di 22 mrt 2016 serie orkest van de 18e eeuw serie cappella amsterdam Grote Zaal / 20.15 uur
Orkest van de 18e Eeuw + Cappella Amsterdam Het genie Bach
PROGRAMMA
di 22 mrt 2016 serie orkest van de 18e eeuw serie cappella amsterdam Grote Zaal / 20.15-22.15 uur DUUR: ca. 55 minuten voor de pauze ca. 45 minuten na de pauze
Orkest van de 18e Eeuw + Cappella Amsterdam Het genie Bach
Daniel Reuss dirigent Lucie Chartin sopraan DaniÍl Elgersma alt Jon Etxabe-Arzuaga tenor Kees Jan de Koning bas Frank de Bruine oboe d’amore
Het Orkest van de 18e Eeuw kan zijn plannen realiseren dankzij de genereuze ondersteuning van het Fonds Podiumkunsten, een internationale vriendenkring en het Gieskes-Strijbis Fonds.
Johann Sebastian Bach (1685-1750) Missa brevis in A BWV234 ‘Lutherse Mis’ (ca. 1738) Kyrie Gloria Domine Deus Qui tollis peccata mundi Quoniam tu solus sanctus Cum Sancto Spiritu Concert voor oboe d’amore in A BWV1055 (1738) Allegro Larghetto Allegro ma non tanto PAUZE Orkestsuite nr.3 in D BWV1068 (ca. 1731) Ouverture Air Gavotte I Gavotte II Bourree Gigue Cantate nr. 191 ‘Gloria in excelsis Deo’ in D BWV191 (ca. 1740) Coro: Gloria Duetto: Gloria Patri Coro: Sicut erat
toelichting
Het bekendste beeld dat we van Johann Sebastian Bach hebben is dat van cantor van de Thomaskirche in Leipzig. Zevenentwintig jaar lang was hij verantwoordelijk voor de kerkmuziek op zon- en feestdagen in de vier belangrijkste kerken in Leipzig: de Thomaskirche, de Nicolaikirche, de Peterskirche en de Neue Kirche. Daar componeerde hij zijn nu wereldberoemde Passionen, zijn zes motetten en zijn vele cantates. De enorme hoeveelheid cantates die Bach in Leipzig schreef – naar schatting zo’n 250 – én hun hoge kwaliteit, is een van de meest verbazingwekkende creatieve uitbarstingen uit de muziekgeschiedenis. Voor de uitvoeringen selecteerde hij de beste koorzangers uit de leerlingen van de naburige Thomasschule en studenten van de Leipziger Universiteit. Minder bekend is dat Bach naast zijn vermaarde Hohe Messe nog diverse andere missen componeerde. Een daarvan opent dit concert.
De wereldberoemde Brandenburgse Concerten zijn deels ontstaan uit hergebruik of werden zelf omgewerkt tot nieuwe composities. Zo ging Bach de strijd aan tegen de tand des tijds. Door zijn praktijk van hergebruik bracht hij al lang vergeten muziek opnieuw onder de aandacht. Bach liet zien dat die wel oud was, maar niet gedateerd. Hij was zich van de blijvende kwaliteit van zijn muziek bewust. Ook voor de vier Missae breves BWV 233-236 – korte missen, meestal bestaande uit twee delen, Kyrie en Gloria – maakte hij gebruik van eerder gecomponeerde muziek. In de lutherse diensten van Bachs tijd werden in sommige kerken op kerkelijke hoogtijdagen ook wel Latijnse misdelen in meerstemmige koorzettingen uitgevoerd, lutherse missen genoemd. Zo werd het Kyrie uitgevoerd op de eerste zondag van de advent, het Kyrie en Gloria met kerstmis en het Sanctus op meerdere kerkelijke feestdagen. Bach had een bijzondere interesse voor deze katholieke misdelen, want
Missa brevis, Lutherse Mis Bach heeft veel muziek geleend, geciteerd en bewerkt van andere componisten. Net als Telemann, Händel en vele tijdgenoten. Maar het meest ging Bach voor citaten en hergebruik bij zichzelf te rade. Naar schatting zo’n vierhonderd keer. 4
toelichting
aangename sfeer van het hof van de jonge prins Leopold van Anhalt-Cöthen.
hij kopieerde en bewerkte Latijnse kerkmuziek van Palestrina, Pergolesi, Lotti, Caldara en anderen.
Bach schreef deze concerten tussen 1717 en 1723, de periode voordat hij naar Leipzig verhuisde. Merkwaardig is dat er slechts drie vioolconcerten bekend zijn, terwijl Bach in Leipzig toch meer van dergelijke werken transcribeerde tot versies voor klavecimbel, misschien zelfs vijftien keer. Gooide Bach de originele versies weg, of gingen ze op een andere manier verloren?
Voor de vanavond uitgevoerde Missa brevis in A BWV 234 maakte Bach opnieuw gebruik van delen van enkele eigen cantates. Het Kyrie werd vermoedelijk nieuw gecomponeerd. Maar de opening van het Gloria is gebaseerd op muziek uit Cantate 67, het Qui tollis op een deel van Cantate 179, het Quoniam tu solus op Cantate 79, en het Cum Sancto Spiritu op de opening van Cantate 136. Deze Missa brevis in A ontstond vermoedelijk rond 1738 en werd diverse malen uitgevoerd in Leipzig in de late jaren 1730 en 1740. Nagenoeg niemand in het Leipzigse publiek zal geweten hebben dat hij luisterde naar muziek van vijftien tot zeventien jaar oud.
Verdwenen is ook de originele versie van het Klavecimbelconcert in A BWV 1055. In 1939 herkende de Britse musicoloog Donald Tovey in dit concert sporen van een oudere versie voor oboe d’amore, de mezzosopraan uit de hobofamilie die omstreeks 1720 in gebruik kwam, onder anderen bij Telemann en Graupner. Tovey kon dat aflezen aan de omvang van de klavecimbelpartij en de figuraties. In de Neue Bach Ausgabe is van BWV 1055 een reconstructie opgenomen, waarbij de klavecimbelpartij is ‘terug-getranscribeerd’ voor hobo. Daardoor is een soort oerversie van het concert ontstaan, die hier tot klinken komt. Heel mooi is de binnenkomst van de oboe d’amore in de laagte in
Concert voor oboe d’amore Ook het volgende werk is een voorbeeld van Bachs praktijk van hergebruik. Met uitzondering van de vijftien concerten voor één tot vier klavecimbels die in Leipzig ontstonden, schreef Bach de meeste van zijn concerten voor een of meer solo-instrumenten in de 5
toelichting
het eerste deel van het concert. Het middendeel is in de stijl van een aria zonder woorden met mild wiegend siciliano-ritme in 12/8 maat. Het vlotte slotdeel vormt een afwisseling van orkestrefreinen en solopassages.
staaltje van componeren op zijn Frans, maar blijven ontegenzeglijk het werk van het grootste contrapuntische brein dat Duitsland ooit voortbracht. Bach schreef de vier werken voor zover bekend in Köthen (nr. 1 en nr. 4) en Leipzig (nr. 2 en nr. 3). De tweede en derde zijn wat rijker georkestreerd en stammen waarschijnlijk uit de Bachs Leipziger jaren tussen 1729 en 1736. In 1729, het jaar dat de Matthäus Passion voor het eerst werd uitgevoerd, kreeg Bach de leiding van het Leipziger Collegium Musicum, een muziekgezelschap van studenten en beroepsmusici dat in 1701 door Georg Philipp Telemann was opgericht. Met dit gezelschap gaf Bach wekelijks concerten op vrijdagavond in Zimmermanns Kaffeehaus. Hier voerde Bach zijn klavecimbelconcerten uit, vaak samen met zijn oudste zonen Friedemann en Emanuel, maar ook cantates, kamermuziek en zijn vier Orkestsuites.
Orkestsuite nr. 3 Het lijkt misschien een paradox: Bach was een kosmopoliet die nooit een voet buiten Duitsland zette. Toch was hij dankzij de efficiënte communicatiemiddelen zeer goed op de hoogte van wat er muzikaal speelde in buurland Frankrijk, maar natuurlijk ook in Italië. Bach leek over een soort wereldontvanger te beschikken waarmee verre muziek tot zijn studeerkamer doordrong. Hij bestudeerde al die vreemde klanken en benaderde en imiteerde ze met zijn typische Duitse degelijkheid. En dat kon hij dankzij de enorme bibliotheek die hij bijeen sprokkelde, met muziek van voorbije eeuwen, maar ook van de nieuwste modestukken van Franse, Italiaanse en Duitse makelij. Al componerend kon hij zich bedienen van grofweg drie stijlen, de Italiaanse, de Franse en de Duitse. De vier Orkestsuites zijn een knap
Net als de andere suites opent Orkestsuite nr. 3 met een plechtige gepuncteerde ouverture, gevolgd door een snel fugatisch gedeelte, dat weer wordt afgesloten door het langzame begindeel. Franser kan het bijna niet. Deze hele inleiding maakt ongeveer de helft van de hele 6
toelichting
suite uit. De tweede helft, de feitelijke suite dus, bestaat uit een vrije opeenvolging van dansen en karakterstukken met Franse titels. De Derde Orkestsuite is vooral bekend geworden door de wereldberoemde, ontroerende en verstilde Air. Het feestelijke karakter van deze suite wordt nog extra versterkt door de instrumentatie met trompetten en pauken. Het is daarom niet vreemd dat Bach het openingsdeel gebruikte als inleiding bij de stralende kerstcantate nr. 110 waar hij het koor psalm 126 vers 2 laat uitzingen: ‘Toen waren onze monden gevuld met gelach en gezang.’
versie. Al met al is deze Cantate nr. 191 een uitzonderlijk geval. Ze behoort niet tot de gebruikelijke serie lutherse cantates met Duitse tekst, maar bezigt het Latijn, wat uitzonderlijk is. Het kan zijn dat het een plechtige kerstmuziek was voor een andere opdrachtgever dan een van de vier Leipzigse kerken waar Bach de scepter zwaaide. Dat het een bijzondere gebeurtenis moet zijn geweest blijkt wel uit de moeite die Bach nam. Hij schreef een compleet nieuwe partituur van totaal 56 pagina’s, langer dan van de gemiddelde lutherse cantate. In 1992 kwam Gregory Butler met de hypothese dat Bach het werk leverde voor de dankdienst op Eerste Kerstdag 1745 in de universitaire Sankt-Paulikirche. De aanleiding zou de viering van de Vrede van Dresden zijn geweest, die een einde maakte aan de Tweede Silezische Oorlog. Leipzig was destijds bezet door de troepen van de Pruisische koning Frederik de Grote die oorlog voerde met Oostenrijk, zo is ook uit Bachs biografie bekend. Wie weet heeft deze stralende, rijk geïnstrumenteerde glorieuze muziek wel geklonken bij deze viering van de vrede.
Cantate nr. 191 Ook het laatste werk van het concertprogramma is een voorbeeld van bekende muziek in een andere gedaante. Want voor Cantate nr. 191 ‘Gloria in excelsis Deo’ maakte Bach gebruik van delen uit het Gloria van de Hohe Messe. Zo gebruikte Bach het begingedeelte Domine Deus en het Cum sancto spiritu. Dat was waarschijnlijk omstreeks 1740, toen de Hohe Messe nog niet voltooid was tot de nu bekende
Tekst toelichting: Clemens Romijn
7
liedteksten Missa brevis in A BWV234 ‘Lutherse Mis’ Kyrie 1. Coro Kyrie eleison, Christe eleison, Kyrie eleison.
Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Gloria 2. Coro Gloria in excelsis Deo, et in terra pax hominibus bonae voluntatis. Laudamus te, benedicimus te, adoramus te, glorificamus te. Gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam.
Eer aan God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft. Wij loven U. Wij prijzen en aanbidden U. Wij verheerlijken U en zeggen U dank voor uw grote heerlijkheid.
3. Aria (bas) Domine Deus, Rex caelestis, Deus Pater omnipotens, Domine Fili unigenite Jesu Christe, Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris.
