6 minute read

Vloethemveld

Europese topnatuur en Open erfgoed

Vloethemveld is een veldgebied met een lange geschiedenis op de grens tussen Jabbeke en Zedelgem. Op het einde van de 13e eeuw wordt het domein door Gwijde van Dampierre, Graaf van Vlaanderen, aan het Brugse Sint-Janshospitaal geschonken. Die beheren het gebied tot zij er in het begin van de 20e eeuw een deel van moeten overdragen aan het Belgische leger. Na een gebruik als munitiedepot met kazerne, krijgsgevangenenkamp en later een school voor Nederlandstalige onderofficieren, wordt het veldgebied vandaag beheerd en ontsloten door Agentschap Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid (ANB). De omvorming van militair domein naar natuurgebied gebeurt in verschillende stappen met oog voor het aanwezige erfgoed. — Griet

Advertisement

Lambrecht

Transformaties

In 1296 is Vloethemveld door Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen, aan het Sint-Janshospitaal geschonken. In de eeuwen nadien slaagt men er met veel moeite in om toch een opbrengst te verkrijgen uit dit weinig vruchtbare domein. Men verpacht verschillende hoeves en vijvers voor snoek- en karperteelt en in de 18e eeuw start een groot bebossingsproject. De Duitse bezettingsmacht, die in 1914 in Zedelgem neerstrijkt, laat zijn oog vallen op het bos. De bomen worden gekapt voor de constructie van loopgraven aan het IJzerfront. Na WOI vestigt het Belgische leger hier een munitiedepot met kazerne. In de Tweede Wereldoorlog verovert het Duitse leger het munitiedepot en gebruikt het de infrastructuur zelf. Vlak na de oorlog worden op deze locatie vier naast elkaar gelegen krijgsgevangenenkampen ingericht: POW-kamp 2226 en 2227 in het voormalige munitiedepot en ten noorden hiervan de twee tentenkampen POW-kamp 2229 en 2375. Nadien neemt het Belgisch leger het gebied terug in handen. Het munitiedepot wordt hersteld en in het begin van de jaren 50 richt men een school voor Nederlandstalige onderofficieren op langs de Diksmuidse Heirweg. Dit verleden laat veel sporen na in het landschap: naast de relicten van de militaire aanwezigheid en het oorlogsverleden, zijn er in het gebied nog veel sporen van de ontginning van de woeste gronden en landbouw terug te

Na deze bewogen geschiedenis wordt het kerngebied van Vloethemveld vanaf de jaren 1980 aangekocht door de Vlaamse Overheid in functie van de natuur. Sinds 2012 is het laatste deel van het voormalig militair domein in handen van de Vlaamse overheid. Vandaag is het natuurgebied 365 hectare groot. ANB voert er natuurbeheer uit, zodat de heide en bossen hersteld en onderhouden worden, plant extra bossen en zet in op meer natte natuur. Zij zetten ook in op de sanering van vervuilde gronden en natuurlijk het beheer van het aanwezige erfgoed. Hiervoor bundelt ANB de krachten met de gemeentes Jabbeke en Zedelgem, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), de VZW Vloethemveld en het Historisch Wetenschappelijk Comité Vloethemveld. Door wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en door uitgebreide verbouwings- en onderhoudswerken, wil men bezoekers de kans geven de unieke natuur en het rijke erfgoed te ontdekken en te beleven. Dit hele traject werd voor het publiek zichtbaar bij de opening van een nieuw onthaalgebouw in november 2022. In het Kamphuis krijgt de bezoeker een overzicht van de geschiedenis van het Vloethemveld aan de hand van infopanelen en enkele vitrines met archeologische vondsten, voorwerpen uit privécollecties, een maquette en enkele opgezette insecten die heel specifiek zijn voor het gebied.

Een zeer jonge archeologische collectie

Na het jarenlange militaire gebruik zijn zeer veel metalen objecten in de ondergrond achtergebleven. Twee vrijwilligers van ANB, Anton en Guido Blokken, zijn sinds 2018 bezig met een metaaldetectiecampagne in het gebied. Zij verzamelen zeer veel archeologische vondsten uit de teelaarde. Omdat Zedelgem en Jabbeke zijn aangesloten bij Raakvlak komen deze vondsten van het ANB in het onroerenderfgoeddepot ‘De Pakhuizen’ terecht. De vondsten, die voornamelijk dateren uit de periode van het krijgsgevangenenkamp (1944-46) vertellen een interessant verhaal.

Bij deze vondsten zijn er twee categorieen, die direct opvallen: voorwerpen die de gebruikers hebben aangepast en handgemaakte voorwerpen uit schroot. Op de aangepaste vondsten zijn sporen van de start van het denazificatieproces terug te vinden. Swastika’s en adelaars zijn weggehaald van koppelsloten, medailles, bestek en uniformen. Vele krijgsgevangenen gooiden hun persoonlijke bezittingen met nazi-emblemen weg of ze pasten ze aan om ze te kunnen blijven gebruiken. Op de vondsten is te zien hoe sommigen geduldig de symbolen weg hebben gewreven met een steen terwijl anderen drastischer te werk gingen. Wie zijn gesp weggooide of zodanig verzwakte dat die onbruikbaar werd, zag zich genoodzaakt om zelf uit schroot een nieuwe gesp te kerven. Er zijn ook andere zelfgemaakte voorwerpen aangetroffen, zoals kleerhangers en messen die met de hand zijn gehamerd uit de bliksemafleiders van de voormalige munitiedepots. Uniek is een klein potloodstompje verstevigd met koperdraad. Hierbij is een grafietstaafje in een gespleten stukje hout geklemd waarna het geheel is omwikkeld met een koperdraadje. Informatie over dit object en vele andere van deze nieuwe vondsten is via de website van Raakvlak te raadplegen.

Voor Raakvlak is het aanvaarden van deze collectie (post-)WOII-vondsten een leerproces. Vergeleken met de meeste stukken in het depot is dit een zeer jonge collectie. Het is pas de laatste 10 jaar dat op archeologisch vlak ook aandacht wordt besteed aan archeologie van WOII. Het ensemble past in een relatief nieuwe strekking in de archeologie, namelijk de conflictarcheologie. Dit is een term die gebruikt wordt voor archeologisch onderzoek naar resten van verdediging, oorlogsvoering en bezetting waarbij sporen van veldslagen of militaire bouwwerken onderzocht worden. Onderzoek in een krijgsgevangenenkamp van vlak na het conflict valt daar ook onder. Conflictarcheologie draagt bij aan de kennis over en vorming van adviezen over de mogelijke bewaring of restauratie van kampen, frontlinies, forten of de bescherming van een veld waar een historische veldslag plaats vond. Dit geldt voor conflicten van honderden jaren geleden, maar evenzeer voor conflicten uit onze recentere geschiedenis.

Boek

Het ANB, de VLM en de gemeentes Zedelgem en Jabbeke brachten in december 2022 het boek ‘Vloethemveld, verborgen Parel’ uit. Het behandelt in verschillende hoofdstukken de landschapsgeschiedenis van Vloethemveld vanuit geologisch en historisch perspectief. Een hoofdstuk over archeologie en landschap is ook in het boek opgenomen. Een aantal van de recente archeologische vondsten worden in een apart hoofdstuk besproken. Verder wordt het militaire verleden behandeld alsook de omvorming naar natuurgebied, met veel aandacht voor de specifieke fauna en flora van het gebied. Het boek illustreert prachtig hoe natuur en erfgoed hand in hand kunnen gaan. ‘Vloethemveld, verborgen Parel’ is te koop in de gemeentehuizen van Jabbeke en Zedelgem, 45 euro.

Selectieve bibliografie

G. E. Cappon , L. Meulebrouck en A. Zwaenepoel, Vloethemveld, Verborgen Parel, Stichting Kunstboek, Oostkamp, 2022.

Raakvlak Jaarverslag 2020

Beste lezer,

Iedereen heeft vrienden nodig. En dus ook de Musea van Brugge. Al 65 jaar ondersteunt de vereniging van de Vrienden van de Stedelijke Musea Brugge de museale werking van de historische provinciehoofdstad. Dat gebeurt op vele manieren: door vrijwilligers warm te maken om de museale activiteiten op het terrein te ontwikkelen, door fondsen te verzamelen, lezingen aan te bieden, exclusieve bijeenkomsten te organiseren, door de musea te helpen om kunstwerken te verwerven voor de uitbreiding van de collecties.

Al die activiteiten kunnen enkel worden ontwikkeld door de massale steun van onze leden, die we tot buiten onze landsgrenzen rekruteren. De leden zorgen via de betaling van hun jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage voor de nodige zuurstof om onze werking te kunnen verderzetten en zelfs uit te breiden. Ze krijgen daar natuurlijk wel wat voor terug: gratis toegang tot de dertien musea, gratis bijwonen van lezingen over uiteenlopende onderwerpen, bijzondere bezoekmomenten aan de musea bij nieuwe tentoonstellingen. Daarnaast krijgen al onze leden ook het ledentijdschrift én dit fijne MB Magazine. Tussendoor brengen wij hen geregeld op de hoogte van nevenactiviteiten, zelfs van andere verenigingen, via een digitale Flashmail.

Bovenop die materiële voordelen die we kunnen aanbieden merken we ook dat onze leden enthousiast en met fierheid in ons verhaal stappen. Dat ondervonden we onder meer bij de crowdfunding die de Vrienden op het getouw zetten bij de restauratie van de bidkapel van het Gruuthusepaleis. Toen pakten we ook uit met een speciaal door ons gecreëerd bier dat gretig aftrek vond in de eindejaarsperiode.

Naast de steun van onze ‘gewone’ leden kunnen we ook rekenen op onze sponsoren, die ons ook na corona trouw zijn gebleven. Voor hen halen we het beste uit de kast zodat ze hun klanten of personeel een onvergetelijke ervaring kunnen bieden. Wij voeren overigens besprekingen om het aantal partners op te krikken en zo onze leden nog meer te kunnen aanbieden.

Om dit alles blijvend te organiseren doen we beroep op een groep enthousiaste en gedreven bestuursleden. Je vindt ze terug op de foto bij dit artikel. Zij staan garant voor nieuwe inzichten en een participatieve, duurzame, inclusieve en diverse Vriendenwerking. Jullie kunnen op ons rekenen. Wij toch ook op jullie?

Met

veel dank,

Luc Coulier, Voorzitter

This article is from: