Za 15 okt 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Serie Piano
Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtรกg, Schumann en Sweelinck
Programma
Serie Piano Za 15 okt 2016 Grote Zaal 20.15 - ±22.00 uur
Pierre-Laurent Aimard Het verband tussen Kurtág, Schumann en Sweelinck Pierre-Laurent Aimard piano
Kurtág: ‘Het idee voor Játékok werd me ingegeven door het spontane spel van kinderen, voor wie de piano nog speelgoed is.’
2
Programma
György Kurtág (1926) uit: Játékok (1973 - …) • Für Dóra Antals Geburtstag (erste Fassung) (vol VI) • Gruss – Imre Hermann zum 90. Geburtstag (vol. V) • Glocken für Margit Mándy (vol. V) • Még az édes méz is… In den schweren Tagen – für Ferenc Farkas (vol. VI) • In memoriam László Ferenc (vol. X) • Ligatura y (vol. VI)
Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 - 1621) Fantasia a 4, Echo SwWV 260 György Kurtág uit: Játékok (1973 - …) • Hampeln-Strampeln (vol. III) • Dialog am 70. Geburtstag von András Mihály (oder : Wie können dieselben 4 Tönen mit 3 Tönen beantwortet werden) (vol. V) • Liebe im Herzen , bittere Schmerzen (vol. II) • Antiphone in Fis (vol. II) • Apokryphe Hymne (zweite Fassung) (vol. VI) • Hommage à György Somlyó Schattenspiel (uit 12 neue Mikroludien) (vol. 4) • Hommage à Farkas Ferenc - Erinnerungsbrocken aus einer Kolindenmelodie (vol. III) • Draft-sheet (unshapend-rough) für Tünde Szitha (vol. X)
Jan Pieterszoon Sweelinck Fantasia Crommatica a 4 SwWV 258 György Kurtág uit: Játékok (1973 - …) • Passio sine Nomine (vol. X) • ...couple égyptien en route vers l’inconnu… Musée du Louvre (VI Dynastie) (vol. X) • ...couple égyptien en toure vers l’inconnu… Musée du Louvre (VI Dynastie) , double (vol. X) • Spiel mit dem Unendlichen (vol. III)
György Kurtág 8 pieces op. 3 (1960) Robert Schumann (1810 – 1856) uit: Bunte Blätter op. 99 (1836 – 1849) György Kurtág uit: Játékok (1973 - …) • Stücklein nr. 3 (Schumann) • Fanfares (vol. V) (Kurtág) • Sorok Sirokay Zsuzsinak (Lines for Zsuzsa Sirokay) (vol. VI) (Kurtág) • Stücklein nr. 1 (Schumann) • Stücklein nr. 2 (Schumann) • Choral - for Benjamin Rajecky’s (vol. V) (Kurtág) • Albumblatt nr. 1 (Schumann) • Medal - in memoriam Lajos Hernádi (vol. VIII) (Kurtág) • Albumblatt nr. 3 (Schumann) • Consolation sereine - pour Renée et toute la famille Junker (Kurtág) • Albumblatt nr. 2 (Schumann) • Vorklänge zu einer Bálint-Ausstellung (vol. V) (Kurtág) • Albumblatt nr. 4 (Schumann) • Wie die Blumen der Wiese… in memoriam Ligeti Ilona (vol. V) (Kurtág) • Albumblatt nr. 5 (Schumann) • Birthday elegy for Judit - for the second finger of her left hand (Kurtág) • Sirens of the Déluge - waiting for Noah (vol. VI) (Kurtág) • Novelette (Schumann)
György Kurtág Splinters (Szálkák), 4 pieces op. 6d (1973)
PAUZE 3
Toelichting Voor Wolfgang Amadeus Mozart was het zijn ‘instrument der eenzaamheid’, Ludwig van Beethoven kon erachter plaatsnemen en urenlang fantaseren, voor zichzelf, voor een gezelschap van jonge vrouwen of voor vrienden, Max Reger componeerde er Aus meinem Tagebuch voor: de piano was en is voor veel componisten een zeer persoonlijk instrument. Het is in zekere zin ook makkelijk. Je hebt direct zoiets als een heel ‘orkest’ met meerstemmigheid, harmonieën, allerlei ‘kleuren’ tot je beschikking en bent even vrij je te uiten als wanneer je in je dagboek schrijft. Zo beleefden – en in het geval van György Kurtág beleven – ook de drie componisten van vanavond het, zij het dat Jan Pieterszoon Sweelinck nog geen piano tot zijn beschikking had maar het orgel. Hoe verschillend de drie ook zijn, qua stijl en tijd waarin ze leefden: dit verbindt hen. De piano, ruimer genomen het klavier, als verlengstuk van jezelf. Kurtág is vandaag de bindende factor. Hij begint, duikt steeds weer op en besluit. De eerste helft deelt hij met Sweelinck en na de pauze wisselen zijn Játékok en Schumanns Bunte Blätter elkaar af. Het verleden van Sweelinck en Schumann belicht vanuit het nu, gevat in het nu en misschien zelfs toegelicht door het nu. Hoe bescheiden de omvang van Kurtágs hypergeconcentreerde stukjes ook zijn, samen vormen ze een spannende omlijsting.
Jan Pieterszoon Sweelinck Elke dag kon je hem achter het orgel aantreffen: Jan Pieterszoon Sweelinck. 4
Veertig jaar lang. Zijn orgelkruk stond niet zo heel ver van het Muziekgebouw: Sweelinck was de vaste organist van de Oude Kerk op de Dam. Elke ochtend een paar minuutjes lopen vanuit zijn gerieflijke huis aan de Koestraat en hij was weer in zijn natuurlijke habitat. Hij speelde overigens niet tijdens de dienst – dat was verboden sinds de Alteratie van Amsterdam in 1578 toen men van de katholieke liturgie overging op de protestantse eredienst – maar elke dag één à twee uur tussen de diensten. Sweelinck was beroemd om zijn orgelimprovisaties Van heinde en ver, tot uit Venetië aan toe, reisde men om de ‘Orpheus van Amsterdam’ te kunnen horen. Zijn studenten kwamen uit heel Europa. Zo legde Sweelinck onder meer de basis voor de grote Noord-Duitse orgelschool, die zou culmineren in het werk van Johann Sebastian Bach. Hoewel bijna al Sweelincks vocale muziek tijdens zijn leven werd gedrukt, bleef zijn instrumentale werk ongepubliceerd Door zijn vele (buitenlandse) discipelen en bewonderaars werd deze driftig met de hand gekopieerd en overleefde op die manier in heel Europa. Voor deze improvisator pur sang is het toepasselijk dat er twee fantasieën op het programma staan. Zijn Echo-fantasieën zijn misschien geïnspireerd door de zogenoemde
Toelichting
dubbelkorigheid in de muziek van Giovanni Gabrieli, de organist van de Venetiaanse basiliek San Marco. De ‘echo’s’ kun je opvatten als een ingenieus spel met akoestische illusies. Nuchterder bekeken zijn deze fantasieën opgebouwd uit motieven die steeds weer op een andere toonhoogte of zachter worden herhaald. De Echo fantasie SwWV 260 staat in de dorische modus. Dit was een van de oude kerktoonladders zoals die werden gebruikt vóór de ‘standaardisering’ van de grote- en kleine tertstoonladders in de achttiende eeuw. Dorisch is bijna hetzelfde als onze mineurtoonladder en ontstaat wanneer je de witte toetsen bespeelt, beginnend op d. Kenmerkend zijn de kleine terts en de grote sext. De Fantasia Chromatica is Sweelincks bekendste werk. Z’n aantrekkingskracht dankt hij mede aan het opvallende chromatische motief (in halve tonen) in de linkerhand aan het begin en de extreme turbulentie aan het slot wanneer dit thema in dubbele verkleining (dus vier keer zo snel) terugkeert.
Robert Schumann Liever de muziek dan de wereld? Liever de piano dan de medemens? Liever ‘alleen’ met de toetsen dan ‘samen’ in gezelschap? Robert Schumann was vergroeid met zijn piano. Zijn schuilplaats, zijn toevluchtsoord, zijn fantasiewereld, zijn klanklaboratorium dat weerklank bood aan de ‘hel onder het schedeldak’ (uitspraak van de Amerikaanse dichter Walt Whitman).
In die schedel speelde zich heel wat af. Enorme pieken, nog diepere dalen. Schumann was even geniaal als instabiel. Zijn emoties waren zo heftig, dat hij al op zijn twintigste aan zelfmoord dacht en op zijn drieënveertigste inderdaad een sprong van de Rijnbrug in Düsseldorf maakte met bijna fatale afloop – in ieder geval opname in een inrichting voor de resterende tweeënhalf jaar van zijn leven. In retrospectief diagnosticeren we hem als manisch-depressief. Hijzelf had het over meerdere persoonlijkheden waaruit hij bestond. In zijn jonge jaren kon hij die nog romantisch ‘afdoen’ als een ‘vriendenclub’, de Davidsbündler: Florestan de onstuimige enthousiasteling, Eusebius de zwaarmoedige dromer, en meester Raro die het evenwicht moet bewaren. Schumann leefde liefst afgezonderd fantaserend en componerend achter de piano. Dieter Hildebrand beschrijft in zijn boek Pianoforte een typerende situatie: ‘[Schumanns vriend] Krägen was uit Dresden overgekomen en wilde ook Schumann bezoeken. Hij trekt aan de bel, maar niemand doet open. Omdat hij in Schumanns kamer wel piano hoort spelen, belt hij opnieuw en wat harder. Ten slotte gaat er een klein raampje open dat uitkijkt op het voorplein. Schumann steekt zijn hoofd naar buiten en zegt: ‘Zo Krägen, u bent het – Ik ben niet thuis.’ Doet het raampje dicht en begint weer piano te spelen.’ Tussen zijn twintigste en dertigste, zijn opus 1 tot 23, schreef Schumann alleen voor piano. Daartussen zit zijn geniaalste muziek. Ook de Bunte Blätter, hoewel je bij het hoge opusnummer 99 anders verwacht. 5
Toelichting
Rond 1850 had Schumann, die inmiddels liederen, orkest- en kamermuziek schreef, behoefte aan nieuwe kopij voor piano. Het instrument was halverwege de negentiende eeuw ongekend populair en Schumanns Album für die Jugend uit 1848 een bestseller. Dus schudde hij eens een paar mappen uit; stukjes muziek die niet in eerdere cycli terecht waren gekomen, waren weggevijld of terzijde gelegd. Samen genoeg voor een bundel, die hij ‘Spreu’ (schroot) wilde noemen. Maar dat was slecht voor de verkoop, zei zijn uitgever, en natuurlijk te min. Bunte Blätter werd het, omdat de stukjes los met een passende illustratie werden gepubliceerd (later ook gebundeld).
De Bunte Blätter wilde Schuman eerst Spreu (schroot) noemen. Zijn Stücklein nr. 1 had hij in december 1838 aan zijn toekomstige vrouw Clara Wieck gestuurd met de wens ‘An meine geliebte Braut zum Heilgen Abend’. Haar reactie op tweede kerstdag was: ‘Schönsten Dank, mein Robert, für dein schönes, inniges Geschenk – es war das Schönste, was du mir finden konntest, denn es kam aus deinem Herzen.’ Zo is het eerste Bunte Blatt meteen al persoonlijk. Dit geldt ook voor de Albumblätter nr. 2 en nr. 4, aanvankelijk ‘Fata morgana’ en ‘Jugendschmerz’ geheten. Vanwege de beginnoten As-C-H (de Duitse 6
benaming van de noot b) valt Albumblatt nr. 3 te plaatsen in de buurt van een liefje van Schumann, Ernestine von Fricken, die in het plaatsje Asch woonde. Het is zeer waarschijnlijk een ‘afvijlsel’ van Schumanns Carnaval (1835), eveneens doordrenkt van A-S-CH en Ernestine. Achter Albumblatt nr. 5 schemert eveneens een vrouw, een gevierde zangeres. Het opschrift luidde ‘In Pauline Garcia’s Stammbuch’. Albumblatt nr. 1 inspireerde Brahms tot zijn Schumannvariaties – een eerbetoon van de jongere componist aan zijn oudere mentor en vriend. De langere Novelette uit 1838 kan heel goed de officiële Noveletten op. 21 niet hebben ‘gehaald.’
Gyorgy Kurtág De overstap van Schumann naar Kurtág – ze treffen elkaar in de tweede helft van dit programma maar liefst tien keer – is minder groot dan hij lijkt. Als er componisten echte miniaturen schreven, dan zijn het deze twee. Wat betreft expressie steken ze elkaar naar de kroon en ze schrijven met dezelfde urgentie. Bovendien ging Kurtág regelmatig de confrontatie met Schumann aan, zoals in Hommage à R. Sch., een indringend commentaar op de romanticus. Kurtág is een in 1926 in Roemenië geboren Hongaar. Tijdens zijn studie in Parijs ontmoette hij de kunstpsychologe Marianne Stein, die hem aanraadde ‘zichzelf de tijd te gunnen, zichzelf als het ware te vergeven.
Toelichting
Concentreer je op het allerkleinste, op de oercel’. Pas in de jaren 80 werd Kurtág internationaal bekend. Nederland stond daarbij voorop: Kurtág stond in 1987 centraal tijdens het Holland Festival, later ook bij het Orlando Festival en in de jaren 90 was er aan het Koninklijk Conservatorium jarenlang een Kurtág-project. Twee componisten inspireerden Kurtág met name: Béla Bartók en Anton Webern. Hij bouwt verder op de kinderlijke spontaniteit en de oerkracht van het werk van zijn grote landgenoot Bartók en de intensivering van de expressie doen aan Webern denken. (‘In vaak niet meer dan 40 seconden moeten de musici de sfeer scheppen waarover de componist tien jaar heeft nagedacht,’ aldus dirigent Ed Spanjaard.) Begin jaren 70 raakte Kurtág in een creatieve impasse. Het beste is dan al je pretenties te laten varen, jezelf minder hoge eisen te stellen. Vluchtig schetste hij op een dag iets voor zijn pianospelend zoontje op papier. Diens pianolerares kreeg er lucht van en vroeg Kurtág voor een anthologie met muziek voor kinderen nog meer van zulke stukjes te schrijven. Ze kreeg haar zin: inmiddels hebben we tien bundels met Játékoks, ‘Spelen’ zoals de componist de miniaturen noemt. Kurtág: ‘Het idee voor Játékok werd me ingegeven door het spontane spel van kinderen, voor wie de piano nog speelgoed is. Ze onderzoeken het instrument, zorgen ervoor, vallen het aan en glijden met hun vingers over de toetsen. Zo verzamelen ze
schijnbaar onsamenhangende klanken en wanneer hierdoor hun muzikale instinct wordt gewekt, gaan ze bewust op zoek naar een paar samenklanken die ze toevallig hebben ontdekt en blijven die steeds herhalen. – Op deze manier wil de serie [Játékok] geen lesmethode zijn, noch is het gewoon maar een collectie muziek. Het is een manier om met de piano te experimenteren en niet om ‘piano te leren spelen’.’
Játékok is persoonlijke muziek met als ondertitel Diary Entries en Personal Messages Het is tevens persoonlijke muziek; de latere bundels hebben als ondertitel zelfs Diary Entries en Personal Messages. Er zijn veel elegieën, in memoriams en verjaardagsgroeten. Twee keer vandaag denkt Kurtág terug aan zijn leraar Ferenc Farkas, componist van onder andere de Casanova-opera Een heer uit Venetië naar de roman van Sándor Márai (als De gravin van Parma ook in Nederland herontdekt). Soms zijn de Játékoks aanzetjes tot nieuw werk maar ze kunnen ook oud werk herzien: aan het Choral voor Benjamin Rajecky’s 80e verjaardag gaat een prelude vooraf (nu niet gespeeld) die een nieuwe versie is van de eerste Szálkák opus 6d. 7
Toelichting
Játékok is een nog immer groeiend corpus; de recentste zijn van 2015. Wel een afgerond opus vormen de Acht stukken op. 3 uit 1960, gecomponeerd kort nadat Kurtág betrekkelijk laat zijn compositorische draai had gevonden. Ook hier al uiterste concentratie van vorm en uitdrukking: een muzikaal idee wordt geponeerd, het is slechts een gebaar, meer niet. Laatste werk vandaag zijn de Szálkák (Splinters) uit 1973, tevens het startjaar van de Játékok. Ze zijn het bekendst in een versie voor cimbalom die hun Hongaarse wortels nog meer blootlegt. Tekst toelichting: Stephen Westra
8
Biografieën Componisten György Kurtág
De Hongaarse György Kurtág (1926) was als componist een laatbloeier. Hoewel hij al in de jaren zeventig en tachtig inmiddels alom erkende meesterwerken schreef zoals Berichten van de overleden R.V. Trusova en het Dubbelconcert voor cello en piano, kwam de werkelijke erkenning pas later. Kurtág verbleef achtereenvolgens in Wenen, Berlijn, Amsterdam en Parijs. Al
snel werd hij beroemd met zijn muzikale taal waarin concentratie samengaat met een grote aandacht voor klankschoonheid. In zijn werk waart de geest rond van zijn Hongaarse leermeesters Sandor Veress en Ferenc Farkas, maar ook van zijn Parijse docenten Darius Milhaud en Olivier Messiaen, en bovendien van de door hem bewonderde Anton Webern. Samen met zijn vrouw Marta trad hij veelvuldig op als pianoduo, en hij bouwde een reputatie op als leraar kamermuziek aan de Muziekacademie in Boedapest en tijdens masterclasses over de hele wereld.
naar Amsterdam, waar zijn vader inmiddels organist van de Oude of Sint-Nicolaaskerk was geworden. Al op jonge leeftijd moet Sweelinck door het stadsbestuur van Amsterdam tot stadsorganist zijn benoemd, een functie die hij tot zijn dood in 1621 zou blijven vervullen. Daarnaast was Sweelinck een heel productief componist: van zijn hand zijn maar liefst ruim 250 vocale werken in de vorm van chansons, madrigalen, motetten en psalmen verschenen. Hiertoe behoorden vier boeken met psalmen, waarin hij composities op basis van berijmingen in het Frans
Jan Pieterszoon Sweelinck Jan Pieterszoon Sweelinck (1562 - 1621) ontwikkelde zich tot een van de grootste orgelvirtuozen van zijn tijd en werd de belangrijkste Nederlandse componist aan het begin van de zeventiende eeuw. Omstreeks 1564 verhuisde Sweelinck met zijn ouders 9
Biografieën
door Clément Marot en Théodore de Bèze opnam. Pas later verschenen er zeventig werken voor klavecimbel en orgel. Het orgel werd het instrument waarop hij excelleerde.
Robert Schumann
Robert Schumann (1810 ‑ 1856) was onder invloed van zijn vader in zijn jeugd vooral een gepassioneerde lezer van romans en gedichten. Piano speelde hij vanaf zijn zesde jaar. In zijn gymnasiumtijd begon hij te componeren, aanvankelijk vooral voor zijn eigen instrument. 10
Tijdens zijn pianostudie bij Friedrich Wieck forceerde hij zijn linkerhand en moest hij zijn droom om pianovirtuoos te worden opgeven. Voor de dochter van Wieck, de jonge pianiste Clara, vatte hij een grote liefde op. Geniale pianowerken ontstonden in die tijd, maar in 1840, het jaar waarin Robert en Clara trouwden, kwam een kentering. Hij schreef nu haast alleen nog liedcomposities, daarna kwamen de andere genres aan bod: symfonieën, kamermuziek en één voltooide opera. Als dirigent en conservatoriumleraar in Leipzig was Schumann niet succesvol aangezien het steeds moeilijker voor hem werd om te communiceren met de medemens. Een als jonge man opgelopen syfilisinfectie maakte dat hij aan depressieve aanvallen leed en ‘stemmen’ hoorde. Na een zelfmoordpoging belandde hij in de kliniek van Endenich bij Bonn. Daar leefde hij nog enkele jaren in volledige afzondering, tot hij in 1856 stierf.
Uitvoerende Pierre-Laurent Aimard Piano Pierre-Laurent Aimard werd in 1957 geboren in Lyon. Hij bezocht het conservatorium in zijn vaderstad en in Parijs waar hij studeerde bij Yvonne Loriod en Maria Curcio. Hij wordt gezien als een sleutelfiguur in de huidige muziekwereld en als uniek interpreet van repertoire uit elke stijlperiode. Aimard is te horen met de grootste orkesten en dirigenten, zoals recent en in de nabije toekomst met het Koninklijk Concertgebouworkest, de Wiener Philharmoniker, het Philharmonia Orchestra, het Gewandhausorchester en de New York Philharmonic. Solorecitals voeren hem naar London, New York, Chicago, Parijs en Tokyo. Hij bracht inmiddels klassieke contemporaine werken in première,
Biografieën
zoals (de pianopartij in) Répons van Pierre Boulez, Klavierstück XIV van Karlheinz Stockhausen en de Études nr. 11 en 13 van György Ligeti. Een van zijn belangrijkste cd-opnamen is van Ligeti’s Piano-etudes, boek I en II. In 1977 was hij een van de oprichters van Ensemble intercontemporain. Aimard was artist in residence bij het Cleveland Orchestra en artistiek leider van zowel het Ojai Music Festival als het Aldeburgh Festival. Hij is te zien in twee films: in Pianomania en samen met collega’s in Note by Note: The Making of Steinway L1037. Eerstgenoemde legde hem vast gedurende het proces dat hij Bachs Kunst der Fuge opnam. Tot zijn opnames behoren genoemde Kunst der Fuge (Diapason d’Or, Choc du Monde de la Musique), Hommage à Messiaen (ECHO Klassik), Ives’ Concord Sonata and Songs (Grammy Award, Preis der Deutschen Schallplattenkritik) en Bachs Wohltemperierte Klavier boek I.
Foto: Felix Broede
Pierre-Laurent Aimard maakte ook ‘uitstapjes’ als dirigent. Interessant wat hij naar aanleiding hiervan vertelde: ‘Ter verduidelijking: ik ben geen dirigent en ik zal er nooit een worden. Dit is niet mijn manier van leven, ik heb er niets mee en ik heb er geen talent voor. Maar als u me vraagt om een definitie van wat ik wel doe, dan zeg ik ook niet: ik ben pianist – ik ben musicus en de piano is toevallig mijn instrument. Ik wil niet één muzikale functie hebben die me maar één kant van de muziek laat zien. Ik houd van
kamermuziek maken, deel uitmaken van een ensemble, lied begeleiden, les geven, vertellen over muziek. Met andere woorden: ik wil het fenomeen muziek van verschillende kanten beleven.’
11
Serie Piano
Verwacht
Vr 16 dec 2016 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Fazil Say Improvisaties van Debussy en Say Claude Debussy creëerde met zijn Préludes een nieuwe taal en een nieuwe manier van pianospelen. Alsof het spontane improvisaties waren, zo ving hij de wereld om hem heen in noten. De Turkse meesterpianist Fazil Say geeft die quasi-improvisatorische kant alle ruimte met zijn vrije interpretaties van Debussy’s suggestieve muziek. Bovendien mengt Say in zijn eigen werk – als een moderne Debussy – muziek uit Turkije, de westerse klassieke muziek en jazz. ‘Componeren is een vorm van improviseren’, vindt hij. En zo vrij klinkt het ook. Programma: Claude Debussy 12 Préludes boek 1 / Fazil Say Pianosonate op. 52 ‘Gezi Park’ / Ballade nr. 1 ‘Ses’ / Ballade nr. 2 ‘Kumru’ / Black earth / Nazim / Sevenlere Dair ‘Für die Liebenden’ / Jazzfantasie ‘Bodrum’ / Paganini Jazz / George Gershwin Summertime uit Porgy and Bess (bewerking voor piano solo: Fazil Say)
12
Fazil Say Foto: Marco Borggreve
Cross-linx
Verwacht
Za 5 nov 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.15 uur
Club Cross-linx Ralph van Raat plays Debussy and Radiohead In dit concert speelt pianist Ralph van Raat de geweldige muziek van de alternatieve rockgroep Radiohead, in sublieme arrangementen die de Amerikaan Christopher O’Riley maakte voor piano solo. Diens cd True Love Waits uit 2003 kreeg destijds vier sterren van het toonaangevende muziekblad Rolling Stone. De Radiohead-transcripties van O’Riley staan volgens Van Raat in een rechte lijn met de grote impressionistische Franse pianomuziek van Debussy. De pianist speelt onder andere ook het mooie werk Winnsboro Cotton Mill Blues van Fredric Rzewski.
Ralph van Raat Foto: Simon van Boxtel
Programma: Claude Debussy uit Images Oubliées: I. Lent et Doux / uit Images Oubliées: II. Souvenir du Louvre / uit Images Oubliées: III. Quelques aspects de ‘Nous n’irons plus au bois parce qu’il fait un temps insupportable’ / transcripties Radiohead door Christopher O’Riley / Frederic Rzewski Winnsboro Cotton Mill Blues
13
Verwacht
Oktober zo 16 okt / 13.30 uur Marieke Koopman, Jonas Furrer + Ton Koopman Caecilia (5+) zo 16 okt / 13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Jeroen Schipper + Henrik Holm Chocokrokodil (2-4) zo 16 okt / 20.15 uur António Zambujo
Cello Biënnale Amsterdam do 20 t/m za 29 okt Zie voor het complete programma muziekgebouw.nl/ cellobiennale
zo 30 okt / 20.15 uur Ties Mellema & Friends Hard Reset; De kracht van muziek
November wo 2 nov / 20.15 uur Lavinia Meijer & friends De wereld van JacobTV 14
do 3 nov / 12.30 uur CVA Marimba Meesters Lunchconcert ism CVA
za 12 nov / 15.00 uur De IJ-Salon Nō way
do 3 nov / 20.15 uur Nederlands Kamerkoor + Raschèr Saxophone Quartet Lera Auerbach: 72 angels
za 12 nov / 20.15 uur B’Rock + Vox Luminis Barokke rouw
vr 4 nov / 20.15 uur Ute Lemper The 9 Secrets za 5 nov / 20.15 uur Club Cross-linx Ralph van Raat plays Debussy and Radiohead zo 6 nov / 20.15 uur Salif Keita Acoustic Tour wo 9 nov / 20.15 uur Calefax + Remy van Kesteren Orpheus do 10 nov / 20.15 uur Minguet Quartett + Huelgas Ensemble Het requiem volgens Wolfgang Rihm vr 11 nov / 20.15 uur Joshua Redman / Brad Mehldau Duo
zo 13 nov / 15.00 uur Willem Jeths Wat is het geheim van componeren? (8+) wo 16 nov / 20.15 uur Trio Wanderer Beethoven, Fauré, Sjostakovitsj do 17 + 18 nov / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta The American Four Seasons
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15