3 minute read

Een consoleklok met een vos van Jacques Minne

Deze prachtige consoleklok van de Brugse horlogemaker Jacques Minne bestaat uit twee delen, een wandklok en een bijpassende console waarmee de klok tegen de muur wordt gehangen. De Vrienden van de Musea kochten dit fraaie meubel in 1989 aan. — Door Kristel Van Audenaeren

Jacques (of Jacobus) Vedastus (of Fidastus) Minne is uurwerkmaker van dienst voor deze klok. Over Jacques weten we niet echt veel. Hij werkt in Brugge en Menen, wordt geboren in 1716 en sterft in 1807. In de Gazette van Brugge, mooi ontsloten via erfgoedbrugge.be, kunnen we lezen dat Jacques Minne al zijn horloges en horlogemakersgereedschap op 8 mei 1802 publiekelijk verkoopt via Notaris De Bay. Minne is dan toch al 86. Dankzij Eddy Fraiture en de overgebleven materiële bronnen weten we dat Jacques zowel staande als penduleklokken maakt en de technieken uit Engeland en Frankrijk nauw op de voet volgt. Minne is de maker van de horlogemechaniek. Zijnnaam prijkt op de wijzerplaat (J.Minne à Bruges). De behuizing kan best door een schrijnwerker zijn gemaakt en

Advertisement

mogelijk ook de schildering in vernis Martin-techniek. Het kan zelfs zijn dat het decoratieve ontwerp nog door een andere kunstenaar is gemaakt. De meeste klokken worden door meer dan een ambachtsman gemaakt.

Deze consoleklok dateert uit het midden van de achttiende eeuw. In de periode van 1750- 1760 zet de Franse stijl de toon voor de behuizing van klokken. De fraaie asymmetrische pauw en het ornamentele bovenwerk zijn overduidelijk rococo. De wandklok is getailleerd en behoort daarmee tot de meest gegeerde van de wandklokken in Franse stijl. Onderaan op de console staat in de donkergroene beschildering een jagende vos afgebeeld. De vos kijkt naar een raaf die een stuk kaas in zijn snavel houdt. Het gaat hier om een bekende fabel die zowel door Aesopus als door Jean de La Fontaine wordt beschreven. In de verhalen van de Vos Reynaert komt dit verhaal ook terug. De vos overtuigt de raaf door gevlei om de kaas te laten vallen, vervolgens om de stinkende kaas terug op te rapen en eet dan de raaf, die naar beneden komt, op.

Bij de schildering is gebruik gemaakt van de vernis Martintechniek. Met deze techniek, die door de Franse broers Martin werd geperfectioneerd, wordt het Japanse lakwerk geïmiteerd. De motieven op de klok zijn Europees, zoals de vos en de rozen.

Het echappement, een belangrijke uitvinding Een exact lopend uurwerk lijkt nu een evidentie, maar eigenlijk is het een van de meest geniale en vernuftige uitvindingen van de mensheid. De klok zou al in de tiende eeuw uitgevonden zijn. Toch is het wachten op Christiaan Huyghens in 1657 om een exacte tijdsaanduiding te krijgen. De wereld geraakt vanaf dan letterlijk in de ban van de tijd. De slinger en het echappement bepalen de exactheid van een uurwerkmechanisme.

Klokken voor de uitvinding van Huyghens werkten vooral met gewichten. Het gewicht is rond een trommel gewonden en wordt naar boven getrokken. Het gewicht valt naar beneden en laat de trommel draaien. Door een weerstand valt het gewicht langzaam. Uit de stand van het dalende gewicht of uit het aantal trommelomwentelingen kan men dan de tijd bepalen. Huyghens voegt een slinger toe en een onderdeel dat de slinger reguleert: het echappement. De slinger wordt in beweging gehouden door het echappement, een radertje dat de slingerbeweging ook tegenhoudt. Tegelijk zorgt het echappement er ook voor dat de energie van de klok pulserend wordt doorgegeven, zodat de klok niet op hol slaat. Door de uitvinding van Huyghens krijgt onze consoleklok zijn compacte en elegante uiterlijk. Vanaf 1657 loopt de klok op tijd voor iedereen.

Bibliografie — E. Fraiture, Uurwerkmakers en uurwerknijverheid in Vlaanderen,Leuven, Peeters, 2002. — E. Fraiture, Belgische uurwerken en hun makers A-Z, Leuven, Peeters, 2009. — J.G. Yoder, Christian Huygens: Book on the pendulum clock (1673) in I. GrattanGuinness (ed.), Landmark Writings in Western Mathematics 1640–1940, Amsterdam, Elsevier, 2005, p.35. Jacques Minne, Consoleklok in rococostijl, circa 1750-1760, hout, metaal en glas met versiering in verguld brons en vernis Martintechniek, Gruuthusemuseum Brugge

This article is from: