Logon 005

LOG005_redac_REflash - sponsor_p01-44 13/03/14 12:02 Page1

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4099 Awans BC 30805

#005 janvier - février- mars 2014

MMM Business Media & co – Périodique trimestriel d’information – Prix : 13 EUR – Bureau de dépôt : Awans – P915755

www.logon-euregio.com

Haven Genk: voorpost voor de Euregio

3PL Vers plus de multimodalité (Magetra)

Shippers Continental vergibt Fertigwarenlager extern

HR Meer Duitsers dan Nederlanders (Fontys Hogeschool)

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:20 Page2

18 Shipper: Reifen Contintental: Das Lager im Reifenwerk und 11 externe Lager werden in einem neuen Warehouse zusammengefaßt.

16 3PL - Jet Group Jet Group biedt een optimale integratie van de eigen activiteiten met het proces van de opdrachtgevers.

32 Infra - LIOF LIOF is op een of andere manier betrokken bij de ontwikkeling van 4 nieuwe bedrijventerreinen.

30 Infra - Euro Carex Les travaux de construction du railport, estimés à trois ans, pourront ainsi démarrer en 2015.

10 3PL - Offergeld Logistik Ein Transportunternehmen mit Spezialisierung in vielen Nischen: Glas, Stahl, Autoersatzteile und Konsumgüter.

2 - Log.ON 005

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:20 Page3

Sommaire / Inhoud / Inhalt

Edito

04 n TREND

04 News 08 Samenwerken over de grenzen heen

10 n 3PL

Jean-Marie Becker

NL

Over de grens kijken

10 Offergeld: Spezialist in komplementären Nischen 12 KLG Europe: met de blik op het oosten 14 Magetra International : vers plus de multimodalité 16 Jet Group: Dankzij netwerken optimale levering in Euregio

In deze uitgave van Log.ON komt de ondernemingszin van mensen aan het licht die zich niet laten tegenhouden door de grenzen, maar kansen aan de overzijde hebben gegrepen. Transportbedrijven bijvoorbeeld wisselen onderling vrachten uit om op die manier grote opdrachten te kunnen binnenhalen, waarbij de Belgen hun specialiteit – transport naar Frankrijk – ontplooien terwijl het Nederlands bedrijf zijn netwerk in Duitsland kan uitspelen. Of nog: Duitse jongeren die een school in Nederland kiezen om daar hun opleiding in de logistiek te volgen. Het valt op dat de voorbeelden in dit nummer: Gobo uit Lanaken of de Fontys Hogeschool in Venlo op niet meer dan een boogscheut van de grens liggen. Die situatie dwingt de verantwoordelijken als het ware om over de grens te kijken. Van bij de start van Log.ON is het de doelstelling geweest om dergelijke samenwerking te promoten en te bevorderen. Het is verheugend om te zien hoe concreet dit nu al is.

18 n SHIPPERS

18 Continental vergibt Fertigwarenlager extern 20 Minder magazijnruimte (De Condé)

23 n HR

26 n INFRA

Meer Duitsers dan Nederlanders (Fontys) 26 News 28 Haven Genk: voorpost voor Euregio Maas-Rijn 30 Liège Carex : la phase d'études terminée fin 2014 32 LIOF: ontwikkeling van bedrijventerreinen 34 Duisburg: größter Binnenhafen der Welt

36 n DOSSIER CARBURANTS

DE

Einen Blick über die Grenze werfen

42 n CARTE BLANCHE La quête d'alternatives

In dieser Ausgabe von Log.ON wird der Unternehmergeist von Menschen beleuchtet, die sich nicht durch Grenzen aufhalten lassen, sondern Chancen auf der anderen Seite ergriffen haben.

Transportunternehmen tauschen beispielsweise Frachten, um so Großaufträge an Land ziehen zu können. Oder auch: deutsche Jugendliche, die sich für eine Hochschule in den Niederlanden entscheiden, um dort eine Logistikausbildung zu absolvieren. Es fällt auf, dass die Beispiele in dieser Ausgabe: Gobo aus Lanaken oder die Fontys Hochschule in Venlo, nur einen Katzensprung von der Grenze entfernt liegen. Die Situation zwingt die Verantwortlichen gewissermaßen dazu, über die Grenze hinauszuschauen. Mit Log.ON wurde von Anfang an das Ziel verfolgt, eine solche Zusammenarbeit zu unterstützen. Es ist erfreulich festzustellen, welche konkreten Formen dies bereits jetzt schon angenommen hat.

Limburg biedt ruimte voor logistiek

> www.logon-euregio.com - Via de QR-codes naast elk artikel komt u bij de vertaling van uw keuze op www.logon-euregio.com - Über die QR-Codes bei jedem Artikel gelangen Sie zur Übersetzung Ihrer Wahl auf www.logon-euregio.com - Via les QR-codes qui accompagnent chaque article, vous trouverez la traduction de votre choix sur www.logon-euregio.com

FR

Par-delà les frontières EDITORIAL TEAM Editor in chief: Claude Yvens (cyvens@mmm.be) Team: Peter Ooms (Final Editor), Astrid Huyghe, Luc Weyens, Thomas Kreft, Ferdi den Bakker SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be), Key Account Manager: Guy Stulens (gstulens@mmm.be), William Fabry (wfabry@logon-euregio.com) Sales assistants: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) Marketing: Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) PRODUCTION Head: Sonia Counet EDITOR Editor/CEO: Jean-Marie Becker Managing Director: Hervé Lilien PRICE : 47 EUR - 1 year

© Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication

MMM BUSINESS MEDIA & co sa/nv Complexe Arrobas - Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: +32 (0)4 387 87 87 - Fax: +32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

Cette édition de Log.ON met à l’honneur l’esprit d’entreprise de ceux pour qui les frontières ne constituent pas un obstacle mais qui, au contraire, ont saisi des opportunités par-delà celles-ci. Les entreprises de transport, par exemple, s’échangent du fret afin de pouvoir décrocher des contrats importants. Le Belge déploie sa spécialité – le transport vers la France – tandis que le Néerlandais peut mobiliser son réseau en Allemagne. Ou encore : les jeunes allemands qui optent pour une école aux Pays-Bas pour y suivre une formation en logistique. Les exemples dans ce numéro sont révélateurs : Gobo à Lanaken ou la Haute Ecole Fontys de Venlo se situent à un jet de pierres de la frontière. Cette situation pousse les responsables à examiner ce qui se passe de l’autre côté de ladite frontière. Dès le démarrage de Log.ON, l’objectif a été de promouvoir et favoriser de telles collaborations. Il est réjouissant de voir à quel point c’est déjà le cas.

Log.ON 005 -

3

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:20 Page4

NEWS

Withofs ontvangt zijn eerste Renault T

Withofs had de nieuwe Renault T al kunnen testen vóór de officiële lancering.

Withofs uit Lanaken maakte deel uit van de vloten die de nieuwe Renault T konden testen voor diens officiële presentatie. Withofs had vier nieuwe voertuigen besteld, waarvan de levering een beetje verlaat werd door de rush op de laatste Euro 5-voertuigen.

De eerste Renault T werd nu ingeschreven en zal gevolgd worden door drie andere identieke exemplaren. Withofs had overigens nog een laatste lot Renault Premium EEV besteld, die allemaal omgebouwd zullen worden tot dual fuel uitvoeringen op diesel en LPG. >

Les capteurs de surcharge au centre d'une étude commanditée par le fédéral et la Région Wallonne L'état fédéral et la Région wallonne sont deux des commanditaires d'une étude réalisée par le bureau RappTrans (les autres commanditaires sont Transport & Environment et la fédération européenne des travailleurs du transport) sur les capteurs de surcharge.

La problématique est connue (les camions en surcharge sont plus dangereux et abîment le réseau routier, les contrôles actuels sont insuffisants), et les capteurs de surcharge embarqués pourraient être rendus obligatoires dans le cadre de la révision de la directive 96/53 sur les poids et mesures.

La Commission semble pour l'instant rejeter le principe d'un équipement obligatoire, arguant d'un prix trop élevé (4000 à 12000 EUR par véhicule). L'étude de RappTrans montre au contraire que des solutions existent déjà entre 600 et 1200 EUR (Mercedes-Benz propose un tel système en option pour 570 EUR environ), avec un degré de précision suffisant pour permettre aux organismes de contrôle de repérer les véhicules en surcharge potentielle.

Transport & Environment en profite pour lancer un plaidoyer en faveur de ce type d'appareils, moins onéreux que les boucles de pesage installées dans les bandes de circulation (100.000 EUR l'unité)... mais à charge des transporteurs et non des autorités. En pleine période pré-électorale, cette étude risque donc d'ouvrir un nouveau front entre les fédérations professionnelles et la Région Wallonne, qui a pourtant annoncé l'installation de boucles de pesage à plusieurs endroits de son réseau (auto)routier.

4 - Log.ON 005

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:20 Page5

Le marché européen du poids lourd en hausse de 6.5 % Grâce à un mois de décembre exceptionnel, le marché européen du poids lourd aura finalement progressé de 6.5 % en 2013, clôturant l'année sur le chiffre de 304333 unités (plus de 3.5 tonnes). Le rush sur les derniers Euro 5 (qui se prolongera encore un peu en début d'année) a fait progresser les immatriculations de 124 % en décembre.

Mais aux Pays-Bas, par contre, la fin des incitants publics à l'achat anticipé d'euro 6 a aussi joué son rôle : les flottes néerlandaises ont fait immatriculer 3183 poids lourds en décembre, soit un petit quart des immatriculations annuelles.

Ewals Intermodal lanceert multimodale verbinding naar Turkije Ewals Intermodal (niet te verwarren met Ewals Cargo Care) lanceert een nieuwe multimodale corridor tussen Keulen en Istanbul-Haydarpasa en dat via de haven van Triëst. Om deze verbinding tot stand te doen komen, werkt men samen met het Turkse bedrijf SARAS Lojistik. Het nieuwe aspect zit hem in het gebruik van 'pallet-wide' 45-voet containers of 30 voet tankcontainers. Beide partners staan in voor deur-tot-deur levering op eigen grondgebied. De dienst zal een dagelijks vertrek hebben, met levering op één week. Door de combinatie van het spoortraject met een maritiem gedeelte kan de milieuimpact van het transport verkleind worden. > De verbinding naar Turkije is een samenwerking tussen Ewals Intermodal en het Turkse SARAS.

Log.ON 005 -

5

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page6

NEWS

Transport Lux wint de Award Transporteur van het Jaar 2014 De verkiezing van de Transporteur van het Jaar wordt georganiseerd door het vakblad Truck & Business en bekroont een transportbedrijf voor rekening van derden dat sterk opvalt door zijn uitstekend beheer, zijn marktbenadering, zijn sociale aanpak en zijn drang naar vernieuwing inzake veiligheid en milieu. Hoofdredacteur Claude Yvens: “Het is niet echt nodig om een familiebedrijf te zijn om Transporteur van het Jaar te worden, maar het zijn vaak net de kwaliteiten van een familiebedrijf die het verschil maken. De firma Transport Lux uit Borgloon viert dit jaar zijn 60ste verjaardag en van alle kandidaten is het wellicht het bedrijf met de meest solide financiële situatie. Men komt niet tot dergelijke cijfers zonder stelselmatig de winst opnieuw te investeren in de eigen middelen van het bedrijf. Transport Lux bereidt haar toekomst ook voor. Het is misschien de enige Belgische transporteur die in een proefproject met waterstofgas is gestapt.”

Voor de jury waren dit de belangrijkste sterke punten: - Zeer gezonde financiële situatie - Focus op lange termijn overeenkomsten met de klanten - Opleiding van nieuwe chauffeurs van hoog niveau - Beperking van lege kilometers tot minder dan 5 % - Test met waterstofgas. >

Ernest Lux (links) van Transport Lux bij de uitreiking van zijn award Transporteur van Jaar 2014. De presentator van dienst was Bert Kruismans.

FR

Hammer: 100.000 m2 Logistikzentrum in Bedburg

>

www.logon-euregio.com

NL

Für die Hammer GmbH & Co. KG, einen mittelständischen, in Aachen beheimateten Logistikdienstleister, entwickelt der Immobilienkonzern Goodman ein rund 103.000 m² großes Logistikzentrum im rheinischen Bedburg, Raum Köln. Goodman stellt die Immobilie bis Februar 2015 auf einem rekultivierten, ehemaligen Tagebaugelände fertig. Die Bauarbeiten starten im April 2014.

Goodman realisiert eine besonders flexible Immobilienlösung in zwei Phasen. Der Konzern wird den ersten Bauabschnitt mit ca. 40.000 m² Lager- und Logistikfläche bereits Anfang November 2014 an Hammer übergeben. Die zweite Bauphase mit weiteren ca. 60.000 m² wird im Februar 2015 abgeschlossen. Im vollen Betrieb wird die Hammer Group bis zu 750 Mitarbeiter im Raum Bedburg beschäftigen. Bis zur Fertigstellung beträgt das Investitionsvolumen von Goodman über 50 Millionen Euro. Anschließend übernimmt der Konzern die Verwaltung der Immobilie mit eigenen Teams. > Für die Hammer GmbH entwickelt Goodman ein rund 103.000 m² großes Logistikzentrum im rheinischen Bedburg.

>

www.logon-euregio.com

DE

6 - Log.ON 005

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page7

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page8

TREND

Samenwerken over de grenz n De Belgische transporteur Gobo is enthousiast over de samenwerking met Nederlandse collega’s.

n De partners moeten van vergelijkbare grootte zijn, anders werkt het niet.

n Iedere partner speelt zijn specialiteit uit. n 2013 begon Gobo op regelmatige manier samen te werken met de Nederlandse transportbedrijven Curfs (Gronsveld), Wetron (Weert) en Wijsen (Maastricht).

Daarvoor waren er al goede contacten met de bedrijven Gehlen-Schols (Kerkrade) en KLG (Venlo). “Onze samenwerking met de Nederlandse transporteurs is begonnen met Gehlen-Schols. Wij rijden allebei vaak voor de grote papierfabrikant Sappi die hier in de streek twee fabrieken heeft – in Maastricht en Lanaken. Gobo verzorgt de

I

“

We kennen de tarieven en zo krijgt de klant snel zijn antwoord.”

Jurgen Gobyn, Gobo transporten naar Frankrijk en Gehlen-Schols doet Duitsland en Zwitserland. Ieder heeft zijn specialiteit ten opzichte van de klant, maar intussen wisselen wij ook vrachten uit naar elkaar. Met al deze Nederlandse transporteurs hebben we nu gelijkaardige afspraken.

