LogON 1

Page 1

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4099 Awans BC 30805

#001 mars - avril - mai 2013

MMM Business Media – Périodique trimestriel d’information – Prix : 13 EUR – Bureau de dépôt : Awans – P915755

www.logon-euregio.com

EDC’s in de Euregio Maas-Rijn

3PL Hintzen : Clevere Logistik

Shippers Papier: Multimodaal als het kan

Infra East Belgium Park : Pôle d’attraction


14

EDC's in de Euregio Maas-Rijn: Europese Distributiecentra in de Euregio Maas-Rijn hebben vaak één en dezelfde eis: kunnen leveren binnen 24 uur na de bestelling. De spelers die wij ondervroegen komen uit heel verschillende sectoren maar zweren wel bij een identieke aanpak.

20 3PL - Gobo Het familiebedrijf Gobo uit Lanaken opent voor zichzelf nieuwe perspectieven met investeringen op het vlak van multimodaal transport.

42 Infra - Barge Terminal Born De Barge Terminal Born voor de binnenvaart werd voor 10 miljoen euro uitgebreid en opgefrist.

40 Infra - East Belgium Park L’East Belgium Park (235 ha), comptera à terme 341 ha. Les futurs terrains suscitent déjà l’intérêt des acteurs logistiques.

26 3PL - Hintzen Hintzen Logistik aus Eschweiler kooperiert mit Forschungsinstituten um die Effizienz und Umweltschutz weiter zu verbesseren.

2 - Log.ON 001


Sommaire / Inhoud / Inhalt

Edito

04 n TREND 04 News 10 L’Euregio Meuse-Rhin comme ‘hotspot’ logistique 14 EDC’s in de Euregio Maas-Rijn: 24 uur

Jean-Marie Becker

NL Log.On is een nieuw informatieplatform voor de logistieke en transportsector in de Euregio Maas-Rijn.

20 n 3PL 20 Gobo: klaar voor een multimodale toekomst 22 L’Ortye: complete logistiek van bulkgoederen 24 Jost Group : le groupe multispécialiste 26 Hintzen: Clevere Logistik

Het doel is het creëren van een logistieke gemeenschap in de Euregio Maas-Rijn door middel van een driemaandelijks tijdschrift en een internetsite. Dat willen we bereiken door: • Het versterken van de banden tussen de verschillende regio’s en de bedrijven die er actief zijn. • Aandacht te besteden aan de samenwerkingsverbanden tussen de industriële bedrijven en de logistieke dienstverleners uit de Euregio Maas-Rijn. • De troeven van de Euregio Maas-Rijn en de individuele regio’s aan te tonen als aantrekkingspool voor projecten op het vlak van transport en logistiek.

28 n SHIPPERS SCA en Sappi: transport in de papiersector

34 n SHIPPERS Zielgruppe Jugend

36 n INFRA 36 News 38 PrimeSite Rhine Region: Großfläche zu haben 40 East Belgium Park 42 Barge Terminal Born 44 Euro Terminal Genk: Mikken op maritieme vracht

DE Log.ON versteht sich als neue Informationsplattform für den Transport- und Logistiksektor in der Euregio Maas-Rhein. Ein vierteljährlicher Magazin und eine ständig aktualisierte Website zielen darauf ab, eine starke Logistikgemeinschaft in der Euregio Maas-Rhein zu schaffen, indem: • die Kontakte zwischen den verschiedenen Regionen der Euregio und den dort ansässigen Unternehmen gestärkt werden. • die Zusammenarbeit zwischen den Industrieunternehmen und den Logistikdienstleistern in der Euregio gefördert wird. • die Standortvorteile, die die Euregio und ihre verschiedenen Regionen für Standort für Projekte in Transport und Logistik zu bieten haben, untermauert werden.

46 n DOSSIER ECOCOMBI L’Europe modulaire reste à faire

50 n CARTE BLANCHE Grenzregionen sind Laboratorien - Die Übersetzungen finden Sie unter - Vous trouverez les traductions sur le site - De vertalingen vindt u onder www.logon-euregio.com

EDITORIAL TEAM Editor in chief: Claude Yvens (cyvens@mmm.be) Team: Peter Ooms (Final Editor), Astrid Huyghe, Luc Weyens, Thomas Kreft, Ferdi den Bakker SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be), Key Account Manager: Guy Stulens (gstulens@mmm.be), William Fabry (wfabry@logon-euregio.com) Sales assistants: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) Marketing: Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) PRODUCTION Head: Sonia Counet EDITOR Editor/CEO: Jean-Marie Becker PRICE : 47 EUR - 1 year © Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication

MMM BUSINESS MEDIA sa/nv Complexe Arrobas - Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: +32 (0)4 387 87 87 - Fax: +32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

FR Log.ON est une nouvelle plate-forme d’information centrée sur les activités de transport et de logistique au sein de l’Euregio MeuseRhin. Elle vise à créer une communauté logistique forte autour de l’Euregio Meuse-Rhin au travers d’un magazine trimestriel et d’un site internet. Les objectifs sont de : • Renforcer les liens entre les différentes régions de l’Euregio et entre les entreprises qui y sont installées, • Traiter des collaborations entre entreprises industrielles et prestataires logistiques de l’Euregio Meuse-Rhin, • Montrer les atouts de l’Euregio Meuse-Rhin et de ses différentes régions en tant que terre d’accueil pour des projets liés au transport et à la logistique.

Log.ON 001 -

3


NEWS

Hannelore Kraft im Einsatz bei Hammer Mit unglaublich großer Spannung erwarteten die Hammer-Mitarbeiter den 20. Februar: Hoher Besuch aus Düsseldorf hatte sich angesagt! Hannelore Kraft, Ministerpräsidentin von Nordrhein-Westfalen, besuchte für einen Tag den Aachener Firmensitz, um direkt vor Ort einen Eindruck über die vielfältige Arbeitswelt in der Spedition & Logistik zu gewinnen.

H

intergrund dieser ermutigenden Aktion ist die von Hannelore Kraft im Jahr 2010 ins Leben gerufene Initiative „TatKraft“. Unter dem Motto „Die Politik immer wieder dem Praxistest unterziehen“ arbeitet sie seit mehr als zwei Jahren von Düren bis Kleve einen Tag im Monat zu verschiedenen Thematiken in einem Betrieb, einer Sozialeinrichtung, einer Verwaltung, einem Dienstleistungsunternehmen… Sie wolle Bodenhaftung behalten, die Nähe zu den Menschen nicht verlieren sowie von und mit ihnen lernen, begründet die Regierungschefin von NRW ihr Engagement. Beim aktuellen „TatKraft“-Einsatz fiel die Wahl auf das Thema Logistik. Hier lag es nahe, ein modernes und innovatives Speditions- und Logistikunternehmen auszuwählen, das sich in vielen Themen wie Forschung & Entwicklung bis hin zu Green Logistics mehr als im üblichen Rahmen engagiert.

Nach einem herzlichen Empfang der Ministerpräsidentin war es um 8.30 Uhr soweit: Hannelore Kraft trat ohne Bodyguards und in normaler Arbeitskleidung ihren „Dienst“ bei Hammer an. Auf ihrer Erkundungsreise rund um die Logistik arbeitete sie tatkräftig in folgenden Teams mit: • Von 08.30 Uhr bis 11.00 Uhr packte sie im Logistiklager die unterschiedlichsten Artikel aus bzw. um. Neben der Etikettierung stellte sie Waren zur Sendung zusammen und bereitete sie für den Versand vor. • In der Zeit zwischen 11.00 Uhr und 12.00 Uhr arbeitete sie im High Value Cargo Sicherheitslager mit. Ihre Hauptaufgabe lag hier darin, aktuelle Software auf Handys aus Fernost über einen PC aufzuspielen, um diese für den europäischen Markt einsatzbereit zu machen. • Die nächste Station war die Disposition, wo Hannelore Kraft von 12.30 Uhr bis 15.00 Uhr die

Ladungs- und Routenplanung der Hammer-Lkw im Fernverkehr kennen lernte und erste Einblicke in den komplexen Themenbereich der Telematik erhalten hat. • Ihr Arbeitseinsatz wurde im Customer Service von 15.00 Uhr bis 17.00 Uhr überzeugend abgerundet – durch die Übernahme der telefonischen Kundenbetreuung sowie der anschließenden Auftragserfassung am PC mit abschließender Erstellung der Versandpapiere. Nach getaner Arbeit fand zum Abschluss des ereignisreichen Tages eine Abendveranstaltung mit Podiumsdiskussion und anschließendem Umtrunk in einer umfunktionierten Lagerhalle bei Hammer statt. Ein Event der Extraklasse: Über 300 hochrangige Gäste aus Aachen und Umgebung waren geladen, um Hannelore Kraft einen gebührenden Empfang zu bereiten. >

FR

>

www.logon-euregio.com

NL

Im Rahmen ihrer „TatKraft“Initiative war Ministerpräsidentin Kraft im Arbeitseinsatz bei der Internationalen Spedition Hammer GmbH & Co. KG.

4 - Log.ON 001



NEWS

JET Logistics neemt Belgische tak van Logwin over JET Logistics uit Opglabbeek heeft de Belgische tak van de groep Logwin overgenomen. Logwin stelde onder de naam Logistic Solutions zes personen tewerk in gebouwen die het huurde van JET Logistics. Deze zes personeelsleden komen nu dus op de loonlijst van JET Logistics en brengen uiteraard het klantenbestand en een zekere knowhow mee. "Wij zochten mogelijkheden om onze activiteiten uit te breiden en stonden voor een keuze. Ofwel moesten we deze competenties zelf ontwikkelen, of kiezen voor een overname", legt Ilse Goffin, verantwoordelijk voor de afdeling HR bij JET Logistics, ons uit. Het bedrijf uit Opglabbeek stelt vandaag 180 personen tewerk. >

In het kort • Gert Bervoets (foto) is op 1 april CEO van Group H. Essers (Genk) geworden. Hij vervangt Ivo Marechal, die midden december zijn vertrek had aangekondigd. Een andere verandering binnen het bedrijf is dat Hilde Essers haar vader Noël Essers vervoegt als co-afgevaardigd bestuurder. • De TDL-groep (Lummen – B) heeft een contract ondertekend met Trimble voor de levering van 300 CarCube boordcomputers. Deze computers zullen TDL in staat stellen het brandstofverbruik te meten en de rijstijl van de chauffeurs te controleren. • Ewals Cargo Care neemt sinds 1 januari deel aan het "Green Freight Europe"-initiatief. Het bedrijf wil een actieve rol spelen in de ontwikkeling van een universeel systeem dat het mogelijk maakt om de CO2-uitstoot van het intermodaal transport te becijferen en te bewaken. • Tankconstructeur Atcomex gaat een nieuw servicepunt openen in Genk. Het doet dat in partnership met CTSL (Container & Trailer Service Limburg). • Katoen Natie neemt een aantal terminals over van het failliete Vos Silo Logistics (VSL). Het gaat o.a. om de terminals in Tessenderlo en Nuth. In Nuth worden enkel de assets gekocht. • Convoi, met hoofdkantoor bij Maastricht-Aachen Airport, heeft op 27 maart in Amsterdam het wereldberoemde schilderij De Nachtwacht van Rembrandt verhuisd. Het 4,5 meter brede schilderij werd vanuit de Philipsvleugel naar het hoofdgebouw getransporteerd. • Het Vlaams Instituut voor de Logistiek heeft de Lean and Green award aan 12 bedrijven toegekend voor hun CO2-doelstellingen op logistiek gebied, waaronder Alders Transport & Logistics (Overpelt), Ewals Intermodal (Genk) en Snel Logistic Solutions (Ham)

6 - Log.ON 001


Kurz • GS1 Germany hat sich im Februar 2013 im Cluster Logistik des RWTH Aachen Campus immatrikuliert. Das Unternehmen vertieft damit die Zusammenarbeit mit dem clusterleitenden Institut FIR an der RWTH Aachen. Ziel ist es, den Nutzen von GS1 Standards und standardbasierten ITLösungen in der technischen Industrie aufzuzeigen und zu erweitern. • Mit dem Abschluss eines Kooperationsvertrags im Januar 2013 weiten der Logistikdienstleiter TOP Mehrwert-Logistik und das Forschungsinstitut FIR an der RWTH Aachen ihre bisherige Zusammenarbeit auf längerfristige gemeinsame Projekte im Campus-Cluster Logistik des RWTH Aachen Campus aus.

Liège Airport foisonne de projets pour 2013 Rassuré par l’avenir à court et moyen terme du hub de TNT Express, Liege Airport va lancer plusieurs projets d’extension de ses infrastructures : - un pôle d‘inspection frontalière dans la zone nord, complémentaire à celui qui existe déjà dans la zone sud. La construction de ce bâtiment de 400 à 500 m² démarrera dans les prochains mois. - toujours dans la zone nord, un hall de 6.000 m² qui constitue la deuxième phase d’un bâtiment similaire déjà occupé par Swissport. Liege Airport lance également une étude pour la construction de nouveaux bureaux à louer. >

Liege Airport va développer trois nouvelles infrastructures pour faire face à sa croissance.

Hyundai breidt uit in Tessenderlo De Koreaanse producent van graaf- en laadmachines Hyundai investeert 22 miljoen in een EDC op het nieuwe industrieterrein ENA Genebos aan het afrittencomplex van de E313 in Tessenderlo. Dat vervangt het huidige EDC in Geel, langs de E313. "Die locatie was de laatste jaren te klein gebleken en niet berekend op de groei die onze groep de komende jaren beoogt", zegt financieel directeur Johan Tiels. De verhuis is voor eind 2014 gepland. > Log.ON 001 -

7


NEWS

Carglass wint Logistics Project of the Year in België Carglass (Hasselt) heeft de prijs van Logistics Project of the Year 2013 gewonnen tijdens de Transport & Logistics Awards. Deze prijs beloont in een industrieel of commercieel bedrijf een project voor het beheer van de supply chain, dat bijzonder efficiënt is. Deze projecten kunnen uitgewerkt worden in samenwerking met een gespecialiseerde logistieke operator. De jury was vooral onder de indruk van het feit dat Carglass het probleem van beschadiging van de autoruiten heeft opgelost alleen maar door de inzet van de eigen mensen. Er zijn dus geen grote investeringen in materiaal of informatica aan te pas gekomen. Die werknemers in het distributiecentrum in Hasselt hebben teams gevormd en oplossingen uitgewerkt om de kwaliteit in de hele keten te verbeteren. Dankzij die grote betrokkenheid van het eigen personeel is Carglass erin gelukt om grote besparingen te boeken zodat het bedrijfsresultaat er ook door is verbeterd. >

Carglass is erin geslaagd om het probleem van beschadiging van de autoruiten op te lossen alleen maar door de inzet van de eigen mensen.

ModusLink bouwt nieuw DC in Venray Het Amerikaanse bedrijf ModusLink gaat in Venray een groot Europese distributie centrum openen, naast zijn bestaande vestiging. ModusLink is gespecialiseerd in consumenten elektronica en software. In juli wordt een bedrijfsruimte van 15.000 m2 in gebruik genomen. Dat levert 500 banen op. In de locatiestudie die aan de keuze voor Venray voorafging, is uitgebreid gekeken naar

FR

>

www.logon-euregio.com

NL

locaties in Tsjechië, Duitsland, en Nederland (Brabant/Limburg). Uiteindelijk is gekozen voor Venray vanwege het sterke logistieke cluster, de ideale grensligging met spoor-, weg-, en waterverbindingen, maar ook de mogelijkheden tot uitbreiding in de toekomst. >

DB Schenker Logistics ouvre son nouveau terminal à Eupen

Le nouveau terminal de transbordement de DB Schenker Logistics a été inauguré le lundi 25 mars. Les 60 collaborateurs de l'agence de transport routier / logistique de DB Schenker Logistics à Aix-la-Chapelle, ont déménagé vers

leurs nouveaux postes de travail eupenois. Sur 16.000 m2, le nouveau terminal comporte une surface logistique de 2300 m2 pour 10.000 emplacements palettes et 38 quais pour le cross-docking.>

En bref

>

www.logon-euregio.com

DE

• Le groupe Portier va développer un nouveau terminal à conteneurs sur 11 hectares de terrains cédés par la SNCB à Liège-Kinkempois. Les halls logistiques seront en liaison directe avec le terminal du port fluvial de Renory. • La société Coutrez (Grâce-Hollogne) est le nouveau partenaire du réseau Distri24 pour la province de Liège. Distri24 est un réseau de distribution couvrant tout le Benelux à l'initiative du groupe Corneel Geerts. • Le tonnage de marchandises manutentionnées par le Port Autonome de Liège a baissé de 8,3 % en 2012. En cause : l‘arrêt complet de la phase à chaud liégeoise qui a éradiqué les importations de minerais et restreint les transferts intra-portuaires d'acier. • TNT Express a présenté un plan de redressement financier qui doit lui permettre d'améliorer sa rentabilité d'ici 2015. Un des principaux axes de ce plan passe par la suppression de 4000 emplois, qui épargne le hub de Liege Airport. Celui-ci bénéficiera même de 70 millions EUR d’investissements.

8 - Log.ON 001



TREND

L’Euregio Meuse-Rhin com n Premier objectif de Gate4Logistics: profiler l’Euregio Meuse-Rhin comme hotspot logistique.

La région compte de nombreux terminaux terrestres pour la navigation intérieure ou le rail. Ici le port de Born.

n Principal atout : une situation centrale en Europe. n Les nombreux terminaux permettent de jouer le rôle d’extended gateway pour Rotterdam et Anvers.

L

’objectif des cinq régions concernées est de renforcer le rôle de hotspot logistique de l’Euregio Meuse-Rhin en développant une stratégie commune et transfrontalière, soutenue par des projets communs. L’Euregio Meuse-Rhin englobe les provinces du Limbourg néerlandais, du Limbourg belge, de Liège, la communauté germanophone de Belgique et la région d’Aachen. Sous le nom de Gate4Logistics, les porteurs du projet veulent renforcer la compétitivité de l’EMR au travers de projets comme Euregiolog3 et Logistique sans frontières. C’est le projet Euregiolog3 qui doit doit positionner l’EMR en tant que hotspot logistique. Outre le volet marketing, des initiatives vont mieux accorder le marché du travail aux besoins des secteurs du transport, de la distribution et de la logistique dans l’Euregio Meuse-Rhin. Celapasse

10 - Log.ON 001

par une meilleure mobilité du travail et une meilleure image pour le secteur. Enfin, un réseau logistique transfrontalier sera mis en place pour veiller aux intérêts du secteur.

Logistique sans frontière L’objectif de ce projet est de consolider les flux de marchandises et de sensibiliser les chargeurs à la comodalité. Pour atteindre cet objectif, les provinces du Limbourg néerlandais et belge se sont engagées à réaliser des projets pilotes pour la navigation intérieure. Pascal Swinkels, secrétaire d’ELC Limburg, attache une grande importance à la Logistique sans frontières. “Avec ce projet, nous voulons préserver les flux considérables de marchandises en provenance d’Anvers et de Rotterdam et à destination de cette région en promouvant les possibilités de la navigation intérieure.”


mme ‘hotspot’ logistique Aachen IHK se prépare aussi au flux croissant de la circulation que le Nordrhein-Westfalen va devoir traiter. « Des études montrent que le transit des marchandises va augmenter considérablement d’ici à 2025. Ceci pose d’une part des défis en termes d’infrastructures routières, de voies navigables et ferroviaires. Il est clair qu’une meilleure répartition modale constituera une partie de la solution. D’autre part, des opportunités s’ouvrent à nous si nous réussissons à créer de la valeur ajoutée sur ces flux de marchandises. L’ouverture de centres de distribution à valeur ajoutée (conditionnement, étiquetage, etc…) peut aussi avoir un bel impact sur l’emploi dans notre région », explique Monika Frohn. Le Güterverteilzentrum de Düren est un premier exemple de cette création d’emploi et de valeur ajoutée, tout comme l’arrivée du centre de distribution du webmarchand QVC.

Liège Le ciel s’est pas mal éclairci autour de l’avenir logistique de Liège ces dernières semaines. Là où la reprise possible de TNT Express constituait une menace pour son hub européen à Liege Airport, le retrait de l’OPA a balayé ce risque de départ. Liege Airport peut donc poursuivre sa croissance, avec plusieurs investissements importants dans la zone nord. En outre, les perspectives se sont améliorées autour du méga projet Trilogiport, longtemps bloqué, mais dont les premiers travaux devraient enfin commencer en mai. Logistics In Wallonia a par ailleurs lancé le projet Biolog Europe qui vise à attirer des activités logistiques spécifiques au secteur des sciences de la vie, couplées ou non à de la production et de la r&D.

Limbourg néerlandais

Limbourg belge La valorisation des atouts logistiques du Limbourg est l’une des priorités économique de la province. Logistiek Platform Limburg (LPL) en est l’acteur principal et vise à attirer des activités logistiques à forte valeur ajoutée et de distribution. Pour y parvenir, LPL développe quatre piliers : - ancrer et regrouper des flux au sein d’une régie centralisée, ainsi que le développement de Genk comme ‘dry port’ - adapter le marché du travail aux besoins du secteur logistique - attirer de nouveaux flux et de nouveaux investisseurs logistiques - accélérer la mise à disposition de terrains industriels adaptés à la logistique et éliminer rapidement les goulots d’étranglement dans l’infrastructure.

Le Limbourg néerlandais développe une activité logistique particulièrement importante. Au nord de la province, la région de Venlo-Venray est réputée comme étant LE hotspot logistique des Pays-Bas avec énormément de prestataires logistiques différents. Un peu plus au sud, on trouve aussi le cluster chimique Chemelot où des acteurs multinationaux tels que DSM et Sabic mettent en place des flux de produits très importants et qui doivent aussi être traités au plan logistique. Entre-temps, un centre de distribution européen a été construit pour Helly Hansen, le spécialiste norvégien du vêtement, tandis que la région de Heerlen concentre les centres de distribution axés sur les produits médicaux, tels que Medtronic, Boston Scientific et Abbott Vascular. Pascal Swinkels, secrétaire d’ELC Limburg : « Nous nous concentrons sur le renforcement du secteur logistique et, notamment, sur la promotion de la région pour attirer des investisseurs. Nous insistons sur la situation géographique centrale, le réseau de transport multimodal dense avec des routes, des voies ferrées et fluviales, des aéroports et même un réseau dense de pipe-lines autour de Chemelot. »

Log.ON 001 -

11


TREND

Les représentants des quatre régions qui soutiennent le projet Gate4Logistics

Pascal SWINKELS ELC Limburg www.elc-limburg.nl Tel. +31 (0)88 9876480 info@elc-limburg.nl

Johan GRUTMAN Logistiek Platform Limburg www.logistiekplatformlimburg.be Tel. +32 11 30 01 00 info@pomlimburg.be

BENJAMIN HAAG IHK Aachen www.aachen.ihk.de Tel. +49 241 4460-131 info@aachen.ihk.de

Stratégie Ces deux nouveaux projets s’inscrivent dans la stratégie de promotion de l’Euregio Meuse-Rhin en tant que hotspot logistique. La région dispose d’un certain nombre d’atouts : elle est située dans l’hinterland des grands ports d’Anvers et de Rotterdam, des ports maritimes de Zeebrugge et d’Amsterdam et du Ruhrgebiet allemand, avec ses deux plaques tournantes continentales que sont Duisburg et Cologne. Au milieu se trouvent de nombreux carrefours logistiques avec des terminaux terrestres (navigation intérieure ou rail). L’Euregio MeuseRhin peut ainsi être considérée comme une ‘extended gateway’ des ports d’Anvers et de Rotterdam. Pascal Swinkels : “Cette situation géographique centrale doit convaincre les acteurs internationaux de s’établir ici, en plein milieu de la célèbre ‘banane bleue’, la région européenne qui abrite le plus grand nombre de consom-

n Oberstes Ziel ist die Profilierung der Euregio Maas-Rhein als Logistik-Hotspot. n Größter Trumpf der Region ist die zentrale Lage in Europa. n Zahlreiche Terminals können als ‘extended gateway’ für Rotterdam und Antwerpen fungieren. >

www.logon-euregio.com

n Het eerste doel is het profileren van de Euregio Maas-Rijn als logistieke hotspot. n De grootste troef is de centrale ligging binnen Europa. n De vele terminals maken het mogelijk om de rol van extended gateway te spelen voor Rotterdam en Antwerpen.

12 - Log.ON 001

mateurs prospères. D’ici, il est donc parfaitement possible de les desservir.” La vision commune pour l’Euregio Meuse-Rhin apparaît peut-être le mieux au travers de la position du partenaire allemand. Celui-ci joue un rôle particulier parce qu’il ne dispose pas lui-même d’une infrastructure logistique multimodale propre. Pourtant, la région veut profiter de sa proximité avec l’infrastructure d’autres régions. Monika Frohn, chef de groupe IHK : “Nous organisons des visites régulières aux installations des ports fluviaux de Genk, Born ou Liège par exemple et lorsque nos entreprises allemandes les connaissent, elles se mettent à les utiliser. Ces terminaux sont également plus proches de nous que les centres logistiques allemands de Cologne, Duisbourg ou Düsseldorf. Dans notre esprit, les frontières ont totalement disparu.”

Partenariat international

DE

NL

Bernard PIETTE Logistics In Wallonia www.logisticsinwallonia.be +32-(0)-4 225.50.60 info@logisticsinwallonia.be

Le projet Eurégional est en cours depuis quelques années déjà avec un certain nombre de membres actifs comme : • La Logistiek Platform Limburg (LPL) actif sous la férule de la Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg (B) • Logistics in Wallonia (B) • La Province du Limbourg néerlandais et l’European Logistics Center (ELC) qui dépend de la Chambre de Commerce (NL) • L’Industrie- und Handelskammer (IHK) Aachen et le Aachener Gesellschaft für Innovation und Technologietransfer (AGIT) > Peter Ooms



DOSSIER

EDC’s in de Euregio Maasn Medtronic moet medische apparaten leveren waar ook in Europa binnen 24 uur. n Cinram kiest de transporteurs in functie van de eisen van het distributiekanaal. n Carglass centraliseert steeds meer voorraad in het EDC van Hasselt.

Het EDC van Carglass in Hasselt neemt steeds meer taken voor zijn rekening voor de groep.

E

uropese Distributiecentra in de Euregio Maas-Rijn hebben vaak één en dezelfde eis: kunnen leveren binnen 24 uur na de bestelling. De spelers die wij ondervroegen komen uit heel verschillende sectoren maar zweren wel bij een identieke aanpak. Medtronic is een Amerikaanse fabrikant van medische apparaten zoals pacemakers, hartkleppen, stents of insulinepompen. Het bedrijf draait een jaarlijkse omzet van 16 miljard dollar. In het Nederlandse Zuid-Limburg is het aanwezig met drie vestigingen: een onderzoeksen ontwikkelingscentrum in Maastricht, een fabriek in

Medtronic levert insulinepompen bij diabetespatiënten aan huis.” Kerkrade en een European Operations Center in Heerlen. Samen zijn die goed voor 1200 medewerkers en daarmee is Medtronic een van de grootste werkgevers in de regio. Cinram is een Canadees producent van digitale entertainmentproducten (dvd’s en cd’s) voor grote mediabedrijven als Warner Music, Warner Home Movie, Universal Pictures of 20th Century Fox. Met dat klantenbestand in portefeuille heeft het bedrijf 40% van de markt in han-

14 - Log.ON 001

den. Alsdorf is de grootste vestiging in Europa met een productieafdeling (de schijfjes, inclusief drukwerk, boekjes en verpakkingen) en een distributiecentrum van 75.000 m² van waaruit heel wat Europese landen worden bevoorraad. Het bedrijf kan reeksen van cd’s of dvd’s produceren vanaf 150 eenheden, maar de grote blockbusters gaan in miljoenen stuks van de hand. “Dit gaat dan om films als Avatar, Harry Potter of de laatste James Bond. De lancering van de dvd-versie is een heel precies getimed evenement waarbij de producten ook gegarandeerd in de winkels aanwezig moeten zijn op het juiste moment. Voor de leveringen van dergelijke dvd’s halen we vaak een leveringsbetrouwbaarheid van 100%. Contractueel moeten we zelfs altijd minstens 98,5% halen. In die bijzondere gevallen is het transport bovendien beveiligd waardoor vrachtwagens in konvooi moeten rijden of met twee man aan boord van elke vrachtwagen,” zegt Dieter Lubberich, director finishing, distribution and logistics. Carglass staat bekend om zijn vele servicepunten waar automobilisten hun autoruiten kunnen laten herstellen of vervangen. De snelle dienstverlening is daarbij een belangrijk verkoopsargument en die staat of valt met de beschikbaarheid van vervangruiten die ook op tijd geleverd worden. Een essentieel instrument in die strategie is het Europese Distributiecentrum van Carglass in Hasselt dat de customer service centers in België,


-Rijn: 24 uur

Luxemburg, Nederland en Duitsland rechtstreeks belevert. In die landen kunnen de filialen bestellen tot half zes. Ze worden dan voor acht uur ’s ochtends in de customer service centers geleverd, voordat de eerste klant binnenstapt. Daarnaast zorgt het EDC in Hasselt ook voor de bevoorrading van alle regionale DC’s in Europa en groeilanden als Brazilië, Rusland, Australië en Nieuw-Zeeland. Er tekent zich nu een taakverdeling af waarbij de veelgevraagde autoruiten in de regionale DC’s zullen worden opgeslagen zonder in het EDC te passeren. Maar alle minder recente ruiten (slow movers), en bovendien alle toebehoren zoals lijsten en clips worden in Hasselt neergelegd. Die centrale functie wordt bovendien uitgespeeld voor andere aankopen die de customer service centers doen: zoals gereedschappen, werkkleding en andere producten. Sommige landenorganisaties willen het hele aankoopbeleid en de logistiek het liefst uitbesteden aan het EDC in Hasselt.

Locatie De logistiek van Medtronic moet in de eerste plaats een belangrijke strategische doelstelling waarmaken: het leveren van de medische apparaten binnen 24 uur waar ook in Europa. Dat gebeurt enerzijds vanuit Heerlen, maar voor de Duitse en Oost-Europese markt ook vanuit een distributiecentrum in Leipzig. In het Heerlense magazijn van meer dan 19.000 m² zijn 15.000 SKU’s

Dieter Lubberich, director finishing, distribution and Logistics van Cinram: “Mediamarkt-Saturn vraagt ons om zijn ruim 500 Duitse winkels rechtstreeks te beleveren.”

Sikko Zoer, senior director Supply Chain Europe van Medtronic: “Als je op een kaart het centrale punt zou berekenen van al onze leveringen, dan kom je precies op onze vestiging uit.”

aanwezig die voor een groot deel rechtstreeks naar de patiënt worden gebracht. Sikko Zoer, senior director Supply Chain Europe van Medtronic, heeft die leveringen geanalyseerd. “We hebben zo’n 100.000 actieve klanten verspreid over Europa. Vaak gaat het om ziekenhuizen waar we een beperkte voorraad aanhouden, maar bijvoorbeeld ook om diabetespatiënten waar we insulinepompen meteen aan huis leveren. Als je op een kaart het centrale punt zou berekenen van die leveringen, dan kom je precies op onze vestiging uit.” Guido De Paepe, Supply Chain Director van Carglass: “Alles staat of valt met de snelle levering die we kunnen Log.ON 001 -

15


DOSSIER

Cinram heeft in Alsdorf een distributiecentrum van 75.000 m² voor cd’s en dvd’s.

Emerson Emerson Climate Technologies is een Amerikaanse fabrikant van airconditioningtechnieken die een distributiecentrum heeft geopend in Welkenraedt vlakbij zijn compressorfabriek. “We wilden vlakbij onze productie blijven, maar tegelijk ook beschikken over goede verbindingen voor de import en export. Daarvoor hebben we een akkoord gesloten met Intertrans uit het netwerk van Ziegler voor een magazijn van 5500 m². We leveren namelijk niet alleen de compressoren die we zelf maken, maar ook de wisselstukken die komen uit een andere fabriek in Ierland”, zegt Annick Salami. Die stromen gaan voor 70% naar Europese bestemmingen, de rest vooral naar het Midden-Oosten en Azië. Daarvoor is de nabijheid van de luchthaven van Luik zo belangrijk omdat het bedrijf zo de leveringen kon optimaliseren. Daarnaast wil men ook containers gaan verschepen via de haven van Luik en bijkomende synergieën creëren met de Tsjechische en Ierse vestigingen van de groep Emerson.

Emerson: voor de leveringen naar het Midden-Oosten is de nabijheid van de luchthaven van Luik heel belangrijk.

aanbieden. Zo rijden we bijvoorbeeld elke nacht naar Brondby bij Kopenhagen om daar de leveringen te doen voor Denemarken en het nabijgelegen Zweden. Het gaat hier vooral om dringende bijbestellingen, dus kleinere volumes. Dat laat ons ook toe om de transporten uit te voeren met bestelwagens die enerzijds sneller kunnen rijden en bovendien niet gebonden zijn aan de rij- en rusttijden.” Ook Zwitserland is recent opgenomen in de landen die vanuit Hasselt kunnen bediend worden met drie leveringen per week. De centrale ligging in Europa is de belangrijkste reden voor deze graad van dienstverlening. Sinds oktober van vorig jaar heeft Carglass Distributie een derde DC in de regio namelijk in Genk. Van hieruit worden de specials geleverd naar gans Europa: ruiten voor bussen, coaches, vrachtwagens enzovoort.

De grootste klant van Cinram is Amazon waar dagelijks volle vrachtwagens worden geleverd.”

Gevarieerde vraag Cinram maakt voor zijn transporten gebruik van een aantal lokale dienstverleners op verschillende manieren die afhangen van het distributiekanaal. De grootste klant van Cinram is Amazon waar dagelijks volle vrachtwagens worden geleverd in het magazijn van Leipzig. Dieter Lubberich: “Die opdracht hebben we uitbesteed aan een kleinere transporteur EDS omdat het om een eenvoudig rittenschema gaat. Maar in Frankrijk hebben we bijvoorbeeld veel meer leverpunten en daarom werken we met ARI, een transporteur die deel uitmaakt van een netwerk. Die is dan in staat om op een crossdock de lading te verdelen over zijn collega’s om een tijdige levering te

16 - Log.ON 001

garanderen. Ook in Duitsland moeten we op die manier werken voor de bestellingen van een aantal palletten. Anderzijds vraagt de keten Mediamarkt-Saturn ons om zijn ruim 500 Duitse winkels rechtstreeks te beleveren. Dat zijn dan veel kleine ladingen die we met een expres-

sdienst versturen. Het is de firma Transoflex die daarvoor instaat en ons ook een late cut-off tijd toestaat. Onze laatste lading vertrekt hier om 18:30 en soms zelfs iets later. Voor kleine leveringen in de buurlanden maken we telkens gebruik van lokale expressdiensten waarbij we een groot volume afzetten in de lokale hub om ze dan als lokale zending te kunnen versturen. Efficiënt, eenvoudig te managen en ook goedkoper. Voor onze transporten naar Scandinavië zoeken we nog een betere oplossing: de leveringen zijn er erg klein en dat maakt het transport duur. Misschien is het mogelijk om een bundeling aan te gaan met een ander bedrijf dat ook die kant uit moet. Daarnaast versturen we kleine reeksen ook per luchtvracht.”

Alles per express Medtronic is tevreden met de geografische situatie, maar ook de goede infrastructuur om de transporten te



DOSSIER

In het magazijn van Medtronic in Heerlen zijn 15.000 SKU’s aanwezig die voor een groot deel rechtstreeks naar de patiënt worden gebracht.

realiseren. “We gebruiken in de eerste plaats de zogenaamde integratoren voor onze levering: DHL, UPS, TNT en FedEx. We leveren haast niets per vrachtwagen, maar het meeste gaat met bestelbusjes naar de eindbestemming. Daarnaast hebben we heel wat luchtvracht. De hub van TNT op de luchthaven van Luik is bijvoorbeeld erg handig, omdat we nog heel laat op de avond kunnen aanleveren, om toch nog op tijd te zijn met onze levering. Daarnaast maken we ook gebruik van de luchthavens van Schiphol, Zaventem, Frankfurt, Parijs en Keulen, waar zich de hub van UPS bevindt.”

Totale transportkost Carglass heeft het merendeel van zijn transporten per truck uitbesteed aan de lokale transporteur Hermos uit Diepenbeek. Die heeft ook een planner in het gebouw

DE n Medtronic liefert auch in Europa Medizintechnik innerhalb 24 Stunden. n Cinram wählt Speditionen je nach Anforderungen des Distributionskanals aus. n Carglass zentralisiert immer mehr Lagerbestand im EDC von Hasselt.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Medtronic livre des appareils médicaux partout en Europe en 24 heures. n Cinram choisit ses transporteurs en fonction des impératifs du canal de distribution. n Carglass centralise de plus en plus de stock dans son CDE de Hasselt.

18 - Log.ON 001

van Carglass ondergebracht om de transporten te beheren. Daarnaast doet het Duitse P.G.G. de transporten naar het oosten van Duitsland en naar Zwitserland. Guido De Paepe: “Wij schrijven om de twee jaar een tender uit om de markt te laten spelen, maar we opteren er toch vaak voor om met dezelfde transporteur verder te werken. Dat komt vooral omdat we niet alleen naar de prijs kijken, maar naar het hele kostenpakket: de service, de flexibiliteit en de kwaliteit. We hebben dus graag dat onze transporteurs met goed materiaal werken en dat ze goed opgeleide en gemotiveerde chauffeurs inschakelen. Voor de correcte behandeling van de autoruiten is dat heel belangrijk.” Het bedrijf heeft zopas de Logistics Project of the Year 2013 gewonnen van het vakblad Warehouse & Logistics precies met een project om de kwaliteit in het magazijn te verhogen en de kosten voor breuk aanzienlijk te laten dalen. Daarvoor rekent het echter ook op de chauffeurs. “We staan nu op het punt op een testproject uit te voeren waarbij zogenaamde shockloggers - sensoren op de transportkisten – registreren wanneer en waar er grote schokken optreden. Die gegevens worden doorgezonden naar de centrale en op die manier willen we analyseren op welke manier er glasbreuk ontstaat tijdens het transport. Dat moet ons dan achteraf toelaten om maatregelen te treffen om dit te voorkomen.” Voor Carglass is dit een zeer belangrijk onderzoek omdat elke ruit die kapot gaat onderweg meteen betekent dat een afspraak de volgende dag in het customer service center niet kan doorgaan. Dat wil men zoveel mogelijk vermijden. Daarnaast bekijkt Carglass of het niet meer multimodale transporten kan organiseren. “Het staat intussen zo goed als vast dat we een trein van Italië naar Genk zullen inschakelen,” zegt Guido De Paepe. > Peter Ooms



3PL

Gobo: klaar voor een mult n Gobo investeerde recent in Railport Lanaken n Gobo wil meer commerciële werking in

Sinds 2012 kan Gobo treinen ontvangen via een spoor vlak naast gebouw.

de Euregio Maas-Rijn n Actief lid van het netwerk Astre met 160 vooral Franse transportbedrijven

H

et familiebedrijf Gobo uit Lanaken opent voor zichzelf nieuwe perspectieven met investeringen die meer multimodaal transport mogelijk maken. Het investeerde recent in de Railport terminal in Lanaken om transporten per spoor en binnenschip te kunnen op zetten vanuit zijn achtertuin. Sinds eind vorig jaar beschikt het magazijn ook over de mogelijkheid om treinen te ontvangen via een spoor vlak naast gebouw. Dat spoor maakt deel uit van de oude verbinding die gedeeltelijk is hersteld zodat er weer treinvervoer mogelijk is van en naar Maastricht. Hier is ook een nieuwe spoorterminal gebouwd: Railport Lanaken. Dat is een initiatief van Gobo en Container Terminal Stein (wat weer een samenwerking is van Meulenberg en Wessem Port Service). De spoorterminal ligt ook vlakbij de binnenvaartterminal Lanaken die door Wessem Port Service wordt beheerd. “Ik ben ervan overtuigd dat het transport meer en meer multimodaal zal worden en daarom zet ik ook concrete stappen om Gobo klaar te maken voor die toekomst. Daar heb ik ook goede redenen voor. Nu al halen wij – om files te vermijden – haast geen containers meer op in de havens van Antwerpen of Rotterdam, maar laten we die per binnenschip of trein naar Limburg komen waar wij ze dan ophalen in één van de multimodale terminals. Daarnaast is het moeilijker om nog een goede marge te maken op langeafstandstransporten en daar

FR n Gobo investit dans Railport Lanaken n Gobo veut intensifier sa présence commerciale dans l’Euregio Meuse-Rhin n Membre actif du réseau Astre avec 160 transporteurs majoritairement français

DE

>

www.logon-euregio.com

n Gobo hat kürzlich in den Railport Lanaken investiert. n Gobo will Geschäftsaktivitäten in der Euregio Maas-Rhein ausweiten. n Gobo ist aktives Mitglied des Netzwerks von Astre mit 160 vornehmlich französischen Transportunternehmen.

20 - Log.ON 001

worden spoor en binnenvaart volwaardige alternatieven. Anderzijds ben ik ook niet naïef: verladers zullen die modus kiezen die het goedkoopste is, en dat zal soms het spoor, soms het binnenschip en vaak de vrachtwagen zijn. Wij zijn intussen van plan om vanaf Railport Lanaken een regelmatige verbinding op te zetten naar Verona in Italië. Door de crisis hebben we de start moeten uitstellen, omdat we niet zeker zijn van voldoende lading op een regelmatige basis. Daarnaast kijken we ook naar verbindingen naar Spanje en naar OostEuropa,” zegt Jurgen Gobyn, general manager van Gobo. Hij is ervan overtuigd dat een doorbraak ook moet gezocht worden in een commerciële werking in een ruimer gebied zoals de Euregio Maas-Rijn. “We moeten meer volumes naar Lanaken kunnen brengen van bedrijven die verderop zijn gelegen. Van zodra de treinen voor 80% bezet zijn, starten we met een regelmatige verbinding. Eens de dienst is opgezet, zal het ook makkelijker zijn om treinen op te vullen met occasionele vrachten.” Daarnaast verwacht Jurgen Gobyn veel van de initiatieven van de gemeentebesturen van Lanaken en Maastricht om bijkomende industrieterreinen te ontwikkelen in de buurt. Lanaken geeft hierbij voorrang aan bedrijven die gebruik maken van transporten over het water of het spoor. Die multimodale aanpak past ook in de duurzame overtuiging van het bedrijf. Het heeft een hele resem investeringen gedaan om de uitstoot van CO2 te verminderen en het milieu te sparen. Zonnepanelen op de magazijnen, waterrecuperatie in de wasafdeling en last but not least het certificaat Lean and Green waar-


imodale toekomst Gobo beschikt voor het vrachtvervoer met onder andere 70 trekkers en 150 opleggers.

Jurgen Gobyn: “Van zodra de treinen voor 80% bezet zijn, starten we met een regelmatige verbinding.”

Ik ben ervan overtuigd dat het transport meer en meer multimodaal zal worden.” Jurgen Gobyn

door Gobo zijn CO2-uitstoot met meer dan 30% heeft kunnen verminderen op vijf jaar tijd.

opslag voor klanten voor zijn rekening kan nemen, maar ook een aantal extra diensten zoals herverpakken, palletiseren, containers vullen of leegmaken, enzovoort.

50 jaar transport Gobo vierde zopas zijn vijftigste verjaardag, maar de transportactiviteiten van de familie zijn zelfs nog ouder. Jurgen Gobyn: “Mijn grootvader begon in 1954 met één bus voor het vervoeren van mijnwerkers. Uit die activiteiten zijn intussen twee bedrijven gegroeid: Heidebloem voor het personenvervoer met 25 eigen bussen en Gobo voor het vrachtvervoer met onder andere 70 trekkers en 150 opleggers.” Gobo is gespecialiseerd in stukgoed, tanktransport, containervervoer en logistieke dienstverlening. Qua stukgoed richt de firma zich op het transport naar Frankrijk en de Benelux met huifwagens. Grote klanten zijn de industriële bedrijven Sappi (papier) en Sabic (kunststoffen) die allebei activiteiten hebben aan weerszijden van de Maas in Belgische en Nederlands Limburg. Daarnaast rijdt Gobo ook voor fabrieken uit de buurt: Silmaco, Imris en Celanese. “Wij investeren stevig in kwaliteit en efficiëntie. De trucks zijn vaak voorzien van nieuwe antidiefstalzeilen, joloda-skates, dubbele vloeren en smartboards om de asbelasting te kunnen monitoren en aanpassen. We hebben heeft ook een kleine vestiging in Slowakije die vooral mikt op de langere internationale transporten met een twintigtal trucks.” Gobo investeert ook stevig in het onderhoud van de eigen voertuigen met een nieuw atelier. In Lanaken beschikt Gobo verder over vier magazijnen waar het niet alleen de

Samenwerking Als actief lid van het netwerk Astre, een samenwerkingsverband van 160 vooral Franse transportbedrijven, kan Gobo vrachten uitwisselen met de andere leden. Die samenwerking beschikt niet alleen over gemeenschappelijke crossdocks (de grootste bevinden zich in Parijs en Brussel), maar werkt ook met een zelfde informaticasysteem waardoor de hele afwikkeling, tot en met de etiketten op de goederen, via één systeem wordt afgehandeld. “Die samenwerking geeft ons de mogelijkheid om onze klanten een goede service te bieden. Daarnaast kunnen we met Astre in groep meedingen naar grote aanbestedingen. Soms werken we met 20 bedrijven samen om één grote opdracht uit te voeren,” zegt Jurgen Gobyn. > Peter Ooms

Gobo in het kort • Lanaken • 76 medewerkers in België en 32 in Slowakije • 70 trekkers www.gobo.eu

Log.ON 001 -

21


3PL

L'Ortye: complete logistiek n Focus op complete logistiek van bulkgoederen n Eigen haventerrein van 7,5 ha voor op-

Voor de overslag beschikt L’Ortye in Stein over twee havenkranen, laadsteigers, een weegbrug en wiellaadschoppen.

en overslag van goederen n Optimale verbindingen naar bestemmingen in Nederland, Duitsland en België

D

e Groep L’Ortye bv met hoofdzetel in Hoensbroek in Nederlands-Limburg is gespecialiseerd in de op- en overslag en het transport van goederen in bulk. Dat gebeurt vanuit een eigen terrein voor havenactiviteiten in Stein vlakbij de grens met België. “Dankzij deze optimale ligging en uitstekende verbindingen over de weg en het water zijn wij perfect gelegen om klanten in Nederland, Duitsland en België te bedienen”, beklemtoont algemeen directeur Jean L’Ortye. “Ons aanbod reikt van het loutere lossen van schepen tot het beheer en de begeleiding van de complete vrachtstroom van en naar de havens van Rotterdam, Amsterdam en Antwerpen tot op de eindbestemming.” L’Ortye was al langer actief in zand- en grindwinning, en transport en milieu. De internationale expansie kwam er met de ontwikkeling van de havenactiviteiten in Stein vlakbij de grens van Nederland met België. “Daar hebben we in 1987 de haven van de gemeente aan het Julianakanaal gekocht”, legt Jean L’Ortye uit. “Het gaat om een terrein van 7,5 ha met een kade van 400 meter. Voor de overslag beschikt de locatie over twee havenkranen, laadsteigers, een weegbrug en wiellaadschoppen. Voor de opslag is het uitgerust met opslagboxen van diverse afmetingen, samen goed voor een totale oppervlakte van 9000 m2. Een loods van 3000 m2 verzekert bewaring onder dak. Het terrein leent

DE n Fokus auf die komplette Logistik für Schüttgut. n Eigenes Hafengelände mit 7,5 Hektar für Warenlagerung und -umschlag. n Optimale Verbindungen zu Zielorten in den Niederlanden, Deutschland und Belgien.

>

FR

www.logon-euregio.com

n Pleins feux sur la logistique intégrale des marchandises en vrac. n 7,5 ha de site portuaire propre pour le stockage et le transbordement. n Des liaisons optimales vers les destinations aux Pays-Bas, en Allemagne et en Belgique.

22 - Log.ON 001

zich voor de op- en overslag van de meest diverse producten: kolen, zand en grind, glas, kunstmest, granen, biomassa, grond- en baggerspecie en diverse afvalstoffen.”

One stop shopping Naast de op- en overslag biedt L’Ortye in Stein heel wat meer. Jean L’Ortye: “Value added logistics zoals breken, zeven, open snijden van big bags en verpakken van bulkgoederen en daarnaast value added services, zoals het wegen, het nemen van monsters, nauwkeurige administratieve opvolging en een variatie aan andere diensten. Het terrein biedt nog ruimte voor expansie.” Dankzij het uitgebreide pakket activiteiten en diensten kan het bedrijf zijn cliënteel – actief in de handel van en verwerking van grondstoffen en afvalstoffen – een complete service bieden. Jean L’Ortye: “Onze focus ligt op het totaalpakket van goederenbeheer en –behandeling. Bijvoorbeeld: een klant bestelt grondstoffen in Rusland. De vracht komt toe in de haven van Rotterdam, Amsterdam of Antwerpen, waar onze strategische partners zorgen voor de overslag naar zeeschepen. Wij nemen het transport naar onze haven in Stein voor onze rekening, de eventuele opslag en bewerking om de vracht vervolgens naar de eindbestemming te brengen. Kortom: one stop shopping in de ware zin van het woord. Daarnaast is evenzeer die klant welkom, die alleen maar vraagt om het lossen van een schip in Stein plus transport.”


k van bulkgoederen De internationale expansie kwam er met de ontwikkeling van de havenactiviteiten in Stein.

“Wij focussen op de complete logistiek van invoerhaven tot eindklant”, beklemtoont Jean L’Ortye.

Het nieuwe terrein aan het Julianakanaal in Maastricht wordt aangepast. Prijskaartje: 1,5 miljoen euro.”

Optimale bereikbaarheid “De sterke troef van het terrein is de optimale bereikbaarheid. Het verkeersknooppunt Kerensheide ligt op amper 3 km. Het biedt via de A76 een optimale verbinding met oostelijk Zuid-Limburg en Duitsland in de ene en België in de andere richting. Dankzij de A2 beschikken we vanuit Stein over een snelle aansluiting naar Maastricht en Luik naar het zuiden en Midden-Limburg en Eindhoven in noordelijke richting.” Voor opdrachten naar bestemmingen in Duitsland beschikt L’Ortye over een bijkomende onbetwiste troef. “De haven van Stein ligt aan het Julianakanaal waar laagwater vrijwel nooit voorkomt. Als het waterpeil op de Rijn te fel zakt, kunnen de schepen er niet hun volledige vrachtcapaciteit benutten. Daarvoor ontvangen de schippers een compensatie, maar die doet het kostenplaatje voor de opdrachtgevers soms wel tot gigantische proporties toenemen. Daar komt nog bij dat de overslagtarieven bij ons lager liggen omdat wij alles in één hand hebben.”

Nieuwe haven in Maastricht L’Ortye breidt dit jaar zijn logistieke havenactiviteiten uit met de opening van een tweede havenlocatie, nu aan het Julianakanaal in Maastricht. Jean L’Ortye: “Daar gaat het om een terrein van 12.000 m2, dat al in eigendom is, maar tot nu toe aan derden werd verhuurd. Het wordt voor 1,5 miljoen euro aangepast met een nieuwe kade van 130 meter met hydraulische kranen. Er bestaat al

een overdekt gedeelte van 1100 m2. De optimale ligging maakt een nog efficiëntere bediening van ons bestaande Nederlandse cliënteel mogelijk én het opent perspectieven naar bijkomende klanten. Over een half jaar moet we hier operationeel zijn.”

Van kolenhandel tot internationaal logistiek dienstverlener Grootvader Jozef L’Ortye startte in 1948 een kolenhandel in Hoensbroek. Later kwamen daar andere brandstoffen bij en om het rollend materieel ook in de zomer optimaal te benutten breidde hij in 1962 uit met zand- en grindwinning. Na de sluiting van de mijnen in de jaren ’60 startte het bedrijf onder leiding van zoon Jan een containertak. Met broer Jean en zus Vivien, kinderen van Jan, is sinds 2005 de derde generatie van de familie in het bedrijf actief. De overname in 1987 van de haven van de gemeente Stein aan het Julianakanaal betekende het begin van de internationale expansie. > Luk Weyens

L’Ortye in het kort • Aantal medewerkers: 90 (seizoensafhankelijk) • Aantal voertuigen: 40 • Oppervlakte eigen haven: 7,5 ha www.lortye.info

Log.ON 001 -

23


3PL

Jost Group : le groupe mu n Jost Group a connu une croissance spectaculaire ces dix dernières années. n Croissance organique et acquisitions ciblées en ont fait un des trois plus grands transporteurs belges. n Jost Group maintient une présence significative dans l’Euregio.

J

usqu’en 2000, l’entreprise menée par Roland Jost s’était surtout signalée par la reprise des transports Godard de Battice et une première expérience dans l’entreposage. Depuis le début du 21e siècle, Jost Group a grandi en développant ses métiers de base, mais aussi en s’installant sur de nouveaux marchés et dans de nouvelles niches par le biais de reprises : la benne (reprise de Max Bulk Cargo en 2006 et de BTK en 2008), le Maghreb (Possoz en 2008 et Maes en 2011), le transport sous température contrôlée (rachat de la branche transport de Weerts) et, plus récemment, le transport de conteneurs (reprise de De Bock et de CP Ships en 2012).

Arrondir le portefeuille “Ces reprises, nous les avons effectuées soit parce qu’elles nous ouvraient des portes, soit parce qu’elles permettaient d’arrondir l’existant, tout en restant concentrés sur notre métier de base qui est le general cargo”, explique le CEO Roland Jost. Par ‘arrondir l’existant’, Roland Jost fait allusion à un portefeuille d’activités différentes, certes, mais qui utilisent toutes un véhicule et un chauffeur. Et c’est en combinant des missions

NL n Jost Group kende in de laatste tien jaar een spectaculaire groei. n Organische groei en gerichte overnames maakte van het bedrijf één van de drie grootste Belgische vervoerders. n Jost Group blijft duidelijk aanwezig in de Euregio.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Jost Group erlebt spektakuläres Wachstum. n Organisches Wachstum und gezielte Übernahmen machten sie zu einem der drei größten belgischen Transportunternehmen. n Die Jost Group zeichnet sich durch eine bedeutende Präsenz in der Euregio aus.

24 - Log.ON 001

dans ses différents domaines d’activité que Jost Group parvient à tirer la meilleure productivité de son parc roulant : “Si vous prenez CP Ships que nous avons racheté par opportunité, la base était bonne, mais ils n’avaient pas assez de travail. Seuls, ils n’étaient pas viables. Mais un chauffeur qui a transporté deux conteneurs d’Anvers à Bruxelles a encore des heures de conduite suffisantes pour prendre en charge une mission de distribution, par exemple.” Cette recherche d’équilibre n’empêche pas les prises de risque calculées. “Le Maghreb, par exemple, c’est une région où nous voulions nous implanter”, poursuit Roland Jost. “C’était un marché d’avenir en 2008… et ça l’est toujours aujourd’hui. Après les révolutions qui s’y sont déroulées, on aurait pu penser que les marchés allaient s’effondrer, ça n’a pas été le cas. Aujourd’hui, nous ne pouvons grandir qu’en gagnant des parts de marché, mais d’ici un an ou deux, c’est le marché luimême qui grandira.” L’autre risque, mais il est lui aussi gérable, est que cette perméabilité entre différents métiers pourrait déboucher sur une sous-capacité de transport le jour où l’économie redémarre vraiment. “Mais ce jour-là, on peut voir venir…“, sourit Roland Jost. Il y a cependant des métiers de transport qui n’intéressent pas Jost Group, de par leur caractère trop spécifique : la citerne (bien que l’entreprise travaille un peu en silo, mais seulement dans le cadre de contrats à moyen ou long terme), ou le transport de véhicules. Par contre, Jost Group a développé une activité logistique non négligeable (230.000 m2 d’entrepôts) et une


ltispécialiste Jost Group a développé des activités dans plusieurs niches de transport.

Jost Group emploie 650 personnes dans l’Euregio Meuse-Rhin.

Roland Jost : “Toutes nos activités doivent se combiner autour du general cargo.”

Si les collaborations au sein de l’Euregio permettent de professionnaliser le secteur, je suis preneur de l’idée.” Roland Jost

activité d’expédition au port d’Anvers, mais dans un cas comme dans l’autre, il s’agit d’activités complémentaires au transport.

L’Euregio, vecteur de professionnalisation Pour un tel groupe à taille européenne, l’Euregio MeuseRhin représente aujourd’hui 10 % de l’activité, même si le groupe est relativement peu présent aux Pays-Bas. Sur ses 1625 collaborateurs, Jost Group en emploie par contre 650 dans l’Euregio, qui est donc son principal bassin de recrutement. Roland Jost se retrouve par contre fréquemment ‘face à’ ses collègues de l’Euregio : “Nous sommes confrontés aux mêmes problèmes stratégiques, et il y a certains transporteurs de la région avec lesquels nous pouvons cohabiter de manière raisonnable. Ceux-là, ce sont des professionnels. Mais il y en a d’autres qui cassent les prix d’une manière telle que leur manque de professionnalisme saute aux yeux. Nous devons tous payer à peu près les mêmes frais : une différence de 25 % sur un appel d’offres, ce n’est clairement pas possible. Cela me fâche réellement d’autant plus qu’au départ, c’est moi qui risque de passer pour un voleur chez le client. Je peux comprendre une différence de prix de 5 ou 7 %, mais pas 25. Si les projets de collaboration qui existent aujourd’hui pour la logistique dans l’Euregio peuvent contribuer à réduire ce problème, je suis preneur.”, poursuit Roland Jost. Un des ‘problèmes stratégiques communs’ qu’évoque Roland Jost, c’est l’utilisation de chauffeurs de l’est. “Ce n’est pas nous qui avons inventé ce système, c’est

l’Europe qui nous l’a imposé. J’estime que nous le pratiquons raisonnablement. En transport national, il n’y a que 0.5 % de l’activité qui est effectuée par des chauffeurs étrangers. Cependant, si nous n’avions pas nos filiales en Europe centrale, nous devrions arrêter tout à fait le transport inter, où nous employons encore plus de 300 chauffeurs belges, et la rentabilité du transport national ne serait plus garantie de la même manière. Et pour être tout à fait clair, je suis tout à fait opposé à une libéralisation totale du cabotage. C’est beaucoup trop tôt.” Roland Jost se montre très prudent pour la suite de l’année 2013. “Cela a bien démarré en janvier, mais février et mars n’ont pas permis d’évolution. Je dirais que 2013 ne s’annonce ni génial ni trop inquiétant. En gros, il faut continuer à se baser sur une croissance zéro, même si certains secteurs comme le bois progressent à nouveau fort et annoncent peut-être du mieux.” > Claude Yvens

Jost Group en bref • 1625 personnes employées • 1100 véhicules moteurs • 2600 véhicules tractés • Euregio : sites à Herstal, Battice et Malmédy • 230.000 m2 d’entrepôts www.jostgroup.com

Log.ON 001 -

25


3PL

Hintzen: Clevere Logistik n Das moderne Speditionswesen berücksichtigt Umweltaspekte. n Die Eschweiler Hintzen Logistik kooperiert mit Forschungsinstituten der RWTH Aachen. n Ein Transportnetz mit Umschlagzentren sorgt für die pünktliche Auslieferung am Folgetag.

W

er hat sich nicht schon geärgert über Lastwagenkolonnen auf den Autobahnen und langwierige Überholmanöver der Trucks, die das flotte eigene Fortkommen behindern? Doch ohne das Speditionswesen würde kein Auto fertig montiert, wären die Lager im Einzelhandel leer. Dahinter stehen aber nicht nur Pferdestärken unter der Motorhaube, sondern vor allem auch eine enorme logistische Leistung. Einer dieser Dienstleister in der Euregio Maas-Rhein ist das Unternehmen Hintzen Logistik in Eschweiler mit einem Fuhrpark von 80 Fahrzeugeinheiten. Die ungewöhnlich lange Tradition sieht man der Firma nicht an: Schon 1802 gründeten die Gebrüder Hintzen das Speditionsgeschäft mit 50 Pferden in Eschweiler und 20 Pferden in Stolberg. Damals war die größte Herausforderung, den Transport auf den buckeligen Straßen und Wegen unbeschadet hinzubekommen. Der Aktionsradius reichte bis nach Köln, drei Tage lang dauerte die Tour hin und zurück.

Umschlagnetz Heute erleichtert eine ausgeklügelte Logistik das Wirtschaftsleben. Bei weitem fahren nicht mehr alle Lastwagen bis zum Ziel – was nicht heißen soll, das

NL n De hedendaagse vervoerssector houdt rekening met het mileu. n Hintzen Logistik uit Eschweiler werkt samen met de onderzoeksinstellingen van de RWTH Aachen. n Een transportnet met overslagcentra staat borg voor de levering op de volgende dag.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Les transporteurs modernes se soucient de l’environnement. n Hintzen Logistik (Eschweiler, DE) coopère avec des chercheurs de l’Université d’Aix. n Un réseau maillé sur des nœuds de transbordement assure des livraisons ponctuelles sous 24 h.

26 - Log.ON 001

Fahrzeuge unterwegs verloren gingen. Beim Stückgut – das sind Chargen bis 2,5 Tonnen – arbeitet Hintzen in einem Umschlagnetz mit 125 Speditionen zusammen, das die Bundesrepublik Deutschland sowie die BeneluxLänder überspannt. Verbindende Klammer ist die VTL GmbH, die 1998 auf Initiative von Hintzen in Eschweiler gegründet wurde. In der Euregio gibt es außer Hintzen einen weiteren VTL-Partner, Norbert Dentressangle Logistics in Welkenraedt. Das VTL-Netz greift, wenn ein Lkw mit Fuhren verschiedener Zielorte auf die Reise geht. Es funktioniert nach dem „Hub and Spoke“-System, deutsch „Nabe und Speiche“. Über den Tag liefern die Kunden ihre Sendungen ab oder lassen sie abholen. Abends starten dann in Eschweiler die Transporte zum Hauptumschlagbetrieb (HUB) in Fulda. Dort werden die Wagen über Nacht entladen und die Fracht auf die Fahrzeuge anderer VTL-Betriebe verteilt. Im Gegenzug transportiert Hintzen auf dem Rückweg Güter der Partner in die Region Aachen, wo die Fuhre gegen sechs Uhr ankommt. Vier Stunden dauert die einfache Tour zwischen Fulda und Eschweiler. Bis Mittag ist alles bei den Empfängern abgeliefert. Die Auslieferungsgebiete sind unter den VTL-Partnern exklusiv aufgeteilt. Leerfahrten werden ebenso vermieden wie Rundfahrten von einer Adresse zur nächsten. Spitze Routen-Winkel, z.B. von Aachen über Fulda nach Koblenz, werden auch schon mal auf dem Direktweg abgekürzt. Zur Streckenreduzierung dienen ferner die Nebenumschlagbetriebe Hannover, Gelsenkirchen und Würzburg. Europaweit gibt es mit dem International Logistic Network (ILN) ein ähnliches System, jedoch mit mehre-


Im Depot von Hintzen Logistik kann die Ware zwischengelagert werden.

Hintzen Logistik besitzt einen Fuhrpark von 80 Fahrzeugeinheiten.

ren Knotenpunkten, etwa in Köln. Die Ware wird mehrfach umgeladen und jedes Mal per Nummernscanner registriert. So kann der Kunde online den jeweiligen Ort seiner Ware ermitteln. Bei Teilladungen (ab 2.5 Tonnen) machen diese Systeme aber wenig Sinn. Im Bemühen, auch hier effizienter zu werden, hat Hintzen 2011 mit der RWTH Aachen einen Wettbewerb gewonnen. „Cloud-Logistik“ heißt die Lösung: Linienverkehr zwischen zwei Orten mit gebündelter Fracht. Bisher fahren oft zwei halb beladene Wagen zur selben Zeit dasselbe Ziel an. Der Optimierer der RWTH, verbunden mit dem Rechner der IT-Firma itRessort – eine Tochter von Hintzen Logistik – hat in einer Simulation 4000 Lkw mit 8000 Sendungen unter einen Hut gebracht und dazu vier Stunden gerechnet – zu lange fürs laufende Geschäft. In der Praxis reiche es allerdings, so Heinz Hintzen, wenn das Ergebnis zu 98 Prozent stimmt. Das schafft der Computer in fünf Sekunden. Im Betriebsalltag werde man gleichwohl auf die menschliche Erfahrung nicht verzichten können, denn Angaben wie „so etwa fünf bis sechs Paletten“ kann kein Prozessor verdauen.

Zunehmendes Umweltbewusstsein Für temperaturgeführte Waren startet Hintzen im Mai die Kooperation „Dialog“. Es geht um temperaturempfindliche Güter, die winters wie sommers auf ca. 16 °C gehalten werden müssen. Darunter fallen etwa Schokolade, Kosmetika, Medikamente, Lackfarben auf Wasserbasis oder Futtermittel. Zunehmendes Umweltbewusstsein geht am Transportwesen nicht ohne Änderungen vorbei – sei es aufgrund von gesetzlichen Auflagen, aufgrund von

Heinz Hintzen führt die Hintzen Logistik GmbH in Eschweiler.

Hintzen beteiligt sich unter anderem an dem Projekt ‘grüne Logistik’.”

Marketingvorteilen als „sauberes Unternehmen“ oder vielleicht auch aufgrund einer positiven Einstellung in der Chefetage. Hintzen jedenfalls engagiert sich auf diesem Sektor und beteiligt sich unter anderem am Projekt „grüne Logistik“. Dabei geht es darum, den „Carbon Footprint“ zu ermitteln. Der Kunde kann nachvollziehen, wie viel Schadstoffausstoß mit dem Transport von beispielsweise einem Paket von 50 kg auf 200 km verbunden ist. Auch der nach „Euro 5“ und „Euro 6“ ausgestattete Fahrzeugpark von Hintzen hat mit früheren Dreckschleudern nicht mehr gemein. „Dank der Filtertechnik würde in den Innenstädten hinten sauberere Luft rauskommen, als vorne eingesaugt wird“, schmunzelt Firmenchef Heinz Hintzen – natürlich werden extra deshalb keine Lkw durch die Citys geschickt. Noch sauberer wird es, wenn Elektro-Fahrzeuge zum Einsatz kommen. Ein Interreg-IV-Projekt arbeitet daran, einen vollelektrischen wirtschaftlich betriebenen Lkw für die Distribution im regionalen Transport zu entwickeln. E-Trucks Europe in Lommel baut den 22-Tonner Diesel um, Triphase in Heverlee passt die Batterien an und Hintzen nimmt ihn in Betrieb. Erste Testversuche starten im Herbst. > Thomas Kreft

Hintzen Logistik kurz • Eschweiler • 95 Mitarbeiter • 75 Fahrzeugeinheiten www.hintzen.de

Log.ON 001 -

27


SHIPPERS

SCA en Sappi: transport in n Vrachtwagens zorgen voor het grootste deel van het transport n Sappi tracht de grote stromen eindproduct met treinen te transporteren n SCA eist dat de transporteur voor de Benelux Lean and Green gecertificeerd is

S

appi en SCA, twee giganten uit de papiersector, hebben fabrieken in de Euregio Maas-Rijn die enorme volumes grondstoffen verwerken tot afgewerkte producten. De wil om die logistieke stromen te verduurzamen is bij beide aanwezig, maar het is vooral de situatie ter plaatse die maakt of ze kunnen gebruik maken van binnenvaart en spoor, of aangewezen zijn op wegtransport. Sappi heeft twee fabrieken in de Euregio Maas-Rijn, namelijk in Maastricht in Nederland en Lanaken in België. De twee vestigingen liggen vlak bij elkaar en worden op logistiek vlak ook beheerd door eenzelfde persoon: Veenerick Luijten, manager sheet finishing and Logistics. “De twee fabrieken maken deel uit van de divisie Fine Paper Europe die kwaliteitspapier maakt voor magazines en voor het allerbeste drukwerk van bijvoorbeeld kalenders, brochures voor automerken en de covers van dure tijdschriften. In Lanaken produceren we jaarlijks maximaal 500.000 ton magazinepapier dat gewoonlijk op rollen geleverd wordt rechtstreeks aan de drukkerijen en uitgeverijen. In Maastricht maken we een hoogwaardiger papier dat meestal versneden wordt tot vellen papier – formaten in het jargon - in elke mogelijke afmeting. Daarvan produceren wij jaarlijks maximaal 300.000 ton.” SCA in Stembert is een fabrikant van papier voor huishoudelijk gebruik: vooral toiletpapier en zakdoekjes die

Sappi kan concrete resultaten voorleggen van de modal shift die aan het uitvoeren is.” op twee aparte machines worden geproduceerd. Stembert is binnen de Zweedse groep SCA trouwens de belangrijkste fabriek in Europa voor die facial tissues en dat houdt onder andere ook in dat die binnen heel Europa worden geleverd in meer dan 20 landen. Naast de eigen producten slaat SCA Stembert in zijn magazijn ook nog eens alle producten van de groep op die voor de Belgische markt zijn bestemd zoals tafellakens, servet-

28 - Log.ON 001

ten, huishoudrollen, incontinentiemateriaal, enzovoort. Elke maand verlaten 2000 ton zakdoekjes en 5600 ton toiletpapier de twee magazijnen in Stembert: één op het fabrieksterrein met 30.000 palletplaatsen en één in de buurt daarvan met 9200 palletplaatsen. Sinds 2002 is er een samenwerking met de logistieke dienstverlener DB Schenker voor het beheer van het magazijn met de afgewerkte producten.

Veel vracht over de weg Op een willekeurige dag komen wel 100 vrachtwagens op het terrein van SCA voor de aan- en afvoer van grondstoffen en afgewerkte producten. Voor die transporten schakelt SCA de diensten in van transporteurs zoals Van Dievel in België, en Reining, GBA en Zandbergen in Nederland. Myriam Camillo is supply service manager van SCA Stembert. “Het zijn de landenorganisaties die zelf instaan voor de selectie van transporteurs op basis van hun eigen voorwaarden. Jaarlijks organiseren ze een tenderproces waarbij de prijs en de dienstverleningen wordt afgewogen. Binnen de Benelux hanteert men nog een bijkomende vereiste: de transporteur moet Lean and Green gecertificeerd zijn.”


n de papiersector

SCA bevindt zich bovenop een heuvel dicht bij de grote autowegen en rekent daarom vooral op het wegvervoer voor zijn transport. Niet minder dan 80% van de grondstoffen voor Sappi in Maastricht én Lanaken komt nu aan per binnenschip.

De divisie Sappi Fine Paper Europe heeft een aantal fabrieken in Duitsland, Nederland, België, Finland en Oostenrijk en wil op die manier een optimale service leveren aan zijn klanten. “Wij zijn marktleider in deze sector, maar de concurrentie is heel hard, ook door een overcapaciteit in de productie. Daarom willen we ook een uitstekende service leveren door snelle leadtimes te garanderen zodat onze klanten niet zelf voorraad hoeven aan te houden. Daarom hebben we ook een aantal zogenaamde marketwarehouses om zo een netwerk te vormen van waaruit we alle klanten in Europa kunnen bedienen. Zo zijn er magazijnen in Marghera (Italië), Perpignan (Frankrijk), Kehl en Wesel (Duitsland). Op die manier slagen we erin om niet alleen meer bestellingen te ontvangen, maar ook tegen een betere prijs,” zegt Veenerick Luijten. Het transport moet dat dan wel kunnen volgen. Vanuit Lanaken worden gewoonlijk rollen magazinepapier rechtstreeks naar de drukkerijen gebracht. Dat gebeurt met vrachtwagens van transportbedrijven die een contract hebben om alle leveringen voor een land voor hun rekening te nemen. Gehlen-Schols zorgt zo voor transporten naar Duitsland en Zwitserland, Meulenberg voor

Nederland, Gobo voor België en Frankrijk, Seifert voor Scandinavië en Polen, Ewals Intermodal en Seacon naar Italië, enzovoort. Waar mogelijk mikt men ook op retourvrachten tussen de verschillende filialen. Al die transporteurs hebben hun informaticasysteem aangesloten op de computers van Sappi en zijn in staat zelf de planning te maken voor hun transporten. Ze zijn ook verplicht om een timeslot te reserveren in het systeem van Sappi.

Multimodaal als het kan Sinds een aantal jaar tracht Sappi de grote stromen naar zijn eigen magazijnen, maar ook naar de uiteindelijke eindverbruiker, via treinen te verzorgen. Zo vervoert Ewals Intermodal papier via de terminal van Genk naar Italië. Ook slaagt Sappi erin om ladingen over een relatieve korte afstand tussen Köln-Eifeltor en Stuttgart te transporteren over het spoor. Veenerick Luijten: “Op dit ogenblik maakt dat ongeveer 10% van het totale volume uit en ik ben ervan overtuigd dat we dat stilaan verder kunnen en moeten opdrijven. Het zou goed zijn ook. Want die duurzame transporten besparen ons ook geld.” Een specifieke regeling draagt daartoe een steentje bij. Transporten van de fabriek naar een multimodale termiLog.ON 001 -

29



SHIPPERS

nal mogen zwaarder geladen zijn, 28 ton in plaats van 24 ton. Diezelfde regeling geldt ook in Italië en dat alleen al bespaart Sappi heel wat geld. Daarnaast verwacht Veenerick Luijten dat de wegtransportkosten in Duitsland snel zullen oplopen als de Mauttarieven zullen gedifferentieerd worden in functie van de Euronormen van de vrachtwagenmotoren. “Heel wat transportbedrijven hebben nog niet zolang geleden geïnvesteerd in Euro 4-trucks, maar nu zijn er al Euro 6 trucks. Die laatste zullen kunnen genieten van de laagste Mauttarief, maar lang niet iedereen zal dat kunnen doen. Ik stel vast dat onze Duitse treintransporten nu nog evenveel kosten als het wegtransport, maar straks maakt de Maut de trein echt goedkoper dan de vrachtwagen.” Daarnaast is het ook nog wachten op de start van nieuwe lijnen vanaf de pas geopende terminals in de buurt van Sappi in Lanaken en straks in Geleen (Rail Terminal Chemelot). Probleem is dat de operatoren wachten op verladers om regelmatig voldoende volumes op de trein te zetten en dat een verlader zoals Sappi liefst van start gaat op een bestaande lijnverbinding. “Wij zouden bijvoorbeeld nog hout kunnen aanvoeren naar de fabriek in Lanaken, maar het probleem is dat we dat al naar gelang van het aanbod en de prijs kopen in verschillende gebieden zodat we hier geen vaste opdracht kunnen uitschrijven,” zegt Veenerick Luijten. “Maar we blijven zoeken naar mogelijkheden om via de railterminal Lanaken grondstoffen aan te voeren.” Een specifiek transport is dat van containers voor het zeetransport. “Vroeger hadden we dat allemaal uitbesteed aan één expediteur. We hebben dat weer in huis gehaald en die mensen hebben een aantal vaste con-

tracten, maar ze kijken ook op de spotmarkt om in te spelen op opportuniteiten. De dienstverleners zelf kunnen zelf kiezen hoe ze de containers naar Rotterdam of Antwerpen brengen, maar we zien dat ze vaak met het binnenschip vervoerd worden vanuit de havens van Stein of Born. Alleen als het echt snel moet gaan, komt de truck nog in aanmerking.”

Op de heuvel SCA Stembert vervoert nu alles met vrachtwagens, maar het heeft wel al analyses uitgevoerd en experimenten gedaan om eventueel andere modi te kunnen inzetten. “We hebben bijvoorbeeld al laten berekenen of het voor ons niet beter zou zijn om de pulp vanuit Antwerpen per binnenschip te laten komen. Maar omdat het schip niet verder kan dan Luik, is er toch nog wat natransport

In het verleden heeft SCA ook geëxperimenteerd met ‘camions combinés’.” nodig. De kosten dalen daar niet mee en ook het milieu wordt er niet beter van. We zitten hier op een heuvel, ver weg van het spoor en het water,” zegt Michel Wehr. Het bedrijft onderzoekt momenteel ook of het transport naar Rusland niet over zee kan verlopen. “In het verleden hebben we ook experimenten met camions combinés gedaan waarbij het transport deelden met een andere partij, namelijk Arcelor. Het uitgangspunt was de vaststelling dat onze vrachten zeer licht zijn en dus niet het maximale gewicht van een vrachtwagen benutten.

“De rollen papier die we laten komen bijvoorbeeld wegen soms 3 ton, maar ze mogen geen enkele beschadiging vertonen,” zegt supply manager Myriam Camillo. Hier naast Michel Wehr, manager interne logistiek van SCA in Stembert.

Log.ON 001 -

31


SHIPPERS

Veenerick Luijten, manager sheet finishing and logistics bij Sappi: “Straks maakt de Maut de trein echt goedkoper dan de vrachtwagen.”

Dat zou wel kunnen door de combinatie van zware rollen metaal met ons papier. Dat experiment is om allerlei reden stopgezet, maar de belangrijkste reden was dat we de vrachtwagens vaak wél optimaal gebruiken qua volume. In die situatie heeft het niet veel zin om transporten te delen. Wat we wel doen is om de verre transporten naar Rusland of Spanje extra te vullen door bovenop de palletten van 2,20 meter nog producten in bulk toe te voegen,” zegt Michel Wehr.

Aanvoer van grondstoffen De grondstof die beide fabrieken nodig hebben is papierpulp. SCA voert dit in via de havens van Antwerpen en Rotterdam. “Onze expediteur slaat die daar ter plaatse op en wij laten die op afroep naar ons toekomen. Op basis van die pulp maken we zelf papier, maar we kopen ook heel wat papierrollen aan bij collega’s uit de groep vanuit Zweden, Frankrijk of Spanje. Daarnaast hebben

FR n Les camions assurent la majeure partie du transport. n Sappi s’efforce de transporter en train les grands flux de produits finis. n SCA exige que le transporteur soit certifié Lean and Green pour le Benelux.

>

www.logon-euregio.com

DE n Der größte Teil des Transports wird mit Lkw durchgeführt. n Sappi versucht, die großen Endproduktströme mit Zügen zu transportieren. n SCA verlangt, dass der Transportunternehmer für Benelux Lean-and-Green-zertifiziert ist.

32 - Log.ON 001

we nog verpakkingsmateriaal nodig: kunststoffilms en karton voor dozen en omdozen. De aanvoer van al deze producten gebeurt met trucks, behalve de vracht uit Italië, die per trein wordt vervoerd,” zegt Michel Wehr, verantwoordelijk voor de interne logistiek. Kwaliteit van het transport is daarbij wel erg belangrijk. “De rollen papier die we laten komen bijvoorbeeld wegen soms 3 ton, maar ze mogen geen enkele beschadiging vertonen want anders gaat het papier scheuren op de machine en is het voor ons volledig onbruikbaar. We zijn dus erg streng op de behandeling van de goederen, op de staat van de vrachtwagen en de reinheid,” zegt Myriam Camillo. De stroom grondstoffen naar de fabrieken van Sappi bestaat eveneens voor een zeer groot deel uit pulp, maar ook uit krijtslurrie. Dat vormt een zeer dunne coating op het papier en geeft het zijn perfecte witte kleur. Jaarlijks gaat het om 180.000 ton pulp en 220.000 ton krijtslurrie. Tot voor een aantal jaar geleden kwam dit allemaal per vrachtwagen naar de fabriek, maar sindsdien is er massaal overgeschakeld op het binnenschip. Niet minder dan 80% van de grondstoffen komt nu aan via kanalen en rivieren. Daarbij wordt vaak met één schip zowel Lanaken als Maastricht bevoorraad. Intussen wordt ook een schip ingezet met compartimenten om verschillende kwaliteiten tegelijk te kunnen aanvoeren. Veenerick Luijten kan dus concrete resultaten voorleggen van de modal shift die Sappi aan het uitvoeren is. Hij is dan ook regelmatig een spreker in de regio om ook andere bedrijven te overtuigen de stap te zetten. “Nog te vaak verschuilen verladers zich achter schijnargumenten dat zij niet de regie van de keten in handen hebben om niets te doen. Ze vergeten dat zij uiteindelijk toch de kosten betalen. Daarom moeten ze zelf ook zoeken naar manieren om die kost te verlagen en het transport te verduurzamen.” > Peter Ooms



HR

Zielgruppe Jugend n Es besteht ein anhaltender Bedarf an Lkw-Fahrern und anderen Logistikprofilen. n Einrichtung von SektorServicestellen für Logistik in den vier Regionen. n Durchführung von Werbekampagnen u.a. bei sozialen Medien wie Facebook und YouTube. Der letzte euregionale Jobevent mit dem Ziel, Interessenten für den Beruf des LKW-Fahrer anzuziehen, fand auf der Rennstrecke von Zolder statt.

D

ie Partner in der Euregio Maas-Rhein führen verschiedenen Aktionen durch, um einen größeren Personenkreis für eine Ausbildung in den Bereichen Logistik oder Transport zu interessieren. Ein Beispiel für diese Initiativen ist das „euregionale Jobdating“ für LKW-Fahrer, das auf der Rennstrecke von Zolder veranstaltet wird. In Kürze wird anlässlich der Messe Transport &Logistique in Lüttich wieder ein euregionaler Jobevent durchgeführt, der von Forem veranstaltet und von Gate4Logistics unterstützt wird. Der Trend geht folglich immer mehr zu einer Veranstaltung, bei der sowohl belgische, deutsche als auch niederländische Organisationen involviert sind. In den vier Regionen besteht effektiv ein sehr großer Bedarf an geeigneten Arbeitskräften und zwar nicht nur an LKW-Fahrern, sondern auch an Gabelstapler- und Schubmaststaplerfahrern und Planern.

„Werkwinkels“

FR n On demande des chauffeurs routiers et d’autres profils logistiques. n Les quatre régions ont lancé leurs points de contact logistiques. n Des campagnes de promotion sur les réseaux sociaux comme Facebook ou YouTube. >

www.logon-euregio.com

NL n Er is nood aan meer vrachtwagenchauffeurs en andere logistieke profielen. n In de vier regio’s worden Sectorservicepunten Logistiek opgestart. n Promotiecampagnes lopen onder andere op sociale media als Facebook en YouTube.

34 - Log.ON 001

Die euregionalen Veranstaltungen ergänzen die Bemühungen, die auf lokaler Ebene unternommen werden, um Interessenten für den Sektor zu finden. So hat die Industrie- und Handelskammer Aachen beispielsweise eine Imagekampagne ins Leben gerufen, um für den Beruf des LKW-Fahrers zu werben. Der entsprechende Film auf YouTube wurde bisher 220.000 Mal angeschaut. Die Logistiek Platform Limburg in Belgien ist ebenfalls dabei, eine große Kampagne durchzuführen, die junge Leute anregen soll, eine Ausbildung im Bereich Logistik zu machen oder in diesem Bereich einen Beruf zu ergreifen. Die Kampagne unter dem Motto „Er zit muziek in logistiek“ (In Logistik ist Musik drin) konzentriert sich zum Teil auf soziale Medien wie Facebook, sieht aber auch die Präsenz bei Veranstaltungen sowie klassische Werbeträger wie Plakate, Billboards, Flyer usw. vor.

Außerdem sollen in der Euregio Maas-Rhein spezifische Kontaktstellen für den Logistik-Arbeitsmarkt geschaffen werden. Damit wird das Ziel verfolgt, Arbeitssuchende über logistische Problemberufe zu informieren und diese mit Unternehmen, die freie Stellen haben oder mit Schulen, die geeignete Ausbildungen anbieten, zusammenzuführen. Die Art und Ausgestaltung dieser Servicestellen ist je nach Teilregion unterschiedlich. Deshalb werden im Rahmen des Projekts Euregiolog³ die Zielstellungen, Funktionen und die Aufsicht über die Servicestellen auf euregionaler Ebene abgestimmt. Vorreiter auf diesem Gebiet ist das niederländische Limburg, weil es bereits Erfahrung mit der SektorServicestelle in Sittard-Geleen hat. Im belgischen Limburg wird ab Mai 2013 die erste belgische Servicestelle Logistik für Midden-Limburg in Form eines Schalters beim VDAB Limburg (Flämisches Amt für Arbeitsvermittlung und Berufsbildung) einsatzbereit sein. Die anderen Regionen überlegen, wie sie deren Erfahrungen bei der Umsetzung dieser Konzepte berücksichtigen können. > Peter Ooms



NEWS

Trilogiport : les travaux commencent enfin

Le Trilogiport offre enfin des perspectives concrètes et des dates crédibles.

Le projet Trilogiport sort enfin de la rubrique “recours au Conseil d’Etat“ pour entrer dans celle des projets concrets. Après les travaux de nivellement déjà effectués, ce sont cette fois les travaux de préparation de la plate-forme multimodale et du terminal à conteneurs qui débutent à la fin du mois de mai. Emile-Louis Bertrand, le directeur du Port Autonome de Liège, s’en réjouit : „ Après tous les recours qui ont ralenti le projet, c’est un véritable soulagement. Nous pouvons enfin commencer la phase de commercialisation et montrer du concret aux investisseurs, avec des dates fiables pour la mise à disposition de la plate-forme multimodale.“ Celle-ci devrait être opérationnelle après un an de travaux. Le dossier de la liaison routière avec l’autoroute E25 est également lancé, en particulier le cahier ds charges pour le pont sur la Meuse. >

Rail Terminal Chemelot opent in juni FR

>

De initiatiefnemers van de nieuwe spoorterminal op de terreinen van Chemelot hebben aangekondigd dat die operationeel zal zijn ten laatste op 15 juni 2013. Het gaat om Ewals Intermodal, Meulenberg Transport en het Havenbedrijf Antwerpen. Deze investeerders mikken in de eerste plaats op het transport per trein van een basisvolume dat gebonden is aan de site zelf met de chemiebedrijven DSM en Sabic. Daarnaast spelen ze in op een groeiende

vraag naar intermodale transportoplossingen van heel wat verladers en logistieke dienstenleveranciers in de regio. Van meet af aan is het daarbij ook de bedoeling om de rol op zich te nemen van een extended gateway van de zeehavens Antwerpen en Rotterdam. De dienstverlening bij de opstart zal bestaan uit verbindingen naar Novarra (3 maal per week), Verona (3) en Rotterdam (4) en men onderzoekt nog de mogelijkheden van bijkomende bestemmingen. >

www.logon-euregio.com

NL Kurz • Die rot-grüne Landesregierung hat sich auf einen Weiterbau der Autobahn A1 in der Eifel geeinigt. Das fehlende Teilstück zwischen Blankenheim in Nordrhein-Westfalen und der Anschlussstelle Kelberg in Rheinland-Pfalz ist rund 25 Kilometer lang.

>

www.logon-euregio.com

DE

En bref • La Sowaer est parvenue à un accord avec le ministère de la Défense pour la cession des terrains militaires situés à Bierset (Liege Airport), soit 120 hectares destinés à des entreprises dont les activités ont un lien avec l‘activité aéroportuaire. • Le zoning industriel des Hauts-Sarts sera agrandi de 60 hectares en 2014, portant sa superficie à 510 hectares. Les premières entreprises pourront s'y installer en 2015. « Sur ces 60 hectares, entre 48 et 50 accueilleront de nouvelles parcelles pour entreprises », développe Olivier Béart, porte-parole de la Spi.

36 - Log.ON 001



INFRA

PrimeSite Rhine Region: G n Kreis und Stadt Euskirchen sowie die Gemeinde Weilerswist haben

Noch ist die „PrimeSite Rhine Region“ bei Euskirchen Ackerland. Die eingezeichnete 205 Hektar große Fläche soll an ein oder zwei Großunternehmen gehen.

auf ihrem Gebiet zwei Quadratkilometer Land für Großinvestoren erschlossen. n Unter dem Namen „PrimeSite Rhine Region“ wird es international von NRW.Invest vermarktet. n Bevorzugte Adressaten sind Unternehmen der Produktion und/oder der Logistik.

I

ndustriezonen gibt es in jeder Stadt, doch zur Ansiedlung von Großunternehmen reichen solche Flächenangebote vielfach nicht aus. In NordrheinWestfalen vermarktet die landeseigene Wirtschaftsförderungsgesellschaft NRW.Invest jetzt ein geeignetes Areal international unter dem Namen „PrimeSite Rhine Region“. Es liegt bei Euskirchen, am östlichen Rande der Euregio Maas-Rhein. 205 Hektar sieht die Planung vor, gut zwei Quadratkilometer. „Bei der PrimeSite Rhine Region handelt es sich um eine der größten freien Gewerbeflächen Europas“, betont Petra Wassner, Geschäftsführerin der NRW.Invest. In dieser Größenordnung gebe es nicht sehr viele Flächen. 177 Hektar liegen auf dem Stadtgebiet von

FR n Euskirchen et Weilerswist ont aménagé une superficie de 2 km2 pour les gros investisseurs. n La commercialisation à l’international est assurée par NRW.Invest. n L’objectif est d’attirer des entreprises de production ou logistiques. >

www.logon-euregio.com

NL n 2 km² bedrijfsterreinen werden bouwrijp gemaakt voor grote investeerders. n De terreinen worden internationaal door NRW.Invest aangeboden. n Productie- en logistieke bedrijven komen op de eerste plaats.

38 - Log.ON 001

Euskirchen, 28 gehören zu Weilerswist. Das Areal ist definitiv Großbetrieben vorbehalten. Mindestens 80 Hektar muss ein Interessent abnehmen. Es wird also maximal zwei Firmen auf dem riesigen Grundstück geben. Bevorzugte Adressaten sind Unternehmen, die Standorte für Produktion und/oder Logistik suchen.

40 verschiedene Eigentümer Die Planungen sind weit gediehen. Die Fläche ist bereits an die Ver- und Entsorgungsleitungen angebunden. Die nahe gelegene Bahnlinie erlaubt einen eigenen Gleisanschluss. Alle Gutachten und Maßnahmen zur Baureife – dazu gehören die Prüfung auf Kampfmittel aus dem letzten Weltkrieg und archäologische Untersuchungen – werden derzeit durchgeführt. Ende 2013 sollen diese Arbeiten abgeschlossen sein. Parallel dazu wird das Baurecht geschaffen, nachdem die Besitzverhältnisse geklärt worden sind. Rund 40 verschiedene Eigentümer saßen dazu am Verhandlungstisch. Auch wenn die Verantwortlichen jetzt alle Hindernisse aus dem Weg geräumt haben, wird es ebenfalls bis Jahresende dauern, bis die Akte verwaltungsrechtlich alle zuständigen Gremien passiert hat. Der infrastrukturelle Vorteil des Standortes besticht. Nur wenige Kilometer entfernt führen die Autobahnen A1 und A61 entlang. NRW.Invest verweist ferner auf den Kölner Rheinhafen, den Containerbahnhof Köln-Eifeltor sowie die Flughäfen Maastricht, Köln-Bonn, Düsseldorf und sogar Frankfurt; zu ergänzen wäre Lüttich mit starkem Frachtsegment. Auch dürften die Forschungseinrichtungen von Interesse sein, darunter die RWTH Aachen als Exzellenzuniversität. Als weichen Standortfaktor führt NRW.Invest den Freizeitwert an, vor allem mit der Großstadt Köln und den Landschaften Rheintal und Eifel. Internationalität bietet die dreispra-


Großfläche zu haben „Bei der PrimeSite Rhine Region handelt es sich um eine der größten freien Gewerbeflächen Europas“, betont Petra Wassner, Geschäftsführerin von der NRW.Invest.

chige Euregio. Fritz Rötting von der Industrie- und Handelskammer Aachen meint, ein bei Euskirchen verorteter Konzern könne auch Zugkraft auf die Aachener Wirtschaftsregion haben. Großunternehmen seien im Rahmen des Standortmarketings gute Argumente. Und: „Für potenzielle Zulieferer würden sich sicherlich gute Perspektiven ergeben.“

Ein Faktor ist die Zeit Dennoch darf man fragen, was ein solcher Aufwand bringt, ohne überhaupt einen Interessenten zu kennen. Sind Konzerne nicht in der Lage, selbst Flächen zu suchen und zu erschließen? Ein Faktor ist die Zeit. Seit 2009 läuft die Entwicklung der PrimeSite. Diese Zeit hätte ein Investor somit bereits überbrückt. Die Erkenntnisse kommen nicht von ungefähr. Schon 2002 versuchten Euskirchen und Weilerswist in Eigenregie, den Autokonzern BMW zu gewinnen, auf derselben Fläche ein Werk zu bauen. Man wähnte sich dem Ziel schon nahe, doch es kam anders: BMW baute in Leipzig. Allerdings ist zu berücksichtigen, dass damals die Förderkonditionen in den neuen Bundesländern eine entscheidende Rolle spielten. BMW hatte sich nicht zuletzt wegen der Investitionszuschüsse für Ostdeutschland entschieden. Der Standort Euskirchen ist kein Fördergebiet im Rahmen des Regionalen Wirtschaftsförderungsprogramms des Landes NRW.

Vom Ackerland zum Filetstück Am 25. Juni 2009 kamen dann Vertreter der Landesregierung und der Kommunalpolitik im Euskirchener City-Forum zusammen, um die Vereinbarung zur Entwicklung des Ackerlandes zu einem Filetstück zu unterzeichnen, das fortan international und

professionell als „PrimeSite Rhine Region“ angepriesen werden sollte. „Über den englischen Namen des Projekts kann man sich aufregen“, kommentierte damals der Kölner Stadtanzeiger. „Doch diese Kröte müssen die Voreifeler wohl schlucken, wenn ihr Leuchtturm tatsächlich über die Grenzen strahlen soll.“ Befürchtungen, dass ein Konzern sich später wieder zurückzieht und ein Heer von Arbeitslosen hinterlässt, gebe es nicht, heißt es aus einvernehmlichen Quellen. Wenn sich ein Unternehmen zu einer Investition auf einer Fläche von mindestens 80 Hektar entschließe, dann beinhalte dies in der Regel auch ein dreistelliges Millionen-Investment. Es sei unwahrscheinlich, dass dieser Investor sich kurz- bis mittelfristig aus seinem Engagement wieder zurückziehe. Ganz neu ist die gewerbliche Ansiedlung östlich des Ört-

Für potenzielle Zulieferer würden sich sicherlich gute Perspektiven ergeben.” Fritz Rötting, Industrie- und Handelskammer Aachen

chens Großbüllesheim an der Erft nicht. Im angrenzenden Industriepark Am Silberberg (IPAS) produziert Procter & Gamble seit 1976 Pampers-Windeln. Weitere namhafte Unternehmen arbeiten in der näheren Umgebung: Nestlé Purina PetCare, Miele und die Drogeriemarktkette dm. Sie prägen den Standort als leistungsstarke Wirtschaftsregion und beweisen die Internationalität. > Thomas Kreft

Log.ON 001 -

39


INFRA

East Belgium Park n L’East Belgium Park (235 ha), comptera à terme 341 ha

60 collaborateurs d’Aachen ont rejoint 70 collègues belges dans le nouveau bâtiment de cross-docking inauguré en mars par DB Schenker Logistics à Eupen. ©Jacques Breuer

n Les futurs terrains suscitent déjà l’intérêt des acteurs logistiques. n L’East Belgium Park compte à ce jour 27 sociétés du secteur transport/logistique, ce qui représente plus de 1.250 emplois.

L

’East Belgium Park, en province de Liège, c’est 235 hectares dont 204 occupés ou propriété d’entreprises, 6 ha disponibles à la vente et 25 ha occupés par des équipements existants ou en cours de finalisation.

Un emploi sur deux Mais ce parc d’activités économiques, à cheval sur Baelen-Eupen-Lontzen et Welkenraedt, est en train de changer de visage. Bientôt, il comptera 341 ha ‘bruts’ (voir encadré). Si l’East Belgium Park s’étend, c’est parce qu’il intéresse fortement les investisseurs. Les futurs terrains ont déjà suscité une vingtaine de demandes d’entreprises de tout secteur, dont des entreprises actives dans le transport et la logistique. Il faut dire que son accessibilité et sa proximité avec l’Allemagne lui confèrent un positionnement stratégique. 27 sociétés du secteur transport/logistique y sont déjà

NL n Het nu 235 ha grote East Belgium Park zal uiteindelijk 341 ha beslaan; n Logistieke spelers hebben vandaag al interesse in de toekomstige terreinen; n Het East Belgium Park telt vandaag 27 bedrijven uit de transport- en logistieke sector, die samen goed zijn voor 1.250 jobs.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Der East Belgium Park (235 ha) wird in absehbarer Zeit über 341 ha verfügen. n Das künftige Gelände stößt bereits jetzt auf Interesse bei den Logistikakteuren. n Der EBP zählt bis dato 27 Unternehmen aus dem Transport / Logistiksektor mit insgesamt 1.250 Arbeitsplätzen.

40 - Log.ON 001

établies, ce qui représente une surface totale d’entrepôts bâtis de 250.000 m² et plus de 1.250 emplois, soit 50% du nombre d’emplois total du parc ! Parmi ces entreprises, des PME dont B&B Logistik, Fraipont et Starotrans mais aussi des acteurs logistiques de premier plan : - Norbert Dentressangle a racheté en 2011 TDG-Mond. Depuis, le site de Welkenraedt poursuit sa croissance et compte 385 emplois. - Rogister (groupe Offergeld) s’étend sur 22.400 m² et dénombre une centaine de travailleurs. - Magetra a récemment déplacé son siège social à Eupen. Le site compte notamment un hall de transbordement de 3.000 m². - DB Schenker Logistics vient d’inaugurer son nouveau terminal de transbordement à Eupen. 130 collaborateurs travaillent sur le site, dont 60 qui travaillaient à Aachen. - Intertrans (réseau Ziegler) a installé à Welkenraedt son centre de distribution pour Emerson Climate Technologies (12.000 m²). Le volume croissant d’activités logistiques n’enrayera pas cependant le potentiel du parc : d’importants travaux sont en cours pour maintenir une mobilité fluide et garantir aux entreprises une accessibilité optimale, dont une nouvelle bretelle d’accès autoroutière sur l’E40.

L’extension du parc en chiffres L’objectif est d’aménager dans l’ordre: - 30 ha net sur Lontzen, essentiellement en zone d'activité économique mixte (avec une commercialisation au printemps 2013) - 14 ha net sur Welkenraedt, zone industrielle et zone mixte (commercialisation à l’automne 2013) - 27 ha net sur Baelen, zone industrielle et zone mixte (commercialisation à l’hiver 2014) - une réserve de 35 ha bruts sur Eupen > Astrid Huyghe



INFRA

Barge Terminal Born n Barge Terminal Born zet nu uitbreidingsstappen om toekomstige groei het hoofd te bieden.

Norman Verstoep, Managing Director van Barge Terminal Born: “We zijn klaar voor de groei van Rotterdam en Antwerpen, die zal ons veel extra containers brengen.”

n De terminal kenmerkt zich door een goede balans tussen export en import. n Overheidsbesparingen én beperkingen liggen op de loer.

B

arge Terminal Born is voor tien miljoen euro uitgebreid en opgefrist. De binnenvaartterminal, onderdeel van de Waalhaven-Group uit Rotterdam, is gelegen in het grensgebied van Nederland en België, maar ligt eveneens op minder dan vijf kilometer van de Duitse grens. Daarmee is het ook een praktische terminal voor bedrijven in Aachen van waaruit onder andere autobanden naar de Verenigde Staten worden geëxporteerd via Born. De balans tussen import en export slaat nog altijd iets door in het voordeel van de export, maar het aandeel import heeft een flinke inhaalslag gemaakt. Norman Verstoep, Managing Director van Barge Terminal Born is daarom continu in gesprek met de grote havens en bedrijven. Producenten voor de export die al aanwezig zijn in Zuid-Limburg of de Euregio, zijn onder andere DSM, Sabic, Rockwool en Sappi. Importerende, veelal magazijnhoudende bedrijven zijn onder andere Kubota, Helly Hansen, DHL en Kuehne + Nagel. Norman Verstoep let vooral op de plannen van de Rotterdamse en Antwerpse havens. “Beide havens zijn aan het uitbreiden, we zullen hiermee rekening moeten houden. De extra 150 meter aan kade die we in septem-

Aandacht trekken van rederijen

FR n Barge Terminal Born s’étend pour faire face à la croissance des ports. n Le terminal se distingue par un bon équilibre entre importation et exportation. n Économies et restrictions publiques sont à l’ordre du jour.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Barge Terminal Born expandiert jetzt, um für künftiges Wachstum gewappnet zu sein. n Der Terminal zeichnet sich aus durch ein relativ ausgewogenes Verhältnis von Export und Import. n Es drohen von der Regierung verordnete Einsparungen und Beschränkungen.

42 - Log.ON 001

ber in gebruik hebben genomen, is overigens nu nog niet nodig, de opslagruimte wel.” Maar zodra de economie aantrekt kan dit snel veranderen, geeft hij aan. “Hetzelfde geldt voor het distripark, waar verschillende logistieke ondernemingen zijn gevestigd. Het is zaak om al in een vroeg stadium grond te reserveren. Daarmee kunnen we inspelen op bedrijven die zich hier willen vestigen.”

De binnenvaartteminal, die grootste in zijn soort zou zijn wat betreft capaciteit, richt zich sterker dan vroeger op expediteurs en rederijen. “Die hebben meer oog voor een goede locatie. We willen hen zover krijgen dat ze ons vaker gaan overwegen als vestigingslocatie.” In het verleden probeerde de terminal meer ook voet aan de grond te krijgen bij verladers, maar zij besteden hun logistieke werkzaamheden steeds meer uit. Het vervoer van containers van en naar de Euregio waar de binnenvaartterminal is gevestigd neemt toe. Ondanks de gestage groei blijven er voor Verstoep nog enkele wensen over: “Ik zou graag zien dat schepen wat makkelijker vanuit Nijmegen naar Born zouden kunnen varen. Ze moeten langs enkele sluizen en de overheid wil besparen en overweegt beperktere sluisopeningen. We gaan er alles aan doen om dat te voorkomen. Vervoer over water heeft immers meer duurzaam groeipotentieel dan vervoer over de weg.” > Ferdi den Bakker



INFRA

Euro Terminal Genk: mikke n De ETG is verdubbeld in capaciteit. n Men streeft naar bijkomende maritieme transporten. n De terminal maakt deel uit van het

De Euro Terminal Genk ligt midden in een logistieke zone zodat logistieke dienstverleners de vracht haast meteen in een magazijn kunnen onderbrengen.

commerciële aanbod GALA (Genk, Antwerpen, Luik, Athus).

D

e uitbreidingswerken aan de Euro Terminal Genk zijn zo goed als afgerond waardoor de capaciteit op deze spoorterminal is verdubbeld. De terminal is verdubbeld van twee naar vier sporen en heeft nu een oppervlakte van 52.000 m². Ook de lengte van de sommige sporen is verhoogd tot 650 meter om het mogelijk te maken langere treinen te ontvangen. Er is een mobiele kraan bijgekomen zodat er nu drie actief zijn op het terrein. Tegelijk is de terminal verder verbeterd met bijkomende parkeerplaatsen, verlichtingstorens en omheining. Tevens werd geïnvesteerd in het Interman terminal management systeem en Scangate, een systeem waarmee detailbeelden van spoorwagens en vrachtwagens geregistreerd worden. In totaal gaat het om een investering van ruim 3,35 miljoen euro, waarvoor financiële ondersteuning werd verkregen bij het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en de Vlaamse Overheid (Hermes-fonds) voor respectievelijk 628.170 euro en 224.090 euro. De uitbreiding van de terminal zorgt op termijn voor 6 nieuwe banen.

Midden in een logistieke zone De terminal had tot voor kort een capaciteit van 36.000 eenheden en had zijn maximum bereikt. Een uitbreiding was daarom nodig. Doel is om straks 70.000 laadeenheden per jaar te verwerken en daarvoor is nu ook de commerciële strategie voor aangepast. De aandeelhouders, LRM en NMBS, willen namelijk meer maritieme ladingen aantrekken omdat het zwaartepunt nu ligt op continentale verbindingen. Vanaf Euro Terminal Genk vertrekt

Containerdepots Cruciaal in het ontwikkelen van een competitief hinterland is het implanten van containerdepots. Hierbij geeft de rederij toestemming aan de verlader om de gebruikte container in depot te brengen op een inland terminal. Dit heeft als voordeel dat de verlader een one-way boeking kan doen in plaats van een retourtrip zodat hij kosten kan besparen. Uiteraard is dit voor een terminal in het binnenland van cruciaal belang, juist om zich te kunnen positioneren op de markt en een concurrentieel voordeel te bieden aan de verlader. Het belang van depothouderschap speelt zeker wanneer de inland terminal zich op korte afstand bevindt van de diepzeehaven.

44 - Log.ON 001

op dit ogenblik vier maal per week een trein naar Curtici, zes maal naar Novara en drie maal per week naar Verona. In de onmiddellijke omgeving van de ETG-terminal liggen grote bedrijven als Ikea, Ewals, NYK en H.Essers. En dat is precies de grote troef van deze terminal: het spoor komt er aan in het midden van een logistiek gebied waardoor de verladers en de logistieke dienstverleners in principe in staat zijn om hun vracht van de trein te halen en meteen in hun distributiecentrum onder te brengen met een minimale natransportkosten. Op dit moment stijgt de vraag naar intermodale treinverbindingen naar Zuid-Oost en Zuid-Europa vanuit Genk sterk. Ook willend de omliggende logistieke bedrijven een snelle verbinding met de zeehavens realiseren. Daarbij wordt niet alleen naar Antwerpen gekeken, maar ook naar Zeebrugge en Rotterdam. “En daar zijn zeker mogelijkheden. Eén van de oorzaken van de recente ontwikkeling is de afwerking van de nieuwe Maasvlakte 2 in Rotterdam waar straks per jaar 14 miljoen containers zullen passeren. De terminaluitbater is contractueel verplicht om meer dan de helft van die capaciteit te verwerken via intermodale weg, namelijk 45% via de binnenvaart en 15% via het spoor. Men is daar al volop aan het zoeken naar terminals in het hinterland waar men de containers heen kan brengen,” zegt Tom Paeshuys, die commercieel verantwoordelijk is voor de Euro Terminal Genk.


en op maritieme vracht Tom Paeshuys is commercieel verantwoordelijk voor vier terminals in Genk, Antwerpen, Luik en Athus.

“ Een netwerk van terminals Die evolutie past in een strategie van extended gateways waarbij specifieke locaties in het hinterland van een haven een rechtstreeks verbinding krijgen waardoor vracht zo snel mogelijk uit de haven wordt weggebracht. Dat heeft ook het voordeel dat extra dienstverlening met toegevoegde waarde kan gebeuren buiten het havengebied, in de nabijheid van de lokale afzetmarkten. Daar heeft Tom Paeshuys heel wat ervaring mee. Hij is namelijk ook verantwoordelijk voor de Liège Container Terminal als managing director. Sinds een tijdje heeft ook de verantwoordelijkheid gekregen voor de commercialisering van de Euro Terminal Genk en helpt hij mee de spoorterminal in Athus (bij Arlon) en de multimodale terminal ATO in Antwerpen in de markt te zetten. Daarvoor wordt een aanbod ontwikkeld waardoor deze vier terminals onder één organisatie worden gepromoot. Die marketingpropositie zal de naam GALA krijgen (Genk, Antwerpen, Luik, Athus) en daarmee kunnen nu alle rederijen, expediteurs, grote verladers benaderd worden. Velen van hen zijn betrokken bij de grote vrachten van en naar de haven van Antwerpen. “Ik zie inderdaad mogelijkheden om regelmatige spoorverbindingen op te zetten tussen de haven van Antwerpen en de ETG-terminal in Genk eventueel ook als tussenstop naar het Duitse Duisburg of andere intermodale knooppunten. Op die manier kan er heel wat meer maritieme vracht naar Genk komen en

Doel is om 70.000 units per jaar te verwerken op de Euro Terminal Genk.”

zijn we daar niet meer puur afhankelijk van de continentale transporten. Dat loopt parallel met binnenvaartverbindingen die we organiseren tussen Antwerpen en Luik waarbij we elke terminal onderweg kunnen aandoen.” > Peter Ooms

FR n ETG double sa capacité. n Objectif : développer la part du transport maritime. n Le terminal fait partie du programme commercial GALA (Genk, Anvers, Liège, Athus).

DE

>

www.logon-euregio.com

n Der ETG hat seine Kapazität verdoppelt. n Die Anbindung an den Seeverkehr soll ausgebaut werden. n Der Terminal zählt zum Angebot von GALA (Genk, Antwerpen, Lüttich, Athus).

Log.ON 001 -

45


DOSSIER ECOCOMBIS

L’Europe modulaire reste à n Sous des dénominations différentes, deux ensembles modulaires remplacent trois ensembles classiques.

Vincent Logistics (Herstal) a mouillé sa chemise pour convaincre la Wallonie de l’intérêt des écocombis en organisant une manifestation à ce sujet.

n Les Pays-Bas les autorisent, la Belgique y arrive, l’Allemage hésite. n La circulation transfrontalière leur est toujours interdite.

L

e concept des écocombis est appliqué depuis des années en Scandinavie, et il est autorisé par la législation européenne sur les poids et mesures (directive 96/53/CE). Mais outre la Suède et le Danemark, c’est aux Pays-Bas que revient le mérite d’avoir testé dès 2001, puis homologué ces ensembles routiers modulaires.

‘Ja’ aux Pays-Bas, ‘Nein danke’ en NRW Les tests néerlandais ont confirmé le bien-fondé d’une idée a priori simple à comprendre : en combinant deux unités de transport (voir infographie) au sein d’un seul ensemble routier, il est possible de réduire le nombre de véhicules nécessaires au transport de la même quantité de marchandises et d’abaisser par conséquent l’empreinte environnementale de ce transport. Pour les transporteurs, le gain en efficacité semble suffisant pour justifier un investissement plus élevé. Aux Pays-Bas, les écocombis sont désormais officiellement autorisés. Il y aurait aujourd’hui plus de 800 LZV en circulation. En Belgique, la circulation des écocombis est du ressort des Régions. La Flandre a pris les mesures nécessaires

Gert Snel : “Le ‘modal shift’ ne se décide que sur la qualité” Snel Logistic Solutions utilise des ecocombis entre ses plate-forme de Weert et les centrales de distribution de chaînes comme Albert Heijn, Jumbo ou Schuitema, réparties sur l’ensemble du territoire néerlandais. « L’expérience montre que l’investissement est rentable à partir de 100 km et avec des volumes importants », explique Gert Snel. « Cela améliore surtout le temps de conduite par palette. » Gert Snel a toujours dans ses cartons un projet de trajet entre l’usine Spadel de Spa (B) et Weert (NL) : « J’y crois plus que jamais. C’est un bon projet pour la mobilité, pour l’environnement et pour l’efficacité du transport. Quand à parler de transfert modal inversé, je veux bien en faire l’étude, mais cela ne sera décidé que par un seul facteur : la qualité et la régularité des prestations. » Il ne le sait que trop bien, puisque les chemins de fer belges ont refusé d’envisager le transport des eaux de Spa par leurs lignes.

46 - Log.ON 001

pour que les premiers tests démarrent durant l’été 2014 sur quelques itinéraires soigneusement sélectionnés, tandis que la Wallonie regarde les ensembles modulaires avec davantage de méfiance. Il n’est toutefois pas impossible que les efforts de Logistics In Wallonia finissent par convaincre le ministre compétent d’autoriser des tests sur le territoire wallon. Tant en Flandre qu’en Wallonie, le temps presse toutefois : en mai 2014, les élections régionales pourraient bouleverser les alliances politiques, et il faut éviter que des thématiques liées au transport routier ne deviennent des thèmes électoraux. Cela ne pourrait que nuire à toute forme d’expérimentation, du côté wallon en tout cas. En Allemagne, ce sont les Länder qui ont le pouvoir d’autoriser ou non les tests d’EuroCombis. Le land de Rhénanie du Nord-Westphalie avait participé à un test limité à partir de décembre 2006, mais n’a pas souhaité autoriser la deuxième phase de tests. Les élections de 2010 avaient, il est vrai, été fatales au CDU du ministre Oliver Wittke, très favorable aux ensembles modulaires. La tonalité globale des opinions allemandes n’est d’ailleurs pas favorable à une introduction massive des EuroCombis. Après une étude réalisée par le BASt (Bundesanstalt für Straßenwesen) en 2007, l’autorisation


à faire Peter et Gert Snel sont prêts à utiliser des écocombis entre l’usine d’embouteillage de Spa et son centre de distribution de Weert.

“ généralisée des convois de 25,25 m et 60 tonnes de poids maxi avait été refusée. Le fait que certains Länder (dont la NRW) aient même refusé une deuxième phase de tests avec des convois de 25,25 m limités à 44 tonnes laisse planer un doute sur l’introduction future d’ensembles plus longs, mais pas plus lourds en Allemagne.

L’effet rebond invoqué par les adversaires des ensembles modulaires est souvent théorique.”

qu’une diminution du nombre de morts et de blessés dans le trafic est possible. L’installation obligatoire de systèmes de sécurité active (EBS et ESP), ainsi qu’une formation spécifique pour les chauffeurs (telle qu’elle est prévue aux Pays-Bas) sont de nature à réduire encore le risque induit.

Un gain réel d’efficacité Sur l’efficacité du système modulaire, le doute n’est pas permis. L’étude commanditée par la DG Tren et à laquelle a notamment participé l’université d’Aachen (RWTH) estime que les ensembles modulaires permettent de transporter la même quantité de marchandises (exprimées en tonnes/km) avec 12.9 % de véhicules/km en moins. Même si l’impact individuel d’un ensemble de 25,25 m est plus élevé qu’un ensemble classique, la société dans son ensemble en retire davantage de bénéfices que d’inconvénients. Ces inconvénients sont à ranger dans trois catégories : la sécurité routière, la pollution et la dégradation des infrastructures routières. En matière de sécurité, les tests néerlandais ont montré qu’un LZV n’est pas moins sûr qu’un ensemble routier classique. Vu la diminution des véhicules/km pour une même quantité de marchandises, le Ministerie Verkeer en Waterstaat estime même

Paul Kuijpers : “Chaque centimètre compte” Pionnier des LZV (il a eu le 14e ensemble enregistré aux Pays-Bas), Paul Kuijpers (KCS à Maastricht) utilise le volume de chargement supplémentaire de son ensemble modulaire au maximum : « Chaque centimètre de nos 101 m3 est utilisé. C’est le meilleur moyen de rentabiliser l’investissement et d’absorber le léger supplément de consommation. » Pour ce spécialiste du camionnage de fret aérien, tout l’art réside dans la vitesse, bien sûr, mais aussi dans la combinaison de frets aller et retour. Le seuil de rentabilité est atteint si les 101 m3 sont utilisés à l’aller et les 61 m3 de la semi-remorque au retour. « Cela rend le transport moins cher », explique Kuijpers, et nous faisons participer le client à cette économie, mais il faut pour cela que le client pense avec nous. » Inutile de dire que KCS, qui travaille aussi à partir de Liege Airport, attend avec impatience le moment où il pourra faire circuler son LZV au travers des frontières : « Aujourd’hui, nous roulons à quatre véhicules l’un derrière l’autre. Deux LZV suffiraient… »

Log.ON 001 -

47


DOSSIER ECOCOMBIS

Kuijpers Cargo Service (Maastricht) utilise un LZV pour le camionnage de fret aérien entre Maastricht et Schiphol.

Limpens (Elsloo) utilise un LZV qui lui offre une capacité de transport de 100 m3 en transport silo.

A volume de transport constant, l’impact est également positif sur l’environnement. Un ensemble plus long et plus lourd consomme certes davantage, mais cette augmentation est compensée par la diminution des t/km. Les études néerlandaises pointent une diminution des émissions nocives de 10 à 25 % par t/km. L’impact des ensembles modulaires sur l’infrastructure routière est plus difficile à prévoir. En théorie, un ensemble de 60 tonnes cause moins de dégâts au réseau routier qu’un ensemble classique de 44 tonnes, parce que le poids est réparti sur 8 essieux et non 5. La seule restriction soulevée en Belgique, par exemple, porte sur certains ponts d’une portée de plus de

NL n Twee modulaire combinaties vervangen onder verschillende benamingen drie klassieke combinaties; n Nederland laat het al toe, in België komen ze eraan, Duitsland wacht af; n grensoverschrijdend verkeer is nog altijd verboden.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Zwei modulare LKW-Kombinationen ersetzen unter unterschiedlichen Bezeichnungen drei klassische Lastzüge. n Die Niederlande lassen sie zu, Belgien ist auf dem Weg dazu, Deutschland zögert. n Im grenzüberschreitenden Verkehr sind sie verboten.

48 - Log.ON 001

21 mètres, sur lesquels une limitation de vitesse devrait s’appliquer.

Risque de transfert modal à rebours Un consensus semble également se dégager sur l’impact que les ensembles modulaires auraient sur le marché du transport. L’expérience néerlandaise montre que les ensembles modulaires sont de nature à faire perdre 0,2 à 0,3 % des parts de marché de la navigation intérieure et entre 1,4 et 2,7 % des parts de marché du rail. Les adversaires des ensembles modulaires y ajoutent le risque d’un ‘effet rebond’ : le transport routier devenant moins cher grâce à sa plus grande efficacité provoquerait une demande de transport supérieure, ce qui neutraliserait les gains décrits plus haut. Cet effet rebond est toutefois théorique : dans de nombreux cas, les ensembles modulaires seraient utilisés sur des itinéraires où les autres modes de transport ne sont pas d’application. Au-delà des expérimentations nationales ou régionales, les ensembles modulaires restent interdits de frontière par l’actuelle réglementation européenne. Le Commissaire européen aux transports Siim Kallas a bien essayé (maladroitement) de contourner les textes, mais il s’est heurté à une fin de non-recevoir juridique. En attendant, les six trajets sélectionnés par la Flandre passent tous par les Pays-Bas… Et en attendant, des ensembles modulaires sont signalés à la frontière belgo-néerlandaise, y compris à destination de Liege Airport alors que la Wallonie ne les a pas encore autorisés. C’est que le risque d’être pris reste faible. > Claude Yvens



CARTE BLANCHE

Grenzregionen sind Laboratorien n Die Euregio Maas-Rhein gilt als einer der ältesten grenzüberschreitenden Kooperationsverbünde in Europa. n Der Wegfall der Grenzen hat zu einem Paradigmenwechsel geführt. Karl-Heinz Lambertz, Ministerpräsident der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens Vorsitzender der Euregio Maas-Rhein.

n Deutschsprachige Gemeinschaft Belgiens hat drei Jahre EMR-Vorsitz inne.

G

renzregionen sind Laboratorien und Motoren für die Zukunft der europäischen Integration. An kaum einem Beispiel lässt sich die Richtigkeit dieser Aussage besser ablesen als am Erfolg der Euregio Maas-Rhein, die mit 35 Jahren einer der ältesten grenzüberschreitenden Kooperationsverbünde in Europa ist. Hier arbeiten fünf Regionen aus drei Ländern mit drei Sprachen und unterschiedlichen Kulturen partnerschaftlich zusammen. Diese Konstellation macht die Euregio zu einer komplexen und damit überaus spannenden Region an alten EU-Binnengrenzen. Hier ist Europa sehr konkret erlebbar. Denn hier wird deutlich, dass ein Wegfall der Grenzen zu einem Paradigmenwechsel geführt hat. Die Menschen stehen nicht mehr „Rücken an Rücken“ und blicken in die Richtung ihrer jeweiligen Hauptstadt, sondern sie drehen sich um, schauen „Auge in Auge“ und entdecken einen völlig anderen Horizont, der sie vor neue Herausforderungen stellt und Perspektiven eröffnet. Sie überwinden die Grenzen und begegnen einander. Das ist wichtig. Denn nur wenn wir einander kennenlernen und verstehen, können wir zusammenarbeiten und einen Mehrwert für unsere Regionen schaffen. Das gilt sowohl für Menschen im Alltag und in der Arbeit als auch für Unternehmen, Einrichtungen und Institutionen. Die Euregio steht an der Schwelle der dritten Generation grenzüberschreitender Zusammenarbeit, heisst: sie sieht sich dem ambitionierten Versuch gegenüber, nicht nur Grenzhindernisse abzubauen und Kompatibilitäten zu schaffen, sondern einen wirklichen grenzüberschreitenden Verflechtungsraum zu gestalten. So bemüht sie sich beispielsweise darum, Zugang zu Ausbildungsplätzen im Nachbarland zu schaffen, Hilfe im medizinischen Notfall zu koordinieren oder den Fachkräftemangel in Unternehmen zu bekämpFR fen. Daneben nimmt sie unzählige weitere Aufgaben im Dienste der Bürger wahr. n L’Euregio Meuse-Rhin est l’un des plus Zudem verfügt die Euregio mit 4 Millionen Menschen, anciens partenariats de coopération trans10.000 km² Fläche, über 200.000 Unternehmen, frontalière d’Europe. 5 Universitäten, 19 Hochschulen und über 50 n La suppression des frontières a conduit à Forschungseinrichtungen über ein riesiges une révolution. Zukunftspotenzial. Nur wenn alle Partner davon übern La Communauté germanophone de zeugt sind, dass Zusammenarbeit einen Mehrwert hat, Belgique a la présidence trienale de l’EMR. werden wir das sich hieraus ergebende Entwicklungsvermögen in vollen Zügen umsetzen kön> www.logon-euregio.com nen. Daher werden wir während des dreijährigen NL Vorsitzes der Deutschsprachigen Gemeinschaft Belgiens gemeinsam die EMR-Strategie-2020 konsequent umsetn De Euregio Maas-Rijn is een van de oudste, zen, die Schlagkraft der Euregio entscheidend verbesgrensoverschrijdende samenwerkingsversern und mehr europäisches Bewusstsein schaffen. banden in Europa. n Het verdwijnen van de grenzen heeft de zaken grondig veranderd. n De Duitstalige Gemeenschap van België heeft 3 jaar lang het EMR-voorzitterschap.

Die Euregio verfügt über ein riesiges Zukunftspotenzial.”

50 - Log.ON 001




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.