Wo 16 nov 2016 Grote Zaal 20.15 uur
Trio Wanderer Beethoven, FaurĂŠ, Sjostakovitsj
Serie Kamermuziek Internationaal
Programma Trio Wanderer Beethoven, Fauré, Sjostakovitsj
Serie Kamermuziek Internationaal Wo 16 nov 2016 Grote Zaal 20.15 - 21.55 uur ca. 50 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze
Trio Wanderer: Vincent Coq piano Jean-Marc Phillips-Varjabédian viool Raphaël Pidoux cello Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) Pianotrio in D op. 70 nr. 1 ‘Geistertrio’ (1808) ·· Allegro vivace e con brio ·· Largo assai ed espressivo ·· Presto Gabriel Fauré (1845 - 1924) Pianotrio in d op. 120 (1922 - 1923) ·· Allegro, ma non troppo ·· Andantino ·· Allegro vivo PAUZE Dmitri Sjostakovitsj (1906 - 1975) Pianotrio nr. 2 in e op. 67 (1944) ·· Andante ·· Allegro con brio ·· Largo ·· Alegretto
2
Dit concert wordt live uitgezonden door Omroep MAX op NPO Radio 4
Toelichting Tragische en soms ronduit spookachtige muziek van Ludwig van Beethoven, sterk geconcentreerde, indringende muziek van de 77-jarige Gabriel Fauré en een rouwbeklag van Dmitri Sjostakovitsj: het Trio Wanderer maakt een emotionele reis door de tijd. Beethoven worstelde met de ultieme nachtmerrie voor een componist: zijn toenemende doofheid, die hij uit alle macht voor de buitenwereld verborgen probeerde te houden. De 77-jarige Fauré was niet alleen doof, maar zijn gehoor vervormde de klanken dusdanig dat alles vals klonk. Een gruwelijke kwelling voor iemand wiens hoofd nog vol zat met muzikale ideeën. Ten tijde van het componeren van zijn trio logeerde Fauré in de streek waar hij was opgegroeid. Hij bezocht daar plekken waar hij als kind had gespeeld en haalde jeugdherinneringen naar boven. Herinneringen spelen ook een hoofdrol in Sjostakovitsj’ trio uit 1944. Zijn beste vriend was plotseling overleden op 41-jarige leeftijd. Hij probeerde zijn verdriet te kanaliseren in een trio. En al schrijvend besloot hij zijn rouwbeklag uit de breiden en een aantal door de SS vermoorde joodse vrienden te herdenken. Hij deed dat door in de finale van het trio hun geesten huiveringwekkend te laten dansen.
Ludwig van Beethoven ‘Geistertrio’ Het pianotrio op. 70 nr. 1 ontstond in de herfst van 1808, toen Beethoven net was komen inwonen bij de Hongaarse Gravin Anna Maria von Erdödy, een uitstekende amateurpianiste. Beethoven kon erg goed
met haar praten en hij noemde haar zelfs ‘mijn biechtvader’. Bovendien was de gravin buitengewoon vereerd als Beethoven eigen werk uitvoerde op haar huisconcerten. Of als hij al improviserend achter haar klavier ging zitten. Beethoven droeg het trio, met nog een zusterwerk, aan haar op en voerde ze samen met violist Ignaz Schuppanzigh en cellist Josef Linke voor het eerst uit in haar salon. In die tijd beleefde hij periodes van diepe wanhoop over zijn toenemende doofheid, maar soms kon hij erin berusten en was hij zielsgelukkig dat hij ondanks zijn handicap toch gewoon door kon componeren. Die wanhoop vinden we vooral terug in het eerste deel van dit dramatische pianotrio. In Beethovens vroege trio’s voert de piano nog de boventoon maar in dit stuk zijn alle drie de instrumenten even belangrijk. Het trio opent opvliegend, met een boos unisono, waarna de cello ineens op de proppen komt met een smachtende en klaaglijke melodie. Daardoor weten we meteen wat ons in dit deel te wachten staat: abrupte stemmingswisselingen en grote contrasten. Meesterlijk wat Beethoven allemaal doet met die twee thema’s in de doorwerking. Hij buit zijn melodisch materiaal contrapuntisch uit. Dat wil zeggen dat de thema’s, of varianten daarvan, beurtelings als elkaars begeleiding fungeren. 3
Toelichting
Het largo is bijna impressionistisch. Akkoorden die op het eerste gehoor totaal niet bij elkaar passen houden de aandacht van de luisteraar vast. Dreigende, rommelende tremolandi en ingehouden emoties zorgen voor een spookachtige sfeer. Toen Carl Czerny dit deel jaren na Beethovens dood hoorde moest hij denken aan rondwarende geestverschijningen. Sindsdien heeft dit trio de bijnaam ‘Geister’. Er zijn musicologen die beweren dat Beethoven in dit largo een thema gebruikte dat hij eerder had geschreven voor een opera die er nooit kwam, werktitel Macbeth, en dat deze muziek was bedoeld voor de scène met de heksen. De finale zit vol ritmische energie, is redelijk opgewekt en hier en daar zelfs humoristisch. Beethoven goochelt weer buitengewoon ingenieus met de thema’s.
Gabriel Fauré Pianotrio op. 120 In 1920, na het ontvangen van een Légion d’honneur en wat zachte dwang van zijn omgeving, besloot de 75-jarige Fauré afscheid te nemen als directeur van het Parijse conservatorium. Hij was intussen stokdoof en probeerde zijn handicap angstvallig verborgen te houden. Ook zijn gezichtsvermogen holde achteruit. Na zijn pensionering logeerde Fauré vaak bij vrienden in de Savoie en aan de Côte d’Azur. Toen hij 77 was vroeg zijn uitgever Durand hem om een pianotrio te schrijven. Hij begon daar ook aan, maar liep telkens vast. Vanuit 4
Nice schreef hij aan zijn vrouw: ‘Sinds ik hier ben heb ik nog geen twee noten bedacht die ik op papier zou willen zetten. Zou mijn inspiratie opgedroogd zijn?’ Toch pakte hij keer op keer de draad weer op. Zelfs op diverse logeeradressen, zoals in zijn geboortestreek waar hij op zoek was naar jeugdherinneringen. Maar het scheppingsproces verliep uiterst moeizaam. Aan zijn vrouw schreef hij: ‘Ik ben begonnen aan een trio voor klarinet (of viool), cello en piano. De ellende is dat ik niet lang achter elkaar kan werken. Waar ik het meeste last van heb is die constante vermoeidheid’. Ruim een jaar later is het trio eindelijk af. Het idee van die klarinet had Fauré inmiddels laten varen omdat hij de viool dubbelklanken wilde laten spelen. Op Fauré’s 78e verjaardag, 12 mei 1923, werd het trio voor het eerst gespeeld, maar een maand later kreeg het pas echt bekendheid omdat het werd uitgevoerd in de Salle Pleyel door het wereldberoemde trio van pianist Alfred Cortot, cellist Pablo Casals en violist Jacques Thibaud. Fauré’s collega Florent Schmitt karakteriseerde het stuk als volgt: ‘Slank als Rameau, helder en krachtig als Bach en op een tedere manier overtuigend als Fauré zelf’. Ondanks dat het trio vrij kort is en zich op het eerste gehoor niet gemakkelijk geeft, gebeurt er erg veel. Boven de wiegende pianobegeleiding mag de cello zich uitleven in een klagelijke melodie, die – en dat is typerend voor Fauré – nooit lijkt op te houden en wordt overgenomen door de viool. Melancholie speelt een hoofdrol. Het zwaartepunt van het trio vinden we in het tweede deel. In langdurige crescendi gaat Fauré harmonisch
Toelichting
erg ver, constant overgaand van de ene naar de andere toonsoort om daarmee spanning op te bouwen. Pas in het coda is er sprake van een zekere berusting. De finale opent heftig met een thema van de viool en de cello dat sprekend lijkt op een smartelijke aria uit de opera Pagliacci van Leoncavallo. Het is zeer de vraag of Fauré zich bewust was van deze gelijkenis want hij verafschuwde de muziek van veristische opera’s als van Puccini en Leoncavallo. Het antwoord op dat thema van de piano loopt vooruit op de muziek van Béla Bartók. Deze twee thema’s dansen daarna wild om elkaar heen en achtervolgen elkaar ook in een canon.