Voor de meeste van hen voeren wij de opdrachten

DE n Das belgische Transportunternehmen Gobo ist von der Zusammenarbeit mit niederländischen Kollegen begeistert. n Die Partner müssen von vergleichbarer Größe sein, sonst funktioniert es nicht. n Jeder Partner spielt seine Spezialität aus.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Le transporteur belge Gobo est ravi de collaborer avec ses collègues néerlandais. n Les partenaires doivent être de taille comparable, faute de quoi l'entente est difficile. n Chaque acteur apporte son talent.

8 - Log.ON 005

De regisseur wordt afgerekend op het geheel, dus ook op de prestaties van zijn onderaannemers.

naar Frankrijk uit en krijgen zij van ons vrachten voor de andere bestemmingen,” zegt Jurgen Gobyn, general manager van Gobo.

Die manier van werken is grotendeels door de klanten opgelegd. Grote bedrijven met deelladingen naar verschillende landen, kregen vroeger een resem transporteurs over de vloer die allemaal een aantal palletten kwamen ophalen. Nu vraagt die opdrachtgever aan één vervoersbedrijf om die vrachten in één keer te komen halen en op het eigen bedrijf te verdelen op trucks naar de verschillende bestemmingen. Jurgen Gobyn: “Grote transportbedrijven met een uitgebreid netwerk naar de verschillende landen, hebben vaak een eigen crossdock waar ze dat zelf kunnen organiseren met eigen vrachtwagens. Firma’s van een meer bescheiden formaat konden dergelijke opdrachten niet aan, maar door samen te werken en de vracht te verdelen over meerdere bedrijven kunnen we nu toch een deel van die koek krijgen.”

Het komt er dan wel op neer dat één bedrijf naar de klant optreedt als uitvoerder van het geheel. Die is dan de regisseur die de contacten met de klant onderhoudt en op de achtergrond de opdrachten verdeelt tussen de verschillende partners. Een deel van de ritten kan hij zelf voor zijn rekening nemen. De rest besteedt hij uit.

Jurgen Gobyn: “Die manier van samenwerken brengt ook risico’s met zich mee. De regisseur wordt afgerekend op het geheel, dus ook op de prestaties van zijn onderaannemers. In het verleden is het al gebeurd, dat zo’n partner steken liet vallen voor een aantal ritten. De klant was daar niet mee opgezet en wilde daarom het geheel van de opdrachten bij ons weghalen. We hebben dat toen nog wel kunnen oplossen door openlijk te communiceren over de reden van de problemen. Maar om dat in de

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page9

renzen heen

Jurgen Gobyn, general manager van Gobo: “In die samenwerkingsverbanden gaan we niet met grote bedrijven aan de slag omdat die vaak de hele opdracht op hun eentje aankunnen.”

toekomst te vermijden, hanteren we een reeks van kwaliteitsparameters en monitoren we voortdurend de prestaties van alle deelnemers aan die opdracht.”

Zoals in Astre Die kwaliteitsaanpak kent Gobo dan weer vanuit zijn deelname aan het Astre-netwerk, een samenwerkingsverband van vooral Franse vervoerders. Het lidmaatschap daarvan houdt een hele resem verplichtingen in, waarbij vooral gelet wordt op de kwaliteit van de dienstverlening. Die wordt voortdurend opgevolgd en er zijn strafpunten voor wie de afspraken niet nakomt.

Jurgen Gobyn: “Maar Astre is een formeel netwerk, met duidelijke regels, een gemeenschappelijke informaticasysteem, een aantal hubs. In die andere samenwerkingsverbanden nemen we wel een aantal van die methodes over.”

Belangrijk is vooral dat er tussen de samenwerkende partijen afspraken worden gemaakt over de prijzen die kunnen gehanteerd worden. Wanneer een klant een opdracht wil laten uitvoeren, vraagt hij gewoonlijk prijzen bij verschillende partijen, maar hij wil wel snel een offerte krijgen. “Dat kunnen wij nu ook. We kennen de tarieven die we kunnen hanteren en zo krijgt de klant snel zijn antwoord.”

Waarom werkt die aanpak wel met Nederlandse bedrijven en niet met Belgische?

Het is opvallend dat Gobo wél met Nederlandse collega’s tot een overeenkomst kan komen, maar niet met de Belgische. “Om zo iets op te zetten, moet er veel vertrouwen zijn. In België zijn de kleinere firma’s bang om andere bedrijven te betrekken in hun contacten met klanten uit vrees dat die zouden worden ingepikt.

Paul Maas: “Wij zoeken samenwerkingsverbanden met andere familiale bedrijven.”

In Nederland is het al langer de gewoonte om samen te werken,” zegt Jurgen Gobyn.

Paul Maas van het Nederlandse Wetron denkt inderdaad dat het klopt. “We werken al een tijd samen met andere bedrijven. Wetron is een specialist in het transport naar Italië via Duitsland en Zwitserland. Met Gobo werken we sinds kort samen omwille van de complementariteit: zij doen Frankrijk en wij Italië. Maar we hebben ook een

“

Wetron heeft ook een gezamenlijke treinverbinding met Jan De Rijk naar Italië, waarbij de sterke punten van beide partijen worden gebundeld.”

Paul Maas, Wetron

gezamenlijke treinverbinding met Jan De Rijk naar Italië, waarbij we onze beider sterke punten juist gaan bundelen. Ook hebben we contacten in Italië of Duitsland met bedrijven die voor ons de lokale distributie kunnen verzorgen.”

Hoe dan ook blijft het vertrouwen een aandachtspunt en blijft men voorzichtig. Jurgen Gobyn: “In dergelijke samenwerkingsverbanden gaan we ook niet met grote bedrijven aan de slag omdat die vaak in staat zijn om de hele opdracht op hun eentje te verzorgen.”

Paul Maas zit daar op dezelfde golflengte: “Wij zoeken samenwerkingsverbanden met andere familiale bedrijven zoals wij zelf ook zijn. Daarmee kan je op lange termijn samenwerken, in goede én slechte tijden.” > Peter Ooms Log.ON 005 -

9

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page10

3PL

Offergeld: Spezialist in ko m n Ein Transportunternehmen mit Spezialisierung in vielen Nischen: Glas, Stahl, Autoersatzteile und Konsumgüter

n 4 Niederlassungen in der Euregio Maas-Rhein Würselen, Aldenhoven, Eschweiler und Welkenraedt

n Betonung auf “value added services“.

ffergeld ist seit jeher als Spezialist für den Transport von Glas bekannt, aber das Unternehmen hat auch eine starke Reputation im Hinblick auf Transport, Lagerung und “value added services“ von Konsumgütern, Stahlrollen und Ersatzteilen für die Autoindustrie. Im Jahr 1949 wurde der erste geschlossene LKW gekauft, speziell für einen großen Waschmittelproduzenten. Aus dieser Zeit stammt auch die Konzentration auf den Transport zwischen Aachen und Berlin.

In Eschweiler hat Offergeld ein Lager, das nahezu vollständig mit den Waschmitteln dieses großen deutschen Produzenten gefüllt ist. Offergeld übernimmt die gesamte supply chain dieses Herstellers. Auf dieser Basis hat sich das Unternehmen stets weiterentwickelt und sich auf die Vertragslogistik spezialisiert.

Die Liste mit großen Markennamen, die ihre Logistik von Offergeld ausführen lassen, ist eindrucksvoll, aber noch wichtiger ist die Tatsache, dass Offergeld seit Jahren mit diesen globalen Marktakteuren zusammenarbeitet.

O

NL n Een transportbedrijf met specialiteit in vele niches: glas, staal, auto-onderdelen en consumentengoederen. n 4 vestigingen in de Euregio Maas-Rijn: Würselen, Aldenhoven, Eschweiler en Welkenraedt. n Nadruk op value added service.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Un transporteur spécialisé dans de nombreuses niches : verre, acier, pièces automobiles et biens de consommation. n 4 sites dans l’Euregio Meuse-Rhin : Würselen, Aldenhoven, Eschweiler et Welkenraedt. n Accent sur les services à valeur ajoutée.

10 - Log.ON 005

Hard Discount-Logistik In den letzten Jahren hat sich Offergeld auf eine spezifische Nische innerhalb dieses Sektors spezialisiert: die Hard Discounter. Patrick Senster, kaufmännischer Direktor von Offergeld Logistik: „Dafür gibt es auch einen strategischen Grund. Die Hard Discounter erzielen nämlich in wirtschaftlich schwierigen Zeiten stets bessere Ergebnisse. Das verschafft uns zusätzliche Arbeit und Umsatz bei Niederkonjunktur und auf diese Art und Weise gleicht dies den klassischen Rückgang beispielsweise im Automobilsektor aus.“ Offergeld muss allerdings eine spezialisierte Dienstleistung erbringen. Die Hard Discounter haben eine besondere Arbeitsweise, zu deren Verwirklichung ein Logistikunternehmen beitragen können muss. „So werden die Waren häufig einfach auf einer Palette in der Filiale abgestellt. Aber weil es dort nicht viel Platz gibt, wählen sie eine so genannte Düsseldorf-Palette, die die Größe einer halben Euro-Palette aufweist.

Viele Spediteure möchten nicht mit diesem Format arbeiten, aber wir sind das mittlerweile gewöhnt. Ein anderes Charakteristikum der Discounter ist, dass ein Großteil ihres Umsatzes aus Sonderaktionen erzielt wird. Jede Woche kommen neue Produkte in die Filiale, die nur für kurze Zeit angeboten werden. Hier muss ein Logistikdienstleister flexibel sein, um jedes Mal wieder sehr schnell eine große Menge an neuen Waren zu verarbeiten“, erklärt Patrick Senster.

Die belgische Niederlassung spielt in dieser Strategie auch eine besondere Rolle. Sie ist der Hub für Waren aus Deutschland und dem Rest Europas, die in die belgischen Supermärkte gelangen müssen. Umgekehrt

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page11

o m plementären Nischen Der Fuhrpark von Offergeld umfasst 450 LKWs. 70 davon sind mit einem Euro 6-Motor ausgestattet.

Die moderne Logistik mit vielen “value added services” erfordert stets mehr manuelle Handlungen.

“

Das Direktionskomitee von Offergeld (vlnr): Dirk Gehlen (Operation Manager), Andreas Abels (Manager Aldenhoven), Patrick Senster (Head of Sales) und Wolfgang Schwarz (Manager Transport Würselen).

Unsere Entscheidung für Hard Discounter ist strategisch. Sie erzielen nämlich während einer Wirtschaftsflaute stets bessere Ergebnisse.”

Patrick Senster, Verkaufsdirektor.

werden hier die Produkte der belgischen Hersteller versammelt, um in die deutschen DCs gebracht zu werden. „Es ist uns gelungen, die Frachten von rund zehn belgischen Herstellern in Welkenradt zu konsolidieren und sie folglich mit vollen LKWs zu den Lagern der Discounter in Deutschland zu bringen.”

Mehrwert Das Lager ist nach der Übernahme der Firma Rogister im Jahr 1973 zum Konzern gekommen. In den vergangenen Jahren stand die Niederlassung unter dem Druck der Wirtschaftsflaute und es wurde ein Sozialplan durchgeführt, wobei eine Reihe von Mitarbeitern das Unternehmen verlassen hat. Mittlerweile hat sich die Situation gedreht und man verzeichnet wieder Wachstum. „Im letzten Halbjahr wurde der Personalbestand von 64 auf 80 Mitarbeiter erhöht, um die neuen Volumen verarbeiten zu können. Wir haben hier ein Direktionskomitee von vier Personen, das ständig daran arbeitet, mehr Fracht hierhin zu bringen und die Tätigkeiten stets effizienter zu machen. Das beginnt jetzt, Früchte abzuwerfen. Die Lager in Welkenradt sind voll und wir suchen andere Lösungen“, erklärt Patrick Senster.

Die zusätzlichen Mitarbeiter sind erforderlich, weil die moderne Logistik auch manuelle Handlungen erfordert.

Immer häufiger fordern die Auftraggeber in der Konsumgüterbranche, dass der Logistikdienstleister selber Paletten oder Schachteln mit gemischten Waren zusammenstellt. Zudem wollen die Auftraggeber, dass die Displays mit Produkten, die in die Geschäfte geliefert werden müssen, im Lager des Dienstleisters gebaut wer-

den. Diese „value added logistics“ hat Offergeld zu seiner Spezialität gemacht.

Lager im Eigentum Die Lager sind stets im Eigentum des Konzerns selbst und werden folglich nicht gemietet oder geleast.

In Aldenhoven hat Offergeld einen spezialisierten Standort von 57.400 m² für die Lagerung von Lebensmitteln. Im Inneren wird die Temperatur permanent konstant gehalten, um die Qualität der Konfitüre und Schokolade zu gewährleisten. Eschweiler (26.750 m²) wurde speziell für die Lagerung von Waschmitteln errichtet. In Würselen – der ersten Niederlassung von Offergeld – befindet sich die Zentrale, ein kleines Lager und Crossdock (mit 3.500 m²). Zudem befindet sich hier ein Depot für 80 LKWs. Darüber hinaus hat Offergeld noch Lager in Deutschland (Dormagen, Groß Ippener, Valluhn, Geesthacht, Wustermark, Schleinitz). Zudem auch noch in Welkenraedt, Hombourg in Frankreich, Bascharage in Luxemburg (für Glas), Oroshaza (Ungarn), Czestochowa (Polen) und Goole (UK). > Peter Ooms

Offergeld auf einen Blick • 1900 Arbeitnehmer • 450 LKWs, wovon70 mit Euro 6-Motor • 260.000 m² Lager www.offergeld.com

Log.ON 005 -

11

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page12

3PL

KLG Europe: met de blik op h n KLG is gespecialiseerd in distributie in heel Europa.

n Omwille van het groeipotentieel mikt KLG Venlo op Oost-Europa en Turkije.

n KLG regelt ook de wereldwijde expeditie voor zijn klanten. e Kuijken Logistics Group Europe (KLG) is gespecialiseerd in Europese distributie. “We vervoeren alles van pakketjes tot volle vrachtwagens van en naar alle landen in West- en Oost Europa. Daarnaast hebben we de focus op warehousing” zegt Erik Loijen, general manager van KLG. Het bedrijf heeft daarvoor intussen 12 vestigingen, waarvan 11 in Europa: 3 in Nederland (Venlo, Rotterdam en Eersel), 7 in Roemenië (Boekarest, Cluj Napoca, Constanta, Craiova, Targu Secuiesc, Timisoara, Bacau), 1 in het Verenigd Koninkrijk (Bradford) en 1 in China (Shanghai).

De verschillende Nederlandse vestigingen hebben daarbij elk een eigen specialiteit. De vestiging in Rotterdam heeft de meeste kennis in huis als expediteur van zeeen luchtvracht en regelt diverse trucking diensten.

Eersel behoort tot de marktleiders wat betreft transport Frankrijk met meer dan 350 vertrekken per week.

Venlo regelt het transport van en naar West- en Oost Europa, Rusland, en de voormalige CIS landen.

Daarnaast beschikken de vestigingen in Rotterdam en Venlo over uitgebreide expertise van alle douane-activiteiten. Beide zijn ook AEO-gecertificeerd.

Naast vervoer vanuit eigen vestigingen maakt KLG tevens gebruik van gerenommeerde netwerken zoals

D

FR n KLG, spécialiste de la distribution dans toute l'Europe. n Fort de son potentiel de croissance, KLG Venlo se tourne vers l'Europe de l'Est et la Turquie. n KLG organise aussi des envois à destination du monde entier.

DE

>

www.logon-euregio.com

n KLG ist auf Auslieferungen in ganz Europa spezialisiert. n Aufgrund der Wachstumsmöglichkeiten geht KLG Venlo nach Osteuropa und in die Türkei. n KLG regelt auch den weltweiten Versand für seine Kunden.

12 - Log.ON 005

het Franse Astre en het Duitse 24plus. Het werkt ook samen met exclusieve partners. Zo kan KLG voor ieder land betrouwbare, efficiënte transportdiensten aanbieden.

Roemenië en Turkije Roemenië is voor KLG Europe een tweede thuismarkt.

Het heeft er 7 vestigingen goed verspreid over het hele land. “We zijn sinds 2004 aanwezig en mikten vanaf het begin op de snelle groei van het land en de regio.

We zijn gestart met een binnenlands distributie netwerk en hebben dit verder uitgebreid tot dagelijkse internationale routes. Wij zien dat onze klanten Europa steeds meer in tweeën delen, waarbij het oosten bediend wordt vanuit internationale zeehavens in de Zwarte Zee zoals Constanta in Roemenië. Door de uitstekende ligging van deze haven is dit een ideale uitvalsbasis,” zegt Erik Loijen.

KLG heeft op die tweedeling verder ingespeeld door de capaciteit van de warehouses uit te breiden in Nederland en Roemenië. KLG heeft in Venlo 60.000 m² en in Boekarest 47.000 m² opslagruimte. Daarnaast beschikt het in de overige vestigingen over een aantal kleinere magazijnen en crossdocks. In deze warehouses voert het een scala aan activiteiten met toegevoegde waarde (value added services/value added logistics) uit. Van hier vertrekken de transporten naar alle omringende landen.

Die drang naar het oosten gaat bij KLG nog verder.

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page13

p het oosten KLG heeft twee grote warehouses in Venlo en Boekarest. In de andere vestigingen heeft het kleinere magazijnen en crossdocks.

“ KLG beschikt over 260 eigen vrachtwagens.

Erik Loijen, general manager KLG.

In Roemenië zijn we gestart met een binnenlands distributienetwerk en hebben dit verder uitgebreid met dagelijkse internationale routes.”

Erik Loijen

Sinds 1 augustus 2013 is het bedrijf een strategische samenwerking aangegaan met een van de grootste logistieke dienstverleners in Turkije, Ekol. Hierdoor kon KLG verder bouwen aan een intermodale positie op de markt. Het biedt voor zijn klanten nu ook een regelmatige verbinding per spoor naar Turkije aan, met vertrekken vanuit de terminals Köln Eifeltor en Mannheim naar Trieste in Italië. Daarna word het verder vervoerd met eigen ferry’s naar Istanbul. Die routes zijn de laatste tijd zeer snel gegroeid.

Daarmee zet KLG stevig in op een multimodale strategie.

Voor de general manager is het wel zeker dat in de toekomst de lange afstanden per trein zullen worden overbrugd. “Nu zijn de prijzen voor het wegtransport nog laag, maar zodra de economie weer aantrekt, zal er meteen een schaarste te voelen zijn van trucks en chauffeurs. De laatste jaren is de capaciteit namelijk flink afgenomen in de markt. De tarieven van het wegvervoer zullen in een groeimarkt snel aantrekken en vanaf dan zal het spoorvervoer een meer kostenefficiënte modus worden. Op die toekomst bereiden wij ons nu al voor.”

Bijkomende dienstverlening KLG Europe profileert zich ook als zeevrachtexpediteur die mede dankzij het lidmaatschap van IGLN/WCA wereldwijd zeevervoer kan aanbieden en mikt in de eerste plaats op zeevrachten vanuit Azië. In de haven

van Shanghai beschikt KLG over een crossdock met een inspectiecentrum van ruim 6000 m² waar de goederen gecontroleerd worden vooraleer ze het schip naar Europa opgaan. Het bedrijf bekijkt intussen de mogelijkheden voor het openen van een tweede vestiging in China.

Binnen KLG werkt een groep supply chain specialisten continue aan projecten om de supply chain van klanten te optimaliseren. Zij streven daarbij naar optimalisatie van de gehele keten en passen daarbij hun expertise toe op klantspecifieke concepten.

Vanuit Boekarest stuurt KLG ten slotte trucking activiteiten door heel Europa aan. De klant kan hierbij gebruik maken van de moderne KLG vloot en de voertuigen naar eigen wensen en specifieke eisen in te zetten. > Peter Ooms

KLG in het kort • 700 werknemers • 260 vrachtwagens • 135.000 m² magazijn • 12 filialen • 115 miljoen euro omzet in 2013 www.klg-logistics.com

Log.ON 005 -

13

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page14

3PL

Magetra International : ve r n Magetra International veut élargir son volet multimodal.

n Actif dans le transport combiné rail-route vers

Magetra International est la tête d’une flotte de 170 camions, dont 40 camions-remorques, de 160 semi-remorques et de 420 caisses mobiles

l’Italie et la Roumanie, il projette de tester l’Espagne.

n Etabli dans 5 pays, le Groupe Magetra maintient son siège social à Eupen, au cœur de l’Euregio. ans le monde du transport international de marchandises, Magetra International figure en bonne position. Une place qui s’est vue renforcée par l’acquisition en 2011 de la société Mathieu à Eupen.

C’est d’ailleurs là aujourd’hui que se situe le siège social des différents sites du groupe. Il en compte 6 répartis dans 5 pays (Eupen et Bierset (Belgique), Huldange (Luxembourg), Milan (Italie), Gdansk (Pologne), Bratislava (Slovaquie)). Le groupe engage 300 personnes dont une septantaine d’employés. A la tête d’une flotte de 170 camions, dont 40 camions-remorques, de 160 semi-remorques et de 420 caisses mobiles, Magetra International est actif dans toute l’Europe, avec une spécialisation sur l’Allemagne, la France, le Benelux, l’Espagne, l’Italie et les Pays de l’Est.

D

Test de l’Espagne Les véhicules de Magetra International transportent des produits issus de nombreux secteurs industriels : la métallurgie, l’automobile, la construction, l’alimentaire…

C’est d’ailleurs dans ce dernier que l’on trouve une des spécialités de la société : le transport de vin.

NL n Magetra International wil zijn multimodaal aanbod uitbreiden. n Na het gecombineerd vervoer naar Italië en Roemenië wil men nu Spanje uitproberen. n De Magetra Groep is in vijf landen gevestigd, maar behoudt zijn maatschappelijke zetel in Eupen.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Magetra International will die multimodale Sparte erweitern. n Die im Kombi-Transport Schiene-Straße nach Italien und Rumänien aktive Gruppe visiert jetzt Spanien an. n Die in 5 Ländern vertretene Magetra Gruppe behält ihren Gesellschaftssitz in Eupen.

14 - Log.ON 005

« Nous transportons vers la Belgique des vins venant d’Italie, de France et d’Espagne », précise Damien Schils, directeur général du groupe Magetra. Des bouteilles de vin qui transitent via deux modes de transport : routier ou ferroviaire. Car c’est une des particularités de l’entreprise Magetra International : elle pratique le transport multimodal. « Nous organisons trois trains par semaine au départ de Bierset vers Milan en Italie et nous avons aussi des départs ferroviaires réguliers vers la Roumanie. » Un transport combiné que Magetra International souhaite développer. « Nous allons tester à court terme le transport combiné rail-route vers et depuis l’Espagne. Nous ciblons particulièrement la région de Barcelone et nous sommes en train de mettre tout en place pour réaliser cet essai. Si celui-ci est concluant, l’Espagne sera dans peu de temps une destination supplémentaire accessible via deux modes de transport. »

A la conquête de nouveaux marchés Un éventuel futur transport combiné vers l’Espagne n’est pas le seul projet de Magetra International. « Nous cherchons continuellement à diversifier nos activités, de manière à ne pas dépendre de l’un ou l’autre secteur.

Cette diversification passe par une adaptation de la flotte. Nous mettons un point d’honneur à transporter les produits issus des différents secteurs avec du matériel dédié, parfaitement adapté. C’est dans cette optique que nous avons acquis récemment 8 semi-remorques plus légères, mieux adaptées au secteur de l’industrie.

Celles-ci nous permettent de charger davantage (jusqu’à 25 tonnes) et de ne pas être pénalisés par nos fosses.

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page15

ve r s plus de multimodalité Le site eupenois comprend un hall de transbordement de 2800 m².

“

Damien Schils, directeur général du groupe Magetra.

Le choix d’Eupen comme siège social n’est pas un hasard, nous sommes situés au cœur de l’Euregio, au cœur de notre clientèle.”

Damien Schils Nous gagnons ainsi 2 tonnes de chargement, tout en maintenant une longueur de 13,60 mètres. Nous comptons acquérir d’autres semi-remorques de ce type car ces acquisitions nous permettront de répondre à des appels d’offres qui nous étaient fermés jusqu’à aujourd’hui. Cet investissement nous ouvre des marchés. »

Outils informatiques plus performants Si l’entreprise pense à développer ses activités, elle consolide ses acquis, continuellement analysés grâce à un nouvel outil informatique opérationnel depuis 2012. « Celui-ci rassemble les données liées à l’exploitation.

Il génère entre autres une vision analytique des véhicules, ce qui nous permet de connaître notre chiffre d’affaires par véhicule et ainsi d’analyser notre manière de travailler et l’optimaliser si besoin. Ces indicateurs automatisés, mieux visibles que dans notre précédent outil informatique, nous permettent d’accroître notre rentabilité. »

quittés pour centraliser ses activités à Eupen. Deux sites à vendre.

Certifié OSHAS 18001 En plus d’être certifié ISO 9001, Magetra International est désormais certifié OSHAS 18001. OHSAS 18001 est le référentiel reconnu mondialement pour les systèmes de gestion de la santé et de la sécurité au travail. « Acquérir cette certification nous a sensibilisés à la sécurité et ce, à tous les postes de l’entreprise », développe Damien Schils, directeur général du groupe Magetra. « Elle nous a poussés à identifier les risques en termes de santé et de sécurité et ce, que ce soit pour le personnel, les clients ou le grand public. La pression et le timing à respecter risquent parfois de faire oublier des bases essentielles de sécurité. Tous les travailleurs de l’entreprise suivent donc des formations visant à leur faire penser ‘sécurité’ dans chaque geste du quotidien et ce, de manière à créer un environnement de travail le plus sûr possible.» > Astrid Huyghe

Eupen : un choix stratégique Si le groupe Magetra ne cesse de se développer, le siège social reste lui bien ancré à Eupen. « Le choix d’Eupen n’est pas un hasard », assure Damien Schils. « Nous sommes basés au coeur de l’Euregio et de notre clientèle située en Belgique, Allemagne, France, Italie et Espagne. Notre site eupenois comprend un hall de transbordement de 2800 m², un atelier dont les capacités ont été dernièrement doublées, un magasin de 5000 m² et un vaste parking de 17.000 m². » Le groupe Magetra International possède encore ses deux anciens sites, à Thimister et Wandre, qu’il a

Magetra en bref • 170 camions, 40 camions-remorques, 160 semi-remorques et 420 caisses mobiles • 300 personnes • 6 sites dans 5 pays (Belgique, Luxembourg, Italie, Pologne, Slovaquie) • Eupen www.magetra.com

Log.ON 005 -

15

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page16

3PL

JET: “Dankzij netwerken o p n Warehousing met service op maat van de klant als toegevoegde waarde.

n Optimale integratie van de eigen activiteiten in het proces van de opdrachtgevers.

Dankzij het lidmaatschap van diverse netwerken kan de firma heel efficiënt leveren in België en in de buurlanden.

n Pionier van netwerken in de Benelux en Euregio. e Jet Group in Opglabbeek (Belgisch Limburg) heeft zich een stevige reputatie opgebouwd als logistiek dienstverlener in de Euregio. “Onze sterkste troef is de toegevoegde waarde die we met onze service op maat van de klant bieden”, beklemtoont afgevaardigde bestuurder Stefan Janssen. “Dankzij netwerken met partners op dezelfde golflengte kunnen we de klanten optimale leveringen in de Benelux, Duitsland, en Frankrijk garanderen.

Jet Group wil voor de opdrachtgever duidelijk meer betekenen dan een vracht van A naar B transporteren. Stefan Janssen: “Onze grote troef vormt het uitgebreide pakket extra diensten. Optimale integratie van onze activiteiten in het proces van de opdrachtgevers en zelfs van de opdrachtgevers van de opdrachtgevers is ons handelsmerk. Dat levert de klant een unieke toegevoegde waarde op.”

Opglabbeek in Limburg ligt ideaal om richting Duitsland te kijken. In 2002 ging JET een partnerschap aan met het Duitse Online. “Dankzij de toetreding tot dit netwerk kunnen wij kwalitatief hoogstaande leveringen in heel Duitsland aanbieden en dat met zeer scherpe levertermijnen.” Het succesverhaal van Duitsland kreeg in 2003 een verlengstuk in Frankrijk. Dankzij de aansluiting bij de Franse groepering Astre verstevigde JET zijn positie

D

FR n Entreposage et service sur mesure : la recette de la valeur ajoutée. n Intégration optimale des activités dans le processus des clients. n Pionnier du réseautage dans le Benelux et l'Euregio.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Lagerwesen mit maßgeschneidertem Kundendienst als Mehrwert. n Optimale Einbindung der eigenen Aktivitäten in den Prozess der Auftraggeber. n Vernetzungs-Pionier im Benelux und der Euregio.

16 - Log.ON 005

op de Franse markt. Het leidde tot een gelijknamige samenwerking op Beneluxniveau. “In 2008 stonden wij mee aan de wieg van Astre Benelux om samen met 6 andere Belgische en Nederlandse transportbedrijven een nog betere dienstverlening Benelux te kunnen realiseren: Gobo, Van Mieghem, Mondia en Gheeraert Transport uit België en de Nederlandse ondernemingen Hoektransport en Kuijken Logistics Group.”

Efficiënte levering “Dankzij dit netwerk kunnen wij overal in de Benelux snel en efficiënt leveren. Opglabbeek ligt bijvoorbeeld niet centraal genoeg voor distributie in het westen van het land. De files omzeilen we met onze shuttledienst die ’s nachts pendelt tussen onze vestiging en die van onze partners. Het netwerk levert nog een aantal andere voordelen op. Zo ontwikkelen we samen software, doen we samen aankopen en kan ook het studiewerk voor nieuwe opdrachten gemeenschappelijk gebeuren.”

“Aan elke nieuwe opdracht gaat een studie vooraf, gecoördineerd door onze Engineering afdeling. Eventuele speciale opleidingen gebeuren in onze eigen JET Academy. Die is niet alleen bestemd voor het eigen personeel, maar verwelkomt ook graag medewerkers van de klanten en de ontvangers. Ook dat is een vorm van toegevoegde waarde voor de klanten.”

Europese draaischijf De logistieke tak van JET Group, JET Warehousing, fungeert als Europese draaischijf voor lokale en internationale klanten waarbij het wegtransport vaak de aansluitende schakel is op het maritieme, lucht- of spoorver-

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page17

o ptimale levering in Euregio” Jet Group combineert transport met logistieke activiteiten op maat van de klant.

“Wij streven naar een optimale integratie in de processen van de opdrachtgevers”, beklemtoont afgevaardigde bestuurder Stefan Janssen.

“

Aan elke nieuwe opdracht gaat een studie vooraf, gecoördineerd door onze Engineering afdeling.”

Stefan Janssen

voer. De firma beschikt over 18.500 vierkante meter opslagruimte in België en 110.000 vierkante meter internationaal.

“Wij bieden opslagruimte voor een brede variatie van producten”, aldus nog Stefan Janssen. “Buiten goederen onder geleide temperatuur en vloeistoffen staan we open voor alle opdrachten en dat in een goederenbeheer en behandeling volgens de wensen van de klant. Denk maar een flexibele locatie-indeling, het beheer van de orderstroom in de juiste planningvolgorde, tot een efficiënt beheer van de complete goederenstromen. Daarnaast kan de klant een beroep doen op een variatie aan aanvullende diensten, zoals pick/pack/dispatch, assemblage, back office, call center, after sales services, quality control, kitting, sleeving, packaging, decanting, palletisering, etikettering, stock inventory, workshop, stuffing en destuffing, high security areas, WMS en videobewaking.”

Goede talenkennis De JET Group stelt nu bijna 200 mensen te werk. In de zetel in Opglabbeek gaat het om 31 bedienden en 72 arbeiders, chauffeurs inbegrepen. Van de resterende groep mensen werkt telkens de helft in Tsjechië en in Duitsland. “Belangrijk is dat de communicatie met die chauffeurs vlot, foutloos en efficiënt gebeurt. Dat betekent immers een bijkomende troef naar de klanten toe.

Daarom is van de buitenlandse chauffeurs een goede kennis van het Duits en/of Engels vereist.”

Voor dit jaar koestert JET Group een aantal concrete investeringsplannen. Stefan Janssen: “1,5 miljoen euro gaat naar de vernieuwing van onze vloot, met name de aankoop van 8 trailers en 15 gemotoriseerde voertuigen,

waarvan er al vijf zijn geleverd. De komst van de trailers is gepland voor maart. We investeren ook fors in de ERP-pakketten om het databeheer op een nog hoger niveau te brengen en zo veel mogelijk te integreren in dat van de klanten en de ontvangers. Qua infrastructuur is de uitbreiding van het warehouse in Opglabbeek gepland: bijna 4000 vierkante meter goed voor zowat 8000 extra palletplaatsen.”

Van transportbedrijf tot veelzijdige dienstverlener JET Logistics bouwt voort op 25 jaar ervaring in internationale logistiek. De JET Group ontstond in 1988 toen vader Janssen het transportbedrijf Van Vlierden overnam. De hoofdactiviteit lag destijds op het uitvoeren van opdrachten in onderaanneming. Bij de intrede van de zonen Stefan en Nico Janssen in het bedrijf in 1994 waaide er een nieuwe wind door het bedrijf. In 1997 investeerde het bedrijf in een eigen warehouse op het industrieterrein in Opglabbeek. De firma opende in 2001 een filiaal in Oost-Duitsland. > Luc Weyens

Jet Logistics in het kort • 20,5 miljoen euro omzet in 2013 • 200 medewerkers • 18.500 m² warehouse in België; internationaal: 110.000 m² • 150 trekkende voertuigen www.jetlogistics.eu

Log.ON 005 -

17

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page18

SHIPPERS

Continental vergibt Fertig w

Dirk Weber: „Wir haben unseren Reifenlager nahezu vollständig in ein neues Gebäude im Gewerbegebiet Avantis, nahe der niederländischen Grenze, transportiert.

n Das Lager im Reifenwerk und 11 externe Lager werden in einem neuen Warehouse zusammengefaßt.

n In der Fabrik entsteht so mehr Platz für zusätzliche Werkstätten, eine Gasturbine und ein Rohstofflager.

n Die Pkw-Reifen aus Aachen sind für Kunden in der ganzen Welt bestimmt. m Aachener Pkw-Reifenwerk von Continental werden vor allem UHP-Reifen hergestellt, die für die gehobene Fahrzeugkategorie deutscher Autohersteller gedacht sind. Weltweit werden diese Pneus an die Automobilfabriken wie in die Autohäuser und Reifenhändler geliefert. Dirk Weber, Plant Manager von Continental: „Aachen ist eine von 17 Reifenfabriken des Konzerns, die über die ganze Welt verteilt sind. Jede Fabrik fertigt die gängigsten Reifengrößen für den lokalen Markt, ist aber auch Spezialist für einen bestimmten Reifentyp in all seinen Varianten. Diese speziellen Produkte werden folglich nicht in den anderen Fabriken produziert und müssen so in die ganze Welt transportiert werden” Elmar van der Mühlen, Plant Operations Manager und damit auch für die Logistik in Aachen verantwortlich

I

18 - Log.ON 005

erläutert: „Innerhalb des Konzerns werden die Logistikverträge auf höchster Ebene zusammengeführt, um möglichst viele Synergien zu schaffen. Auf diese Art und Weise werden beispielsweise die Transportverträge regelmäßig mittels einer Ausschreibung erneuert.

Die Unternehmen, mit denen der Vertrag abgeschlossen wird, übernehmen dann gewöhnlich den Transport für mehrere Fabriken und Lager. Es handelt sich dabei um sehr große Transportunternehmen, die ihrerseits Aufträge an regionale Subunternehmer vergeben. Wir in der Fabrik haben jedoch nur einen Ansprechpartner.“

Kooperation mit Honold Auch die Lagerung von Reifen wird von Continental an externe Dienstleister vergeben. Dabei geht es um Verträge mit einer bestimmten Laufzeit. In diesem Bereich hat sich in der letzten Zeit die größte Änderung für die das Reifenwerk in Aachen ergeben. Dirk Weber: „Wir haben unseren Reifenlager nahezu vollständig in ein neues Gebäude im Gewerbegebiet Avantis, nahe der niederländischen Grenze, transportiert. Es wurde von der Honold Logistik Gruppe gebaut, die bereits einige regionale Lager in Deutschland für Continental betreibt.

Honold ist auch für die Verwaltung dieses Lagers verantwortlich. In der Fabrik bleibt allerdings ein kleineres Lager bestehen, von dem aus Autoreifen in speziellen Regalen zu den Autoherstellern versendet werden.“ Continental ist es gelungen, mit dem Bau des 44.000 m² großen Lagers eine deutliche Kosteneinsparung zu erreichen und gleichzeitig einen hohen Effizienzgewinn zu verbuchen. Die vorher außerhalb und innerhalb des

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page19

g warenlager extern Die Fabrik besteht beinahe hundert Jahre und ist mittlerweile völlig von anderen Betrieben und Wohngebieten umgeben.

und dann per Lkw zum Hafen des Julianakanals im niederländischen Born gebracht. Dort werden sie per Binnenschiff zum Hafen Rotterdam transportiert. Auf umgekehrtem Wege kommen Rohstoffe – wie beispielsweise Naturgummi – zur Fabrik.

Freier Platz

Im Aachener PkwReifenwerk von Continental werden vor allem UHP-Reifen hergestellt, die für die gehobene Fahrzeugkategorie deutscher Autohersteller gedacht sind.

Werksgeländes betriebenen 11 Außenlager konnten im neuen Lager untergebracht wurden. „Dort können wir jetzt 900.000 Reifen lagern. Im letzten Jahr konnten wir in unserem Fabriklager nur 300.000 Reifen bewältigen.

In dieser Zeit fuhren hier Lkw ab, die noch Teilladungen in dem einen oder anderen Lager abholen mussten. Die Verwaltung dieser Transporte war besonders arbeitsintensiv. Jetzt fahren hier ausschließlich volle Lkw aus dem Werksgelände. Fünf Lkw fahren jeweils in einem Zweischichtsystem“, erklärt Elmar van der Mühlen.

Er weist auch darauf hin, dass die Lkw auf dem Weg zum Lager kurz über niederländisches Gebiet fahren.

Zunächst hatte man befürchtet, , dass dies eine gesonderte Verzollung der Ware mit sich bringen würde, aber dies war nicht der Fall. Das neue Lager dient als Umschlagzentrum, von dem aus die regionalen Vertriebszentren , die so genannten RDC, versorgt werden. Dabei handelt es sich unter anderem um drei deutsche RDC, aber auch um die Lager in den Niederlanden, Belgien und Frankreich. „Die RDC unterstehen der Kontrolle der Verkaufsorganisation der Continental Reifen Deutschland GmbH. „Wir müssen dafür sorgen, dass sie rechtzeitig und korrekt beliefert werden, aber damit endet unsere Verantwortung. Es ist also durchaus möglich, dass eine der lokalen Verkaufsorganisationen das regionale Lager wieder extern an einen Logistikdienstleister vergibt. Das ist beispielsweise bei TLI im belgischen Herstal der Fall“, erklärt Elmar van der Mühlen.

Ein Teil der Produktion von Aachen geht nach Übersee.

Zu diesem Zweck werden Container im Lager vorbereitet

Nun, da kaum noch Fertigreifen in der Fabrik gelagert werden, bekommt die Produktion Platz für neue Anlagen. Dirk Weber: „Dazu wurde es höchste Zeit. Die Fabrik besteht beinahe hundert Jahre und ist mittlerweile völlig von anderen Betrieben und Wohngebieten umgeben. Jetzt, da das Lager außerhalb des Geländes ist, können wir den freigekommenen Platz viel sinnvoller nutzen. Wir bauen eine Gasturbine, die Dampf für die Produktion erzeugen und uns mit Strom versorgen soll.

“

Innerhalb des Konzerns werden die Logistikverträge auf höchster Ebene zusammengeführt, um möglichst viele Synergien zu schaffen.”

Dadurch wird unsere Energierechnung deutlich sinken.

Darüber hinaus werden die freien Werksteile als Werkstatt, Inspektionsraum und Rohstofflager genutzt.

Als Reifenfabrik entwickeln wir uns mit dem Trend im Automobilsektor weiter - das bedeutet, dass Produkte schneller neu entwickelt werden und dass das die Lieferpalette der Produkte aus unserem Werk ständig steigt. Und dafür sind unterschiedlichere Rohstoffe erforderlich, die wir auch lagern können müssen.“ > Peter Ooms

FR n Le magasin de produits finis et 11 entrepôts extérieurs sont regroupés. n À l'usine, de la place est faite pour de nouveaux ateliers, une turbine à gaz et un dépôt de matières premières. n Les pneus fabriqués à Aix-la-Chapelle sont destinés à des clients du monde entier.

NL

>

www.logon-euregio.com

n Het magazijn met afgewerkte producten en 11 externe magazijnen worden in één nieuw warehouse geconsolideerd. n Ruimte voor meer ateliers, een gasturbine en een grondstoffenmagazijn. n De autobanden uit Aken zijn bestemd voor klanten over de hele wereld.

Log.ON 005 -

19

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page20

SHIPPERS

Minder magazijnruimte n Banden de Condé verkoopt banden voor quasi alle types van voertuigen.

n Leveranciers brengen banden voor personenwagens meteen naar de servicecentra.

n Een magazijn van 3500 m² is vrij gemaakt en wordt intussen verhuurd. e Condé heeft 15 servicecentra die van oudsher bediend werden vanuit het hoofdkwartier in Hasselt, maar sinds een tijd is het logistieke concept toch drastisch aangepast. Réginald Delmarche: “Enerzijds zien we dat we onze leveranciers – de bandenfabrikanten, groothandelaars en brokers – veel betere prestaties neerzetten op het vlak van beschikbaarheid,

D

“

In de branche kan men vandaag te bestellen en ten laatste overmorgen geleverd te krijgen.” prijs en tijdige leveringen. In de branche is het nu heel gewoon om vandaag te bestellen en ten laatste overmorgen geleverd te krijgen, zeker wat banden voor personenwagens betreft. In die omstandigheden hoeven wij niet te investeren in maximale voorraad om toch een goede service te kunnen bieden aan onze klanten. We laten de leveranciers de gevraagde banden rechtstreeks in ons servicestation leveren zodat wij daar ook geen overslagen transportkosten meer aan hebben.”

De eventuele meerprijs ligt nauwelijks hoger dan wat de

FR n De Condé Pneus vend des pneus pour presque tous les types de véhicules n Les fournisseurs livrent directement les pneus de voiture aux centres de service n Un magasin de 3500 m² a été vidé et est à présent loué.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Banden de Condé verkauft Reifen für nahezu alle Fahrzeugarten. n Lieferanten bringen Reifen für Pkw direkt zum Servicezentrum. n Ein Lager von 3.500 m² wurde geräumt und wird jetzt vermietet.

20 - Log.ON 005

De Condé houdt ruimte vrij voor de opslag van versleten vrachtwagenbanden om ze te voorzien van een nieuwe rubberlaag.

handelaar zou krijgen door in groot volume aan te kopen.

Deze service biedt een aantal voordelen aan de handelaar. Te meer ook omdat er een tendens bestaat bij consumenten om de houdbaarheid van de banden scherp in het oog te houden om de garantieperiode ook volop te kunnen gebruiken. In zo’n situatie kan de voorraad verouderen en zijn waarde verliezen. Ten slotte kan de Condé zijn magazijnruimte verminderen. “We hebben een magazijn van 3500 m² leeggemaakt dat we intussen verhuren aan derden,” zegt Réginald Delmarche.

De overgebleven magazijnruimtes wordt gebruikt voor de truck- en busbanden. De verbetering van het serviceniveau van de leveranciers is hier ook wel bezig, maar haalt nog niet het niveau van de consumentenmarkt.

Daarnaast houdt de Condé ruimte vrij voor de opslag van versleten vrachtwagenbanden. Dat heeft te maken met een andere specialiteit van het bedrijf: de vernieuwing van banden. “Transporteurs hebben vaak geïnvesteerd in goede banden en kennen ook perfect de omstandigheden waarin die hebben gefunctioneerd. Zij willen daarom die banden kunnen hergebruiken nadat ze een nieuwe rubberlaag hebben gekregen. Wij bewaren die ook voor hen.”

Daarnaast biedt de Condé aan zijn klanten die winterbanden kopen aan om de zomerbanden dan in het magazijn te bewaren. “Niet iedereen heeft de ruimte om die banden een seizoen opzij te zetten. Wij doen dat dan voor hen in ons bandenhotel. De banden worden geëtiketteerd, correct opgeslagen en zijn verzekerd. We kunnen er een kleine meerprijs voor vragen en bovendien weten we dan zeker dat de klant terugkomt,” glimlacht Réginald Delmarche. > Peter Ooms

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:21 Page21

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page22

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page23

HR

Meer Duitsers dan Nederlanders

De Fontys Hogeschool in Venlo ligt op amper 3 km van de Duitse grens.

n 60% van de studenten aan de Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek in Venlo komt uit Duitsland.

n De band met de logistieke bedrijven uit de omgeving is zeer hecht.

n Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek huisvest ook het secretariaat van ELC. en Nederlandse hogeschool die meer studenten uit Duitsland aantrekt dan uit eigen land: het is verbazende prestatie waar de redactie van Log.ON meer van wil weten. Hans Aarts, directeur van Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek heeft voor het interview twee docentes meegebracht die uit Duitsland komen en aan de hogeschool een opleiding Logistiek achter de rug hebben. Intussen zijn ze er aan de slag als lesgever en consultant. Sophia Gruner is afkomstig uit Kaldenkirchen, net over de grens. “Fontys in Venlo was voor mij de dichtstbij gelegen school voor logistiek.

Daarnaast vond ik de aanpak met veel praktijk samen met bedrijven een beter aanbod dan de Duitse scholen.”

E

Kerstin Tißen komt uit Weeze, ook niet ver van Venlo verwijderd. “Het is misschien dichtbij, maar door te kiezen voor Venlo kon ik toch meteen een pak internationale ervaring opdoen. Daarnaast boden de meeste nabijgelegen Duitse hogescholen qua inhoud en praktijkgerichtheid geen vergelijkbare opleiding. De uitzondering was toen een duale studie (waarbij de studenten tegelijk werken in een bedrijf); maar dat wilde ik toen niet.”

Hans Aarts wijst erop dat de bevolkingsdichtheid veel groter is aan de Duitse kant van de grens en dat daarom ook het potentieel er groter is. De school ligt ook amper op 3 km van de grens. De aantrekkingskracht van de Fontys Hogeschool op Duitse studenten heeft er ook mee te maken dat de aangeboden kennis in de smaak valt bij Nederlandse en Duitse logistieke bedrijven.

“Aanvankelijk vonden de Duitse bedrijven het nog vreemd dat Duitse kandidaten met een Nederlands diploma kwamen solliciteren. Maar intussen hebben ze meer ervaring met onze afgestudeerden en is dat wantrouwen volledig omgedraaid in enthousiasme. Ze komen ons vragen of we nog goede mensen kunnen aanraden.

De kwaliteit van de afgestudeerden die we afleveren, heeft zich bewezen,” zegt Hans Aarts.

Studie De studenten kunnen hun eerste jaar in hun eigen taal afwerken. De Nederlandse en Duitse studenten zitten Log.ON 005 -

23

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page24

HR

De Duitse Kerstin Tißen (links) en Sophia Gruner studeerden allebei in Venlo en werken intussen als docent en consultant aan de Hogeschool Techniek en Logistiek.

Hans Aarts is naast direceur van de Hogeschool Techniek en Logistiek ook bestuurder van ELC en trekker van Kennis DC Logistiek Limburg.

dan in aparte groepen, maar vanaf het tweede jaar wordt steeds meer in het Engels les gegeven en vanaf het derde jaar verloopt alles in het Engels. De taalgroepen worden dan ook niet meer gescheiden. Opvallend is dat de Fontys Hogeschool alleen verplichte cursussen Engels voorziet.

“

De aangeboden kennis valt in de smaak bij Nederlandse en Duitse logistieke bedrijven.”

Fontys wil mensen afleveren die in de logistiek aan de slag gaan in deze regio. “En dat houdt in dat er zaken worden gedaan over de grenzen heen. Wij zijn sterk gericht op de Euregio. We bieden bijvoorbeeld een keuzevak aan met de naam: Ondernemerschap in de Euregio. Daarin wordt ook gewezen op de culturele verschillen tussen Nederlanders en Duitsers.

De andere zakelijke gewoontes aan beiden zijden van de grens hebben al meermaals geleid tot mislukte overeenkomsten,” zegt Hans Aarts.

DE n 60% der Studenten an der Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek in Venlo stammen aus Deutschland. n Die Beziehung zu den Logistikunternehmen aus der Umgebung ist sehr eng. n Die Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek beherbergt auch das ELC-Sekretariat.

FR

>

www.logon-euregio.com

n 60% des étudiants de la Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek de Venlo viennent d'Allemagne. n Le lien avec les firmes logistiques locales est très étroit. n La Fontys Hogeschool Techniek en Logistiek abrite aussi le secrétariat de l'ELC.

24 - Log.ON 005

De Duitse docentes zijn trouwens wel erg te spreken over de informelere omgangsvormen in Nederland, waarbij studenten hun lesgevers al snel met de voornaam aanspreken. “Dat kan in Duitsland helemaal niet. Daar moet je U zeggen. In het bedrijfsleven wordt ook verwacht om formeler gekleed te gaan,” zegt Sophia Gruner.

Hans Aarts: “Vandaag heb ik mijn pak aan, maar gewoonlijk loop ik hier ook in spijkerbroek rond.

Mijn Duitse collega’s doen dat niet.”

Fontys maakt er een punt van om zijn logistieke opleidingen zeer praktijkgericht te maken. Hans Aarts: “Van bij het begin moeten studenten in groep casestudies bestuderen en projecten maken. In het derde jaar lopen ze vijf maanden stage in een bedrijf en hun afstudeerproject moeten ze samen met een bedrijf uitwerken. Ook dat neemt vijf maanden in beslag. Aan het eind van hun studie hebben ze tien maanden in een bedrijf doorgebracht en die praktische ervaring maakt onze afgestudeerden zeer begeerd bij de logistieke bedrijven in de streek.”

Het netwerk Die stages en afstudeerprojecten in de bedrijven kunnen er alleen komen als die bedrijven daarvoor ook openstaan. Dat blijkt geen probleem. Directeur Hans Aarts is een volbloed netwerker die onder andere actief is als bestuurder van European Logistics Center (ELC) Limburg. Hij is ook de drijvende kracht achter Kennis DC Logistiek Limburg dat de brug wil slaan tussen bedrijf en onderwijs op het vlak van kennisuitwisseling.

Onlangs is het secretariaat van ELC - na het verdwijnen van de Limburgse Kamer van Koophandel - ook ondergebracht in de Fontys Hogeschool. Daarmee haalt men de banden met het bedrijfsleven nog meer aan.

Hans Aarts: “Dat is ook nodig om goed te weten wat de bedrijven verwachten van hun toekomstige werknemers.

Wij moeten ons lessenpakket daaraan aanpassen en zorgen dat we gericht onderzoek doen waarmee we de bedrijven kunnen vooruithelpen. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de agrologistiek voor de verse voedingswaren waarin de regio rond Venlo is gespecialiseerd. Recent hebben we gehoord dat bedrijven een meer diepgaande kennis van de douane verwachten. Daar zullen we ook op in spelen.” > Peter Ooms

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page25

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page26

NEWS

Stijging vracht- en passagiersvervoerontwikkelingen Maastricht Aachen Airport Maastricht Aachen Airport heeft het kalenderjaar 2013 afgesloten met een stijging op zowel passagiers- als luchtvrachtgebied. In totaal reisden er 465.000 passagiers (+35%) via de luchthaven en werd er 79.000 ton vracht verwerkt (+ 5%). In 2013 maakten 465.000 passagiers gebruik van Maastricht Aachen Airport (MAA), vergeleken met 345.000 passagiers in 2012 betekent dit een stijging van 35%. Doordat Ryanair per zomerseizoen 2014 het aantal bestemmingen op MAA reduceert, is de verwachting dat het aantal passagiers in 2014 zal afnemen. Op luchtvrachtgebied steeg het afgehandelde tonnage met 5%:

“ FR

van 75.000 ton in 2012 naar 79.000 ton in 2013. Deze stijging is het gevolg van een betere performance van de bestaande grote klanten Turkish Airlines Cargo, Cargolux en Royal Jordanian Cargo. Ook op het gebied van Road Feeder Services was sprake van een duidelijke verbetering van de luchtvrachtvolumes vergeleken met 2012. De volumestijging van afgehandelde luchtvracht op MAA voltrok zich daarbij vrijwel volledig in de laatste 3 kwartalen van 2013: als het 1e kwartaal buiten beschouwing wordt gelaten bedroeg de stijging 12% in vergelijking met dezelfde periode in 2012, een duidelijk teken van

(voorzichtig) economisch herstel. Voor 2014 is de verwachting dat de positieve ontwikkeling van de vrachtvolumes op MAA zich zal continueren, maar dat de volumes nog niet op het niveau van 2011 zullen uitkomen. >

Meine Forderung lautet: Wir müssen die Lkw-Maut auf eine breitere Basis stellen. Lkw sollten nicht nur für die Nutzung von ausgewählten Straßenabschnitten zahlen, sondern für alle von ihnen genutzten Straßen.”

Michael Groschek, Minister für Bauen, Wohnen, Stadtentwicklung und Verkehr des Landes

>

www.logon-euregio.com

NL

©Raimond Spekking via Wikipedia Commons

Nordrhein-Westfalen in RP Online, 20. Januar 2014

Venlo onderzoekt uitbreiding haven

>

www.logon-euregio.com

DE

26 - Log.ON 005

Venlo gaat onderzoeken hoe ze haar industriehaven fors kan uitbreiden. Dat heeft de gemeenteraad op 29 januari besloten. Een eerdere voorstudie toont de kansen en de noodzaak hiervoor aan als Venlo haar logistieke toppositie in de toekomst wil behouden. Volgens de Venlose wethouder Stephan Satijn (Economische Zaken) zijn de railterminals en de binnenhaven cruciaal in dit netwerk.

“De gemeente Venlo vindt het belangrijk om de binnenhaven en de bedrijven die daar gebruik van maken zo goed mogelijk te faciliteren om de sterke logistieke positie van Venlo in de toekomst te behouden. De verwachting is echter dat de capaciteit van de Venlose terminals binnen enkele jaren volledig benut is. We moeten dus nu al anticiperen op deze ontwikkeling, anders missen we de boot.”

In het persbericht van de gemeente Venlo gaat het dan als volgt verder. “Met de railterminals en binnenhaven heeft Venlo een sterke positie en kan het voor overslag van goederen drie van de vier vervoersmodaliteiten gebruiken. Deze kracht is terug te zien in de ontwikkeling van containeroverslag en bulkgoederen in de regio. Niet voor niets is er door gemeente, provincie, rijk en ook private partijen reeds fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van de haven. Zo is de openbare laad- en loskade verlengd en is er een bargeterminal aangelegd. De huidige capaciteit van de binnenhaven zal echter niet voldoende zijn om de toekomstige stromen van bulk en containers per binnenvaart te faciliteren.

Dit wordt ook onderkend in de Havennetwerkvisie Limburg 2030 die de provincie Limburg in 2012 heeft opgesteld.” >

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page27

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page28

INFRA

Haven Genk: voorpost vo o n Haven Genk als draaischijf voor trafieken die hun weg zoeken tussen Antwerpen en zijn

Haven Genk behandelde vorig jaar 25.000 TEU.

oostelijk hinterland.

n General manager Patrick Geerinck wil meer samenwerking met wegvervoerders.

n Haven Genk beschikt over een spoorterminal met zeven kilometer sporen. an het insteekdok met één kilometer kaailengte in de bocht van het Albertkanaal in Genk ontplooit het bedrijf, sinds 1997 een joint venture tussen Groep Machiels en staalbedrijf Aperam, een waaier aan activiteiten. “Met uitzondering van vloeibare bulk behandelen we zowat alle soorten goederen, van droge bulk tot containers en conventionele lading. Ook grote en zware project cargo wordt regelmatig overgeslagen”, geeft Geerinck aan.

“We doen veel meer dan overslag. We bieden opslag op kaai of in onze magazijnen voor in totaal 15.000 m², stuffen en strippen, stockbeheer, transport en expeditie (maar alleen als de klant geen eigen expediteur heeft), enz. We doen voor rederijen dienst als containerdepot, we beschikken over aansluitingen voor reeferkisten en we hebben het statuut van douane-entrepot. Bovendien zijn we volledig trimodaal, met onze spoorterminal met zeven kilometer sporen, waar we met eigen locomotieven het rangeerwerk uitvoeren en zelf de treinen laden en lossen. Zelfs shortsea behoort tot de mogelijkheden, want we kunnen als ISPS-terminal ook coasters ontvangen, al gebeurt dat maar sporadisch.”

Dat alles maakt dat Haven Genk zich onderscheidt van vele andere inlandterminals, die vaak meer op één spe-

A

DE n Hafen Genk als Drehscheibe für Verkehre zwischen Antwerpen und seinem Hinterland. n Patrick Geerinck will verstärkt mit Fuhrunternehmen zusammenarbeiten. n Hafen Genk verfügt über einen Bahnterminal mit sieben Gleiskilometern.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Haven Genk comme plaque tournante dans les trafics entre Anvers et son hinterland. n Le general manager Patrick Geerinck souhaite une coopération avec les transporteurs routiers. n Haven Genk dispose d’un terminal ferroviaire avec sept kilomètres de voie.

28 - Log.ON 005

cifieke bedrijvigheid focussen en lang niet altijd alle modi kunnen behandelen, zegt Geerinck. “Flexibiliteit is een van onze sterkste troeven. Het plaatje zou er voor ons heel anders uitzien als we alleen van overslag zouden moeten leven.” Het servicepakket wil hij op korte termijn verder uitbreiden door van Haven Genk een papierloze extended gateway te maken en de digitale rapportering naar de klanten uit te bouwen.

