2014 10 08 serie piano_Andreas Staier

Page 1

wo 8 okt 2014 serie piano Grote Zaal / 20.15 uur

andreas staier Diabellivariaties


PROGRAMMA

wo 8 okt 2014 serie piano Grote Zaal / 20.15-22.05 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 55 minuten na de pauze

Andreas Staier Diabellivariaties

Andreas Staier fortepiano uit: 50 Variaties op een walsthema van Anton Diabelli (ca. 1819)

Anton Diabelli, thema Carl Czerny, variatie nr 4 Johann Nepomuk Hummel, variatie nr. 16 Friedrich Kalkbrenner, variatie nr. 18 Joseph Kerzkowsky, variatie nr. 20 Conradin Kreutzer, variatie nr. 21 Franz Liszt, variatie nr. 24 Ignaz Moscheles, variatie nr. 26 Johann Peter Pixis, variatie nr. 31 Franz Xaver Mozart, variatie nr. 28 Franz Schubert, variatie nr. 38

De fortepiano is een kopie van een fortepiano uit 1825 van de Weense bouwer Conrad Graf, een van de grote pianobouwers uit zijn tijd. De kopie is gebouwd in 1989 door Rodney Regier (USA) in opdracht van Anner Bijlsma. Het instrument maakt deel uit van de collectie van de restaurateur Edwin Beunk. .

Ludwig van Beethoven (1770-1827) Zes Bagatellen op. 126 (1819-1823) Andante con moto Allegro Andante, cantabile e grazioso Presto Quasi allegretto Presto PAUZE

Tekst toelichting: Katja Reichenfeld


Ludwig van Beethoven Diabellivariaties op. 120 (1823) ‘33 Veränderungen über einen Walzer von Anton Diabelli’. Thema. Vivace Variatie I. Alla Marcia maestoso Variatie II. Poco allegro Variatie III. L’istesso tempo Variatie IV. Un poco più vivace Variatie V. Allegro vivace Variatie VI. Allegro ma non troppo e serioso Variatie VII. Un poco più allegro Variatie VIII. Poco vivace Variatie IX. Allegro pesante e risoluto Variatie X. Presto Variatie XI. Allegretto Variatie XII. Un poco più moto Variatie XIII. Vivace Variatie XIV. Grave e maestoso Variatie XV. Presto scherzando Variatie XVI. Allegro Variatie XVII Variatie XVIII. Poco moderato Variatie XIX. Presto Variatie XX. Andante Variatie XXI. Allegro con brio - Meno allegro Variatie XXII. Allegro molto Variatie XXIII. Allegro assai Variatie XXIV. Fughetta. Andante Variatie XXV. Allegro Variatie XXVI Variatie XXVII. Vivace Variatie XXVIII. Allegro Variatie XXIX. Adagio ma non troppo Variatie XXX. Andante, sempre cantabile Variatie XXXI. Largo molto, espressivo Variatie XXXII. Fuga. Allegro - Poco adagio Variatie XXXIII. Tempo di Menuetto moderato


TOELICHTING Het verhaal begint begin negentiende eeuw bij twee muzikale ondernemers: de compagnons Peter Cappi en Anton Diabelli. Aan de Kohlmarkt in de oude binnenstad van Wenen vestigden zij zich in 1818 met een eigen muziekuitgeverij. Diabelli was van huis uit musicus en componist van vooral toegankelijke pianomuziek. Voor de nieuwe firma bedacht Diabelli in 1819 een reclamestunt: hij schreef een walsje van het snelle type zoals dat destijds in de mode was, en zond het aan vijftig voornamelijk Oostenrijkse componisten met de vraag om op dit thema één variatie te schrijven. De titel van de verzamelband zou worden: ’Vaderlandse Kunstenaarsvereniging’, een hint naar de herstelde politieke situatie die, na de val van Napoleon, tijdens het Weense congres (181415) beklonken was. Op Diabelli’s lijst van aangeschreven componisten stonden namen van nog altijd wereldberoemde componisten zoals Beethoven, Schubert en Liszt, maar daarnaast ook volkomen vergeten figuren zoals Joseph Kerzowsky en Johann Peter Pixis. De leeftijd van de componisten varieerde van de 71-jarige Aloys Förster tot het veelbelovende 8-jarige piepkuiken Franz Liszt. Dat zou een stevige competitie worden!

