2014 12 06 Cédric Tiberghien

Page 1

za 6 dec 2014 serie piano Grote Zaal / 20.15 uur

C茅dric Tiberghien Bart贸k, Szymanowski en Ravel


PROGRAMMA

za 6 dec 2014 serie piano Grote Zaal / 20.15-21.55 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze

Cédric Tiberghien

Bartók, Szymanowski en Ravel Cédric Tiberghien piano

Tekst toelichting Stephen Westra


Béla Bartók (1881-1945) Drie Hongaarse volksliederen uit het district Csík, Sz. 35a (1907) Rubato L’istesso tempo Poco vivo Béla Bartók Suite op. 14 (1916) Allegretto Scherzo Allegro molto Sostenuto Karol Szymanowski (1882-1937) Masques op. 34 (1915/16) Schéhérazade Tantris le bouffon Sérénade de Don Juan PAUZE Maurice Ravel (1875-1937) Miroirs (1905) Noctuelles Oiseaux tristes Une barque sur l’océan Alborada del gracioso La vallée des cloches Béla Bartók In de open lucht Sz. 81 (1926) Met pijpen en trommels Barcarolle Musettes Muziek van de nacht Achtervolgingsjacht


TOELICHTING Bartók, Ravel, Szymanowski: zacht gezegd tijdgenoten. Zo werd Karol Szymanowski bijna in hetzelfde jaar geboren als Bartók en stierf hij in het jaar dat ook Ravel overleed. Ravel kwam zes jaar vóór Bartók ter wereld, terwijl deze op zijn beurt de Fransman met acht jaar overleefde. En zo liggen ook de ontstaansdata van de vijf werken vanavond dicht bij elkaar en krijgen we een spannend beeld van één bepaalde periode te zien. Hoe stond de piano er in de eerste decennia van de twintigste eeuw voor? In de voorgaande eeuw had het instrument een grote ontwikkeling doorgemaakt. Het was snel gegaan. Bij Beethoven zie je hoe hij in zijn pianosonates steeds hogere en steeds lagere noten gebruikt. Alleen al tijdens diens leven ‘groeide’ de piano flink van een tinkelende fortepiano naar een steeds zwaarder instrument, de concertvleugel.

Zo troffen onze drie componisten een instrument aan op de toppen van zijn mogelijkheden. Ravel gaat zich te buiten aan klankweelde. Impressionistische schilderijen maar dan in tonen. Er is bij hem niets wat de piano niet kan. Innig natuurbeleven, galmende klokken en gitaarimitaties. Bartók denkt heel anders over het instrument. Zoekt Ravel de weelde, hij wenst de kern: ‘Toen ik dit componeerde,’ vertelde Bartók over zijn Suite op. 14, ‘had ik […] de verandering van de pianotechniek in een meer transparante stijl in gedachten. Een stijl die meer bestond uit botten en spieren, in contrast met de akkoordenrijke stijl van de laatromantiek – ofwel, alle ornamenten […] sneed ik weg en de stijl is eenvoudiger.’ Zijn kennismaking met Stravinsky in de jaren 20 – Bartók speelde op recitals graag diens Ragtime – bracht nóg iets nieuws: ‘De pianoklank […] wordt echt expressief door de hedendaagse neiging hem te behandelen als slaginstrument.’ Szymanowski begeeft zich zo’n beetje halverwege deze twee componisten. Puttend uit het idioom van zijn landgenoot Chopin, belijdt hij zijn liefde voor de verfijnde weelde van Ravel, maar er schemert ook iets door van de vroege Bartók.

Op de piano was begin twintigste eeuw alles mogelijk De negentiende eeuw werd de eeuw van pianocomponisten als Chopin, Schumann en Brahms én van de pianovirtuoos. Denk aan Franz Liszt; terwijl de piano in de achttiende eeuw alleen maar wat elegante menuetten en rigaudons aankon, beeldde hij er de halve wereld op uit. De vleugels donderden, raasden onder zijn handen, maar konden ook fluisteren, flemen en triest wenen. Het leek wel een heel orkest, en tegelijkertijd het persoonlijke instrument bij uitstek. 4


TOELICHTING

Béla Bartók

onze echte ‘volksmelodieën’ zonder uitzondering ware voorbeelden van de hoogste artistieke volmaaktheid. Ik beschouw ze als net zulke meesterwerken in miniatuur als een fuga van Bach of een sonate van Mozart in het rijk van de grote vormen.’

Drie Hongaarse volksliederen uit het district Csík Het was natuurlijk vooral als genie dat Bartók tot zijn vernieuwingen kwam. Toch kreeg ook hij hulp van buitenaf.

In de zomer van 1907 stootte Bartók op de schat van zijn leven. Met een stipendium van de Muziekacademie reisde hij naar het Czík-district, Transsylvanië, zijn verste reis oostwaarts ooit – tegenwoordig ligt het middenin Roemenië. Daar leefde een oude Hongaarse stam, de Székelers. In volkomen isolatie vond Bartok de oermelodieën van de Hongaarse boerenmuziek. Een heerlijke verrassing: ‘Ik dacht dat ze verloren waren gegaan…’ Kort daarop schreef hij zijn korte maar belangrijke pianowerk Drie Hongaarse volksliederen uit het district Csík (ze bestaan ook als liederen), de eerste van vele volksliedbewerkingen. De melodieën hoorde Bartók in het dorpje Tekeröpatak spelen op de tilinkó, een herdersfluit. In het eerste stukje verwerkte Bartók de oude dorische kerktoonladder (mineur, met verhoogde zesde toon).

‘Eerlijk gezegd geloofde ik tot mijn 23e levensjaar dat het Hongaarse volkslied alleen in de vorm van het populaire kunstlied te vinden was. Toen echter begon ik me, oververzadigd, van de al te bekende liederen af te wenden. Ik ging nadenken: zijn er dan werkelijk geen andere Hongaarse volksliederen? Zingen de eenvoudige mensen op het platteland dan geen liederen die bij ons stadsmensen volledig onbekend zijn?’ Nadat hij bij toeval tijdens een verblijf op het Hongaarse platteland, op de poesta Gerlice, een boerendochter had horen zingen, ontwikkelde hij een niet te temmen passie voor de volksmuziek van zijn land. Zijn eigen werk legde hij even opzij. Niet interessant meer, ouderwets. Gewapend met potlood en papier ging hij op pad, later schafte hij zich een primitieve Edison fonograaf aan. Hij ging de binnenlanden van Hongarije in. De hitte van de kokende poesta trotserend, het stof dat in neus en ogen blies, op schoolbanken overnachtend als er weer geen hotel in de buurt was. Lange reizen waren het; één keer ging het zelfs de Karpaten over. En hij schreef blocnotes vol. Zo boeiend wat daar, afgezonderd van de stedelijke beschaving, allemaal eeuwenlang was blijven bestaan! Die muziek wist nog van geen mineur of majeur, van geen indeling in vaste maatsoorten, gebruikte oude kerktoonladders: ‘Naar mijn overtuiging zijn

Béla Bartók Suite op.14

Hongaarse volksmuziek zou Bartók zijn hele leven in zijn greep houden. Die doorbloedde voortaan zijn werk. En daarom moet je hem niet vertrouwen, toen hij over zijn Suite op. 14 zei: ‘Dit stuk bevat geen volksmelodieën. Het is helemaal gebaseerd op oorspronkelijke thema’s die ik zelf heb bedacht.’ 5


TOELICHTING

Maar folklore en zogenoemde kunstmuziek hoeven elkaar niet uit te sluiten. Je kunt met elementen uit de volksmuziek heel goed je eigen muziek componeren; wat was er tenslotte voor verschil tussen een Hongaarse boer en een Hongaarse componist?

behandelt episodes uit Homerus’ Odyssee. Masques, begonnen in datzelfde jaar en voltooid in 1916, gaat over drie groten uit de wereldliteratuur. Masques – de titel suggereert dat al – is een parodie, een verdraaiing. De componist introduceert achtereenvolgens: de Arabische prinses Sheherazade, de vertelster van de sprookjes uit Duizend-en-één-nacht; Tristan, de legendarische minnaar uit een vroegmiddeleeuwse Keltische legende; en Don Juan, de meesterverleider en vrouwenverslinder.

Zo hoor je in het eerste deel van de Suite toespelingen op het ritme van de Roemeense Ardeleanda-dans. Dat Bartók volksmuziek opsnoof waar het maar kon, blijkt uit het derde deel. Het roterend ostinato in de linkerhand verwijst naar muziek uit Noord-Afrika en zelfs is er – Bartók zei het zelf – Arabische invloed. Hier ook weer vreemde toonladders; in het eerste deel de lydische (majeur, met verhoogde vierde toon) en hele-toons toonladders, en in het tweede deel zelfs een twaalftoonsreeks. De vorm van de Suite is spannend: drie delen die steeds in tempo toenemen en dan een abrupt smartelijk sostenuto tot slot.

Verdraaiingen zijn er op meerdere niveaus in deze ‘maskers’. Om te beginnen draaide Szymanowski toen hij de cyclus afhad de volgorde om. Belangrijker is, dat de muzikale actie zich plotseling kan ‘omkeren’, het wat statische schouwtoneel blijkt dan ineens vol emotionele spanningen en expressieve contrasten. Verder worden deze drie literaire helden alle ondermijnd. In het geval van Sheherezade is dat door de ondertoon van gevaar: zij vertelt de sultan immers elke avond een verhaal om niet te worden gedood… De titel Tantris le Bouffon is op zichzelf al een omkering (Tantris = Tristan). Uitgangspunt van deze compositie was een toneelstuk van een zekere Ernst Hardt, Tristan der Narr, dat de bekende Tristan-sage parodieert. Hierin wordt Tristans grote liefde Isolde bijvoorbeeld poedelnaakt aan koning Mark overhandigd. Veel ritme, scherpe, haast sarcastische tonen, soms bijna Stravinsky – een heel nieuwe benadering van het Tristan-verhaal, dat in die tijd iedereen kende in de opulente gedaante van de opera van Wagner. Subtiel krijgt Don Juan het op zijn brood. Zijn ‘Sérénade’ is in rondovorm. Volgens een van Szymanowski’s

Karol Szymanowski Masques

Wanneer er geld in de familie zit, is er nog eens tijd voor cultuur. En zo was dat ook bij Karol Szymanowski, telg uit een adellijke Poolse familie en geboren op een landgoed in wat nu Oekraïne is. Muziek én literatuur kreeg hij met de paplepel ingegoten. Hij ontwikkelde zich twee kanten uit. Naast 62 composities bestaat er onder meer een flinke roman van zijn hand, Efebos. In zijn twee grote pianocycli kon Szymanowksi zijn dubbele passie kwijt. Métopes uit 1915 6


TOELICHTING

biografen is een rondo de uitgelezen vorm voor de pathologische versierder Don Juan – het steeds terugkerende thema staat voor zijn immer aanhoudende eigenliefde. En dan is die noot Des, zo geïsoleerd binnen het hoofdthema, het ego van iemand die voor niets oog heeft dan voor zichzelf, ook niet wanneer het thema op een andere toonhoogte klinkt.

In Un barque sur l’océan zeilt een boot over de oceaan. Arpeggio’s en vloeiende melodieën imiteren de golfslag. Ravel maakte van dit stuk, evenals van het volgende, een prachtige orkestratie. Het bekendst werd Alborada del gracioso. Hierin spreekt de van afkomst Baskische Ravel zijn liefde uit voor Spaans temperament. Hoorbaar vergenoegd imiteert hij met venijnige dissonanten de wat scherpe gitaaraanslag; dissonanten die hijzelf met zijn nogal vierkante duimen op de piano feilloos scheen te kunnen raken. Elders is de Spaanse schwung zo ijl dat de Nederlandse luisteraar geneigd is te denken aan een regel uit Nijhoffs gedicht Het einde: ‘Vreemd pizzicato van verre guitaren’. Het kruisen van de handen vraagt om een choreografie op zich. ‘Bravo,’ zei Ravel eens tegen een pianist, ‘je hebt me mijn spiegels laten zien en ze niet gebroken. Dat gebeurt zelden.’ Het laatste stuk Vallée des cloches imiteert met klankrijke harmonieën diverse klokken.

Maurice Ravel Miroirs

Van nature een mens van orde en regelmaat, hoefde Maurice Ravel zich in zijn werk niet aan traditionele vormschema’s te binden. Zo iemand kan streven naar optimale losheid, de vorm komt vanzelf wel. Zeer vrij beweegt Ravel zich in zijn vijfdelige Miroirs (Spiegels) uit 1905. Hij droeg ze ook aan ‘vrije lieden’ op, vijf avantgarde kunstenaars, pianisten, vrienden van de jonge componist, die zich gaarne afficheerden als Les Apaches (ofwel hooligans). Noctuelles is een soort muzikale verbeelding van vliegende motten. Het tweede deel Oiseaux tristes noemde de toen 30-jarige Ravel zijn meest revolutionaire werk tot dat moment. Dat waren zelfs zijn beste vrienden met hem eens. Met het ontbreken van aanknopingspunten, zoals het herhalen van een motief, joeg hij ze tegen zich in het harnas. De strekking van het stuk is overigens sympathiek. ‘In Oiseaux tristes wek ik vogels tot leven die zich tijdens de vreselijkste uren van een hete zomer hebben verloren in de verdoving van een somber woud.’ Voor Ravel, hartstochtelijk ornitholoog, was dit onverdraaglijk.

Béla Bartók

In de open lucht Juist in de tijd dat hij met zijn Danssuite internationaal doorbrak, stootte Bartók op een writers block. Tussen 1923 en 1926 schreef hij geen noot. Het was een periode waarin hij intensief over muziek nadacht, probeerde uit de wirwar van stromingen, stijlen, dogma’s en ideeën die toen het turbulente muzikale klimaat bepaalden, wijs te worden. ‘Mij kwelde de verwarrende chaos van begrippen: lineair, horizontaal, verticaal, objectief, onpersoonlijk, polyfoon, homofoon, 7


TOELICHTING

tonaal, politonaal, atonaal’. Best begrijpelijk, Bartóks verwarring. Maar één ding werd hem duidelijk: ‘Een reactie op de romantiek is in ieder geval onloochenbaar, de hele wereld roept ‘halt’. Ze keert terug naar Bach en nog vroegere componisten, ze verlangt naar een zakelijke, anti-literaire muziek.’ In juni 1926 kwam zijn inspiratie weer op gang. Daarbij hielp het bestuderen van oude Franse en Italiaanse muziek. Bartók verdiepte zich in Couperin en Frescobaldi. De suite In de open lucht was een van de eerste tekenen van die heropstanding. In deel 1 klinkt de invloed van de volksmuziek als het liedje Gólya, gólya, gilice langskomt: ‘Ooievaar, ooievaar, waarom bloedt jouw poot? Een Turks kind sneed het, een Hongaars kind genas het. Met een fluit, een trom en een rieten viool.’ Het derde deel, Musettes, verwijst misschien naar ‘Bach en nog vroegere componisten’, maar het belangrijkste deel is het vierde, Muziek van de nacht. Dit kijkt juist vooruit, ver vooruit, naar Olivier Messiaen. Fascinerende imitatie van de geluiden van een Hongaarse zomernacht, met vogels, cicaden en het kwaken van de roodbuikvuurpad. En, onvermijdelijk, een herdersfluit. Al met al was duidelijk dat Bartók weer jaren vooruit kon.

8


BIOGRAFIEËN COMPONISTEN Béla Bartók

Béla Bartók (1881-1945) werd geboren in het Hongaarse Nagyszentmiklós. Hij kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder en in 1899 begon hij zijn studie compositie en piano aan de Muziekacademie van Boedapest. Bartók ontwikkelde zich in eerste instantie als begenadigd pianist en nam in 1907 de docentenpraktijk aan de Muziekacademie van zijn leraar István Thoman over.

Als componist begon zijn ontwikkeling pas echt toen hij in 1905 componist Zoltán Kodály ontmoette. De twee gingen op ontdekking naar de ware Hongaarse volksmuziek, maakten er een omvangrijke etnomusicologische studie van en de muzikale taal van Bartók veranderde snel. Met de eenakter Hertog Blauwbaards Burcht en het ballet De Houten Prins vestigde hij zijn naam in Hongarije en de rest van Europa. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog emigreerde Bartók naar de Verenigde Staten. Daar schreef hij ondanks een zware tijd – zowel financieel als fysiek – belangwekkende werken als het Concert voor Orkest, zijn Derde pianoconcert en het Altvioolconcert. In september 1945 stierf hij aan een vorm van leukemie.

Karol Szymanowski Karol Szymanowski (18821937) werd geboren in Oekraïne dat toen Pools grondgebied was. Hij stamde 9

uit een aristocratische familie en kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader.

Hij studeerde verder in Warschau en richtte daar in 1905 de groep Jong Polen op die tot doel had de nieuwe Poolse muziek te promoten. Zijn vroegste werken uit die periode ademen de sfeer van Richard Wagner, Richard Strauss, Johan Brahms en Aleksandr Skrjabin. Een belangrijke ontwikkeling vindt plaats als in 1917 tijdens de Russische Revolutie het familielandgoed wordt verwoest. Zijn stijl veranderde en hij ging terug naar de meest oorspronkelijke bronnen van


biografie

de Poolse volksmuziek. Met de opera Krol Roger kreeg Szymanowski internationaal veel waardering wat hem ook in eigen land meer aanzien gaf. In 1930 werd hij directeur van de Chopin Muziekacademie in Warschau. Hij stierf uiteindelijk in 1937 in een sanatorium in Lausanne aan tuberculose.

Maurice Ravel

kon rekenen op Ravels interesse, zoals Spaanse muziek, Russische muziek en jazz. Ondanks zijn hang naar het exotisme schreef Ravel altijd met een groot gevoel voor het klassieke in vorm, metrum en proportie. In principe schreef hij tonale muziek maar na de Eerste Wereldoorlog werden zijn harmonieën dissonanter en soberder. Ravel was geen man van de lange adem. Zijn langste werk duurt circa 55 minuten, zijn twee opera’s zijn beide eenakters. Daarnaast schreef hij zo’n tien orkestwerken, kamermuziek waaronder één strijkkwartet, koorwerken en liederen. Ravel leefde voor de muziek. Al tijdens zijn leven was iedereen overtuigd van zijn grootsheid, al was hij minder revolutionair dan Debussy en leidde hij een verder onopvallend bestaan.

Maurice Ravel (1875-1937) was met Debussy de grootste Franse componist van zijn tijd. En net als Debussy raakte Ravel als tiener onder de indruk van exotische klanken. Alles wat anders was dan de Franse, klassieke muziek waarmee hij was opgegroeid, 10


biografie

UITVOERENDE Cédric Tiberghien Piano

Vervolgens sleepte Tiberghien prijzen in de wacht bij concoursen in Bremen, Dublin, Tel Aviv, Genève en Milaan, culminerend in zijn daverende overwinning tijdens het prestigieuze Long-Thibaud Concours in 1998: eerste prijs plus vijf andere prijzen waaronder de publieksprijs en de orkestprijs. Hierna nam zijn carrière een grote vlucht. Tiberghien trad op vijf continenten op en speelde in de grote concertzalen ter wereld, als Carnegie Hall, Kennedy Centre in Washington, Royal Albert Hall, Queen Elizabeth Hall, Wigmore Hall

foto: Jean Baptiste Millot

‘Hij heeft méér gradaties pianissimo op zijn palet dan welke andere pianist ook op dit moment’, aldus The Independent over de Franse pianist Cédric Tiberghien. Hij studeerde aan het Conservatorium van Parijs bij Frédéric Aguessy en Gérard Frémy en behaalde er in 1992, pas 17 jaar oud, de Premier Prix. en Barbican in London, Salle Pleyel en Théatre des ChampsElysées in Parijs, Mozarteum Salzburg en Sydney Opera. Meer dan zestig soloconcerten heeft de pianist op zijn repertoire. Hij speelde met orkesten als het Boston Symphony Orchestra, Cleveland Orchestra, Dresdner Philharmonie, Tonhalle Orchester Zürich, Orchestre de la Suisse Romande, Budapest Festival Orchestra, Czech Philharmonic, BBC Symphony, Orchestre National de France, Sydney Symphony en Tokyo Philharmonic. Daarnaast is hij een toegewijd kamermusicus. 11

Tot zijn duopartners behoren violiste Alina Ibragimova, violist Antoine Tamestit en cellist Pieter Wispelwey. Deze passie weerspiegelt zich in talloze cdregistraties. Afgelopen februari maakte Cédric Tiberghien’s zijn meest recente cd, een recital-cd met werk van Szymanowski voor Hyperion. De pers was unaniem enthousiast: ‘Few players of this music combine such clarity and articulation with shimmering sparkle and virtuosic flair. This is sophisticated pianism,’ schreef bijvoorbeeld BBC Music Magazine.


VERWACHT

za 20 dec 2014 serie strijkkwartetten grote zaal / 20.15 uur

Artis Quartett

Muzikale geestgenoten Een reis van de 19e naar de vroege 20e eeuw van leraar op leerling. Dat biedt het voortreffelijke Weense Artis Quartett met dit programma. Johannes Brahms introduceerde de Oostenrijker Alexander von Zemlinsky bij zijn uitgever na het horen van onder andere diens Strijkkwartet in e. Hij viel direct voor de laatromantische taal vermengd met invloeden van de Hongaarse volksmuziek. Karl Weigl (1881-1949) is op zijn beurt weer een privĂŠleerling van Zemlinsky. Toen Zemlinsky werk van de jonge Weigl hoorde, nam hij hem in 1896 direct aan als leerling. Weigl heeft de invloed van Zemlinsky altijd hoog gehouden in zijn werk. Ook zijn Vijfde strijkkwartet uit 1933 zit nog vol laatromantische lyriek. Reden genoeg voor het Artis Quartett om deze Oostenrijkse componist alle aandacht te geven.

12

Karl Weigl


VERWACHT

wo 7 jan 2015 serie piano grote zaal / 20.15 uur

Ralph van Raat + Tai Murray Pärt in perspectief

Geen andere pianist als de Nederlandse Ralph van Raat is zo’n overtuigende ambassadeur van nieuwe, weinig bekende muziek. Alles brengt hij met verve, en hij speelt zelfs de onmogelijkste partituren nog uit het blote hoofd. In drie stukken staat de Amerikaanse violiste Tai Murray hem vandaag terzijde; zij oogstte succes met haar cd met Ysaÿe-sonates.

13

foto: Simon van Boxtel

‘De grootste invloeden van Arvo Pärt, Dmitri Sjostakovitsj en Johann Sebastian Bach, zijn verenigd in dit prachtige programma’, aldus Ralph van Raat. ‘Met een mooie match van toonsoorten.’ Het zit inderdaad prachtig in elkaar. De beroemdste Pärtstukken – het ontroerende Fratres, het ijle Spiegel im Spiegel – ontmoeten zijn werken voor piano solo, zoals twee sonatines uit 1959. Heel verrassend, zelfs voor de doorgewinterde Pärt-kenner.

Ralph van Raat


VERWACHT

december 2014 zo 7 dec / 20.15 uur

U-Theatre Sound of the Ocean

zo 14 dec / 15.00 uur

Ties Mellema Wat is het geheim van de saxofoon (8+)

januari 2015 zo 4 jan / 15.00 uur

Van Swieten Society Een nieuwjaarsconcert

di 16 dec / 12.30 uur di 9 dec / 20.15 uur

Hugo Ticciati + Anna Larsson + Julian Arp + Hannes Minnaar Nederland - Zweden 400 jaar

Lunchconcert Ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds di 16 dec / 20.15 uur

wo 10 dec / 20.15 uur

Wings BL!NDMAN [drums]

wo 17 + do 18 dec / 19.30 uur

+ 20.15 uur concert

Il Giardino Armonico + Giovanni Sollima Concerto Grosso + college Casanova

Ralph Van Raat + Tai Murray P채rt in perspectief vr 9 jan / 20.15 uur

Nora Fischer My Favorite Songs

do 11 dec / 19.00 uur college

wo 7 jan / 20.15 uur

Match Girl Passion Silbersee (ex VOCAALLAB) za 10 jan / 20.15 uur

Nederlands Kamerkoor + Concerto Copenhagen Weihnachtsoratorium vr 19 dec / 20.30 uur

Robert Henke The Rest is Noise

Lets Radiokoor Miserere van P채rt wo 14 jan / 20.15 uur

Cappella Amsterdam Carte Blanche voor MaNOj Kamps do 15 jan / 20.15 uur

vr 12 dec / 20.15 uur

za 20 dec / 20.15 uur

Nederlands Kamerorkest Born in the USA

Artis Quartett Muzikale geestgenoten

za 13 dec / 20.15 uur

ma 22 dec / 19.30 uur

Combattimento Stagioni

Nederlandse Bachvereniging Weihnachtsoratorium

14

Ensemble Klang + Ensemble Codarts & Koninklijk Conservatorium In de geest van Bang On A Can

Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp

MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023

Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons

PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:

Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.

Mediapartner:

Pauzedrankje (indien inbe­grepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.

Druk binnenwerk:

EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds

Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.