Heer God, hemelse Koning, God almachtige Vader; Heer, eniggeboren Zoon, Jezus Christus; Heer God, Lam Gods, Zoon van de Vader.
4. Aria (sopraan) Qui tollis peccata mundi, miserere nobis, Qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram. Qui sedes ad dexteram patris, miserere nobis.
Gij die wegneemt de zonden der wereld, ontferm U over ons; Gij die wegneemt de zonden der wereld, aanvaard ons gebed; Gij die zit aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons. 8
liedteksten
5. Aria (alt) Quoniam tu solus sanctus, tu solus Dominus, tu solus altissimus Jesu Christe.
Want Gij alleen zijt de Heilige. Gij alleen de Heer. Gij alleen de Allerhoogste: Jezus Christus.
6. Coro Cum Sancto Spiritu in gloria Dei Patris. Amen.
Met de Heilige Geest in de heerlijkheid van God de Vader. Amen.
Cantate ‘Gloria in excelsis Deo’ in D BWV 191 Eerste deel 1. Coro Gloria in excelsis Deo. Et in terra pax hominibus bonae voluntatis.
Eer aan God in den hoge en vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft.
Tweede deel 2. Duetto (sopraan/tenor) Gloria Patri et Filio et Spiritui sancto.
Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
3. Coro Sicut erat in principio et nunc et semper et in saecula saeculorum, amen.
Zoals het was in het begin en nu en altijd en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
9
BIOGRAFIEËN COMPONIST Johann Sebastian Bach Johann Sebastian Bach (1685-1750) componeerde in alle muzikale genres van zijn tijd, behalve opera. Hij kwam uit een muzikantenfamilie en leerde als kind zingen, orgel en viool spelen. Op negenjarige leeftijd werd hij wees en kwam in huis bij zijn oudste broer, waar hij begon te componeren. Zijn carrière begon op zijn zeventiende als koorknaap, violist en toetsenist in Lüneburg van waaruit hij een voettocht ondernam naar Hamburg – zo’n drie dagen lopen – om de grote organist Johann Adam Reincken te horen. Hij werkte achtereenvolgens in Weimar, Arnstadt en Mühlhausen. Toen hij 22 jaar was trouwde hij met Maria Barbara met wie hij zeven kinderen kreeg. Zij stierf in 1720, waarna hij opnieuw trouwde met de
zangeres Anna Magdalena. Hij werkte inmiddels als hofmusicus in Köthen en daar ontstond een stroom aan instrumentale en vocale muziek waaronder belangrijke kamermuziekwerken. In 1722 solliciteerde hij in Leipzig naar de functie van cantor van de Thomaskirche. Daar schreef hij voornamelijk kerkmuziek (onder andere ca. 300 cantates waarvan twee derde bewaard is gebleven), gaf les aan de Thomasschule en kreeg de leiding van het instrumentale ensemble Collegium Musicum. Drie jaar voor zijn dood werd Bach blind en hij stierf aan een beroerte. Tot kort voor zijn dood werkte hij nog aan de Kunst der Fuge.
10
biografieĂŤn
11
biografieën
UITVOERENDEN Lucie Chartin Sopraan
Requiem van Mozart, Jephte en Bachs Nach dir, Herr, verlanget mich. Ze vertolkte de rol van Belinda in Dido en Aeneas in de uitvoering van Richard Egarr en de rol van Marikes ziel in Mariken in de tuin der lusten van Calliope Tsoupaki met Asko|Schönberg.
Daniël Elgersma Alt
Countertenor Daniël Elgersma (1988) begon op 6-jarige leeftijd als jongenssopraan bij het Martini Jongenskoor Sneek onder leiding van Bouwe Dijkstra. Hij behaalde zijn bachelor- en masterdiploma Oude Muziek zang aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag.
Sopraan Lucie Chartin studeerde zang Oude Muziek bij Maarten Koningsberger en Xenia Meijer aan het Conservatorium van Amsterdam. In 2015 studeerde ze met de hoogste onderscheiding af.
Op het conservatorium kreeg Elgersma les van Lenie van den Heuvel, Michael Chance, Peter Kooij en Jill Feldman. Op zijn zeventiende debuteerde hij als solist in Bachs Weihnachtsoratorium. Een aantal jaren later zong hij Bachs alt-solocantate Geist und Seele wird verwirret onder
Chartin was koorlid van Cappella Amsterdam (o.l.v. Daniel Reuss), Ensemble Pygmalion (o.l.v. Raphaël Pichon) en de Nederlandse Bachvereniging (o.l.v. Jos van Veldhoven). Als soliste zong ze in meerdere oratoria, waaronder de Messiah, het 12
biografieën
Jon Etxabe-Arzuaga
ensembles zoals Capilla Penaflorida en het Vokal Consort Berlin.
Tenor
foto: Donald Bentvelson
leiding van Klaas Stok en gaf hij verschillende solorecitals. Elgersma zong solo's in onder andere de Matthäus Passion, Johannes Passion, Vivaldi’s Gloria en Magnificat, Charpentiers Messe de Minuit en Händels Messiah. Tevens specialiseerde Elgersma zich in het zingen van vroeg ensemblerepertoire van Machaut, Schütz en Orlando di Lasso. Hij zingt met het Gesualdo Consort Amsterdam (Harry van der Kamp), Vox Luminis (Lionel Meunier), Ton Koopman, Daniel Reuss en het Egidius Kwartet (Peter de Groot).
Jon Etxabe Arzuaga werd geboren in Tolosa, Baskenland. Met veertien jaar begon hij in een koor te zingen. Etxabe studeerde aanvankelijk wijsbegeerte, maar besloot na een aantal jaren zich meer op muziek te concentreren. Hij zong in diverse ensembles, waarna zijn liefde voor de muziek hem naar Nederland bracht. Hij studeerde zang aan het Sweelinck Conservatorium van Amsterdam met Udo Reineman en Pierre Mak. Snel na zijn aankomst werd hij lid van Cappella Amsterdam en werkte ook samen met andere 13
biografieën
Kees Jan de Koning Bas
het internationaal bekende Quink Vocaal Ensemble. Bovendien verleent hij regelmatig zijn medewerking aan diverse belangrijke Europese ensembles, zoals het Huelgas Ensemble, het Gesualdo Consort Amsterdam, EgidiusKwartet en Weser Renaissance. De laatste jaren is hij ook actief als projectdirigent en vocale koorcoach.
Frank de Bruine Oboe d’amore
De basbariton Kees Jan de Koning studeerde aanvankelijk blokfluit aan het Utrechts Conservatorium. In 1983 begon hij aan een zangstudie, eerst bij de bas Peter Kooy, daarna bij zangpedagoog Herman Woltman.
Frank de Bruine is een van de toonaangevende barokhoboïsten van dit moment. Hij volgde zijn opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij zowel de moderne als de historische hobo studeerde.
De Koning sloot zijn zangopleiding af in 1991 aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, waaraan hij al het jaar daarop als zangdocent verbonden was. Eveneens in 1992 verwierf hij een vaste plaats in het vermaarde Nederlands Kamerkoor. Daarnaast vormt De Koning het fundament van
De Bruine speelde in vrijwel alle belangrijke barokorkesten, en is op dit moment als vaste eerste hoboïst verbonden aan Het Orkest van de 18e Eeuw, The Academy of Ancient Music en Concerto Copenhagen. Ook als solist is hij actief en maakte hij tournees door Europa, Japan en Noord- en Zuid- Amerika, waar hij in 14
biografieën
Daniel Reuss Dirigent
foto: Marco Borggreve
vele beroemde zalen speelde. Hij nam concerten op van Vivaldi, Albinoni, C.P.E. Bach en Handel. Tot zijn meest recente opnames behoren de Brandenburgse Concerten van Bach en sonates van Handel, beide met Richard Egarr en The Academy of Ancient Music.
Daniel Reuss (1961) studeerde koordirectie aan het Rotterdams Conservatorium bij Barend Schuurman. In 1990 volgde hij Jan Boeke op als artistiek leider en chef-dirigent van Cappella Amsterdam, dat de afgelopen jaren is uitgegroeid tot een vooraanstaand kamerkoor in Europa. Van 2003 tot 2006 was Reuss eveneens chef-dirigent van het RIAS Kammerchor in Berlijn. Onder zijn leiding bracht dit koor cd’s uit met werken van Martin, Händel en Stravinsky, die werden onderscheiden met belangrijke Europese prijzen. Van 2008 tot 2013 15
was hij tevens chef-dirigent van het Ests Philharmonisch Kamerkoor, dat hij ook samenbracht met Cappella Amsterdam op een cd met Golgotha van Frank Martin, een uitgave die voor een Grammy Award werd genomineerd. Reuss werkt geregeld met vooraanstaande ensembles en orkesten in heel Europa, zoals de Akademie für Alte Musik Berlin, Ensemble Musikfabrik, Vocal Consort Berlin en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. www.danielreuss.com
biografieën
Cappella Amsterdam Met een rijkdom aan stemkleuren bereikt kamerkoor Cappella Amsterdam zijn specifieke homogene klank. Sinds 1990 staat het koor onder artistieke leiding van chef-dirigent Daniel Reuss. Vanaf de oprichting in 1970 door Jan Boeke vormt de liefde voor muziek de leidraad voor Cappella Amsterdam. Om elke compositie te laten spreken, heeft het koor zich zowel op moderne als op oude, authentieke zangtechnieken toegelegd. De nadruk in het repertoire ligt op die twee uitersten: oude meesters en moderne muziek. Speciale aandacht schenkt het koor aan werken van Nederlandse componisten, van Sweelinck tot Andriessen en Ton de Leeuw, en werkt samen met Nederlandse en internationale topensembles en -orkesten, zoals het Orkest van de 18e Eeuw en Asko|Schönberg. Bij harmonia mundi verschijnen vrijwel jaarlijks cd’s van het kamerkoor. De cd met koorwerken van Leoš Janá cek ˇ (2012) is bekroond met de Edison Klassiek 2013. In 2014
zijn twee cd’s uitgebracht. De eerste cd Stabat Mater van Francis Poulenc (maart) heeft de Choc de l’annee 2014 gekregen; de tweede cd (september) Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen? met bijzondere koorwerken van Johannes Brahms heeft in februari de Preis der deutchen Schallplattenkritik gekregen. www.cappellaamsterdam.nl
16
foto: Marco Borggreve
biografieën
Eerste sopraan Elisabeth Blom Martha Bosch Lucie Chartin Marijke van der Harst Tweede sopraan Maria Köpcke Inga Schneider Marjo van Someren Suzanne Verburg Alt Sabine van der Heijden Mieke van Laren Daniël Elgersma Desirée Verlaan
Tenor Dolf Drabbels Jon Etxabe-Arzuaga Johannes Klügling Diederik Rooker Endrik Üksvärav Bas Christoph Drescher Pierre-Guy Le Gall White Kees Jan de Koning Bart Oenema Drew Santini
17
biografieën
Orkest van de 18e Eeuw Het Orkest van de 18e Eeuw werd in 1981 opgericht door Frans Brüggen en bestaat uit circa vijftig leden, afkomstig uit zo’n twintig verschillende landen. De musici gelden allen als specialisten op het gebied van de achttiendeeeuwse muziek en spelen op instrumenten uit die tijd of kopieën daarvan. Op deze wijze proberen zij het doel van het orkest te bereiken: de klassieke meesterwerken van Haydn, Mozart en Beethoven en werken uit de eerste helft van de achttiende eeuw te laten klinken zoals de componisten het zich destijds moeten hebben voorgesteld. Het Orkest van de 18e Eeuw vormt qua grootte en samenstelling een afspiegeling van de ‘klassieke’ orkesten zoals die in Mannheim, Parijs en Wenen bestonden. Het orkest komt drie tot vijf keer per jaar bijeen voor internationale tournees en maakte talloze cd-opnamen, die vaak werden bekroond met belangrijke prijzen. In 2010 ontving het orkest de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs, uit handen van de toenmalige
Prinses Máxima, ‘vanwege de collectieve topprestatie die het orkest sinds de jaren tachtig op artistiek gebied levert’. In augustus 2014 heeft het orkest afscheid moeten nemen van Frans Brüggen, die op 79-jarige leeftijd overleed. De samenwerking met de ‘founding father’ van het orkest kwam ten einde, maar Brüggen zal een belangrijke bron van inspiratie blijven. Het orkest heeft besloten de traditie van vijf projecten per seizoen voort te zetten en werkt daarvoor samen met verschillende gastdirigenten.
18
foto: Annelies van der Vegt
biografieën
Eerste viool Rémy Baudet (concertmeester), Kees Koelmans, Guya Martinini, Franc Polman, Irmgard Schaller Tweede viool Marc Destrubé, Hans Christian Euler, Marinette Troost, Dirk Vermeulen, Richard Walz, Gustavo Zarba Altviool Emilio Moreno, Marten Boeken, Else Krieg, Yoshiko Morita
Cello Rainer Zipperling, Albert Brüggen, Lidewij Scheifes
Trompet David Staff, Jonathan Impett, Graham Nicholson
Contrabas Margaret Urquhart, Robert Franenberg
Pauken Maarten van der Valk
Fluit Michael Schmidt-Casdorff, Ricardo Kanji Hobo Frank de Bruine, Alayne Leslie Fagot Danny Bond 19
Klavecimbel en orgel Menno van Delft
VERWACHT
wo 5 apr 2016 serie cappella amsterdam grote zaal / 20.15 uur
Cappella Amsterdam Feesten met Brahms
Naast zijn bekende en geliefde Ein deutsches Requiem heeft Johannes Brahms juweeltjes van motetten en andere koorwerken geschreven. Dit concert belicht deze minder bekende kant van Brahms. Bijvoorbeeld met het dubbelkorige Fest- und Gedenksprüche, het monumentale motet Warum ist das Licht gegeben den Mühseligen en het Schicksalslied in een bijzondere versie voor koor en piano. De recente cd-opname van deze werken door Cappella Amsterdam is zeer enthousiast door de pers ontvangen. De cd verscheen eind 2014. Het was een lang gekoesterde wens van dirigent Daniel Reuss, die dit seizoen zijn 25-jarig jubileum bij Cappella Amsterdam viert. De pers was lovend: ‘Cappella Amsterdam brengt dit programma met overtuiging en met een glanzende koorklank, de nog steeds stijgende reputatie van het ensemble waardig.’ PROGRAMMA: Johannes Brahms Fest- und Gedenksprüche / Drie motetten op. 110 / Warum ist das Licht gegeben dem Mühseligen? / Vijf liederen op. 104 / Schicksalslied / Kwartet op. 92 nr. 3 / Kwartet op. 112 nr. 1 / Kwartet op. 112 nr. 2
20
Johannes Brahms
VERWACHT
ZA 20 MEI 2017
serie orkest van de 18e eeuw grote zaal / 20.15 uur
Orkest van de 18e Eeuw + The Sixteen De Harmoniemesse van Haydn
Met het Engelse vocale topensemble The Sixteen onder Harry Christophers speelt het Orkest van de 18e Eeuw de laatste mis die Haydn componeerde. Het was Haydns kroon op zijn kerkelijke composities. De bijnaam ‘Harmoniemesse’ verwijst naar de uitgebreide blazersbezetting van dit feestelijke en majesteitelijke werk. De mis klonk voor het eerst op 8 september 1802 voor de echtgenote van de HongaarsOostenrijkse prins Nicolaas II Esterházy. Al in de jaren 80 brak het Orkest van de 18e Eeuw met Frans Brüggen een lans voor de muziek van Haydn. Bijzonder liefdevol verklankt dit orkest de ideeënrijkdom van de ‘vader van de symfonie’. Ook in nummer 99 (!) brengt Haydn nog nieuwe elementen naar voren - zo gebruikt hij voor het eerst klarinetten. PROGRAMMA: Wolfgang Amadeus Mozart Ave verum corpus KV618 / Venite populi KV260 / Joseph Haydn Symfonie nr. 99 / Harmoniemesse
21
Joseph Haydn
VERWACHT
Maart wo 23 mrt / 20.15 uur
Till Fellner Quasi una fantasia
za 2 apr / 22.30 uur / Splendor
vr 8 apr / 22.30 uur / Bimhuis
Het Weeshuis van de Nederlandse Muziek In Splendor
Joris Roelofs & Han Bennink
zo 3 april / 19.00 uur college + za 26 mrt / 20.15 uur
20.15 uur concert
Nosferatu Insomnio
graindelavoix Broederschappen en devotie + college Antonius Abt
za 9 april / 13.00 uur
Calefax Goldbergvariaties za 9 april / 15.00 uur / Bimhuis
Tango Factory Art = Tango
ma 28 mrt / 20.15 uur
Dudok Kwartet The Pocket Passions
ma 4 apr / 20.30 uur / Kleine Zaal
Anna Meredith The Rest is Noise
wo 30 mrt / 20.15 uur
ELECTRA Rache
wo 6 april / 20.15 uur
Cappella Amsterdam Feesten met Brahms
do 31 mrt / 12.30 uur
Lunchconcert Ism Conservatorium van Amsterdam
April
do 7 t/m zo 10 apr
Nederlands Klarinetfestival zie voor het volledige programma www.muziekgebouw.nl/klarinetfestival do 7 apr / 20.15 uur
Nederlands Kamerorkest Avontuur met Erik Bosgraaf
Nederlands Blazers Ensemble Een reis door de tijd
za 2 april / 20.15 uur
vr 8 april / 20.15 uur
Nieuw Ensemble + Dhruba Ghosh Het pad van Boeddha
Sabine Meyer + Quatuor Modigliani Meesterlijke kwintetten van Mozart en Brahms
vr 1 april / 20.15 april
22
Unieke jubileumwandeling Muziekgebouw met app Curvices Speciaal voor ons 10-jarig bestaan maakte componiste Rosalie Hirs de poëzie- en klankinstallatie Curvices Amsterdam. Een unieke muzikale rondwandeling waarvoor u de gratis Curvicesapp kunt downloaden via de App Store, Google Play of iTunes. De app schakelt in zodra u rondom het gebouw een van de wandelzones betreedt. Een cadeautje van de componist waarvan u het hele jubileumseizoen kunt profiteren! Meer info: muziekgebouw.nl/ festival/10jaar Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Muziekgebouw aan ‘t IJ / foto: Erik van Gurp
MUZIEKGEBOUW AAN ’T IJ Piet Heinkade 1 / 1019 BR Postbus 1122 / 1000 BC Amsterdam Kaartverkoop T 020 788 2000 ma t/m za 12.00 -18.00 uur Kantoor T 020 788 2010 F 020 788 2020 E post@muziekgebouw.nl Zakelijke evenementen T 020 788 2023
Restaurant Zouthaven bevindt zich op de begane grond van het Muziekgebouw. Voor een heerlijke start van uw concertavond. Openingstijden en reserveren www.zouthaven.nl of T 020 788 2090 WORD VRIEND Steun het Muziekgebouw al vanaf € 75 per jaar. Lees meer op : muziekgebouw.nl/steunons
PARTNERS De activiteiten van het Muziekgebouw aan ’t IJ komen tot stand door steun van:
Gelieve te zorgen dat uw mobiele telefoon uit staat tijdens het concert. Camerabeeld- en geluidsopnamen alleen toegestaan met toestemming vooraf.
Mediapartner:
Pauzedrankje (indien inbegrepen) serveren wij op tafels bij de uitgang van de zaal.
Druk binnenwerk:
EARLY BIRD TICKETS Voor jongeren tot 30 jaar, bijna alle concerten € 10. Wees snel: hoe eerder, hoe meer kans. Lees meer op: www.muziekgebouw.nl/earlybirds
Reserveren en openingstijden restaurant Zouthaven: www.zouthaven.nl. Centraal Station (10-15 min lopen) is met tram 26 bereikbaar tot 00.00 uur. Taxicentrale Amsterdam: T 020 677 7777. De Piet Heinparkeergarage onder Muziekgebouw aan ’t IJ is 24 uur per dag open. Informatie + online kaarten bestellen www.muziekgebouw.nl. Ook voor onze nieuwsbrief.
XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX