Logon 007 by MMM Business Media

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page1

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4099 Awans BC 30805

#007 août - septembre - octobre 2014

MMM Business Media & co – Périodique trimestriel d’information – Prix : 13 EUR – Bureau de dépôt : Awans – P915755

www.logon-euregio.com

Staro Trans : un service complet

Infra Teststandorte für Galileo

Trend The Locator: Site voor bedrijfsvastgoed in de Euregio Maas-Rijn

Dossier Nog ruime marge voor modal shift in Limburg

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page2

40 Dossier Binnenvaart Er is nog een ruime marge voor een modal shift in Limburg: bij een dertigtal bedrijven kunnen 50.000 TEU per jaar van de truck naar het binnenschip worden overgebracht.

22 3PL – Group Gheys Het familiebedrijf maakte van de logistiek voor de petrochemie zijn kerncompetentie.

34 INFRA – Wessem Port Services Nieuwe kunstmestterminals in de haven van Stein.

32 INFRA - Lanaye et Ivoz-Ramet L’importance des nouvelles écluses dépasse le niveau local : elles s’inscrivent dans les corridors européens.

20 3PL – Hammer 103.000 m²: das neue Lager in Bedburg vergrößert mit einem Schlag die Lagerkapazität erheblich.

2 - Log.ON 007

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page3

Sommaire / Inhoud / Inhalt

Edito

04 n TREND

04 News 10 L’Euregio et les pays plus lointains 13 The Locator

16 n 3PL

Jean-Marie Becker

NL Per schip naar de Euregio Group Gheys, Hammer, Wessem Port Services en andere bedrijven uit de Euregio Maas-Rijn hebben hun logistieke activiteiten al lang opgebouwd rond binnenvaart. Scania Parts Logistics en enkele andere grote verladers uit Belgische en Nederlands Limburg willen nu starten met een pilootproject om goederenstromen over te brengen van de truck naar het binnenschip. Deze bedrijven komen allemaal aan bod in verschillende artikels in deze Log.ON. Het is een teken dat logistieke dienstverleners en industriële bedrijven hun toekomst bouwen op het potentieel van de Rijn, de Maas en het Albertkanaal. De ontwikkeling van die modus is meestal positief. Toch blijft voorzichtigheid geboden. De problemen voor de binnenvaart in Rotterdam tonen aan dat een al te snelle expansie uit den boze is. De groei moet geleidelijk gebeuren zodat alle spelers in de keten kunnen volgen.

16 Staro Trans : la polyvalence au coeur de l’Euregio 18 Thijs Logistiek: fijnmazige distributie in de Benelux 20 Hammer : 103.000 m² neues Lager 22 Group Gheys: logistiek van kunststofkorrels

24 n SHIPPERS

24 Industriebetriebe bieten Logistikdienste an 28 La qualité comme service principal

30 n INFRA

30 News 32 Du Rhin à Namur en 4.500 tonnes 34 Nieuwe kunstmestterminals in de haven van Stein (WPS) 36 Teststandorte für Galileo

40 n DOSSIER

Nog ruime marge voor modal shift in Limburg

42 n CARTE BLANCHE

Mit dem Schiff in die Euregio Gheys, Hammer, Wessem Port Services und andere Unternehmen aus der Euregio Maas-Rhein strukturieren ihre Logistiktätigkeiten schon seit Langem rund um die Binnenschifffahrt. Scania Parts Logistics und einige weitere große Verlader aus dem belgischen und niederländischen Limburg wollen nun mit einem Pilotprojekt beginnen, um Güterströme vom LKW aufs Binnenschiff zu verlagern. Alle diese Unternehmen kommen in verschiedenen Artikeln dieser Ausgabe von Log.ON zur Sprache. Es ist ein Zeichen dafür, dass Logistikdienstleister und Industriebetriebe für ihre Zukunft auf das Potenzial von Rhein, Maas und Albertkanal bauen. Die Entwicklung dieses Verkehrsträgers ist größtenteils positiv. Dennoch ist Vorsicht geboten. Die Probleme der Binnenschifffahrt in Rotterdam zeigen, dass eine allzu schnelle Expansion nicht gut ist. Das Wachstum muss nach und nach erfolgen, sodass alle Akteure in der Kette Schritt halten können.

Logistik 4.0 gleich Industrie 4.0? Prof. Dr. Volker Stich

> www.logon-euregio.com - Via de QR-codes naast elk artikel komt u bij de vertaling van uw keuze op www.logon-euregio.com - Über die QR-Codes bei jedem Artikel gelangen Sie zur Übersetzung Ihrer Wahl auf www.logon-euregio.com - Via les QR-codes qui accompagnent chaque article, vous trouverez la traduction de votre choix sur www.logon-euregio.com

EDITORIAL TEAM Editorial Director: Claude Yvens (cyvens@mmm.be) Team: Peter Ooms (Final Editor), Astrid Huyghe, Luc Weyens, Thomas Kreft, Ferdi den Bakker, Comité de rédaction: Pascal Swinkels (ELC Limburg), Johan Grutman (POM Limburg), Kristel Cielen (POM Limburg), Benjamin Haag (IHK Aachen), Bernard Piette (LIW), Jean-Marie Becker (MMM), Hervé Lilien (MMM), Claude Yvens (Truck & Business, Peter Ooms (Log.On)

SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Key Account Manager: William Fabry (wfabry@logon-euregio.com) Sales Assistant: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be) Marketing Coordinator: Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) PRODUCTION Production Manager: Sonia Counet EDITOR CEO: Jean-Marie Becker Managing Director: Hervé Lilien PRICE : 47 EUR - 1 year

MMM BUSINESS MEDIA & co sa/nv Complexe Arrobas - Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: +32 (0)4 387 87 87 - Fax: +32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

FR Développer le transport fluvial dans l’Euregio Le Groupe Gheys, Hammer, Wessem Port Services et d’autres entreprises de l’Euregio Meuse-Rhin ont depuis longtemps déjà articulé leurs activités logistiques autour de la navigation intérieure. Scania Parts Logistics et plusieurs grands expéditeurs implantés dans le Limbourg belge et néerlandais veulent à présent lancer un projet pilote de transfert modal, dans le cadre duquel les marchandises ne seraient plus transportées par route mais par voie fluviale. Ces entreprises sont toutes présentées dans divers articles de ce Log.ON. Il faut voir dans ce projet un signe attestant que les prestataires logistiques et les entreprises industrielles croient au potentiel du Rhin, de la Meuse et du canal Albert et bâtissent leur avenir sur cette conviction. Le développement de ce mode de transport est généralement positif, mais la prudence reste de mise. Les problèmes de navigation intérieure observés à Rotterdam démontrent en effet qu’une expansion trop rapide est exclue. La croissance doit être progressive, afin que tous les intervenants de la chaîne puissent s’adapter.

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page4

NEWS

Prologis bouwt nieuw distributiecentrum in Trade Port Noord, Venlo

Investering in multifunctionele trailers

Prologis kondigde aan dat Prologis Park Venlo wordt uitgebreid met DC6: een nieuw distributiecentrum van 36.000 m² in Trade Port Noord (TPN). Het distributiecentrum krijgt een hoogte van 12,2 meter, LED verlichting en een BREEAM duurzaamheidscertificaat van ' very good' en zal begin 2015 Op dit moment is Prologis eigenaar van vijf volledig beschikbaar zijn voor ververhuurde distributiecentra van in totaal 156.000 m2 in huur. De faciliteit kan mogePrologis Park Venlo lijk worden uitgebreid tot meer dan 70.000 m². Met de bouw van Venlo DC6 breidt Prologis de portefeuille in Venlo uit. Op dit moment is Prologis eigenaar van vijf volledig verhuurde distributiecentra van in totaal 156.000 m2 in Prologis Park Venlo. “Op dit moment is de beschikbaarheid van grote, moderne distributiecentra schaars. Niet alleen in Venlo, maar in heel Zuid-Nederland. Het beperkte aanbod, de hoge bezettingsgraad en stijgende huurprijzen in Venlo, hebben ons het vertrouwen gegeven om deze ontwikkeling op risico te realiseren”, aldus Bram Verhoeven, senior vice president & country manager Prologis Benelux. >

Gehlen Schols Logistics heeft afgelopen week de eerste serie van in totaal 10 stuks nieuwe Kögel schuifzeilentrailers geleverd gekregen. Technisch directeur Elmar Gehlen: “Om zo flexibel mogelijk in te kunnen blijven spelen op de uiteenlopende wensen van onze opdrachtgevers én om onze doelstellingen op het gebied van Lean and Green verder vorm te geven waren wij op zoek naar multifunctionele schuifzeilentrailers: Mega-trailers met een inwendige hoogte van 3 meter, in Huckepack uitvoering, met versterkte vloeren voorzien van Joloda combirails voor papiertransporten én met de mogelijkheid rijplaten aan de achterzijde te bevestigen voor het laden en lossen van zelfrijdende machines. Kögel Benelux bleek de juiste partner om deze trailers voor ons te construeren. Deze nieuwe trailers zijn breed inzetbaar in de verschillende industriële sectoren waarin wij actief zijn. Door deze uitbreiding van onze vloot trailers zijn wij ook in staat om onze dagelijkse intermodale diensten van en naar Zuid Duitsland verder uit te breiden.” >

Nos partenaires - Onze partners - Unsere Partner

Agenda 2014

02-03/10/2014

30/10/2014

Lieu : Liege Airport - Building 50 (à côté du Terminal passagers) - 4460 Grâce-Hollogne

Locatie: Hof van Gaia, Kerkrade

CONFÉRENCE BENELUX LOGISTIQUE : UNE LONGUEUR D'AVANCE SUR L’EUROPE Organisation: Logistics in Wallonia

LOGISTIEKE DAG LIMBURG 2014(NL) Organisatie : ELC Limburg en TLN in samenwerking met o.a. Provincie Limburg, Kamer van Koophandel en EVO

14-15/10/2014

30/10/2014

Lieu : Passage 44, Bruxelles

Locatie: Maastricht Aachen Airport

EUROPEAN FORUM OF LOGISIC CLUSTERS

ONDERNEMERSEVEMENT: ESCLUSIEF BEDRIJFSBEZOEK AAN DE LUCHTHAVEN VOOR ONDERNEMERS UIT NEDERLAND, BELGIË EN DUITSLAND).

Organisation: Logistics in Wallonia

16/10/2014 ->

8h30-18h30

Manoir du Capitaine à 7181 Feluy (Hainaut)

15ème JCAL - QUELLES STRATÉGIES D'INNOVATION POUR LES ACHATS ET LA SUPPLY CHAIN? Organisation : Abcal

Organisatie: De Nederlands-Duitse Handelskamer

21/11/2014 ->

12h00

Lieu : Château de Colonster

CONFÉRENCE : VERS UN TRANSPORT AÉRIEN PLUS ÉCOLOGIQUE ET PLUS ÉCONOMIQUE Organisation : LIW & Liège Créative

4 - Log.ON 007

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page5

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page6

NEWS

Hintzen Logistik kauft einen E-Truck der 5. Generation

Dieser E-Truck-Lkw ergänzt eine Reihe von Maßnahmen, die von Hintzen Logistik zur Verbesserung der Umweltbilanz ergriffen wurden.

Die deutsche Spedition Hintzen Logistik (Eschweiler) nahm die Schlüssel ihres ersten 100 % elektrischen Lkw in Empfang. Das auf einem DAF CF basierende Fahrzeug wurde bei E-Trucks in Lommel umgebaut. Es verfügt über einen Elektromotor mit 150 kW und bietet eine Reichweite von 150 km. Völlig ausreichend, denn Hintzen möchte den Lkw für Lieferungen in Aachen und der Region einsetzen. Die Batterien müssen erst nach einem sechs- bis achtstündigen Einsatz wieder aufgeladen werden. Da es sich auch um ein Forschungsprojekt handelt (teilweise aus EU-Mitteln finanziert), werden die ersten Monate dazu dienen, die idealen Auf- und Entladephasen für eine optimierte Lebensdauer der Batterien zu bestimmen. Dieser E-Trucks-Lkw ergänzt eine Reihe von Maßnahmen, die von Hintzen Logistik zur Verbesserung der Umweltbilanz ergriffen wurden. Dadurch konnten seit 2012 die CO2-Emissionen jährlich um 73 Tonnen gesenkt werden. >

Nouveau président de l’Euregio Meuse-Rhin Suite aux élections de mai, la Communauté germanophone (DG) a un nouveau Ministre-Président en la personne l’Oliver Paasch, qui sera donc également le nouveau président du Comité directeur de l’EMR. Oliver Paasch, juriste âgé de 42 ans, faisait déjà

depuis 2004 partie du gouvernement de la DG en tant que ministre de l’enseignement. Le MinistrePrésident sortant Karl-Heinz Lambertz assume actuellement la fonction de président du parlement de la DG. >

We love logistics FR

www.logon-euregio.com

Op 18 september lanceerde het Sector Servicepunt Logistiek in samenwerking met ELC Limburg en Provincie Limburg een regionale campagne, We love logistics, ter promotie van de sector Transport en Logistiek in Limburg. Met deze campagne willen de initiatiefnemers de logistieke sector bij scholieren positief onder de aandacht brengen om instroom te bevorderen. Ondanks de talrijke loopbaanmogelijkheden binnen de sector, dreigt er de komende vijf jaar een groot tekort aan personeel te ontstaan, van zowel laag- als hoogopgeleiden. Voor logistieke professionals is het daarom van belang om nú toekomstige potentiële medewerkers te laten zien dat de logistiek een onmisbare en dynamische sector is met veel ontwikkelingsmogelijkheden. De campagne ‘We Love Logistics” laat de jeugd op een positieve en laagdrempelige manier kennis maken met de logistiek. Scholieren kunnen een FeestDJ winnen door een filmpje of stopmotion te maken waarom zij onmisbaar zijn voor de logistiek en deze plaatsen op Instagram. Met deze campagne wordt het vervolg gerealiseerd van de eerder geïnitieerde actie van gastlessen en bedrijfsbezoeken door logistieke ambassadeurs voor middelbare scholieren. >

Smart Logistics Centre Venlo van start

www.logon-euregio.com

6 - Log.ON 007

Op 11 juli werd in Horst het meerjarige Actieprogramma Logistiek Noord-Limburg gepresenteerd. Het Actieprogramma is een ondernemersgedreven programma dat inzet op het versterken van de regio Noord-Limburg tot een Europese logistieke topregio. Tijdens de bijeenkomst is bekend gemaakt dat het Actieprogramma verder gaat onder de naam: SMART Logistics Centre Venlo, met als ondertitel your connection to European Business. Bovendien heeft ‘het bestuur in oprichting’ zichzelf voorgesteld. Het Actieprogramma is in samenwerking met circa 55 stakeholders, voornamelijk logistieke ondernemers tot stand gekomen. Het is daarmee een ondernemersgedreven, meerjarig programma dat naast ambitie en visie vooral een overzicht geeft van de concrete projecten waarmee de regio onder sturing van het bestuur in de komende periode aan de slag gaat. Het programma is opgebouwd langs vier bouwstenen. De eerste bouwsteen is infrastructuur. Prioriteit is het realiseren van een optimale trimodale infrastructurele ontsluiting van het logistiek knooppunt Venlo-Venray op de corridor Antwerpen/Rotterdam-Duitse achterland. Op het gebied van arbeidsmarkt & onderwijs is een concurrerende arbeidsmarkt met voldoende, goed opgeleide arbeidskrachten op alle niveaus de prioriteit. Het positioneren van de regio Noord-Limburg als een Europese logistieke topregio is de doelstelling voor de bouwsteen acquisitie, PR & branding. De vierde bouwsteen is innovatie. In deze bouwsteen is er voor gekozen om de bedrijven in de regio te versterken door het optuigen van innovatieve projecten in vier themalijnen. Het zijn vier thema’s waar de regio veel kansen heeft om door te groeien: Smart Hub, Conditioned & Controled logistics, E-fulfilment Centre en Sustainable Hub . >

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page7

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page8

NEWS

Liège Logistics : TTS construit un entrepôt de 15.000 m2 La société de transport et logistique TTS disposera bientôt d' un nouveau hall de stockage. Celui-ci est en train d' être construit sur son site principal de Liège Logistics - Grâce-Hollogne. Le futur hall D4 (visible sur le plan ci-dessous, dans le prolongement du hall C3) est destiné à accueillir des marchandises du secteur alimentaire. Ce nouvel entrepôt s' étendra sur 15.000 m², ce qui portera à 41.000 m² la superficie totale d’entreposage de TTS. En construction depuis juin, le hall devrait être opérationnel fin octobre. >

Ce nouvel entrepôt de TTS s' étendra sur 15.000 m².

