111 pagina’s telt en dat een schat aan informatie bevat waarmee meteen een aantal clichés over bedrijfswagens uit de wereld worden geholpen. Tony DE MESEL en Dirk STEYVERS

U

iteraard besparen we u de volledige doorlichting zoals KPMG die documenteerde, hoe interessant wij die ook vonden. We lichten uit de analyse en uit de bijhorende enquête bij 2.000 autobestuurders (uitgevoerd door Indigov) liever een aantal opmerkelijke cijfers, die een aantal vastgeroeste misverstanden in de kiem smoren.

Het autosalon bewijst ieder jaar opnieuw hoe populair de auto in ons land wel is.

22 / Fleet Business # 191 - september-oktober

In de eerste plaats is het niet zo dat ons nationaal wagenpark voor de helft uit bedrijfswagens bestaat. Wat ruw geteld wel van toepassing is voor de nieuwe inschrijvingen, kan niet worden uitgebreid naar het complete Belgische wagenpark, dat ruim 5,3 miljoen personenwagens telt. Dit laatste bestaat immers voor 79% uit privéwagens,

bedrijfswagens zijn goed voor 15% (6% leasewagens en 9% auto’s ingeschreven op vennootschappen), de resterende 6 % zijn wagens van zelfstandingen (tabel 1). Kijken we naar het jaarlijks aantal afgelegde kilometers (tabel 2), dan zien we gelijkaardige cijfers: van de 84,85 miljard kilometer per jaar wordt er 70% door privéwagens afgelegd, 23% door bedrijfswagens en 7% door zelfstandigen. Uit de telefonische enquête blijkt (volkomen logisch) dat de niet-beroepsactieve mensen beduidend minder kilometers malen dan de beroepsactieve bevolking, maar het verschil tussen deze laatste twee categorieën bedraagt slechts 2,5%. Bovendien blijken werknemers met een bedrijfsvoertuig minder private kilometers af te leggen en meer (zuiver) professionele verplaatsingen te doen dan werknemers die met hun eigen auto komen werken. Impact op het milieu Dat bedrijfswagens doorgaans net iets groter zijn dan privéwagens kan geen verrassing heten, maar dat ze nauwelijks zwaarder op het milieu wegen, vraagt wel om een verklaring. Die moet in de eerste plaats gezocht worden bij de gemiddelde leeftijd van bedrijfswagens die met 3,63 jaar aanzienlijk lager ligt dan het nationaal gemiddelde van 6,9 jaar en zelfs 7,51 jaar voor de privéwagens. De vergelijkende tabel (nummer 3) hiernaast legt de verschillen in uitstoot


tussen een kleine oudere auto en een even krachtig, maar groter model overduidelijk bloot en toont aan dat moderne technologie de impact op het milieu kan temperen. De jongere leeftijd van het bedrijfswagenpark helpt ook verklaren waarom de CO2-uitstoot de voorbije 5 jaar slechts met 1% steeg, terwijl het aantal afgelegde kilometers met 10% toenam. Idem dito voor de daling inzake partikeldeeltjes (PM) en stikstofoxide (NOx) met 30% over dezelfde periode. België versus de rest Omdat bedrijfswagens nu eenmaal niet los kunnen worden gezien van de belasting- en loonlastenproblematiek in ons land trok KMPG na het zuiver nationale cijferwerk ook de grens over om uit te vogelen hoeveel een bedrijfswagen uiteindelijk kost aan een werknemer en werkgever. De verschillen die hieruit naar voren komen zijn alvast indrukwekkend. Bij eenzelfde brutojaarsalaris houdt een Belgische werknemer, op zijn Duitse collega na, het laagste nettoloon over in vergelijking met de ons omringende landen. Bovendien is de loonkost voor de werkgever enkel in Frankrijk nog hoger dan bij ons. De eindconclusie is dan ook dat België met ruim 56% de hoogste relatieve loonwig (loonkost werkgever verminderd met het nettoloon van de werknemer) heeft van alle landen. Bovendien neem dit percentage enkel toe naarmate het loon stijgt. Kortom, België als paradijs voor bedrijfswagens, vergt enige nuancering, want bedrijfswagens zijn binnen de huidige wetgeving eigenlijk enkel nog interessant als het om niet al te dure modellen gaat. Vraag om voorzichtigheid De drie federaties besluiten de studie met een paar vanzelfsprekendheden. Zo noemen ze de bedrijfswagen een onmisbaar werkinstrument voor een brede laag van de beroepsbevolking die door middel van dit voordeel hun torenhoge loonlast en dus hun koopkrachtdeficit deels gemilderd ziet. Dat de firmawagens door hun jongere leeftijd, zuiniger en milieuvriendelijker zijn leidt er dan weer toe dat zij als enige de dalende trend inzake CO2-uitstoot doorzetten (sinds het wegvallen van de fis-

1 \ wagenpark naar aantal en percentage Bron: FOD Mobiliteit & Vervoer; verwerking FEBIAC, 2011

type inschrijver

aantal

bedrijfswagens

770.321

wagens van zelfstandigen

15% 6% 79%

32.497

privéwagens

4.209.256

TOTAAL

5.304.074

I Bedrijfswagens I Wagens van zelfstandigen I Privéwagens

2 \ wagenpark naar aantal afgelegde kilometers per jaar Bron: FOD Mobiliteit & Vervoer; verwerking FEBIAC, 2011 type inschrijver

totaal aantal km (in miljard)

bedrijfswagens

19,47

wagens van zelfstandigen

23% 70%

7%

5,71

privéwagens

59,67

TOTAAL

84,85

I Bedrijfswagens I Wagens van zelfstandigen I Privéwagens

3 \ vergelijking van de uitstoot tussen een VW Golf uit 2003 en een VW Passat uit 2011 VW Golf 2003

VW Passat 2011

1900

1600

74

74

cc kW Euronorm CO2 (g/km)

3

5

138

114

CO (g/km)

0,57

0,13

Nox (g/km)

0,33

0,115

PM (g/km)

0,025

0,001

4 \ werknemer met bedrijfswagen type VW Golf en een brutojaarloon van 35.000 € België

Duitsland

jaarlijkse loonkost werkgever (€)

Nederland

UK

46.440

42.951

52.886

39.987

41.900

39.405

nettojaarloon werknemer (€)

20.330

19.568

23.370

26.317

20.360

25.484

loonwig (€)

26.110

23.383

29.516

13.670

21.540

13.921

loonwig (%)

56,22

54,44

55,81

34,81

51,4

35,33

cale stimuli voor particulieren). Ze noemen hem dan ook de “motor” van de technologische vernieuwing en de verdere vergroening van het wagenpark. Daarbij aansluitend vragen ze gezamenlijk om de nodige omzichtigheid bij het aanpassen van de autofiscaliteit. Ze wijzen op de mogelijke gevolgen

Frankrijk Luxemburg

voor onder meer de samenstelling van het wagenpark en de loonvoorwaarden, maar vooral ook op het economische belang van de autosector in ons land.


FLEET&MOBILITY FLEET CORNER

MICHEL SCHOUKENS, COLRUYT-GROEP

strak beheerde vloot Op 26 juni 2012, tijdens de laatste Fleet Corner voor de zomervakantie, kwam fleet-owner Michel Schoukens aan het woord. Als Procurement & Fleet Manager voor de Colruyt-groep is Schoukens samen met zijn team verantwoordelijk voor 3.780 vlootwagens, 280 leasingvoertuigen, 274 bestelwagens tot 3,5 ton, 196 bestelwagens tussen 3,5 en 19 ton, 61 trekkers en 785 opleggers. Ronduit indrukwekkende cijfers die om een stevig onderbouwd en strikt fleet management vragen. Dirk STEYVERS

D

e missie achter Colruyts vlootbeheer is alvast duidelijk: minder verbruik, minder CO2, minder fijn stof en minder lawaai bij een identiek comfort en een even grote autonomie tegen een zo gunstig mogelijke prijs. Vooral dat laatste is een sleutelelement, want het zet Colruyt ertoe aan om de zowat 650 voertuigen die het op jaarbasis aankoopt, volledig in eigen beheer te nemen.

