za 28 feb 2015 serie koren Grote Zaal / 20.15 uur
Gesualdo Consort Amsterdam Alla Madrigalesca
PROGRAMMA
za 28 feb 2015 serie koren grote zaal / 20.15-21.55 uur duur ca. 40 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Gesualdo Consort Amsterdam Alla Madrigalesca Marijke van der Harst, Nele GramĂ&#x;, Michaela Riener sopraan Marnix De Cat altus Timothy Reynolds, Julian Podger tenor Harry van der Kamp bas en algehele leiding
Tekst toelichting: Clemens Romijn
Paul Hindemith Tauche deine Furcht in schwarzen Wein Judaskuß
Paul Hindemith (1895-1963) Mitwelt Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
Luca Marenzio (ca. 1553-1599) O voi che sospirate Uit Madrigaalboek II (1581)
Michelangelo Rossi (1601/2-1656) Voi volete ch’io mora
Crudele acerba inesorabil morte
Uit Madrigaalboek II (1634/50)
Uit Madrigaalboek IX (1599)
Solo e pensoso
Diego Personè (1598-1663) Cantai lunga stagione
Uit Madrigaalboek IX (1599)
Uit Madrigaalboek III (1626)
Paul Hindemith Magisches Rezept Eines Narren, eines Künstlers Leben Trink aus!
Paul Hindemith Es bleibt wohl Frühling Kraft fand zu form
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
Claudio Monteverdi (1567-1643) Io mi son giovinetta Anima dolorosa Piagne e sospira
Carlo Gesualdo da Venosa (1566-1613) Poi che l’avida sete Asciugate i begli occhi Merce, grido piangendo
Uit Madrigaalboek IV (1603)
Uit Madrigaalboek V (1611)
Paul Hindemith An einen Schmetterling An eine Tote
Paul Hindemith Du Zweifel
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber (1958)
PAUZE 3
inleiding In dit programma kijkt Paul Hindemith om naar het gouden tijdperk van de gezongen a cappellamuziek bij uitstek, naar het Italiaanse madrigaal uit de renaissance, naar Monteverdi en zijn oudere en jongere tijdgenoten. Maar vooral naar zijn grootste inspiratiebron, de man die zo ongeveer de verpersoonlijking van het madrigaal was, de componerende prins met de spraakmakende levenswandel: Carlo Gesualdo da Venosa (1566-1613). Paul Hindemith was de meest prominente Duitse componist van zijn generatie en een van de centrale figuren uit het westerse muziekleven van de periode tussen de twee wereldoorlogen. Het grootste deel van zijn oeuvre – zo ook de vanavond gezongen Madrigalen – staat in het teken van het neoclassicisme. Ook al waren sommige jeugdwerken romantisch getint en joegen weer andere in de jaren twintig zijn publiek de stuipen op het lijf door ijzingwekkende dissonanten en machinale ritmiek; eigenlijk net zoals werken van Stravinsky, Prokofjev en Sjostakovitsj dat in dezelfde tijd ook deden.
dertig, want door de ogen van de na-oorlogse generatie componisten werd de neo-barokke ambachtsman en Bach-vereerder Hindemith gezien als conservatief. Toch was Hindemith niet conservatief uit onvermogen nieuwe trends te volgen, maar uit overtuiging. Met eenzelfde grote wilskracht als hij het traditionele tonale westerse systeem verdedigde – te midden van atonaliteit en Schönbergs twaalftoonscomponeren – verliet hij op elfjarige leeftijd het ouderlijk huis, omdat vader en moeder fel gekant waren tegen de vurig begeerde muziekcarrière van hun Paul. Hij verdiende zijn brood met het spelen in cafés en in dansorkesten en studeerde tegelijkertijd aan het conservatorium van Frankfurt. Hij verwierf zich een enorme behendigheid op verschillende instrumenten en werd in 1915 benoemd tot concertmeester en in 1923 tot dirigent van het orkest van de Frankfurter Oper. Een groot virtuoos was hij vooral op zijn favoriete instrument, de altviool, die hij bespeelde in het door hem opgerichte Amar Strijkkwartet.
Hindemith was conservatief uit overtuiging Maar die reputatie van Hindemith als avantgardist en als fervent vertegenwoordiger van de ‘Bürgerschreck’ dateert uit de jaren twintig en 4
inleiding
Eerbetoon Met deze madrigalen bracht Hindemith een eerbetoon aan de hoge kunst van de renaissance. In een nogal pessimistische toon wijst de tekstdichter Josef Weinheber op het verval van waarden van de twintigste-eeuwse cultuur en maatschappij. Hindemith lijkt zich bij die overtuiging aan te sluiten, zo valt in zijn voorwoord tot zijn Madrigalen te lezen: ‘Echte madrigalen zijn er niet meer gecomponeerd sinds het verval van het Italiaanse madrigaal en de iets latere Engelse opbloei in de zeventiende eeuw. Door afhankelijkheid van sterk mechanische expressieve middelen – muziekinstrumenten – en vrijere technische mogelijkheden is de mooiste en meest natuurlijke klankbron – het samen zingen van onbegeleide menselijke stemmen – buiten beeld geraakt als de bepalende leidraad voor het muzikale kunstwerk. Maar een poging om het madrigaal nieuw leven in te blazen mag zich niet verliezen in het imiteren van het madrigaal zoals het was. Daarvoor moet een vocale stijl ontwikkeld worden die zich onthoudt van virtuoos vertoon, drastische concerteffecten en instrumentalismen. Daardoor zijn extreme stemliggingen, individuele expressiemanieren, kleureffecten en voortdurend sprongachtige melodieën, en ook samenklanken van kleine secundes en grote septiemen te vermijden.’
Begin jaren twintig verwierf Hindemith zich voor het eerst naam als markant eigentijds componist tijdens festivals in Donaueschingen, Salzburg, Venetië en elders, met als gevolg dat hij in 1927 werd benoemd tot leraar compositie aan de Berliner Hochschule für Musik. De opkomst van het naziregime maakte echter een eind aan zijn activiteiten en uitvoeringen van zijn muziek. Zijn twee ‘misdaden’ waren: het componeren van ‘ontaarde’ progressieve muziek en, in de privésfeer, de omgang met joden. Daarom week Hindemith in 1939 via Zwitserland uit naar de Verenigde Staten, waar hij tot 1953 onder meer werkzaam was als professor aan de Yale University. Vanaf 1953 was hij docent muziektheorie aan de Universiteit van Zürich. Hindemith overleed in 1963 in Frankfurt am Main, de stad van zijn vrijgevochten jeugdjaren. In 1959 maakte Paul Hindemith zijn eerste concerttournee door de Verenigde Staten sinds hij er in 1953 vertrokken was. Toen dirigeerde hij zelf de Amerikaanse première van zes van zijn Twaalf madrigalen in New York, werken die zeer gunstig ontvangen werden door publiek en critici. De New York Music Critical Circle beoordeelde ze als de beste nieuwe hedendaagse koormuziek die ten doop werd gehouden in de stad in 1959. 5
inleiding
De teksten en de muziek van de Madrigalen vertonen een verscheidenheid aan stijlen en sferen. Zo weerspiegelen Mitwelt, Trink aus! en An eine Tote de negatieve atmosfeer van de onderliggende tekst. Maar een madrigaal als Frühling is echter een uitbundig lied van Hugo Wolf op tekst van Eduard Mörike, dat schamper spottend wordt becommentarieerd door Weinheber. De première van de complete Madrigalen met het Wiener Kammerchor dirigeerde Hindemith zelf op 18 oktober 1958 in Wenen.
en vlagen van waanzin. Het lag voor de hand dat de dubbele adellijke moord hem tot een beroemdheid in Italië maakte. Hij trok zich wel terug op zijn landgoed, vooral om zijn achtervolgers te ontlopen, maar zijn moord werd in geuren en kleuren beschreven in verzen van Torquato Tasso en diverse bekende Napolitaanse dichters. Ook befaamd en breed uitgemeten werden zo zijn muzikale activiteiten, zijn luit- en klavecimbelspel en zijn componeren, zaken waar hij zich aanvankelijk eigenlijk voor schaamde. Niet voor niets bezigde Gesualdo als jonge componist nog het pseudoniem Gioseppe Pilonij.
Hindemiths inspiratiebron Gesualdo Hindemith spiegelde zich het sterkst aan de hoogst expressieve muziek van Carlo Gesualdo da Venosa en in mindere mate aan die van Claudio Monteverdi en Luca Marenzio. Gesualdo was een welvarende prins met landgoederen en paleizen in en rond Napels. Bekend werd hij vooral doordat hij eigenhandig zijn overspelige vrouw en haar minnaar vermoordde toen hij hen samen in bed betrapte. Uit wraak liet hij de lijken dagen lang op de trappen van zijn paleis liggen. Saillant detail is, dat hij werd getipt door een jaloerse oom die het zelf met Gesualdo’s vrouw had willen aanleggen, maar werd afgewezen. Later werd Gesualdo gekweld door wroeging en zondebesef en leed hij aan hallucinaties
Een grote impuls kreeg Gesualdo’s componeertalent toen hij in 1594 in Ferrara in het huwelijk trad met Leonora d’Este, de zus van Alfonso II, de hertog van ModenaFerrara. Zo belandde hij in een van de meest progressieve muzikale centra van Europa. Aangemoedigd door kunstminnende hertogen als Ercole en Alfonso II experimenteerden in Ferrara progressieve componisten met een nieuwe muziektaal in expressieve madrigalen en zwierige toccata’s. Alfonso II, de melomane hertog, die twee à vier uur per dag naar muziek luisterde, had de briljante Luzzasco Luzzaschi in dienst als hoforganist, niet alleen de leraar van de beroemde organist Frescobaldi, maar 6
inleiding
ook het grote voorbeeld voor Gesualdo en zijn hoogst expressieve en excentrieke stijl van componeren. Veel van Gesualdo’s eigen liefdespijn en doodsverlangen lijken door te klinken in zijn madrigalen, waar gevoelsbeladen woorden worden uitgebeeld met schrijnende dissonanten en chromatiek, stokkende ritmes, haperingen en merkwaardige pauzes. Net zo ontregeld en teugelloos als zijn gevoelswereld en levensloop was, zo onvoorspelbaar en ontwrichtend is Gesualdo’ notenbeeld. Chromatiek en schurende dissonanten beelden wanhoop en pijn uit. De vele rusten en pauzes tonen de mens die wankelt, zijn pas inhoudt en moeilijk verder kan. Zo overschreed Gesualdo vele grenzen van wat in muziek eeuwenlang betamelijk was, uitgerekend de reden waarom hij bij het nageslacht – en dus ook bij Hindemith – zo veel fascinatie opriep.
7
liedteksten Paul Hindemith
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber Tekst: Joseph Weinheber (1892-1945)
Mitwelt Besser als der Rattenschwanz von lauen Freunden taugt ein einziger Feind von Ehre. Bitter ist des Gschaftelhubers Lehre, schwer das Lob des Fachmanns zu verdauen. Eisern magst du nach dem Rechten schauen, kommt ein Weiberschmock dir in die Quere. Aber lieber sterben als das Grauen vor dem Helfer, dessen ungefähre Tat – o daß sie unterblieben wäre! – Dank für Schmach heischt und für Mord Vertrauen.
Tijdgenoten Meer dan de rattenkoning (warboel) van lauwe Vrienden, deugt één enkele erevijand! Bitter smaakt de leer van de druktemaker, Zwaar valt de lof van de vakman te verteren. Stevig mag je dan toezicht houden Komt er een vrouwengek in je vaarwater! Maar sterven is me liever dan huiveren Voor de helper, wiens halfslachtige daad – o, was die maar weggebleven – dank voor smaad vraagt, en voor moord vertrouwen.
Luca Marenzio U allen die nog zucht
O voi che sospirate Tekst: Francesco Petrarca (1304-1374)
U allen die nog zucht om betere nachten, Die hoort naar Amor of die spreekt op rijm, Bidt dat de Dood niet doof blijft, dat de Dood Min toevlucht is in nood, eind van mijn tranen; Laat Dood nu iets veranderen aan zijn stijl Die alom droefheid brengt, maar mij juist vreugde.
O voi che sospirate a miglior note, Ch’ascoltate d’Amore o dite in rime, Pregate non mi sia più sorda morte, Porto de le miserie e fin del pianto; Muti una volta quel suo antico stile, Ch’ogn’huom’attrista, e me può fas sì lieto. 8
liedteksten
Crudele acerba inesorabil morte
Jij wrede en meedogenloze Dood
Tekst: Francesco Petrarca
Crudele, acerba, inexorabil Morte, cagion mi dài di mai non esser lieto, ma di menar tutta mia vita in pianto, e i giorni oscuri et le dogliose notti. I mei gravi sospir’ non vanno in rime, e ‘l mio duro martir vince ogni stile.
Jij wrede en meedogenloze Dood, Je laat mij afstand doen van alle vreugde En biedt mij een bestaan van enkel tranen, Je maakt mijn dagen zwart, vergalt mijn nachten, Mijn diepe zuchten krijg ik niet op rijm, En voor mijn kwelling baat geen enkele stijl.
Solo e pensoso
Alleen en peinzend
Tekst: Francesco Petrarca
Solo et pensoso i più deserti campi vo mesurando a passi tardi et lenti, et gli occhi porto per fuggire intenti ove vestigio human la rena stampi.
Alleen en peinzend ga ik door het land Waar niemand is, met afgemeten schreden; Mijn ogen, steeds op vlucht gericht, zien lede Zelfs maar andermans voetspoor in het zand.
Altro schermo non trovo che mi scampi dal manifesto accorger de le genti, perché negli atti d’allegrezza spenti di fuor si legge com’io dentro avampi:
Geen andere bescherming is bestand Tegen wetende blikken, immers mede mijn buitenkant toont hoe ik heb geleden vanbinnen, hoe ik daar nog altijd brand.
sì ch’io mi credo omai che monti et piagge, et fiumi et selve sappian di che tempre sia la mia vita, ch’è celata altrui.
Geen bos of vlakte, stroom of berg die niet Bekend is met mijn leven en mijn lijden, Waar ik de mens onwetend van wil laten.
Ma pur sì aspre vie né sì selvagge cercar non so ch’Amor non venga sempre ragionando con meco, et io co lui.
Maar nooit vind ik zo’n woest en ruig gebied Of Amor gaat er immer aan mijn zijde, En alles wat wij doen is praten, praten. 9
liedteksten
Paul Hindemith
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber Tekst: Joseph Weinheber (1892-1945)
Magisches Rezept Nimm einen alten Suppentopf, den halt du neunmal übern Kopf, dann steile ihn cum spiritu auf einem Birnholzfeuer zu, gib etwas Glaubersalz hinein und sieben zarte Hühnerbein, dieselben ganz vom Fleisch geputzt (weil das arcanum sonst nicht nutzt), dazu gestoßnes Hasenherz samt dreizehn Haar vom Ochsensterz, Bockmist ein Lot, in Milch verrührt, drei Apfelkern pulverisiert, alsdann zum Schluß noch einen Schuß – das würzt! – boletus baldius.
Magisch recept Neem een oude soeppan, die hou je negenmaal boven je hoofd, dan zet je hem cum spiritu op een perenhoutvuur, doe wat wonderzout erin en zeven malse kippenpoten met mooi opgemaakt vlees (omdat het arcanum anders niet werkt) daarbij gestampt hazenhart samen met dertien haren uit de ossenstaart een partij bokkenmest in melk geroerd, drie verpulverde appelpitten en dan tenslotte nog een scheut - kruidige - boletus badius.
Dies koche, eh die Sonn aufgeht und wenn kein Stern am Himmel steht.
Kook het voor de zon opkomt en wanneer er nog geen ster aan de hemel staat.
Dabei sprichst du die Wendewort: Was ferne ist, sei hier am Ort, was innen ist, soll außen sein. was außen ist, das geh hinein, Durch dies dein rosenfarbnes Blut, das ist für siebzig Fieber gut.
Daarbij zeg je de keerspreuk: wat ver verwijderd is, zal hier ter plekke zijn, wat binnen is, moet naar buiten, wat buiten is, gaat naar binnen, door jouw rooskleurige bloed, dat is goed tegen zeventig koortsen. 10
liedteksten
Es bleibt das Mittel sehr probat, für jeden, der den Glauben hat, und half, so hör ich, o/im schon dem weiland König Solomon.
Dit middel werkt zeer probaat bij een ieder die er aan gelooft, en ’t hielp, zo hoor ik, ooit reeds wijlen koning Salomo.
Erfinden kannst du solches nicht. Ich schrieb’s Rezept bei Mondenlicht an meines Hundes frühem Grab aus einem alten Hausbuch ab.
Zo’n middel kun je niet uitvinden. Ik schreef het recept bij maanlicht af aan het vroege graf van mijn hond uit een oud huishoudboek.
Und weil ich ein Kalenderchrist, der ohne dies ganz hilflos ist und füglich will, daß jedermann wie ich sich also schützen kann, so hab ichs fleißig hergesetzt, damit es dir den Gaumen letzt.
En omdat ik een Christen ben volgens de kalender, zonder dewelke ik hulpeloos ben, en gevoeglijk wil dat iedereen net als ik dit tot nut maken kan, zo heb ik het ijverig klaargemaakt opdat je gehemelte zich verkwikt.
Und hilft es nicht, was schadt es schon: Mach alleweg Gebrauch davon!
En helpt het niet, het schaadt ook niet. Maak te allen tijde gebruik ervan.
Eines Narren, eines Künstlers Leben Vor dem dunklen Todeshintergrunde im Gewand der Leiden Tänze schlingen und mit schmerzenstrunknem Munde hell durch Stundenflucht und Tagentschweben Von der Ewigkeit der Freude singen.
Leven van een nar, een kunstenaar. Voor het duistere doodsdecor In het gewaad van rouwenden dansen En met pijnlijk dronken mond Levendig, op de vlucht voor uur en dag, Van de eeuwigdurende vreugde zingen.
11
liedteksten
Trink aus! Schenk ein, Kameradi Das Leben ist traurig und toll. Wir haben gezahlt unsern Elendszoll, das Maß ist voll – Schenk ein!
Drink op! Schenk in, kameraad! Het leven is treurig en dwaas. We hebben onze tol aan ellende betaald, De maat is vol – Schenk in!
Kein Glück, Kamerad! Von ferne lockt Flötengetön. Wir mußten nach Teufels Pfeife uns drehn und zuschanden gehn – Kein Glück!
Geen geluk, kameraad! Van verre lokt fluitspel. Wij moesten naar de pijpen van de duivel dansen En tenietgaan – Geen geluk!
Zum End, Kamerad! Die Jahre und Wolken ziehn. Was Mieder und Band, was Gunst und Gewinn – laß fahren dahin – Zum End!
Op naar het einde, kameraad! Jaren en wolken gaan voorbij. Wat knoop en band, wat winst en baat –, Laat dat toch gaan – Op naar het einde!
Trink aus, Kamerad! Am Herzen schabt schon der Grind. Bald flackern Kerzen auf muffiger Spind, und die Nacht beginnt – Trink aus!
Drink op, kameraad! Aan het hart knaagt reeds de schurft. Zometeen flakkeren kaarsen op een muffe kast, En begint de nacht – Drink op!
12
liedteksten
Claudio Monteverdi Io mi son giovinetta
Ik ben jong
Tekst: Giovanni Boccaccio (1313-1375)
‘Io mi son giovinetta E rido e canto alla stagion novella’, Cantava la mia dolce pastorella, Quando subitamente A quel canto il cor mio Cantò, quasi augellin vago e ridente:
‘Ìk ben jong En ‘k lach en zing in de lente’, Zong mijn lieve herderin, Toen plotseling Die zang door mijn hart werd beantwoord Met zang als van een schaterend vogeltje:
‘Son giovinetto anch’io E rido e canto alla gentil e bella Primavera d’amore, Che ne’ begli occhi tuoi fiorisce.’ Et ella: ‘Fuggi, se saggio sei,» - disse - :l’ardore, Fuggi, ch’in questi rai Primavera per te non sarà mai.’
‘Ook ik ben jong En lach en zing de zachte schone Liefdeslente toe, Die in jouw mooie ogen bloeit.’ Maar zij sprak: ‘Ga weg, als je slim bent, van het liefdesvuur, Weg, want in deze ogen Zal het voor jou nooit lente zijn.’
13
liedteksten
Anima dolorosa Anima dolorosa Che vivendo tanto peni e tormenti Quant’odi e parli e pensi e miri e senti,
Smartelijke ziel Smartelijke ziel, Die kommer en kwel doorstaat zoveel als je kunt horen, zeggen, denken, zien en voelen’ Adem je liefde uit? Wat hoop je? Verblijf je nog In deze levende dood? In deze hel Van jouw eeuwige pijn? Sterf, ongelukkige, sterf! Wat treuzel je nog? Wat doe je? Waarom ben je dood voor plezier, en leef je om te lijden? Waarom leef je om te sterven? Verteer de smart, die jou ooit verteerde, Door uit te gaan van die dood die leven lijkt. Sterf, zielenpoot, door te sterven aan je doodgaan.
Amor spiri? Che speri? Ancor dimori In questa viva morte? in quest’inferno De le tue pene eterno? Mori, misera, mori! Che tardi piú? che fai? Perché, mort’al piacer, vivi al martire? Perché vivi al morire? Consuma il duol che ti consuma omai, Di questa morte che par vita uscendo. Mori, meschina, al tuo morir morendo.
Piagn’e sospira Piagn’e sospira, e quand’i caldi raggi Fuggon le greggi a la dolce ombr’assise,
Ik ween en zucht Ik ween en zucht en wanneer de kudden De warme stralen ontvluchten en in de koele schaduw gaan zitten Schrijf ik in de schors van pijnbomen en eiken De geliefde naam in duizend gedaanten: De zware klappen van het noodlot En de avonturen, in de harde bast gekerfd. Maar bij herlezing daarna van wat ik schreef Vergiet ik bloedrode tranen van verdriet.
Ne la scorza de’ pini o pur de’ faggi Segnò l’amato nome in mille guise; E de la sua fortuna i gravi oltraggi E i vari casi in dura scorza incise, E in rileggendo poi le proprie note Spargea di pianto le vermiglie gote.
14
liedteksten
Paul Hindemith
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber Tekst: Joseph Weinheber (1892-1945)
An einen Schmetterling Du, leicht und schön, aus Gottes Traum geboren, du Bote einer tiefersehnten Welt. Du Sieger, der die Liebe unverloren und sanft im Segel seiner Schwingen hält.
Aan een vlinder. Jij, licht en mooi, uit Gods droom geboren, Jij, boodschapper van een vurig verlangde wereld! Jij, overwinnaar, die nooitverloren liefde Zachtjes in het zeil van je vleugels houdt:
Die Blumen lieben dich – Und wenn ich träume, so träum ich deinen selbstvergeßnen Flug. Wie du mir wiederkommst durch helle Bäume,
Bloemen houden van je – en als ik droom, Droom ik van jouw onzelfzuchtig vliegen. Zoals jij bij me terugkomt door stralende bomen heen, Zo verzoen je mij met aardse last en druk,
versöhnst du mit der Erde Last und Trug.
Jouw gouden glans schrikt van mijn zwaarte,
Dein goldner Schmelz erschrickt vor meiner Schwere. Du flügelst auf, mir lahmt der wüste Schritt. Doch hoch und höher jetzt, in seliger Kehre, nimmst du den Schmerz auf deinen Schwingen mit.
Je vliegt op, mijn wilde pas verlamt, Toch neem je nu alsmaar hoger in heerlijk wenden De pijn mee op je vleugels.
15
liedteksten
An eine Tote Stille Blume, erblaßt unter herbstlichen Sternen, demütig Licht, in den schweigenden Abend verweht: Mögen von dir die Liebenden ehrfürchtig lernen.
Aan een dode Stille bloem, verbleekt onder herfstgesternte, Deemoedig licht, verwaaid in de zwijgende avond: Mogen je geliefden eerbiedig van je leren.
Nimm uns, da du gegangen, nicht das Gebet, nicht die Geduld zu unsrer endlichen Reife, nun die Erfüllung dir auf erblichener Stirne steht.
Ontneem ons, nu je gegaan bent, niet het gebed, Niet het geduld voor onze laatste rijping, Nu de vervulling op je bleekgeworden voorhoofd zichtbaar is.
Gabst du uns doch, erhoben aus ruhloser Streife,
in deinem Sterben sich unser Leben begreife.
Je gaf ons immers, bevrijd van je rusteloze levensreis, Voorbeeld genoeg, opdat ons leven, in de wortel geraakt, Zich door jouw sterven laat begrijpen.
Nicht, daß du ruhest, von keiner Klage verführt, schmerzt uns Verwirrte, die in der Woge geblieben: (Du bist am Ufer, das allem Leide gebührt.)
Niet dat je rust, door geen klacht meer afgeleid, Is wat ons, die in de woelige baren gebleven zijn, pijn doet: (Jij bent aan wal, waar al het leed eindigt)
Aber wir trauern, daß wir dich nun erst lieben, da wir erkennen, wie du nach sanftem Gebot deine Vollendung schon allen Dingen verschrieben.
Maar wij betreuren dat we je nu pas liefhebben, Omdat we zien, hoe je met zachte hand Je einde al aan alles en iedereen had aangegeven.
Und wir dienen in Schauern: Dem Abend, dem Herbste, dem Tod.
En we buigen ons eerbiedig voor de avond, de herfst, de dood.
Beispiel genug, aufdaß an der Wurzel berührt,
16
liedteksten
Tauche deine Furcht Tauche deine Furcht in schwarzen Wein, Einsamer! Die dunklen Vögel ziehen. Es wird eine lange Reise sein.
Dompel je angst. Dompel je angst in zwarte wijn, Eenzame! Donkere vogels trekken over… Het zal een lange reis zijn.
Gott ist nah und raunt. Vergeblich fliehen die Gedanken vor dem Blättertanz. Und zur Dämmrung ist der Tag gediehen.
God is nabij en ruist. Vergeefs vluchten gedachten voor de bladerdans. En de dag is tot de schemering gekomen.
Auf ein leeres Grab fällt Sternenglanz ... Tiefer mit dem letzten Mut zur Stille drücke in die Stirn den welken Kranz.
Op een leeg graf valt sterrenglans… Druk, met de laatste moed voor de stilte, De verwelkte krans in het voorhoofd.
17
liedteksten
Judaskuß Ihr seht nur das verfluchte Geld, das ich genommen hab. Und schweigt davon, daß Er mir doch beim Mahl den Bissen gab.
Judaskus Jullie zien alleen het vervloekte geld, dat ik aangenomen heb. En je zwijgt erover dat Hij me toch bij de maaltijd het brood gaf.
Damit die Schrift erfüllet sei, sollt es an mir geschehn. Er trug mir auf, es bald zu tun. Und also mußt ich gehen
Opdat de schrift vervuld wordt moet het mij overkomen. Hij droeg mij op het snel te doen En dus moest ik gaan
und ging und kam zurück, und nahm und hatte meinen Lohn. Doch jener, der am Kedron stand, Er wußte alles schon,
en ging en kwam terug en pakte mijn loon. Maar die man die aan de Kedron stond, Hij wist alles al,
und sah mich an und redete und ließ mir keine Frist: ‘Mit einem Kuß verrätst du mich?’ So hab ich Ihn geküßt.
keek me aan en liet me geen tijd: ‘Met een kus verraad je me?’ Dus heb ik Hem gekust.
Sie griffen Ihn und banden Ihn und schleppten ihn davon. Und ob mir fast das Herz zerriß, ich hatte meinen Lohn.
Ze grepen Hem en bonden Hem vast, en sleepten Hem weg. En ook al scheurde bijna mijn hart, ik had mijn loon.
Du bittre Reue, Scham und Gram! Er gab mir mein Geschick. Er starb für euch den Kreuzestod. Ich ging und nahm den Strick.
O bitter berouw, schaamte en verdriet! Hij bestemde mijn lot. Hij stierf voor jullie de dood aan het kruis. Ik ben gegaan, en heb de strik genomen. 18
liedteksten
Michelangelo Rossi Voi volete ch’io mora
Gij wilt dat ik sterf
Tekst: Giovanni Battista Guarini (1538-1612)
Prima parte Voi volete ch’io mora, Né mi togliete ancora Questa misera vita, E non mi date incontra morte aita.
Eerste deel Gij wilt dat ik sterf, Maar ge neemt nog niet Dit ellendige leven weg, En komt me niet tegen de dood te hulp.
Seconda Parte Moro, o non moro? Omai non mi negate, Mercede o feritate : Che in sì dubbiosa sorte Assai più fero, è il non morir che morte.
Tweede deel Of ik sterf of niet; onthoudt me nooit Medelijden of hardvochtigheid, Want bij zo’n tweezijdig noodlot Is nog veel erger het niet doodgaan dan de dood.
19
liedteksten
Diego Personè Cantai lunga stagione Tekst: Girolamo Cigala
Ik zong het hele seizoen door
Cantai lunga stagione Con soave harmonia Pensando radolcir l’anima mia Ella più s’inasprio Nè del cor la durezza Spetrò delle mie note la dolcezza Cambierò il dolce stile In durissime asprezze e sconsonanze Forsi l’Idolo mio diventa humile
Ik zong het hele seizoen door Met zoete harmonieën, Terwijl ik mijn lief dacht te kalmeren. Maar zij werd steeds bitterder En de hardheid van haar hart Weerspiegelde de zoetheid van mijn gezang. Dus veranderde ik mijn lieflijke stijl In allerhardste bitterheden en wanklanken. Misschien brengt dat mijn lief tot rust.
20
liedteksten
Paul Hindemith
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber Tekst: Joseph Weinheber (1892-1945)
Es bleibt wohl Es bleibt wohl, was gesagt wird, alles, alles daneben gesagt. Bewahrt scheint nur im strengen Wort eine leise Bedeutung für den nächsten Aeon.
Blijvend is wel Blijvend is wel dat alles wat gezegd wordt, ernaast zit. Opgeslagen lijkt in het strenge woord slechts een minimale betekenis voor de volgende eeuw.
Und jene Trauer des Vergehens dunkelt noch nach in die erzgefügten Werke. Also trumpfen wir auf mit der Pflicht, mit Innewerden des Tuns.
En dat verdriet om het verdwijnen sombert nog na in oeroude werken. En dus spelen we onze troef uit met de plicht, met het besef van het handelen.
Doch kein Besinnen ist die Pflicht, nein, ist nur großes Vergessen, ein Wegschaun von dem Schicksal, das verhangt ist von ferne, und hat den Gram der Schwäche in sich.
Maar die plicht is geen bezinning, nee, slechts een groot vergeten, een wegkijken van het noodlot, dat van verre is opgelegd en dat het verdriet van zwakte in zich draagt.
So freilich bleibt sie uns zunächst: Des Menschen hilflosem Gang eine Stütze, aufrecht
Zo blijft ze voor ons allereerst: een steun voor de hulpeloze gang van de mens, om overeind te blijven en op eigen kracht door te gaan. Maar toch is dat veel waard: want overdag passend.
durchzugehn durch sich. Aber füglich ist dieses viel: weil taghaft gemäß.
21
liedteksten
Frühling
Lente
Tekst: Eduard Mörike (1804-1875) Joseph Weinheber inspringen
De lente laat zijn blauwe wimpel Monter wapperen om het grauwe gebouw Weer fladderen door de lucht Raven brutaal naar het lijkenbanket Zoete welbekende geuren Uit de lariekoekoven, En de vleugels van de crisisvogel Bereiken vol verwachting het land. Viooltjes dromen reeds, Bevinden zich in het hoogseizoen: Of de vreemdelingen, ach die makke schapen, denken Spoedig te zullen komen. Geen spoor! Hoor van verre klinkt een zachte harp. Beschaving! Lente, jij bent het! Jou heb ik aan voelen komen!
Frühling laßt sein blaues Band munter weh’n ums graue Haus. Wieder flattern durch die lüfte Raben keck zum Leichenschmaus. Süße, wohlbekannte Düfte her vom Herd des Humbugs dringen, und des Krisenvogels Schwingen streifen ahnungsvoll das Land. Veilchen träumen schon von der Hochsaison: ob die Fremden, ach die frommen, wollen balde kommen. Keine Spur! Horch, von fern ein leiser Harfenton Konjunktur! Frühling, ja, du bist’s! Dich hab’ ich vernommen!
22
liedteksten
Kraft fand zu Form Kraft fand zu Form und Form hält weise haus. Ich sehe eine alte Welt zerfallen; aus Schutt und Asche, Dunst und Todeslallen gebiert sich Aufriß, Umriß neuen Baus.
Kracht werd vorm Kracht werd vorm, en vorm houdt wijs huis. Ik zie een oude wereld uiteenvallen. Uit puin en as, uit damp en doodsgerochel Wordt een ontwerp geboren, de omtrek van een nieuw gebouw.
Hier hilft nicht Kunst, Zierat in Trümmerhallen. Verspielt, verloren, was einst hob hinaus aus dieser Nacht ins Licht des Götterblaus. Was ist, das war. Die Würfel sind gefallen.
Hier helpt kunst niet, als sieraad op de puinhopen. Verspeeld, verloren is wat eens omhoogtorende Uit deze nacht in het licht van het hemelsblauw. Wat is, dat was. De teerling is geworpen.
Des Abgrunds Weisheit: Unerschrockenes Herz, der Mut zu sinken, Mut zum Todesschweigen tut not, damit der Turm sich neu erhebe.
Afgrondelijke wijsheid: een onverschrokken hart, Moed om te vallen, de moed tot doodszwijgen Is nodig, opdat de toren zich opnieuw verheft.
Und not tun Männer, ganze, die den Schmerz zu Quadern schlagen, ruhmlos, treu, sich eigen.
En alle mannen zijn nodig om pijn tot stenen te slaan, roemloos, trouw, zichzelf zijnd. De weg is duidelijk, hoe vaak het hart ook beeft.
Der Weg liegt klar, wenn oft das Herz auch bebe.
23
liedteksten
Carlo Gesualdo da Venosa Poichè l’avida sete Prima parte Poichè l’avida sete C’hai del mio tristo e lagrimoso umore Non è ancor spenta, o dispietato core, Spengala il sangue mio C’or verserà dal mio trafitto petto Un doloroso rio.
Nu jouw hevige dorst Eerste deel Nu jouw hevige dorst Naar ’t droeve vocht mijner tranen Nog niet gestild is, o hardvochtig hart, Bevredig die dan met mijn bloed Dat nu uit mijn doorboorde borst vloeit Als een smartelijke stroom.
Seconda parte Ma tu, cagion di quella atroce pena Che a la morte mi mena, Mira, mal grado tuo, pietoso effetto
Tweede deel Maar jij, de oorzaak van die wrede pijn Die tot mijn dood leidt, Kijk toch, tegen je zin, naar ’t verheffende resultaat Van jouw wreedheid, en mijn kwelling, Want stervend aan mijn smart, voel ik de dood niet.
De la tua crudeltà, del mio tormento Che morendo al mio duol, morte non sento.
24
liedteksten
Asciugate i begli occhi Asciugate i begli occhi, Deh, cor mio, non piangete Se lontano da voi gir me vedete! Ahi, che pianger debb’io misero e solo Che partendo da voi m’uccide il duolo.
Droog je mooie ogen Droog je mooie ogen, Oh, mijn hart, huil niet Als je me ver van je af ziet keren! Ach, hoe ellendig en eenzaam moet ik wenen, Want door van u weg te gaan, ga ik dood van verdriet.
Mercè, grido piangendo Mercè, grido piangendo Ma chi m’ascolta? Ahi lasso, io vengo meno; Morrò dunque tacendo. Deh, per pietade almeno, Dolce del cor tesoro, Potessi dirti pria ch’io mora: ‘Io moro!’
Genade, schreeuw ik huilend Genade, schreeuw ik huilend, Maar wie hoort me? Helaas, ik kwijn weg. Zal ik dan zwijgend sterven? Oh, wees me tenminste genadig, Lieve schat van mijn hart, Laat me je kunnen zeggen voor ik doodga: ‘Ik sterf’.
25
liedteksten
Paul Hindemith
Uit Zwölf Madrigale nach Joseph Weinheber Tekst: Joseph Weinheber (1892-1945)
Du Zweifel Du Zweifel an dem Sinn der Weift Geschöpf, in diese Qual gestellt, wer soll dir helfen tragen? Dein Straucheln nennst du Menschlichsein, in deine wilde Pein hinein beginnst du wild zu fragen.
Jij, twijfel Jij, twijfel aan de zin van de wereld! Schepsel, voor die kwelling gesteld, Wie zal je die helpen verdragen? Je struikelen noem je menselijkzijn, Door je wilde smart heen Begin je wild vragen te stellen.
Was ist mit Wildheit schon getan? Das laute Wesen klagt, klagt an, doch klagt nur seine Schwäche. Ach, eine Flöte, fern und schön, verklärt mit fließendem Getön die Blut- und Tränenbäche!
Wat moet je met wildheid beginnen? Het luidruchtige wezen klaagt, ja klaagt aan! Maar alleen zijn zwakheid klaagt. Ach, laat een fluit, ver en mooi, Met vloeiende tonen De bloed- en tranenstromen verklaren.
Der Eine, der es alles lenkt, die Stimmen ineinander mengt, er wird auch dich erkennen. Auf daß du, hält er’s an der Zeit, nach Warfen, Nacht und Einsamkeit ihn mögest Vater nennen.
Die Ene, die alles bestuurt, Die stemmen door elkaar mengt, Zijn oog zal ook op jou vallen, Opdat jij, als Hij het de tijd acht, Na wachten, nacht en eenzaamheid Hem Vader mag noemen. Vertalingen: Harry van der Kamp, Peter Verstegen (teksten Marenzio/Petrarca)
26
biografie COMPONISTEN Paul Hindemith
Na zijn conservatoriumstudie voorzag de Duitse componist Paul Hindemith (1895-1963) in zijn onderhoud met het spelen in het orkest van een kuuroord. In 1915 werd hij concertmeester in de Opera van Frankfurt. Zes jaar later brak hij met het Amar Strijkkwartet door als
componist en violist tijdens de eerste Donaueschinger Musiktage. Als componist is Hindemith veelzijdig. Hij schreef voor ongewone instrumenten, zoals een Sonate voor contrabas, werken voor Trautonium (een vroeg elektronisch instrument) en een Trio voor altviool, heckelfoon (een dubbelriet) en piano. Daarnaast schreef hij zogeheten Gebrauchsmusik – muziek met een sociale of politieke boodschap, soms bedoeld om door amateurs gespeeld te worden. Tot zijn bekendste werken hoort de opera Mathis der Maler uit 1935, over een schilder uit de renaissance die zich tegen de gevestigde orde keert. NaziDuitsland was daar niet blij mee. Hij vertrok in 1938 naar Zwitserland, emigreerde twee jaar later naar de Verenigde Staten, maar keerde in 1953 terug naar Europa. 27
Luca Marenzio
Luca Marenzio (ca. 1553‑1599) is bekend als een van de belangrijkste componisten van het madrigaal. In zijn leven is Marenzio veelvuldig in dienst als zanger en componist bij verschillende kardinalen. Marenzio werkte als kapelmeester van kardinaal d’Este in Rome (ca. 1578-1586), bij Ferdinando de Medici in Florence (1588-1589) en aan het Poolse hof van Sigismondo
biografie
III (1595). Hij werd beroemd door zijn ca. 500 madrigalen, waarin hij niet zelden voor zijn tijd ongehoord gewaagde harmonieën toepaste. Hij zette onder meer teksten van Petrarca, Tasso en Guarini op muziek. Verder schreef hij vele kerkelijke werken.
Claudio Monteverdi
Claudio Giovanni Antonio Monteverdi (1567-1643) was een Italiaans componist,
dirigent en oorspronkelijk ook werkzaam als violist en zanger. Claudio Monteverdi werd geboren in de vioolbouwersstad Cremona en studeerde daar bij de kapelmeester muziektheorie, zang en viool. Op zijn vijftiende publiceerde hij zijn eerste bundel (Cantiunculae sacrae) en kort daarna de eerste geestelijke madrigalen en driestemmige canzonetten. In 1590 wordt hij in Mantova als violist aangenomen in de kapel van hertog Gonzaga en in 1602 wordt Monteverdi zelf kapelmeester in Mantova. In 1607 schept hij zijn eerste meesterwerk, de opera Orfeo. In 1613 werd Monteverdi aangenomen als maestro di cappella aan de San Marco in Venetië. Monteverdi werd vermoedelijk in 1632 als geestelijke gewijd. Na een kort verblijf in zijn geboortestad Cremona overleed Monteverdi in 1643 te Venetië. 28
Michelangelo Rossi
Michelangelo Rossi (1601/21656) wordt geboren in Genua. Hij ontwikkelde zich tot een van de belangrijke componisten van de Italiaanse barok. Rossi studeerde bij zijn oom Lelio de Rubeis, organist van de San Lorenzo in Genua. In 1624 vertrok Rossi naar Rome waar hij in dienst trad van kardinaal Maurizio van Savoye. Hier ontmoette Rossi
biografie
Sigismondo d’India, componist van hoofdzakelijk madrigalen, en Girolamo Frescobaldi, bij wie hij les neemt en met wie hij bevriend raakt. In 1630 begint Rossi te werken voor de familie Barberini, een van de machtigste families in Rome van dat moment. In 1649 keerde hij, via Modena en Ferrara, weer terug naar Rome en woonde in het paleis van Camilo Pamphili, een familielid van de paus. Tijdens zijn leven was Rossi vooral bekend als violist. Latere generaties kennen hem vooral als componist van klaviermuziek. Zijn muziek is stilistisch verwant aan de muziek van Frescobaldi en Johann Jakob Froberger.
Diego Personè Diego Personè (1598-1663) kwam uit Carpignano, niet ver van Lecce (Zuid-Italië). Hij werd gevraagd als hoveling door de Groothertog van
Toscana en door Koning Lodewijk XIII van Frankrijk, in wier dienst hij echter nooit getreden is. Zijn derde en vierde madrigaalboek werden gedrukt in Napels in 1626 en 1628 en zijn opgedragen aan kardinaal Scipione Borghese. De eerste twee en een vierstemmig madrigaalboek zijn verloren gegaan. Evenals Gesualdo is Personè een voorbeeld van een ridder met muzikale aspiraties. Diego’s stijl kan klassiek genoemd worden met zeer expressieve en experimentele uitschieters, zoals in het madrigaal Cantai lunga stagione, waarin hij – even maar, op het woord ’sconsonanze’ – het pad van de atonaliteit inslaat.
Carlo Gesualdo da Venosa Carlo Gesualdo (1566-1613) was een Italiaans componist, 29
luitspeler en edelman uit de late renaissance. Gesualdo was een leerling van Pomponio Nenna en zeer bevriend met de dichter Torquato Tasso.
Gesualdo is zowel door zijn muziek, als door zijn levensloop een opvallende figuur binnen de klassieke muziek. Hij had een grote naam als luitspeler, maar is muziekhistorisch vooral belangrijk om zijn zeer vooruitstrevende vernieuwingen op het gebied van het madrigaal. In 1960
biografie
Cappella Amsterdam en was vervolgens twintig jaar in dienst van het Nederlands Kamerkoor (1974-1994), waarvan zeven jaar als artistiek adviseur.
foto: Allard Willemse
completeerde Stravinsky drie Cantiones Sacrae van Gesualdo, ter gelegenheid, ter gelegenheid van wat men toen voor zijn 400ste geboortejaar hield. Nu weten we dat dat 1566 moet zijn. Met name zijn latere werken vertonen een voor zijn tijd ongehoorde melodische en harmonische rijkdom en expressiviteit. Hij componeerde, naast madrigalen, vijf-, zes- en zevenstemmige motetten en responsoria.
UITVOERENDEN Harry van der Kamp Bas en leiding
Harry van der Kamp studeerde bij Alfred Deller, Pierre Bernac, Max van Egmond en Herman Woltman, onder andere aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Hij behoorde tot de founding singers (in 1970) van
Harry van der Kamp geniet wereldwijde bekendheid als bas-bariton in de barokwereld. Van New York tot Peking trad hij in zijn dertigjarige carrière op met alle leidende specialisten op dat gebied. Als operazanger zong hij in opera’s van Peri en Monteverdi tot Viviers en Knaifel, in requiems van Pierre de la Rue tot Giuseppe Verdi, 30
in lamentaties van Tallis tot Stravinsky. Hij heeft meer dan 120 cd-opnamen op zijn naam staan. Er verschenen talrijke grote monologen en bassolo cantates bij vele cd-labels. Hij is een van de meest vooraanstaande ensemblezangers in Europa. Met zijn eigen Gesualdo Consort Amsterdam trad hij op in Europa en Canada met revolutionaire werken van de zestiende tot de twintigste eeuw. Diverse cdopnamen van uniek repertoire zijn met belangwekkende prijzen bekroond. Twee Edisons Klassiek werden in de wacht gesleept voor Het Sweelinck Monument: een Nederlandstalige boek-cd uitgave van de complete werken van Jan Pieterszoon Sweelinck (23 cd’s verdeeld over 8 boeken). In 2010 werd Het Sweelinck Monument aangeboden aan Koningin Beatrix. Harry van der Kamp werd bij deze gelegenheid benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Gesualdo Consort Amsterdan / foto: Hans Hijmering
biografie
Gesualdo Consort Amsterdam Het Gesualdo Consort Amsterdam, een internationale groep vocalisten gespecialiseerd in de uitvoering van oude muziek, brengt onder leiding van Harry van der Kamp bijzondere programma’s in
kleine vocaalinstrumentale bezetting waarin het nieuw licht laat schijnen op oude muziek van de laatste 700 jaar. De naamgever van het ensemble is Carlo Gesualdo da Venosa, Napolitaans edelman en oorspronkelijk musicus die rond 1600 als een Janusfiguur op de drempel 31
der tijd terugblikt op de oude muzikale stijl (prima prattica) en vooruitziet naar de nieuwe stijl (secunda prattica) en met zijn madrigalen en motetten ons tot op de dag van vandaag inspireert. Het Gesualdo Consort Amsterdam voert het onbegeleide madrigaal, de moeder van onze expressieve westerse
biografie
muziek, hoog in zijn vaandel. Het totale madrigaaloeuvre van de zestiende en zeventiende eeuw behoort tot zijn repertoire, maar ook de overige genres krijgen ruimschoots aandacht. Waar mogelijk worden verbindingen gelegd naar muziek van latere eeuwen. Ook hebben diverse componisten werken aan het Gesualdo Consort Amsterdam opgedragen. Het Gesualdo Consort Amsterdam trad op in het Innsbrucker Festwochen der Alte Musik, Musikfest Bremen, Dollard Festival, Holland Festival Oude Muziek Utrecht, Bachfest Leipzig, Berliner Festspiele en vele andere festivals in Europa. Het publiek wordt geraakt door de concerten van het consort en ervaart ze als een verrijking van hun muzikale kennis en bewustzijn. De pers beschreef het concert Musica vulcanica in het
Utrecht Festival Oude Muziek in 2006 als het mooiste in de 25-jarige geschiedenis van het festival. In 2010 won Het Gesualdo Consort Amsterdam de VSCD Klassieke Muziekprijs 2010 in de categorie ‘meest indrukwekkende prestatie van een (klein) ensemble’. Het Gesualdo Consort Amsterdam heeft bij diverse cd-labels unieke opnames uitgebracht die in vaktijdschriften allen hooggeprezen zijn. Bijzondere aandacht kreeg het meerjarige project Het Sweelinck Monument, de registratie van de complete vocale werken van Jan Pieterszoon Sweelinck, die voor het overgrote deel nooit eerder zijn opgenomen.
32
VERWACHT
za 15 mrt 2015 serie koren grote zaal / 15.00 uur
Nederlands Kamerkoor Bach, Bach, Bach
foto: Norsk Musikkinformasjon / Lisbeth Risne
Een programma vol Bach, met als uitgangspunt Bachs prachtige motetten (koorwerken). Zoon Carl Philipp Emanuel Bach schreef ook parels van motetten. Veel minder bekend, maar zeer bemind door kenners van het koorrepertoire. En Bach dient als inspiratiebron in een adembenemend succeswerk van de Noorse componist Knut Nystedt: Immortal Bach. Een stuk dat ongetwijfeld hoog in de ‘Hart en Ziel-lijst’ staat van koormuziekliefhebbers in Nederland. Het Nederlands Kamerkoor staat onder leiding van de Belgische dirigent en specialist Erik van Nevel, bekend als artistiek leider en dirigent van het Vlaamse topensemble Currende. Knut Nystedt
33
VERWACHT
Maart zo 1 mrt / 11.00 uur / Kleine Zaal
Masato Suzuki De dag van het ingenieuze orgel
za 7 mrt / 20.15 uur
di 17 mrt / 20.15 uur
Fatoumata Diawara African Life
Emma Kirkby + Jakob Lindberg De Gouden Eeuw van het lied + college Michel de Montaigne
zo 8 mrt / 15.00 uur
zo 1 mrt / 15.00 uur
Eric Vloeimans Wat is het geheim van de trompet? (8+)
Sweelinck Barokorkest Händel Operajuwelen
di 10 mrt / 12.30 uur
Nederlands Kamerkoor In Amerikaanse kringen…
Amsterdam Corelli Collective Lunchconcert ism Conservatorium van Amsterdam
zo 1 mrt / 20.15 uur
di 10 mrt / 20.15 uur
Calefax + Holland Baroque Society What if Bach…
Van Swieten Society Lieder ohne Worte
zo 1 mrt / 15.30 uur / Waalse Kerk
wo 18 mrt / 20.15 uur
Nieuw Amsterdams Peil Aan Barrels do 19 mrt / 20.15 uur
Insomnio God’s own musicians GEANNULEERD vr 20 mrt / 20.15 uur
Combattimento Stabat Mater
do 12 mrt / 20.15 uur wo 4 mrt / 20.15 uur
Die Frau Marlene Dietrich Pascal Schumacher + United Instruments of Lucilin do 5 mrt / 20.15 uur
Asko|Schönberg Tintelfrisse reïncarnaties
Collegium Vocale Gent + Het Collectief Leos Janác˘ ek
za 21 mrt / 15.00 uur
vr 13 mrt / 20.15 uur
di 24 mrt / 20.15 uur
Judith van Wanroij + Barbara Kozelj Duetten
Amsterdam Sinfonietta Carnaval met de Jussens
De IJ-Salon Battle of the clarinets
zo 15 mrt / 15.00 uur vr 6 mrt / 20.15 uur
Szymanowski Quartet Beethoven plus
Nederlands Kamerkoor Bach, Bach, Bach
34
Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.