8 - Log.ON 007

Skechers Milmort : 25.000 m2 de plus Le siège américain de Skechers a annoncé qu'il allait agrandir son EDC de Milmort en y ajoutant 25.000 m2. L'entrepôt s'étendra ainsi sur une superficie totale de 70.000 m2. "L'extension est le résultat de notre croissance incroyable en Europe. Nous constatons que cette croissance peut se poursuivre et nous agrandissons l'EDC pour répondre à l'augmentation continue de la demande pour nos produits", a déclaré David Weinberg, COO et CFO de Skechers. En ce moment, un grand projet d'automatisation est également en cours à Milmort, un projet qui devrait être concrétisé à la fin 2014. >

Gekoelde deelladingen naar het Midden-Oosten (H.Essers) H.Essers is in september gestart met een rechtstreekse temperatuur gecontroleerde groupagedienst voor farmaceutische en healthcare producten. Samen met andere dienstverleners biedt het bedrijf al jaren temperatuur gecontroleerde oplossingen voor volle vrachten via de weg, maar vanaf nu dus ook een volledige cold chain oplossing voor zowel deelpartijen als groupagevrachten. Hiermee creeërt het een alternatief voor de farma en healthcare industrie, die tot nu toe hiervoor enkel beroep kon doen op de luchtvracht of op FTL in het wegtransport. H.Essers organiseert voortaan wekelijkse vertrekken vanuit Europa via het farma gecertificeerd crossdock in Bucharest waar de vrachten geconsolideerd worden en vandaar uit verder “on wheels” geleverd worden op de eindbestemming. In een eerste fase gaat het vooral naar de STAN-landen zoals Oezbekistan, Azerbeidzjan, Armenië, Georgië, Kazachstan, Turkmenistan en Tajiskistan. Vanaf december wordt dit aanbod uitgebreid naar verschillende landen in het Midden-Oosten, gaande van Jordanië tot Qatar. >

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page9

Erster ‚Sicherheitstag’ bei Offergeld ein Erfolg Ein kleiner Überschlag? Hier erfährt man, weshalb man nie auf den Sicherheitsgurt verzichten darf!

Zum ersten Mal organisierte Offergeld Logistik am Samstag, den 28. Juni einen ‚Sicherheitstag‘ am Hauptsitz in Würselen. Ziel der Geschäftsleitung: Fahrer und Personal für kleine Handlungen sensibilisieren, die große Auswirkungen auf die Verkehrssicherheit haben. In Zusammenarbeit mit einem Team der BG Verkehr standen drei Demos und didaktisches Filmmaterial zur Verfügung: - ein Fahrsimulator für Sicherheitsabstand und Reflexgeschwindigkeit, - ein Simulator für Frontalaufprall mit Messung der Haltekraft des Sicherheitsgurts, - ein Überschlagsimulator, der die Unverzichtbarkeit des Sicherheitsgurts deutlich macht. Laut Statistik der BG Verkehr tragen nur 60 % der Fahrer ihren Sicherheitsgurt, und die Zahl ist nachts noch niedriger. Nach dieser erfolgreichen Premiere möchte Brigitte OffergeldRehder, Geschäftsführerin von Offergeld Logistik, diese Veranstaltungen auch für die anderen Standorte der Gruppe wiederholen. >

Neuzugang auf Avantis: DocMorris verlagert Firmensitz

„Wir sind davon überzeugt, mit Avantis einen Standort zu haben, der uns die idealen Rahmenbedingung en für unser weiteres Wachstum bietet“, erklärte Olaf Heinrich, Vorstandsvorsitzen der von DocMorris.

Die Versandapotheke „DocMorris“ wird sich im deutsch-niederländischen Gewerbegebiet Avantis ansiedeln. Auf einer Fläche von 30.000 Quadratmetern sollen der Verwaltungssitz und das Logistikzentrum des niederländischen Unternehmens entstehen. Zudem hat sich DocMorris eine Option auf weitere 5.000 Quadratmeter gesichert. „Wir freuen uns sehr, dass nach jahrelangen Gesprächen die Ansiedlung von DocMorris auf Avantis geklappt hat. Uns geht es um den Erhalt der Arbeitsplätze für die Region und darum, dass durch die Expansionspläne des Unternehmens die Aussicht besteht, dass weitere Menschen dort beschäftigt werden können“, erklärte Aachens Oberbürgermeister Marcel Philipp. Das Unternehmen beschäftigt am bisherigen Firmensitz in Heerlen derzeit 430 Mitarbeiter. >

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page10

TREND

L'Euregio et les pays plus lo n Les contacts avec l'étranger font partie de la mission explicite de Logistics in Wallonia

n Chaque CCI (il y en a 80) se voit affecter un

Locate in Limburg accorde une attention particulière à l'Allemagne. Assez étrangement, il apparaît que les entreprises limbourgeoises entretiennent peu de contacts avec ce marché d'envergure (sur la photo, le Reichstag de Berlin).

certain nombre de pays comme objectif d'exportation

n La logistique est le secteur qui doit venir en soutien des autres branches es contacts avec l'étranger font partie de la mission explicite de la plate-forme Logistics in Wallonia (LIW). « À l'étranger, nous assurons la promotion de la Wallonie comme site d'implantation d'activités logistiques. Pour faire connaître la région, nous utilisons différents canaux de communication. Nous recourons d'abord à une série de documents, comme la brochure Set up your logistics in Wallonia. Ensuite, nous participons régulièrement aux salons internationaux, parfois dans le cadre d'un stand collectif qui offre l'opportunité à nos membres de se présenter », déclare Bernard Piette, manager de LIW. LIW collabore étroitement avec l'Awex, l'agence wallonne à l'exportation et aux investissements, qui accompagne les entreprises désireuses de s'implanter en Wallonie dans leurs démarches. Les activités de LIW, quant à elles, sont plutôt axées sur l'identification des entreprises étrangères qui envisagent de venir s'établir dans la région. C'est ensuite l'Awex qui prend le relais pour accompagner la suite du parcours. Bernard Piette : « Dans ce cadre, nous ciblons spécifiquement une série de pays qui nous paraissent extrêmement prometteurs : la Chine, l'Inde, la Turquie et depuis peu les États-Unis. Les USA nous intéressent spécifiquement dans le cadre du projet BioLog, au travers duquel nous visons la fourniture de services logistiques au bénéfice des sciences

“

Diverses études révèlent que 84% des investissements chinois à l'étranger se concentrent sur l'Asie.”

Bernard Piette, manager de LIW de la vie. L'Inde s'inscrit dans la même démarche, en tant que producteur de médicaments génériques. Après avoir conclu le rachat de filiales d'Exxon Mobil et Owens Corning, ce pays est d'ores et déjà un investisseur important en Wallonie. » La Chine reste un cas à part. « Tous les pays occidentaux cherchent à attirer les investissements chinois, mais en fin de compte, très peu se concrétisent. Diverses études révèlent que 84% des investissements

10 - Log.ON 007

chinois à l'étranger se concentrent sur l'Asie. En Europe ou en Amérique, ces investissements restent proportionnellement très faibles et la concurrence fait donc rage pour accaparer une fraction somme toute fort modeste des budgets chinois. »

Une collaboration avec la province ELC-Limburg n'est pas chargée de cette mission stratégique de persuader des investisseurs étrangers de venir s'établir dans le Limbourg. La plate-forme s'attache plutôt à renforcer son propre réseau et à stimuler la force de persuasion des entreprises locales. Cette tâche inclut également des contacts dans les pays voisins, essentiellement au sein de l'Euregio Meuse-Rhin. « Pour le reste, nous participons tous les deux ans au salon Transport & Logistics de Munich et nous partons régulièrement en voyage avec certains membres pour collecter des informations factuelles sur place. Ces derniers temps, nous nous sommes ainsi rendus à Barcelone, Moscou, Istanbul et Kiev. Ce sont d'autres organisations propres à la province du Limbourg qui se chargent de convaincre les entreprises étrangères de venir ici. Dans ce contexte, la province cible surtout l'Allemagne et la Chine. Nous entretenons également d'excellents liens avec Industriebank LIOF et Connect Limburg, mieux placés pour nouer ce genre de contacts », explique Pascal Swinkels, secrétaire d'ELC-Limburg.

Focus sur l'Indonésie, le Mexique et la Hongrie Les activités logistiques de la Chambre de commerce et d'industrie d'Aix-la-Chapelle se concrétisent notamment au travers du projet EuregioLog, mais ce sont d'autres départements qui assurent la responsabilité des

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page11

s lointains

Pour la CCI d'Aix-la-Chapelle, la Hongrie est un peu tombée en disgrâce suite à divers incidents récents (sur la photo, le Premier ministre Viktor Orban).

Aux yeux de la Wallonie, les États-Unis et l'Inde s'avèrent intéressants dans le cadre du projet BioLog qui vise la fourniture de services logistiques au bénéfice des sciences de la vie.

contacts avec les pays tiers. Les régions plutôt prometteuses aux yeux des dirigeants aixois sont plus spécifiquement l'Indonésie, le Mexique et la Hongrie. Claudia Masbach est responsable de ces deux derniers pays : « Nos activités s'intègrent dans le cadre d'une répartition des tâches qui implique les 80 CCI d'Allemagne, certains pays étant spécifiquement affectés à l'une ou quelques-unes d'entre elles. Les activités que nous organisons à Aix sont également accessibles aux entreprises des autres régions et vice-versa. Cette répartition des tâches a pour objectif principal de donner à chaque chambre l'occasion d'acquérir des compétences et de se créer un réseau. » Suite aux récents événements politiques, la Hongrie est quelque peu tombée en disgrâce aux yeux des entreprises allemandes. C'est pourquoi la CCI d'Aix concentre d'autant plus ses efforts sur le Mexique et l'Indonésie. Claudia Masbach : « Nous travaillons très activement au niveau du Mexique dans le contexte du secteur automobile. Cette politique s'inscrit dans le cadre d'un redéploiement qui a vu la création de cinq usines automobiles flambant neuves, conséquence d'une forte demande émanant des États-Unis ainsi que de la croissance de la demande intérieure pour les voitures particulières. La grande périphérie d'Aix accueille un grand nombre de fournisseurs de composants et de pièces qui lorgnent avec un intérêt non dissimulé sur notre pays. »

Locate in Limburg Le fonctionnement international de la POM Limburg s'inscrit désormais dans le cadre des activités de Locate in Limburg. Son directeur, Rudi Weekers, considère la logistique comme un secteur important qui doit parallèlement venir en soutien des autres branches ciblées comme objectif prioritaire. « Les secteurs sélectionnés

sont les sciences de la vie, l’IT et les médias, les technologies propres et l'énergie, l'automobile et la logistique. Aux yeux des investisseurs étrangers, Locate in Limburg s'érige en point de contact unique auquel ils peuvent s'adresser pour tout ce qui concerne la fiscalité, les questions immobilières, etc. Actuellement, nous sommes toujours en pleine analyse de l'état des lieux. Nous faisons particulièrement attention à l'Allemagne : assez étrangement, les entreprises limbourgeoises n'entretiennent que peu de contact avec ce marché d'envergure. Pour le reste, je souhaite qu'une plus grande synergie se crée entre les divers secteurs choisis. » > Peter Ooms

DE n Ausländische Kontakte lautet der explizite Auftrag für Logistics in Wallonia n Jede IHK (von den 80) erhält ein Land als Exportziel n Der Logistiksektor muss die anderen Branchen unterstützen

www.logon-euregio.com

n Buitenlandse contacten zijn een expliciete opdracht voor Logistics in Wallonia n Elk IHK (er zijn er 80) krijgt een aantal landen toegewezen als exportdoelwit n Logistiek is de sector die ondersteuning moet bieden aan de andere branches

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page12

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page13

TREND

The Locator n Eine Website mit Immobiliendaten aus drei Ländern

n NACE-Codes ermöglichen die Suche

Ralf Meyer von AGIT ist der Projektkoordinator: „Es wird das Ziel verfolgt, existierende Datenbanken und geografische Informationssysteme (GIS) miteinander zu verknüpfen, um so einen wesentlich größeren Aktionsradius zu schaffen.“

nach einem bestimmten Sektor

n Partner verpflichten sich, The Locator in den kommenden fünf Jahren zu unterstützen ine neue Initiative soll den Bekanntheitsgrad von Gewerbeimmobilien in der Euregio Maas-Rhein für lokale Akteure und internationale Investoren, die sich in der Region niederlassen wollen, erhöhen. Die auf der Website „The Locator“ veröffentlichten aktuellen Daten stammen von fünf Organisationen aus der Region. Partner der Initiative sind die Aachener Gesellschaft für Innovation und Technologietransfer (AGIT), die Provinz Limburg (NL), die Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Limburg - POM - (Wirtschaftsförderungsgesellschaft für die Provinz Limburg), die Wirtschaftsförderungsgesellschaft für die Provinz Lüttich (SPI) und als assoziierter Partner die Wirtschaftsförderungsgesellschaft für Ostbelgien (WFG). Diese Partner haben die Entscheidung getroffen, mit finanzieller Unterstützung aus dem Programm Interreg IV-A ein internetgestütztes StandortInformationssystem zu entwickeln, in dem Daten aus drei Ländern zusammengeführt werden. Hierzu der Projektkoordinator Ralf Meyer von AGIT: „Es wird das Ziel verfolgt, existierende Datenbanken und geografische Informationssysteme (GIS), die bereits auf lokaler Ebene genutzt werden, mit einer gemeinsamen Website zu verknüpfen, um so einen wesentlich größeren Aktionsradius zu schaffen. Dabei präsentieren wir jetzt sowohl Daten von Industriegebieten, Werksgeländen und Gebäuden

FR n Une coupole web compilant les données immobilières de trois pays n Les codes NACE permettent de rechercher des entreprises actives dans un secteur déterminé n Les partenaires se sont engagés à gérer The Locator durant les cinq prochaines années

an sich als auch Daten über die dort ansässigen Unternehmen. Die Nutzer haben die Möglichkeit, mithilfe der international gebräuchlichen NACE-Codes nach Unternehmen in einem bestimmten Sektor zu suchen. Wir gehen so auf einen wachsenden Bedarf nach einer grenzüberschreitenden Clusterbildung zwischen Unternehmen ein. Weiterhin erhalten die Besucher der Website auch alle verfügbaren Informationen über Begleitung und Unterstützung falls sie sich niederlassen wollen.“ Zu diesem Zweck werden regionale Datenbanken wie Testra in Aachen oder die Datenbank der Agentschap Ondernemen (Agentur Unternehmen) in Flandern einb zogen. Die Datenbankpflege – Anpassungen, Streichungen, Ergänzungen – soll von marktnahen Instanzen gewährleistet werden. An dieser Initiative wirken aber nicht nur Regierungsorganisationen mit, sondern auch kommerzielle Immobilien-Websites wie Immovlan oder Scout.

Nutzer-Panel

www.logon-euregio.com

n Een overkoepelende website met vastgoedgegevens uit de drie landen n NACE-codes laten toe te zoeken gaan naar bedrijven in een bepaalde sector n De partners engageren zich om The Locator de komende vijf jaar te beheren

Bei der Einführungsveranstaltung kamen verschiedene potenzielle Nutzer zu Wort, die während der Pilotphase erste Erfahrungen mit der Website gemacht hatten. Dazu Alphi Cartuyvels, Generalinspektor - Head of European and North American Investments bei Awex, der wallonischen Export- und Investitionsagentur: „Bei meinen Kontakten mit möglichen ausländischen Investoren sind eine Reihe von Themen wie Steuersysteme, Verfügbarkeit, Personalkosten usw., traditionell sehr wichtig. Dies führt sehr oft zu ausufernden Diskussionen, weil die Gegebenheiten in den Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page14

TREND

Cédric Swennen, SPI: „Die Kombination von Unternehmensdaten und Computerkarten ermöglicht Betrieben auf die Suche nach geeigneten Partnern für die Kreislaufwirtschaft zu gehen.“

POM Limburg, Provinz Limburg (NL), Agit und SPI verpflichten sich, The Locator in den kommenden fünf Jahren zu unterstützen.

“

verschiedenen Ländern nicht vergleichbar sind. Über Immobilien wird aber schon konkret gesprochen. Schließlich stehen die Quadratmeter zur Verfügung oder eben nicht. Darauf geht The Locator ein. Ich bin auch der Auffassung, dass die Datensammlung aus drei Ländern – aus miteinander konkurrierenden Regionen – einen sehr guten Eindruck auf ausländische Unternehmen macht, weil sie einen sehr professionellen Ansatz erkennen lässt.“

The Locator macht einen sehr guten Eindruck auf ausländische Unternehmen.”

Alphi Cartuyvels, AWEX

Andrea Trebschuh, General Managerin von Initiative Aachen, einem Verein zur Unterstützung von Unternehmen aus Aachen: „Wir führen jährlich eine Untersuchung zu den Themen durch, die bei The Locator diskutiert werden. Damit verfügen wir jetzt über eine zusätzliche Unterstützung und Kontrolle über unsere eigenen Daten.“

Noch fünf Jahre Bei der Veranstaltung fand auch die feierliche Unterzeichnung durch die vier Partner statt, bei der sie sich für die kommenden fünf Jahre zur Entwicklung und Unterstützung von The Locator verpflichteten. Ein wichtiger Aspekt, da jetzt die europäische Unterstützung weg-

14 - Log.ON 007

fällt und die Parteien selbst für die finanziellen Mittel zum Betrieb der Website aufkommen müssen. Aber allem Anschein nach haben die verschiedenen Parteien strategische Gründe dafür. Dazu Dr. Helmut Greif, Geschäftsführer von AGIT: „Aus unserer Erfahrung mit Technologieförderung wissen wir, dass eine internationale Zusammenarbeit und Clusterbildung sehr wichtig sind. Mit The Locator verfügen wir jetzt über ein perfektes Instrument, um auch an dieser Stelle mitzuwirken.“ Twan Beurskens, Abgeordneter für den Bereich Wirtschaft der Provinz Limburg (NL), will insbesondere auf Clusterbildung und Knowledge Center setzen: „Wir beobachten, dass kleine Unternehmen, die offen für Innovation sind, sehr schnell wachsen. Diese Entwicklung müssen wir als Regierung unterstützen.“ Cédric Swennen, stellvertretender Direktor von SPI: „Wir setzen auf nachhaltige Entwicklung und in dieser Hinsicht erwarten wir viel von einer Idee wie der Kreislaufwirtschaft, bei der Abfall aus dem einem Betrieb als Rohstoff für einen anderen dienen kann. Die Kombination aus Unternehmensdaten und Computerkarten ermöglicht, dass Betriebe auf die Suche nach geeigneten Parteien in einem solchen Ökosystem gehen.“ In Belgisch Limburg haben die kürzlichen Ereignisse eine Schockwelle erzeugt und eine neue Wirtschaftspolitik nach sich gezogen. „Die Schließung von Ford Genk wird über 4000 Arbeitsplätze in unserer Provinz vernichten. Deshalb sind wir auch überzeugt, dass wir für die Schaffung neuer Arbeitsplätze mehr ausländische Investitionen brauchen werden“, so Eric Christiaens, General Manager von POM Limburg. > Peter Ooms

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:51 Page15

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page16

3PL

Staro Trans : la polyvalen c n Active dans le transport routier et la logistique, Staro Trans organise aussi des transports aériens et maritimes

n Destinations: Benelux, Allemagne, France, Suisse et Autriche

n Ses projets: booster sa logistique et transporter vers la Pologne asée au cœur de l’Euregio, au sein de l’East Belgium Park à Eupen, Staro Trans est ce qu’on peut appeler une entreprise polyvalente. Principalement active dans le transport routier et la logistique, elle organise aussi des transports aériens et maritimes. Elle dispose en effet de son propre bureau au port d’Anvers pour gérer les relations commerciales vers le Royaume-Uni, la Scandinavie, la France, l’Italie et l’Espagne. Majoritairement active dans les transports standards, Staro Trans peut également coordonner des transports exceptionnels selon la demande du client. Depuis un an, l’ensemble de ses activités ont déménagé. Géographiquement le siège est resté à Eupen, lieu de naissance de l’entreprise en 2002, mais il dispose aujourd’hui d’un site flambant neuf composé de bureaux administratifs, d’un grand parking et d’un vaste entrepôt. « Staro Trans a démarré par de l’affrètement de charges complètes avant de reprendre une société de transport familiale, d’entamer des activités d’entreposage et d’ouvrir un bureau à Anvers », développe Roger Stammen, gérant et propriétaire de Staro Trans. « L’entreprise a grandi années après années, étoffant petit à petit son

NL n Staro Trans doet wegvervoer en logistiek, maar ook lucht- en zeetransport n Bestemmingen: Benelux, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en Oostenrijk n Het wil de logistieke activiteiten uitbreiden en een route naar Polen openen

www.logon-euregio.com

n Staro Trans, nicht nur in Straßentransport und Logistik, sondern auch in den Bereichen Luft- und Seetransporte aktiv n Destinationen: Benelux, Deutschland, Frankreich, Schweiz und Österreich n Projekte: Ankurbelung der Logistik und Transporte nach Polen

16 - Log.ON 007

offre de services ». Aujourd’hui, elle dispose d’une flotte qui reflète la polyvalence de ses activités : - 2 semi-remorques bâchées, certaines avec fosse à bobines, pour le transport de produits chimiques et d’acier (certaines sont équipées pour le transport ADR) - 12 porteurs avec hayon - 10 camions frigorifiques sous température dirigée pour le transport de produits alimentaires et, dans une moindre mesure, pharmaceutiques. Ces véhicules sont en circulation depuis le 1er janvier 2013 Ses clients, ce sont des acteurs du secteur de l’industrie, des fournisseurs de grandes surfaces mais également des armateurs (en contact avec le bureau d’Anvers). De par sa position au cœur de l’Euregio, à un jet de pierre de Liège, Maastricht et du bassin de la Ruhr, Staro Trans jouit d’une grande renommée. « Notre position, à Eupen, est stratégique : plus de 20% du pouvoir d’achat européen est joignable en 4 heures par le réseau routier. Aujourd’hui, nous transportons des marchandises en direction et depuis le Benelux, l’Allemagne, la France, la Suisse et l’Autriche. »

Un service logistique complet L’autre force de Staro Trans, c’est son volet logistique. L’entreprise dispose de 2.500 m² de surface d'entreposage sur son nouveau site d’Eupen. Cet entrepôt peut

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page17

n ce au cœur de l’Euregio La flotte de Staro Trans se compose de 22 semiremorques, 12 porteurs et 10 camions frigorifiques.

L’entrepôt d’Eupen accueille des produits alimentaires, des matières d’emballage et des textiles pour l’industrie.

“

Roger Stammen, gérant et propriétaire de Staro Trans.

Notre position, à Eupen, est stratégique : plus de 20% du pouvoir d’achat européen est joignable en 4 heures par le réseau routier.”

Roger Stammen, gérant et propriétaire de Staro Trans

accueillir 2.400 palettes et stocke actuellement produits alimentaires, matières d’emballage et textiles pour l’industrie. « Répondant aux normes techniques actuellement en vigueur, il est doté d’un équipement roulant de première qualité et d’un système de gestion informatique des stocks. En plus du stockage des produits, nous assurons l’étiquetage, le colisage et l’emballage. »

Entrepôt doublé, trafics intensifiés Des services qui vont prochainement s’étendre. « Je souhaiterais à court ou moyen terme proposer de nouveaux services logistiques tels le réemballage. Parallèlement à ce projet, je compte doubler la surface de l’entrepôt. Cela nous permettrait d’accueillir de nouveaux clients et d’accroître notre surface de stockage pour les clients existants. » Staro Trans fourmille de projets. Pour son volet logistique d’abord mais aussi pour sa division transport. « Nous souhaiterions proposer de nouvelles lignes de transport vers la Pologne, un pays en plein essor économique. Pourquoi ne pas ensuite tenter de percer le marché des pays de l’Est en organisant également des transports vers la Tchéquie. » L’entreprise souhaite aussi acquérir une meilleure connaissance du secteur pharmaceutique de manière à augmenter ses transports de produits inhérents.

Plus de 10 ans d’expérience A l’instar de Roger Stammen, les employés de l’entreprise sont tous dotés d’une solide expérience dans le secteur transport et logistique. « Nos affréteurs comptent tous entre 10 et 30 ans d’ancienneté. Nos manutentionnaires sont brevetés et nos chauffeurs formés aux différents types de transport qui leur sont confiés. Nous disposons également de conseillers en sécurité pour le transport de matières classées ADR. Enfin, notre bureau à Anvers dispose de deux agents formés aux services de douanes. » Des employés tous quadrilingues, un atout de taille pour toucher tous les publics de l’Euregio. > Astrid Huyghe

Staro Trans en bref • 22 semi-remorques bâchées, 12 porteurs avec hayons, 10 camions frigorifiques sous température dirigée. Véhicules Volvo (FM, FH dont 4 Euro VI) et Scania • Entrepôt de 2.500 m² neuf • 11 employés • Siège social : East Belgium Park à Eupen www.starotrans.eu

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page18

3PL

Thijs Logistiek: fijnmazige d n Marius Verschuuren heeft de strategie scherp gesteld op de distributie in de Benelux

n Thijs Logistiek maakt deel uit van het netwerk Distributie Holland België (DHB)

n Het bedrijf wil ook groeien bij klanten die logistiek outsourcen istributie binnen 24 uur in de Benelux is de kern van de activiteit van Thijs Logistiek. “We richten ons op de fijnmazige distributie van vele soorten goederen: pallets (ook met afwijkende maten), losse colli’s, lengtegoederen (die eventueel van de zijkant op de truck moeten gezet worden) en ook gevaarlijke stoffen. Naast de distributie van goederen aan de bedrijven leveren we ook aan particulieren. Zo distribueren we onder andere speelwerktuigen voor kinderen. Die glijbanen en ook de palen die erbij horen zijn best lang. Wij leveren die toestellen thuis af bij de consumenten. Een andere specialiteit is de behandeling van ADR-goederen in ons magazijn. Hier zijn een vijftal mensen werkzaam die dagelijks voor ongeveer tien klanten de goederen beheren en picken in functie van de vraag. De klant die zijn goederen hier onder brengt, is meteen verlost van een heel veel rompslomp. Financieel is het ook interessant voor de klant omdat op die manier de vaste kosten wegvallen en voortaan alles als een variabele kost wordt gezien,” zegt Marius Verschuuren.

Het Benelux netwerk DHB Thijs is sinds lang lid van het netwerk DHB waardoor het een levering op 24 uur kan garanderen binnen de gehele

FR n Marius Verschuuren a résolument axé la stratégie sur la distribution dans le Benelux. n Thijs Logistiek fait partie du réseau Distributie Holland België (DHB) n L’entreprise veut aussi collaborer davantage avec des clients désireux d’externaliser la gestion de leurs activités logistiques

www.logon-euregio.com

n Marius Verschuuren richtet seine Strategie auf die Benelux-Länder aus n Thijs Logistiek gehört zum DHB Netzwerk (Distributie Holland België) n Das Unternehmen will auch bei Kunden zulegen, die ihre Logistik outsourcen

18 - Log.ON 007

Benelux. Het grondgebied van de Nederland, België en Luxemburg is opgedeeld over zeven crossdock centra waarbinnen de verschillende partners instaan voor het transport naar eindklanten. De leden van het netwerk zijn Wesseling Logistics in Sassenheim, Tielbeke in Lemerveld, De Graaf Logistics uit Oosterhout, Thijs Logistiek uit Weert, Distrilog met vestigingen in Geel en Willebroek; en N. Charlier uit Neufchateau. Tussen deze bedrijven vindt elke nacht een transport plaats in elke richting zodat de goederen de volgende dag kunnen uitgeleverd worden aan de eindklant. Opvallend is dat er geen centrale hub wordt gebruikt, maar dat men opteert voor 14 locaties van de leden van het netwerk. Marius Verschuuren: “Op die manier komen de goederen meteen heel dicht bij de eindbestemming te liggen en kunnen ze snel uitgeleverd worden. Het systeem garandeert niet alleen een goede service, maar ook een goede beladingsgraad van de trucks die tussen de regio’s rijden. We menen dat we daardoor minder brandstof nodig hebben en dus minder CO2 (tot 65%) uitstoten.” Alles verloopt rechtstreeks vanuit de verschillende bedrijven, alleen de zendingen vanuit Nederland naar het zuiden van België, worden verzameld bij Thijs in Weert om zo weer een volle trucklading te hebben. Een chauffeur kan van daaruit ook makkelijk op één nacht heen en weer rijden zonder in de problemen te komen met de rij- en rusttijden.

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page19

ge distributie in de Benelux Het bedrijf mikt op groei in de distributie, maar ook op bedrijven die hun opslag willen outsourcen.

De naam van het bedrijf is onlangs veranderd naar Thijs Logistiek.

“

Marius Verschuuren, directeur van Thijs Logistiek: “Klanten zouden veel beter de ingangscontrole van de goederen aan ons overdragen.”

Dankzij het DHB-netwerk garanderen we een levering op 24 uur binnen de gehele Benelux.”

Marius Verschuuren, Thijs Logistiek

Woei: web order entry & information Een zeer belangrijk onderdeel van de service die Thijs kan leveren naar zijn klanten is gebaseerd op de eenvoudige uitwisseling van informatie over de logistieke opdrachten. “Dat begint al met het doorgeven van een transportopdracht door de klant. Die kan dat eenvoudig in ons web order systeem inbrengen op internet. Maar ook de hele opvolging van een specifieke rit, het beheer van de afleveradressen, en de kwaliteitscontrole kan de klant volledig opvolgen vanop afstand. De basis van deze oplossing is de TAS-software die ooit door Transics werd ontwikkeld, maar intussen is overgenomen door Wolters Kluwer. Belangrijk is dat de boordcomputers in de vrachtwagens verbonden zijn met dat systeem. Daardoor kunnen de chauffeurs belangrijke informatie over de leveringen meteen doorgeven die ook weer direct zichtbaar is op de ’track en trace’ pagina’s van de klanten. Dit systeem kan trouwens heel eenvoudig gekoppeld worden met het systeem van de klant.

Strategie Op initiatief van Marius Verschuuren is de naam van het bedrijf veranderd van Expeditie Thijs naar Thijs Logistiek. “We doen intussen heel wat meer dan puur transport van goederen. Met de nieuwe bedrijfsnaam moet het duidelijk zijn voor klanten en prospecten dat we meer in onze mars hebben,” zegt Marius Verschuuren. Daarbij mikt hij ook op de activiteiten in het magazijn. “Daarbij staan we open voor

alle mogelijke vormen van dienstverlening. Ik kan me voorstellen dat de grote bedrijven het beheer van hun magazijn aan ons willen overlaten door middel van outsourcing. Daarbij zouden we dan geen magazijn moeten huren of kopen, maar onze dienstverlening verzorgen in het pand van de klant. Maar als de klant ons dat vraagt, kunnen we ook extra magazijnruimte inhuren. Ik weet wel dat er nu een aantal industriële bedrijven zijn die hun logistiek weer beginnen insourcen, maar ik denk dat dat we hier toch een meerwaarde kunnen bieden met onze expertise.” Hij ziet echter ook mogelijkheden om extra diensten te ontwikkelen voor de transportklanten. “Ik hoor dat er nog al wat klachten zijn met producten die van elders komen en meteen in het distributienetwerk worden geïnjecteerd. Vaak duiken op de eindbestemming problemen op met de kwaliteit van de goederen. Klanten zouden veel beter de ingangscontrole van de goederen aan ons overdragen.” > Peter Ooms

Logistiek Thijs in het kort • 40 vrachtwagens • 5000 m² overslagmagazijn, 5000 m² warehouse • 100 medewerkers waarvan 55 chauffeurs www.thijs.nl

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page20

3PL

Hammer: 103.000 m ne u 2

n Hammer profiliert sich mit einer kompletten Logistikdienstleistung

n Das neue Lager in Bedburg vergrößert mit einem Schlag die Lagerkapazität erheblich

n Hammer war schon immer auf dem neuesten Stand der Technologie ammer hat sich im Laufe der Jahre immer mehr als Komplettanbieter auf dem Logistikmarkt positioniert. Basis unserer Aktivitäten war immer das herkömmliche, europaweite Transportgeschäft. Mit unseren Lagerkapazitäten Lagern in unserer Zentrale in Aachen sowie in Pulheim und Köln-Marsdorf sind wir in der Lage, umfangreiche Dienstleistungen im Bereich der Lagerlogistik abzubilden. Die Standorte wurden jeweils nach wichtigen Kriterien, wie die Nähe zu den Binnenhäfen am Rhein gewählt, von denen aus wir Güter aus Asien importieren und in ganz Europa verteilen können. In diesem Rahmen organisieren wir auch die Fiskalvertretung für einige wichtige Kunden, Für die Abwicklung der Importe betreiben wir eine eigene Spedition für Luft- und Seefracht (Red Line). Auf die IT kommt dabei immer mehr Bedeutung zu, und davon abhängig haben wir beschlossen, nicht nur E-Commerce-Dienstleistungen anzubieten, sondern auch die Webshops selbst, inklusive Zahlungsfunktion und Inkasso“, sagt Helmut Wintgens, einer der beiden geschäftsführenden Gesellschafter von Hammer. Die Kunden von Hammer befinden sich häufig im Einzugsgebiet von Aachen, unter anderem auf dem Sektor der Buntmetall- und der Kabelindustrie. Einer der wichtigsten Bereiche ist inzwischen die

Import aus Asien

n Hammer profileert zich met een complete logistieke dienstverlening n Het nieuwe magazijn in Bedburg verdubbelt in één klap de opslagcapaciteit n Het bedrijf heeft de technologische ontwikkelingen altijd al gevolgd

www.logon-euregio.com

n Hammer fait valoir une gamme complète de services logistiques n Le nouvel entrepôt de Bedburg augmente considérablement la capacité de stockage n Hammer est depuis toujours à la pointe de la technologie

20 - Log.ON 007

Elektronikbranche mit Mobiltelefonen, Laptops, DVD und Ähnlichem. Die Kunden wünschen sich umfassenden Service in Verbindung mit diesen hochwertigen Produkten sowie hohe Sicherheit bei Lagerung und Transport. Dazu hat Hammer eigenes ein Tochterunternehmen gegründet: Time Shuttle, das höchsten Anforderungen genügt (TAPA A). Ein dritter, wesentlicher Sektor ist der Heimwerkermarkt.

Der Import aus Asien ist sehr bedeutend und Hammer hat seine Arbeitsweise diesen Güterströmen angepasst. Dadurch verlagert sich der Schwerpunkt langsam in Richtung Rhein. „Wir haben schon zwei Lager in der Nähe der Binnenhäfen von Köln-Niehl und Neuss, aber mit dem Bau eines neuen Lagers in Bedburg verdoppeln wir unsere Kapazität auf einen Schlag. Die Güter werden in der Regel per Barge von Rotterdam und Antwerpen hierher gebracht. Unser neues Lager ist eine halbe Stunde Fahrt von diesen Binnenhäfen entfernt und verfügt zudem über ein exzellente Autobahnanbindung Bei der Vorbereitung des Bauprojekts haben wir auch andere Standorte in der Umgebung untersucht, aber keiner erfüllte unsere Erwartungen in der hier vorgefundenen Ausprägung . Die Binnenhäfen von Born und Stein haben nicht die notwendige Kapazität. Der Hafen von Lüttich wird langfristig über diese Kapazität verfügen, aber das wird noch dauern. Außerdem benötigten wir eine sehr große Fläche – momentan besitzen wir ein angeschlos-

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page21

e ues Lager Hammer investiert weiter in die Modernisierung seines Fuhrparks auf Euro-6-Niveau. Eine Erweiterung ist jedoch nicht geplant.

Mit dem Bau des neuen Lagers in Bedburg verdoppelt Hammer mit einem Schlag seine Lagerkapazität.

“

Helmut Wintgens und Wolfgang Hammer sind die beiden Geschäftsführer von Hammer GmbH & Co, KG.

Wir beobachten nach wie vor eine starke Zunahme beim Outsourcing.“

Helmut Wintgens, Geschäftsführer von Hammer

senes Grundstück mit einer Fläche von 200.000 m² –, was in der Region inzwischen sehr selten ist. In Bedburg werden wir insgesamt 103.000 m² bebaute Fläche nutzen – einen ersten Teil noch in diesem Jahr und den Rest im Laufe von 2015. Wir werden die Lager vom Entwickler Goodman mieten.“ Das Gebäude wird nach den Anforderungen von Hammer ausgestattet, mit einer Spezialabteilung für Gefahrgut, einem Temperatur-kontrollierten Lager und einem automatischen Ersatzteillager, wo 10.000 verschiedene Kleinprodukte gelagert werden können. Diese Investition umfasst auch die Schaffung von neuen Arbeitsplätzen. In Spitzenphasen werden dort nicht weniger als 750 Personen in drei Schichten arbeiten. Zu diesem Zeitpunkt sind die Einstellungen bereits im Gang.

Technologie. Dem Vernehmen nach war es das erste Transportunternehmen der Region, das seinerzeit seine LKW mit Mobiltelefonen ausstattete. Derzeit setzt Wolfgang Hammer, vertretungsberechtigter Geschäftsführer, auf eine Zusammenarbeit mit den lokalen Forschungsinstituten: „Damit gehören wir jetzt zum Logistikcluster der RWTH Aachen. In den letzten Monaten haben wir an Tests für fahrerlose LKW im Konvoi-Projekt teilgenommen. Es kann sich aber auch um neue Tote-Winkel-Spiegel, Bremsen oder aerodynamische Schürzen handeln. Durch unsere Teilnahme erhalten wir Zugang zu Wissen, das wir sofort umsetzen können. Das war bei der Entscheidung für ein automatisches Ersatzteillager für unsere neue Niederlassung in Bedburg behilflich.“ > Peter Ooms

Kontraktlogistik Eine weitere Dienstleistung, die von Hammer immer weiter ausgebaut wird, ist die Kontraktlogistik, wobei Industrie- und Handelsunternehmen aus unterschiedlichen Branchen ihre logistischen Anforderungen ab vorher genau definierten Schnittstellen Hammer übertragen. „Wir beobachten nach wie vor ein starkes Interesse an derartigen Lösungen .Oft genug ist damit für den Kunden verbunden die Konsolidierung seiner Warenströme: Logistikaufträge, die früher über verschiedene Dienstleister verteilt wurden, werden in einem Unternehmen gebündelt“, erklärt Helmut Wintgens. Hammer war schon immer auf dem neuesten Stand der

Hammer auf einen Blick • 200 eigene Euro-5- und Euro-6-Zugmaschinen • 115.000 m² Lagerfläche in Aachen, Pulheim und Köln-Marsdorf +103.000 m² in Bedburg ab 2015 • 500 Mitarbeiter • 78 Millionen Euro Umsatz 2013 www.hammer-ac.de

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page22

3PL

Group Gheys: logistiek va n n Het familiebedrijf maakte van de logistiek voor de petrochemie zijn kerncompetentie

n Het zwaartepunt van de activiteiten verschuift

Driekwart van het wagenpark bestaat uit bulkwagens.

van Mol naar de site in Beringen.

n De aankoop van 34 hectare grond van Dow opent nieuwe perspectieven

et bedrijf is opgestart in 1896 door de grootvader van de huidige generatie: vier broers die actief zijn in het bedrijf: Dirk Gheys, de oudste, als CEO, verder Carl (verantwoordelijk voor personeel), Luc (werkplaats) en Bert (informatica). De wortels van het huidige bedrijf zijn te zoeken in de jaren 60 en 70 met het vervoer voor de plaatselijke glas en wolindustrie in Mol en omgeving. Sinds 1970 ontstond een geleidelijke verschuiving naar de petrochemische fabrikanten die zich vestigden langs het Albertkanaal tussen Geel en Beringen. In eerste instantie ging het daarbij om het transport van verpakte chemicaliën, maar gaandeweg werd steeds meer kunststofkorrels vervoerd met bulkwagens. Intussen maakt dit type voertuig al driekwart uit van het wagenpark van de Group Gheys. CEO Dirk Gheys: “Wij sluiten met onze klanten vaak contracten af voor grote volumes met daarin een verscheidenheid aan bestemmingen. Het nationaal vervoer, en dat naar de buurlanden doen we met eigen wagens, de rest laten we veelal over aan vaste onderaannemers.”

Van Mol naar Beringen Die verschuiving van het klantenbestand heeft Gheys er ook toe verleid om uitbreiding te zoeken dichter bij zijn

FR n Cette entreprise familiale a fait de la logistique de la pétrochimie son cœur de métier. n Le centre de gravité de ses activités déménage de Mol vers le site de Beringen. n L’achat du terrain de 34 hectares de Dow lui ouvre de nouvelles perspectives.

www.logon-euregio.com

n Kernkompetenz dieses Familienunternehmens ist die Logistik für die Petrochemie. n Verschiebung des Schwerpunkts der Aktivitäten von Mol nach Beringen. n Neue Perspektiven durch den Erwerb von 34 ha von Dow.

22 - Log.ON 007

klanten. In 1997 heeft de groep een terrein van zijn klant Dow gekocht in het Limburgse Beringen. Daar werden in verschillende fasen magazijn, silo’s, maar ook een uitgebreid machinepark ondergebracht. Dit jaar nog wordt er een nieuw magazijn van 15.000 m² geopend. Dirk Gheys: “Daar beschikken we intussen over allerlei infrastructuur om de volledige dienstverlening voor de petrochemische industrie te kunnen afleveren. Het gaat dan om verpakken, mengen, ontstoffen, drogen, verwarmen en andere behandelingen van de kunststofkorrels.” Na de sluiting van de vestiging in Tessenderlo in 2013, besliste Dow om de terreinen te verkopen. Group Gheys heeft de gronden aangekocht met de bedoeling om er na verloop van tijd logistieke activiteiten te ontplooien. Het vertrek van Dow is een teken van de verschuiving die in de petrochemie aan de gang is, en waarbij de productie van grondstoffen voor de kunststofindustrie steeds dichter bij de olie- en gasbronnen plaatsvindt en daarom dus verschuift naar het Midden-Oosten. In de Verenigde Staten vindt een gelijkaardige ontwikkeling plaats sinds de ontginning van het schaliegas. De productie verschuift naar daar, maar een deel van de kunststofkorrels zullen ze wel naar West-Europa verschepen om hun klanten te beleveren, de fabrikanten van consumentengoederen, verpakkingen, toeleveranciers aan de automobielsector, enz. De korrels kunnen goedkoop worden verscheept, de eindproducten meestal veel minder. In de komende jaren verwacht Dirk Gheys een verdere stijging

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:52 Page23

a n kunststofkorrels In Beringen beschikt Group Gheys over alle infrastructuur om de volledige dienstverlening voor de petrochemische industrie te kunnen afleveren.

“

Dirk Gheys, CEO van Group Gheys: “De locatie Tessenderlo/Beringen heeft verschillende voordelen: dichtbij Antwerpen, maar toch buiten de congestiezone.”

Al onze klanten breiden de import van kunststof uit en hebben behoefte aan logistieke dienstverleners die die enorme volumes aankunnen.”

Dirk Gheys, CEO Group Gheys.

van de import van die korrels naar deze streken. “Al onze klanten bereiden die evolutie voor en hebben behoefte aan logistieke dienstverleners die die enorme volumes aankunnen. Met een paar hectaren kom je er niet. Daarom doen we deze aankoop van 34 hectare,” zegt Dirk Gheys. Voor de groep was het belangrijk om de gronden te kunnen kopen en geen concessie te hoeven nemen. “Wij willen alles in eigen hand hebben, om zoveel mogelijk synergiën te kunnen uitspelen. We willen onze werking zo lean mogelijk houden en de kosten doorheen de hele keten verminderen.”

Importlogistiek Gheys evolueert en anticipeert op de verschuiving van lokale productie naar een importlogistiek. “We profileren ons met een volledige dienstverlening door het organiseren van het zeetransport, de douaneafhandeling, fiscale vertegenwoordiging, opslag en verwerking, met daar bovenop ook het wegtransport bij het voor- en natraject. De grondstoffen komen vooral toe via de havens van Antwerpen of Rotterdam en worden met een binnenschip tot aan eigen terminal in Mol, of de BCTN-terminal in Meerhout gebracht. Daar halen we de containers op met onze eigen vrachtwagens en slaan alles hier op met het oog op een verdere distributie naar de kunststofverwerkers in heel Europa. Het zwaartepunt ligt voor ons nog steeds in Duitsland. De locatie Tessenderlo/Beringen

heeft daarbij verschillende voordelen: dichtbij Antwerpen, maar toch buiten de congestiezone. De terminals in Mol en Meerhout garanderen een vaste cadans voor de binnenvaartschepen: één dag heen, de volgende dag terug. Dat is een voordeel ten opzichte van de binnenhavens verder stroomopwaarts. “We zijn daar trouwens in goed gezelschap. Belangrijke logistieke sites zoals Nike, Stanley Black&Decker en Kühne + Nagel vestigden zich ook in deze streek,” zegt Dirk Gheys. Voor de locatie Mol, met zijn eigen kade, huurt Gheys twee binnenschepen om het transport van en naar de haven van Antwerpen te organiseren. Met de aankoop in Tessenderlo krijgt Gheys een directe toegang tot het Albertkanaal. Bovendien is er een spoorweginfrastructuur aanwezig waarvan momenteel geen gebruik wordt gemaakt, maar die wel een optie voor de toekomst biedt. > Peter Ooms

Group Gheys in het kort • 200 trekkers, 300 opleggers • 80.000 m² magazijnen, 300 silo’s • 430 personeelsleden • 56 miljoen euro omzet (geconsolideerd) www.gheys.com

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page24

SHIPPERS

Industriebetriebe bieten L o Cinram verfügt über eine Logistikfläche von 65.000 m², wo das Unternehmen ein Sortiment von 480.000 verschiedenen SKUs hält.

n Der Produzent von optischen Speichermedien Cinram bietet Logistikdienste nicht nur für eigene Kunden an

n Moonen Packaging möchte seinen bestehenden Kunden mehr Dienstleistungen anbieten

n Industrieakteure, die Logistikdienste anboten, kommen nun wieder davon ab er Produzent und Distributor von optischen Speichermedien Cinram hat sich zum Logistikdienstleister entwickelt, der auch viele andere Güter handhaben kann. Dabei fällt auf, dass er einen sehr großen Fächer an Dienstleistungen anbietet. Zum einen gibt es bei Cinram die Logistik mit u. a. Lagerung, Auftragsbearbeitung, Vertrieb und Retourlogistik. Zum anderen punktet das Unternehmen mit einer eigenen Druckerei und einem Callcenter, der zum Beispiel für Verkaufskampagnen und Kundenbetreuung eingesetzt werden kann. Der Grund für diese Strategieänderung bei Cinram liegt in der sinkenden Nachfrage nach Produkten, auf die das Unternehmen spezialisiert ist: CDs, DVDs und Blu-ray Discs. Damit können freie Lagerkapazitäten und das umfassende Dienstleistungsportfolio nun auch Kunden anderer Branchen

24 - Log.ON 007

angeboten werden. Als Logistikpartner schätzen Cinram bereits große Namen der Musik- und Filmbranche, die die Lagerung und Distribution über CINRAM in Alsdorf durchführen.

Viel Lagerraum, verschiedene Dienstleistungen Cinram verfügt über eine Logistikfläche von 65.000 m² und hält ein Sortiment von 480.000 verschiedene SKUs. Das Unternehmen hat sich mit einer breiten Palette von Logistikdiensten einen guten Namen auf diesem sehr anspruchsvollen Markt gemacht. Diese Dienstleistungen können auch in ganz anderen Branchen Anwendung finden. „Im Fokus liegen Branchen wie Kosmetik, Hightech oder E-Commerce. Diese Industrien weisen viele Ähnlichkeiten mit den unseren im Hinblick auf Größe und Wert auf. Auf diese Weise können sie von unserer Lager- und Pickingstrategie profitieren“, sagt Michael Schweinsberg, Director Sales Logistics bei Cinram. Als Partner der großen Studios muss das Alsdorfer Unternehmen hohe Sicherheitsstandards bieten, absolute Termintreue garantieren, z.B. bei der Veröffentlichung von Blockbustern, und sich gleichzeitig in einem umkämpften Markt behaupten. Größter Abnehmer von Cinram ist E-Commerce-Spezialist Amazon, der in punkto Lieferfristen, fehlerlosem Vertrieb und spätestmöglichen Cut-off-Zeiten sehr hohe Ansprüche stellt. „Zusammen mit unseren Kunden 20th Century Fox und Universal Pictures erhielten wir die goldene Palette von Amazon, ein Preis für Logistikleistungen, nun schon drei

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page25

L ogistikdienste an

Michael Schweinsberg (rechts, neben Dieter Lubberich): „Wir setzen in erster Linie auf Branchen wie Kosmetik, Hightech oder E-Commerce.

Jahre in Folge.“ Cinram kann ja auch vierzig Jahre Erfahrung in der Distribution von Unterhaltungsprodukten vorweisen. Die Firma begann einst als Produzent von Vinylplatten, hat aber die gesamte digitale Entwicklung mitgemacht, von CD über DVD bis Blu-ray. Michael Schweinsberg: „Das Unternehmen arbeitete dabei immer eng mit den Großen der Medienbrache zusammen. Für sie machen wir nicht nur die Scheiben mit Musik, Filmen oder Spielen, sondern wir versorgen sie auch mit Druckwerk wie Etiketten, Einlegeheften und Hüllen. Wir entwickeln und liefern auch immer mehr individuelle Spezialverpackungen oder komplizierte Displays. Bei wichtigen Veröffentlichungen wie z. B. den Fast & Furious -Filmen oder dem neuesten James Bond kommt dazu, dass der Vertrieb perfekt synchron zu erfolgen hat. Europaweit müssen die Discs zum Start am gleichen Tag in den Regalen der Einzelhändler liegen. Für diese speziellen Filmveröffentlichungen werden oft die Produkte auch zu Kits oder Sondereditionen zusammengestellt, mit Extras wie kleinen Modellen, Spielzeug oder Gadgets. Dabei übernehmen wir alle erforderlichen Aufgaben von der Konkretisierung der ersten MarketingIdee über die Beschaffung der Komponenten bis zur Verpackung per Hand.“ Die Logistik rund um den elektronischen Handel (mit Paketversand, Retourlogistik, telefonischer Unterstützung) ist eine weitere Spezialität von Cinram, die den Unterschied macht. „Unsere Kunden haben ihren eigenen Webshop oder lassen ihn von uns hosten bzw. betreiben und beauftragen uns mit der Logistik.

Cinram übernimmt alles: von der Entwicklung der Marketingidee über die Komponentenbeschaffung bis zur manuellen Verpackung.

Im Bereich E-Commerce führen wir zudem Bonitätsprüfungen der Kunden durch“, so Michael chweinsberg. Er sieht in dem Callcenter von Cinram einen ganz beson-

Wieder davon weg? Einige Pioniere dieser Logistik scheinen sich nun wieder davon abzuwenden. Diese Betriebe werden ihre Gründe für sich behalten, einige Vermutungen können wir allerdings anstellen. Die wichtigste Herausforderung für diese Betriebe besteht darin, das Gleichgewicht zwischen den Kernkompetenzen und der neu dazukommenden logistischen Dienstleistung zu wahren. Das ist vielleicht nicht immer einfach. Erstens wird es einen Unterschied bei den finanziellen Erträgen der beiden Aktivitäten geben. Eine gut laufende Produktion mit Gütern, die sich schnell absetzen lassen, muss normalerweise eine viel bessere Gewinnmarge erzielen als eine logistische Dienstleistung. In der Vorstandssitzung sollte über die unterschiedliche Rentabilität offen geredet werden. Ferner besteht die Möglichkeit, dass ein Betrieb, der logistische Dienste anbietet, davon negative Auswirkungen auf seinen eigenen Service verspürt. Wenn sich die produzierten Güter in eine straffe Dienstleistung mit kurzen Lieferfristen einfügen, können sich zusätzliche logistische Ströme störend darauf auswirken. Und schließlich können sich die neuen Güterströme auch auf die Vereinbarungen mit anderen Gliedern der Kette auswirken, wie Transportunternehmer, Verarbeitungsbetriebe, Forwarders, aber auch der Zoll oder andere Kontrollstellen. So kann man sich die Frage stellen, ob ein Zertifikat wie TAPA oder AEO noch zutrifft, wenn die bestehenden Güterströme eines Betriebs sich plötzlich um die Produkte von Dritten vergrößern.

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page26

SHIPPERS

Leon Simons, Chief Operating Offer bei Moonen Packaging: „Für manche Kunden halten wir nicht nur einen Vorrat von Produkten, die sie bei uns kaufen, sondern auch von Verpackungsmate rial, das sie woanders beziehen.“

Moonen setzt neben Mitgliedern der eigenen Belegschaft, zeitlich befristete Arbeitnehmer und Subunternehmen ein, um eine spezielle, auf den Kunden zugeschnittene Dienstleistung auf die Beine zu stellen.

deren Vorteil der neuen Strategie seines Unternehmens. Damit wird es möglich, Verkaufskampagnen und Kundennähe zu unterstützen.

Moonen Packaging erweitert Angebot mit Logistik Moonen Packaging ist ein Großhändler für Verpackungsmaterial aus Weert in den Niederlanden. Der Betrieb bietet seinen Kunden aus Industrie und Einzelhandel immer mehr Dienstleistungen zu seinen Produkten an. „Wir stellen fest, dass diese Betriebe stets mehr Service bei der Verpackung wollen, um Effizienzgewinne zu erzielen. Der Service in der Logistik steht dabei an oberster Stelle. Durch die Auslagerung von Mehrwertdiensten wie Lagerverwaltung, Einpacken, Umpacken, Stapeln, logistische Planung, operiert ein Betrieb nicht nur effizienter sondern auch nachhaltiger. Natürlich gehört auch die Lagerung zum Service. Für manche Kunden halten wir nicht nur einen Vorrat von Produkten, die sie bei uns kaufen, sondern auch von Verpackungsmaterial, das sie woanders beziehen“, sagt Leon Simons, Chief

FR n Cinram, fabricant de CD et DVD, offre des services logistiques en dehors de son portefeuille de clients n Moonen Packaging veut étendre les services proposés à ses clients existants n Certains acteurs industriels qui proposaient des services logistiques en sont revenus

www.logon-euregio.com

n Cinram, producent van cd’s en dvd’s biedt logistieke diensten aan buiten zijn klantenbestand. n Moonen Packaging wil bestaande klanten meer diensten bieden n Industriële spelers die logistiek aanboden, komen daar nu van terug

26 - Log.ON 007

Operating Officer bei Moonen Packaging. Der Betrieb verfügt über ein Logistikzentrum mit einer Fläche von 10.000 m² mit Platz für 16.500 Paletten. „Diese Fläche stellen wir nun auch Kunden zur Verfügung, die unser Verpackungsmaterial kaufen. Wir wollen die Verbindung zwischen den Produkten, die wir verkaufen, und den Diensten, die wir zusätzlich dazu anbieten, herstellen. Aber ich kann mir gut vorstellen, dass wir, sollte noch mehr Lagerfläche frei werden, diese dann auf dem Markt anbieten werden, um auf diese Weise doch noch Erträge zu erwirtschaften,“ sagt Leon Simons. Dass in dem Lager auch Produkte gelagert sind, die der Betrieb nicht selbst verkauft, zeigt bereits, wie es in Zukunft laufen könnte. Der Betrieb fügt daher auch immer mehr zu seiner Kernkompetenz hinzu: Immer mehr Umsatz wird aus Diensten erwirtschaftet, die oft wenig mit Verpackung zu tun haben. Für ein Reisebüro mit vielen Niederlassungen in den Niederlanden und Belgien organisiert er z. B. den Druck von Plakaten, die Verpackung in Versandhülsen und ihre Verteilung mit anderem Druckwerk an alle Niederlassungen. Leon Simons: „Anfangs lieferten wir für diesen Kunden Produkte wie Einkaufstüten und Büromaterial. Aber durch diese Extra-Dienste können wir nun einiges mehr anbieten. Das ist oft manuelle Arbeit, für die wir Leiharbeitskräfte und Arbeitnehmer mit zeitlich befristeten Verträgen einsetzen. Wir arbeiten auch mit einer Sozialwerkstatt in der Umgebung zusammen. Daneben setzen wir Subunternehmen und Spezialdienste ein. Mit diesem Zusammenspiel aus Mitgliedern der eigenen Belegschaft, zeitlich befristeten Arbeitnehmern und Subunternehmen stellen wir eine spezielle, auf den Kunden zugeschnittene Dienstleistung auf die Beine. „Unser Service geht wirklich sehr weit und wir können auch oft mehr als das, was unsere Kunden anfänglich von uns erwarten. Derzeit überlegen wir, wie wir unsere Kommunikation anpassen können, um das Gesamtkonzept von Moonen Packaging klar und deutlich rüberzubringen. Sehen Sie sich unseren Namen an. Deckt das Banner Moonen Packaging sich noch mit dem was wir drauf haben“, sagt Leon Simons. > Peter Ooms

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page27

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page28

SHIPPERS

La qualité comme service p n TLI/TDI organise le stockage et la distribution de pneus dans le Benelux, en France et en Europe

n Les clients posent des exigences très strictes en termes de service

n La qualité des prestations repose sur une informatisation et une traçabilité poussées n 2011, l’ex-usine Continental de Herstal a été transformée en centre logistique spécialisé dans le stockage et la distribution de pneus. Tyres Logistics International (TLI) n’utilise pas seulement les usines existantes (40.000 m2) pour le stockage de pneus mais y a rajouté 20.000 m2 supplémentaires d’entrepôts de pointe. Ces nouveaux bâtiments servent à la logistique fine avec des rotations rapides tandis que les entrepôts plus anciens sont exploités pour le stockage de longue durée.

Exigences de qualité sévères Alors que par le passé, TLI se chargeait également de l’entreposage classique d’autres biens palettisés, la totalité de la capacité est aujourd’hui consacrée à la logistique des pneus abrités dans des rayons spéciaux et des unités de stockage empilables. « En tant que spécialistes, nous sommes mieux armés contre les fluctuations du marché. Avec le stockage classique de palettes, il y avait toujours quelqu’un quelque part qui avait un entrepôt à remplir et proposait un prix plus serré. Aujourd’hui, nous concluons des contrats à long terme avec nos clients et, récemment, les plus importants d’entre eux ont été renouvelés jusqu’en 2018. Nos clients s’appellent

DE n TLI/TDI, aktiv in Reifeneinlagerung und –distribution in den Benelux-Ländern, Frankreich und Europa n Hohe Serviceanforderungen seitens der Kunden n Informatisierung und Tracking und Tracing als Grundlage für hohes Leistungsniveau

www.logon-euregio.com

n TLI/TDI organiseert de opslag en distributie van banden in de Benelux, Frankrijk en Europa n Klanten stellen zeer strenge eisen voor de servicegraad n Een doorgedreven informatisering en tracering vormen de basis van de goede prestaties

28 - Log.ON 007

toujours Continental – en premier lieu – mais aussi Q-Team, Bridgestone, Vredestein et Pirelli. Il s’agit de partenaires très exigeants qui veulent des accords très précis sur la qualité des prestations logistiques », déclare Alexandre Martens, managing director de TLI et TDI. C’est ainsi que Continental exige un taux de service de 99,8 % et suit les scores de très près. Heike Davin, responsable qualité et logistics supervisor : « A ce niveau, il y a des mesures et comptages distincts sur la précision de la préparation de commandes, les retours, l’inventaire et la communication. Cette année, nous atteignons tous les mois un score de plus de 99,9 %. » A noter que ces clients viennent effectuer des audits dans le centre de distribution afin de suivre de leurs propres yeux la qualité des prestations. A. Martens : « Je suis un grand partisan de cette démarche. Car ces gens peuvent alors discuter en toute connaissance de cause avec leur propre équipe de ce qui peut encore être amélioré. C’est ainsi qu’un client a amélioré l’étiquetage après avoir constaté ici même qu’il provoquait chez nous un problème de scanning. »

Investissement dans SAP et RF TLI est convaincu que cette qualité ne peut être assurée que par une informatisation poussée. Le stock et la logistique sont gérés dans SAP, ceci associé à une communication EDI avec les clients. « Nous tenons à ce que le client nous transmette une information correcte sur les livraisons attendues. C’est très important pour les clients cross-dock qui amènent les pneus le soir pour qu’ils soient livrés aux clients le lendemain. Grâce à cette communication, nous pouvons planifier correctement les activités du magasin et tout préparer comme il se doit.

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page29

e principal Pour la distribution aussi, les exigences de qualité sont contraignantes en termes de livraisons à temps, de traitement des livraisons et de retours.

Tyres Logistics International (TLI) a ajouté 20.000 m2 d’entrepôts de pointe.

Le passé a également appris à TLI que les erreurs ont un impact énorme sur l’organisation. Corriger ces erreurs fait également perdre beaucoup trop d’énergie. Avec l’informatique, nous pouvons éviter ces erreurs. » La qualité repose aussi sur le scanning complet de chaque pneu et de chaque traitement qui y est associé. H. Davin : « Si un chauffeur signale chez un client qu’un pneu donné ne se trouve pas dans le poids lourd, nous pouvons alors vérifier si ce pneu a été scanné au moment du chargement ou pas. Nous savons également quel pneu a été scanné avant et après, par qui et avec quel appareil de scannage. Avec cette information, nous pouvons parfaitement voir où les erreurs sont survenues et, le cas échéant, nous pouvons y confronter le responsable. » « Mais en réalité, cela arrive très rarement. Il n’empêche que nous travaillons constamment pour maintenir le niveau de qualité. Nous procédons aussi quotidiennement à des échantillonnages pour vérifier si tout est en ordre. Nous continuons aussi à insister auprès des travailleurs pour que les entrepôts restent toujours propres », souligne H. Davin. La distribution des pneus est assurée par la sociétésœur Tyres Distribution International (TDI) avec une quarantaine de chauffeurs. A ce niveau-là aussi, les exigences de qualité sont assez contraignantes en termes de livraisons dans les temps, de traitement des livraisons et de retours. H. Davin : « Nous avons donné un PDA à chaque chauffeur dans lequel il doit enregistrer les différentes livraisons de sa tournée. Nous savons toujours où il se trouve. Nous voyons immédiatement sur nos écrans où les problèmes peuvent surgir et sommes ainsi en mesure d’intervenir s’il le faut. »

“

Nos clients veulent des accords très précis sur la qualité des prestations logistiques.”

Alexandre Martens, managing director de TLI et TDI

De plus, TDI analyse en permanence si l’équation trajets/ chargements est bien optimale. Alexandre Martens : « Nous voulons savoir rapidement si nous pouvons encore réduire les coûts. » > Peter Ooms

Value added service Différentes parties de l’espace d’entreposage sont déjà équipées pour fournir des services complémentaires aux clients. D’une part, il y a le stockage des pneus hiver sur demande des clients leasing des centrales pneumatiques. Herstal comporte aussi un ‘hôtel pour pneus’ avec des pneus usagés qui peuvent encore servir sur d’autres voitures de leasing. Alexandre Martens : « Nous avons également lancé le montage semi industriel et en grandes séries de pneus sur roues, y compris pour remorques et pneus hiver. Le service comprend par ailleurs le stockage, le nettoyage ou non et le contrôle de kits (roue et pneu) lors de passage à l’hiver et à l’été. La mise en place d’un tel service est une opération qui requiert du capital et n’est rentable qu’après quelques années de suivi strict. Ce stade a désormais été atteint par TLI. »

Le montage semi industriel de pneus sur roues.

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page30

NEWS

Neuer Bahnkran auf logport III in Betrieb Die Anfang des Jahres angekündigten Kapazitätserweiterungen auf den linksrheinisch gelegenen Containerterminals in logport I und logport III haben die nächste Stufe erreicht. Am 12. August hat der erste Bahnkran mit einer Kapazität von 90.000 Ladeeinheiten pro Jahr seinen Vollbetrieb auf logport III aufgenommen. Ein zweiter, baugleicher Bahnkran folgt bis Ende des Jahres. Mit dieser Kapazitätserweiterung wird der verstärkten Nachfrage und den zusätzlichen Bahnverkehren auf logport III Rechnung getragen. „Seit der Inbetriebnahme von logport III Anfang 2013 konnten die umgeschlagenen Mengen kontinuierlich gesteigert werden, insbesondere durch unseren Hauptkunden Samskip Van Dieren Multimodal. Darüber hinaus nutzen inzwischen auch weitere Kunden unser Terminal bei steigender Tendenz“, freut sich Erich Staake, Vorstandsvorsitzender der Duisburger Hafen AG, über die positive Entwicklung des KV-Terminals in Duisburg-Hohenbudberg. >

Ein zweiter, baugleicher Bahnkran folgt bis Ende des Jahres.

DP World Antwerp reprend toutes les parts d'Euroports à Liège Trilogiport FR

www.logon-euregio.com

Après ses investissements au Container Terminal Beverdonk de Grobbendonk, DP World Antwerpen reprend toutes les parts d'Euroports à Liège Trilogiport. L'opérateur prend ainsi la responsabilité totale de l'extension du Trilogiport de Liège et confirme par ce geste "sa confiance en la Belgique pour y développer de grandes plateformes logistiques". "DP World soutient notre stratégie qui consiste à relier, via Liège, les ports d'Anvers et de Rotterdam avec l'Allemagne, les Pays-Bas et la France",

déclare Emile-Louis Bertrand, directeur général du Port autonome de Liège. Pour DP World, cet investissement constitue "une étape logique". Elle entre parfaitement dans ses projets d' extension au Benelux et renforce sa présence sur le canal Albert. "Avec cet investissement, nous agrandissons le rayon d' action du port d'Anvers à la partie wallonne du pays et par la suite au reste de l'Europe", commente Rob Harrison, CEO DP World Antwerpen. >

Euregio Maas-Rijn uiterst bezorgd over Duitse tolheffingsplannen >

www.logon-euregio.com

30 - Log.ON 007

Het plan van de Duitse minister van verkeer Dobrindt om vanaf 2016 op alle Duitse wegen tol te heffen, kan negatieve gevolgen hebben voor de grensoverschrijdende mobiliteit tussen Nederland, België en Duitsland. De partners van de Euregio Maas-Rijn (EMR) pleiten op korte termijn voor een overleg met de buurlanden. Op lange termijn dienen afspraken over tolgelden voor het gebruik van de weginfrastructuur op Europees gebied gemaakt te worden. “Het invoeren van tolgeld voor personenwagens op alle Duitse wegen zou niet enkel negatieve gevolgen hebben voor de economie aan Duitse kant maar zou eveneens beperkingen opleggen aan alle burgers die in het Belgische en Nederlandse grensgebied wonen en in Duitsland werken, studeren, een stage lopen of gaan winkelen”, aldus Oliver Paasch, minister-president van de Duitstalige Gemeenschap en huidig voorzitter van de EMR. “De partners zijn het erover eens dat dit een stap terug zou zijn in het Europese integratieproces en in de talrijke inspanningen voor een intensieve, grensoverschrijdende samenwerking in onze regio.” >

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page31

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page32

INFRA

Du Rhin à Namur en 4

La nouvelle écluse de Lanaye permettra de faire sauter le double bouchon que constitue le complexe actuel.

n L’importance des nouvelles écluses

220 poids lourds – sur toute la vallée de la Meuse jusqu’à Namur.

dépasse le niveau local

n Elles s’inscrivent dans les corridors européens

n La Meuse s’ouvre plus largement aux 4.500 tonnes es grandes écluses dans la région de Liège s’inscrivent dans un contexte européen, puisqu’elles cadrent dans la réalisation du corridor européen Rhin/Meuse-Main-Danube et ont partie liée avec celle de l’axe fluvial à grand gabarit Seine-Escaut. Ces deux dossiers figurent parmi les trente projets prioritaires des réseaux trans-européens de transport», explique Stephan Nivelles, directeur des Voies Hydrauliques à Liège. «Mais ces écluses contribueront bien sûr aussi au développement de la dorsale fluviale wallonne et aideront la Wallonie à atteindre les objectifs qu’elle s’est fixés en termes de transfert modal pour rendre le transport plus durable.» Avec la mise en service des nouveaux ouvrages d’art de Lanaye et Ivoz-Ramet, prévue pour la fin 2015 au plus tard, une étape importante sera franchie pour permettre une navigation à 4.500 tonnes – l’équivalent de quelque

32 - Log.ON 007

Bouchon Lanaye est un maillon essentiel dans les échanges par la voie d’eau entre la Wallonie et les Pays-Bas. Plus d’un quart du trafic fluvial total en Wallonie – plus de 10 millions de tonnes sur 40 millions de tonnes en 2013 – transite par cette écluse. Les Pays-Bas sont d’ailleurs le principal partenaire fluvial de la Wallonie (ils interviennent pour près de la moitié des volumes; mais tous ces échanges ne passent pas par Lanaye). Lanaye constitue pourtant à l’heure actuelle un bouchon dans le réseau. Le complexe existant se compose de trois écluses. Les deux premières ont vu le jour dans les années 1930, avec le canal Albert, et ne permettent que le passage de bateaux de 600 tonnes. La troisième, aménagée vers 1960 (lors du premier agrandissement du canal Albert), mesure 136 mètres sur 16 et peut accueillir des unités de 2.000 tonnes. Cela reste inférieur à ce qui est possible sur le canal Albert (qui va passer à 9.000 tonnes), mais aussi et surtout sur le réseau néerlandais (Meuse et canal Juliana) en aval de Lanaye, où la barre a été placée à 4.500 tonnes avec l’allongement récent d’une écluse. Deuxième désavantage: en cas d’arrêt (pour cause de panne ou d’entretien) de la grande écluse actuelle, la majeure partie de la navigation n’a d’autre choix que d’emprunter des itinéraires de contournement sensible-

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page33

n 4.500 tonnes ment plus longs (via Anvers), les deux petites écluses n’étant utilisables que par les unités de très faible tonnage. «Lanaye est un des points névralgiques du réseau wallon», dit à ce propos le directeur des Voies Navigables.

Grande taille La nouvelle écluse de Lanaye permettra de faire sauter ce double bouchon. Son sas aura une longueur de 225 m et une largeur de 25 m et permettra de franchir une chute de près de 14 m. «Les discussions sur les dimensions ont été nombreuses», reconnaît Stephan Nivelles. «Le gros avantage de l’option retenue est qu’elle permet l’éclusage simultané de deux convois de 4.500 tonnes. La nouvelle écluse pourra absorber simultanément tout le trafic issu des complexes éclusiers néerlandais, ce qui n’aurait pas été possible si la largeur avait été limitée à 18 mètres. De plus, avec une deuxième grande écluse, nous augmentons la fiabilité du complexe, ce qui est très important aux yeux des usagers de la voie d’eau.» La navigation gagnera aussi en rapidité, les temps d’attente à Lanaye devant disparaître. Les autres écluses resteront en service, permettant de moduler les éclusages à l’importance du trafic à un moment donné. Car la grande écluse ‘consommera’ à chaque sassement plus de 80.000 m³ d’eau. L’investissement (qui englobe la construction d’autres infrastructures : pont, poste de commande, station de pompage, centrale hydroélectrique) se monte à près de 85 millions d’euros (hors TVA) pour tout ce qui a trait au génie civil et à 25,5 millions d’euros pour la partie électro-mécanique. Dans ce total, l’Union européenne intervient pour 27 millions d’euros (30% des montants éligibles au titre des RTE-T) et les Pays-Bas apportent une contribution forfaitaire de 9 millions d’euros pour la partie de l’ouvrage construite sur leur territoire. Le solde est financé par la Région wallonne via la Sofico. «La particularité du projet réside dans son caractère transfrontalier. Rijkswaterstaat, le gestionnaire néerlandais des voies navigables, a été impliqué dès les premières réflexions et discussions. Il a également eu un rôle critique vis-à-vis des études. Car un projet de l’importance de la quatrième écluse de Lanaye comprend forcément de multiples facettes et contraintes», ajoute Nivelles. Les procédures qui se sont révélées nécessaires pour faire aboutir le dossier, sont là pour le démontrer.

Ivoz-Ramet Des difficultés similaires ont surgi du côté d’Ivoz-Ramet, en amont de Liège. Là aussi, la Wallonie double une écluse existante de 135 m sur 16 (mais les portes ne font que 14 m de large) d’un nouveau sas de 225 m sur 25. Du fait de la configuration moins complexe du site et des implications moins grandes, notamment au niveau environnemental, l’ardoise y sera moins lourde. Les travaux ont été adjugés à 43,4 millions d’euros

“

Le nouveau sas à Ivoz-Ramet aura les mêmes dimensions que celui de Lanaye.

Plus d’un quart du trafic fluvial total en Wallonie transite par Lanaye.”

pour le volet génie civil et à 7,4 millions d’euros pour l’aspect électro-mécanique. Pour naviguer à 4.500 tonnes jusqu’à Namur, il faudra encore mettre au bon gabarit le complexe d’AmpsinNeuville, où l’écluse existante fait 136 mètres sur 16 mètres. A l’amont, celles de Grands-Malades et d’Andenne-Seilles sont déjà aux dimensions requises avec leur longueur de 200 et leur largeur de 25 mètres. «Le dossier est à l’étude», conclut Stephan Nivelles. > Jean-Louis Vandevoorde

DE n Die Bedeutung der neuen Schleusen geht über das lokale Niveau hinaus n Sie sind ein Teil der europäischen Korridore n Die Maas öffnet sich zunehmend für Schiffe mit einer Ladekapazität von 4.500 Tonnen

www.logon-euregio.com

n Het belang van de nieuwe sluizen overschrijdt het lokale niveau n Ze maken deel uit van de Europese corridors n De Maas stelt zich open voor schepen van 4.500 ton

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page34

INFRA

Nieuwe kunstmesttermina l s

In de haven van Stein bevindt zich intussen de grootste vestiging van Wessem Port Services.

n Wessem bouwt al de tweede kunstmestterminal in de haven van Stein

opdrachten uit te voeren. Op dat vlak gaat het hier om een echte innovatie in een traditionele sector als de bulklogistiek,” zegt Bob Joosten, algemeen directeur van Wessem Port Services.

Wessem, Lanaken en Tessenderlo

Zes terminals

n Het heeft zes terminals in Stein, Maastricht, n Naast havenoperaties baat het ook treinen binnenvaartshuttles uit essem Port Services bouwt in de haven van Stein een tweede all weather terminal waar kunstmest kan verladen worden. Pas twee jaar geleden is de eerste afgewerkt. Ook nu weer is gekozen voor een overdekt automatisch station boven het Julianakanaal zodat er onder alle weersomstandigheden op een veilige en efficiënte manier verladen kan worden. De oplevering is voorzien voor december. Binnenschepen worden automatisch geladen met een installatie die tegelijk de weging uitvoert en het schip dan geleidelijk vult met kunstmest. “De schippers weten nu precies hoe lang het laden van bijvoorbeeld 2000 ton duurt. Na vier uur kunnen ze hier vertrekken. Die zekerheid geeft hen ook de mogelijkheid om het vervolgtraject beter te plannen en zo meer

34 - Log.ON 007

De minerale meststoffen komen van de nabijgelegen OCI Nitrogen en DSM-fabrieken op de Chemelot-site in Geleen. DSM staat voor Dutch State Mines en het was van oorsprong een uitbater van steenkoolmijnen. Die kolen werden per trein naar een terminal in Stein gevoerd waar ze vertrokken naar klanten. Toen de koolontginning onrendabel werd heeft DSM zich toegelegd op het verwerken van het stikstofrijke kolengas tot meststoffen. Wessem heeft in 1995 de terminal in Stein overgenomen en dat is de basis geweest van de snelle ontwikkeling van het bedrijf als havenoperator. Stein is intussen uitgegroeid tot de grootste vestiging van de groep, die ook terminals heeft in Wessem (waar het bedrijf is gestart in 1968), Maastricht (Praamkade en Limmel), Lanaken en Tessenderlo. Die terminals liggen kort bij elkaar zodat het mogelijk is om indien nodig mensen en middelen uit te wisselen. “Wij willen ook dicht bij onze klanten zijn. De voor- en natransporten van bulkgoederen overschrijden best niet de grens van 40 kilometer,” zegt Bob Joosten. Op al die locaties is de groep systematisch blijven investe-

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page35

a l s in de haven van Stein

WPS werkt aan een tweede kunstmestterminal waar schepen efficiënt in alle weersomstandigheden kunnen geladen worden.

ren in functie van de concrete vragen van klanten. Het gaat dan om verharde en vloeistofdichte opslagterreinen, magazijnen, bewerkingsmachines (zeven, breken, opzakken, verpakken), enzovoort. Stein heeft ook een containerterminal met twee portaalkranen. Wessem beschikt daar nog over een spoorterminal waar goederen van het water op de trein (en omgekeerd) kunnen worden gezet. Het bedrijf organiseert daarnaast binnenvaartshuttles van Stein naar de haven van Antwerpen en is ook actief in spoorvervoer met railshuttles naar Rotterdam en Italië. Het voor- en natraject van de klant naar binnenhaven en spoorterminal gebeurt met zo’n 30 vrachtwagens.

Treinen Het is opvallend hoe gretig WPS de samenwerking opzoekt met andere partijen. Met het Belgische Gobo werkt Wessem samen in de spoorterminal te Lanaken, met Meers International op gebied van wegtransport, met Wijnands Bulk Care op de binnenvaartterminal in Lanaken en met Meulenberg voor alle containeractiviteiten. Wessem levert ook de kraanmachinisten op de spoorterminal in Chemelot die Meulenberg, Move Intermodal en de haven van Antwerpen uitbaten. “Die samenwerkingen hebben we in de loop der tijd altijd verbeterd. Aanvankelijk is het ook een paar keer niet gelukt, maar we kennen nu de oorzaak. De partners moeten complementair zijn en elkaar dus aanvullen op het vlak van klanten en processen. Wanneer de partijen te veel het zelfde doen, komt een intensieve samenwerking niet van de grond,” zegt Bob Joosten. De treinen naar Rotterdam en Italië die vroeger vertrokken vanop de terminal in Stein, zijn verhuisd naar de RTC-terminal even verderop in Geleen. Maar ook de spoortransporten van kunstmest van Chemelot naar Stein worden intussen vervangen door truckvervoer. “Dat is uiteindelijk flexibeler zowel voor het vervoer, de opslag als de productie. Een trein laten rijden over die korte afstand heeft alleen zin als je de capaciteit volledig benut. Maar om een trein te vullen, heb je heel veel tonnen nodig die ook nog moeten geproduceerd worden. Het is gewoon efficiënter om lading per lading over te brengen per truck. Het klopt dat de terminal in Stein daardoor meer ruimte krijgt en daar ligt dan ook een uitdaging om nieuwe klan-

"De extended gateway waar zoveel over wordt overgesproken, zal er uiteindelijk ook komen," zegt Bob Joosten.

ten aan te trekken. Hetzelfde geldt voor de spoorterminal in Lanaken die nu nog weinig wordt gebruikt, maar waar we een vaste shuttle willen organiseren,” zegt Bob Joosten. Hij maakt duidelijk dat er gesprekken aan de gang zijn met geïnteresseerde bedrijven om meer goederenstromen via de spoor- en binnenwaterterminals te laten passeren. “We zijn ervan overtuigd dat de congestie rond de zeehavens grote bedrijven er toe zal aanzetten om de distributie van hun goederen meer in het binnenland onder te brengen. De extended gateway waar zoveel over wordt overgesproken, zal er uiteindelijk ook komen. Intussen spelen we met Container Terminal Stein al vier jaar ook de rol van forwarder, waarbij we wereldwijd, door-to-door het vervoer van containers organiseren. Voor bulkgoederen verzorgen we in Europa ook het volledige transport. Onze kennis van die logistiek, maar ook van de eigenschappen van de producten zelf, zijn daarbij onze troeven. In ieder geval nemen wij de volledige verantwoordelijkheid op ons: de klant kan ons bellen als er een incident is en wij zullen zijn probleem oplossen,” zegt Bob Joosten. > Peter Ooms

DE n Wessem baut bereits den zweiten Kunstdünger-Terminal im Hafen von Stein n Insgesamt sechs Terminals in Stein, Maastricht, Wessem, Lanaken und Tessenderlo n Außer dem Hafengeschäft gehören auch Zugund Binnenschiff-Shuttles zu seinem Angebot

www.logon-euregio.com

n Wessem construit déjà son deuxième terminal dédié aux engrais dans le port de Stein (NL) n Le groupe dispose de six terminaux à Stein, Maastricht, Wessem, Lanaken et Tessenderlo n Outre ses activités portuaires, il exploite aussi des navettes ferroviaires et fluviales

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page36

INFRA

Teststandorte für Galileo

n 2015 geht das europäische Satellitennavigationssystem Galileo in Betrieb

n In Deutschland steht das Signal schon in 5 Testgebieten zur Verfügung

n Das Automotive & Rail Innovation Center Aachen der AGIT mbH ist Ansprechpartner vor Ort ls europäisches Pendant zum amerikanischen GPS installiert die Europäische Kommission gemeinsam mit der ESA (European Space Agency) das Satellitennavigationssystem Galileo. Zur Erforschung des Galileo Systems und zur Entwicklung von Anwendungen, die Galileo nutzen, sind in Deutschland verschiedene Galileo Testgebiete (GATE)

36 - Log.ON 007

entstanden: In Berchtesgaden wird das Funksignal als solches betrachtet. Dies dient der Entwicklung von Galileo-Empfängern. Anwendungen aus dem maritimen Bereich werden im seaGATE in Rostock getestet, Anwendungen aus der Luftfahrt im aviationGATE in Braunschweig. Für den Transportbereich auf dem Land stehen in der Euregio das automotiveGATE am Automotive Testing Center der RWTH Aachen in Aldenhoven und das railGATE am Siemens Prüfund Validierungscenter in Wegberg Wildenrath zur Verfügung. Beide Standorte sind mit Sendern ausgestattet, die von ca. 50m hohen Masten das gleiche Signal wie ein Galileo-Satellit senden, daher werden sie Pseudoliten genannt (Kurzform von Pseudo-Satellit). Damit können bereits schon heute Galileo-Anwendungen entwickelt und getestet werden. Es soll z.B. festgestellt werden, wie Applikationen in der Realität funktionieren, wenn mögliche Störungen von anderen Sendern oder Strahlungen auftreten. Die Sender der Pseudoliten

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page37

Die Standorte in Wegberg und Aldenhoven sind mit Sendern ausgestattet, die von ca. 50m hohen Masten das gleiche Signal wie ein Galileo-Satellit senden, daher werden sie Pseudoliten genannt (Kurzform von Pseudo-Satellit). © Siemens

Die 550 Meter lange Wendeschleife für Züge wurde zu einer geodätischen Referenzstrecke ausgebaut und mit sehr leistungsstarken geodätischen Geräten aus der Vermessungstechnik ausgerüstet. © Siemens

werden über eine Referenzstation, die die Signale aller Sendemasten empfängt, sowie eine Kontrollstation geregelt. Für das railGATE sind am Siemens-Standort zwei Haupt-Gleisstrecken mit 6 bzw. 2 km und eine Gesamtgleislänge von insgesamt 28 km nutzbar. In dem für alle Hersteller offenen Testgebiet werden viele neue Züge getestet, unter anderem der neue Eurostar. Das automotiveGATE für den Straßentransport und für Fahrzeuge bis 40 Tonnen befindet sich in Aldenhoven. Konsortialführer bei der Installation in der Euregio (Projekt Galileo above) war die Technische Hochschule Aachen (RWTH). Die Anlagen dienen dazu, schon heute Entwicklungen, Untersuchungen und Tests für Anwendungen durchzuführen, die die Galileo-Signale nutzen. Als Ansprechpartner wurde am Standort Wegberg das Automotive & Rail Innovation Center ARIC installiert. Martin Pölöskey, der Leiter des ARIC, betont, dass beide Standorte von allen Interessenten für eigene Tests genutzt werden können. „Dabei denke ich in erster Linie

an Entwickler von Anwendungen, die Satellitenpositionierung nutzen. Aber auch an Fahrzeughersteller und Zulieferer – etwa von Elektroautos, die für ein optimales Energiemanagement eine bessere Standortbestimmung und detaillierte Information über den weiteren Routenverlauf benötigen. Alle Unternehmen, die Anwendungen mit präziser Standortbestimmung entwickeln, können sich für Tests an uns wenden.“ Für die Empfängerentwicklung und Verifikation spielt auch eine kürzlich erfolgte Erweiterung am railGATEStandort Wildenrath eine große Rolle. Hier wurde die 550 Meter lange Wendeschleife für Züge zu einer geodätischen Referenzstrecke ausgebaut und mit sehr

“

Beide Standorte können von allen Interessenten für eigene Test genutzt werden.”

Martin Pölöskey, der Leiter des ARIC

leistungsstarken geodätischen Geräten aus der Vermessungstechnik ausgerüstet. Martin Pölöskey: „So setzen wir einen Referenzrahmen, mit dem die Leistungen und Kenndaten verschiedener SatNavBausteine verglichen werden können. Auf dieser geodätisch vermessenen Strecke liegt die Genauigkeit bei 2 cm und die Galileo Testumgebung bietet dazu noch eine Präzision von 0,8m. Tester können ihre Geräte auf Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page38

INFRA

Mit dem Rangierroboter kann ein Zug exakt an einem vorher bestimmten Punkt kuppelbereit anhalten und das Rangieren läuft so wesentlich schneller und effizienter ab. © Grafik: ARIC / RWTH Aachen

Tester können ihre Geräte auf einem speziellen Wagen über die Strecke fahren lassen und die dynamischen Ergebnisse mit dem Referenzrahmen vergleichen

einem speziellen Wagen über die Strecke fahren lassen und die dynamischen Ergebnisse mit dem Referenzrahmen vergleichen. Dies ist ein gutes System für erste Tests und Validierungen, und in Kürze kann es auch zur Gerätekalibrierung eingesetzt werden.“

Erste konkrete Anwendungen Im Projekt Galileo above wurden schon erste Funktionen auf Basis der Galileo-Signale erarbeitet, die als Basis für kommerziell nutzbare Anwendungen dienen können. „Dank der exakten Positionierung über Galileo kann etwa die Geschwindigkeit eines Zugs viel besser erfasst werden. Herkömmliche Tachometer basieren auf Sensoren an den Rädern, die insbesondere beim Beschleunigen und Abbremsen eines Zugs einem gewissen Schlupf unterliegen („durchdrehen“). In diesem Moment weiß der Lokführer nicht, wie schnell sein Zug fährt. Dieses Problem kann durch die Verwendung von Satellitensignalen gelöst werden“, erklärt Martin Pölöskey. Auf Basis solcher Funktionen wurden von der RWTH die Grundlagen für einen Rangierroboter im railGATE entwickelt, der ein schnelleres Rangieren von Güterwagen ermöglicht. „Heute läuft das in der Praxis noch mit

FR n Galileo, le système européen de navigation par satellite, entrera en service en 2015. n En Allemagne, le signal est d’ores et déjà disponible dans 5 zones d’essai. n L’Automotive & Rail Innovation Center de l’AGIT mbH, à Aix-la-Chapelle, est le point de contact local.

www.logon-euregio.com

n In 2015 gaat Galileo, het Europese systeem voor satellietnavigatie, van start. n In Duitsland is het signaal vandaag al in 5 testgebieden beschikbaar. n Het Automotive & Rail Innovation Center Aachen van AGIT GmbH is aanspreekpunt.

38 - Log.ON 007

Handzeichen und Funkkommunikation zwischen dem Lokführer und einem Assistenten draußen am Gleis ab. Mit dem Rangierroboter kann ein Zug exakt an einem vorher bestimmten Punkt kuppelbereit anhalten und das Rangieren läuft so wesentlich schneller und effizienter ab. Dem Vernehmen nach besteht in den großen Seehäfen ein großer Bedarf an solchen Lösungen. Wie schnell ein Container-Schiff entladen werden kann, hängt auch davon ab, wie effizient die Container vom Kai wegtransportiert werden. Züge spielen dabei eine entscheidende Rolle.“ In Aldenhoven wird derzeit weiter an Anwendungen gearbeitet, die die Sicherheit in Fahrzeugen verbessern und sich dabei auf die exakte Position mit umfangreicher Streckeninformation stützen. Ein anschauliches Beispiel hierfür ist das Kurvenlicht. Derzeit schaltet sich dieses Licht an, wenn der Fahrer in die Kurve einfährt. Weiß der Wagen allerdings, dass eine Kurve kommt, kann sich das Licht früher einschalten, so dass der Fahrer jederzeit gute Sicht auf die Strecke hat und mögliche Hindernisse in der Kurve rechtzeitig bemerkt. „Weitere Möglichkeiten sind die Warnung bei einer zu hohen Geschwindigkeit vor einer Kurve oder sogar das automatische Abbremsen vor der Kurve. Im Rahmen moderner Automobiltechnologien wird außerdem viel in Car to Car Communication investiert, die ebenfalls in den GATEs der Euregio genutzt wird. In Kombination mit einer exakten Standortbestimmung ist so ein großer Schritt in Richtung Sicherheitsoptimierung möglich, indem z. B. Auffahrunfälle am Stauende vermieden werden. Solche Warnsysteme bestehen bereits und bei Nutzfahrzeugen ist heute schon teilweise automatisches Abbremsen möglich. Der nächste Schritt ist dann, dass das Fahrzeug diese Aufgabe komplett vom Fahrer übernimmt. Doch dafür ist das gesetzliche Umfeld noch nicht geschaffen. Die haftungsspezifischen Regelungen lassen sicher noch einige Jahre auf sich warten“, so Martin Pölöskey. > Peter Ooms www.aric-aachen.de

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page39

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:53 Page40

DOSSIER

Nog ruime marge voor mo d n Bij een dertigtal bedrijven kunnen 50.000 TEU van de truck naar het binnenschip n Het potentieel is groter in Belgisch Limburg dan in Nederlands Limburg

n Scania Parts Logistics start een pilootproject om de haalbaarheid te onderzoeken

40 - Log.ON 007

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page41

o d al shift in Limburg n Belgisch en Nederlands Limburg zijn bij een dertigtal bedrijven alleen al zowat 50.000 TEU per jaar te vinden die in aanmerking komen voor een verschuiving van wegvervoer naar binnenvaart op de assen van en naar Antwerpen en Rotterdam, zo blijkt uit een studie. Pilootprojecten moeten nu bewijzen dat de beloofde voordelen ook hard te maken vallen. De studie vond plaats in het raam van het Impactproject bij ‘Grenzeloze Logistiek’ binnen het Europese Interreg

“

Er gaan heel wat goederenstromen over de weg die eigenlijk perfect op het schip zouden kunnen.”

IV-A programma ‘Grensregio Vlaanderen-Nederland’. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij voor Belgisch Limburg (POM Limburg) sloeg daarvoor de handen in elkaar met de Kamer van Koophandel Nederland en het European Logistics Center uit Nederlands Limburg.

Drietrapsraket Het project ontvouwde zich als een soort drietrapsraket. Eerst vond een vooronderzoek plaats over het theoretisch potentieel voor een modal shift in beide Limburgen. Daarbij werd vooral een kostentechnische vergelijking tussen wegvervoer en binnenvaart gehanteerd. Belangrijkste conclusie was dat de waterweg zeker aan-

DE n Bei rund 30 Unternehmen können 50.000 TEU vom Truck aufs Binnenschiff n Belgisch Limburg hat ein größeres Potenzial als Niederländisch Limburg n Scania Parts Logistics untersucht die Machbarkeit mit einem Pilotprojekt

Zowel Nederlands als Belgisch Limburg beschikt over de nodige terminals om containertrafieken van de weg naar het water over te hevelen.

www.logon-euregio.com

n 50.000 TEU pourraient passer de la route au fluvial dans une trentaine d’entreprises n Le potentiel est plus grand dans le Limbourg belge que dans le Limbourg néerlandais n Scania Parts Logistics entame un projetpilote pour étudier la faisabilité

Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page42

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page43

DOSSIER

trekkelijk kan zijn voor bedrijven in een straal van 30 km rond een binnenvaartterminal met dagelijkse afvaarten naar de grote zeehavens Antwerpen en Rotterdam. Dat kostenvoordeel neemt toe als de betrokken terminals ook de functie van depot voor lege containers vervullen (zodat de lege doos niet zo snel mogelijk teruggebracht moet worden). Ook een kilometerheffing zou de competitiviteit van het binnenschip tegenover de vrachtwagen – en dus de mogelijke actieradius van inlandterminals opvijzelen. Omgekeerd heeft het invoegen van een containertransferium als bijkomende schakel tussen inlandcontainerterminal en zeehaven een negatieve impact omwille van de additionele behandelingen en kosten die daarbij komen kijken. Het marktgebied van de Limburgse terminals wordt dan drastisch kleiner. Het rapport wijst in de twee Limburgen verschillende clusters aan (Genk, Tongeren, Venray, Venlo, Born, Stein…) die zich omwille van hun logistieke densiteit en goede connecties van en naar Antwerpen en/of Rotterdam bijzonder goed lenen voor een modal shift (beide kaarten overlappen elkaar in belangrijke mate). Nieuwe binnenvaartverbindingen (zoals de containerdienst die onlangs van wal stak tussen Antwerpen en Zuidoost-Nederland) kunnen dat effect alleen maar versterken of uitbreiden. Op basis van die theoretische analyse vond een ‘field research’ plaats waarbij enkele honderden bedrijven benaderd werden met het oog op een concreet onderzoek naar een mogelijke modal shift door een onafhankelijk expert. In die fase werd een volume van meer dan 50.000 TEU per jaar geïdentificeerd die voor een verschuiving in aanmerking kan komen. De meest kansrijke cases worden momenteel uitgewerkt tot pilootprojecten die telkens door een afzonderlijk expert begeleid zullen worden.

Potentieel niet opgebruikt Johan Grutman, logistics manager van het Logistiek Platform Limburg (actief onder de koepel van de POM Limburg), trekt alvast één belangrijke conclusie uit de studie: “Ze bevestigt dat vandaag nog steeds heel wat goederenstromen over de weg gaan terwijl ze eigenlijk perfect op het schip zouden kunnen. Wie beweert dat de binnenvaart het potentieel eigenlijk al volledig benut, heeft het dus duidelijk verkeerd voor.” Dat ondernemingen de binnenvaart nog vaak links laten liggen, heeft volgens hem deels te maken met hun gebrek aan vertrouwdheid met die modus. “Er zit veel logistieke expertise bij de bedrijven, maar ze kennen de binnenvaart niet altijd genoeg. Zij willen ook geen risico’s nemen met voor hen belangrijke trafieken. Een beroep kunnen doen op een onafhankelijke expert kan dan helpen om de mogelijkheden goed in kaart te brengen.” Voor Belgisch Limburg is Grutman hoopvol gestemd. “Niet alle analyses leveren een positief resultaat op. Maar we zijn erin geslaagd bedrijven te identificeren die beantwoorden aan de nodige criteria – soort activiteiten, afstand tot een terminal, lead times… - om succesvol met de binnenvaart te kunnen werken. Maar het is nu ook aan de binnenvaartterminals en –operatoren om daar gepast op in te spelen.” In Belgisch Limburg ziet hij kans om zo’n 30.000 TEU bij een tiental bedrijven aan te spreken. Vijf gaan in de

Scania Parts Logistics test binnenschip uit Scania Parts Logistics in Opglabbeek is één van de Belgische bedrijven bij wie een pilootproject op stapel staat. “Wij hebben ons potentieel voor een modal shift laten onderzoeken door een extern expert en de resultaten die daaruit naar voor kwamen op het gebied van kostprijsreductie, zijn meer dan aantrekkelijk genoeg om de waterweg ook effectief te gaan uittesten”, zegt logistiek verantwoordelijke Ward De Leger. Het centraal platform voor de wereldwijde distributie van onderdelen van de Zweedse vrachtwagenbouwer gaat in eerste instantie zijn flow richting Brazilië op het binnenschip zetten. Die flow is met zijn zes à zeven hi-cube veertigvoeters per week de belangrijkste in het overzeese gebeuren van het bedrijf (dat in totaal betrekking heeft op een 25-tal van die laadkisten op weekbasis en vrijwel volledig via Antwerpen loopt). De containers met bestemming Brazilië gaan momenteel allemaal over de weg richting Antwerpen voor verscheping naar Zuid-Amerika (de hele reis neemt drie à vier weken in beslag). Vanaf oktober – de startdatum staat nog niet helemaal vast – zal de truck enkel nog ingeschakeld worden voor het voortransport naar de containerterminal van Meerhout aan het Albertkanaal. Van daaruit zullen de containers met Scania-onderdelen wekelijks in één beweging per binnenschip naar de maritieme terminal in Antwerpen doorgevoerd worden. Voor Scania Parts Logistics gaat het om een primeur. “We hebben de waterweg wel al gebruikt voor inkomende lading, maar dat gebeurt slechts sporadisch. Outbound is dat enkel het geval geweest in het raam van de opstart van een nieuw magazijn in Singapore. Die zendingen waren veel minder tijdkritisch. Dat we voor trafieken zoals de wekelijkse replenishment van ons magazijn in Brazilië tot dusver het binnenschip nog niet gebruiken, is voor een deel te verklaren door het feit dat we heel sterk op lead times en service focussen. Met deze proef willen we weten of een structurele shift voor bepaalde goederenstromen haalbaar is of wat de juiste mix kan zijn tussen wegvervoer en binnenvaart”, aldus De Leger. De test zal moeten uitwijzen of de in het vooruitzicht gestelde kostenvermindering voor het transport ook waargemaakt kan worden. Die besparing is op papier niet gering: “De analyse heeft het over 200.000 euro per jaar als onze volledige overzeese flow op het binnenschip gezet zou worden, wat zeker aanzienlijk is. Het is afwachten wat de besprekingen van onze vaste expediteur met de terminal en de binnenvaartoperatoren opleveren, maar ook al zou de besparing uiteindelijk lager komen te liggen, lijkt het de moeite”, geeft hij nog aan. Als de proef positief uitdraait, zal Scania Parts Logistics in een volgende fase ook bekijken hoe zijn interne processen in functie van de nieuwe manier van werken geoptimaliseerd kunnen worden.

komende weken in de pilootfase treden, maar de logistics manager zou er daar graag nog vijf andere aan toevoegen. Op het huidige lijstje staan onder meer Scania Parts Logistics (zie kader), Essers, Bose en Konings. Drankenproducent Konings kijkt – naast een gegronde business case als basisvoorwaarde – vooral uit naar de mogelijkheid om te werken naar een stabiele (outbound) transportplanning, het aantal vrachten over de werkweek uit te vlakken en secundaire baten te boeken zoals een hogere duurzaamheid, geeft supply chain manager Jeroen Everars aan. Konings ligt in Zonhoven niet ver van de terminals in Genk of Meerhout, maar maakt Log.ON 007 -

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page44

DOSSIER

momenteel geen gebruik van de binnenvaart. Gelet op het belang van overzeese export voor het bedrijf raamt Everars het containervolume dat theoretisch het water op kan, op ongeveer 3.500 TEU per jaar. “Maar de klanten hebben daar ook hun zeg in, want we verkopen heel wat ex works”, voegt hij daar nog aan toe.

Laaghangend fruit al weggeplukt Ook in Nederlands Limburg was de intentie om vijftien bedrijven te vinden die uitzicht bieden op een modal shift. Die taak bleek een pak moeilijker, valt uit het Nederlandse deelrapport op te maken. Dat heeft in belangrijke mate te maken met het feit dat de verladers in de regio – “koploper voor de ontwikkeling van achterlandterminals ten behoeve van de mainports” - al intensief benaderd worden door de containerterminals en de concurrentie intens is. “Het laaghangend fruit is al weggeplukt. Er blijft nog genoeg middelhooghangend fruit te vangen, maar de randvoorwaarden zijn daar momenteel niet voor verenigd”, legt Ad Verhoeven, adviseur bij de Kamer van Koophandel Zuid-Nederland, uit. Daarmee doelt hij op de zware problemen die zich in de voorbije maanden hebben voorgedaan in de containerbehandeling in Rotterdam. De binnenvaart kreeg er met lange wachttijden af te rekenen. “Aan theoretisch potentieel is er ook in Nederlands Limburg geen gebrek. Maar als de binnenvaart niet op haar normaal peil kan presteren qua vaar-, los- en laadtijden, dan slaat het hele rekenmodel uit balans.” Er zijn intussen wel twee ondernemingen gestart met een pilootproject. Verhoeven hoopt dat aantal verder te kunnen aanvullen. De resultaten van het hele project worden op een grensoverschrijdend slotevenement voorgesteld. > Jean-Louis Vandevoorde

44 - Log.ON 007

Honderden bedrijven werden bevraagd over hun potentieel voor een modal shift.

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page45

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page46

CARTE BLANCHE

Logistik 4.0 gleich Industrie 4.0? n Das Internet der Dinge, Daten und Dienste hat eine vierte industrielle Revolution ausgelöst

Prof. Dr. Volker Stich Geschäftsführer FIR e.V. an der RWTH Aachen

n Logistik spielt im Zuge von Industrie 4.0 eine entscheidende Rolle

n Jederzeit verfügbare Informationen fördern die Integration entlang der Supply Chain

“

ach der Mechanisierung, Elektrifizierung und Informatisierung der Industrie in den letzten beiden Jahrhunderten hat das Internet der Dinge, Daten und Dienste im 21. Jahrhundert eine vierte industrielle Revolution ausgelöst. Dabei sind insbesondere produzierende Unternehmen durch technologische Errungenschaften wie auch durch Informatisierung und Globalisierung gefordert. Für uns am RWTH Aachen Campus-Cluster erfährt das Thema „Logistik“ besondere Aufmerksamkeit, spielt aber auch im Zuge von Industrie 4.0 eine entscheidende Rolle. Schon heute unterliegt das Portfolio der Logistikdienstleister einem stetigen Wandel weg von den klassischen Disziplinen Transport, Umschlag und Lagerung hin zu komplexen Logistikdienstleistungen unter Nutzung neuer Technologien. Einen entscheidenden Faktor stellt in diesem Zusammenhang der Umgang mit jederzeit verfügbaren Informationen dar, welche die Integration von Partnern entlang der gesamten Supply Chain fördern. Zusätzlich erlauben sie Logistikern genauere Rückschlüsse auf Bestellvolumen und Nachfrage, womit beispielsweise dem Bullwhip-Effekt begegnet werden kann. Auto-ID-Technologien erlauben das Tracking von Objekten, die Verknüpfung mit zugehörigen Aufträgen und die FR Implementierung in umfangreiche Informationsprozesse. Auf diese Weise entstehen in der „Smart Factory“ die n L’Internet des objets, des données et des „Smart Objects“, welche sämtliche Informationen zu services a déclenché une quatrième révolution Ursprungs- und Bestimmungsort oder Störungen im industrielle Verlauf der Supply Chain beinhalten und über das Internet n La logistique joue un rôle déterminant dans le austauschen. Mit Blick in die Zukunft sprechen wir am FIR cadre de l’industrie 4.0 n La disponibilité permanente des infos favorise in diesem Zusammenhang von einem kooperierenden, l’intégration tout au long de la chaîne logistique autonomen Kollektiv, das sich dezentral selbst optimiert und Logistikdienstleistern die Möglichkeit gibt, > www.logon-euregio.com Unternehmen bei der Ausrichtung auf die angesprochenen NL Mehrwertdienstleistungen zu unterstützen. Wir sind davon überzeugt, dass Logistikdienstleister in Zukunft die n Het internet van goederen, gegevens en Serviceorientierung mitgestalten und über die direkte diensten heeft een vierde industriële Einbindung in integrierte Wertschöpfungssysteme die revolutie veroorzaakt zunehmende Kundenindividualisierung der Aufträge n De logistiek speelt voor industrie 4.0 een beslissende rol begünstigen. n Altijd beschikbare Informatie werkt de > integratie langs de keten in de hand

Mit Blick in die Zukunft sprechen wir am FIR in diesem Zusammenhang von einem kooperierenden, autonomen Kollektiv, das sich dezentral selbst optimiert.”

46 - Log.ON 007

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page47

LOG007_p01-48_06 - pub_flash_p01-44 29/09/14 08:54 Page48