op uiteenlopende manier uitdagen door de perspectieven die het thema bood. Het is gebruikelijk om af te geven op het ‘onbenullige’ walsje van Diabelli – volgens de biograaf Schindler zou Beethoven het ‘schoenlapperswerk’ hebben genoemd –, maar dat stukje van 32 maten bood wel vele mogelijkheden om verschillende wegen in te slaan, zowel qua motief als harmonisch. Zo gingen Kreutzer, Liszt en de zoon van Mozart op de virtuoze toer, terwijl Kerzkowsky een staaltje leverde van vroeg romantische fantasie en Schubert het opgewekte thema met simpele middelen voorzag van een vleugje melancholie. Het is eigenlijk onbegrijpelijk dat deze boeiende collectie van vijftig heel verschillende variaties zo lang vrijwel ongespeeld bleef. De verzameling biedt namelijk een unieke kijk op het componeren in de tijd waarin de klassieke traditie nog levend was, maar waarin de romantische klavierleeuwen al de kop opstaken. Een paar twintigste-eeuwse pianisten nam een aantal variaties op hun repertoire waaronder de altijd eigenzinnige Martha Argerich. In 1973 maakte de Oostenrijkse Rudolf Buchbinder een

Vele mogelijkheden De vijftig componisten, jong en oud, leverden niet alleen vakwerk, maar lieten zich ook 4


TOELICHTING

complete opname op lp, en in 1986 werden alle Diabelli variaties, die van Beethoven incluis, in Florence in facsimile heruitgegeven.

waarin Beethoven zich steeds verder verwijdert van het oorspronkelijke gegeven. Wie als luisteraar aan Beethovens Diabellivariaties begint, gaat op reis naar een gebied met overweldigende vergezichten, maar ook met verrassingen van triviale aard, echte muzikantengrappen, soms ironisch of zelfs sarcastisch van aard als doorgezaagde stoelpoten waardoor we met een harde klap op ons zitvlak belanden. Want comfortabel zal de reis niet zijn! Terwijl Bachs Goldbergvariaties zijn grote voorbeeld moeten zijn geweest, zette Beethoven met dit geweldige werk het hele genre ‘variatie’ op springen.

Beethoven was de onbetwiste winnaar van de variatie-opdracht De matige belangstelling voor deze bloemlezing is eigenlijk alleen te verklaren door het overweldigende werk van Beethoven. Want hij was met zijn 33 variaties uiteraard de onbetwistbare winnaar van deze ‘competitie’ die alle anderen in de schaduw stelde.

Contrasten De springstof die hij hierbij gebruikte was vooral zijn eigen geest, zo vol grote en contrasterende gedachten, maar ook vol haast boerse grappenmakerij waarmee hij de verhevenheid dan weer onderuit schopte. Zo begon hij de variatiereeks met de zwaar aangezette grandeur van een mars (nr. 1), gevolgd door een waterval van fonkelende en spetterende nootjes (nr. 2). Nr. 22 is een operapersiflage waarin Leporello, de bediende van Don Giovanni, wordt opgevoerd (de openingsaria ‘Notte e giorno faticar’ uit Mozarts gelijknamige opera). Ook nr. 23 is een persiflage, dit keer van een piano-étude van Czerny, Beethovens vroegere leerling die het bracht tot de status van bekend étudecomponist. Vaak zijn twee opeenvolgende variaties als elkaars tegenpolen bedacht, zoals nr. 19 (een voortjagend perpetuüm mobile) en nr. 20 (een volledig stilstaande meditatie). De 32ste variatie is een monumentale dubbelfuga, terwijl de laatste variatie, nr. 33, terugkeert

Geen variaties maar veranderingen Beethoven lapte de opdracht van Diabelli om één variatie te leveren volledig aan z’n laars. Hij schreef zelfs geen enkele variatie in de gebruikelijke zin, maar 33 ‘Veränderungen’: veranderingen van de structuur, van het aantal maten en het harmonische verloop, en tenslotte ook van het hele karakter van het gegeven. Met de oneindige fantasie van een beroemd improvisator en met de vormkracht van een ‘bouwer’ schreef Beethoven een stuk dat ondanks de grote contrasten toch één geheel vormde. De Diabellivariaties vormen niet alleen het sluitstuk van de twintig series pianovariaties die hij in zijn leven schreef, maar ook van de vele variatiedelen in zijn pianosonates en kamermuziekwerken. Denk bijvoorbeeld aan de variaties uit de eerste vioolsonate op. 12 nr. 1 waarin het thema steeds duidelijk hoorbaar blijft, en die uit zijn latere werken zoals pianosonate op. 26 ‘Les Adieux’ en het strijkkwartet op. 127 5


TOELICHTING

naar de oorspronkelijke dans, nu echter in de vorm van een intiem menuet in plaats van de uitgelatenheid van de oorspronkelijke wals. Hierop volgt dan nog een grootse coda, een soort ‘nawoord’ waarbij de componist afscheid neemt van de luisteraar. Een belangrijk meesterwerk De Diabellivariaties vormen het laatste grote pianowerk dat Beethoven schreef. Om ‘af te kicken’ componeerde hij daarna nog de Zes bagatellen op. 126, ‘een cyclus van miniaturen’ zoals Beethoven het noemde. Indirect leidden deze bagatellen tot andere meerdelige werken, zoals het strijkkwartet op. 131 dat zelfs uit zeven delen bestond. Diabelli en zijn compagnon Cappi begrepen ten volle de betekenis van Beethovens 33 Diabellivariaties en gaven het in 1823 als de donder uit, want de componist had nota bene al een paar andere uitgevers benaderd. De editie werd vol eerbied aangekondigd als ‘een groot en belangrijk meesterwerk ’. Zo verleenden zij Beethoven de voorrang die hem toekwam, en pas een jaar later kwam de verzamelband uit met de overige vijftig werkstukken. Aanvankelijk werden Beethovens Diabellivariaties als ‘onspeelbaar’ beschouwd en pas in 1856, bijna dertig jaar na Beethoven’s dood, gaf Hans von Bülow in Berlijn de eerste openbare uitvoering. Hoewel Beethovens Diabellivariaties tegenwoordig vele pianisten na aan het hart liggen, deinzen zij toch vaak terug voor de moeilijkheidsgraad, zowel technisch als muzikaal. Een uitvoering van dit werk zoals tijdens dit concert van Andreas Staier is dan ook nog altijd een grote gebeurtenis. 6


BIOGRAFIEËN COMPONIST Ludwig van Beethoven Ludwig van Beethoven (1770‑1827) begon meteen in 1819 met het componeren van de Diabellivariaties maar voltooide de serie pas in 1823. In diezelfde periode werkte hij ook aan de pianosonates op. 109, 110 en 111, de Missa Solemnis en de Negende symfonie. In de zomer van 1819 waren 23 variaties klaar, de overige (ook bijvoorbeeld nr. 1 en 2) dateren uit 1823. Beethoven werkte niet alleen keihard in deze jaren, maar hij was ook nog ziekelijk en stokdoof. Bovendien vocht hij verbeten in de rechtszaak rond de voogdij over zijn neefje Karl, die hij in 1821 won. Waar hij de gigantische kracht voor zijn werk vandaan haalde is een raadsel, maar in ieder geval staat wel vast dat Beethoven zichzelf zag als ‘superieur’. In een brief aan zijn leerling, aartshertog Rudolph, schreef hij in 1823: ‘Ik hoop dat Uwe

keizerlijke hoogheid doorgaat, aan de piano direct uw ideeën op te schrijven. Op die manier wordt de fantasie versterkt en leert men de vaagste ideeën concreet te maken. Maar het is eveneens nodig om 7

zonder piano te schrijven. Zo ontwikkelen wij geleidelijk het vermogen om precies dat naar buiten te brengen wat we van binnen voelen. Deze behoefte is karakteristiek voor alle superieure mensen.’


biografie

Anton Diabelli (1781-1858) kwam uit Salzburg en in 1803 naar Wenen als piano- en gitaar leraar. Hij kreeg een baan bij de firma Steiner&Co. en in 1818 startte hij zijn eigen muziekuitgeverij samen met compagnon Pietro Cappi. Zij gaven dansmuziek en liedjes voor tussen de schuifdeuren uit en wisten zo edities van echt waardevolle werken te financieren zoals Schuberts Erlkönig op.1 en Gretchen am Spinnrade op. 2.

Carl Czerny (1791-1857) kwam uit een muzikale Tsjechische familie die zich in Wenen had gevestigd. Op z’n derde begon hij piano te spelen en zijn eerste composities dateren van z’n zevende jaar. Toen hij tien was, werd Beethoven zijn pianoleraar. Hij ontwikkelde zich tot een echte expert die het hele pianooeuvre van Beethoven uit z’n hoofd speelde. Componeren deed hij vooral voor de piano, maar echt bekend werd hij met zijn vele piano-etudes. Als leraar had hij daarmee kennelijk enorm veel succes want onder zijn leerlingen waren toptalenten zoals Thalberg en Liszt.

Johann Nepomuk Hummel (1778-1837) was op de piano een wonderkind dat van zijn achtste tot zijn tiende bij zijn leraar Mozart in huis woonde. Vervolgens kreeg hij les van Haydn, maar het idioom van zijn composities was het meest verwant met de vroege Beethoven, zijn grote vriend en rivaal. Hummel was een beroemd pianovirtuoos en componist in alle denkbare genres behalve de symfonie. Hij was niet erg vatbaar voor de veranderingen die de stroming van de romantiek met zich meebracht, zodat hij uiteindelijk door zijn tijdgenoten werd beschouwd als een ouderwetse musicus.

Friedrich Kalkbrenner (1785‑1849) was naast Hummel en Moscheles de beroemdste pianovirtuoos van zijn tijd, tot hij werd overschaduwd door de jongere generatie: Chopin, Liszt en Thalberg. Kalkbrenner studeerde aan het conservatorium van Parijs en bleef daar zijn hele leven wonen. Hij werd een beroemd, ijdel en puissant rijk man, niet alleen door zijn pianospel maar ook met 8

zijn vele pianocomposities, zijn functie als leraar van pianovirtuozen in de dop en zijn functie als zakenpartner in de pianofabriek van Pleyel. Zijn vele pianocomposities, waaronder zijn pianotransscripties van Beethovens negen symfonieën, zijn nu vrijwel vergeten.

Over Joseph Kerzkowsky (1791-?) is helaas niets bekend.

Conradin Kreutzer (1780‑1849) werd niet bekend als pianist, en hij was ook geen familie van violist Rodolphe Kreutzer. Conradin was operacomponist en dirigent, en hij werkte aan verschillende Duitse theaters. In 1822 kwam hij naar Wenen als dirigent van het Kärntnertortheater en later van het theater in Josefstadt, toen een buitenwijk van Wenen. Kreutzer schreef meer dan veertig opera’s die niet alle vergeten zijn, en ook sommige liederen en koorwerken worden nog wel eens uitgevoerd. Maar van zijn pianomuziek heeft alleen de pianovariatie voor Diabelli twee eeuwen overleefd.


biografie

Franz Liszt (1811-1886) was waarschijnlijk acht jaar toen Diabelli’s verzoek hem (en zijn vader) bereikte. Rond die tijd gaf hij zijn eerste concerten en werd zijn vertrek uit Hongarije naar Wenen gefinancierd. Daar studeerde hij in 1822 bij Czerny en had hij een ontmoeting met Beethoven. Misschien heeft Diabelli hem pas toen benaderd. Korte tijd later vertrok hij naar Parijs om verder te studeren. Hoewel hij gold als een muzikaal wonderkind, nam zijn carrière pas een onstuitbare vlucht nadat hij in 1832 de vioolvirtuoos Paganini had horen spelen. Hij besloot toen om de ‘piano-Paganini’ te worden, en zo werd hij de grootste pianovirtuoos aller tijden.

Ignaz Moscheles (1794‑1870) ontdekte als 14-jarige pianostudent in Praag de klaviermuziek van Beethoven. In Wenen leerde hij zijn idool ook persoonlijk kennen, en daar werd hijzelf een beroemd pianist en mededinger naar de kroon van de pianovirtuozen. In 1825 verhuisde hij naar Londen om pianodocent aan het conservatorium te worden en dirigent van de Philharmonic

Society. Twintig jaar later werd hij in Leipzig pianodocent aan het door Mendelssohn opgezette conservatorium. Als componist schreef hij voornamelijk voor piano; verschillende stukken worden ook nu nog wel eens gespeeld.

Johann Peter Pixis (1788-1874) kwam uit een muzikantenfamilie in Mannheim. Vanaf 1806 woonde hij in Wenen waar hij compositie studeerde bij Albrechtsberger en zowel Beethoven als Schubert leerde kennen. Echt bekend als pianovirtuoos en pianoleraar werd hij vanaf 1923 in Parijs. Later verhuisde hij opnieuw, nu naar Baden-Baden, waar hij leefde als oudere pianoleraar en componist van briljante show-stukjes voor het klavier.

Franz Xaver Mozart (1791‑1844) werd vijf maanden voor de dood van zijn vader Wolfgang Amadeus geboren. Zijn leraren waren Salieri, Hummel en Albrechtsberger. Als pianist en componist was hij niet onsuccesvol, maar zijn onzekerheid en zijn grote eerbied voor zijn 9

vader belemmerden hem om zijn vleugels uit te slaan. Zo’n twintig jaar woonde hij in Lemberg als leraar van Poolse gravinnetjes, daarna werd hij dirigent van het Mozarteum in Salzburg. Hij overleed in Karlsbad, een vriendelijke maar tragische man zonder gezin en zonder ontplooiing van het talent dat hij wel degelijk bezat.

Franz Schubert (1797‑1828) was ongeveer 24 jaar toen hij op het walsje van Diabelli varieerde. Hij probeerde in die periode ‘door te breken’ met symfonieën en theaterprojecten, onder andere met een paar opera’s. Maar onder kenners en vrienden was hij met zijn vele liederen en kamermuziek allang een schitterende ster aan het firmament. Ook zijn pianomuziek werd in die kring gekoesterd, maar met zijn eigen pianospel kon hij zich helaas niet meten met de vele Weense pianovirtuozen van zijn tijd. Daardoor zijn de geweldige pianosonates pas lang na zijn dood bekend geworden. Met zijn verrukkelijke variatietechniek bleef hij altijd veel dichter bij het thema dan zijn grote idool Beethoven.


biografie

In het midden Anton Diabelli. Boven met de klok mee: Johann Nepomuk Hummel, Friedrich Kalkbrenner, Conradin Kreutzer, Franz Liszt, Ignaz Moscheles, Johann Peter Pixis, Franz Xaver Mozert, Franz Schubert en Carl Czerny.

10


foto: Josep Molina

biografie

UITVOERENDE Andreas Staier Fortepiano

Andreas Staier (1955) is als fortepianospeler en klavecinist een van de belangrijkste musici van de historische uitvoeringspraktijk. Na zijn studie in Hannover studeerde Staier in Amsterdam bij Gustav Leonhardt en Ton Koopman. Hij was enige jaren

lid van het ensemble Musica Antiqua Köln. Vanaf 1986 profileerde hij zich als solist en kamermusicus en trad op met muzikale partners en geestverwanten zoals de zangers Christoph Prégardien en pianist/klavecinist Alexei Lubimov. Zijn repertoire omvat muziek uit de barok tot en met de romantiek en zowel tijdens concerten als bij cd-opnames combineert hij vaak de grote bekende werken van Mozart, Beethoven en Schubert met onbekende werken van vergeten meesters als 11

Dussek, Clementi en Steffan. Andreas Staier maakte zo’n 50 cd-opnamen, waaronder in 2012 een opname van de Diabellivariaties. Daartoe bestudeerde hij het lange tijd ontoegankelijk opgeborgen manuscript van Beethoven en wist het onder te brengen in het Beethovenhuis in Bonn waar iedereen het nu op aanvraag kan inzien.


VERWACHT

di 4 nov 2014 serie strijkkwartetten grote zaal / 20.15 uur

Leipziger Streichquartett + Christian Zacharias Op de schouders van Schubert

In de lyrisch expressieve muziek van David Philip Hefti, een leerling van onder anderen Rihm, speelt de traditie een grote rol. Net als bij de 70-plusser Aribert Reimann en zijn ode aan Schumann. De Duitse componist won nog niet zo lang geleden de Ernst von Siemens Muziekprijs, de ‘Nobelprijs voor de muziek’. De vitale composities van Jörg Widmann, tevens klarinettist van wereldklasse, krijgen wereldwijd grote bijval.

12

foto: Klaus Rudolph

Het Leipziger Streichquartett is volgens het gerespecteerde Amerikaanse muziektijdschrift Fanfare ‘het beste Duitse strijkkwartet’. Met veel aandacht voor Beethoven en Schubert bewees het viertal de klassieke Duits-Oostenrijkse traditie diep in de genen te hebben. Tijdens dit concert vormt Schuberts Forellenkwintet, met Christian Zacharias op de piano, de referentie bij prachtige werken van gevierde hedendaagse componisten als de Zwitser David Philip Hefti en de Duitser Jörg Widmann.

Christian Zacharias


VERWACHT

za 6 dec 2014 serie piano grote zaal / 20.15 uur

Cédric Tiberghien

Bartók, Szymanowski en Ravel

Tiberghien treedt op in gerenommeerde concertzalen als de Londense Wigmore Hall en de Royal Albert Hall. Hij is de duopartner van violiste Alina Ibragimova en cellist Pieter Wispelwey. Afgelopen februari kwam bij het label Hyperion een cd met pianomuziek van Karol Szymanowski uit. Vandaag speelt Tiberghien Masques, een van de bekendere stukken van deze belangrijke Poolse componist.

13

foto: Jean Baptiste Millot

‘Hij heeft méér gradaties pianissimo op zijn palet dan welke andere pianist ook op dit moment’, aldus The Independent. Daarmee sloeg de recensent de spijker op de kop: de jonge Fransman Cédric Tiberghien heeft een zeer subtiel gevoel voor kleur en het uitlichten van de diverse muzikale stemmen. Dit komt van pas bij zijn landgenoot Ravel, maar ook bij de zeer dynamische muziek van de Hongaar Béla Bartók.

Cédric Tiberghien


VERWACHT

oktober do 9 okt / 20.15 uur

Asko|Schönberg + Hilliard Ensemble Naar de middeleeuwen

vr 17 okt t/m za 25 okt

zo 2 nov / 20.15 uur

5e Cello Biënnale Amsterdam ‘s Werelds grootste cello festival

Chris Thile and Brad Mehldau Duo Think Twice

www.cellobiennale.nl di 4 nov / 12.30 uur do 23 okt / 20.15 uur

vr 10 okt / 20.15 uur

Luca Pisaroni + Wolfram Rieger Franse en Duitse romantiek

Asko|Schönberg + Cappella Amsterdam Sonnengesang

Lunchconcert Ism Young Pianist Foundation di 4 nov / 20.15 uur

Esther Apituley Wat is het geheim van de altviool (8+)

Leipziger Streichquartett + Christian Zacharias Op de schouders van Schubert

wo 29 okt / 20.15 uur

wo 5 nov / 20.15 uur

Words & Beyond 2 Slagwerk Den Haag

New European Ensemble Strange News

do 30 okt / 20.15 uur

do 6 + vr 7 nov / 20.15 uur

zo 12 okt / 20.15 uur

DoelenKwartet Micha Hamel autobiografisch

Calefax African Roots

Nederlands Blazers Ensemble Romeo en Julia

vr 31 okt / 20.15 uur

di 14 okt / 20.15 uur

Ibrahim Maalouf Illusions

Van Swieten Society Bach na Bach na Bach

november

wo 15 okt / 20.30 uur

za 1 nov / 20.15 uur

Bugge Wesseltoft+Henrik Schwarz+Dan Berglund

Zakir Hussain + Masters Of Percussion Tabla

zo 26 okt / 15.00 uur za 11 okt / 20.15 uur

Amsterdam Sinfonietta + Gary Hoffman Russische romantiek zo 12 okt / 15.00 uur

Nederlandse Bachvereniging Cantates over triomf en vrede

14

za 8 nov / 20.15 uur

Christina Pluhar + L’arpeggiata Music for a While

Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp

MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023

Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons

PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:

Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.

Mediapartner:

Pauzedrankje (indien inbe­grepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.

Druk binnenwerk:

EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds

Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.