Wo 12 okt 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.55 uur
Serie Zielsverwanten
Liza Ferschtman + André Morsch + Julius Drake Parijse sferen
Programma Liza Ferschtman + AndrĂŠ Morsch + Julius Drake Parijse sferen Liza Ferschtman viool AndrĂŠ Morsch bariton Julius Drake piano
Serie Zielsverwanten Serie Kamermuziek Internationaal Wo 12 okt 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.55 uur ca. 40 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Dit concert wordt live uitgezonden door Omroep MAX op NPO Radio 4
2
Programma
Gabriel Fauré (1845 - 1924) Berceuse op. 16 in D (1878-1879)
Claude Debussy (1862 – 1918) Vioolsonate in G (1917) • Allegro vivo • Intermède: Fantasque et léger • Finale: Très animé
L’horizon chimérique op. 118 (1921) • La mer est infinie • Je me suis embarqué • Diane, Séléné • Vaisseaux, nous vous aurons aimés
Gabriel Fauré Poème d’un jour op. 21 (1878)* • Rencontre • Toujours • Adieu
Francis Poulenc (1899 – 1963) Sonate voor viool en piano op. 119 (1942, rev. 1949) • Allegro con fuoco • Intermezzo • Presto tragico
Maurice Ravel Chanson écossaise (Scottish Song) (1910)
Maurice Ravel (1875 - 1937) Berceuse sur le nom de Gabriel Fauré (1922)
Pièce en forme d’habanera (1907) Camille Saint-Saëns (1835 - 1921) Violons dans le soir (1907)
PAUZE Francis Poulenc Chansons gaillardes (1925/1926) • La maîtresse volage • Chanson à boire • Madrigal • Invocations aux Parques • Couplets bachiques • L’offrande • La belle jeunesse • Sérénade
*Deze liedcyclus is op het laatste moment nog toegevoegd aan het programma. Daarom ontbreken de toelichting en de liedteksten van dit onderdeel.
3
Toelichting Alle componisten die vandaag op het programma staan hebben elkaar gekend. En ze hebben zich ook meer dan eens uitgesproken over elkaars muziek. Een korte bloemlezing uit een wirwar van meningen. Francis Poulenc hoorde op zijn achtste voor het eerst iets van Claude Debussy. Hij was zo betoverd dat hij thuis meteen probeerde om het op de piano na te spelen. Later schreef hij: ‘Het was Debussy die me wakker heeft geschud voor de muziek’. En hij bleef zijn leven lang bewonderaar van Debussy’s melodische gaven. Hij was vooral dol op diens opera Pelléas et Mélisande. Camille Saint-Saëns daarentegen had een bloedhekel aan Debussy’s muziek. Hij zei erover: ‘Dit is net zomin muziek, als het schilderspalet een schilderij is’. Saint-Saëns was recensent en toen Pelléas et Mélisande in première ging kwam hij speciaal terug van vakantie om er ‘gemene dingen over te kunnen zeggen’. Later sloeg Debussy terug. Saint-Saëns bleef doorcomponeren tot zijn vijfentachtigste. Debussy zei daarover: ‘Kan iemand niet eens tegen Saint-Saëns zeggen dat hij nu wel genoeg heeft gecomponeerd?’ Poulenc daarentegen had weer veel bewondering voor Saint-Saëns’ luchtige en heldere wijze van componeren. Maar voor muziek van Gabriel Fauré was hij zijn leven lang ‘allergisch’. Fauré zat als tiener op een orgelschool en kreeg daar les van Saint-Saëns. Door hem maakte hij – na schooltijd – kennis met muziek die op de strenge orgelschool verboden was, zoals de ‘verderfelijke nieuwlichterij’ van Robert Schumann, Franz Liszt en Richard Wagner. 4
Daar was Fauré hem erg dankbaar voor en ze werden zeer goede vrienden. Tussen Fauré en Debussy boterde het nou juist weer helemaal niet. En niet alleen omdat ze verliefd waren op dezelfde vrouw. Fauré’s reactie op Pelléas et Mélisande was: ‘Als dit muziek moet voorstellen dan heb ik nooit begrepen wat muziek is’. Maurice Ravel daarentegen was Fauré’s favoriete leerling. Ravel op zijn beurt was zo onder de indruk van Debussy’s Pelléas et Mélisande dat hij dertig opvoeringen bijwoonde. Het irriteerde Debussy dat zijn muziek constant werd vergeleken met die van Ravel en er was wel eens sprake van rivaliteit, maar over het algemeen bewonderde hij Ravel wel. Over Saint-Saëns waren zij het niet eens. Ravel had veel waardering voor diens muziek en liet zich er ook vaak door inspireren.
Maurice Ravel Berceuse sur le nom de Gabriel Fauré In 1922 kwam er een speciaal nummer uit van het tijdschrift La revue musicale, waarin Fauré in het zonnetje werd gezet. Ravels bijdrage bestond uit een artikel over diens liederen en de Berceuse voor viool en piano.
Toelichting
In deze Berceuse verbasterde hij Fauré’s naam tot de notenreeks GABDBEE FAGDE. Fauré was buitengewoon vereerd door deze hommage. In een brief aan Ravel lezen we: ‘Wat ben jij gegroeid! Ik ben ongelooflijk gelukkig over jouw prominente positie in de muziekwereld, die je zo briljant en snel hebt veroverd. Een bron van vreugde en trots voor je vroegere leraar’. De viool speelt het hele stuk met sourdine (demper). We horen sprookjesachtige, dromerige muziek die qua stijl lijkt op Ma mère l’oye.
Gabriel Fauré Berceuse op. 16 In 1878/79 reisde Fauré veel naar Duitsland om Wagneropera’s te horen. Hij had groot ontzag voor Wagner. Vreemd genoeg was Fauré nagenoeg de enige componist van zijn generatie die zich niet door hem liet beïnvloeden. Dat kunnen we horen aan de bijna salonachtige lichtheid van de mild wiegende Berceuse met – typisch voor Fauré - melodieën die nooit op lijken te houden. L’horizon chimérique In 1921 componeerde Fauré vier liederen onder de verzameltitel L’horizon chimérique op krachtige gedichten, die de zee beschrijven in allerlei gedaantes.
Het oneindige, de harde wind en de wolken, de branding, de golven die tegen de rotsen beuken. Weer horen we lange melodieën, maar ditmaal met de onverwachte wendingen die Fauré ook gebruikte in zijn late kamermuziekwerken, zoals zijn Tweede cellosonate en zijn Tweede pianokwintet. Hierdoor lijkt zijn muziek enigszins de aarde te ontstijgen.
Francis Poulenc Vioolsonate In antwoord op een verzoek van een uitgever om iets over zichzelf op papier te zetten schreef Poulenc het volgende: ‘Ik heb wel een pianoleraar gehad, maar compositie heb ik voornamelijk uit boeken geleerd, omdat ik bang was om door een leraar beïnvloed te worden.’ Poulenc vervolgde: ‘Ik heb heel veel muziek bestudeerd, mijn favoriete componisten zijn Bach, Mozart, Satie en Stravinsky. Ik houd helemaal niet van Beethoven en ik heb een gruwelijke hekel aan Wagner. Over het algemeen ben ik zeer eclectisch en ik vind het ook belangrijk om toe te geven dat ik overal een graantje van meepik, maar ik haat componisten die uitsluitend in het kielzog van hun grote voorbeeld varen. Ik ben geen kubist, geen impressionist, geen futurist, ik ben een musicus zonder etiket’. Een typerende opmerking van hem was: ‘Ga mijn muziek toch vooral niet analyseren, 5
Toelichting
hou er maar liever van!’ Poulenc was harmonisch gezien geen vernieuwer, zoals Debussy en Ravel, maar was van mening dat er nog veel nieuwe muziek geschreven kon worden met bestaande akkoorden, die ook al door anderen waren gebruikt. In 1942/43 schreef hij zijn enige vioolsonate, die hij opdroeg aan de tijdens de Spaanse burgeroorlog vermoorde dichter Federico García Lorca. Het openingsdeel begint behoorlijk grimmig, agressief en jachtig. Het tweede thema is lyrisch en teder. Boven het tweede deel staat een regel van Lorca: ‘La guitare fait pleurer les songes’, ‘de gitaar laat de dromen huilen’. De finale is nu eens tragisch, dan weer hups, licht en kolderiek, en buitengewoon virtuoos. Chansons gaillardes Ook al waren ze nog niet zo verfijnd als zijn latere liederen, toch was Poulenc dol op de pikante liederen uit deze cyclus. ‘Ik heb daarin geprobeerd aan te tonen dat je ronduit obscene teksten best op muziek kan zetten. De anonieme teksten heb ik gevonden in een bundel zeventiende-eeuwse liederen’. Ze gaan over de onvoorspelbaarheid van de geliefde, de wijn en bedgeneugten. Een meisje zonder borsten wordt vergeleken met een patrijs, geserveerd zonder sinaasappel. Dergelijke teksten zullen destijds tijdens een concert wel wat blosjes op de wangen hebben veroorzaakt. En al helemaal die van L’Offrande, waarin een jong meisje, 6
dringend op zoek naar een vriend, een kaars offert aan de god van de liefde. Die antwoordt haar dat ze tijdens het wachten altijd nog gebruik kan maken die kaars. De liederen gingen in première in 1926 tijdens een concert met nog meer muziek van Poulenc en werk van Georges Auric, een ander lid van de groep avantgardistische componisten, bijgenaamd ‘Les Six’. Er was zoveel belangstelling voor dit concert dat meer dan tweehonderd mensen teleurgesteld naar huis gestuurd moesten worden.
Claude Debussy Vioolsonate In augustus 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. Debussy was toen 52 en volkomen van de kaart. Terwijl de Duitsers Parijs bestookten had hij het gevoel dat hij zijn eigen strijd tegen darmkanker aan het verliezen was. Debussy had al een operatie achter de rug en hield daar een stoma aan over. Het gevoel van machteloosheid over Frankrijks militaire nederlagen en zijn gezondheid zorgden ervoor dat hij bijna een jaar lang geen noot op papier kreeg. Begin zomer 1915 ging hij op vakantie naar een dorpje aan de Normandische kust, niet ver van Dieppe. Hier begon hij weer te componeren. In een brief legt hij zijn beweegredenen uit: ‘Ik wil werken, niet zozeer voor mijzelf, maar
Toelichting
om een bewijs te leveren – ook al is het nog zo klein – dat zelfs 30 miljoen moffen het Franse gedachtegoed niet kunnen vernietigen’. Hij besloot om alle Duitse invloed uit de Franse muziek te weren en een soort synthese te vormen tussen de nieuwe richting die hij had ingeslagen en de muziek van twee grote achttiende-eeuwse landgenoten, François Couperin en JeanPhilippe Rameau. Hij begon te schrijven, zoals hij zelf zei: ‘Als een gek, alsof ik ter dood veroordeeld ben, en er morgen aan moet geloven’. Alsof er iemand was die twijfelde aan zijn vaderlandslievende gevoelens, signeerde hij de partituur met ‘Claude Debussy, musicien français’. Zijn plan was om een serie van zes sonates voor verschillende instrumenten te componeren. Zover kwam het niet; hij kreeg er maar drie af. De vioolsonate van vandaag, uit 1917, is zijn laatste voltooide werk. Hij opent hierin nieuwe klankwerelden. De twee instrumenten begeleiden elkaar lang niet altijd, ze dagen elkaar eerder uit. De droevige akkoorden waarmee de piano opent, brengen de luisteraar meteen in een ingehouden sfeer van treurigheid en nostalgie. Vlak voor het einde van het openingsdeel klinkt ineens een heftige en smachtende zigeunermelodie. Deel twee begint grillig en luchtig met wat humor, de tweede melodie is weer sensueel en hunkerend. En die komt weer terug in de finale, een deel vol vaart. Weer enigszins zigeunerachtig wordt de viool op briljante wijze door alle registers gestuurd.
Maurice Ravel Chanson écossaise (Scottish Song) In 1871, na de Frans-Duitse oorlog, die eindigde in een pijnlijke nederlaag van Frankrijk, was de Société Nationale de Musique opgericht; een organisatie die zich ten doel stelde om Franse muziek te promoten, als tegenwicht tegen de alles overheersende invloed van Wagner. Die club was vanaf 1885 onder voorzitterschap van Vincent d’Indy veranderd in een conservatief bolwerk. Aanleiding voor Ravel om samen met nog een paar ex-leerlingen van Fauré een nieuwe vooruitstrevende club op te richten, de Société Musicale Indépendente, met Fauré als voorzitter. Het eerste concert onder hun auspiciën vond plaats in 1910. In dat jaar was Ravel ook druk bezig met het orkestreren van zijn opera L’Heure espagnole. Als tussendoortje zette hij een treurig gedicht van de Schotse dichter Robert Burns op muziek over een verloren liefde. Na een ongebruikelijk lange piano-inleiding, met hier en daar verfijnde dissonanten, die al aangeven hoe schrijnend het lied gaat worden, horen we een echt Schots klinkend liedje, compleet met doedelzakbegeleiding. Pièce en forme d’habanera In de tweede helft van de negentiende eeuw waren veel Franse componisten gefascineerd door Spanje. Denk maar aan 7
Toelichting
Édouard Lalo’s Symphonie espagnole, Carmen van George Bizet, España en de Habanera van Emmanuel Chabrier. Die traditie werd voortgezet door Debussy in Iberia en een prelude voor piano, getiteld La puerta del vino. Ravel liet zich in dit opzicht ook niet onbetuigd en componeerde alleen al in 1907 zijn Rhapsodie espagnole voor orkest, de komische opera L’Heure espagnole en de oorspronkelijke versie van het stuk van vandaag, getiteld VocaliseÉtude en forme de habanera voor zangstem en piano. Waarschijnlijk was dit werk bedoeld als studiemateriaal voor zang- en pianostudenten op het conservatorium. Door alle toonladders, trillers en staccato passages wordt er nogal wat gevraagd van de uitvoerenden. Ook de pianopartij mag er zijn qua moeilijkheid. En hoor je die vaag droevige klanken op het lome dansritme, dan is het niet moeilijk om je voor te stellen hoe heet het ‘s middags kan zijn in Spanje.
Camille Saint-Saëns Violons dans le soir Saint-Saëns schreef Violons dans les soir in 1907, hetzelfde jaar als Ravel zijn Pièce en forme d’habanera. Leuk had hij dat niet gevonden als iemand hem daarop had gewezen. Maar soms hoor je dat hij zich onbewust toch had laten beïnvloeden door de nieuwe muzikale taal 8
van Debussy. Vooral aan het begin van lied. Het is erg knap gecomponeerd, op zo’n manier dat de twee instrumenten en de zangstem elkaar nooit in de weg zitten, maar stuk voor stuk elkaar ondersteunen en toch tot hun recht komen. De avond is warm en we horen heftig klinkende vioolmuziek die staat voor liefde en passie. Tekst toelichting: Thijs Bonger
Liedteksten Gabriel Fauré L’horizon chimérique Tekst: Jean de la Ville de Mirmont (1886 - 1914)
La mer est infinie Mijn vluchtige dromen dansen over de zee als dronken vogels. En terwijl de zee troost en de tranen wegwast, kennen zij de oceaan en zijn mooie bitterheid. La mer est infinie et mes rêves sont fous. La mer chante au soleil en battant les falaises Et mes rêves légers ne se sentent plus d’aise De danser sur la mer comme des oiseaux soûls. Le vaste mouvement des vagues les emporte, La brise les agite et les roule en ses plis; Jouant dans le sillage, ils feront une escorte Aux vaisseaux que mon coeur dans leur fuite a suivis. Ivres d’air et de sel et brûlés par l’écume De la mer qui console et qui lave des pleurs Ils connaîtront le large et sa bonne amertume; Les goélands perdus les prendront pour des leurs.
Je me suis embarqué Ik ben aan boord gegaan van een schip dat rolt van de ene naar de andere kant. Ik wil niets anders dan de zee en de wind, om me te laten wiegen op de golven. Mijn laatste afscheid kan ik me niet meer herinneren. Je me suis embarqué sur un vaisseau qui danse Et roule bord sur bord et tangue et se balance. Mes pieds ont oublié la terre et ses chemins; Les vagues souples m’ont appris d’autres cadences Plus belles que le rythme las des chants humains. A vivre parmi vous, hèlas ! avais-je une âme? Mes frères, j’ai souffert sur tous vos continents. Je ne veux que la mer, je ne veux que le vent Pour me bercer, comme un enfant, au creux des lames. Hors du port qui n’est plus qu’une image effacée, Les larmes du départ ne brûlent plus mes yeux. Je ne me souviens pas de mes derniers adieux... O ma peine, ma peine, où vous ai-je laissée?
9
Liedteksten
Diane, Séléné Diana, Séléné, maan uit lieflijk metaal, ik begeer jouw helderheid en mijn hart jaagt de rust na van jouw nachtelijke vlam. Diane, Séléné, lune de beau métal, Qui reflète vers nous, par ta face déserte, Dans l’immortel ennui du calme sidéral, Le regret d’un soleil dont nous pleurons la perte. O lune, je t’en veux de ta limpidité Injurieuse au trouble vain des pauvres âmes, Et mon coeur, toujours las et toujours agité, Aspire vers la paix de ta nocturne flamme. Vaisseaux, nous vous aurons aimés Schepen, wij houden van jullie. Jullie verdwijnen in de zonsondergang en laten de haven en mij alleen achter. Ik wil aan land blijven en verlang naar de onbekende stranden. Vaisseaux, nous vous aurons aimés en pure perte; Le dernier de vous tous est parti sur la mer. Le couchant emporta tant de voiles ouvertes Que ce port et mon coeur sont à jamais déserts. La mer vous a rendus à votre destinée, Au-delà du rivage où s’arrêtent nos pas. Nous ne pouvions garder vos âmes enchaînées; Il vous faut des lointains que je ne connais pas 10
Je suis de ceux dont les désirs sont sur la terre. Le souffle qui vous grise emplit mon coeur d’effroi, Mais votre appel, au fond des soirs, me désespère, Car j’ai de grands départs inassouvis en moi.
Francis Poulenc Chansons gaillardes La maîtresse volage Mijn beminde is wispelturig en als mijn rivaal haar maagdelijkheid heeft veroverd, is het omdat zij er twee heeft. Ma maîtresse est volage, Mon rival est heureux; S’il a son pucellage, C’est qu’elle en avait deux. Et vogue la galère, Tant qu’elle pourra voguer. Chanson à boire De lichamen van de koningen van Egypte en Syrië zijn gebalsemd, maar ze blijven dood. Laten we drinken en zo onszelf balsemen. Les rois d’Egypte et de Syrie, Voulaient qu’on embaumât leurs corps, Pour durer plus longtemps morts. Quelle folie!
Liedteksten
Buvons donc selon notre envie, Il faut boire et reboire encore. Buvons donc toute notre vie, Embaumons-nous avant la mort. Embaumons-nous; Que ce baume est doux. Madrigal Je bent mooi als een engel, kleine Jeanette, maar een meisje zonder borsten is als een patrijs zonder sinaasappel. Vous êtes belle come un ange, Douce comme un petit mouton; Il n’est point de coeur, Jeanneton, Qui sous votre loi ne se range. Mais une fille sans têtons Est une perdrix sans orange. Invocation aux Parques Ik hou van je, Sylvie, zolang ik leef. Schikgodinnen, ik smeek jullie, verleng mijn leven. Je jure, tant que je vivrai, De vous aimer, Sylvie. Parques, qui dans vos mains tenez Le fil de notre vie, Allongez, tant que vous pourrez, Le mien, je vous en prie.
Couplets bachiques Als ik een lege fles zie ben ik droevig, een volle maakt me vrolijk. Als ik met mijn vrouw slaap gedraag ik me, maar een sloerie maakt mij speels. Je suis tant que dure le jour Et grave et badin tour à tour. Quand je vois un flacon sans vin, Je suis grave, je suis grave, Est-il tout plein, je suis badin. Je suis tant que dure le jour Et grave et badin tour à tour. Quand ma femme dort au lit, Je suis sage toute la nuit. Si catin au lit me tient Alors je suis badin Ah! belle hôtesse, versez-moi du vin Je suis badin, badin, badin. L’offrande Een maagd wilde een geliefde en offerde elke dag aan de liefdesgod een kaars. Zijn advies: gebruik tijdens het wachten zelf de kaars. Au dieu d’Amour une pucelle Offrit un jour une chandelle, Pour en obtenir un amant. Le dieu sourit de sa demande Et lui dit: Belle en attendant Servez-vous toujours de l’offrande.
11
Liedteksten
La belle jeunesse
Sérénade
Stop, heren, trouw niet! Laten we ons geld, de pleziertjes en ons hart behouden, zolang de vrouwen van andere mannen van ons kunnen zijn.
Als een hand zo mooi is, moet het goed met het wapen omgaan. En als het kind huilt, dep dan goed zijn tranen.
Il fut s’aimer toujours Et ne s’épouser guère. Il faut faire l’amour Sans curé ni notaire. Cessez, messieurs, d’être épouseurs, Ne visez qu’aux tirelires, Ne visez qu’aux tourelours, Cessez, messieurs, d’être épouseurs, Ne visez qu’aux coeurs Cessez, messieurs, d’être épouseurs, Holà messieurs, ne visez plus qu’aux coeurs. Pourquoi se marier, Quand la femme des autres Ne se font pas prier Pour devenir les nôtres. Quand leurs ardeurs, Quand leurs faveurs, Cherchent nos tirelires, Cherchent nos tourelours, Cherchent nos coeurs.
Avec une si belle main, Que servent tant de charmes, Que vous tenez du dieu malin, Bien manier les armes. Et quand cet enfant est chagrin Bien essuyer ses larmes.
Maurice Ravel Chanson écossaise (Scottish Song) Tekst: Robert Burns (1759 - 1796)
Hoe kunnen de oevers van de Doon zo bloeien en de vogels zingen, terwijl ik zulke zorgen heb? Ik plukte een rozenknop van de boom, maar mijn valse geliefde stal de bloem en liet mij de doornen. Ye banks and braes o’ bonnie Doon, How can ye bloom sae fresh and fair? How can ye chaunt, ye little birds, And I’m sae weary fu’ o’ care? Ye’ll break my heart, ye warbling bird, That warbles on the flowry thorn, Ye mind me o’ departed joys. Departed never to return.
12
Liedteksten
Oft hae I rov’d by bonnie Doon, By morning and by evening shine To hear the birds sing o’ their loves As fondly once I sang o’ mine.
Il semble que l’archet se cabre, qu’il se tord Sur les luisantes cordes, Tant ce sont des appels de plaisir et de mort Et de miséricorde.
Wi’ lightsome heart I stretch’d my hand And pu’d a rosebud from the tree. But my fause lover stole the rose, And left the thorn wi’ me.
Et le brûlant archet enroulé de langueur Gémit, souffre, caresse, Poignard voluptueux qui pénètre le coeur D’une épuisante ivresse.
Camille Saint-Saëns Violons dans le soir Tekst: Anna Elizabeth Mathieu, Comtesse de Noailles (1876 - 1933)
Archets, soyez maudits pour vos brûlants accords, Pour votre âme explosive, Fers rouges qui dans l’ombre arrachez à nos corps Des lambeaux de chair vive!
Als de avond komt en alles rustig is in de warme natuur, dan klinken de woeste violen. Dit zijn de ware kreten van genot, dood en genade. Quand le soir est venu, que tout est calme enfin Dans la chaude nature, Voici que naît sous l’arbre et sous le ciel divin La plus vive torture. Sur les graviers d’argent, dans les bois apaisés, Des violons s’exaltent. Ce sont des jets de cris, de sanglots, de baisers, Sans contrainte et sans halte.
13
Biografieën Componisten Maurice Ravel
Maurice Ravel (1875 - 1937) werd geboren in Baskenland en groeide op in Parijs waar hij studeerde aan het conservatorium, onder anderen bij Gabriel Fauré. Hij was dertien jaar jonger dan Debussy en hoewel hij door hem werd beïnvloed – bijvoorbeeld in zijn strijkkwartet uit 1903 – was al snel duidelijk dat hij een andere weg insloeg. In tegenstelling tot Debussy hechtte hij groot belang aan de klassieke vormentaal. Zijn 14
hang naar perfectie en zijn liefde voor een mechanische ritmiek wordt meestal in verband gebracht met zijn vader, een Zwitserse ingenieur. Hij leefde een vrij onopvallend en solitair leven, na de Eerste Wereldoorlog in een piepklein huisje in een Parijse voorstad. In vrijwel alles was hij een perfectionist, ook bijvoorbeeld in zijn kleding. Hij was een trage werker die in principe in elk genre slechts één werk schreef, of hooguit een paar, maar dan elk werk totaal verschillend van karakter. Hij gaf de voorkeur aan de korte vorm, bijvoorbeeld het lied. De pianopartijen van zijn liederen zijn wellicht gecomponeerd met een orkest in het hoofd, want veel van de liederen heeft hij zelf georkestreerd. Tijdens zijn leven verwierf Ravel tot zijn stomme verbazing zijn grootste roem met de Boléro, volgens hemzelf een volslagen ‘inhoudloos’ stuk.
Gabriel Fauré Al op negenjarige leeftijd kwam Gabriel Fauré (1845 - 1924) terecht op de
École de Musique Classique et Réligieuse in Parijs. Zijn leermeesters Louis Niedermeyer en Camille Saint-Saëns zouden een levenslange invloed op hem hebben.
Niet alleen zijn religieuze muziek maar ook zijn kamermuziek ademt een sfeer van intimiteit en bescheidenheid. Opvallend zijn zijn impressionistisch aandoende harmonieën en zijn melodieën waarin modale toonladders zijn verwerkt. Vanaf 1874 was Fauré organist aan de Église de la Madeleine. In 1897 werd Fauré docent aan het Conservatorium van Parijs; Ravel en Enescu
Biografieën
waren er zijn leerlingen. In 1920, inmiddels directeur van het Conservatorium, ging Fauré met pensioen. Zijn toenemende doofheid dwong hem een stap terug te doen. Ondanks zijn doofheid schreef Fauré in zijn laatste levensjaren enkele van zijn belangrijkste kamermuziekwerken, waaronder zijn enige strijkkwartet.
Francis Poulenc
Francis Poulenc (1899 - 1963) was het rijkeluiszoontje van de directeur van een farmaceutische fabriek en
had zijn leven lang geen geldzorgen. Zijn eerste pianolessen kreeg hij van zijn moeder, een uitstekende pianiste. Na een degelijke schoolopleiding nam hij op zijn zeventiende privé pianoles bij Ricardo Viñes en later compositieles bij Charles Koechlin. In diezelfde tijd maakte hij deel uit van de Groupe des Six, een vriendengroep die zich afzette tegen grote namen als Wagner en Debussy. Zij lieten zich inspireren door Satie en Stravinsky, en door populaire muziekgenres zoals de jazz, de muziek uit de music hall en het circus. Poulenc had in de jaren twintig veel succes met luchthartige maar tegelijkertijd verfijnde werken zoals het ballet Les biches en de liedcyclus Le bestiaire. Na de plotselinge dood van zijn vriend en liefdespartner zocht hij in de jaren dertig zijn heil bij de door hem verwaarloosde katholieke kerk en begon hij ook religieuze werken te schrijven, waaronder een mis, een Stabat Mater en de opera Dialogues des Carmélites. In diezelfde tijd leerde hij
de liedzanger Pierre Bernac kennen, voor wie hij veel van zijn liederen componeerde en met wie hij als pianist tot aan zijn dood een vast duo vormde.
Claude Debussy
Claude Debussy (1862 - 1918) had geen schoolopleiding maar kreeg als kind pianoles van de schoonmoeder van Verlaine. Vanaf zijn elfde studeerde hij piano aan het Parijse conservatorium en op zijn achttiende begon hij compositie te studeren. Ondanks zijn eigenzinnige ideeën werd zijn grote 15
Biografieën
talent erkend en kreeg hij zelfs de Prix de Rome. Na zijn verblijf in Rome begon hij zich te ontplooien tot de grote, vernieuwende componist van orkestwerken zoals Prélude à l’après midi d’un faune (1894), dat onmiddellijk werd gezien als een meesterwerk. Hierna ontstond de opera Pelléas et Mélisande die al bij de eerste uitvoering in 1902 een sensatie veroorzaakte. Zelden is een zo vernieuwende componist zo goed begrepen door zijn tijdgenoten als Debussy. Zijn persoonlijke leven was turbulent met steeds wisselende minnaressen, tot hij rond 1903 Emma Bardac leerde kennen met wie hij trouwde en een dochtertje kreeg. Bardac was een begaafde zangeres en vele van Debussy’s liederen zullen voor het eerst bij hen thuis hebben geklonken met de componist aan de piano. Terwijl de Tweede Wereldoorlog nog om hem heen woedde, stierf Debussy, veel te vroeg, op zijn 56ste aan darmkanker. Zijn invloed was groot en is nog tot op heden relevant. 16
Camille Saint-Saëns
Camille Saint-Saëns (1835 - 1921) werd geboren in Parijs. Zijn vader stierf kort na zijn geboorte en hij werd opgevoed door zijn moeder en oudtante, van wie hij vanaf driejarige leeftijd ook pianoles kreeg. Op zijn tiende maakte hij zijn debuut in een recital met pianoconcerten van Mozart en Beethoven in de Salle Pleyel in Parijs. Op zijn zestiende schreef hij zijn eerste symfonie. Hij kreeg zijn eerste betrekking rond zijn achttiende, toen hij tot organist van de St. Merry in Parijs benoemd werd.
Vier jaar later werd hij organist van de Madeleine, een functie die hij twintig jaar lang zou uitoefenen. Daarnaast trad hij regelmatig op als pianist. Vanaf 1861 gaf hij les aan de École Niedermeyer, waar hij een van de leraren was van Gabriel Fauré. Daarnaast schreef hij in diverse tijdschriften artikelen over muziek. Saint-Saëns schreef enkele opera’s, maar vooral veel orkestwerken, waaronder drie symfonieën.
Biografieën
Uitvoerenden Liza Ferschtman Viool Violiste Liza Ferschtman wordt beschouwd als een van de meest interessante muzikale persoonlijkheden van deze tijd. Met haar gepassioneerde spel en grote podiumuitstraling weet zij het publiek te raken. Het ontvangen van de Nederlandse Muziekprijs in 2006, de hoogste onderscheiding voor Nederlandse musici, onderstreepte haar rol in het muziekleven binnen de landsgrenzen en ver daarbuiten. Met het Boedapest Festival Orkest en Iván Fisher maakte zij begin 2013 haar debuut in Boedapest, Montreal en de Avery Fisher Hall in New York, een concert dat door de New York Times als ’niets minder dan een openbaring’ werd omschreven. De krant roemde verder Liza’s doordringende intensiteit, puurheid en de grote
Foto: Marco Borggreve
schoonheid van haar spel. Een belangrijk onderdeel van Liza’s bezigheden zijn haar solorecitals. Tijdens deze concerten vertelt Liza ook uitgebreid over de werken en hun betekenis. Een cdopname van solowerken van Bach en Ysaÿe werd door het gerenommeerde tijdschrift The Strad als cd van de maand gekozen. lizaferschtman.com
17
Biografieën
André Morsch Bariton De Duitse bariton André Morsch behaalde zijn diploma’s met onderscheiding aan het Conservatorium van Feldkirch in Oostenrijk, het Conservatorium van Amsterdam bij Margreet Honig en aan het de Nieuwe Opera Academie in Den Haag. In 2003 debuteerde hij bij de Staatsoper Stuttgart, als Achilla in Händels Giulio Cesare. Momenteel is hij vast verbonden aan dit operahuis en vertolkte hij er een reeks belangrijke rollen. Daarnaast was de bariton te horen bij bijvoorbeeld de Opéra Comique in Parijs, de operahuizen van Leipzig en Zürich, de Nationale Reisopera en De Nederlandse Opera. Als concertzanger was André Morsch te gast bij gezelschappen als de Bochumer Symphoniker, het Radio Filharmonisch Orkest, het Koninklijk Concertgebouworkest en het Orkest van de 18e Eeuw. andremorsch.com
18
Foto: Marco Borggreve
Biografieën
Julius Drake Piano De Engelse pianist Julius Drake (1959) had nooit een solocarrière voor ogen omdat de kamermuziek en de wisselwerking met andere musici hem altijd meer voldoening gaf. Hij is inmiddels de pianopartner van hoboïst Nicholas Daniel, en van vele prominente liedzangers waaronder Ian Bostridge, Christopher Maltman, Gerald Finley, Angelika Kirchschlager en Christianne Stotijn. Ook musiceert hij regelmatig met nog niet bekende jonge en veelbelovende talenten. Hij is te gast op de belangrijkste podia ter wereld en maakte vele cd-opnamen. Drie cd’s, gemaakt samen met Finley, werden onderscheiden met een Gramophone Award. In de Middle Temple Hall in Londen geeft hij concerten in zijn eigen serie ‘Julius Drake and Friends.
Foto: Marco Borggreve
juliusdrake.com
19
Verwacht
Serie Kamermuziek Wo 16 nov 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Trio Wanderer Beethoven, Fauré, Sjostakovitsj
Al bijna dertig jaar behoort het Franse Trio Wanderer tot de top op het gebied van pianotrio’s. Of het nu gaat om bestaand repertoire of nieuw werk, het trio weet altijd iets toe te voegen dat beklijft. Het ideale gezelschap voor dit concert. Trio Wanderer leerde het vak bij onder anderen de Amerikaanse pianist Menahem Pressler en maakte dankbaar gebruik van diens ervaring als pianist van het wereldberoemde Beaux Arts Trio. Het resultaat is een internationale carrière en een uitgebreide discografie, die door iedereen geprezen wordt. Programma: Ludwig van Beethoven Pianotrio op. 70 nr.1 ‘Geistertrio’ Gabriel Fauré Pianotrio op. 120 Dmitri Sjostakovitsj Pianotrio op. 67
20
Trio Wanderer Foto: Francois Sechet
Serie Zielsverwanten
Verwacht
Liza Ferschtman + Jonathan Cohen Bibers Rozenkranssonates + College Oostenrijkse muziek uit renaissance en barok
Serie Oude Muziek Wo 21 dec 2016 Grote Zaal 18.30 - 19.15 uur / College 19.30 - 22.00 uur / Concert
Liza Ferschtman durft. Zonder aarzelen voert ze een van de meest spraakmakende barokke werken voor de viool uit: de Rozenkranssonates van Biber. Vijftien sonates die zeer beeldend momenten uit het leven van Christus en Maria (de vijftien geloofsmysteries) tot klinken brengen. Liza Ferschtman: ‘De uitdrukkingskracht van deze muziek is ongekend. Geen middel wordt onbenut gelaten om de verhalen te vertellen. Pure retorica.’ Ferschtman is dit seizoen Zielsverwant van het Muziekgebouw. Ze speelt deze toch al veeleisende sonates op barokviool, de eerste keer dat zij zich aan dit specialisme waagt.
Heinrich Ignaz Franz von Biber
Programma: Heinrich Ignaz Franz von Biber Rozenkranssonates
21
Verwacht
Cello Biënnale Amsterdam do 20 t/m za 29 okt Zie voor het complete programma muziekgebouw.nl/ cellobiennale
Oktober do 13 okt / 20.15 uur Asko|Schönberg, Stefanovich + Queyras Ode aan Kurtág
zo 30 okt / 20.15 uur Ties Mellema & Friends Hard Reset; De kracht van muziek
November
vr 14 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta Muzikale roots
wo 2 nov / 20.15 uur Lavinia Meijer & friends De wereld van JacobTV
za 15 okt / 20.15 uur Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtág, Schumann en Sweelinck
do 3 nov / 12.30 uur CVA Marimba Meesters Lunchconcert ism CVA
zo 16 okt / 13.30 uur Marieke Koopman, Jonas Furrer + Ton Koopman Caecilia (5+) zo 16 okt / 13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Jeroen Schipper + Henrik Holm Chocokrokodil (2-4) zo 16 okt / 20.15 uur António Zambujo 22
do 3 nov / 20.15 uur Nederlands Kamerkoor + Raschèr Saxophone Quartet Lera Auerbach: 72 angels vr 4 nov / 20.15 uur Ute Lemper The 9 Secrets za 5 nov / 20.15 uur Club Cross-linx Ralph van Raat plays Debussy and Radiohead
zo 6 nov / 20.15 uur Salif Keita Acoustic Tour wo 9 nov / 20.15 uur Calefax + Remy van Kesteren Orpheus do 10 nov / 20.15 uur Minguet Quartett + Huelgas Ensemble Het requiem volgens Wolfgang Rihm vr 11 nov / 20.15 uur Joshua Redman / Brad Mehldau Duo
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
23