2016 03 04 Brodsky Quartet - Sjostakovitsj

Page 1

vr 4 + za 5 + zo 6 mrt 2016 special grote zaal

De strijkkwartetten van Sjostakovitsj Brodsky Quartet


PROGRAMMA

vr 4 + za 5 + zo 6 MRTÂ 2016 special Grote Zaal

De strijkkwartetten van Sjostakovitsj

Bodsky Quartet

Een unieke integrale uitvoering van de vijftien strijkkwartetten van de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)

Daniel Rowland viool Ian Belton viool Paul Cassidy altviool Jacqueline Thomas cello

Brodsky Quartet

Tip: Combineer een middag- of avondconcert met een bezoek aan restaurant Zouthaven. Tijdens de Sjostakovitsj special is het menu Russisch getint. Reserveren: www.zouthaven.nl

Tekst programmaboek: Joep Christenhusz


VR 4 MRT

Stilte s.v.p CD - OPNAME

GROTE ZAAL / 20.15 UUR (pag. 12) Strijkkwartet nr. 1 in C op. 49 (1938) Strijkkwartet nr. 2 in A op. 68 (1944) Strijkkwartet nr. 3 in F op 73 (1946)

ZA 5 MRT GROTE ZAAL / 15.00 UUR (pag. 16) Strijkkwartet nr. 6 in G op. 101 (1956) Strijkkwartet nr. 4 in D op. 83 (1949) Strijkkwartet nr. 5 in Bes op. 92 (1952) GROTE ZAAL / 20.15 UUR (pag. 20) Strijkkwartet nr. 7 in fis op. 108 (1960) Strijkkwartet nr. 8 in c op. 110 (1960) Strijkkwartet nr. 9 in Es op. 117 (1964)

ZO 6 MRT GROTE ZAAL / 15.00 UUR (pag. 24) Strijkkwartet nr. 11 in f op. 122 (1966) Strijkkwartet nr. 12 in Des op. 133 (1968) Strijkkwartet nr. 13 in bes op. 138 (1970) Strijkkwartet nr. 14 in Fis op. 142 (1973) GROTE ZAAL / 20.15 UUR (pag. 28) Strijkkwartet nr. 10 in As op. 118 (1964) Strijkkwartet nr. 15 in es op. 144 (1974)

De concerten van het Brodsky Quartet worden opgenomen voor het Chandos label. Wij verzoeken u hiermee rekening te houden en uw telefoon uit te zetten.


inleiding Samen met die van Arnold Schönberg, Béla Bartók en Elliott Carter behoren ze tot de hoogste toppen van het twintigste-eeuwse kamermuziekrepertoire: de strijkkwartetten van Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975). De Russische componist schreef er vijftien, de eerste als vroege dertiger, de laatste in zijn voorlaatste levensjaar. Zo bezien is het geen wonder dat Sjostakovitsj’ voltallige strijkkwartetten al decennia lang de hoeksteen vormen van het repertoire van het Brodsky Quartet. Paul Cassidy, Brodskyaltist van het eerste uur: ‘Sjostakovitsj maakt al sinds de oprichting van het kwartet in 1972 een belangrijk deel uit van ons muzikale leven. Het verbaast me nog altijd dat hij zijn epische cyclus nog moest voltooien toen wij zijn eerste kwartetten begonnen te spelen. Opgewonden schreven we de muziek op gehoor uit, omdat partituren indertijd nog maar moeilijk te krijgen waren.’

Die lange ontstaansgeschiedenis maakt Sjostakovitsj’ kwartetoeuvre tot een uniek creatief dagboek, waarin de luisteraar niet alleen diens compositorische ontwikkeling op de voet kan volgen, maar tevens een inkijkje krijgt in diens persoonlijke leven. Want veel meer dan in zijn symfonieën laat Sjostakovitsj zich in zijn kwartetten van een persoonlijke kant horen. Wie goed luistert ontwaart er tal van intieme ontboezemingen, autobiografische ondertonen en vertrouwelijke bespiegelingen over leven, liefde, en vooral de dood. Anderzijds doet Sjostakovitsj zich ook in zijn kwartetten kennen als een componist van de dubbele bodem. Als een gewiekst chroniqueur van zijn tijd en maatschappij die walsjes, marsjes en volksmuziek met ironie en sarcasme weet om te buigen tot politieke metaforen. Los daarvan is er het pure compositorische genie. Want ook zonder muzikale flessenpost en verborgen boodschappen grijpen de kwartetten de luisteraar bij de lurven; als een niet aflatende zoektocht naar nieuwe muzikale vormen, nieuwe klankkleuren en nieuwe harmonieën.

In de strijkkwartetten van Sjostakovitsj klinken bespiegelingen over leven, liefde, en vooral de dood Ruim veertig jaar later zit het met die partituren wel snor. In de tussentijd nam het Britse viermanschap de complete strijkkwartetten op bij het Duitse label Teldec, een release die 4


inleiding

meerdere keren werd bekroond. Het kwartet neemt ze nu nogmaals op: live, voor het internationaal zeer gerenommeerde Chandoslabel. Het Brodsky Quartet koos daarbij speciaal voor de unieke akoestiek en ambiance van Muziekgebouw aan ’t IJ.

5


tijdlijn

van het leven van Dmitri Sjostakovitsj Gebeurtenis

Jaar

Voornaamste composities

25 september: Dmitri Sjostakovitsj geboren te Petersburg (Petrograd, Leningrad).

1906

Eerste pianolessen van zijn moeder.

1915

Pianolessen van Aleksandra Rozanova.

1918

Begint zijn studie aan het conservatorium in Petrograd, heeft pianoles van Leonid Nikolajev en compositie van Maximilian Steinberg.

1919

Scherzo in fis op. 1 voor orkest, niet uitgegeven

1920

Acht Preludes op. 2 voor piano, niet uitgegeven

Op 24 februari overlijdt Sjostakovitsj’ vader. Dmitri verdient als bioscooppianist de kost voor het gezin.

1922

Twee Fabels op. 4 op tekst van Krylov; Drie Fantastische Dansen op. 5; Suite in fis voor twee piano’s (opgedragen ter nagedachtenis aan zijn vader)

Behaalt zijn pianodiploma.

1923

Pianotrio op. 8

Treedt toe tot de vakbond van kunstenaars. Behaalt zijn diploma compositie. Voert op 20 maart in Moskou eigen pianowerken uit.

1925

Voltooit zijn Eerste symfonie

Leningrad, 12 mei: première Eerste symfonie onder leiding van Nicolai Malko.

1926

Eerste Pianosonate op. 12

Verblijft vanwege tuberculose en bronchitis in een sanatorium op de Krim.

6


tijdlijn

Behaalt een eervolle vermelding op het Chopin-Concours in Warschau.

1927

Aforismen op. 13 en zijn Tweede symfonie op. 14

1928

Opera De Neus op 15; muziek voor de film Het Nieuwe Babylon

1929

De Wandluis op.19; Derde symfonie

1930

Ballet De Gouden Eeuw

1931

Ballet De Bout

1932

Opera Lady MacBeth uit het district Mtsensk

1933

24 Preludes op. 34 voor piano; Eerste pianoconcert op. 35

22 januari: eerste uitvoering van de opera Lady Macbeth in Leningrad. Twee dagen later volgt de première in Moskou. Het succes is enorm.

1934

Cellosonate op. 40

26 december: Stalin bezoekt een voorstelling van Lady Macbeth.