Zelfs het onderhoud wordt in de eigen ateliers gedaan zodat Schoukens’ team ook voor de aankoop van wisselstukken verantwoordelijk is. Enkel het herstellen van koetswerkschade wordt uitbesteed. De car-policy die contracten van 6 jaar of 200.000 km voorziet, mag dan al strikt zijn (gering aantal klassen, geen overdaad aan modellen en zeker niet aan opties), ze wordt wel jaarlijks herbekeken. Idem dito voor de feitelijke aankoopbeslissing: ieder boekjaar wordt ingeschat of huren dan wel kopen de beste optie is voor het wagenpark van dat moment.

het toegewezen gemiddelde verbruik is een uitgekiende extra norm want zuinige chauffeurs kunnen hun voorbeeldig rijgedrag beloond zien met extra budget (voor een volgende wagen) of met extra vakantiedagen. Idem dito voor het aantal kilometers aan het einde van een contract. Mensen met een zware voet moeten dan weer eigen budget ophoesten. Veel excuses kunnen deze laatste alvast niet aandragen, want iedere werknemer met een firmawagen krijgt een cursus eco-driving en om de zes maanden wordt er voor iedereen een verbruiksbalans opgemaakt.

Uitgebreide testprocedure Aan de manier van werken wordt echter niet getornd. Ieder nieuw model wordt eerst twee weken door een vast panel getest zodat alle details voor een complete TCO beschikbaar zijn. Pas dan beslist men of een model al dan niet opgenomen wordt in de policy. Het autobeleid zelf omvat 6 voertuigklassen, 1 klasse met monovolumes en 1 klasse met alternatieve brandstoffen. Keuze hieruit wordt gemaakt op basis van de CO2uitstoot en het verbruik dat een werknemer in functie van zijn job krijgt toegewezen. Vooral

Uitnodiging Dat Schoukens in functie van de omvang van zijn vloot en de almaar strengere eisen die worden gesteld aan nachtdistributie veel inzet op alternatieve brandstoffen hoeft niet te verbazen. CNG, elektrische en hybride bestelwagens, plug-in hybrids, Colruyt heeft ze allemaal in omloop, zij het in beperkte aantallen of als testvoertuig. Het blijven volgens Schoukens immers overgangsbrandstoffen die allemaal moeten leiden tot het ultieme einddoel van een volledige vloot op waterstof: een duidelijke uitnodiging aan het adres van de constructeurs.

Michel Schoukens deed zijn fleet policy enthousiast uit de doeken tijdens Fleet Corner.

24 / Fleet Business # 191 - september-oktober



FLEET&MOBILITY FLEET PARTNER

GE CAPITAL FLEET SERVICES

zowel PEA als lokaal Naar aanleiding van de financiële crisis die in 2008 de kop opstak, heeft leasingmaatschappij GE Capital Fleet Services besloten om bij voorkeur enkel nog met grote pan-Europese en beursgenoteerde bedrijven te werken. Vanaf 2012 stelt GE Capital Fleet, gewapend met nieuwe aangepaste tools, weer zijn diensten ter beschikking voor pan-Europesee bedrijven en lokale firma’s in de Benelux. Tony DE MESEL

G

E Capital Fleet Services maakt deel uit van de grote GE-groep, die wereldwijd meer dan 300.000 mensen tewerkstelt. GE is een mondiaal bedrijf waaruit historisch een leasemaatschappij is gegroeid die wereldwijd contracten beheert van 1,2 miljoen voertuigen. In Europa en de Benelux zijn het er respectievelijk 220.000 en net iets meer dan 12.000. Als leasingbedrijf heeft GE Capital Fleet Services de reputatie vooral internationaal te werken met als voornaamste klanten bedrijven die in verschillende landen actief zijn. Sedert 2012 stelt GE Capital Fleet Services Benelux weer zijn diensten te beschikking van nationale bedrijven. Dit heeft in het voorbije jaar geleid tot een groei van meer dan 10%.

Credit crunch De reputatie om internationaal te werken werd nog eens versterkt, toen GE Capital Fleet Services in 2009 besliste om hun niet-strategische lokale klanten te informeren dat er geen nieuwe actieve business kon worden gedaan. Aan Al Pijnacker,

Al Pijnacker, Commercieel Directeur Benelux van GE Capital Fleet, benadrukt dat de tools die zijn bedrijf ter beschikking stelt zowel voor lokale als internationale klanten van nut zijn.

26 / Fleet Business # 191 - september-oktober

Commercieel Directeur Benelux van GE Capital Fleet vroegen we of dat geen bizarre manier is van werken. “De crisis van 2008 situeerde zich vooral omtrent de kredietwaardigheid van de banken. Er was wat we noemen een credit crunch. Om de financiële risico’s te beperken, is dan beslist om enkel nog met pan-Europese en beursgenoteerde bedrijven te werken. Dat verzekerde ons meer transparantie en vooral panEuropese schaalvoordelen. Ondertussen is de financiële crisis geëvolueerd en komt meer de kredietwaardigheid van de overheden ter discussie, en dat is iets helemaal anders. Deze strategie is voor ons in de Benelux zodanig positief uitgedraaid dat we in 2012 beslisten om ons, naast de pan-Europese klanten, opnieuw te richten tot lokale firma’s. Dat hebben we niet zo maar gedaan. We hebben een hele reeks tools waarmee het vlootbeheer kunnen verbeteren en ondersteunen. Uiteraard waren er een aantal klanten die niet meteen stonden te springen om weer met ons samen te werken, maar bij het merendeel genoten we de reputatie van een betrouwbare partner zodat we de klantenrelatie konden heractiveren.” Andere aanpak GE Capital Fleet Services heeft een hele reeks tools met de bedoeling het wagenparkbeheer te vergemakkelijken, transparanter te maken, kostenbesparend en tegelijk meer milieubewust te werken. “Zo hebben we ‘Clear Drive’, een web-based tool om het brandstofverbruik te beperken met tips, eco-rijopleiding en de opvolging van de cursisten. Er wordt ook berekend in welke mate er wordt bespaard. ‘Key Solutions’ spitst zich toe op consultancy in verband met de samenstelling van het wagenpark, de TCO-berekening, het opstellen van een aangepaste car policy, car sharing en het effect van thuiswerken. Verder wordt ‘Online Key’ aangeboden dat helpt met het online bestellen van voertuigen (iQuote) en het rapporteren (iReport). Uiteraard zal GE Capital Fleet Services blijven ontwikkelen voor 2013. Last but not least, gaat iManage nog verder in het analyseren van de kosten en in de rapportering. En dat is nu precies waar het tegenwoordig allemaal om draait, de TCO-approach.”



FLEET&MOBILITY FLEET PARTNER

GAUTHIER HELLEPUTTE, MERCEDES-BENZ BELUX

ambitieuze aanpak Gauthier Helleputte is actief bij Mercedes-Benz van bij het prille begin van zijn carrière. Net voor de zomer werd hij gepromoveerd tot Manager Fleet & Corporate Sales als opvolger van Wim Rommel. Michaël VANDAMME

N

ieuwe bazen, nieuwe wetten? “Reken daar maar niet te veel op”, lacht Gauthier Helleputte. “Per slot van rekening heb ik de luxe een structuur te erven die mijn voorganger Wim Rommel gedurende vele jaren uitgebouwd heeft. We mogen er prat op gaan over een efficiënte organisatie te beschikken, en daar wil ik op verder bouwen. Inmiddels is Wim als Sales Manager Trucks een nieuwe uitdaging binnen ons bedrijf aangegaan.”

Nieuwe modellen “Dit zijn boeiende tijden om het fleet departement van ons merk te mogen leiden”, benadrukt Gauthier Helleputte. “Onlangs kwam de nieuwe B-Klasse en nu is het de beurt aan de nieuwe A-Klasse, twee modellen die als geroepen komen in een periode waarin de fiscale context ernstig is veranderd. Tot voor kort beschikten we in het segment van de compacte auto’s over een 2.0-liter beschikten, nu hebben we in de nieuwe A-Klasse ook een 1.5-liter. Bovendien kunnen we met deze twee nieuwe modellen een nieuwe doelgroep aanspreken. Tegelijk hebben we interessante producten in onze meer traditionele segmenten. De tendens van downsizing en downgrading maakt onze ambitie niet kleiner. Met de E-Klasse Diesel HYBRID kunnen we hier weldra een pasklaar antwoord op geven.” Dat de sector met grote

28 / Fleet Business # 191 - september-oktober

moeilijkheden kampt kan toch niet ontkend worden? “Inderdaad”, antwoordt Gauthier Helleputte. “De context waarin we werken is ooit gunstiger geweest. Onze verkoop stagneert maar dat moet gezien worden in een markt die met 12% is gedaald. Dan is een nulgroei cynisch genoeg een erg degelijk resultaat.” Opleidingen “Het verhaal van Mercedes-Benz is inherent aan de Fleet verbonden”, legt Gauthier Helleputte uit. “Precies 70% van onze verkoop gaat naar klanten met een BTW-nummer. Een cijfer dat boekdelen spreekt. Deze realiteit inspireert ons om verder in dit segment te investeren. Heel concreet: ervoor zorgen dat onze verkopers volledig op de

hoogte zijn, niet enkel van de producten en diensten die ze aan de man brengen, maar ook van de recentste ontwikkelingen op fiscaal vlak. Kwestie van de meerwaarde van de eigen producten in de verf te kunnen zetten.” Groen graag Waar ziet Gauthier Helleputte zichzelf over enkele jaren. Of beter: waar mogen we hem over pakweg een vijftal jaar op afrekenen? “Een strikvraag (lacht)”, stelt hij. “Ik ben ervan overtuigd dat het aanbod voor de fleetsector van Mercedes-Benz tegen dan beduidend groener zal zijn dan vandaag. Ik hoop ook dat we het beter zullen doen dan vandaag al het geval is. Met onze modellen staan we alvast sterk. De rest ligt in onze handen.”

Gauthier Helleputte: “Dit zijn boeiende tijden om het fleet departement van Mercedes-Benz te mogen leiden.”



FLEET&MOBILITY FLEET-OWNER OF THE YEAR 2012 & FLEET SAFETY AWARD

GHISLAIN VANFRAECHEM, ERNST & YOUNG

de man achter de winnaar De lofbetuigingen uit het juryrapport voor de Fleet & Business Award ‘Fleet-owner of the Year 2012’ hoeven we niet opnieuw op te dissen, laten we liever kennismaken met de man achter prijswinnaar Ernst & Young. Dirk STEYVERS

Ghislain Vanfraechem bij een van de oplaadpalen voor zijn elektrische vloot poolwagens.

30 / Fleet Business # 191 - september-oktober


paspoort

G

hislain Vanfraechem is niet enkel ‘Fleet-owner of the year 2012’. Op 21 juni mocht hij tijdens de Fleet & Business Awards ook de Fleet Safety Award voor Ernst & Young ophalen. De hoogste tijd om met hem kennis te maken. Een gesprek met deze man is altijd boeiend. Niet alleen zit je aan tafel met een ervaren rot in het vak, je hebt er ook een uitstekende gesprekspartner aan die van veel markten thuis is, een warme persoonlijkheid, enthousiast en een uitstekende spreker. Een man die bovendien bijzonder trots is op deze titel die hij letterlijk omschrijft als een “grote erkenning” en die voor hem persoonlijk deuren opent.

Mijnheer Vanfreachem, mogen wij weten wat u deed voor u bij Ernst & Young aan de slag ging? Ghislain Vanfraechem: “Mijn carrière startte bij Interbrew als verantwoordelijke voor het wagenpark voor de distributie van Jupiler in Vlaanden. Zwaar rijdend materieel dus en mijn eerste kennismaking met het vrachtwagengamma. Vijf jaar later kwam ik in Zaventem op de luchthaven terecht, bij Avia Partner, als verantwoordelijke voor Ground Equipment, al het rollend materieel zeg maar. Ook daar bleef ik vijf jaar tot DHL me er weghaalde op het moment dat zij zich in Zaventem kwamen vestigen. Als Facility Manager was ik verantwoordelijk voor zowel real estate als het wagenpark en al het rollend materieel zoals de sorteerinstallatie. Hier bleef ik tien jaar lang en groeide door naar verschillende functies, tot Ernst & Young me in 2000 vroeg om een facilitaire organisatie op te starten. Mijn job als verantwoordelijke voor enkele Core-business Services omvat naast fleet ook real estate, procurement, travel, catering, security en safety. Fleet management vertegenwoordigt slechts 10% van mijn tijd, maar wel met een jaarbudget van 10 miljoen euro.” Welke belangrijke evoluties hebt u in die tien jaar meegemaakt? “Wat er in die periode voornamelijk veranderd is, is het begrip TCO, al spreken wij tegenwoordig zelfs al over TCM, Total Cost of Mobility. Daarom ook dat we met een project bezig zijn waarbij we de mensen niet langer een auto geven, maar een budget om zich te verplaatsen waarbij men een vervoermiddel kiest in functie van de te maken verplaatsing. De verantwoordelijkheid voor het budget ligt hier bij de eindgebruiker met als gevolg dat de functie van fleet manager ook een andere, meer op aankoop gerichte, invulling zal krijgen.” Vandaar dat u de New Mobility Mindset in het leven riep? “Inderdaad. Een nieuw project dat Ernst & Young in 2009 lanceerde rekening houdend met de doelstellingen van de topdirectie waarbij mijn inbreng onder meer fleet, innovatie, CO2-footprint en Corporate Responsibility waren. Last but not least, was en is er de duidelijke marktvraag. Hoe langer hoe

NAAM: Ghislain Vanfraechem GEBOORTEDATUM: 24 november 1954 in Leuven OPLEIDING: technisch Ingenieur elektromechanica BURGERLIJKE STAAT: gehuwd, 4 kinderen BEDRIJF: Ernst & Young sinds 2000 FUNCTIE: verantwoordelijke Core-business Services sinds 2000 OMVANG VLOOT: ± 1.100 voertuigen DIESEL: 95% BENZINE: 0% HYBRIDE EN ELEKTRISCH: 5% EIGEN LEASINGAUTO: in functie van mijn verplaatsing AANTAL: 40.000 km/jaar FAVORIETE LEASINGWAGEN: plug-in hybrides

meer multinationals vragen in tender-fase naar ons milieurapport, onze social responsibility-initiatieven, enzovoort.” Hoe ziet u dit naar de toekomst toe evolueren? “Ons mobiliteitsbudget past volledig binnen het plaatje van de toekomstige werknemer. Die hecht veel minder belang aan de status van een auto en bekijkt het rationeler. Op termijn denk ik dat we niet zonodig over een persoonlijke wagen zullen beschikken. Zoals onze fleetpolitiek kadert binnen onze Corporate Responsability-aanpak streven wij veeleer naar mobiliteit voor onze werknemers. Daarom blijven we voortdurend investeren in innovatie. Recent zijn wij nog gestart met een proefproject rond carpooling waarbij de deelnemers hun reisgedrag afstemmen via iPhone en iPad. Voor iedere verplaatsing kan je dan nagaan welke andere mensen jouw richting uitgaan en bereid zijn om samen het traject af te leggen. Het is de bedoeling dat dit platform – een initiatief van het Vlaams Instituut voor Mobiliteit – dan wordt uitgerold naar alle leden van Touring. Passen de tweewielers ook in een dergelijke strategie? “Zeer zeker, maar in onze sector is dat moeilijk. Iedereen bezit een laptop en neemt regelmatig dossiers mee. Ook het weer in onze contreien is niet altijd een stimulans. Reken daarbij dat fietsen in ons land ronduit gevaarlijk is en je zit met nogal wat beperkingen. Ook het openbaar vervoer is niet altijd toereikend. Het zijn remmende factoren die nog worden uitvergroot door het feit dat je voor alles een ander betaalbewijs nodig hebt in plaats van één enkele kaart zoals de Oyster-kaart in London. Wij zijn al jaren vragende partij…” Wat betekent de prijzen van Fleet-Owner of the Year en Fleet Safety Award voor u en uw team? “Het is een realisatie van Ernst & Young waar ik de kans heb gekregen om dit project uit te bouwen. Innovatie is een strategische pijler voor ons bedrijf, maar ieder project moet economisch gefundeerd zijn, met strenge payback-regels. Deze prijzen zijn een motivatie voor mezelf en mijn medewerkers. Het is een beloning, een erkenning dat we goed bezig zijn en dat is als dienstverleners binnen onze sector mooi meegenomen. ” Bedankt voor dit gesprek.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 31


FLEET&MOBILITY EVENT

MOBIMIX, MOBILITEITSCONGRES 2012

op zoek naar flexibele mobiliteit Mobimix speelt in op de trend waarbij het accent van vlootbeheer verschuift naar mobiliteitsbeheer.

Onder het thema flexibele mobiliteit verzamelden Brussels Metropolitan, Mobimix.be en de Vlaamse Stichting verkeerskunde begin juni zowat 200 mobiliteitsprofessionals voor een congres waar het accent lag op de HR-aspecten die het nieuwe mobiliteitsdenken met zich meebrengen. Dirk STEYVERS

D

e bedrijfswagen mag dan al een verworven recht zijn voor velen en een verleidelijk verloninginstrument voor anderen, toch komt dit voordeel en het loonmodel waarvoor het staat, tegenwoordig flink onder druk te staan. De roep om mobiliteit en de zorg om het milieu leiden immers tot accentverschuivingen waarbij werknemers niet langer in de eerste plaats een mooie auto op de oprit zoeken, maar wel een efficiënte oplossing voor hun persoonlijke woon-werkverplaatsingen. Overleg en debat Tijdens het congres werd daarom eerst het juridische en financiële kader voor deze nieuwe manier van denken gekaderd door de specialisten van Partena en het Nederlandse Radiuz. Nadien verdeelden de HR-managers en mobiliteitsspecialisten zich over drie parallelle workshops waarin zowel de toepassing van een mobiliteitsbudget, de oplossingen van mobiliteitsproviders als het HR-aspect (motivatie) van flexibele mobi-

32 / Fleet Business # 191 - september-oktober

liteit aan bod kwamen. Verschillende specialisten ter zake (van Mobistar, Athlon Car Lease en SD Worx over Out of Office tot Traject) zorgden voor interessante invalshoeken die niet uit de weg werden gegaan tijdens deze sessies en tijdens de daaropvolgende debatten met beleidsverantwoordelijken van verschillende instanties. Bijhorende beurs Aansluitend trokken de deelnemers in de namiddag naar de Tour & Taxis-site voor de Mobimix-beurs waar ze, na de uitreiking van de Business Mobility Awards, van dichtbij konden kennismaken met een vijftigtal ‘merken’ uit de diverse sectoren. Niet alleen de bekende autoconstructeurs promootten er hun duurzame producten, ook serviceproviders uit de leasingen mobiliteitswereld, IT-specialisten en producenten van alternatieve transportmiddelen hadden er hun plaats en bewezen dat het nieuwe mobiliteitsdenken tot boeiende praktijktoepassingen kan leiden.




FLEET&MOBILITY EVENT

Alle winnaars van de avond op een rij.

FLEET&BUSINESS AWARDS 2012

prijzen(&)regen Op 21 juni 2012 vond de langverwachte prijsuitreiking plaats van de 10de editie van de Fleet & Business Awards. Plaats van afspraak was De Montil in Affligem, maar in tegenstelling tot de bijna 500 aanwezigen tekende het mooie weer niet present. Dat kon de pret echter niet drukken, want er stonden maar liefst zes proclamaties en een heuse verrassing op het programma. Animator van dienst? Philippe Deborsu die niet verlegen zat om een (politieke) grap… Dirk STEYVERS

D

e verrassing werd al meteen bij het begin ‘verklapt’. Zowel het magazine, de website als de redactie van Fleet & Business werden na jaren van trouwe dienst grondig vernieuwd en te oordelen naar het warme applaus waarop dit werd onthaald, alvast een schot in de roos. Maar toen Deborsu samen met hoofdredacteur Tony De Mesel en afscheidnemend adjunct-hoofdredacteur Stijn Phlix de prijsuitreiking aankondigden, was de spanning plots te snijden. Prijsbeest De belangrijkste prijs van de avond en, bij uitbreiding, van het jaar, was wegglegd voor Ghislain Vanfraechem van het consultancybureau Ernst & Young. De jury verkoos hem tot Fleetowner of the Year 2012 en was daarbij vol lof over de hele rits innovaties binnen het vlootbeheer van dit bedrijf die een

nauwkeurige berekening en controle van de vlootkosten mogelijk maken. Reken daarbij de stimuli waarmee het bedrijf zijn bestuurders aanzet tot een nieuwe vorm van mobiliteit en meteen wordt duidelijk waarom deze terechte winnaar het haalde van Ingrid Van Den Borg van TelelinQ en Michel Grignard van BDO. Vanfraechem kreeg zijn award uit handen van van Pieter Larmuseau, Sales & Network Director van Toyota Belgium dat samen met Alphabet, Shell en Lexus deze prestigieuze prijs sponsort. Daar bleef het overigens niet bij voor Vanfraechem, want nauwelijks een half uur later werd hij opnieuw naar het podium geroepen om de Fleet Safety Award in ontvangst te nemen uit handen van Thierry Willemarck, Gedelegeerd Bestuurder van automobilistenvereniging Touring en sponsor van deze prijs. De alomvattende veiligheidspolitiek die resulteerde in aan-

Fleet Business # 191 - september-oktober / 35


FLEET&MOBILITY EVENT

De livemuziek zette de toon voor een gezellige avond.

toonbare lagere TCO-kosten en, opnieuw, de grote aandacht voor de betrokkenheid van de bestuurder, waren volgens het juryrapport doorslaggevende argumenten om ook deze prijs, die focust op het welzijn van de bestuurder, aan Ernst & Young toe te kennen. Hoe groener, hoe liever Bedrijven die doelbewust werk maken van een milieuvriendelijke vlootpolitiek met oog voor het samengaan van ecologische en economische belangen kwamen in aanmerking voor de Fleet Green Award. Deze prijs, die voor de zesde keer werd uitgereikt en daarbij de steun geniet van VAB, ging naar een bedrijf dat een verregaande milieustrategie in de praktijk omzet, onder meer door zijn bestuurders te doen overschakelen naar duurzame mobiliteitsalternatieven zoals elektrische en hybride voertuigen en door een mobiliteitsbudget te hanteren. Rob Ceurvels, Senior Accountmanager van mobiliteitsorganisatie VAB overhandigde de Fleet Green Award dan ook aan een overgelukkige Karel Boussu van Mobister, die hoger scoorde dan Pieter Sanders van ALPRO en Koen van Cauter van JC Decaux.

Fleet-owner van het jaar en de Fleet Safety Award: Ghislain Vanfraechem kon met twee prijzen naar huis.

Meer dan 450 genodigden tekenden present op de belangrijkste prijsuitreiking van het jaar.

36 / Fleet Business # 191 - september-oktober

Wie het kleine niet eert‌ De Small Fleet Award, die voorbehouden is voor vlootverantwoordelijken met maximaal 50 voertuigen in hun wagenpark, werd dit jaar voor de tweede keer uitgereikt. Deze prijs werd oorspronkelijk in het leven geroepen om tot een vlottere uitwisseling te komen van de best practices onder kleinere vlootbeheerders. Voor 2012 werd Gert Laureyssens van OCAS tot winnaar uitgeroepen omdat hij een kostenbewuste maar tegelijk motiverende car-policy uittekende die qua veiligheid de bestuurder op zijn verantwoordelijkheden wijst. Tweede werd Evelien Putman van Tailormade Logistics, derde was Nicole Sabo van Bopro. Vermits Volkswagen en Total sponsors zijn van deze prijs mocht Marketing & Development Manager Cards Total StÊphanie De Waele de winnaar persoonlijk feliciteren. Vernieuwing als leidraad Last but not least, werden er voor het eerst ook nog twee Fleet Innovation Awards uitgereikt. De eerste, die voor toeleveranciers, kwam toe aan Ludo Stevens van Vebabox (zie verderop in dit nummer). Het bedrijf ontwikkelde immers een mobiele koelbox die in elke bestelwagen of vrachtwagen kan worden gemonteerd zonder dat er aanpassingen aan het


Na de prijsuitreiking werd nog lang en druk nagekaart.

voertuig zelf vereist zijn. Vooral naar flexibiliteit en kostenefficiëntie een prima oplossing dus en eentje waartegen respectievelijk Djengo en Fleet & Driver Car het moesten afleggen. Dirk Gauwberg, Director Sales & Marketing bij AXA Assistance, overhandigde Ludo Stevens zijn welverdiende trofee. De Fleet Innovation Award voor fleet-owners werd uitgereikt door Luc Sano, Corporate Fleet & Sales Manager bij Hyundai Belgium. Met deze prijs willen de organisatoren en de sponsor een project of een tool van een vlootverantwoordelijke bekronen die bijgedragen heeft tot een efficiënter vlootbeheer op

het vlak van kosten of mobiliteit. Ingrid Van Den Borg van TelelinQ, die al tweede was geworden bij de Fleet-owner of the Year Award, wist de jury te bekoren met haar On Wheelssysteem: een gebruiksvriendelijke webtool die in huis werd ontwikkeld en die een efficiënt vlootbeheer mogelijk maakt over de 5 vestigingen van TelelinQ heen. Na de prijsuitreiking werd er bij een hapje en een drankje door de talrijke aanwezigen en de winnaars tot in de late uurtjes nagekaart en geklonken op welverdiende ereplaatsen en trofeeën. Meteen gaf men elkaar ook al afspraak voor de volgende editie aan het begin van de zomer van 2013.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 37


VAN&BUSINESS KORTE TEST

Er is keuze tussen een korte en een lange wielbasis.

OPEL COMBO

pasta op zijn Duits Waar het kan, zoekt Opel industriële partners om de kosten te beperken. Voor zijn middelgrote en grote bestelwagens, de Vivaro en de Movano, werkt de Duitse autobouwer samen met Renault. Voor de nieuwe Combo ging Opel shoppen in Turijn bij Fiat. Tony DE MESEL

D

e Combo’s van de eerste en de tweede generatie waren beiden afgeleid van de compacte Opel Corsa. Voor zijn nieuwe versie heeft Opel serieus aan kostenbesparing gedaan en ging het aankloppen bij Fiat. De Opel Combo is niets meer dan een ‘copy/paste’-versie van de Fiat Doblo. Beide auto’s verschillen enkel door hun merkemblemen en uitrustingsniveau. Ze worden trouwens in dezelfde fabriek in Turkije gebouwd.

het laadvolume 4,4 m3. De uitvoering met korte wielbasis kan ook worden besteld met achteraan een openklapbare dakluifel voor het vervoeren van ladders of andere lange voorwerpen. Bij de Combo met een lange wielbasis bedraagt het maximale laadvolume 4,4 m3 en het is mogelijk om twee europallets te laden. Het laadvermogen loopt op tot 1 ton en naargelang het type motor varieert het sleepvermogen van 1 tot 1,5 ton.

Ruim van binnen De Opel Combo is dus van oorsprong een Italiaans design maar dat zal hem toch geen schoonheidsprijs opleveren. Zijn roeping ligt duidelijk ergens anders. Deze rivaal van onder meer de Citroën Berlingo, Peugeot Partner, Renault Kangoo en VW Caddy, is in de eerste plaats een praktische tool en daar munt hij echt in uit. De versies Tour en Combi zijn voor personenvervoer, maar wij spitsen ons toe op de utilitaire Cargo-uitvoering, verkrijgbaar is met een ‘gewone’ of lange wielbasis. De laadruimte is bereikbaar via wijd open klappende asymmetrische deuren of een laadklep. Optiemogelijkheden zijn één of twee zijdelingse schuifdeuren en een verhoogd dak. Volledig of gedeeltelijk geblindeerde flanken zijn ook mogelijk. De beschikbare laadruimte is indrukwekkend. Met korte wielbasis en een verhoogd dak bedraagt

Rijden De Combo Cargo is verkrijgbaar met zes verschillende motoren die allen van Fiat komen en als optie combineerbaar zijn met een stop/start-systeem . Naast een 1.4 met benzine of CNG zijn er vier diesels. De 1.3 CDTi (90 pk, vijf versnellingen) is eerder geschikt voor kortere afstanden. De 1.6 CDTi (90 of 105 pk) lijkt ons in zijn krachtiger uitvoering met zes versnellingen de beste allrounder. De ware krachtpatser is de 2.0 CDTi die geschikt is voor het zware werk zowel wat lading als afstanden betreft. Tijdens het rijden is motorgeluid goed hoorbaar en bij hogere snelheden is er behoorlijk wat windgeruis. De ophanging is dan weer vrij absorberend en dit zowel in beladen als onbeladen toestand. Met deze Combo is Opel goed gewapend om de markt te lijf te gaan. Bovendien kan de constructeur uitpakken met een ruim dealernetwerk.

38 / Fleet Business # 191 - september-oktober



VAN&BUSINESS KOELTECHNIEK

VEBABOX

hou het koel Op 21 juni kreeg VebaBox de Fleet Innovation Award voor Fleet Suppliers toebedeeld. Het bedrijf ontwikkelt en bouwt koelboxen voor bestelwagens en vrachtwagens. Het accent ligt op koelboxen die makkelijk te plaatsen en weer te verwijderen zijn zonder het voertuig aan te passen. Tijd om het systeem even van naderbij te bekijken. Tony DE MESEL

D

e VebaBox is een kant en klare grote koelbox die via een stekker op de boordspanning van de auto werkt. In tegenstelling tot de traditionele koelwagens, worden er dus geen aanpassingen aan het voertuig gedaan. De thermische isolatie en koelmotoren maken deel uit van de koelbox. Omdat het voertuig geen aanpassingen ondergaat, heeft hij bij verkoop een hogere inruilwaarde. Kortom de remarketing verloopt vlotter en de TCO ligt lager. Bovendien kan de koelbox daarna makkelijk in een andere wagen worden overgebracht. Mocht de auto omwille van een langdurige reparatie tijdelijk buiten dienst zijn, dan kan de koelbox worden overgeplaatst in een vervang-

wagen, zoals een huurauto. De koelbox kan naargelang zijn formaat manueel of met een vorkheftruck van de ene auto in de andere worden overgebracht. Verschillende mogelijkheden De koelbox kan op maat worden gemaakt of heeft een standaardformaat dat afgestemd is op de meest courante types bestelwagen. De koeling wordt verzekerd door een systeem bestaande uit verschillende motoren en een regelelektronica die op laagspanning (12/24VDC) werken. Verder kan de VebaBox worden aangesloten op de netspanning (230VAC), bijvoorbeeld voor nachtkoeling. Ook bij hogere omgevingstemperaturen van 40° tot 50° C, zorgen de

koelmotoren voor een correcte koeling. De speciaal door VebaBox ontwikkelde koelmotoren hebben een hoog rendement waardoor de warmteontwikkeling buiten het koelsysteem, en dus in de laadruimte, beperkt blijft tot 4 à 5° C. Betrouwbaar Omdat de koelbox altijd is voorzien van meerdere koelsystemen is de betrouwbaarheid erg hoog. Zelfs als nog maar de helft van de koelsystemen in werking is, wordt de temperatuur behouden. De regelelektronica bewaakt de temperatuur op 1°C nauwkeurig en staat bovendien in contact met een temperatuurdisplay voorzien van tiptoetsen om de temperatuur nauwkeurig te bewaken en in te stellen. Verder zijn auditieve en visuele alarmsystemen voorzien, mocht een kritische waarde (te laag of te hoog) worden overschreden. Het verloop van de temperatuurcontrole kan ook via een print worden weergegeven. Voor transport binnen bijvoorbeeld de farmaceutische sector, kan de gewenste temperatuur ook boven het vriespunt tot op de graad nauwkeurig worden ingesteld. Het is zelfs mogelijk om een box te voorzien van verschillende compartimenten waarin verschillende gewenste temperaturen tegelijk worden ingesteld.

Met de VebaBox wordt de auto zelf niet beschadigd.

40 / Fleet Business # 191 - september-oktober



VAN&BUSINESS MARKTANALYSE

VLOTEN LICHTE BEDRIJFSWAGENS

een volwaardige markt! Waar vind je de echte Belgische markt van lichte bedrijfswagens? Bij de kleine zelfstandigen? In Brussel? De analyse van Fleet Profile, gebaseerd op meer dan 12.000 interviews per jaar, maakt komaf met een paar vastgeroeste ideeën...

V

an de 12.500 Belgische vloten in de gegevensbasis van Fleet Profile heeft ongeveer de helft (5.686 om precies te zijn) minstens één lichte bedrijfswagen. In totaal tellen deze vloten echter 84.868 bestel- en lichte vrachtwagens. Dit weegt dan ook zwaar door op een markt die goed is voor maar liefst 50.000 voertuigen per jaar! Ja, een paar heel grote vloten (de Post, Belgacom, Fabricom) jagen die cijfers de hoogte in en hun aanbestedingen kunnen zwaar invloed hebben op de resultaten van de grootste constructeurs, maar het grootste

Yannick Mathieu, Fleet Profile yannick.mathieu@ fleetprofile.be

1\ aantal vloten lichte bedrijfswagens per regio en sector Antwerpen

Waals Brabant

Brussel

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Oost Vlaanderen

Vlaams Brabant

West Vlaanderen

TOTAAL

government

132

53

103

145

138

71

66

72

125

121

118

1144

construction & contractors

171

23

42

70

74

114

19

29

155

45

134

876

wholesale durables and non-durables

175

25

64

44

45

56

6

18

95

113

89

730

services

129

19

76

32

35

33

8

12

69

78

59

550

road, air, sea transportation

93

4

23

15

26

19

2

9

40

36

36

303

retail

51

9

13

17

19

22

2

7

38

30

34

242

metal industry

34

8

5

28

20

34

2

7

46

8

48

240

mechanical industry

35

7

9

13

15

20

1

1

28

27

44

200

healthcare, hospital, ...

24

2

14

20

23

17

7

9

35

13

27

191

food & beverage industry

46

7

7

14

12

7

10

10

31

14

32

190

chemical & pharmaceutical industry

30

9

15

22

15

13

5

4

26

9

18

166

wood, paper, furniture industry

24

3

3

6

12

10

5

2

25

20

38

148

IT industry

34

6

12

5

10

9

2

18

27

11

134

1073

190

462

483

501

476

195

812

589

769

5686

TOTAAL

42 / Fleet Business # 191 - september-oktober

136


2\ aandeel van de merken LBW per regio Antwerpen

Waals Brabant

Brussel

Henegouwen

Luik

Limburg

Luxemburg

Namen

Oost Vlaanderen

Vlaams Brabant

West Vlaanderen

TOTAAL

Renault

211

51

130

156

134

66

45

57

160

128

149

1287

Mercedes

175

27

76

62

105

97

18

37

151

124

148

1020

Volkswagen

178

35

102

94

97

75

33

50

124

111

109

1008

Citroën

158

36

127

120

104

68

38

53

94

82

116

996

Peugeot

137

47

102

98

114

44

31

39

135

84

117

948

Ford

188

25

64

57

100

111

25

28

121

95

105

919

Opel

101

28

48

60

55

18

10

25

85

61

87

578

Fiat

69

25

33

55

58

27

15

20

56

26

69

453

Iveco

48

8

23

21

32

29

12

11

45

47

49

325

Nissan

48

11

19

18

16

12

6

7

32

27

16

212

Toyota

22

6

12

14

17

8

9

8

18

12

12

138

Mitsubishi

23

4

4

18

20

5

5

6

9

11

13

118

2465

499

1220

1283

1373

1050

399

547

1873

1421

1802

13932

TOTAAL

potentieel moet je toch zoeken bij de zowat vloten van 11 tot 25 voertuigen waar ook lichte bedrijfswagens deel van uitmaken. De administraties en Antwerpen eerst De bovenstaande markt is helemaal anders dan de automarkt, gezien het ‘gewicht’ van de betrokken sectoren. De grote verbruikers van auto’s (IT, farmaceutica en banken hebben niet geaarzeld om de bedrijfswagen als verloninginstrument te gebruiken) worden hier verwezen naar de 10de plaats. De administratieve sector met zijn 1.000 opgelijste vloten komt hier ruim aan kop van de rangschikking. Hij weegt meer door dan andere activiteiten, waar het vervoer van materieel en

zelfs personeel, regeert: de bouw, de distributie, de dienstverlening en natuurlijk de wegvervoerders zelf. De geografische spreiding van die vloten lichte bedrijfswagens verbaast dan weer, want ze bewijst dat Brussel hier heel weinig betekent. Het grote potentieel van lichte bedrijfswagens vind je niet in de hoofdstad (die eerder is toegespitst is op IT en farmaceutica). Integendeel, de provincie Antwerpen levert meer dan 1.000 dergelijke vloten, ruim meer dan de twee ‘Vlaanderens’ en Vlaams-Brabant. Zelfs Henegouwen, Limburg en Luik leveren meer klanten dan Brussel! Onze laatste tabel geeft een analyse van de aandelen der merken. Waar Citroën doorgaans overheerst op de markt van de lichte bedrijfswagen, is het maar 4de bij de vloten, wat betekent dat het merk er nog steeds niet in geslaagd is door te breken op die markt, al houdt het nipt zijn rivaliserende neef Peugeot af. De derde Fransman, Renault, overheerst hier duidelijk, gevolgd door Mercedes en Volkswagen. Meer nog dan bij de auto’s stel je vast dat de vloten sterk gericht zijn op de Europese constructeurs. Het aanbod van de Japanners dekt nog altijd niet de behoeften van onze markt. Tot slot zijn er enkele regionale verschillen, bijvoorbeeld het aandeel van Ford in Limburg, dankzij de fabriek...

Door hun omvang wegen de vloten met lichte bedrijfswagens nadrukkelijk door op de totale bestelwagenmarkt in ons land.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 43


AUTO SEGMENTTEST

VOLVO V40 EN ZIJN CONCURRENTEN

één van bij ons De nieuwe Volvo V40 wordt uitsluitend in Gent gebouwd en is een cruciaal model voor de Zweedse autobouwer. Hij positioneert zich te midden het zogenaamde C-segment. We plaatsen hem tegenover zijn meest rechtstreekse concurrenten: de pas vernieuwde Audi A3, de derde generatie van de Mercedes A-Klasse, de BMW 1-Reeks, die pas een jaar oud is, en de knappe Alfa Romeo Giulietta. Tony DE MESEL

D

e klassieke S40, een sedan met aparte koffer, en de technisch identieke V50, een break die het vooral goed deed in de fleetsector, zijn beiden uit productie genomen. Ze worden in één klap vervangen door de fonkelnieuwe V40 die enkel als vijfdeurs bestaat. De productie kwam schoorvoetend op gang in mei en ondertussen is de commerciële lancering op kruissnelheid belandt. In tegenstelling tot zijn voorgangers, de S40 en de V50, zweeft de nieuwkomer niet langer tussen twee segmenten maar positioneert hij zich resoluut in de kern van het C-segment dat gedomineerd wordt door de Volkswagen Golf, de Ford Focus, de Renault Mégane en de Opel Astra. Maar Volvo ziet de ware concurrenten eerder in de premiummodellen van deze categorie. Voor de V40 wordt het beslist niet makkelijk om het op te nemen tegen drie Duitse tenoren. Twee daarvan zijn ook aan hun lancering toe: de nieuwe Mercedes A-Klasse en de kersverse Audi A3. De BMW 1-Reeks op zijn beurt, is nog niet eens een jaar op de markt en geniet in de fleetsector van een enorm succes. Outsiders zijn de Alfa Rome Giulietta en eigenlijk ook de Citroën DS4 en de hybride Lexus CT 200h. Omdat de V40 enkel als een vijfdeurs hatchback en niet als een break verkrijgbaar is, dreigt Volvo een deel van zijn klanten, die in het verleden voor de V50 kozen, te verliezen. Bij Volvo wordt gehoopt dat zij een upgrade doen naar de V60, wat niet evident is in tijden dat er vooral van downsizing wordt gesproken.

44 / Fleet Business # 191 - september-oktober

Knap van buiten Laat er geen twijfel over bestaan de V40 zal alleszins geen klanten verliezen door zijn design. De nieuwe compacte Volvo verbaast vriend en vijand met een bijzonder geslaagde look die qua dynamische uitstraling en stijl verwant is met de grotere V60. Tegelijk heeft het designteam enkele typische Volvo-kenmerken geïntegreerd zoals de V-vormige snuit, het typische koelrooster, de opstaande achterlichten en de geaccentueerde schouders die de glaspartij scheiden van het onderste deel van de koets. De achterruit verwijst naar de C30 en de vroegere 1800ES zonder daarom de retro-tour op te gaan. De motorkap is bijzonder laag en toch is het Volvo gelukt om mogelijke blessures bij het aanrijden van een voetganger te beperken. Bij een dergelijke aanrijding floept de motorkap even naar boven en verschijnt er een externe airbag tussen de motorkap en de voorruit; een ware primeur en dan nog standaard op alle versies! Volvo, die voor het eerst de driepuntsgordel introduceerde op het einde van de verre jaren vijftig, doet dus weer zijn reputatie als veiligheidspecialist alle eer aan. Dit werd onlangs nog eens extra bewezen in de Euro NCAP-testen waar de nieuwe V40 kan pronken met de beste score ooit in dit segment. Vooral voor de bescherming van de inzittenden en de voetgangers scoorde hij wonderwel. Opmerkelijk is bovendien dat elke V40 een knie-airbag voor de bestuurder en het ‘City


Onder de laag gemonteerde motorkap schuilt een externe airbag voor de bescherming van voetgangers.

Het instrumentenbord met virtuele tellers en een zwevende middenconsole.

Safety’-systeem standaard meekrijgt. Dit laatste is een noodremfunctie die tot 50 km/u aanrijdingen helpt vermijden. Mooi van binnen Achter het stuur ontdek je een eenvoudige boordplank die bijzonder overzichtelijk is en in ware Zweedse stijl is uitgevoerd. Nieuw zijn de virtuele tellers. De bestuurder kan kiezen tussen drie configuraties. In de ecomodus bijvoorbeeld zijn de tellers blauw getint met centraal de snelheidsmeter en links een ecometer die je rijstijl in functie van het verbruik en de CO2uitstoot beoordeelt. Rechts is een kleine opstaande toerenteller voorzien. Kies je voor de sportmodus, dan is het de toerenteller die centraal staat met daarin een digitale snelheidsaanduiding. Voor de verlichting van het interieur kan gekozen worden tussen acht verschillende tinten. Knap gevonden. Zoals we dat gewoon zijn van Volvo, is de V40 gezegend met uitstekende stoelen, die tegelijk vast, ondersteunend en comfortabel aanvoelen. Deze Volvo wordt best als een vierzitter beschouwd. Voor korte afstanden is het wel mogelijk een vijfde passagier mee aan boord te nemen. De middelste passagier zit iets meer naar voor waardoor hij extra schouderruimte heeft. De ophanging is absorberend en de geluiddemping is uitstekend. De koffer is uiterst moduleerbaar met een dubbele bodem die in verschillende standen kan worden geplaatst. De neer

geklapte leuning sluit vlak aan bij het bovenste deel van de koffervloer. In tegenstelling tot de S40/V50 vinden we in het interieur meer bruikbare opbergruimtes. Er is zelfs een plaatsje voorzien voor een ijskrabber! Rijden maar De 1,6 liter diesel (115 pk) van de V40 D2 is een motor die we terug vinden in andere Volvo-modellen maar ook wordt gebruikt door onder meer Citroën, Peugeot en Ford. Het is een soepele krachtbron die wordt gekoppeld aan een precies schakelende manuele zesbak. Deze combinatie is voldoende voor verplaatsingen in België. Voor veelrijders die al eens naar Frankrijk of Duitsland gaan, is de D3 (150 pk) en de D4 (177 pk), beiden met vijfcilinders, beter geschikt. Welke versie je ook kiest, de V40 beschikt over een uitstekende ophanging die > deels verwant is met die van de S60/V60.

Fleet Business # 191 - september-oktober / 45


AUTO SEGMENTTEST

Alfa Romeo Giulietta: verleider E

en Alfa moet er goed uitzien en dat is met de Giulietta zeker het geval. Het blijft niet bij schone schijn want deze Alfa is een volwaardige vierzitter. Het behoorlijk ruim interieur is knap aangekleed maar de assemblagekwaliteit is van mindere kwaliteit in vergelijking met zijn directe concurrenten. De koffer heeft een volume van 350 liter. Het laden en lossen verloopt wel wat moeilijk door de vrij kleine opening en de hoge laaddrempel. Ook de zichtbaarheid naar achteren is eerder beperkt. Het interieur is een mengeling van oud en nieuw met bijvoorbeeld traditionele verzonken ronde klokken en een driespakig stuurwiel. De integratie van de radio en de optionele navigatie, die beiden helaas moeilijk te bedienen zijn, maakt dan weer duidelijk dat deze Giulietta geen retroproduct is. De Giulietta is meer dan een Fiat die even bij de stylist is geweest. Hij heeft een eigen karakter en dat dankt hij vooral aan zijn bekwaam onderstel en zijn uitstekend rijgedrag. Ook is hij leverbaar met gewillige motoren. De benzines spreken het meest tot de verbeelding, maar voor de fleetsector zijn het uiteraard de diesels die van tel zijn. De 1.6 JTDM

(105 pk) laat de laagste CO2-uitstoot (114 g/km) optekenen maar is op dat vlak zeker niet toonaangevend. De meest homogene diesel is de 2.0 JTDM (119 g/km) met 136/140 pk. De krachtigste is de 2.0 JTDM (163/170 pk).

Audi A3: degelijke afwerking D

e A3 van de derde generatie staat in de startblokken. De nieuwkomer weegt tot 80 kilogram minder dan zijn voorganger. Verder pakt de A3 nieuwe stijl uit met een bijdetijdse topuitrusting. Als je de auto in profiel bekijkt, is het moeilijk om een onderscheid te maken met zijn voorganger. Evolutie is hier de teneur. De A3 meet 4,24 meter en is daarmee 4 centimeter langer dan het uittredend model. De proporties zich lichtjes veranderd. De wielbasis is iets groter, de frontale overhang is dan weer kleiner en hij werd 1,2 centimeter breder. Voorlopig is er enkel een driedeurs. Begin 2013 komt er een vijfdeurs die Sportback zal heten. De A3 laat vooral door zijn feilloze afwerking een sterke indruk na. Minder gunstig is zijn prijs en het kostenplaatje van de opties. De meest indrukwekkende motor is de 1.4 TFSI (benzine) waarbij twee van de vier cilinders zich automatisch uitschakelen bij beperkte belasting wat uiteraard een gunstige invloed heeft op het verbruik en de CO2-uitstoot die beperkt blijft tot 120 g/km. Toch zal de 1.6 TDI het grootste succes kennen. Deze motor met 105 pk laat een gemiddeld normverbruik

46 / Fleet Business # 191 - september-oktober

optekenen van 3,8 l/100 km, wat overeenkomt met een CO2-uitstoot van 99 g/km en een fiscale aftrekbaarheid van 90% oplevert. Bij de uitstekende 2.0 TDI met 150 pk (106 g/km) is dat 80%. In een later stadium voorziet Audi een DSG-transmissie met dubbele koppeling en met – naargelang de versie – 6 of 7 overbrengingen.



AUTO SEGMENTTEST

BMW 1-Reeks: rijmachine H

et design van de 1-Reeks verwijst nog altijd naar zijn voorganger maar het gedrongen lijnenspel is vervangen door meer rondingen. Wel ziet het front er behoorlijk massief uit. BMW voorziet twee varianten: de Sport en de Urban. De Sport krijgt een verlaagd onderstel met aangepaste grotere wielen en hij is herkenbaar aan onder meer een zwart koelrooster. De Urban heeft een conventionelere vering en valt op door zijn witte koetswerkaccenten voor onder meer het radiatorrooster en de velgen. Welke versie je ook kiest, het instrumentenbord flatteert door zijn overzichtelijke lay-out en verzorgde materiaalkeuze. De grootste kritiek op de vroegere 1-Reeks had te maken met het comfort en de binnenruimte. Aan dat laatste werd gesleuteld, want de wielbasis groeide met 3 cm. Dat vertaalt zich in extra beenruimte achterin en de langere achtersteven zorgt voor meer kofferruimte. De achterbank kan in een 40/20/40-verhouding worden neergeklapt. Toch is deze BMW verre van een ruimtewonder en dat heeft alles te maken met de ver naar achteren geplaatste motor die in langsrichting staat opgesteld en gecombineerd

wordt met achterwielaandrijving. Dit resulteert wel in een neutraal rijgedrag. De 2.0-liter diesel is leverbaar als 116d (116 pk), 118d (136/143 pk) en 120d (163/184 pk). Met de 118d noteerden we een gemiddeld verbruik van slechts 5,7 l/100 km.

Mercedes A-Klasse: even anders D

e Mercedes A-klasse van de derde generatie heeft nog weinig te maken met zijn voorgangers, die opvielen door hun hoge koetswerk. De kersverse A-Klasse is wel nog een voorwielaandrijver en het basismodel uit het Mercedesgamma, maar hij is een fikse 16 centimeter lager. Bovendien is hij aanzienlijk breder en is hij 46 centimeter langer. Dat vertolkt zich in een bijzonder dynamisch design. Het resultaat is dat je als bestuurder niet langer precies in een monovolume zit, maar wel in een sportcoupĂŠ. De cijfers bevestigen dit. De zitpositie is een 18 centimeter lager en het gevoel dat daarbij hoort wordt nog eens geaccentueerd door het hoge dashboard. Het instrumentenbord zelf is geĂŻnspireerd op dat van de SLS met ronde analoge klokken, vijf ronde ventilatiemonden, een driespakig met leder bekleed stuurwiel, alu-accenten en een koolstofmotief. Met uitzondering van de sportief aangeklede A 250, die over een verlaagde ophanging beschikt, zijn alle andere versies ontzettend comfortabel. De 200 CDI (136 pk) die we proef reden, was voorzien van een 7G-DCT versnellingsbak. Het komt er op neer dat je over

48 / Fleet Business # 191 - september-oktober

zeven versnellingen beschikt en dat je ofwel automatisch rijdt of manueel en sequentieel schakelt. Met deze versnellingsbak blijft de CO2-uitstoot beperkt tot 109 g/km. Met de manuele zesbak is dat 111 g/km. We noteerden een gemiddeld testverbruik van 6,3 l/100 km.



AUTO SEGMENTTEST

cijfers om te vergelijken

Volvo V40 D2

Alfa Romeo Giulietta 2.0 JTDM

Audi A3 2.0 TDI

BMW 116d

Mercedes A 200 CDI

brandstof

diesel

diesel

diesel

diesel

diesel

cilinderinhoud (cc)

1560

1956

1968

1995

1796

fiscaal vermogen (pk)

9

11

11

11

11

84/115 bij 3600

110/136 of 103/140 bij 4000

110/150 bij 3500

85/116 bij 4000

100/136 bij 3600-4400

koppel (Nm bij tpm)

270 bij 1750

350 bij 1500

320 bij 1750-3000

260 bij 1750-2500

300 bij 1600-3000

gemiddeld normverbruik (l/100 km)

3,6

4,5

4,1

4,3

4,3

gemiddeld testverbruik (l/110 km)

6,3

6,5

5,7

5,7

6,3

CO2 (g/km)

94

119

106

114

111

rijbelasting (€)

263,87

396,66

396,66

396,66

396,66

TMC Brussel, Wallonië, Leasing (€)

123

867

867

495

495

BIV Vlaanderen (€)

345

394

367

382

367

fiscale aftrekbaarheid

90%

75%

80%

80%

80%

VAA gebruiker (€)

1.064

1.587

1.386

1.547

1.687

basisprijs zBTW/mBTW (€)

19.000/22.990

19.371/23.440

20.249/24.500

20.165/24.400

22.900/27.709

koffervolume (l)

335-1032

350/-

365-1100

360-1200

341-1157

vermogen (kW/pk)

>

fleetbalans: VOLVO V40 De billijke aankoopprijs in combinatie met een hoge inruilwaarde hebben uiteraard een gunstige invloed op de TCO en de leaseprijs. De impact van de meerprijs van de opties wordt voor een groot deel gecompenseerd door een lage CO2-waarde bij de D2-versie. Die blijft beperkt tot 94 g/km, maar kan wel oplopen tot 99 g/km als er voor grotere velgen dan 17 duimers wordt gekozen. Tijdens de test noteerden we een gemiddelde van 6,3 l/100 km. Wat meer snelwegkilometers en een minder prestatiegerichte rijstijl kunnen dit cijfer makkelijk onder de kaap van 6 l/100 km laten duiken.

50 / Fleet Business # 191 - september-oktober




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.