13 minute read

Storytelling

IN HET MUSEUM VAN DE TOEKOMST

Op de symbolische locatie van Salon Arents, de plek waar bezoekers het museum van de toekomst mee kunnen vormgeven, werd Musea Brugge op 2 juli 2022 officieel erkend als één van de drie cultureel-erfgoedinstellingen van Vlaanderen. Met deze aanduiding wordt Musea Brugge een vlaggenschip van het Vlaamse cultureel erfgoed en het erfgoedveld. Eén van de pijlers waarop deze erkenning is gebouwd: een doordacht publieksbeleid dat centraal staat in de museumwerking.

Advertisement

— Lieven De Visch en Harry Stroobandt

De kracht van verhalen

Verhalen of storytelling zijn meer dan ooit alomtegenwoordig in ons dagelijks leven. Verhalen ontroeren, overtuigen en verkopen. Storytelling wordt vandaag niet meer uitsluitend gebruikt door communicatiebureaus of marketingexperten. Verschillende disciplines gaan op zoek naar hoe ze de kracht van storytelling kunnen inzetten om hun boodschap over te brengen. Welk doel ze ook voor ogen hebben, in essentie willen de verhalenvertellers allemaal hetzelfde: via rake woorden, beelden, muziek een persoonlijke band opbouwen met de ontvanger. Want een goed verhaal vertel je al lang niet meer met woorden alleen. Als luisteraar, bezoeker of kijker verwachten we een totaalervaring. Een multisensoriële beleving waarbij er ownership ontstaat en de ontvanger de boodschap omarmt en zich eigen maakt.

Musea en erfgoedinstellingen staan bol van de verhalen. Over kunstwerken en erfgoedobjecten, over het werk en leven van schilders en oude meesters. Die verhalen gaan vaak uit van de kracht van het object en haar kunsthistorische waarde. Musea maken doorgaans tentoonstellingen rond één maker of rond een thema gelinkt aan een complexe historische context die via verhalen voor de bezoekers ontrafeld wordt. Erfgoedprofessionals zijn verhalenvertellers pur sang. Hun kernopdracht bestaat eruit de waarde en de kennis over hun collecties door te geven aan de volgende generaties. Salon Arents en het museum van de toekomst

Maar zoals het museum als instelling mee evolueert met zijn tijd, evolueert ook de perceptie van die verhalen. In onze hedendaagse, diverse maatschappij volstaat de huidige museale storytelling niet meer. We kunnen er met andere woorden niet langer vanuit gaan dat elke bezoeker de complexe historische beeldcultuur van ons erfgoed herkent. Ook de (kunst)historische waarde van onze collecties volstaat soms niet meer als startpunt om alle bezoekers mee te nemen doorheen onze expo’s. Cultureel erfgoed heeft tegenwoordig niet voor iedereen een even grote actuele betekenis.

Het museum van de toekomst daarentegen gaat over de verhalen die we momenteel niet vertellen. De verhalen van mensen die we (nog) niet bereiken, de blinde vlekken van onze museale werking. Al veel te lang starten de verhalen in het museum vanuit onze eigen kennis en expertise. We vertrekken vanuit ons eigen referentiekader en missen op die manier de kans om ons erfgoed een andere manier waarde te geven voor een nieuw publiek. Een waarde die referentiekaders en achtergronden overstijgt en bezoekers verbindt.

Het vroegere Arentshuis, waar de benedenverdieping plek biedt voor tijdelijke tentoonstellingen en waar boven de vaste collectiepresentatie van Frank Brangwyn nog steeds is te zien, verwelkomt vandaag haar gasten in Salon Arents. In deze dynamische broedplek voor discussie, dialoog en creatie gaan we samen met de bezoekers op zoek naar de bouwstenen van het museum van straks.

Salon Arents, een laboratorium voor de toekomst

In Salon Arents heeft de klassieke museumopstelling plaats gemaakt voor een gezellige ontmoetingsplaats. Het Arentshuis wil een voorloper zijn van het museum als open huis waar alle mensen zich welkom voelen. Een plek om elkaar te ontmoeten en in dialoog te gaan met elkaar, met de samenleving en met het museum als instelling.

Opening Salon Arents met vlnr. Ama Koranteng-Kumi, Dalilla Hermans, Pamela Evbuomwan (DO vzw), Seckou Ouologuem, Elviera Velghe (Musea Brugge) en Rolf Quaghebeur (KAAP).

Salon Sessions met Eyemèr in Salon Arents © Isaac Ponseele

De inspiratie voor Salon Arents is te vinden bij de artistiek-literaire salons zoals die tot bloei kwamen in het zeventiende-eeuwse Parijs. Tot in de eerste helft van de twintigste eeuw vond je in de Franse hoofdstad talrijke salons, ontmoetingsplekken waar kunstenaars, filosofen, schrijvers en musici samen kwamen om te discussiëren over politiek, filosofie en kunst. Salon Arents bouwt verder op deze traditie, maar dan in een modern jasje.

Ons Salon bestaat uit twee zalen. In de achterste zaal is er plaats gemaakt voor collectiepresentaties en interventies die het museum in vraag stellen aan de hand van onze eigen collecties en ingrepen van hedendaagse kunstenaars. De eerste opstelling is gecureerd door kunstencentrum KAAP en Culture Crossing (DO vzw). Hun oog viel vrijwel meteen op Marcel Broodthaers. Broodthaers wilde met zijn werk de discussie openen over het soort museum dat we willen als maatschappij. Willen we kunstinstellingen die verheven tempels zijn voor alles wat ‘schoon’ is? Of werken we aan musea die broedplekken zijn, laboratoria voor kunstenaars? Voor Broodthaers zelf was die keuze snel gemaakt. Tegelijk was de absolute voorwaarde voor hem dat deze artistieke experimenten relevant bleven voor de samenleving en in staat waren om de maatschappij te veranderen. Nadat de opstelling in Salon Arents was opgebouwd, was het tijd om die verder te laten evolueren door kritische posities van kunstenaars toe te voegen, te schuiven, discussiëren en gedachten uit te wisselen. De presentatie van de werken van Broodthaers was het blanco canvas van het ware doel van Salon Arents: samen met alle bezoekers – bewuste of toevallige passant – nadenken over het museum van de toekomst. Vijf nieuwe kunstenaars, Yousra Benfquih, Nelis Naessens, Seckou Ouologuem, Rodrigo Fraga en Line Boogaerts, voegden al hun interventies toe.

In de voorste zaal vind je een huiskamerinrichting met pop-up bar. Deze zaal heet de bezoekers welkom en doet hen op hun gemak voelen. In de boekenkasten vind je literatuur over thema’s die in onze maatschappij spelen, maar die in instellingen als musea vaak nog te weinig aan bod komen. Die thema’s of blinde vlekken – zoals diversiteit, gender, racisme, klimaat, jongerencultuur… – krijgen in het Salon daarom een hoofdrol. Via een activerende werking en participatie probeert publieksbemiddeling die blinde vlekken zichtbaar te maken, met het doel om ze naar de toekomst toe te integreren in onze museale werking. Maar hoe pakken we dit nu precies aan? “ Willen we kunstinstellingen die verheven tempels zijn voor alles wat

‘schoon’ is? Of werken we aan musea die broedplekken zijn, laboratoria voor kunstenaars?”

Het Salon is een plaats van interactie en participatie met de bezoeker. Zo installeren we een moodboard waar bezoekers geconfronteerd worden met enkele rake citaten en afbeeldingen over de blinde vlekken in de museum- en kunstwereld. Vervolgens nodigen we hen uit om de reacties die deze citaten en afbeeldingen bij hen uitlokken, te noteren op het moodboard.

We laten ook verschillende stemmen aan bod komen in het Salon aan de hand van een activerende werking. Zo openden we Salon Arents op 5 mei met een debat met onder andere Ama KorantengKumi, Dalilla Hermans, Elviera Velghe (Musea Brugge), Seckou Ouologuem, Rolf Quaghebeur (KAAP) en Pamela Evbuomwan (DO vzw). Het centrale thema van dit debat was – hoe kan het ook anders – ‘Het museum van de toekomst’. Samen met de Republiek organiseren we in het Salon ook zogenoemde ‘An Evening with’-avonden. Hiervoor nodigen we een centrale gast uit voor een gesprek over relevante thema’s die de spreker nauw aan het hart liggen. Het publiek wordt aangemoedigd om in dialoog te gaan. De eerste gast in deze reeks was Jaouad Alloul. Hij had het over thema’s als gender, seksualiteit, religie en migratie. De vele kruispunten in zijn identiteit en zijn werk vormden hiervoor het fundament. Volgende gesprekken

zijn met Dalilla Hermans (29 september) en Koen Vanmechelen (19 oktober).

Tijdens de zomer organiseerden we ook een concertenreeks onder de noemer ‘Salon Sessions’. Met die concerten willen we jong, Belgisch talent met een verhaal een podium geven. Op de affiche stonden Uma Chine, Eyemèr, Patches, Porcelain id, VENTILATEUR en K1D. Door een huiskamersfeer te creëren waarbij de bezoeker zich thuis voelt en persoonlijk geraakt wordt door de muziek, proberen we via publieksbemiddeling de bezoekers te betrekken. Door samen ervaringen en emoties te beleven willen we een persoonlijke band creëren.