1935

28 januari: In de Pravda verschijnt het artikel ‘Chaos in plaats van muziek’, een vernietigende kritiek op Lady Macbeth. De voorstelling wordt uit het repertoire gehaald.

1936

Ontmoet Sollertinski en Nina Vasilyevna Varzar, zijn eerste echtgenote. Werkt als muziekdramaturg en pianist in het theater van Meyerhold.

18 januari: première opera De Neus; het werk wordt fel bediscussieerd.

13 mei: huwelijk met Nina Vasiljevna Varzar.

7


tijdlijn

April: Sjostakovitsj trekt wellicht onder druk zijn Vierde Symfonie terug.

1936

30 mei: dochter Galja geboren. Sjostakovitsj wordt compositie-docent aan het conservatorium van Leningrad.

1937

Vijfde symfonie

1938

Eerste strijkkwartet

1939

Zesde symfonie

Ontvangt Stalin Prijs voor zijn Pianokwintet.

1940

Pianokwintet op. 57

In het belegerde Leningrad begint Sjostakovitsj aan zijn Zevende Symfonie. Later vertrekt hij naar Koejbysjev.

1941

5 maart: eerste uitvoering van de Zevende Symfonie onder leidig van S. Samossoed in Koejbysjev. Op 9 augustus wordt het werk onder leiding van Karl Eliasberg uitgevoerd in het belegerde Leningrad.

1942

Zevende symfonie

1943

Achtste symfonie

11 februari: Sjostakovitsj’ vriend Sollertinski overlijdt.

1944

Pianotrio op. 67; Tweede strijkkwartet.

Sjostakovitsj verhuist naar Moskou.

1945

Negende symfonie

1946

Derde strijkkwartet

21 november: première van zijn Vijfde Symfonie, die met gejuich wordt ontvangen. 10 mei: zoon Maxim geboren.

8


tijdlijn

Sjostakovitsj wordt geridderd met de Lenin-orde en gekozen tot voorzitter van de Leningradse Componistenbond.

1947

10 februari: in een partijbesluit worden Sjostakovitsj en anderen (waaronder Prokofjev en Chatsjatoerjan) beschuldigd van ‘formalisme’.

1948

Voltooit het Eerste vioolconcert en de liederencyclus Uit de joodse volkspoëzie. Beide werken worden (voorlopig) niet uitgevoerd.

1949

Het oratorium Het Lied van de Wouden; Vierde strijkkwartet (wordt pas in 1953 uitgevoerd)

1951

24 Preludes en Fuga’s op. 87

1952

Vijfde strijkkwartet

5 maart: Stalin overlijdt.

1953

Tiende symfonie

Overlijden echtgenote Nina.

1954

Feestouverture op. 96

Zijn moeder overlijdt.

1955

filmmuziek De Horzel op. 97

Trouwt met Margarita Andrejevna Kajnova.

1956

Zesde strijkkwartet

Wordt secretaris van de componistenbond.

1957

Tweede pianoconcert; Elfde symfonie

Echtscheiding van Margarita.

1958

Het partijbesluit van 1948 over 'formalisme' wordt gedeeltelijk herroepen. Ontvangt Lenin prijs voor zijn Elfde symfonie. Sjostakovitsj krijgt problemen met zijn rechterhand. Deze blijken chronisch te zijn.

1959

Eerste celloconcert

1960

Zevende strijkkwartet; Achtste strijkkwartet

9


tijdlijn

September: Sjostakovitsj wordt lid van de communistische partij.

1961

Twaalfde symfonie

Sjostakovitsj wordt gekozen tot lid van de Opperste Sovjet.

1962

Dertiende symfonie

1964

Negende strijkkwartet; Tiende strijkkwartet

1966

Elfde strijkkwartet; Tweede celloconcert

1967

Tweede vioolconcert

1968

Twaalfde strijkkwartet; Vioolsonate op. 134

1969

Veertiende symfonie

Ligt dit jaar veel in het ziekenhuis.

1970

Dertiende strijkkwartet

September: tweede hartinfarct.

1971

Vijftiende symfonie

Krijgt diagnose longkanker in december.

1972

Derde huwelijk met Irina Antonovna Supinskaya.

Eind mei: krijgt eerste hartinfarct.

9 augustus: Sjostakovitsj overlijdt te Moskou. Sjostakovitsj wordt op 14 augustus begraven in het Novodjevitsji-klooster te Moskou.

1974

Vijftiende strijkkwartet

1975

Altvioolsonate

Met dank aan tijdlijn Edwin Neeleman sjostakovitsj.hilwin.nl

10


Dmitri Sjostakovitsj - Strijkkwartet nr. 7 in fis op. 108. De eerste 17 maten van het eerste deel (Allegretto) in het handschrift van de componist.

11


PROGRAMMA

vr 4 MRT 2016 special Grote Zaal / 20.15-21.50 uur DUUR: ca. 40 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze

Brodsky Quartet

Pakkend en schokkend

lezing

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Strijkkwartet nr. 1 in C op. 49 (1938) Moderato Moderato Allegro molto Allegro

GROTE ZAAL / 19.00-19.45 uur

Strijkkwartet nr. 2 in A op. 68 (1944) Ouverture Recitatief en romanze Wals (attacca) Thema met variaties

voorprogramma

PAUZE

Lisa Wyss sopraansaxofoon Lovro Mercep altsaxofoon Jenita Veurink tenorsaxofoon Yo-yo Su baritonsaxofoon

Strijkkwartet nr. 3 in F op 73 (1946) Allegretto Moderato con moto Allegro non troppo Adagio (attacca) Moderato

Musicoloog Leo Samama spreekt over Dmitri Sjostakovitsj en zijn vijftien strijkkwartetten

entreehal / 19.45-20.00 uur

Ardemus Quartet

Jean Rivier (1896-1987) Grave et Presto (1972) Gyรถrgy Ligeti (1923-2006) Six Bagatelles (1953) Deel 1, 3 en 4


toelichting Strijkkwartet nr. 1

geboorte van Sjostakovitsj’ zoon, Maxim, in mei van hetzelfde jaar.

Kwartettechnisch was Dmitri Sjostakovitsj nogal een laatbloeier. De componist die op z´n negentiende zijn Eerste symfonie schreef, op z´n tweeëntwintigste zijn eerste opera in première zag gaan en op z’n zevenentwintigste furore maakte met zijn Eerste pianoconcert, was al in de dertig toen hij zijn Eerste strijkkwartet op papier zette (enkele filmscores en bewerkingen voor kwartetbezetting daargelaten).

En toch: wie zijn oren spitst, hoort al snel dat het wringt en schuurt onder de wolkeloze oppervlakte. Alsof de politieke terreur van Stalins regime – in de late jaren dertig op een schrijnend hoogtepunt – ook in deze partituur reeds haar sporen heeft nagelaten. Het eerste deel is nog maar nauwelijks op weg of het stralende majeurperspectief wordt al uit zijn verband getrokken door bijtende mollen en kruisen. En wat te denken van de melancholische variaties op een volksliedje in het tweede deel of de spookachtige scherzo-muziek van het derde?

