6 minute read
Brugge en de zee
Nieuwe vaste opstelling in historische zaal Stadhuis
Sinds eind november 2022 is de nieuwe, vaste museumpresentatie ‘Brugge en de Zee’ te zien in de historische zaal van het Stadhuis. Het onderwerp is niet toevallig gekozen. Het Stadhuis van Brugge getuigt van de rijke geschiedenis van de stad en die rijkdom is in belangrijke mate te danken aan de verbinding met de zee. De relatie tussen Brugge en de zee is verre van stabiel. Eeuwenlang moet de stad vechten. Vechten om zichzelf te beschermen tegen het water of net om de verbinding met de zee open te houden. Aan de hand van een Augmented Reality (AR) maquette en een selectie unieke objecten, schilderijen, prenten en foto’s illustreert de nieuwe vaste opstelling in het Stadhuis de geschiedenis van de verbinding van Brugge met de zee, van de Romeinse tijd tot vandaag. Een verhaal over de geschiedenis van Brugge dat zowel Bruggelingen als binnen- en buitenlandse bezoekers boeit. — Geert Souvereyns
Advertisement
Verdwenen Zwinhavens
Centraal in de nieuwe opstelling in de historische zaal staat een 8,5 meter lange maquette van het landschap tussen Brugge en de Noordzee. Deze maquette is ontwikkeld voor de tentoonstelling
‘Verdwenen Zwinhavens’ (2021), georganiseerd door Westtoer in het Zwin Natuur Park. Via projecties zag je er het landschap tussen Brugge en de Zwinmonding voortdurend veranderen: van de Romeinse tijd tot vandaag. Dit wordt Augmented Reality (AR) genoemd, omdat aan de echte wereld – het landschap – een virtuele laag wordt toegevoegd, met name de historische evolutie.
De tentoonstelling ‘Verdwenen Zwinhavens’ was gebaseerd op jarenlang archeologisch en interdisciplinair onderzoek van de UGent. Archeologen Wim De Clercq, Jan Trachet en Maxime Poulain werkten samen met het Parijse technologiebedrijf Timescope om de complexe geschiedenis van het Zwin en de Zwinhavens op een bevattelijke en innovatieve manier te presenteren aan een breed publiek. Naast de AR maquette ontwikkelde Timescope ook 360° Virtual Reality-kijkers, die nog steeds op verschillende plaatsen in de Zwinstreek opgesteld staan. Via een fietsroute kan je ze allemaal bezoeken. Met de VR-kijkers kan je de plek zien en beleven zoals het er honderden jaren geleden uitzag. Doordat je rondom kan kijken, is het alsof je in de tijd reist.
Totaalbeleving
Westtoer en de UGent wilden de AR maquette niet zomaar verloren laten gaan. De Stad Brugge, één van de partners in de tentoonstelling in het Zwin Natuurpark, bood zich meteen aan als kandidaat-overnemer. Dat is logisch. De positie van Brugge als middeleeuwse handelsmetropool is namelijk niet los te zien van het Zwin en de Zwinhavens. Het stadsbestuur en Musea Brugge zagen er een kans in om een nieuwe, hedendaagse invulling te geven aan de verouderde museumopstelling in de historische zaal.
De AR maquette is niet zomaar overgeplaatst naar het Brugse stadhuis. De expo in het Zwin Natuurpark focuste op het verhaal van de ontwikkeling van de Zwinstreek, van de Romeinse tijd tot vandaag, met de nadruk op de bloeiperiode van de Zwinhavens tussen de 12e en de 15e eeuw. Voor de nieuwe museumpresentatie in de historische zaal is de verhaallijn en de geprojecteerde film aangepast. Opnieuw werd daarbij beroep gedaan op Timescope. Het verhaal is nu meer toegespitst op het eeuwenlange streven van Brugge om een verbinding te hebben met de Noordzee. Wat bijvoorbeeld veel mensen niet weten, is dat er al in de Romeinse tijd een verbinding was tussen Brugge en de zee. Die verbinding liep via een natuurlijke getijdengeul die het land binnenstroomde ter hoogte van Blankenberge. Bij de aanleg van een nieuw havendok in Fort Lapin, net ten noorden van de Brugse binnenstad, werden in 1899 restanten ontdekt van één of meer zeewaardige boten uit de Romeinse tijd. De geschiedenis van Brugge en de zee gaat dus verder terug dan de middeleeuwen. Ook na de middeleeuwse bloeitijd en de verzanding van het Zwin blijft Brugge onverminderd zoeken naar een nieuwe uitweg naar de zee, ditmaal via een nieuw kanaal naar Oostende. Aan het uiteinde van dit kanaal laat de stad in 1664 de Handelskom uitgraven en er kades, scheepswerven en magazijnen bouwen. Deze periode kwam nauwelijks aan bod op de Zwinexpo, maar is aan de AR-projectie in het stadhuis toegevoegd aan de hand van een historische kaart die de aanleg van nieuwe kanalen in de 17e eeuw aantoont.
Nieuw is ook dat de AR projectie voorzien is van een audioverhaal in het Nederlands, Engels en Frans, te beluisteren via een hoofdtelefoon. Professor Wim De Clercq van de UGent werkte hieraan mee. Timescope integreerde bovendien de Virtual Reality beelden van de monding van het Zwin bij Sluis en de havenactiviteiten in Damme en de Spiegelrei in de AR maquette. De vertelstem, de geluidseffecten en de VR beelden verlevendigen het verhaal en zorgen voor een totaalbeleving.
Blikvangers
Het verhaal van ‘Brugge en de zee’ wordt ondersteund door de schilderijen, historische kaarten, objecten en foto’s in de historische zaal. Stuk voor stuk getuigen zij van de overzeese handel en het streven van Brugge naar een verbinding met de zee. Er is daarbij in de eerste plaats geput uit de rijke archeologische collectie van Raakvlak: van Romeins import-aardewerk en kleine zegelstempels van middeleeuwse handelaars tot het monumentale roer van de Romeinse boot, gevonden bij Fort Lapin. Voor de latere periodes zijn objecten geleend uit het Stadsarchief en de erfgoedcollectie van de Openbare Bibliotheek Brugge. Bijzonder zijn de 14e-eeuwse verslagen van inbeslagnames van Engelse schepen in Sluis, die precies beschrijven welke handelswaar zij aan boord hadden en voor wie zij waren bestemd. De inhuldigingsfeesten van de nieuwe haven van Zeebrugge in 1907 worden geïllustreerd aan de hand van affiches, prentbriefkaarten en ander gelegenheidsdrukwerk.
Nog een blikvanger is een beeldschone majolicaschotel, die de Stad Damme voor vijf jaar in bruikleen heeft gegeven aan Musea Brugge. Het maken van dergelijke schotels met goudluster was in de 15e eeuw een specialiteit van Islamitische pottenbakkers uit het Spaanse Valencia. Spaans-Moors aardewerk zoals dit werd tijdens de late middeleeuwen in grote hoeveelheden ingevoerd via de haven van Sluis.
De nieuwe permanente tentoonstelling in de historische zaal van het stadhuis is zonder meer een nieuwe troef voor Musea Brugge. ‘Brugge en de zee’ laat de 60.000 bezoekers, die jaarlijks de Gotische zaal in het stadhuis komen bewonderen, op een eigentijdse manier kennismaken met een belangrijk aspect van de Brugse geschiedenis.
De sporen van zeepokken tonen aan dat deze beker lange tijd in de zee lag. Een visser vond hem in zijn netten in de Britse territoriale wateren. Dit luxeaardewerk is vervaardigd door pottenbakkers uit Lezoux (Centraal-Gallië) in zogeheten terra sigillata Dergelijke vondsten wijzen op de overzeese handel in de Romeinse tijd.
In juli 1907 werd de officiële opening van Zeebrugge gevierd met een indrukwekkende feestweek. Het hoogtepunt was de plechtige inhuldiging van de nieuwe haven in aanwezigheid van koning Leopold II, prins Albert en prinses Elisabeth. Naast het officiële gedeelte waren er ook allerlei evenementen die het luisterrijke verleden van Brugge in beeld brachten. Tijdens de zomermaanden liep er een tentoonstelling rond het Gulden Vlies. In de feestweek werden een historische stoet en middeleeuwse steekspelen gehouden. Ook de indrukwekkende vlootparade sprak tot de verbeelding.
Tegenwoordig vinden schepen eenvoudig de weg met behulp van satellieten, maar eeuwenlang was navigeren op zee veel moeilijker. Omstreeks
1730 vond de Engelse wiskundige John Hadley de octant uit, de voorloper van de sextant. Met een octant konden zeelui nauwkeurig de hoek meten die de zon of een andere ster ten opzichte van de horizon maakte. Op basis van die informatie konden ze hun locatie en hun koers bepalen.
Deze schotel is een voorbeeld van lusterwaar: aardewerk dat dankzij een speciale techniek een goudkleurige metaalglans heeft. Islamitische pottenbakkers uit het Spaanse Valencia waren erin gespecialiseerd. In deze schotel herken je dan ook duidelijk oosterse invloeden, zoals de blauwe plantenmotieven. Spaans-Moors aardewerk zoals dit werd tijdens de late middeleeuwen in grote hoeveelheden ingevoerd via de haven van Sluis. Die had van de stad Brugge de toestemming gekregen om het aardewerk te verhandelen.
Omstreeks 1600 startten de aartshertogen Albrecht en Isabella met een programma om de Vlaamse havens te herstellen en kanalen te graven tussen Gent, Brugge, Oostende, Nieuwpoort en Duinkerke. Een ervan was de Oostendse Vaart, tussen Oostende en Brugge. Aan het uiteinde ervan legde Brugge in 1664 een grote havenkom aan, met kades, scheepswerven en opslagruimtes. De stad zag het groots en wist het zeker: de middeleeuwse gloriedagen zouden spoedig terugkeren. De Nederlandse marineschilder Hendrik van Minderhout maakte dit schilderij in opdracht van de Stad in 1665, ter gelegenheid van de inhuldiging van de Handelskom. Het stadsbestuur wilde hiermee Brugge terug in de markt zetten als een bedrijvige havenstad.
In 1371 en 1384 werden enkele Engelse schepen in beslag genomen in Sluis. Dit verslag geeft een unieke inkijk in de rol van Brugge als draaischijf van internationale handel. Producten uit Italië en Spanje vonden via Brugge hun weg naar de Engelse markt. Omgekeerd kon Vlaanderen niet zonder Engelse wol voor de lakennijverheid. Behalve wol voerden Engelse schepen ook graan, bier en haring aan.