Dmitri Sjostakovitsj Pianotrio nr. 2 In 1944 overleed de briljante muziekrecensent en musicoloog Ivan Sollertinsky plotseling aan een hartaanval. Hij was pas 41 en Sjostakovitsj verloor met hem zijn beste vriend. ‘Woorden schieten tekort om duidelijk te maken hoe groot die klap voor me was. Hij was mijn allerbeste vriend. Dankzij hem ben ik geworden wie ik nu ben.’ Nog jaren daarna vroeg Sjostakovitsj zich na het voltooien van al zijn composities af: ‘Wat zou Ivan hiervan gevonden hebben?’ Zoals Tsjaikovski en Rachmaninov dat al eerder deden, besloot Sjostakovitsj om zijn vriend te herdenken in een trio. Maar al schrijvend besloot hij zijn rouwbeklag uit te breiden. Veel van zijn joodse vrienden waren
door de Duitsers vermoord en er begonnen net verhalen binnen te druppelen over de gruwelijke praktijken van de SS. Die liet joodse gevangenen eerst hun eigen massagraf graven en dwong ze daarna een vrolijk dansje te maken voordat ze er met kogels doorzeefd invielen. Als je met dit beeld voor ogen luistert naar de klezmergedeeltes in de finale van het trio worden die huiveringwekkend morbide. En morbide muziek was Sjostakovitsj’ specialiteit. Het eerste deel begint ijselijk hoog op de cello, ‘in de eeuwige hars’, zoals strijkers vaak zeggen. Met die stratosferisch hoge noten haal je als componist een strijker uit zijn comfortzone en dat creëert spanning, ook bij de luisteraar. Dat hoge fluitende thema, dat weer terugkeert in de volgende twee delen, vormt het begin van een uitgebreide, genadeloze voorbode van ellende. Het scherzo is een stampende, duivelse dodendans met wat wrange humor. Oorspronkelijk schreef Sjostakovitsj er ‘Allegro ma non troppo’ boven, maar later veranderde hij de tempoaanduiding in ‘Allegro con brio’, sneller dus. Hij deed dat in een even trieste als ineffectieve poging om het hypersombere en macabere karakter van zijn trio wat af te zwakken. De strenge Sovjetautoriteiten eisten van kunstenaars revolutionair optimisme, en al helemaal in oorlogstijd. Het meest elegisch van karakter is het derde deel, largo. De hamerslagen van de piano in het begin worden gevolgd door diep treurige melodieën van viool en cello. Dit deel werd gespeeld tijdens Sjostakovitsj’ begrafenis in 1975. Tekst toelichting: Thijs Bonger
5
Biografieën Componisten Ludwig van Beethoven
Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) was in Bonn aanvankelijk hofmusicus van de keurvorst en leerling van Christian Gottlob Neefe. In 1792 vestigde hij zich in Wenen, eerst als leerling van Haydn maar al snel als zelfstandig musicus. Aanvankelijk werd Beethoven in Wenen vooral beroemd als pianist en fenomenaal improvisator. Hij verkeerde op gelijke 6
voet met adellijke personen aan wie hij zijn werken opdroeg. Toen hij in 1808 overwoog om Wenen te verlaten, besloten zijn adellijke vrienden hem een jaarlijkse toelage toe te kennen, om hem zo in Wenen te kunnen houden. Al rond zijn vijfentwintigste kreeg hij gehoorproblemen die uiteindelijk uitmondden in vrijwel gehele doofheid. Niet alleen door zijn vele brieven, maar ook door de ‘Konversationshefte’ die de dove componist hielpen tijdens gevoerde gesprekken, weten we veel over zijn leven en denken. Door zijn tijdgenoot E.T.A. Hoffmann werd hij beschouwd als een van de eerste romantici: ‘Zijn muziek wekt dat oneindige verlangen op dat het wezen is van de romantiek.’
Gabriel Fauré
Al op negenjarige leeftijd kwam Gabriel Fauré (1845 - 1924) terecht op de École de Musique Classique et Réligieuse in Parijs. Zijn leermeesters Louis Niedermeyer en Camille Saint-Saëns zouden een levenslange invloed op hem hebben. Niet alleen zijn religieuze muziek maar ook zijn kamermuziek ademt een sfeer van intimiteit en bescheidenheid. Opvallend zijn zijn impressionistisch aandoende harmonieën en zijn melodieën waarin
Biografieën
modale toonladders zijn verwerkt. Vanaf 1874 was Fauré organist aan de Église de la Madeleine. In 1897 werd Fauré docent aan het Conservatorium van Parijs; Ravel en Enescu waren er zijn leerlingen. In 1920, inmiddels directeur van het Conservatorium, ging Fauré met pensioen. Zijn toenemende doofheid dwong hem een stap terug te doen. Ondanks zijn doofheid schreef Fauré in zijn laatste levensjaren enkele van zijn belangrijkste kamermuziekwerken, waaronder zijn enige strijkkwartet.
Dmitri Sjostakovitsj
genres actief was. Hij schreef ook diverse filmscores om in zijn levensonderhoud te voorzien in tijden dat zijn vrije werk door de Russische machthebbers verboden was.
Dmitri Sjostakovitsj (1906 - 1975) is een van de meest gewaardeerde en meest gespeelde Russische componisten van de twintigste eeuw. Sjostakovitsj kwam tot bloei onder het Sovjetregime waar hij vervolgens veelvuldig mee in botsing kwam omdat zijn kleurrijke stijl niet voldeed aan de Russische eisen. Het werk van Prokofjev, romantiek, neoclassicisme, Russische volksmuziek, het komt allemaal samen in het werk van Sjostakovitsj die in vele 7
Biografieën
Uitvoerenden Trio Wanderer Het Trio Wanderer vierde in 2012 zijn 25-jarig jubileum. De naam van het ensemble is toepasselijk, want hij betuigt niet alleen hulde aan Schubert maar ook meer in het algemeen aan de Duitse romantiek. Deze drie Franse musici zien zichzelf ook als Wanderer die met een open geest de wereld van de muziek van Haydn en Mozart tot hedendaags verkennen. Het trio is geroemd om zijn buitengewoon gevoelige stijl, een welhaast telepathisch onderling begrip en technisch meesterschap. Het geldt als een van ’s werelds meest vooraanstaande kamermuziekensembles. Na het winnen van de eerste prijs voor kamermuziek op het Parijse Conservatorium, studeerde het Trio Wanderer van 1987 tot 1991 bij grote musici als Jean-Claude Pennetier, Jean Hubeau, Janos Starker, Menahem Pressler en het Amadeus Kwartet. In 1988 won het het ARD concours in 8
Foto: Francois Sechet
München en in 1990 de Fischoff Chamber Music Competition in de Verenigde Staten. Het trio werkte in dubbel- en tripelconcerten samen met dirigenten als Yehudi Menuhin, Christopher Hogwood, James Loughran, Charles Dutoit en James Conlon en orkesten zoals Orchestre National de Radio France, Orchestre Philharmonique de Radio France, RSO Berlin, Sinfonia Varsovia, Gürzenich Orchester Köln. Het Trio Wanderer maakte meerdere cd’s en nam pianotrio’s op van onder anderen Ravel, Schubert, Fauré, Haydn, Beethoven, Brahms, Sjostakovitsj, Copland en de
tripelconcerten van Martinu. Met zijn bijzondere voorliefde voor hedendaagse muziek bracht het trio verschillende werken van Thierry Escaich, Bruno Mantovani, Frank Michael Beyer en Marco Francescini in première. Hun cd’s ontvingen belangrijke onderscheidingen waaronder de Choc du Monde de la Musique, Critic’s Choice Gramophone, BBC Music Magazine CD of the Month en Diapason d’Or. Jean-Marc Phillips-Varjabédian speelt op een viool van Petrus Guarnerius (Venezia 1748), Raphael Pidoux op een cello van Goffredo Cappa (Saluzzo 1680).
Verwacht
Serie Kamermuziek Vr 13 jan 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Cuarteto Quiroga + Veronika Hagen Kwintet met kwartet Het Spaanse Cuarteto Quiroga brengt samen met de fameuze altvioliste Veronika Hagen Mozarts betoverende Strijkkwintet in C. Een perfecte tegenhanger voor het ontregelende werk van Bartók en Kurtág, wiens Secreta nog niet eerder in Nederland te horen was. De Hongaren Bartók en Kurtág gingen op heel eigen wijze om met het strijkkwartet. De klassieken zoals Mozart waren wel uitgangspunt voor Bartók, maar hij voegde er een uitgesproken spannende twintigsteeeuwse klank aan toe. Kurtág ging op zijn beurt nog een stap verder; zijn vaak zeer korte fragmenten klinken als een implosie van Bartók. Een goede zet van Cuarteto Quiroga om beiden te verenigen in dit programma.
Cuarteto Quiroga Foto: Josep Molina
Programma: György Kurtág Aus der Ferne III & V / Secreta (Nederlandse première) / Béla Bartók Strijkkwartet nr. 2 / Wolfgang Amadeus Mozart Strijkkwintet in C KV 51
9
Verwacht
November
Tenso European Choir Festival do 24 t/m zo 27 nov
vr 9 dec / 20.15 uur Odysseus’ Women + Anaïs Nin Nieuw Amsterdams Peil za 10 dec / 20.15 uur Akademie für Alte Musik Berlin Kerst met Händel, Bach en Telemann
do 17 nov / 12.30 uur Lunchconcert ism Academie Koninklijk Concertgebouworkest
Zie voor het volledige programma: www/muziekgebouw.nl/tenso
do 17 + 18 nov / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta The American Four Seasons
wo 30 nov / 20.15 uur Florian Boesch + Christian Koch Reisebuch aus den Österreichischen Alpen
zo 11 dec / 20.15 uur Ana Moura In concert
December
wo 14 dec / 20.15 uur Cappella Pratensis Kerst met Josquin
za 19 nov / 20.15 uur Signum Quartett Meesterproef van Mantovani za 19 nov / 20.30 uur / Atriumzaal Huerco S. (live) i.s.m. Subbacultcha
Kijk Muziek! zo 20 nov
do 1 dec / 12.30 uur Lunchconcert Ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds do 1 dec / 20.15 uur Nieuw Ensemble Dubbelportret Elliott Carter / Franco Donatoni
13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal
Wervelwind Ensemble Zwier (2-4) 13.30 uur
Samba Salad + La Primavera
zo 4 dec / 11.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen + Harrie Starreveld Van hier tot Tokio
Flamenkita (5+)
do 24 nov / 20.15 uur Cappella Amsterdam Again and Again
10
do 8 dec / 20. 15 uur Asko|Schönberg + Slagwerk Den Haag In Between
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
11