Ook onze museumdichter Seckou Ouologuem is rechtstreeks verbonden met Salon Arents, dat hij gebruikt als uitvalsbasis voor zijn projecten. Sinds de start in april heeft Seckou in Salon Arents tijdens drie zaterdagen een literaire interventie georganiseerd. Via een spel nodigde hij toevallige passanten uit om de kunst uit het museum te beschrijven vanuit hun eigen ervaringen en perspectief. Daarnaast was hij ook aanwezig op de openingsavond van Salon Arents op 5 mei waar hij werd geïnterviewd en een slamperformance bracht. Hij maakte ook deel uit van het debat later die avond (zie hierboven). Op 1 september bracht hij een performance rond het concept poetry cabinet. Aan de hand van een apothekerskast met tweeënveertig schuiven bood de museumdichter evenveel poëtische ervaringen om de ziel te verlichten. Hierbij ging hij rechtstreeks in dialoog met het publiek. Seckou draagt participatie heel hoog in het vaandel. Zo wil hij doelgroepen betrekken die we vandaag niet of weinig bereiken, zoals jongeren en nieuwkomers.

In het museum van de toekomst is er geen plaats meer voor eenrichtingsverkeer. Daarom dient Salon Arents als een soort laboratorium voor later. Hier testen we uit hoe we zo veel mogelijk doelgroepen kunnen betrekken en een zo groot mogelijke impact kunnen nalaten bij hen. Maar dat kunnen we als museum niet alleen: het is noodzakelijk om binnen en buiten de stedelijke ruimte op zoek te gaan naar waardevolle samenwerkingsverbanden waar iedereen de vruchten van kan plukken. Voorlopig gebeurt dat nog op kleine schaal, maar met BRUSK zullen we onze scope nog meer kunnen uitbreiden.

Oog in oog met nieuwe meesters

Het nieuwe museum stelt ook de kracht van het verhaal centraal bij tentoonstellingen. Musea Brugge heeft een lange traditie in het exposeren van zijn collectie oude meesters. Ook die manier van omgaan met een kerncollectie evolueert mee. Zo benadert ‘Oog in oog met de Dood’ – de nieuwste expo van Musea Brugge – het topstuk ‘De dood van Maria’ van Hugo van der Goes door de ogen van vijf hedendaagse meesters.

De kracht van ‘De dood van Maria’ is dat het werk tot op vandaag relevante verhalen vertelt. Verhalen die los staan van enige voorkennis over de context van de laatmiddeleeuwse cultuur waarin de schilder leefde en waarin het werk ontstond. Tijdens de restauratie van het werk legde de restaurator letterlijk een aantal nieuwe invalshoeken bloot. Daarnaast herwon het schilderij opnieuw haar visuele magie die het voor de toeschouwers honderden jaren geleden ook moet gehad hebben. Een fantastisch samenspel van techniek, kleur, compositie en dramaturgie zorgt ervoor dat het werk tot vandaag zijn aantrekkingskracht niet verloren heeft. Alleen al de ontroering die het opwekt zegt iets over het enigma Hugo van der Goes en over de manier waarop zijn werk nog steeds als tijdloos kan ervaren worden.

De tentoonstelling benadert de oude meester Hugo van der Goes als kind van zijn tijd, opgegroeid in de visuele beeldtraditie van de late middeleeuwen. Tegelijk heeft het gezocht naar een hedendaags antwoord op de storytelling van dit topstuk – of anders gezegd: het werk van Hugo van der Goes benaderen vanuit het perspectief van nieuwe meesters van vandaag. Die meesters vertolken hedendaagse stemmen die een link kunnen leggen met de periode waarin ‘De dood van Maria’ gemaakt is en zo de relevantie van het werk aantonen in een hedendaagse context. Theatermaker en regisseur Ivo van Hove kruipt in het hoofd van de oude meester. Als regisseur bewondert hij de verbluffende compositie van het werk, een compositie die van alle tijden is. ‘De dood van Maria’ roept bij hem ook emoties op, die hem terugbrengen naar zijn eigen leven. Naar afscheid van vrienden, maar ook naar het moment waarop je probeert hoop te capteren en vorm te geven. Want ook dat straalt dit werk voor hem uit. Als schrijver en dichter is Ilja Leonard Pfeijffer vertrouwd met het klassieke museale narratief. Toch treft iets anders hem in dit tafereel. Hij ziet de manier waarop een groep mannen zich verzamelt rond één centrale figuur. Hij ziet in Maria de ster van het werk van Van der Goes. Het doet hem reflecteren over de universele moederfiguur die symbool staat voor troost. In ‘De dood van Maria’ ziet hij het afscheid van de warmte van die moederfiguur. Het werk is voor hem ook een symbool van hoop. Hoop dat wat komt even goed is als wat je achterlaat. Opnames met Ilja Leonard Pfeijffer voor ‘Oog in oog met de Dood’.

Sholeh Rezazadeh nam enkele jaren geleden afscheid van haar vaderland Iran. Zij kijkt met een volledig andere bril naar het vijftiende-eeuwse tafereel. Als schrijfster in Nederland nam ze niet alleen afscheid van haar verleden, maar ook van haar moedertaal dat een belangrijk onderdeel van haar identiteit is. Toch ziet ze afscheid vandaag veeleer als een kans. Hoop op een nieuwe toekomst. Een beschouwing die ook weerspiegeld wordt in haar lezing van ‘De dood van Maria’.

Berlinde De Bruyckere en Anne Teresa De Keersmaeker vervolledigen de lijst nieuwe meesters. Zij bekijken Hugo van der Goes en zijn schilderij respectievelijk vanuit de thema’s zingeving en virtuositeit. De opnames hiervoor zijn gepland, maar nog niet voltooid op het moment van schrijven. Tot slot zijn er de verhalen en impressies van de individuele kijker, van de bezoekers van het museum. Al die nieuwe verhalen moeten ons uitdagen om verder te gaan dan de verhalen die we tot nu toe als erfgoedinstituut brachten. We moeten leren om uit te gaan van de hedendaagse kracht van ons historisch erfgoed en de vele associaties en verhalen die onze collectiestukken vandaag oproepen. Tijdens de epiloog van ‘Oog in oog met de Dood’ begeleiden zes muziekstations de bezoekers uit de tentoonstelling. Hugo van der Goes, die tijdens zijn leven zelf op zoek ging naar de helende kracht van muziek, is het uitgangspunt om eigen persoonlijke verhalen te koppelen aan de thema’s van de tentoonstelling. Naast die persoonlijke verhalen zullen er ook per thema afspeellijsten samengesteld worden. Muziek is iets universeels en raakt ons allemaal, daarom kunnen de bezoekers zelf liedjes toevoegen aan die afspeellijsten. Zo creëren we een interactieve ervaring waarbij de bezoeker het gevoel krijgt iets waardevols te hebben achtergelaten voor de andere bezoekers, wat de emotionele band met de expo, de werken en met elkaar versterkt. De kracht van een actueel verhaal rond ‘De dood van Maria’ gaat niet alleen over de individuele betekenis van het werk voor elke hedendaagse kijker. Het helpt ook bij

Opnames met Sholeh Rezazadeh voor ‘Oog in oog met de Dood’.

de deconstructie van verouderde (kunst) historische narratieven. Dat wil zeggen dat we het kunstwerk niet op een klassieke manier gaan tentoonstellen zoals sommige bezoekers gewoon zijn, maar een actueel licht laten schijnen op het schilderij. Ook dat geeft Hugo van der Goes en zijn meesterwerk een nieuwe en onschatbare erfgoedwaarde voor de bezoeker van vandaag én morgen.

Wat brengt de toekomst?

Naar de toekomst toe wil publieksbemiddeling de focus leggen op doorgedreven doelgroepenbenadering, samenwerkingen en participatie. Concreet zullen we onze dertien locaties grondig onderzoeken aan de hand van motivationele strategieën van bezoekers en ze opdelen in een publieksmatrix. Op die manier kunnen we veel doelgerichter werken om specifieke doelgroepen te bereiken. Daarnaast gaan we steeds meer op zoek naar waardevolle, wederzijdse samenwerkingen met verschillende partners, zoals onder meer DO vzw, de Republiek, Reveil vzw, het Entrepot, Cactus en KAAP. Zo ontstaan er duurzame relaties rond het gezamenlijk doel om een divers publiek te bereiken. Ook participatie staat hoog op de agenda. Museumbezoekers zijn meer en meer op zoek naar een unieke ervaring via interactie met zichzelf, met het museum of met elkaar. Die belevenis kan verschillende vormen aannemen, zoals een participatief proces met het publiek waarvan onze jongerenwerking Briklyoung een voorbeeld is. In de toekomst willen we nog harder inzetten op participatie om Bruggelingen meer te betrekken bij het Brugse erfgoed. We hebben met andere woorden ambitieuze plannen voor publieksbemiddeling naar de toekomst toe om op het hoogste niveau mee te spelen en zowel lokaal als internationaal een impact te hebben op de ervaring van onze bezoekers.

This article is from: