Wo 21 sep 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.50 uur
Serie Grote Zangers
Georg Nigl + Alexander Melnikov Rihm in het voetspoor van Schubert
Programma
Serie Grote Zangers Wo 21 sep 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.50 uur
Georg Nigl + Alexander Melnikov Rihm in het voetspoor van Schubert Georg Nigl bariton Alexander Melnikov piano
ca. 50 minuten voor de pauze ca. 25 minuten na de pauze
Voorprogramma Grote Zaal / 19.30 - 19.45 uur Grace Carter sopraan Rebecca Cohen piano Francis Poulenc (1899 - 1963) La court paille (1960) Le sommeil Quelle aventure ! La reine de cœur Ba, be, bi, bo, bu Les anges musiciens Le carafon Lune d’avril Claude Debussy (1862 - 1918) Green (1885 - 1887) Apparition (1884)
2
Programma
Franz Schubert (1797 - 1828) Der Wanderer an den Mond D870 (1826) Das Zügenglöcklein D871 (1826) Im Freien D880 (1826) Der Tod und das Mädchen D531 (1817) Widerspruch D865 (1826?) Wiegenlied D867 (1826?) Am Fenster D878 (1826) Sehnsucht D879 (1826) Der Jüngling und der Tod D545 (1817) Wolfgang Rihm (1952) Dort wie hier / Zyklus aus einem Heine-Gedicht für Bariton und Klavier (2015; Nederlandse première) 1. Calmo, sostenuto 2. Molto sostenuto 3. Adagio 4. Inquieto 5. Andante con moto 6. Calmo scorrevole 7. Tempo giusto PAUZE Alban Berg (1885 - 1935) uit 4 Lieder op. 2 (1909-10) Schlafen, schlafen Schlafend trägt man mich Nun ich der Riesen Stärksten überwand Johannes Brahms (1833 - 1897) Vier ernste Gesänge op. 121 (1896) Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh Ich wandte mich und sahe an alle O Tod, wie bitter bist du Wenn ich mit Menschen- und mit Engelszungen redete
3
Welkom Dagblad Trouw opende het culture seizoen met een flink stuk over Grote Zangers, dat met het concert van vanavond het zevende seizoen begint. Het had een speciale bijlage gemaakt met de titel Cultuur! Maar graag zonder toeters en bellen. De kunstredactie signaleerde dat muziek steeds vaker gepresenteerd wordt als ‘evenement’ waarin ‘beleving’ centraal staat. De krant meent dat deze richting het zicht ontneemt op waar het om zou moeten gaan: kwaliteit. De redactie noemde als voorbeeld Grote Zangers en kopte: ‘Kwaliteit als enige criterium’ met daaronder ‘Een publiek dat geconcentreerd een avond lang luistert naar muziek en poëzie. Het liedrecital is in simpele eenvoud moeilijk te overtreffen’. We zijn het hier van harte mee eens.
componisten, met wel tweehonderd opusnummers op zijn naam. Zijn opera Die Eroberung von Mexico heeft definitief repertoire gemaakt. In Rihms oeuvre staan theater en de stem centraal, waardoor een première van zijn hand zo goed in Grote Zangers past. Op het moment dat ik dit schrijf is nog onbekend of Rihm aanwezig is vanavond. Ik hoop het, al is het voor de artiesten wellicht rustiger als deze levende legende er niet bij is. Spannend wordt het hoe dan ook!
Vanavond luisteren we naar muziek en poëzie, voorgedragen door Georg Nigl. Ik hoorde hem voor het eerst begin deze eeuw in Staatsoper unter den Linden in de opera Faustus The Last Night van Pascal Dusapin. Ik was onder de indruk van zijn podiumpresentatie en kon hem woord voor woord verstaan. Perfecte eigenschappen om een geweldig recital te kunnen verzorgen. Sindsdien volg ik Nigl. Zijn goede vriend Dusapin componeerde daarna meer werken speciaal voor zijn stem, precies zoals Händel en Mozart vroeger werkten. Een debuut in Grote Zangers was slechts een kwestie van tijd. Zijn vaste pianist Alexander Melnikov trad al vaker op in dit gebouw.
Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers
Wij verheugen ons op de Nederlandse première van de cyclus van Wolfgang Rihm (1952) op poëzie van Heinrich Heine. Rihm is een van de prominente nog levende 4
De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan ’t IJ
Toelichting Bariton Georg Nigl werd door Opernwelt uitgeroepen tot ‘operazanger van het jaar 2015’ maar zingt vanavond een liedrecital. Hij blinkt uit in muziek uit de barok maar richt zich nu op de romantiek én het nieuwste van het nieuwste: Wolfgang Rihm wiens cyclus Dort wie hier welgeteld vier dagen geleden in de Philharmonie in Keulen in première ging. Hij is breed georiënteerd, maar zingt vandaag uitsluitend in één taal, zijn moedertaal, het Duits. Georg Nigl en Alexander Melnikov brengen een krachtige samenhang aan in hun recital. Achter de meeste liederen schemert één groot thema: de dood. Een van de bekendste liederen van Franz Schubert is Der Tod und das Mädchen. De dood neemt hier in eigen persoon het woord, is als het ware als personage op het podium aanwezig. En in een eerdere versie van het lied Der Jüngling und der Tod met twee verschillende stemsoorten, was de dood eveneens een personage. Sterk, dat vier van Schuberts hier gezongen liederen – waaronder nota bene een wiegenlied – werden gepubliceerd op de dag dat de componist stierf.
Wolfgang Rihm baseert zijn cyclus Dort wie hier op het gedicht Wo? van Heine waarin de dichter de dood altijd nabij weet. In de liederen van Alban Berg is de dood eveneens steeds aanwezig, vermomd achter de metafoor van de slaap. Maar schrijnender dan bij de late Brahms kan sterven toch niet zijn. Waren Schubert en Berg hier nog twintigers en staat Rihm op z’n 63e nog volop in zijn kracht, toen Brahms de Vier ernste Gesänge schreef was de dood in en rondom hem. Hij verloor vriend op vriend, componeerde nauwelijks nog, zat zijn tijd uit. Hoe iemand, toen maar één jaar jonger dan Rihm nu, toch al zó oud kon zijn …
5
Toelichting
Franz Schubert Liederen op gedichten van Seidl Schubert was de man van de vrienden. Vrijgezel, goedmoedig karakter, jong (hij is altijd jong geweest, stierf op z’n 31e). Tot de verbeelding sprekend waren de zogenoemde Schubertiaden: avonden, of zeg soms maar gerust nachten, waar hij en zijn vrienden bij elkaar kwamen in een Weens café en samen plezier maakten, toneelspeelden, over politiek en kunst praatten en elkaar op de hoogte hielden van hun jongste geestesvoortbrengselen. Een van hen, een van de trouwste, was Johann Gabriel Seidl. Hij was in het openbare leven jurist, boekcensor, hofpenningmeester, gymnasiumdocent, regeringsraadsheer en schreef gedichten. Elf daarvan zette Schubert op muziek, waarvan er vanavond zeven klinken. We horen een vrij late Schubert, de eerste drie zijn uit maart 1826, de overige van later dat jaar. Ze werden gepubliceerd in juli 1827 als zijn opus 80; Nigl zingt dus een compleet Schubert-bundeltje. In Der Wanderer an den Mond voert de vermoeide zwerver vertrouwelijke gesprekken met de maan en benijdt haar dat zij eeuwig thuis is. Betoverend, hoe Schubert het slenteren uitbeeldt; de pianopartij imiteert de gitaar van de zwerver. Das Zügenglöcklein klonk op een Schubertiade op 8 december 1827. Dat deze feestjes niet louter ‘Wein, Weib (resp. Herr) und Gesang’ waren, bewijst de teneur van dit lied: het horen van het klokje 6
op het kerkhof doet bange vermoedens rijzen (‘Gönn’ ihm noch die Wonnen dieser Sonnen’). Im Freien heeft twee eigenaardigheden. Het is lang, zelfs voor Schubert, ‘himmlisch lang’, en de rechterhand moet vrijwel voortdurend in vrij hoog tempo octaven spelen; de pianist raakt haast net zo uitgeput als bij de gevreesde Erlkönig. Dat leverde Schubert in de Leipziger Zeitung van 23 januari 1828 de volgende kritiek op: ‘Om modern pikant te zijn, houdt hij er overdreven veel van veel noten in de pianopartij te stoppen, boven- en na elkaar.’ Als opus 108 verschenen op de dag van Schuberts dood (19 november 1828) de andere vier Seidl-liederen. De melodie van Wiegenlied is in de oren van de grote Schubert-vertolker Dietrich Fischer-Dieskau ‘zum verlieben reizvoll’ en wordt ‘als in een toestand van halfslaap’ maar liefst vijf maal herhaald. Alle liederen kenmerken zich door een uiterst vloeiende beweging maar in het laatste, Sehnsucht, kunnen de vloeiende triolen slechts naar beweging verlangen: de ‘ik’ zit ’s winters opgesloten thuis en maakt alleen in gedachten de tocht naar zijn geliefde.
Franz Schubert Der Tod und das Mädchen / Der Jüngling und der Tod Het is een kleine stap naar het expliciete verschijnen van de dood in Der Tod und das Mädchen en Der Jüngling und der Tod, beide niet op teksten van Seidl. Schubert
Toelichting
componeerde ze in 1817, op z’n 21e. Ze zijn complementair, vormen een paar. Meisje versus jongen, weerstand versus doodsverlangen, de dood in het middelpunt versus de mens. Dit ‘paar’ ontstond niet toevallig; één maand na het Mädchen, bestelde Schubert bij zijn vriend Joseph von Spaun de Jüngling. Der Tod und das Mädchen met zijn dreigende lang-kortkort ritme, verwerkte Schubert later in het gelijknamige strijkkwartet. Der Jüngling und der Tod heeft een boeiende thematiek; het doodsverlangen, de ‘Weltschmerz’ van ‘Die Sonne sinkt, o könnt’ ich mit ihr scheiden’ is bepaald geen modieus gedoe van een decadente jongeling: in het Oostenrijk van na Metternichs restauratie heerste door de beknotting van vrijheden een sfeer van passiviteit, willoosheid en uitzichtloosheid, met vele zelfmoorden tot gevolg.
De cyclus Dort wie hier, zeven liederen gebaseerd op Wo? (1835), componeerde hij in 2015. Hij droeg de cyclus op aan Georg Nigl. Rihm is een van de meest vooraanstaande (lied)componisten van deze tijd. Daarbij kiest hij teksten uit een ruim tijdsbestek, van Homerus via Hölderlin en Goethe tot Rilke, Botho Strauss en Durs Grünbein. Zijn vocale epicentrum blijkt ook uit het feit dat hij vijf opera’s componeerde, waarvan Jakob Lenz waarschijnlijk het meest uitgevoerde moderne muziektheaterstuk in Duitsland is. Veelzeggend ook noemde hij zijn vioolconcert Gesungene Zeit. Voor Rihm betekent elke nieuwe compositie het antwoord op de vraag die het voorafgaande werk opwierp. Waarmee de onrust van het eeuwige zoeken in Dort wie hier is verklaard, en ook de ondertitel Zyklus aus einem HeineGedicht: geschapen vanuit iets (voorgaands).
Wolfgang Rihm
Alban Berg
Liederencyclus Dort wie hier
4 Lieder
Zich bewust van de dood was ook de dichter Heinrich Heine (1797 - 1856). Ver voor zijn tragisch heengaan was deze grote romanticus, geveld door syfilis, jarenlang met hevige pijnen aan bed gekluisterd (Het matrassengraf noemde Martin van Amerongen zijn mooie Heine-monografie). Heine is een van de meest getoonzette dichters. Een recente bibliografie kwam op welgeteld 6833 titels. Geen wonder dat ook Wolfgang Rihm zich tot hem aangetrokken voelt.
Een lange slanke jongeman leunt met zijn elleboog op een staande kast. De hand van zijn andere arm heeft hij quasi nonchalant in de zak van zijn rokjas gestoken. De benen over elkaar, zijn gezicht wat streng, de opgetrokken mondhoek misschien licht misprijzend, de neus recht en lang, hij heeft een volle kop donker haar. De ogen richt hij ergens op een punt in de hoek. Wie het is? De toen 25-jarige Alban Berg. Wie dit schilderij maakte? Arnold Schönberg. De componist Schönberg was 7
Toelichting
ook een bekwaam schilder die nog iets wist toe te voegen aan het donkere Duitse expressionisme. Berg was zijn leerling. Door Schönberg maakte Berg een intense ontwikkeling door: zijn liederen van vóór de ontmoeting ademen nog Schumann, het laatste lied dat hij in 1910 als Schönbergpupil componeerde (nr. 4 van opus 2) is ronduit atonaal. Intussen bleek Berg geen slaafse navolger. Deze leraar wilde namelijk dat hij instrumentale muziek ging schrijven maar Berg antwoordde na gewillig zijn Pianosonate op. 1 te hebben gemaakt met liederen. De latere synthese van vocaal en instrumentaal zou Bergs hoogtepunt betekenen met de meesteropera’s Wozzeck en Lulu. Zeer geconcentreerd en compact (een erfenis van Schönberg), met geen noot die ook maar anders kan, componeert Berg de 4 Lieder op. 2. ‘Schlafen, nichts als Schlafen! Kein Erwachen!’ is de zwaarmoedige boodschap van het eerste lied op tekst van Friedrich Hebbel. Met ‘Schlafend trägt man mich in mein Heimatland’ (nr. 2) en ‘Nun ich […] mich aus dem dunkelsten Land heimfand an einer weissen Märchenhand’ wijst de jurist/ dichter/mysticus Alfred Mombart ook op de wereld aan gene zijde. Berg hanteert een zeer geavanceerd muzikaal idioom, harmonisch dubbelzinnig, zeer chromatisch met 13-stemmige akkoorden – om die reden wel ‘wolkenkrabbers’ genoemd – maar Nigl en Melnikov ‘onthouden’ u Bergs sprong in het duister, de atonaliteit, van het vierde lied. 8
Johannes Brahms Vier ernste Gesänge Dit was geen muziek voor publiek. Te dicht stond ze bij de componist zelf. ‘Dit kun je toch niet laten drukken?’ zei Brahms over zijn Vier ernste Gesänge. Hij schreef ze in het voorjaar van 1896, als 62-jarige. Vrienden overleden, en hij verwachtte elk moment het bericht van de dood van Clara Schumann. Een vrouw die de grote liefde van zijn leven was, al veertig jaar lang. Een vrouw die nooit zijn echtgenote was geworden maar die hem beter kende dan wie ook. Een vrouw zonder wie het leven voor hem zinloos zou zijn. Kaal, leeg, ijdel zonder haar. Kaal, leeg en ijdel: zo schilderde Prediker uit de Bijbel het leven af en deze teksten koos Brahms voor zijn laatste liederen. Zelfs aan zijn vrienden kon hij ze nauwelijks laten horen. De eerste keer dat hij ze, na lang aandringen, in kleine kring voorzong, kon hij zijn tranen niet bedwingen. En vreemd hoe hij ze op zijn verjaardag aan een paar vrienden toonde: ‘Dit deed ik mijzelf kado. Maar alleen mij. Als u de teksten leest, zult u begrijpen waarom.’ Tenslotte publiceerde Brahms de Vier ernste Gesänge toch, maar pas nadat hij aan de eerste drie uitzichtloze liederen er één had toegevoegd met de beroemde regels van Paulus over ‘geloof, hoop en liefde’. ‘Ik doe u een pleziertje,’ schreef hij zijn uitgever, ‘ik heb een paar kleine liedjes geschreven. Ze zijn niet alleen maar grappig – integendeel, ze zijn vervloekt ernstig en zo goddeloos
Toelichting
dat de politie ze verbieden zou wanneer niet alle woorden uit de Bijbel kwamen.’ Hij droeg ze op aan een vriend; niet aan Clara Schumann. Misschien vreemd, maar waarom ook anders dan in de muziek zelf zou hij zijn liefdesgevoelens uiten? Tekst toelichting: Stephen Westra
9
Liedteksten Franz Schubert Der Wanderer an den Mond
Kling‘ in weite Ferne, So du Pilger gerne Mit der Welt versöhnst!
Tekst: Johann Gabriel Seidl (1804 - 1875)
Ik wandel van land naar land, en voel me ontheemd. Overal waar jij, maan, gaat is jouw thuis. Ich auf Erd‘, am Himmel du, Wir wandern beide rüstig zu: Ich ernst und trüb, du mild und rein, Was mag der Unterschied wohl sein? Ich wandre fremd von Land zu Land, So heimatlos, so unbekannt; Berg auf, Berg ab, Wald ein, Wald aus, Doch bin ich nirgend, ach! zu Haus. Du aber wanderst auf und ab Aus Ostens Wieg‘ in Westens Grab, Wallst Länder ein und Länder aus, Und bist doch, wo du bist, zu Haus. Der Himmel, endlos ausgespannt, Ist dein geliebtes Heimatland; O glücklich, wer, wohin er geht, Doch auf der Heimat Boden steht! Das Zügenglöcklein Tekst: Johann Gabriel Seidl
Klingel stervensklokje en breng vrede voor wie het luidt. Kling‘ die Nacht durch, klinge, Süßen Frieden bringe Dem, für wen du tönst! 10
Aber wer will wandern Zu den lieben Andern, Die voraus gewallt? Zog er gern die Schelle? Bebt er an der Schwelle, Wann Herein erschallt? Gilt‘s dem bösen Sohne, Der noch flucht dem Tone, Weil er heilig ist? Nein, es klingt so lauter, Wie ein Gottvertrauter Seine Laufbahn schließt. Aber ist‘s ein Müder, Den verwaist die Brüder, Dem ein treues Tier Einzig ließ den Glauben An die Welt nicht rauben, Ruf ihn, Gott, zu dir! Ist‘s der Frohen einer, Der die Freuden reiner Lieb und Freundschaft teilt, Gönn ihm noch die Wonnen Unter dieser Sonnen, Wo er gerne weilt!
Liedteksten
Im Freien Tekst: Johann Gabriel Seidl
Buiten in de vrije natuur wordt ik niet echt rustig. Ieder plekje dat mij roept, is mij even lief. Draußen in der weiten Nacht Steh ich wieder nun, Ihre helle Sternenpracht Laßt mein Herz nicht ruhn!
Jedes Plätzchen, das mir winkt Ist ein lieber Platz, Und wohin ein Strahl nur sinkt, Lockt ein teurer Schatz. Drum auch winkt mir‘s überall So begehrend hier, Drum auch ruft es, wie der Schall Trauter Liebe mir. Der Tod und das Mädchen Tekst: Matthias Claudius (1740 - 1815)
Tausend Arme winken mir Süß begehrend zu, Tausend Stimmen rufen hier, ‘Gruß dich, Trauter, du!’ O ich weiß auch, was mich zieht, Weiß auch, was mich ruft, Was wie Freundes Gruß und Lied Locket durch die Luft. Siehst du dort das Hüttchen stehn, Drauf der Mondschein ruht? Durch die blanken Scheiben sehn Augen, die mir gut! Siehst du dort das Haus am Bach, Das der Mond bescheint? Unter seinem trauten Dach Schläft mein liebster Freund.
Het meisje smeekt: ‘Ga weg beenderman, ik ben nog jong’. De dood antwoordt: ‘Ik ben niet wreed en laat je zacht in mijn armen slapen.’ Das Mädchen: Vorüber! ach, vorüber! Geh, wilder Knochenmann! Ich bin noch jung, geh Lieber! Und rühre mich nicht an. Der Tod: Gib deine Hand, du schön und zart Gebild! Bin Freund, und komme nicht zu strafen. Sei gutes Muts! Ich bin nicht wild, Sollst sanft in meinen Armen schlafen!
Siehst du jenen Baum der voll Silberflocken flimmt? O wie oft mein Busen schwoll Froher dort gestimmt!
11
Liedteksten
Widerspruch
Wiegenlied
Tekst: Johann Gabriel Seidl
Tekst: Johann Gabriel Seidl
Als ik een smal pad bestijg, voel ik mij groot en vrij, maar eenmaal boven aangekomen, voel ik de angst om neer te storten en wil ik in een kamertje zijn.
Zie hoe mooi het onschuldige kindje slaapt. Als een engel het slapend de handen vouwt, zal het ontwaken met een droom.
Wenn ich durch Busch und Zweig Brech auf beschränktem Steig, Wird mir so weit, so frei, Will mir das Herz entzwei. Rings dann im Waldeshaus Rücken die Wänd‘ hinaus, Wölbt sich das Laubgemach Hoch mir zum Schwindeldach,
Wie sich der Äuglein kindlicher Himmel, Schlummerbelastet, lässig verschließt! Schließe sie einst so, lockt dich die Erde: Drinnen ist Himmel, außen ist Lust! Wie dir so schlafrot glühet die Wange! Rosen aus Eden hauchten sie an: Rosen die Wangen, Himmel die Augen, Heiterer Morgen, himmlischer Tag!
Webt sich der Blätter schier Jedes zur Schwinge mir, Daß sich mein Herz so weit Sehnt nach Unendlichkeit.
Wie des Gelockes goldige Wallung Kühlet der Schläfe glühenden Saum. Schön ist das Goldhaar, schöner der Kranz drauf: Träum du vom Lorbeer, bis er dir blüht.
Doch wann im weiten Raum Hoch am Gebirgessaum, Über dem Tal ich steh, Nieder zum Tale seh,
Liebliches Mündchen, Engel umweh‘n dich, Drinnen die Unschuld, drinnen die Lieb! Wahre sie, Kindchen, wahre sie treulich! Lippen sind Rosen, Lippen sind Glut.
Ach, wie beschränkt, wie eng, Wird mir‘s im Luftgedräng; Rings auf mein Haupt so schwer Nicken die Wolken her,
Wie dir ein Engel faltet die Händchen, Falte sie einst so, gehst du zur Ruh‘! Schön sind die Träume, wenn man gebetet: Und das Erwachen lohnt mit dem Traum.
Nieder zu stürzen droht Rings mir das Abendrot, Und in ein Kämmerlein Sehnt sich mein Herz hinein. 12
Liedteksten
Am Fenster
Sehnsucht
Tekst: Johann Gabriel Seidl
Tekst: Johann Gabriel Seidl
Jullie muren zagen ooit mijn zelfbeklag en denken dat ik nog steeds rouw. Maar als ik de muur zie, in het maanlicht beschenen, denk ik aan een vriend, die ook zo aan mij denkt.
Ik mis mijn lief en had verdriet. Geen lied kwam meer uit mijn keel, maar nu voel ik dat ik weer kan zingen.
Ihr lieben Mauern hold und traut, Die ihr mich kühl umschließt, Und silberglänzend niederschaut, Wenn droben Vollmond ist! Ihr saht mich einst so traurig da, Mein Haupt auf schlaffer Hand, Als ich in mir allein mich sah, Und Keiner mich verstand. Jetzt brach ein ander Licht heran, Die Trauerzeit ist um, Und Manche zieh‘n mit mir die Bahn Durch‘s Lebensheiligtum. Sie raubt der Zufall ewig nie Aus meinem treuen Sinn, In tiefster Seele trag‘ ich sie, Da reicht kein Zufall hin. Du Mauer wähnst mich trüb wie einst, Das ist die stille Freud; Wenn du vom Mondlicht widerscheinst, Wird mir die Brust so weit.
Die Scheibe friert, der Wind ist rauh, Der nächt‘ge Himmel rein und blau. Ich sitz‘ in meinem Kämmerlein Und schau‘ ins reine Blau hinein. Mir fehlt etwas, das fühl‘ ich gut, Mir fehlt mein Lieb, das treue Blut; Und will ich in die Sterne seh‘n, Muß stets das Aug‘ mir übergeh‘n. Mein Lieb, wo weilst du nur so fern, Mein schöner Stern, mein Augenstern? Du weißt, dich lieb‘ und brauch‘ ich ja, Die Träne tritt mir wieder nah. Da quält‘ ich mich so manchen Tag, Weil mir kein Lied gelingen mag, Weil‘s nimmer sich erzwingen läßt Und frei hinsäuselt wie der West. Wie mild mich‘s wieder g‘rad‘ durchglüht! Sieh‘ nur, das ist ja schon ein Lied! Wenn mich mein Los vom Liebchen warf, Dann fühl‘ ich, daß ich singen darf.
An jedem Fenster wähnt ich, dann Ein Freundeshaupt, gesenkt, Das auch so schaut zum Himmel an, Das auch so meiner denkt. 13
Liedteksten
Der Jüngling und der Tod Tekst: Joseph von Spaun (1788 - 1865)
De jongeman: ‘Kom dood, ontvoer mij zacht naar gedroomde landen’. De dood: ‘Rust koel en zacht. Ik maak een eind aan jouw lijden’. Der Jüngling: Die Sonne sinkt, o könnt ich mit ihr scheiden, Mit ihrem letzten Strahl entfliehn, Ach diese namenlosen Qualen meiden, Und weit in schön‘re Welten ziehn! O komme Tod, und löse diese Bande! Ich lächle dir, o Knochenmann, Entführe mich leicht in geträumte Lande, O komm und rühre mich doch an. Der Tod: Es ruht sich kühl und sanft in meinem Armen, Du rufst! Ich will mich deiner Qual erbarmen.
Wolfgang Rihm Dort wie hier Gebaseerd op een gedicht van Heinrich Heine (1797 - 1856)
Wo? Waar zal mijn laatste rustplaats zijn? Zeker is dat ik omgeven zal zijn door Gods hemel met de sterren als dodenlampjes. Wo wird einst des Wandermüden Letzte Ruhestätte sein? Unter Palmen in dem Süden? Unter Linden an dem Rhein? Werd ich wo in einer Wüste Eingescharrt von fremder Hand? Oder ruh ich an der Küste Eines Meeres in dem Sand? Immerhin! Mich wird umgeben Gotteshimmel, dort wie hier, Und als Totenlampen schweben Nachts die Sterne über mir.
14
Liedteksten
Alban Berg uit 4 Lieder Schlafen, Schlafen Tekst: Friedrich Hebbel (1813 - 1863)
Slapen, niets dan slapen. Als de drukte van het leven mijn rust verstoort, knijp ik mijn ogen nog meer dicht. Schlafen, Schlafen, nichts als Schlafen! Kein Erwachen, keinen Traum! Jener Wehen, die mich trafen, Leisestes Erinnern kaum, Daß ich, wenn des Lebens Fülle Niederklingt in meine Ruh‘, Nur noch tiefer mich verhülle, Fester zu die Augen tu!
Nun ich der Riesen Stärksten überwand Tekst: Alfred Mombert (1872 - 1942)
Nu ik de sterkste reus heb overwonnen, vind ik mijn weg naar huis, geleid door een witte sprookjeshand. Nun ich der Riesen Stärksten überwand, Mich aus dem dunkelsten Land heimfand an einer weißen Märchenhand – Hallen schwer die Glocken. Und ich wanke durch die Straßen schlafbefangen.
Schlafend trägt man mich Tekst: Alfred Mombert (1872 - 1942)
Slapend word ik gedragen naar mijn thuisland. Schlafend trägt man mich in mein Heimatland! Ferne komm ich her, über Gipfel, über Schlünde, über ein dunkles Meer in mein Heimatland.
15
Liedteksten
Johannes Brahms
2. Ich wandte mich und sahe an
Vier ernste Gesänge
Niemand staat de onderdrukten bij. De doden zijn gelukkiger dan de levenden, maar nog beter af is de ongeborene die geen weet heeft van onrecht.
1. Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh Zoals een dier sterft, zo sterft ook een mens. Daarom moet een mens vreugde putten uit wat hij onderneemt, want wat is er te genieten na zijn dood? Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh; wie dies stirbt, so stirbt er auch; und haben alle einerlei Odem; und der Mensch hat nichts mehr denn das Vieh: denn es ist alles eitel. Es fährt alles an einem Ort; es ist alles von Staub gemacht, und wird wieder zu Staub. Wer weiß, ob der Geist des Menschen aufwärts fahre, und der Odem des Viehes unterwärts unter die Erde fahre? Darum sahe ich, daß nichts bessers ist, denn daß der Mensch fröhlich sei in seiner Arbeit, denn das ist sein Teil. Denn wer will ihn dahin bringen, daß er sehe, was nach ihm geschehen wird? Prediker 3:19-22
16
Ich wandte mich und sahe an Alle, die Unrecht leiden unter der Sonne; Und siehe, da waren Tränen derer, Die Unrecht litten und hatten keinen Tröster; Und die ihnen Unrecht täten, waren zu mächtig, Daß sie keinen Tröster haben konnten. Da lobte ich die Toten, Die schon gestorben waren Mehr als die Lebendigen, Die noch das Leben hatten; Und der noch nicht ist, ist besser, als alle beide, Und des Bösen nicht inne wird, Das unter der Sonne geschieht. Prediker 4:1-3
Liedteksten
3. O Tod, wie bitter bist du Dood, hoe bitter ben jij voor iemand die leeft in voorspoed en hoe goed voor iemand die oud en is en vol zorgen. O Tod, wie bitter bist du, Wenn an dich gedenket ein Mensch, Der gute Tage und genug hat Und ohne Sorge lebet; Und dem es wohl geht in allen Dingen Und noch wohl essen mag! O Tod, wie bitter bist du. O Tod, wie wohl tust du dem Dürftigen, Der da schwach und alt ist, Der in allen Sorgen steckt, Und nichts Bessers zu hoffen, Noch zu erwarten hat! O Tod, wie wohl tust du! Sirach 41:1-2
4. Wenn ich mit Menschen - und mit Engelzungen redete Al weet ik alles, zonder liefde ben ik niets. De toekomst is onzeker, maar blijven geloof, hoop en liefde over, dan is liefde daarvan de grootste. Wenn ich mit Menschen - und mit Engelzungen redete und hätte der Liebe nicht, so wäre ich ein tönend Erz oder eine klingende Schelle. Und wenn ich weissagen könnte und wüßte alle Geheimnisse und alle Erkenntnis und hätte allen Glauben, also daß ich Berge versetzte, und hätte der Liebe nicht, so wäre ich nichts. Und wenn ich alle meine Habe den Armen gäbe und ließe meinen Leib brennen und hätte der Liebe nicht, so wäre mir’s nichts nütze. Wir sehen jetzt durch einen Spiegel in einem dunklen Worte, dann aber von Angesicht zu Angesichte. Jetzt erkenne ich’s stückweise; dann aber werde ich erkennen, gleich wie ich erkennt bin. Nun aber bleibet Glaube, Hoffnung, Liebe, diese drei; aber die Liebe ist die größeste unter ihnen. 1 Korinthiërs 13:1-3, 12-13
17
Biografieën Componisten Franz Schubert
Op zijn dertiende begon hij liederen te componeren en al op zijn zeventiende ontstond zijn eerste meesterwerk in dit genre: Gretchen am Spinnrade. De liederen ‘vloeiden’ uit zijn pen, totaal zo’n 600. Hoewel zijn orkestwerken, opera’s en kamermuziek tijdens zijn leven nauwelijks werden uitgevoerd, wist hij als liedcomponist bij een select publiek grote naam te maken. Door zijn vrienden, regelmatig bijeen in ‘Schubertiades’, leerde hij steeds nieuwe dichters kennen die hem inspireerden tot zijn liedcomposities.
op een tekst van Heiner Müller. De muziek Rihm is niet onder een stijl te vangen. Hij schrijft in een eigentijds, expressief idioom, maar refereert in verschillende composities naar grootheden uit de muziekgeschiedenis, zoals Johann Sebastian Bach, Johannes Brahms en Robert Schumann.
Wolfgang Rihm Franz Schubert (1797 1828) was de zoon van een muzikale schoolmeester die hem leerde vioolspelen. Pianoles kreeg hij van zijn oudere broer. Als jongenssopraan werd hij op zijn elfde aangenomen aan de keizerlijke hofkapel die verbonden was met het ‘Konvikt’, de beste onderwijsinstelling van Wenen. 18
Wolfgang Rihm (1952) is een van de meest gevierde en gelauwerde Duitse componisten van deze tijd. Zijn oeuvre omvat meer dan vierhonderd composities, voor kleine bezettingen maar ook grootschalige werken voor muziektheater. Een van de meest spraakmakende is Die Hamletmaschine, een opera
Foto: Klaus Rudolph
Hij heeft talrijke onderscheidingen ontvangen, waaronder een Gouden Leeuw van de Biënnale van Venetië voor zijn levenswerk en het Grote Kruis van Verdienste van de Bondsrepubliek Duitsland.
Biografieën
Alban Berg
ontwikkelde mogelijkheden het meest toepaste vanuit het gedachtegoed van de late negentiende eeuw. Het leidde tot een zeer persoonlijke en dramatische taal die Berg met terugwerkende kracht verhief tot een van de sleutelfiguren op de drempel van de twintigste-eeuwse muziekgeschiedenis. En dat niet alleen. Want werken als zijn Vioolconcert, de opera Wozzeck en de Lyrische Suite vinden tot op de dag van vandaag hun weg steeds makkelijker naar het publiek.
De Oostenrijkse componist Alban Berg (1885 - 1935) was net als Anton Webern een leerling van Arnold Schönberg. Samen met Schönberg en Webern vormde hij het boegbeeld van de Tweede Weense School, de componisten die de tonaliteit achter zich lieten ten gunste van de door Schönberg ontwikkelde twaalftoonsmuziek.
Johannes Brahms
Van deze drie componisten bleek Berg uiteindelijk de componist die de nieuw
De Duitse componist, dirigent, organist en pianist Johannes Brahms (1833 - 1897) begon zijn leven in een arme buurt van Hamburg. Zijn muzikale kwaliteiten werden al snel onderkend door zijn vader die freelance-musicus was. Hij ontwikkelde zich tot een begenadigd pianist en een hartstochtelijk verzamelaar van volksmuziek. Op zijn twintigste werd hij als
componist ontdekt door het echtpaar Robert en Clara Schumann dat hem omarmde als de nieuwe stem van Duitsland. Hij schreef een omvangrijk oeuvre bijeen met vier symfonieën, twee pianoconcerten een vioolconcert, koorwerken, liederen, kamermuziek en werk voor piano solo.
Met zijn hang naar de muziek van onder anderen Beethoven en Bach werd hij beschouwd als een conservatief componist en een tegenpool van de ‘nieuwlichters’ Liszt en Wagner. 19
Biografieën
Uitvoerenden Georg Nigl Bariton De Oostenrijker Georg Nigl (1972) is als gewezen sopraansolist bij de Wiener Sängerknaben al sinds zijn kindertijd met muziek bezig. Toen zijn stem veranderde, ontwikkelde hij zich tot een bariton. Nigl geldt ondertussen als een internationaal gerenommeerde specialist op het gebied van oude muziek en een uiterst professionele vertolker van hedendaagse muziek. Daarnaast brengt hij geregeld werk uit de late achttiende en de negentiende eeuw en de neoklassieke muziek. Gevraagd naar zijn favoriete operarollen zal Georg Nigl zonder aarzelen ‘Orfeo’ van Monteverdi, ‘Papageno’ van Mozart en ‘Wozzeck’ van Berg noemen. Nigl trad op in de grootste operalocaties, waaronder de Scala in Milaan, de Staatsoper Unter 20
den Linden in Berlijn en de Muntschouwburg in Brussel. Hij werkte samen met eminente regisseurs als Andrea Breth, Andreas Homoki en Jürgen Flimm en gerenommeerde dirigenten als Daniel Barenboim, Jordi Savall en Giovanni Antonini. Georg Nigl heeft meerdere radio- en televisieopnames, alsook cd- en dvd-releases op zijn naam staan.
Foto: Bernd Uhlig
Biografieën
Alexander Melnikov Piano De Russische pianist Alexander Melnikov (1973) haalde zijn diploma aan het conservatorium van Moskou en staat bekend om zijn meestal ongewone muzikale keuzes en programmering. In Moskou trok Melnikov al op jonge leeftijd de aandacht van de grote pianist Svjatoslav Richter, die hem uitnodigde op te treden op zijn festivals in Rusland en Frankrijk. In 1991 wist hij in de prijzen te vallen van het Koningin Elizabeth Concours in Brussel. Al vroeg raakte Melnikov in de ban van de historische uitvoeringspraktijk. Hij treedt regelmatig op met ensembles die hierin gespecialiseerd zijn, waaronder het Freiburger Barockorchester en de Akademie für Alte Musik Berlin. In het seizoen 2015-16 bracht hij het programma The man with the Many Pianos, waarin hij een solorecital gaf op drie verschillende instrumenten uit verschillende stijlperiodes.
Foto: Marco Borggreve
Zijn veelgeprezen opname van alle 24 Preludes en Fuga’s van Sjostakovitsj, die in 2010 verscheen, viel regelmatig in de prijzen en kreeg onder andere de BBC Music Magazine Award toegekend. Als solist trad hij op met orkesten als het Koninklijk Concertgebouworkest,
Rotterdam Philharmonisch, Gewandhausorchester Leipzig en de BBC Philharmonic onder leiding van dirigenten als Charles Dutoit, Paavo Järvi, Philippe Herreweghe en Valery Gergiev.
21
Biografieën
Grace Carter Sopraan
Foundation. Recente optredens en rollen: Ginevra in Ariodante (Händel) , Thérèse in Les mamelles de Tirésias (Poulenc) voor DNO, Susanna in Le Nozze di Figaro (Mozart), met Jonathan Cohen en het Residentie Orkest Den Haag, en een cd-opnameproject met Deutsche Grammophon/ Universal Music France.
Rebecca Cohen Piano De Britse sopraan Grace Carter studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Schotland, aan het Trinity Laban Conservatoire London en aan de Nederlandse Nationale Opera Academie. Grace heeft een aantal onderscheidingen en beurzen op haar naam, zoals bijvoorbeeld de International Opera Awards Foundation Bursary. Zij was ook lid van het Jong Talent Programma van DNO in 2015/2016. Op dit moment is zij als Artiest verbonden aan de Concordia 22
De in Wales geboren pianiste Rebecca Cohen studeerde muziek aan de Universiteit van York en won een beurs
om pianobegeleiding te studeren bij Eugene Asti van Trinity Laban Conservatoire of Music and Dance in London waar ze haar masters met onderscheiding behaalde. Net als Grace Carter is zij momenteel ook verbonden aan de Concordia Foundation. Bij het Britten-Pears Young Artist Programma specialiseert zij zich in de begeleiding van zangers en in kamermuziek. In 2014 won zij de Lillian Ash French Song Duo Competition met de sopraan Louise Fuller. Ook was zij finalist in de Elizabeth Schumann Lied wedstrijd met de sopraan Grace Carter. Recente hoogtepunten zijn onder meer haar optredens op het Oxford Lieder Festival, Mozarthaus Vienna, Leeds Lieder Festival, Cadogan Hall en in St. James Piccadilly, London met het Peacock ensemble, een dynamisch ensemble van 4 stemmen en 2 pianisten dat door Rebecca is opgericht. Rebecca werkt als begeleider in de staf van Morley College in Londen. In 2015 werd ze lid (FRSA) van de Royal Society of the Arts.
Grote Zangers Colofon stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en stichting Grote Zangers.
Stichting Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Marian Lases, voorprogramma Leo Spigt, mecenaat Partners Muziekgebouw aan ’t IJ Alferink Artists Management Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458 1017 CA Amsterdam 020 664 3151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl
23
Verwacht
Serie Grote Zangers Wo 30 nov 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.30 uur
Florian Boesch + Christian Koch Reisebuch aus den Österreichischen Alpen ‘Boesch is een zingend acteur – met een prachtstem als gereedschap’ (NRC). De Oostenrijkse bariton Florian Boesch weet op meesterlijke wijze het publiek mee te slepen, ook met de aanstekelijke lezingen die hij na afloop van zijn concerten geeft, zoals ook deze avond. Samen met de Weense pianist Christian Koch brengt Boesch een even mooie als onbekende cyclus van de Oostenrijker Ernst Křenek (1900 - 1991). Meeslepende 20e-eeuwse romantiek waarin duidelijk te horen is dat Křenek zich door Schubert liet inspireren. Programma: Liederen van Franz Schubert / Ernst Křenek Reisebuch aus den Österreichischen Alpen Direct na afloop concert gesprek met publiek in de Grote Zaal
Florian Boesch Foto: Lukas Beck Wiener Konzerthaus
24
Verwacht
Isabelle Faust + Alexander Melnikov Voorbij Fauré
Serie Kamermuziek Internationaal Vr 17 feb 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Elk afzonderlijk zijn het begenadigde solisten, samen vormen ze een overweldigend goed duo. Onlangs kregen violiste Isabelle Faust en pianist Alexander Melnikov de belangrijkste onderscheiding voor cd-opnames in Frankrijk, een Diapason d’or voor hun ‘intense speelwijze en emotionele zeggingskracht’. Ze zijn onmiskenbaar één met elkaar en met de muziek. Twee prachtige vioolsonates van de Franse componist Gabriel Fauré zijn scharnierpunt in dit bijzondere recitalprogramma met composities van Szymanowski, Françaix en Antheil. Programma: Karol Szymanowski 3 Mythen voor viool en piano op. 30 / Gabriel Fauré Vioolsonate nr. 1 en nr. 2 / Jean Françaix Sonatine voor viool en piano / George Antheil Vioolsonate nr. 2
Isabelle Faust Foto: Detlev Schneider
25
Verwacht
zo 2 okt / 15.00 uur Sabrina Starke Wat is het geheim van zingen? (8+)
do 13 okt / 20.15 uur Asko|Schönberg, Stefanovich + Queyras Ode aan Kurtág
vr 23 sep / 20.15 uur Boris Giltburg Etudes van Skrjabin, Liszt en Rachmaninov
zo 2 okt / 20.15 uur Brodsky Quartet Concert en cd-presentatie integrale opname Sjostakovitsj
vr 14 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta Muzikale roots
za 24 sep / 15.00 uur De IJ-Salon Vroeg of laat?
do 6 okt / 12.30 uur Jacob Olie Trio Lunchconcert i.s.m. NMF
wo 28 sep / 20.15 uur Rosanne Philippens & friends I love Schubert
do 6 okt / 20.15 uur Nederlands Blazers Ensemble Stemmen uit het Oosten
September
do 29 sep / 20.15 uur Doelenkwartet Tussen stilte en materie
vr 7 okt / 20.15 uur Nederlandse Bachvereniging De vier jaargetijden
za 15 okt / 20.15 uur Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtág, Schumann en Sweelinck zo 16 okt / 13.30 uur Marieke Koopman, Jonas Furrer + Ton Koopman Caecilia (5+)
Huil van de Wolff
za 1 okt / 20.00-8.00 uur Merlijn Twaalfhoven Resonance night
zo 9 okt / 15.00 uur Nederlands Kamerkoor + Peter Phillips Nederlands Kamerkoor ontmoet Rob Wijnberg
Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan onze oprichter Jan Wolff (1941 2012). Zie voor meer informatie http://www.muziekgebouw.nl/ muziekgebouw/Monument Jan Wolff
zo 2 okt / 11.00 uur / Kleine Zaal Maarten Havinga In de geest van Huygens
wo 12 okt / 20.15 uur Liza Ferschtman + André Morsch + Julius Drake Parijse sferen
Geheimtips Bijzondere concerten
vr 30 sep / 20.15 uur Ju Percussion Slagwerksensatie uit Azië
Oktober
26
za 8 okt / 20.15 uur Anoushka Shankar Land of Gold
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
27