Naar eigen zeggen was het slechts een compositorische vingeroefening, haastig bijeen gekrabbeld tijdens de zomermaanden van 1938. Niettemin betrof het Sjostakovitsj’ eerste serieuze compositie sinds de première van zijn Vijfde symfonie, een goed half jaar eerder. Qua schaal en stijl hadden de twee werken niet verschillender kunnen zijn: is de Vijfde ‘Bekenntnismusik’ pur sang, dramatisch en heroïsch van toon, en gerealiseerd op een breed canvas, het Eerste strijkkwartet is op het eerste oog een lichtvoetig bagatel. Amper vijftien minuten lang, uiterst klassiek van opzet en met een onschuldig C-groot als hoofdtoonsoort. Volgens Sjostakovitsj zelf vormden ‘jeugdherinneringen’ en ‘de ietwat naïeve en lichte stemmingen van de lente’ de inspiratiebron voor de noten. Anderen wijdden de onbezorgde toon van het kwartet aan de

Strijkkwartet nr. 2 In september 1944 verblijft Sjostakovitsj enkele weken in het Huis van Rust en Creativiteit, een staatsonderkomen voor schrijvers en componisten, zo’n driehonderd kilometer ten noordoosten van Moskou. In een spaarzaam ingerichte blokhut vindt hij alle tijd om te componeren, zoals mag blijken uit een brief die hij er schrijft aan bevriend componist Vissaron Sjebalin: ‘Ik componeer momenteel met een duivelse snelheid. Ik ben simpelweg niet in staat te stoppen.’ 13


toelichting

Het resultaat van de koortsachtige inspiratiegolf die Sjostakovitsj die nazomer overvalt, mag er wezen. In amper negentien dagen slingert hij zijn Tweede strijkkwartet op de notenbalk. Geen sinecure gezien de monumentale proporties van het werk dat met zijn vier delen al gauw een kleine veertig minuten in beslag neemt; van het energieke A-groot van het openingsdeel naar het duistere a-klein van de variatiereeks die het kwartet afsluit.

aan de slachtoffers van de holocaust, waarvan de gruwelijke omvang eind 1944 steeds pregnanter aan het licht kwam. Eenmaal terug in Leningrad plande Sjostakovitsj meteen een aantal repetities met het gerenommeerde Beethoven Kwartet. Op 14 november gaf het viertal de première het Tweede strijkkwartet, zoals het ook het Eerste ten doop had gehouden. Er zouden er nog twaalf volgen.

Het zwaartepunt ligt echter op het tweede deel dat een uitgesproken vocaal karakter heeft. De eerste viool spint er expressieve cantabile-lijnen over lang aangehouden akkoorden in de overige strijkers, als in een traditioneel recitatief. In de vele halve toonsafstanden van de melodie – gebaseerd op een octotonische ladder – klinken echo’s van Joodse volksmuziek, zoals die ook haar sporen naliet in het vrijwel gelijktijdig voltooide Tweede pianotrio.

Strijkkwartet nr. 3 Zo zette datzelfde Beethoven Kwartet zich op 16 december 1946 aan Sjostakovitsj’ Derde, het enige serieuze werk dat de componist dat jaar schreef. Aanvankelijk gepresenteerd als een ‘oorlogskwartet’ voorzag hij de vijf delen van programmatische ondertitels, die echter meteen na de première resoluut werden geschrapt.

Het is verleidelijk om Sjostakovitsj’ vingerwijzingen naar Joodse volksmuziek in verband te brengen met een project dat hij eerder in 1944 op zich had genomen. In het voorjaar had hij de laatste hand gelegd aan een onvoltooide opera van zijn voortijdig overleden student Benjamin Fleischmann: Rothschilds viool, een partituur die bol stond van de Joodse dansmuziek. Tegelijkertijd laten de Joodse invloeden zich ook beluisteren als een eerbetoon

Sindsdien kleeft aan ‘Nummer Drie’ de prangende vraag wat de muziek precies probeert uit te drukken. Want dat er een dieper gelegen boodschap door de notenbalken heen schemert, lijkt zonneklaar. Luister maar naar hoe het flierefluiterige wijsje uit de openingsmaten gaandeweg verstrikt raakt in de contrapunctische wurggreep van een dubbelfuga. 14


toelichting

Klinkt hier daadwerkelijk de ‘luchthartige onwetendheid van een gewelddadige ramp’, zoals Sjostakovitsj’ oorspronkelijke titel stelt? Of gaat het op z’n best om een geveinsde onwetendheid, om een afgedwongen vreugde en optimisme; een gemoedstoestand die in politieke realiteit van Sjostakovitsj maar al te reëel was.

Dat het werk hoe dan ook een diepe emotionele lading had voor de componist, mag blijken uit een herinnering van Fjodor Druzhinin, vanaf 1964 de altist van het Beethoven Kwartet: ‘Slechts één keer was Sjostakovitsj zichtbaar geroerd door zijn eigen muziek. We repeteerden zijn Derde strijkkwartet en hij zou ons onderbreken als hij op- en aanmerkingen had. We speelden het hele stuk echter in één ruk uit. Toen we klaar waren zat hij doodstil in zijn leunstoel, als een gewond vogeltje, de tranen over zijn wangen stromend. Dat was de enige keer dat ik hem zo open en kwetsbaar heb gezien.’

Het Derde strijkkwartet had voor Sjostakovitsj een diepe emotionele lading Ook het derde deel (‘De krachten van de oorlog ontketend’) roept vragen op: welke ‘krachten’ van welke ‘oorlog’ ? Schreef Sjostakovitsj de beukende marsritmes en ijzerenheinige vioollijn met het voorbije nazigeweld in de oren? Of dacht hij ook aan de politieke terreur die het Sovjetregime in diezelfde periode ontketende, met duizenden slachtoffers tot gevolg? En om welke doden wordt er eigenlijk gerouwd in de morose treurmuziek van het vierde deel (‘Ter nagedachtenis aan de doden’)? Zijn het de slachtoffers die Hitler maakte, of de miljoenen levens die Stalin opeiste in zijn waanidee van een socialistische heilstaat? Zo bezien kleeft aan het Derde strijkkwartet dezelfde dubbelzinnigheid die ook Sjostakovitsj’ ‘oorlogssymfonieën’ kenmerkt. In zowel de Zevende als de Achtste symfonie laat zich een lijden bespeuren. Maar welk leed? 15


PROGRAMMA

za 5 MRT 2016 special Grote Zaal / 15.00-16.40 uur DUUR: ca. 50 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze

Brodsky Quartet

Klinkende autobiografie Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Strijkkwartet nr. 6 in G op. 101 (1956) Allegretto Moderato con molto Lento (attacca) Lento – Allegretto Strijkkwartet nr. 4 in D op. 83 (1949) Allegretto Andantino Allegretto (attacca) Allegretto PAUZE Strijkkwartet nr. 5 in Bes op. 92 (1952) Allegro non troppo (attacca) Andante – Andantino (attacca) Moderato – Allegretto


toelichting Strijkkwartet nr. 6

zorgt voor een zwaarmoedig contrast. In een donkerbruin bes-klein componeert Sjostakovitsj een statige passacaglia, een barokke vorm waarin een herhaald basmotief als kapstok dient voor melodische variaties in de bovenstemmen. Het is een mistroostigheid van korte duur, zoals de springerige folklore van het slotdeel laat horen.

Net als zijn Eerste schreef Sjostakovitsj het Zesde strijkkwartet in een vloek en een zucht tijdens een welverdiende zomervakantie. Eigenlijk was het een tussendoortje, bedoeld als afleiding van het moeizaam vlottende werk aan de Elfde symfonie. De ongedwongen toedracht laat zich beluisteren in de lichtvoetige toon van het beknopte vierdelige werk, waarin een klassieke transparantie overheerst.

Strijkkwartet nr. 4 Na de première van zijn Derde strijkkwartet duurde het een goede tweeënhalf jaar voordat Sjostakovitsj plannen begon te smeden voor een opvolger. Toen hij in april 1949 dan toch de eerste noten voor het Vierde strijkkwartet op papier zette, was er het nodige veranderd in zijn carrière.

Zo ademt de opening van het eerste deel een luim die doet denken aan een goedgemutste Haydn. Sjostakovitsj ontleende de zonnige G-grootmelodie aan een score die hij eind jaren veertig schreef voor de film Padeniye Berlina (De val van Berlijn). De laatste maten van het eerste deel zijn eveneens noemenswaardig: pal voor het slotakkoord schrijft Sjostakovitsj een bijzondere dominantharmonie, die nader beschouwd uit de tonen van zijn muzikale handtekening D-Es-C-B (in het Duits D-Es-C-H, de noten die staan voor zijn initialen) blijkt te bestaan. De componist moet in zijn nopjes zijn geweest met de vondst, want de overige drie delen van het kwartet worden op letterlijk dezelfde wijze afgesloten. Enkel in de slotmaten van het tweede deel, een walsje dat de luchtige toon van het eerste deel onbekommerd voorzet, wordt de formule getransponeerd. Het langzame derde deel

Net als veel van zijn collega’s (waaronder Prokofjev) was Sjostakovitsj in de tussentijd tot de orde geroepen door Andrej Zhdanov, de culturele waakhond van het communistische regime. Diens aanklacht: Sjostakovitsj’ muziek zou opzettelijk afwijken van het toegankelijke, optimistische geluid dat de sociaal-realistische partijdoctrine voorschreef. De reprimande: een verbod op veel van zijn werken, evenals een ontheffing uit zijn docerende functies aan het Conservatorium van Leningrad. Om het hoofd financieel boven water te houden, nam de 17


toelichting

componist zijn toevlucht tot het schrijven van muzikaal maakwerk: een handvol filmscores, een cantate met de veelzeggende titel De zon schijnt over ons Moederland en het oratorium Lied der bossen dat hem ironisch genoeg de Stalin Prijs opleverde. Ondertussen vulde de spreekwoordelijke bureaulade zich gestaag met serieuzer werk, zoals het Vioolconcert, de liedcyclus Uit Joodse volkspoëzie en het Vierde strijkkwartet.

het zadel van zijn vaste drietelscadans wordt geworpen, alsof hem zelf de mond wordt gesnoerd in het met dempers gespeelde scherzo. Ook veelzeggend: de even macabere als opzwepende dansmuziek van het laatste deel, waarin zich – wederom – invloeden uit Joodse volksmuziek laten bespeuren. Een uitspraak van Sjostakovitsj die Solomon Volkov optekende in zijn boek Getuigenis spreekt in deze context voor zich: ‘Joodse muziek komt heel dicht bij wat muziek in mijn ogen moet zijn. Er moeten namelijk altijd twee lagen in muziek aanwezig zijn. De Joden zijn zo lang gekweld dat zij de die kunst als geen ander verstaan. Zij hebben geleerd kun wanhoop te verbloemen. Zij drukken hun diepste vertwijfeling uit in dansmuziek.’

Sjostakovitsj probeerde het hoofd financieel boven water te houden met muzikaal maakwerk Sjostakovitsj droeg laatstgenoemd werk op aan de bevriende schilder en decorontwerper Pjotr Viljams, die hij eind 1947 had begraven. Niet vreemd dus dat in het melancholische f-klein van het tweede deel een gevoel van verlies doorschemert. Tegelijkertijd maakt de context van Sjostakovitsj’ eigen nijpende situatie het verleidelijk om ook een persoonlijker verlies in de muziek te bespeuren: een verlies van zekerheid, misschien zelfs van zelfgeloof. Alsof het de componist zelf is die in het tweede deel door de vele zwalkende maatwisselingen uit

Strijkkwartet nr. 5 Dat Sjostakovtisj’ werkzaamheden als compositiedocent zo nu en dan sporen nalieten in zijn eigen muziek, bleek al uit het Tweede strijkkwartet, waarin reminiscenties aan Fleischmanns opera Rothschilds viool doorklinken. Ook in het Vijfde strijkkwartet, geschreven in 1952, waart de geest van een vroegere student rond: die van Galina 18


toelichting

Oestvolskaja. In Nederland staat deze componiste sinds het Holland Festival van 1989 vooral te boek als de ‘vrouw met de hamer’. Dit vanwege onvermurwbare beukstukken als haar Tweede symfonie en haar Dies irae (voor de veelzeggende bezetting van acht contrabassen, piano en houten kist). In de kamermuziek die de componiste in de jaren vijftig schreef gaat het er wat minder hevig aan toe, al laat haar latere ongenaakbare toontaal zich reeds voorvoelen in het barre contrapunt van haar Eerste pianosonate of de Vioolsonate.

citaat vooraf laat gaan door zijn eigen muzikale handtekening. Hetzelfde deel opent immers met een variant op het bekende D-Es-C-B-motief. Daar laten de obsessief herhaalde noten van de altviool geen twijfel over bestaan. Wie goed luistert, hoort dat de Oestvolskaja-verwijzing nogmaals terugkeert in het slotdeel. De melodie vormt zo een belangrijke pijler voor de weidse spanningsboog die Sjostakovitsj in zijn Vijfde strijkkwartet optrekt. Het werk biedt namelijk ruim een half uur aan een stuk, aangezien de drie delen naadloos in elkaar overlopen. Kippenvelmoment: de brug naar het Andante, waarbij een uit het eerste deel overgewaaide flageolet het openingsthema een zilverachtig klankaura verleent.

De jaren vijftig waren tevens de periode waarin Sjostakovitsj Oestvolskaja, na het overlijden van zijn eerste vrouw Nina, tot twee keer toe ten huwelijk zou vragen – beide keren tevergeefs. Anno 1952 was zijn liefde voor zijn dertien jaar jongere oud-studente nog een publiek geheim, zodat hem niets anders restte dan zijn gevoelens in zijn muziek te versleutelen. Niet voor niets duikt in het Vijfde kwartet een thema uit Oestvolskaja’s Trio voor viool, klarinet en piano op. De melodie klinkt voor het eerst tijdens de climax van het openingsdeel: een hoge, striemend herhaalde bes kondigt de verwijzing aan, waarna de eerste en tweede viool het citaat in potige octaven uit de snaren strijken. Veelzeggend is dat Sjostakovitsj het 19


PROGRAMMA

za 5 MRT 2016 special Grote Zaal / 20.15-21.40 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze

Brodsky Quartet

Hoogstpersoonlijk manifest

lezing

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Strijkkwartet nr. 7 in fis op. 108 (1960) Allegretto (attacca) Lento (attacca) Allegro – Allegretto

GROTE ZAAL / 19.00-19.45 uur

Strijkkwartet nr. 8 in c op. 110 (1960) Largo (attacca) Allegro molto (attacca) Allegretto (attacca) Largo (attacca) Largo PAUZE Strijkkwartet nr. 9 in Es op. 117 (1964) Moderato con moto, (attacca) Adagio (attacca) Allegretto (attacca) Adagio (attacca) Allegro

Journalist Hubert Smeets spreekt over de politieke situatie in de Sovjetunie toen en Rusland nu

voorprogramma entreehal / 19.45-20.00 uur

Cheng String Quartet Hui-Wen Winnie Cheng viool Wan-Ru Cheng viool Shih-Hsien Sam Tsai altviool Sheng-Chiun Rick Lin cello PROGRAMMA Ludwig van Beethoven (1770‑1827) Strijkkwartet nr. 1 op. 18/1 (1799) I. Allegro con brio


toelichting Strijkkwartet nr. 7

Strijkkwartet nr. 8

Met een gemiddelde duur van krap dertien minuten is Sjostakovitsj Zevende strijkkwartet zijn kortste nummer binnen het genre. Het is tevens het eerste kwartet in een mineurtonaliteit (de eerste van vele), en het eerste dat breekt met het doelbewuste schema om de toonsoort van elk nieuw kwartet een terts onder het vorige te plaatsen: C-A-F-D-Bes-G-...

Amper twee maanden na de première van zijn Zevende strijkkwartet – volgens goed gebruik verzorgd door het Beethoven Kwartet – zette Sjostakovitsj al de eerste noten van Strijkkwartet nr. 8 op papier. Het was 12 juli 1960, een zomeravond in Dresden, waar de componist op bezoek was om inspiratie op te doen voor de muziek bij Vijf dagen, vijf nachten, een film over het bombardement van de Duitse stad.

Voor zijn Zevende strijkkwartet nam Sjostakovitsj echter geen E-groot maar fis-klein als toonsoort. Die keuze heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat hij dit werk opdroeg aan Nina Vasiljevna Sjostakovitsj, zijn eerste echtgenote, de moeder van zijn twee kinderen en de vrouw met wie hij twintig bewogen jaren had gedeeld. In 1954 was ze overleden na een kort maar hevig ziekbed. In 1960, zes jaar en een gestrand huwelijk later, was het tijd voor een laatste muzikale groet. Dat Sjostakovitsj geen uitbundige rouwklacht schreef, blijkt meteen uit de openingsmaten van het stuk. Een dartel toonladderfiguurtje buitelt er uit de eerste viool omlaag als een herinnering aan een schalkse glimlach. In de gedempte klanken van het enigmatische tweede deel weerklinkt een gefluisterd gemis.

De puinhopen die hij er vijftien jaar na dato nog altijd aantrof, raakten Sjostakovitsj diep. Twee dagen later droeg hij het in recordtempo voltooide kwartet dan ook op aan ‘de slachtoffers van fascisme en oorlog’.

Het Achtste strijkkwartet is een muzikaal zelfportret Maar er is meer. Zoals zo vaak bij Sjostakovitsj, klinkt er tussen de maatstrepen door een heel persoonlijke subtekst. De brief die de componist in diezelfde julimaand aan zijn vriend Isaak Glikman schreef, spreekt boekdelen: ‘Ik denk dat als ik op een dag overlijd, het niet erg waarschijnlijk is dat iemand ter nagedachtenis een stuk aan mij opdraagt. Ik besloot dus zelf maar iets te schrijven.’ 21


toelichting

Strijkkwartet nr. 9

Gezien dat voornemen is het niet vreemd dat het Achtste strijkkwartet zich laat beluisteren als een muzikaal zelfportret, van a tot z bijeengehouden door een inmiddels bekende bouwsteen. In de openingsmaten stapelt Sjostakovitsj’ zijn muzikale handtekening stem voor stem op tot een somber Largo, waarin hij bovendien citeert uit zijn Eerste en Vijfde symfonie. Het motief ligt tevens ten grondslag aan de hysterische chromatiek van het tweede deel, waarin de wilde Joodse volksdans uit het Tweede pianotrio nog eens voorbij trekt. Het derde deel met zijn macaber grimlachende wals: D-Es-C-B, D-EsC-B, waarna een lage toon in de viool als een ronkende bommenwerper het vierde deel binnen scheert. Sjostakovitsj besluit het werk met een contrapunctische Elegie. In de laatste maat speelt elk van de vier strijkers zijn laagste toon met de aanwijzing morendo: ‘stervend’.

Na met zijn Achtste een uiterst persoonlijke staalkaart van zijn kamermuzikale kunnen te hebben gegeven, liet Sjostakovitsj het strijkkwartet enkele jaren voor wat het was. De componist had andere zaken aan zijn hoofd. Met de verschijning van Nikita Chroesjtsjov op het politieke toneel was er namelijk een cultuur-ideologische versoepeling ingetreden. De ‘dooi’, zoals de nieuwe partijkoers werd genoemd, maakte het onder meer mogelijk om de lang verguisde opera Lady Macbeth weer op de planken te krijgen – zij het onder een andere naam: Katerina Izmajlova. Bovendien had de componist in de vroege jaren zestig zijn handen vol aan een van zijn meest omvangrijke en kritische symfonieën: de Dertiende, een grootse aanklacht tegen de massamoord in Babi Yar, het Russische antisemitisme en andere misstanden in de Sovjet-Unie. In 1964 begon Sjostakovitsj aan een inhaalslag. Hij ging meteen voortvarend te werk, want in de zomer van dat jaar rolden er twee nieuwe strijkkwartetten van zijn schrijftafel. Het Negende strijkkwartet, opgedragen aan zijn nieuwe echtgenote Irina, borduurt voort op het

Sjostakovitsj' muzikale handtekening in zijn eigen handschrift

22


toelichting

vijfdelige raamwerk dat hij ook in zijn Derde en Achtste kwartet had afgetast. De voortekening is die van Es-groot, al is vanaf de eerste maat duidelijk dat in de muziek maar weinig van de heroïsche allure doorklinkt die van oudsher met de toonsoort wordt geassocieerd. Een lage, liggende es in de cello en altviool roept een verlaten weidsheid op. Ondertussen weifelt de tweede viool droefgeestig tussen majeur en mineur, en perst de primarius een snikkende melodie uit zijn instrument. Twee langzame delen en een dolgedraaide polka leiden de luisteraar vervolgens naar een grootschalig opgezet laatste deel, waarin – volgens vast recept – de dramatische spanning van de voorgaande delen tot ontlading komt.

23


PROGRAMMA

z0 6 MRT 2016 special Grote Zaal / 15.00-16.50 uur DUUR: ca. 45 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze

Brodsky Quartet

Eerbetoon in vier kwartetten Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Strijkkwartet nr. 11 in f op. 122 (1966) Introductie – Andantino (attacca) Scherzo – Allegretto (attacca) Recitatief – Adagio (attacca) Étude – Allegro (attacca) Humoresque – Allegro (attacca) Elegie – Adagio (attacca) Finale – Moderato Strijkkwartet nr. 12 in Des op. 133 (1968) Moderato Allegretto – Adagio – Allegretto PAUZE Strijkkwartet nr. 13 in bes op. 138 (1970) Adagio – Doppio movimento – Tempo primo Strijkkwartet nr. 14 in Fis op. 142 (1973) Allegretto Adagio (attacca) Allegretto – Adagio


toelichting Strijkkwartet nr. 11

en gelaten berusting. Er zijn de verwijzingen naar klaagzangen en treurmarsen (‘Elegie’), de bij vlagen zeer dissonante harmonieën (‘Recitatief’), de abrupt afgekapte frases (‘Etude’) en spaarzame instrumentaties door het hele werk, waarbij vooral de tweede viool vaak symbolisch het zwijgen wordt opgelegd. Bovendien broeit in de partituur van Strijkkwartet nr. 11 een gevoel van onafwendbaarheid. Veelzeggend is hoe Sjostakovtisj een viertonig motief – voor het eerst te horen bij de cello-inzet in het eerste deel – in elk deel gevarieerd laat terugkeren. In het slotdeel, een ingenieuze samenvatting van de voorgaande deeltjes, is het motief voortdurend aanwezig in een van de stemmen. Totdat de eerste viool opstijgt naar een onaards hoge c en de overige strijkers langzaam wegsterven.

Op 16 augustus 1965, ruim een half jaar nadat het Beethoven Kwartet Sjostakovitsj’ Negende en Tiende strijkkwartet in première had gebracht, verloor het gezelschap zijn tweede violist, Vasili Sjirinski. Het was een grote klap voor de overige drie leden, die na ruim veertig jaar in ongewijzigde bezetting te hebben gemusiceerd, hun strijkstok aan de wilgen wilden hangen. Sjostakovitsj wist hen echter op andere gedachten te brengen en begon meteen aan een nieuw stuk dat hij opdroeg aan de overleden violist. Sjirinski’s dood, maar ook Sjostakovitsj’ eigen ziekenhuisopname enkele maanden ervoor, maakten het Elfde strijkkwartet tot een kantelpunt in zijn oeuvre. Geschreven op de drempel van zijn laatste tien levensjaren markeert het werk het begin van een reeks composities die telkens weer de dood als belangrijkste thema heeft: de Veertiende symfonie, de Michelangelo suite, zijn orkestratie van Moessorgski’s Liederen en dansen van de dood, evenals de laatste strijkkwartetten.

Strijkkwartet nr. 12 Hoewel er slechts twee jaren tussen het Elfde en het Twaalfde strijkkwartet liggen, valt aan de respectievelijke opusnummers van de werken (122 en 133) af te lezen hoe productief Sjostakovitsj in de tussentijd was geweest. Hij voltooide maar liefst twee soloconcerten – één voor Mstislav Rostropovitsj en één voor David Oistrach – en schreef bovendien een handvol kleinere orkeststukken, liederen en filmscores.

In het Elfde strijkkwartet, een zevendelige verzameling van korte karakterstukken, kan men verschillende aspecten aanwijzen die bijdragen aan een sfeer van gedachtenis, rouw 25


toelichting

Net als zijn voorganger is het Twaalfde kwartet opgedragen aan een lid van het Beethoven Kwartet: de primarius Dmitri Tsiganov. En wederom is er die ongebruikelijke vorm. Geen zeven maar twee delen deze keer: het eerste een strakke sonatevorm, het tweede een breed uitwaaierende kruising tussen een scherzo, een langzaam deel en een luidruchtig cadenserende finale.

zich prima laat rijmen met meer traditionele opvattingen over harmonie.

Strijkkwartet nr. 13 Ook in zijn Dertiende strijkkwartet experimenteert Sjostakovitsj grif met twaalftoonsthema’s. De openingsmelodie in de altviool is illustratief. Bovendien bereikt zijn zoektocht naar nieuwe vormprincipes een nec plus ultra in één onafgebroken Adagio van ruim twintig minuten. Een symmetrische tempoindeling en hechte thematische verbanden tussen de opeenvolgende passages zorgen ervoor dat de langgerekte spanningsboog nergens inzakt.

Sjostakovitsj droeg vier strijkkwartetten op aan leden van het Beethoven Kwartet Die vet onderstreepte bevestiging van de hoofdtoonsoort (Des-groot) in de slotmaten heeft iets ironisch. Temeer daar Sjostakovitsj in het Twaalfde strijkkwartet voor het eerst vrijmoedig zijn toevlucht nam tot dodecafone componeertechnieken. Exemplarisch zijn de chromatisch meanderende thema’s – zoals de cellomelodie van het openingsdeel– die alle twaalf tonen van het octaaf omvatten. Tegelijkertijd treedt Sjostakovitsj echter nooit ver buiten de perken van de tonaliteit, alsof de 62-jarige componist in de herfst van zijn leven wilde laten horen dat twaalftoonsmuziek

Evenals het geval was met de voorgaande kwartetten droeg Sjostakovitsj zijn Dertiende strijkkwartet op aan een lid van het Beethoven Kwartet. Deze keer was het Vadim Borisovski, de voormalige altist, die de eer te beurt viel. Logisch dus dat de altviool een centrale rol vervult in de partituur: zowel in de openings- als de slotmaten krijgt het instrument een lange solo te spelen. In de dansante middensectie van het werk, staat de altviolist garant voor een ritmische begeleiding met geroffel en getik op de klankkast. 26


toelichting

Net als in Strijkkwartet nr. 12 is het Dertiende strijkkwartet geschreven in een uiterst duistere toonsoort: bes-klein, met maar liefst vijf mollen aan de sleutel een garantie voor een intense melancholie. Die zwaarmoedigheid wordt nog eens versterkt door de langzame, verstarde tempi, de zachte dynamieken en de dalende chromatiek van het werk. Sjostakovitsj had dan ook weinig om zich vrolijk over te maken. Kampend met een steeds zwakkere gezondheid holde hij van ziekenhuisopname naar ziekenhuisopname, op de hielen gezeten door de dood.

de noten te verwijlen bij vroegere, gelukkiger tijden, maar al snel wordt de blijmoedigheid resoluut ondergraven. Na een fladderige themavariant in de eerste viool, loopt de muziek onherroepelijk verloren in haar harmonische dwalingen, om vervolgens ondergronds te gaan in de lage strijkersregisters. Een expressieve vioolsolo opent het langzame tweede deel: stijgende kleine sext, dalende kleine secunde, de karakteristieke begintonen van Wagners Tristan und Isolde. Wagner- en Rossini-citaten hadden ook een rol gespeeld in de Vijftiende symfonie, die Sjostakovitsj in 1971 had voltooid. Nu echter zijn de verwijzingen vluchtiger: de noten suggereren slechts, waarna zij hun eigen weg gaan.

Strijkkwartet nr. 14

Ook in het derde deel klinkt een citaat, al is de bron nu Sjostakovitsj eigen Lady Macbeth. Net als eerder in het Achtste strijkkwartet, weerklinkt de aria ‘Serjosja, mijn lief’ in de eerste viool, waarna Sjostakovitsj de muziek laat versplinteren tot een caleidoscoop van thematische reminiscenties aan de voorgaande delen. Wie goed luistert, hoort bovendien het openingsakkoord van Bachs Chaconne voorbij komen en herkent een melodische flard uit Mahlers Die zwei blauen Augen von meinem Schatz.

Na de zwartgalligheid van het Twaalfde en Dertiende strijkkwartet, biedt de springerige opening van het Veertiende strijkkwartet enig soelaas. Sjostakovitsj droeg het werk op aan cellist Sergej Sjirinski, daarmee de reeks opdrachten aan de oorspronkelijke leden van het Beethoven Kwartet voltooiend. Logischerwijs is het de cello die onder een orgelpunt in de altviool het openingsthema speelt: een lichtvoetige dansmelodie, openlijk diatonisch, in een stralend Fis-groot. Even lijken 27


PROGRAMMA

z0 6 MRT 2016 special Grote Zaal / 20.15-21.40 uur DUUR: ca. 35 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze

Brodsky Quartet Indringend requiem

voorprogramma

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Strijkkwartet nr. 10 in As op. 118 (1964) Andante Allegretto furioso Adagio (attacca) Allegretto – Andante

entreehal / 19.45-20.00 uur

PAUZE Strijkkwartet nr. 15 in es op. 144 (1974) Elegie – Adagio (attacca) Serenade – Adagio (attacca) Intermezzo – Adagio (attacca) Nocturne – Adagio (attacca) Treurmars – Adagio molto (attacca) Epiloog – Adagio

Het geplande voorprogramma van het Sforzato Quartet is wegens een blessure van een van de musici vervallen. Wij hopen nog vervanging te kunnen regelen.


toelichting Strijkkwartet nr. 10

Strijkkwartet nr. 15

Dmitri Sjostakovitsj schreef het Tiende strijkkwartet vrijwel gelijktijdig met zijn Negende strijkkwartet in 1964. Het is opgedragen aan Mieczysław Weinberg, een Poolse componist van Joodse komaf die met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn heil in de Sovjet-Unie zocht. Weinberg was tevens de pianist met wie Sjostakovitsj de piano-arrangementen van zijn symfonieën voorspeelde aan de leden van de communistische censuurcommissie.

In het Vijftiende strijkkwartet wordt de mistroostigheid die ook de voorgaande kwartetten kenmerkte tot een nieuwe standaard verheven. Droefheid, desillusie en verbittering sijpelen uit elke maat. In de woorden van de componist: ‘Deze muziek moet zo gespeeld worden dat de vliegen dood van het plafond vallen en het publiek uit pure ellende de zaal wil verlaten.’ De ontstaansgeschiedenis van Sjostakovitsj’ laatste kwartet was omgeven door dood en verval. Zo overleed cellist Sergej Sjirinski tijdens de repetities, waardoor Sjostakovitsj’ laatste kwartet ironisch genoeg niet door het Beethoven Kwartet maar door het Tanejev Kwartet ten doop werd gehouden. Ondertussen liep ook de componist zelf op zijn laatste benen: een ver gevorderd stadium van longkanker had hem zodanig verzwakt dat hij na de première niet eens meer in staat was om het podium op te komen.

Opvallend aan Sjostakovitsj’ Tiende Strijkkwartet is de spaarzame instrumentatie van het werk. Zo opent het eerste deel met een lange solo voor de eerste viool en zijn de momenten waarop alle vier de strijkers spelen uiterst zeldzaam. Het tweede deel zorgt voor een shockerend contrast en is met zijn stekelige dissonanten een muzikale koortsdroom van krioelende zestienden en genadeloos uit de snaren geranselde dubbelgrepen. Na een smekende hymne op een passacaglia bas, volgt een finale op een volkse dansmelodie. Opvallende passage: het moment na de dansante openingsmaten, waarop Sjostakovitsj een altvioolmelodie in een web van onwerkelijke draailierharmonieën verpakt.

Met die schrijnende context in het achterhoofd, is het verleidelijk om het Vijftiende strijkkwartet op te vatten als een requiem, een instrumentale dodenmis in zes uiterst langzame delen. Het werk bestaat immers uit zes Adagio’s die in ruim een half uur als loodgrijze wolken 29


toelichting

aan de luisteraar voorbij trekken. Er is een ‘Elegie’, waarin een onbeweeglijk thema zich in verschillende stemmen aaneenrijgt tot een gitzwarte fuga. Er is een ‘Serenade’, waarin elk van de twaalf tonen een voor een uit de strijkers wordt gewrongen. Elke noot op haar eigen verzengende crescendo; elke toon een wanhopige schreeuw. Er klinkt een prachtige ‘Nocturne’, door het collectieve gebruik van sourdines eerder schimmenmuziek dan nachtmuziek. En er is de onvermijdelijke ‘Treurmars’ die, afgezien van een handvol tuttiakkoorden, louter uit schrale sololijnen bestaat.

Sjostakovitsj’ laatste strijkkwartet is een instrumentale dodenmis in zes langzame delen De Finale is zoals zo vaak bij Sjostakovitsj een ingenieuze samenvatting van voorgaande delen. In de slotmaten gaat de muziek als een nachtkaars uit. Net als in het Achtste kwartet noteert Sjostakovitsj de aanwijzing morendo (‘stervend’). Nu voor het laatst.

30


31


biografieën UITVOERENDEN Brodsky Quartet Het Engelse Brodsky Quartet werd in 1972 opgericht en maakt sindsdien naam als een kwartet dat niet alleen het klassieke repertoire beheerst maar ook en vooral uitblinkt in hedendaagse en vooral vernieuwende kamermuziek. In het 43-jarig bestaan van het Brodsky Quartet heeft de muziek van Sjostakovitsj altijd een belangrijke rol gespeeld. In het begin, in de jaren 70, schreven de kwartetleden de partijen op het gehoor uit van een opname, bij gebrek aan officiële partijen. In de jaren 80 speelde het kwartet de complete cyclus voor het eerst in de Queen Elisabeth Hall in Londen, waarna een integrale opname volgde op het Teldec label. Sindsdien heeft het kwartet de complete cyclus

talloze malen gespeeld, van het Sydney Opera House tot afgelegen Noorse kerkjes. Verder nam het kwartet – dat zijn naam ontleent aan de Russische violist Adolph Davidovich Brodsky – niet alleen werken op van klassieke componisten als Beethoven, Janá cek, ˇ Bartók en Britten, maar ging het ook spraakmakende samenwerkingen aan met popmusici als Björk, Sting, Paul McCartney en Elvis Costello. Van de oorspronkelijke kwartetleden spelen celliste Jacqueline Thomas en violist Ian Belton nog steeds mee. Altviolist Paul Cassidy is sinds 1992 lid van het kwartet en sinds 2007 fungeert Daniel Rowland als primarius.

32


biografieĂŤn

33


biografieĂŤn

Ardemus Quartet

Cheng String Quartet

Ardemus Quartet De vier musici van het Ardemus Quartet leerden elkaar kennen op het Conservatorium van Amsterdam waar zij studeren bij Arno Bornkamp.

De violisten van het kwartet zijn Hui-Wen Winnie Cheng en Wan-Ru Cheng, de altviool wordt bespeeld door ShihHsien Sam Tsai en Sheng-Chiun Rick Lin bespeelt de cello. Vanaf oktober 2014 neemt het kwartet deel aan de opleiding van de Nederlandse Strijkkwartet Academie, waar zij reeds les hebben gehad van professor Marc Danel, Gilles Millet, Vlad Bogdanas, Yovan Markovitch, Stefan Metz, Dimitry Ferschtman en Kees Koelmans.

Cheng String Quartet

Sinds de oprichting van het ensemble in 2014 speelt het Ardemus Quartet in Nederland en in andere landen van Europa. In september 2015 heeft het Ardemus Saxophone Quartet de tweede prijs gewonnen op het Papandopulo Concours in Zagreb (KroatiĂŤ) in de categorie kamermuziek. Ook won het kwartet een speciale prijs voor hun uitvoering van de Bagatellen van Ligeti, die ze gaan opnemen in de studio van de nationale Kroatische radio.

De vier leden van het in 2014 opgerichte Cheng String Quartet hebben elkaar ontmoet in Taiwan. Momenteel studeren zij aan het Conservatorium van Amsterdam.

34


biografieën

Leo Samama Musicoloog

Leo Samama studeerde muziekwetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Na zijn afstuderen in 1977 was hij tot 1988 docent muziek/ cultuurgeschiedenis aan het Utrechts Conservatorium. Daarna van 1988 tot en met 1991 was hij als docent voor muziek van de 20e eeuw verbonden aan de vakgroep muziekwetenschap van de Faculteit der Letteren van Rijksuniversiteit Utrecht. Vanaf 1991 was Samama enkele jaren verantwoordelijk voor de ondersteuning van de artistieke leiding van het Koninklijk Concertgebouworkest. Daarop was hij van 1994 tot 2002 artistiek coördinator van het

Residentie Orkest en tot 2010 directeur van het Nederlands Kamerkoor. Als publicist heeft Samama vele artikelen en meerdere boeken geschreven. Zijn bekendste boek is het standaardwerk Zeventig jaar Nederlandse muziek 1915-1985, uitgekomen in 1986. Hiervan is in 2006 een geheel herziene druk verschenen onder de titel Nederlandse muziek in de 20-ste eeuw. Een ander bekend boek is Alphons Diepenbrock – Componist van het vocale, waarin Samama uitvoerig ingaat op het leven en de muziek van de componist. Het boek werd in 2012 uitgegeven ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van Diepenbrock.

meer stadsverslaggever in Amsterdam, politiek redacteur en columnist, correspondent in de Sovjet-Unie en Rusland (1990-1993), adjuncthoofdredacteur, oprichter en chef van de bijlage Boeken, commentator en redacteur voormalige Sovjet-Unie.

Hubert Smeets

Tijdens de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991 was hij correspondent in Moskou. Hij won de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek en schreef onder meer Gekrenkte zielen. Vrijheid in Rusland. In 2015 kwam zijn boek De Wraak van Poetin uit. Sinds 2015 is hij bezig met een (politieke) biografie van de Nederlandse politicus Hans van Mierlo, die rond 2019 moet verschijnen.

Journalist

Hubert Smeets (Amsterdam, 1956) is een Nederlands journalist en commentator van NRC Handelsblad. Van 2003 tot september 2007 was hij hoofdredacteur van het opinieweekblad De Groene Amsterdammer. Vanaf 1980 werkte Smeets bij NRC Handelsblad, achtereenvolgens als onder 35


VERWACHT

VR 15 + ZA 16 APR 2016

SPECIAL

Olli Mustonen

De sonates van Prokofjev Alle negen pianosonates van de grote Russische componist Sergej Prokofjev: een unieke gebeurtenis. Verspreid over twee avonden speelt de Finse meesterpianist Olli Mustonen deze muziek, die binnen de pianomuziek van de 20e eeuw canonstatus heeft. De pers over Mustonen: ‘Wat betreft expressiviteit gaat hij grenzen over waarvan andere pianisten niet eens wisten dat ze bestonden’ (The Sunday Times). VR 15 APR PROGRAMMA: Sergej Prokofjev Sonate nr. 4 / Sonate nr. 2 / Sonate nr. 9 / Sonate nr. 6 ZA 16 APR PROGRAMMA: Sergej Prokofjev Sonate nr. 5 (versie 1923) / Sonate nr. 8 / Sonate nr. 1 / Sonate nr. 3 / Sonate nr. 7

36

Olli Mustonen


VERWACHT

ZA 14 MEI 2016

serie strijkkwartetten

Jerusalem Quartet

Baanbrekende strijkkwartetten Twee ronduit baanbrekende strijkkwartetten staan op het programma van het Jerusalem Quartet. ‘Passie, precisie, warmte, een gouden combinatie’ is volgens The Times het handelsmerk van deze Israëliërs. Zowel Dvo ráks beroemde ˇ Amerikaanse strijkkwartet als Bartóks Strijkkwartet nr. 6 brengen de volksmuziek in het strijkkwartet. Dat maakt deze enerverende strijkkwartetten zeer karaktervol. Dvo rák ˇ zocht altijd naar de muzikale aard van een land. In zijn Amerikaanse tijd stimuleerde hij Amerikaanse collega’s hun volksmuziek te gebruiken. Bartók schreef met Strijkkwartet nr. 6 een even somber als ontroerend afscheid van zijn vaderland Hongarije. Beethovens Strijkkwartet op. 18 nr. 6 staat nog in de traditie van Haydn en Mozart. Maar met name in het laatste deel is al een voorbode te horen van de manier waarop Beethoven de grenzen van het genre volledig zal openbreken in zijn latere strijkkwartetten. PROGRAMMA: Ludwig van Beethoven Strijkkwartet op. 18 nr. 6 / Béla Bartók Strijkkwartet nr. 6 / Antonín Dvo rák ˇ Strijkkwartet nr. 12 ‘Amerikaanse’

37

Antonín Dvo rák ˇ


VERWACHT

Maart wo 9 mrt / 20.15 uur

Lenneke Ruiten + Thom Janssen Nederlandse topsopraan

do 17 mrt / 20.15 uur

za 26 mrt / 20.15 uur

Asko|Schonberg De nieuwe Roukens

Nosferatu Insomnio

vr 18 mrt / 20.15 uur

ma 28 mrt / 20.15 uur

Cédric Tiberghien & friends Fameuze Hongaren

Dudok Kwartet The Pocket Passions

zo 20 mrt / 11.00 uur / Kleine Zaal

wo 30 mrt / 20.15 uur

Ere Lievonen Het woord aan het woord

ELECTRA Rache

zo 20 + ma 21 mrt /

Unieke jubileumwandeling Muziekgebouw met app Curvices Speciaal voor ons 10-jarig bestaan maakte componiste Rosalie Hirs de poëzie- en klankinstallatie Curvices Amsterdam. Een unieke muzikale rondwandeling waarvoor u de gratis Curvicesapp kunt downloaden via de App Store, Google Play of iTunes. De app schakelt in zodra u rondom het gebouw een van de wandelzones betreedt. Een cadeautje van de componist waarvan u het hele jubileumseizoen kunt profiteren! Meer info: muziekgebouw.nl/ festival/10jaar

do 10 mrt / 20.15 uur

Musikfabrik Ontmoeting met Enno Poppe vr 11 mrt / 20.15 uur

Amsterdam Sinfonietta Beamish and the classics za 12 mrt / 15.00 uur

De IJ-salon Echte passie

19.30 uur / Nieuwe Kerk

Matthäus, De Leeuw en De Nieuwe Kerk Matthäus Passion zo 20 + ma 21 + vr 25 mrt /

za 12 mrt / 20.15 uur

20.00 uur

Il Suonar Parlante + Cuncordu de Orosei Stabat Mater

Blank Out

zo 13 mrt / 15.00 uur

di 22 mrt / 20.15 uur

Open je Oren: Remy van Kesteren Wat is het geheim van de harp? (8+)

Orkest van de 18e Eeuw + Cappella Amsterdam Het genie Bach

De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw

wo 23 mrt / 20.15 uur zo 13 mrt / 20.15 uur

Bram van Sambeek + Kinan Azmeh + Fuse Arabia

Till Fellner Quasi una fantasia

38

Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp

MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023

Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons

PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:

Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.

Mediapartner:

Pauzedrankje (indien inbe­grepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.

Druk binnenwerk:

EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds

Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.


XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.