2 minute read
Kinderen aan de haard 30 Cultureel-erfgoedinstelling
KINDEREN AAN DE HAARD
EEN SPEELGOEDVERSIE VAN EEN PANIJZER
Advertisement
Archeologen en historici aanschouwen de geschiedenis vaak op grote schaal. Geologische processen, monumentale gebouwen of revoluties vormen het verhaal van de mens. Metaaldetectoristen daarentegen vestigen graag de aandacht op de kleine schaal, ‘la petite histoire’. Een speelgoedversie van een panijzer gevonden op de opgraving onder het Koning Albert I-park in Brugge biedt een unieke inkijk in het leven van de allerkleinsten.
— Roland Decock en Dieter Verwerft
Onder het Koning Albert I-park in Brugge realiseerden Stad Brugge en Interparking samen met Cit Blaton een nieuwe ondergrondse parking. Het park is normaal gezien een rustige, groene oase: een plek waar je kuiert tussen het Concertgebouw en het station. Enkel tijdens de Meifoor wordt de kalmte doorbroken. Dat was 700 jaar geleden totaal anders. Het bruiste er van bedrijvigheid omwille van de middeleeuwse lakenindustrie. Tijdens archeologisch onderzoek door Raakvlak is voor het eerst concreet archeologisch bewijs gevonden van deze industrie: een unieke collectie lakenloden. Deze keurmerken zijn een kwaliteitswaarborg die op elk stuk stof gehangen worden.
Rond het jaar 1300 lag het gebied binnen de omwalling van Brugge, maar was het onbewoonbaar. Het was een nat meersengebied, tegen de flank van de Zandrug, waaraan ’t Zand zijn naam ontleent. Het terrein was er eeuwenlang zo nat dat er in het moeras een dikke veenlaag groeide bovenop het zand. Om het gebied bewoonbaar te maken is er vanaf de vijftiende eeuw grond gestort, afval van de huizen in de directe omgeving. Deze stortlagen bevatten een groot aantal metalen voorwerpen uit de leefwereld van de inwoners van de wijk rond de Oost- en Westmeers. Ongetwijfeld één van de meest unieke en vertederende objecten is een miniatuurversie van een panijzer. Een panijzer (“panysere”) of treeft is een metalen object met een dubbele functie. Een panijzer kan aan de haak van de haal gehangen worden in de haard boven het vuur: men kan er
Pieter Aaertsen, De pannenkoekenbakkerij, 1560, Rotterdam, Museum Boymans-van Beuningen. De pannenkoeken worden gebakken op een pan in een panijzer. Een speelgoedversie van een panijzer (1400-1600) ontdekt op de opgraving ’t Zand in Brugge in 2021
een steelpan op zetten om te braden en op oude schilderijen en tekeningen wordt het panijzer gebruikt om het ijzeren wafelijzer op te laten rusten tijdens het bakken. Meestal zijn er ook drie pootjes aan om het panijzer op de grond te plaatsen als men het niet gebruikte: het is de voorloper van onze onderzetter. Deze vorm van panijzers stamt uit de veertiende tot de zestiende eeuw. Meestal zijn ze vervaardigd uit smeedijzer. Dit klein exemplaar is gemaakt in een koperlegering, waarschijnlijk tussen 1400 en 1600.
Voor de komst van de televisie was de haard het centrum van de woning: de haard gaf warmte, eten en verlichting. Aan de haard was de plek waar verhalen verteld werden. Het is ook de plaats waar baby’s ingebakerd werden in de gevlochten mand: letterlijk de bakermat. Net zoals vandaag bootsen kinderen in hun spel het leven van volwassenen na. De centrale plaats in het gezin krijgt zo een plaats in het spel van de allerkleinsten.