Trafiek De 40 hectare grote terminal behandelt jaarlijks circa 1 miljoen ton steenkool voor de aanpalende elektriciteitscentrale van E.ON. Die trafiek vormt de hoofdmoot van de bedrijvigheid in droge bulk, die verder betrekking heeft op ertsen, mineralen, schroot en zelfs rijst.

Containers waren vorig jaar goed voor 25.000 TEU. Staal speelt eerste viool in het conventioneel gebeuren. De terminal staat maandelijks onder meer in voor het laden van om en bij 10.000 ton coils en platen van Aperam, dat op een boogscheut van Haven Genk gevestigd is.

Aan ruimte en capaciteit heeft Haven Genk geen gebrek.

Qua containerbehandeling zou de terminal zelfs een pak meer trafiek aankunnen. Met de geplande omschakeling van de elektriciteitscentrale op houtpellets staat alvast een heuse volumegroei in droge bulk te wachten. Het project heeft een belangrijke logistieke dimensie, omdat die nieuwe brandstof niet alleen onder dak gestockeerd zal moeten worden, maar bij de overslag ook met de weersomstandigheden rekening gehouden moet worden.

De sluiting van Ford Genk heeft daarentegen rechtstreeks weinig impact op de bedrijvigheid.

Win/win De troeven van Haven Genk kunnen niet enkel de lokale markt ten goede komen, benadrukt Geerinck. “We kun-

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page29

o or Euregio Maas-Rijn Treinen pendelen dagelijks met containers, wissellaadbakk en en opleggers tussen Genk en Noord-Italië.

General manager Patrick Geerinck.

nen niet alleen een rol van betekenis spelen als transferium voor onze eigen regio, maar ook voor trafieken van en naar het Duitse hinterland van de haven van Antwerpen. Het project ‘Road meets Water’ heeft bijvoorbeeld aangetoond dat Duitse vervoerders uit het Ruhrgebied een veel hogere efficiëntie kunnen behalen wanneer ze containers die bestemd zijn voor Antwerpen, in Genk aanleveren voor verder transport per binnenschip. Ook met de bijkomende overslag bij dat vervoer over water valt dat nog rendabeler uit dan de hele rit over de weg te doen. We bieden een efficiënte oplossing voor de ‘last 100 kilometers’. Genk is ideaal geplaatst om dat te doen. En wat voor de Ruhr geldt, geldt bij uitbreiding ook voor minstens een fors deel van de Euregio Maas-Rijn.”

De congestie op de Ring rond Antwerpen en de filegevoeligheid van de E313 spelen daarin een belangrijke rol.

Maar bij vele verladers en vervoerders leeft nog de perceptie dat rechtstreeks transport per truck goedkoper en efficiënter is. “Dat is nu al niet meer zo en dan hoeven we nog steeds geen wegentol te betalen. Wat wij bieden, is een win/win-situatie waar ook de transporteur baat bij heeft en het milieu beter van wordt. Het komt erop aan de juiste combinaties te maken en elkaar wederzijds te versterken. Alleen beseft men dat vaak nog te weinig.”

Treinen en lichters Die functie als consolidatiepunt vervult Haven Genk ook voor spoorverbindingen naar Noord-Italië.

“Dagelijks bedienen Ewals en Hupac vanuit Genk de terminals van Busto, Verona en Novara in Noord-Italië. Wekelijks komen en gaan er zo’n veertig treinen, die niet alleen containers, maar ook wissellaadbakken en opleggers vervoeren.”

Per binnenschip kunnen alle terminals in Antwerpen

“

We bieden een efficiënte oplossing voor de ‘last 100 kilometers’ naar Antwerpen.”

Patrick Geerinck

bereikt worden. Haven Genk huurt daarvoor lichters in waarvan de capaciteit afgestemd is op de vraag.

“We hebben continu twee lichters varen en we doen er alles aan om de frequentie hoog te houden. Dat kan leiden tot kleinere volumes per schip, maar we willen onze afspraken met onze klanten nakomen.”

De bedrijvigheid van Haven Genk blijft in de binnenvaart in ruime mate op Antwerpen gericht, wat gezien de ligging aan het Albertkanaal makkelijk te verklaren is.

“Haven Genk heeft zich dan ook onmiddellijk aangesloten bij het Intermodal Solutions & Connectivity Platform dat de haven van Antwerpen vorig jaar lanceerde.

We verwachten veel van de goede samenwerking met het Havenbedrijf om elkaar wederzijds te versterken”, besluit Geerinck. > Jean-Louis Vandevoorde Log.ON 005 -

29

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:22 Page30

INFRA

Liège Carex : la phase d’ét u

L’infrastructure comprendra une zone de déchargement pour les camions ainsi qu’un hall ouvert de 200 mètres de long avec deux voies ferroviaires de raccordement.

n Les deux derniers marchés de Liège Carex viennent d’être lancés. n La phase d’études arrivera à son terme fin 2014.

n Les travaux de construction du railport, estimés à trois ans, pourront ainsi démarrer en 2015, en fonction de l’état d’avancement des autres railports. iège Carex arrivera fin 2014 au terme de la phase d’études de son Railport. Pour rappel, cet important projet comprend la construction d'une gare TGV fret à Liège Airport et d’une liaison de 600 à 800 mètres pour une connexion avec la ligne TGV vers Bruxelles-Paris-Londres. Liège Carex s’inscrit en effet dans un cadre européen plus large, le projet Euro Carex, qui vise à utiliser les lignes de TGV existantes pour connecter les aéroports de Paris, Londres, Amsterdam, Lyon et Liège (réseau de base) et ainsi faciliter le transport de marchandises.

Chaque pays concerné travaille sur son propre railport et le moins que l’on puisse dire c’est que Liège Carex a bien avancé ces derniers mois. Les deux derniers marchés viennent en effet d’être lancés pour un montant

L

30 millions d’euros Le coût du projet Liège Carex est estimé à 30 millions d’euros.

Une somme à laquelle il faut ajouter les 2,2 millions déjà alloués à la phase d’études dont 50% proviennent d’une subvention européenne.

Pour financer ces 30 millions d’euros, outre le programme RTE-T, le projet CAREX peut émarger à divers fonds européens (Marco Polo, Feder…) et aux aides prévues pour les zones franches (Fédéral) et zones de développement économiques (Wallonie). « Ces 30 millions d’euros comprennent tous les frais exceptés ceux relatifs à l’aménagement du réseau TGV », souligne Jean-Pierre Grafé, président de Liège Carex. « Cet aménagement sous-entend l’adaptation de la signalisation de nuit sur tout le réseau TGV et l’installation de parois anti-bruit. Car le fret nocturne engendrerait des nuisances sonores plus importantes. Ces frais seront à supporter par Infrabel. »

30 - Log.ON 005

total estimé à 130.000 euro. Il s’agit de l’étude d’incidence et de celle relative aux essais de sol. Ces deux dernières études, de même que les cinq autres en cours (management de projet, maîtrise d’Ouvrage déléguée, auteur de projet, coordination sécurité-santé, étude socio-économique) doivent s’achever le 31 décembre 2014 et ce, pour respecter les délais établis par l’Europe. « Et elles le seront », assure Serge Kreins, coordinateur général Liège Carex et directeur général adjoint Euro Carex. « De même, le dossier ‘permis unique’ sera prêt à être déposé fin 2014. »

Un hub multimodal unique en Belgique Les visuels de l’avant-projet nous permettent de découvrir la portée du futur railport liégeois. Le site sera construit sur une superficie de 22 hectares, propriété de la SOWAER (les conditions de cession des terrains sont encore à finaliser). L’infrastructure comprendra une zone de déchargement pour les camions ainsi qu’un hall ouvert de 200 mètres de long avec deux voies ferroviaires de raccordement. Ces deux voies (à la place des trois initiales) tiennent compte des volumes de transport plus faibles que le railport connaîtra en début d’activité. Mais le site est prévu pour accueillir une troisième voie dès que les volumes augmenteront. Ce hub multimodal unique en Belgique renfermera des outils de manutention extrêmement rapides dont des tables à ciseaux mobiles prévues pour être interopérables c’est-à-dire permettant de charger/décharger tous les types de TGV qui transiteront par le railport.

La construction du railport liégeois, estimée à trois ans, pourrait démarrer début 2015. Mais cela dépend de l’état

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page31

ét udes terminée fin 2014 Serge Kreins, coordinateur général Liège Carex et directeur général adjoint Euro Carex.

e raccordement.

d’avancement des autres railports qui font partie du réseau européen Euro Carex. « Les travaux doivent être coordonnés de manière à ce que, une fois construits, les différents railports puissent être directement opérationnels. »

Le site sera construit sur une superficie de 22 hectares.

Le réseau Euro Carex se renforce Et si le projet Liège Carex est particulièrement avancé, le réseau Euro Carex, lui, ne fait que se renforcer.

Depuis fin 2013, il s’inscrit officiellement dans le schéma des neufs corridors de fret définis par la Commission européenne. Cette décision rend de facto l’ensemble du projet Carex éligible aux subventions européennes tant pour les études que pour les infrastructures.

Pour la Commission européenne, Liège Carex apparaît désormais comme une plate-forme multimodale incontournable située au carrefour de deux corridors logistiques majeurs : Mer du Nord – Baltique et Rhin – Alpes.

l’Allemagne. « Un important travail de prise de contacts a été mené, notamment par l’AWEX, vers les décideurs allemands en vue d’obtenir leur appui et leur concours.

Ce travail a permis de créer des contacts avec de nombreux stake-holders allemands, à Hanovre et Francfort, mais aussi avec l’aéroport de Leipzig, sur le site duquel un railport a déjà été construit. Le Premier ministre poursuit de son côté ses discussions avec les plus hautes autorités allemandes. » Objectif : parvenir à faire entrer l’Allemagne dans le réseau Euro Carex. > Astrid Huyghe

Les autres railports progressent Les autres projets de railports (Paris, Amsterdam, Lyon et Londres) progressent plus ou moins en même temps, il n’y a pas de retard important de l’un d’eux.

En plus de leur propre railport, certains gèrent des projets globaux, qui toucheront l’ensemble du réseau.

C’est le cas notamment de Londres qui coordonne l’important dossier du matériel roulant. « Et une nouveauté est à noter à ce niveau », commente Serge Kreins. « Les acteurs du projet Carex souhaitent étudier la faisabilité de réutiliser du matériel roulant existant, sur le modèle de ce qui est pratiqué dans la conversion d’avion passager en avion cargo. Cette réutilisation pourrait permettre un démarrage plus rapide et à moindre coût du projet. On ne sait pas encore qui mènera cette étude de faisabilité, l’appel d’offres est en cours. »

Discussions avec l’Allemagne Parallèlement à ces différents projets en cours, le réseau Euro Carex tente de convaincre un autre acteur :

NL n Twee laatste aanbestedingen voor Liège Carex gelanceerd. n Studiefase wordt eind 2014 voltooid n De constructiewerken van de railport zullen drie jaar duren en gaan van start in 2015.

DE

>

www.logon-euregio.com

n Die beiden letzten öffentlichen Aufträge für Liège Carex ausgeschrieben. n Abschluss der Planungsphase Ende 2014. n Die Bauarbeiten für den Railport, die laut Planung drei Jahre dauern werden, können demnach 2015 beginnen, je nach Fortschritt der anderen Railports.

Log.ON 005 -

31

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page32

INFRA

LIOF: ontwikkeling van be d n Het ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen is een kernactiviteit van LIOF.

n De logistieke sector blijft ook tijdens de crisis investeren.

n De grondprijzen in Nederland zijn hoog en toch blijft de locatie aantrekkelijk.

IOF is op een of andere manier betrokken bij de ontwikkeling van 4 bedrijventerreinen die nieuw worden ontwikkeld. Het gaat over Avantis (Heerlen-Aachen), Industrial Park Swentibold (Born), Holtum Noord (Born) en Aviation Valley (Beek/Meerssen).

In sommige participeert het volop zoals in Holtum Noord, maar in andere is het beperkt aanwezig (Aviation Valley). Marcel den Rooijen, senior projectmanager van LIOF Bedrijventerreinen: “De logistiek best ontsloten locatie is Holtum Noord bij de Barge Terminal Born, dat uitstekend geschikt is voor bedrijven die gebruik willen maken van de binnenvaart of de nabijgelegen spoorterminal. IPS (Industrial Park Swentibold) is expliciet voorbehouden voor bedrijven uit de automobielsector omdat het aansluit bij de assemblagefabriek van VDL Nedcar.

Daar heeft zich bijvoorbeeld Mitsubishi gevestigd met een groot European Distribution Centre voor auto-onderdelen. Bedrijven uit ander sectoren zijn actief vanuit het Public Logistic Centre op Holtum Noord.”

Het spreekt vanzelf dat de beslissing van BMW om de Mini in Born te laten bouwen, enthousiast werd ontvangen door alle actoren in de streek. “Enerzijds lopen de voorbereidingen voor de productie nu nog achter gesloten deuren. Maar we zien wel dat bedrijven die goede relaties hebben met BMW – bijvoorbeeld toeleveranciers

L

DE n Die Entwicklung von neuen Gewerbegrundstücken ist eine Kernaktivität von LIOF. n Der Logistiksektor investiert auch in Krisenzeiten weiter. n Trotz hoher Grundstückspreise in den Niederlanden bleibt der Standort attraktiv.

FR

>

www.logon-euregio.com

n Le développement de nouveaux zonings industriels est l'un des cœurs de cible de LIOF. n Le secteur logistique continue à investir malgré la crise. n Aux Pays-Bas, le prix des terrains est élevé et la location reste intéressante.

32 - Log.ON 005

en logistieke dienstverleners – interesse beginnen te tonen om zich in de streek te vestigen.”

Het bedrijventerrein Avantis dat zowel op Nederlands grondgebied van Heerlen als het Duitse Aken bevindt, heeft onlangs zijn strategie herzien. Aanvankelijk zou het een technologiecluster moeten worden, maar nu wordt een bredere invulling toegestaan. Vorig jaar heeft de logistieke specialist Honold er een magazijn gebouwd voor de bandenfabrikant Continental uit Aken. “We merken heel duidelijk dat tijdens de crisis alle sectoren hun investeringen terugschroeven. De enige uitzondering is de logistiek die – hoewel minder dan daarvoor – toch nieuwe magazijnen blijft bouwen. Limburg heeft dan ook een unieke positie in Europa die heel aantrekkelijk is voor logistieke bedrijven,” zegt Marcel den Rooijen.

Verouderde terreinen LIOF heeft tegelijk als doelstelling om de verouderde bedrijventerreinen in de Provincie Limburg weer in de markt te zetten. Het gaat vaak om verouderde gebouwen, dicht bij de bewoning. In sommige gevallen moeten de gronden eerst gesaneerd worden alvorens er weer nieuwe activiteit kan komen. Het gaat vaak om een veel complexere materie en hiervoor heeft LIOF een apart bedrijf opgezet: Limburgse Herstructureringsmaatschappij voor Bedrijventerreinen (LHB). Marcel den Rooijen: “In de praktijk zien we weinig interesse van de

Mitsubishi heeft zich gevestigd in Industrial Park Swentibold met een groot European Distribution Centre voor auto-onderdelen.

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page33

e drijventerreinen logistieke sector voor die terreinen. Die bedrijven hebben nood aan grote oppervlaktes en goede bereikbaarheid.

Zij focussen toch op die nieuwe terreinen die we nu ontwikkelen. Maar voor een transportbedrijf kan een bestaand terrein dan weer wel.”

Op termijn zal de focus van LIOF steeds meer verschuiven naar de herontwikkeling van bestaande industriegrond. De overheid heeft namelijk beslist om geen nieuwe bedrijventerreinen te voorzien om zo de open ruimten in het landschap te beschermen. Ze zet daarom maximaal in op het hergebruik van verouderde bedrijventerreinen. “Maar in de in het verleden gestarte nieuwe ontwikkelingen kunnen we nog wel voortwerken. Daar is voorlopig ook nog voldoende capaciteit,” zegt Marcel den Rooijen.

Park Swentibold hebben we in overleg met de gemeente Sittard-Geleen de complete planvoorbereiding voor de ontwikkeling geregeld. Wij verwerven de gronden, maken ze bouwklaar, zorgen voor aanleg van groen en wegen.

We betalen het geheel uit de opbrengst van de ontwikkeling.”

De non-food-discounter Action, één van de recente acquisitiesuccessen in Limburg, bouwt een groot distri-

“

Op het vlak van de grondprijs geven we niet toe: we geloven in de kracht van de locatie.”

Investeringen aantrekken LIOF heeft ook een acquisitiebeleid dat er op gericht is om bedrijven over te halen zich te vestigen in de streek.

Daarbij heeft het geen belang of de gekozen terreinen dan in de portefeuille zitten van LIOF of niet. Marcel den Rooijen: “Mijn collega’s laten de klant in volle vrijheid kiezen. Het feit dat LIOF financier of aandeelhouder is, of op een andere manier betrokken is bij een bedrijventerrein speelt daarbij helemaal geen rol. Maar als er een locatie is gekozen, vervult LIOF desgewenst de rol van adviseur/intermediair/ontwikkelaar. Voor Industrial

butiecentrum in het Business Park Midden-Limburg in Echt-Susteren. Tijdens de voorbereidingen had die distributeur ook contacten met België en Duitsland.

“Daarbij is het zo dat de grondprijs in Nederland duurder is dan in onze buurlanden. Op dat vlak geven we niet toe: we geloven in de kracht van de locatie. In de praktijk is het zo dat de grondprijs slechts een klein deel uitmaakt van de totale investering. Het zijn andere factoren die zwaarder wegen,” zegt Marcel den Rooijen. > Peter Ooms

Marcel den Rooijen, LIOF: “We merken heel duidelijk dat tijdens de crisis alle sectoren hun investeringen terugschroeven.

De enige uitzondering is de logistiek.”

Industriebank LIOF helpt Limburg economisch vooruit LIOF ondersteunt bedrijven op het gebied van innoveren, investeren en vestigen. LIOF steunt ondernemingen pragmatisch, betrokken en proactief door zijn expertise te combineren met financiële daadkracht en een uitgebreid netwerk. LIOF focust niet alleen op logistiek, maar ook op Agro/Food, Healthcare, Systems en Materials.

Log.ON 005 -

33

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page34

INFRA

Größter Binnenhafen der W n Das Containeraufkommen in Duisburg ist im vergangenen Jahr um 16% auf 3 Mio. TEU gestiegen.

n Duisport hat sich von einer Hafenverwaltung zu einem Logistikdienstleister entwickelt.

n Audi hat auf logport II sein weltweit größtes Logistikzentrum für Fahrzeugteile angesiedelt. ie mittelgroße deutsche Stadt Duisburg verfügt über den größten Binnenhafen der Welt und konnte im vergangenen Jahr im Containeraufkommen wieder einen Rekord brechen.

Nicht weniger als 3 Millionen Container wurden 2013 umgeschlagen, ein Zuwachs von 16% im Vergleich zum Vorjahr. Damit geht Duisburg auch gegen den Trend in den Seehäfen, wo überwiegend eine Stagnation und teilweise sogar ein leichter Rückgang des Containerumschlags festzustellen ist. Mit solchen Zahlen gehört Duisburg als einziger Binnenhafen zu den Top 50 der größten Containerhafen der Welt. Dementsprechend hat der Hafen inzwischen neun Containerterminals, von denen sieben in den letzten 15 Jahren entwickelt wurden. Duisburg ist auch ein trimodaler Hafen wie kein anderer und verfügt über ausgezeichnete Verbindungen für den Transport zu Wasser, Schiene oder Straße.

Außerdem liegt die Stadt am Schnittpunkt wichtiger Verkehrsrouten. Neben Containern fertigt dieser Binnenhafen viel Stückgut und Massengut (wie importierte Steinkohle und Flüssiggut) ab. Allerdings haben diese Güteraufkommen im vergangenen Jahr konjunkturbedingte Rückgänge erlitten, was auch

D

FR n L’an dernier, le trafic conteneurs à Duisbourg a augmenté de 16 %, atteignant 3 millions d’EVP. n Duisport a ajouté la fourniture de services logistiques à ses activités de gestion. n Audi a implanté son plus grand centre de pièces détachées au monde dans logport II.

NL

>

www.logon-euregio.com

n De containertrafiek in Duisburg is vorig jaar nog met 16% gegroeid. n Duisport opereert meer als een logistieke dienstverlener dan als een havenbeheerder. n Audi heeft een groot magazijn voor onderdelen ondergebracht op Logport II.

34 - Log.ON 005

Nicht weniger als 3 Millionen Container wurden 2013 umgeschlagen, ein Zuwachs von 16% im Vergleich zum Vorjahr.

auf die Energiewende in Deutschland zurückzuführen ist.

Mehr als ein Landlord Der Erfolg von Duisburg als Binnenhafen ist größtenteils dem aktiven Geschäftsmodell zu verdanken, dem man dort folgt. Die meisten Häfen treten als Grundstücksverwalter des abgegrenzten Hafengebiets auf, wo sie Parzellen langfristig an Logistikdienstleister vermieten.

Unter dem derzeitigen Vorstandsvorsitzenden Erich Staake hat sich die Duisburger Hafen AG von einer reinen Hafenverwaltung zu einem integrierten Logistikdienstleister entwickelt. Dazu gehört auch ein attraktiver Markenname: Duisport. Die Duisport Agency GmbH ist die Marketing- und Vertriebsgesellschaft der DuisportGruppe und tritt als Mittler für alle auf, die Logistikdienste benötigen. Duisport Agency initiiert und realisiert neue Transportketten und Shuttleverbindungen und entwickelt multimodale Transportkonzepte. Ein Beispiel für eine Dienstleistung ist die Eisenbahnverbindung von Duisburg nach Antwerpen und Zeebrügge, die sie zusammen mit dem belgischen Betreiber IFB organisiert. Pressesprecher Julian Böcker: „Wir entwickeln gemeinsam mit unseren Kunden Lösungskonzepte und optimieren Transportketten. Je nach den logistischen Anforderungen wird der effizienteste Verkehrsträger ausgewählt, um die Güter in der gewünschten Zeit an den gewünschten Ort zu bringen.“ Daneben hat Duisport auch das Eisenbahnnetz auf dem Hafengelände und seiner Umgebung ausgebaut.

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page35

r Welt

Duisburg ist auch ein trimodaler Hafen wie kein anderer und verfügt über ausgezeichnete Verbindungen für den Transport zu Wasser, Schiene oder Straße.

Die Duisport Rail GmbH sorgt für den Transport per Eisenbahn von und zu Standorten in einem Radius von 150 Kilometern rund um Duisburg. Julian Böcker: „Auf diese Weise können wir den Vor- und Nachlauf für Kunden, die unseren Hafen in Anspruch nehmen, selbst übernehmen. Diese Verbindungen dienen auch als Zubringer, über den zusätzliche Ladungen nach Duisburg geholt werden, sodass die zentrale HubFunktion des Hafens kontinuierlich ausgebaut wird.“ Eine weitere auffallende Aktivität ist das Geschäftssegement der Verpackungslogistik. Die Duisport Packing Logistics GmbH ist einer der Marktführer im Bereich der Industrie- und Exportverpackung für den Maschinenund Anlagenbau. Durch die enge Verzahnung mit der Duisburger Hafen AG entstehen erhebliche Synergieeffekte, die den Kunden maßgeschneiderte Lösungen aus einer Hand ermöglichen. Duisport Packing Logistics verfügt über weitere Niederlassungen in Deutschland, aber auch in China, Indien und Antwerpen. Das Unternehmen beschäftigt inzwischen 400 Mitarbeiter (von insgesamt rund 1000 in der Duisport-Gruppe).

Diese separaten Unternehmen können perfekt in der Gruppe zusammenarbeiten, und interessierten Unternehmen so einen full service anbieten.

Beispiel: Audi Und inzwischen hat der Hafen auch echte Erfolge vorzuweisen, bei denen er mit seinem umfassenden Dienstleistungsangebot und ausgedehnten Netzwerk namhafte Kunden gewinnen konnte. So hat der Automobilherstel-

ler Audi beschlossen, sein weltweit größter Komponentenlager auf dem logport II-Gelände in Duisburg anzusiedeln. Dabei geht es um das so genannte CKDGeschäft (Completely Knocked-Down), in dem Baugruppen für Werke im Ausland vorbereitet werden. Julian Böcker: „Die multimodalen Transportmöglichkeiten waren für Audi neben der verkehrsgünstigen Lage des neuen Standorts ein entscheidender Faktor, sich für Duisport zu entscheiden. Hinzu kommt unser Full-Service-Ansatz, in dem wir maßgeschneiderte Flächen und Immobilien mit flexiblen Transportund Serviceleistungen zusammenführen.“ Duisport hat speziell für diesen Hersteller in einen Logistikkomplex von 53.000 m2 investiert. Duisport bleibt Eigentümer des Gebäudes und vermietet es an die Logistikdienstleister von Audi, die Firma Schnellecke sowie Thimm Schertler Verpackungssysteme. Das Logistikzentrum verfügt über einen eigenen Bahnan-

“

Audi hat beschlossen, sein weltweit größtes Komponentenlager in Duisburg anzusiedeln”

schluss sowie einen direkten Zugang zum benachbarten Containerterminal, über das Züge mit Teilen aus Süddeutschland ankommen. Von dort gehen die Container für Empfänger in Übersee auf die Reise, sowohl per Binnenschiff als auch über die eigene Eisenbahnverbindung zum Antwerpener Gateway-Terminal, wo die größten Seeschiffe anlegen.

Inzwischen hat sich auch VW für ein CKD-Logistikzentrum in Duisburg entschieden, welches im April 2014 in Betrieb gehen wird. > Peter Ooms Log.ON 005 -

35

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page36

DOSSIER TRANSPORT ROUTIER ET CARBURANTS

La quête d'alternatives Vos Logistics est un des pionniers de l'utilisation des véhicules au gaz.

n L'Euregio Meuse-Rhin offre de nombreuses possibilités de subsides.

n Le programme TEN-T a été étendu aux technologies innovantes pour le transport. n Les nouvelles stations de distribution de gaz LNG peuvent recevoir des aides européennes. ien que le diesel reste le carburant le plus prisé des transporteurs routiers, il existe des alternatives. Certaines n'exigent pas beaucoup de moyens ; d'autres représentent des investissements colossaux. Aussi leur mise en service est-elle souvent liée aux subsides accordés par les autorités de la région concernée.

B

L'embrouillamini des subsides Cette politique de subsides est arrivée à un tournant.

Après la fin des programmes d'aide aux moteurs Euro 6, de Truck van de Toekomst (le camion de demain) et du projet Marco Polo, les soutiens publics se font tout à coup beaucoup moins nombreux. Ajoutons à cela qu'il n'existe pas de règle générale européenne. Chaque État membre est libre de lancer ses propres initiatives. Pis :

36 - Log.ON 005

on observe des différences importantes au sein même des États. Aux Pays-Bas, la politique de subsides varie d'une province à l'autre. En Belgique, Flandre et Wallonie n'appliquent pas les mêmes règles. Les länder allemands ne sont pas moins autonomes.

Et cela ne concerne pas seulement les carburants alternatifs ou les nouveaux modes de propulsion. Des subsides peuvent aussi favoriser une nouvelle approche logistique, le passage au transport multimodal (comme en Rhénanie du Nord-Westphalie), l'achat de véhicules silencieux, la réduction de l'entretien, l'entretien écologique, et bien d'autres.

Carburants alternatifs Par carburants alternatifs, nous entendons tous les carburants qu'un camion peut consommer au lieu du die-

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page37

Baetsen utilise son E-Truck pour le transport de conteneurs.

Cure roule au biogaz Cure, le service chargé d'enlever les déchets des communes d'Eindhoven, Valkenswaard et Geldrop-Mierlo, exploite déjà 11 véhicules roulant au biogaz. « Nous sommes fiers de voir circuler nos véhicules ‘verts’ sur les routes. Les camions s'inscrivent dans notre vision 'Afval Bestaat Niet' (les déchets n'existent pas). Nous menons une gestion durable des déchets », déclare Frans van Strijp, directeur de Cure.

Camion électrique chez Essers Cure (Eindhoven) utilise pour la collecte de détritus un E-Truck dont la chaîne cinématique est 100 % électrique, avec un range extender à hydrogène.

sel. Les plus connus sont le gaz naturel et le biogaz, identiques en termes d'utilisation. Le gaz naturel est un combustible fossile et le biogaz est son équivalent non fossile.

Parmi les biocarburants, on trouve notamment le biodiesel et l'huile végétale pure (HVP). Les camions peuvent les consommer sans modifications importantes. Le biodiesel est déjà mélangé au diesel ordinaire à raison de 5,5 % (directive européenne 2009/28/CE).

Il est également possible de recourir seulement en partie au gaz (gaz naturel, biogaz ou GPL) : tel est le but des installations dual fuel (bicarburant). Le camion reste essentiellement un véhicule diesel, mais à la combustion, une partie du diesel est remplacée par du gaz. Les autres solutions ont pour nom LPG, éthanol et DME.

Propulsions alternatives Plutôt qu'un carburant alternatif, le transporteur peut aussi envisager un mode de propulsion alternatif. Cela veut dire que le groupe propulseur classique cède la place à un groupe d'un autre type, par exemple assisté d'un moteur électrique avec sa batterie, un ensemble tout électrique, un système électrique alimenté par une pile à combustible, ou un moteur à l'hydrogène. Il est question de propulsion hybride (lorsque le moteur diesel subsiste) ou de vraie propulsion alternative.

Le camion hybride et le camion électrique présentent l'intérêt de récupérer l'énergie du freinage. Cet avantage est notamment exploité dans les systèmes start-stop.

Nouvelles technologies durables dans les transports : les subsides Votre organisation participe à des initiatives dans le domaine des technologies ou des infrastructures de transport respectueuses de l'environnement ? Dans ce

Après CityDepot, BASF teste aussi le camion électrique de H.Essers. Le 15 mars 2013, H.Essers a reçu les clés de son premier camion 100% électrique (e-truck) de EMOSS. Le camion a déjà été longuement testé par CityDepot à Hasselt, le premier centre de distribution urbaine de Flandre. « Nous sommes en train de voir avec CityDepot comment mobiliser structurellement l'e-truck pour contribuer à des livraisons neutres en CO2 à Hasselt et, à terme, dans d'autres villes flamandes. » Dans le cadre de sa politique de durabilité, BASF a manifesté son intention de lancer un projet expérimental avec le camion électrique. Écoutons Frank Verhulst, CEO du constructeur EMOSS : « Le véhicule de H.Essers est la preuve que le camion électrique est devenu une alternative à part entière pour nos clients qui distribuent des marchandises en milieu urbain ou écologiquement sensible. Ces entreprises sont prêtes à réduire leur impact environnemental sans compromettre leur service. Le principal argument en termes de coût total de propriété est l'efficience de ce mode de propulsion. Le moteur entraîne l'essieu arrière sans boîte de vitesses interposée. »

Surcoût Pour compenser un prix d'achat plus important, il faut que le carburant coûte moins cher que le diesel du camion traditionnel.

Voici l'estimation de ce surcoût annuel par rapport à un camion diesel : - 3000 EUR pour un camion électrique de 3,5 tonnes dans la distribution en maillage fin - 6300 EUR pour un camion hybride de 3,5 tonnes dans la distribution en maillage fin - 5900 EUR pour un camion hybride de 18 tonnes dans la distribution en maillage fin - 6500 EUR pour un camion hybride de 18 tonnes dans la distribution urbaine - 3600 EUR pour un camion au CNG dans le transport régional - 2600 EUR pour un camion LNG dans le transport national - 4500 EUR pour un camion bicarburant dans le transport national - 3500 EUR pour un camion bicarburant dans le transport international

“

Le ministre allemand Ramsauer a promis aux professionnels un tarif Maut spécial pour les camions Euro 6.

Log.ON 005 -

37

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page38

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page39

DOSSIER TRANSPORT ROUTIER ET CARBURANTS

Comparaison des véhicules roulant aux carburants alternatifs CARBURANT

CRITÈRES FINANCIERS

PRIX D'ACHAT

ENVIRONNEMENT

BIODIESEL

• Carburant cher • Frais d'entretien plus importants (x2) • Valeur résiduelle moyenne

Marginalement plus cher

• Bruit moyen • Plus propre sauf NOx • 83 % d'émissions de CO2 en moins

ÉTHANOL

• Carburant cher • Frais d'entretien normaux • Prix d'achat moyen • Mauvaise valeur résiduelle

Marginalement plus cher

• Bruit moyen • Plus propre • 71 % d'émissions de CO2 en moins

CNG

• Carburant peu coûteux • Frais d'entretien normaux • Mauvaise valeur résiduelle

25.000 à 50.000 EUR plus cher

• Véhicule plus silencieux • Un peu plus propre • 10 % d'émissions de CO2 en moins • Avec biogaz, 73 % d'émissions de CO2 en moins

LNG

• Carburant peu coûteux • Frais d'entretien normaux • Mauvaise valeur résiduelle

30.000 à 60.000 EUR plus cher

• Véhicule plus silencieux • Un peu plus propre • 10 % d'émissions de CO2 en moins • Avec biogaz, 73 % d'émissions de CO2 en moins

10.000 à 50.000 EUR plus cher

• Bruit moyen • Un peu plus propre • Moins d'émissions de CO2

BICARBURANT • Carburant peu coûteux avec GNC • Diesel cher • Frais d'entretien normaux GPL

• Carburant peu coûteux • Frais d'entretien plus importants • Mauvaise valeur résiduelle

5.000 à 10.000 EUR plus cher

• Véhicule plus silencieux • Plus propre • 10 % d'émissions de CO2 en moins

ÉLECTRICITÉ

• Électricité bon marché • Frais d'entretien normaux • Bonne valeur résiduelle

1,5 à 2 fois plus cher

• Véhicule plus silencieux • Plus propre • Moins d'émissions de CO2 (pas d'émissions locales, mais émissions à la production)

HYBRIDE

• Électricité bon marché • Frais d'entretien normaux • Consommation inférieure • Bonne valeur résiduelle

25.000 à 55.000 EUR plus cher

• Bruit moyen • Plus propre • Moins d'émissions de CO2

HYDROGÈNE

• Carburant plus cher que sur véhicule électrique • Frais d'entretien plus importants • Mauvaise valeur résiduelle

Jusqu'à 4 fois plus cher

• Véhicule plus silencieux • Plus propre • Moins d'émissions de CO2 (pas d'émissions locales, mais émissions à la production d'hydrogène)

DIESEL SYNTHÉTIQUE

• Carburant cher • Frais d'entretien normaux • Prix d'achat moyen • Valeur résiduelle moyenne

Comparable

• Bruit moyen • Plus propre • Pas de réduction du CO2

cas, le programme européen TEN-T vous intéressera peut-être. S'il ciblait initialement le financement de grands projets d'infrastructure, le programme s'est étendu aux innovations dans les technologies de transport. Par cette initiative, la Commission européenne veut encourager les projets qui contribuent à un réseau de transport durable en Europe.

Outre les investissements dans les infrastructures routières, la navigation intérieure et le rail, des projets visent le recours aux carburants alternatifs, les réseaux de transport électrique, les installations de stockage (terrestres et embarquées) du LNG, du CNG et des biocarburants, l'ICT et les interfaces des infrastructures pour véhicules, les nouvelles technologies de réduction du bruit, ou encore les technologies qui favorisent la sécurité routière et la fiabilité des réseaux infrastructurels.

Les expériences portant sur ces technologies, de préférence en conditions réelles, ouvrent la voie à une aide financière du programme TEN-T. Condition importante pour bénéficier des subsides TEN-T : le projet doit avoir

“

L'intervention de consultants Flanders Logistics dans les entreprises donne des résultats prometteurs.”

un impact européen, présenter un potentiel de déploiement international ou comporter un pilote sur longues distances. Les projets doivent aussi être achevés pour fin Log.ON 005 -

39

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page40

DOSSIER TRANSPORT ROUTIER ET CARBURANTS

Sites Internet recommandés - www.agentschapondernemen.be/ themas/ecologiepremie - www.rvo.nl/subsidies-regelingen/ mia-en-vamil - www.belastingsdienst.nl - www.fiscale-subsidies.nl - www.rijksfinancien.nl - www.europarl.europa.eu - www.vlaamsparlement.be - www.ecologic.eu/de - www.econstor.eu - www.umweltbundesamt.de

Le camion électrique Essers est notamment utilisé par le projet CityDepot de Hasselt.

2015. Ces subsides peuvent représenter 10 à 50 % du montant de l'investissement.

Le gouvernement néerlandais est en train d'examiner s'il peut consacrer le solde de la cagnotte accordée aux camions Euro 6 afin de continuer à soutenir ces projets innovants en 2014. La partie résiduelle des 39 millions d'euros de subsides servirait alors à encourager l'achat de camions utilisant des carburants propres comme le LNG, le CNG, l'hydrogène ou l'électricité. Les Pays-Bas étudient aussi la possibilité de subsidier une sorte de prime à la casse ou à l'exportation pour accélérer le remplacement des camions Euro 3 par leurs homologues Euro 6.

En Belgique et alentours Le premier point de distribution de biogaz est opérationnel à Eindhoven. Il se trouve sous l'enseigne Avia, Rooijakkerstraat 12 à Eindhoven. C'est une des stations de Vollenhoven Olie, non loin de l'A2.

Les transporteurs belges qui exploitent des véhicules au LNG peuvent prétendre à un subside européen. La prime

DE n In der Euregio Maas-Rhein gibt es verschiedene Subventionsformen. n Europäisches TEN-T-Programm wurde um innovative Transporttechnologien erweitert. n Europäische Subventionen für neue LNG-Tankstellen möglich.

NL

>

www.logon-euregio.com

n Er zijn veel verschillende subsidiemogelijkheden in de Euregio Maas-Rijn. n Het Europese TEN-T programma is uitgebreid naar innovatieve transporttechnologieën. n Nieuw LNG-tankstations kunnen Europese subsidies krijgen.

40 - Log.ON 005

sera accordée en Belgique et dans les douze autres États membres qui prennent part au projet LNG Blue Corridors. Celui-ci a pour but de rembourser la moitié du surcoût que représente l'achat d'un camion au LNG (ou sa conversion au LNG). Le montant du subside n'est pas encore fixé, mais pour l'entreprise de transport qui remplit toutes les conditions, la somme dépassera les 10.000 EUR, soit environ la moitié de la différence entre le prix d'achat d'un camion LNG et celui d'un diesel équivalent. La prime sera octroyée par l'exploitant des stations de LNG. En Belgique, il s'agit de Drive Systems.

L'exploitant décidera quels transporteurs pourront bénéficier de la prime et pour combien d'unités. Il n'existe pas de nombre minimum de camions par transporteur.

Chaque station LNG construite dans l'Union européenne pourra distribuer le même nombre de primes, celles-ci étant réparties proportionnellement entre les États membres. En Belgique comme aux Pays-Bas, la grande distribution sera sans doute un des premiers secteurs impliqués.

Le ministre allemand Ramsauer a promis aux professionnels un tarif Maut spécial pour les camions Euro 6, plus favorable que pour les autres catégories d'émissions.

L'intervention de consultants Flanders Logistics dans les entreprises donne des résultats prometteurs. Ils génèrent un potentiel d'économie de 8 % en moyenne sur les coûts logistiques et une réduction de 9 % des émissions de CO2. Cela se traduit par un bénéfice de plus de 6 millions EUR pour les entreprises participantes actuelles, avec une baisse de 2600 tonnes des émissions de CO2.

On dénombre déjà 70 projets achevés.

Les entreprises transposent rapidement dans la pratique les conseils reçus. Pour 2020, la Flandre entend être la région d'Europe la plus avancée en termes de logistique intelligente et durable. Cette ambition est au cœur de Vlaanderen In Actie. Pour devenir une région logistique de premier plan, la Flandre doit mettre sur pied un système de transport intelligent, durable, multimodal et intégré. > Hendrik De Spiegelaere

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page41

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page42

CARTE BLANCHE

Limburg biedt ruimte voor logistiek n Belgisch Limburg heeft 500 ha bedrijventerreinen geschikt voor logistieke activiteiten.

Ivo Marechal, voorzitter Logistiek Platform Limburg.

n Logistiek Platform Limburg voert campagne om logistieke opleidingen en jobs te promoten.

n De logistieke sector kent een sterke groei, ondanks de crisis.

imburg beschikt over heel wat sterke troeven voor de verdere ontplooiing van logistieke activiteiten in de regio. Eén van de belangrijkste troeven is het grote aanbod aan ruimte om te ondernemen. Met een reserve van in totaal meer dan 1.000 ha aan zeer competitief geprijsde bedrijventerreinen onderscheidt Limburg zich van omliggende regio’s. Bovendien onderzoekt het Limburgse provinciebestuur via de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg constant nieuwe mogelijkheden om bedrijven te huisvesten. Extra aandacht gaat daarbij uit naar het duurzame karakter van deze terreinen en de multimodale ontsluiting, waarbij vooral het Albertkanaal een belangrijke functie vervult.

Grote logistieke bedrijven zoals Stanley Black & Decker en Nike beslisten reeds om hier te investeren. Mede daardoor zal het aantal m² warehouses in Limburg tegen 2016 met 20% stijgen ten opzichte van 2010. Ondanks de economische crisis is de omzet in de logistieke sector in Limburg tussen 2010 en 2012 met 7,6% gegroeid.

Evenredig met deze groei neemt ook de behoefte aan goed opgeleide logistieke werkkrachten toe.

Daarom startte het Logistiek Platform Limburg, een koepelorganisatie met vertegenwoordigers van logistieke bedrijven, beleid en onderwijs, vorig jaar met de promotiecampagne ‘Er zit Muziek in Logistiek’. Op die DE manier willen we jongeren en werkzoekenden enthousiasmeren voor een logistieke opleiding of beroep. n Das belgische Limburg bietet 500ha Tegelijkertijd worden initiatieven genomen om het provinBetriebsgelände für Logistiktätigkeiten. ciale opleidingsaanbod en de Limburgse arbeidsmarkt n Logistiek Platform Limburg führt Kampagne nog beter af te stemmen op de noden van de logistieke für Ausbildungen und Arbeitsplätze. n Der Logistiksektor hat trotz der Krise ein sector. starkes Wachstum zu verzeichnen.

Om de verdere uitbouw van logistieke activiteiten te realiseren, werkt het Logistiek Platform Limburg nauw samen met ‘Locate In Limburg’ op het vlak van acquisi> www.logon-euregio.com tie. Het aantrekken van bijkomende goederenstromen en FR logistieke activiteiten met toegevoegde waarde zal in belangrijke mate bijdragen aan de economische toen Le Limbourg belge a aménagé 500 ha komst van Limburg. Door gerichte acties op het vlak van de terrain pour des activités logistiques. acquisitie, internationalisering, arbeidsmarkt, logistieke n Logistiek Platform Limburg mène une campagne pour promouvoir les formations infrastructuur en het bundelen van goederenstromen et les emplois logistiques. vervult het Logistiek Platform Limburg een centrale rol in n Malgré la crise, le secteur logistique de versterking van de logistieke sector binnen het econoconnaît une croissance vigoureuse. > misch weefsel in Limburg.

L

“

Grote logistieke bedrijven zoals Stanley Black & Decker en Nike beslisten al om hier te investeren.”

42 - Log.ON 005

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page43

LOG005_redac_flash_p01-44 18/02/14 16:23 Page44