Za 11 feb 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Piano
Jean-Efflam Bavouzet Franse omzwervingen
Programma
Serie Piano Za 11 feb 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Jean-Efflam Bavouzet Franse omzwervingen
ca. 50 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze
Jean-Efflam Bavouzet piano Joseph Haydn (1732 - 1809) Sonate nr. 31 in As (1770) ·· Allegro moderato ·· Adagio ·· Finale: Presto Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) Sonate op. 10 nr. 1 in c (1797) ·· Allegro molto ·· Adagio molto ·· Prestissimo Sonate op. 10 nr. 2 in F-groot (1797) ·· Allegro ·· Allegretto ·· Presto Pauze Maurice Ravel (1875 - 1937) Miroirs (1905) ·· Noctuelles (nachtvlinders) ·· Oiseaux tristes (treurige vogels) ·· Une barque sur l’océan (een bootje op de oceaan) ·· Alborada del gracioso (ochtendlied van de nar) ·· La vallée des cloches (de vallei van de klokken) Claude Debussy (1862 - 1918) L’isle joyeuse (1904) 2
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
Toelichting De Franse Jean-Efflam Bavouzet speelde als jonge pianist vooral Beethoven en Bartók. Zijn belangstelling voor Bartók werd aangewakkerd door zijn persoonlijke ontmoetingen met de Hongaarse dirigent Georg Solti en zijn liefde voor Beethoven werd getriggerd door Pierre Sancan, zijn leraar aan het conservatorium in Parijs. Bavouzet ontwikkelde een benadering die wat betreft de ‘Weense klassieken’ in de jaren tachtig en negentig wat ongewoon klonk. Hij legde niet de nadruk op een heldere articulatie en vaak kortademige frasering, zoals musici dat ook bij Beethoven wereldwijd deden sinds de historische uitvoeringspraktijk diep was doorgedrongen, maar zocht juist naar de grote lijnen en een sonore, zingende klank. Die opvatting leerde hij van Sancan die het op zijn beurt overnam van zíjn leraar, de legendarische Yves Nat. ‘Ik ben eigenlijk de muzikale kleinzoon van de beroemde pianist Yves Nat’, legde Bavouzet vol trots uit. De Franse Yves Nat speelde in de jaren rond de Tweede Wereldoorlog vooral het Duitse repertoire. Dat op zich was al bijzonder voor een Franse pianist van zijn generatie. Maar echt uitzonderlijk was hóe hij die muziek speelde: met een zingende klank en een eenvoudige, overtuigende richting van de muzikale zinnen in bijvoorbeeld de Beethoven-sonates. Zijn indrukwekkende plaatopnamen zijn inmiddels op Spotify te horen. Wanneer we nu naar Bavouzets Beethoven luisteren, dan klinkt nog steeds iets mee van de opvattingen van Yves Nat. Als jonge pianist werd Bavouzet aanvankelijk niet geboeid door Debussy en Ravel, en het produceren van mooie klanken had al evenmin zijn voorkeur. Toen zijn liefde voor de twee Franse reuzen opbloeide was hij al in de dertig. Sindsdien vormen zij een vast bestanddeel van zijn repertoire, en ook hier laat hij zich kennen als een musicus die zoekt naar eenvoud en sonoriteit. Bij zijn
Debussy is geen sprake van vage of waterige klankkleuren die zo vaak onder de term ‘impressionisme’ worden geëtaleerd. De componist verzette zich daar in zijn tijd ook krachtig tegen: ‘Ik probeer iets anders te doen, een soort realiteit die door imbecielen “impressionisme” wordt genoemd.’ De nieuwe realiteit waar Debussy op doelde, onttrok zich aan de klassieke structuren, want, zo benadrukte hij: ‘muziek is gemaakt van kleuren en ritmes.’
Joseph Haydn Sonate nr. 31 Haydn was een geniale componist en kon ongetwijfeld, net als de meeste andere componisten uit zijn tijd, pianospelen. Zijn pianosonates zullen waarschijnlijk al spelend aan het klavier zijn ontstaan. Met het toetsenbord als zijn ‘speeltuin’ verzon hij de meest verrassende wendingen en speelse capriolen, aanvankelijk met veel versieringen inhakend bij de ‘galante stijl’ van Carl Philipp Emanuel Bach. Zijn leven 3
Toelichting
lang schreef hij pianosonates, in totaal zo’n vijftig stuks waarvan de vroegste dateert uit 1766 en de laatste uit 1794. Oorspronkelijk had Haydn de toetsen van het klavecimbel en het klavichord onder zijn vingers, maar later koos hij, net als zijn tijdgenoten, voor de fortepiano met een veel groter dynamisch bereik: je kon hard en zacht spelen en ook nadruk geven door een accent. Die dynamiek liet hij trouwens vrijwel geheel over aan de pianist, want veel voorschriften vind je niet in zijn partituren. Als pianist heb je bij Haydn dus niet alleen kennis nodig van de achttiende-eeuwse uitvoeringspraktijk, maar ook een flinke dosis verbeeldingskracht.
Ludwig van Beethoven Sonate op. 10 nr. 1 en nr. 2 Beethoven was veel royaler met zijn dynamische aanwijzingen. Hij had niet zoveel vertrouwen in de musicerende medemens en probeerde zijn bedoelingen zo goed mogelijk in de partituur vast te leggen. Zijn Pianosonates op. 10 zijn nog geschreven voor ‘klavecimbel of piano-forte’, waarschijnlijk uit praktisch oogpunt omdat veel muziekliefhebbers nog geen afscheid hadden genomen van hun klavecimbel. Maar Beethoven zelf volgde ondertussen dankbaar de nieuwe ontwikkelingen en had achtereenvolgens een Erard, Streicher, Schanz en tenslotte een Broadwood. Het ging hem om een sterke klank, dynamische 4
contrasten en de mogelijkheid om de piano te laten zingen. Op een klavecimbel zou de zingende melodie uit het Adagio molto van de eerste sonate in c-klein bijvoorbeeld afschuwelijk klinken en van het hoofdthema van het eerste deel met het contrasterende fortepiano zou ook al niets terecht komen. De tweede sonate in F is lieflijker maar ook hier zijn het zangerige Allegretto en de felle contrasten in het laatste deel, Presto, op maat gesneden voor de fortepiano. En zou hij blij zijn geweest met onze Steinway-vleugel? Het antwoord luidt: vermoedelijk wel! De Sonates op. 10 droeg Beethoven op aan de steenrijke gravin Von Browne en zij gaf hem later als dank een paard cadeau. Beethoven was niet blij met het paard en het paard dus ook niet met hem.
Maurice Ravel Miroirs De vijf delen van Ravels pianosuite Miroirs (weerspiegelingen) dragen poëtische titels. Het spoor van de titels volgend, luisteren we bijvoorbeeld naar het fladderende motje (deel 1), de zielige gekooide vogels (deel 2) en het getingel van de klokken in de vallei (deel 5). Maar belangrijker dan het programmatische element is de vrijheid en de fantasie van deze stukken. Ravel distantieerde zich van de klassieke vorm en de klassieke harmonie. In geen van de vijf delen is bijvoorbeeld een
Toelichting
klassieke sonatevorm te herkennen. Terwijl contrasterende thema’s de ruggengraat zijn van de sonatevorm, zijn er helemaal geen thema’s in de delen van Miroirs. Wel zijn er karakteristieke figuren en klanken zoals de arpeggio’s in deel 3, de onheilspellend herhaalde toon in deel 1 en 2, en het klokmotief in deel 5. De dromerige sfeer die uit de noten spreekt, hoeft niet door de pianist te worden ‘aangedikt’. De klanken hebben weliswaar baat bij wat gebruik van het rechterpedaal, maar de toon moet wel steeds kernachtig blijven. Dat kernachtige en tegelijkertijd sonore pianospel kunnen we horen in oude opnamen van Ricardo Viňes die in 1906 de première verzorgde van Miroirs. Ravel droeg de vijf delen op aan vijf leden van zijn vriendenclub ‘de Apachen’. Met zo’n man of twintig kwamen de Apachen iedere zaterdagavond bijeen om elkaar gedichten voor te lezen, hun nieuwste composities voor te spelen en te praten over de ontwikkelingen in de beeldende kunst. Dit alles ging ongetwijfeld gepaard met veel drank. De losse sfeer van onderling begrip en respect vormde voor deze jonge kunstenaars een warm bad. Dat de buitenwereld voor Ravel niet altijd even vriendelijk was, blijkt bijvoorbeeld uit de affaire rond Ravel en het conservatorium van Parijs: tot drie keer toe werd hij afgewezen voor de Prix de Rome, de door hem begeerde hoogste onderscheiding. In 1905 werd zelfs besloten dat hij niet meer mocht meedingen naar de prijs. Het was de tijd waarin Ravel werkte aan Miroirs. De afwijzing vond hij heel
pijnlijk, maar ondertussen had hij zich al ruimschoots bewezen met meesterwerken zoals Jeux d’eau voor piano, het Strijkkwartet en de liederencyclus Shéhérazade. In Miroirs maakte hij zich definitief los van de conservatieve betweters en zette hij de deur wijd open naar de nieuwe pianomuziek.
Claude Debussy L’isle joyeuse Kort voor Ravel Miroirs schreef, componeerde Debussy zijn extatische L’isle joyeuse (1904): een virtuoos geschreven stuk waar het geluk vanaf spat. De muziek eindigt in een wilde euforische dans: zó gelukkig was Debussy kennelijk in die periode. Debussy had zijn tweede vrouw, Emma Bardac leren kennen en met haar maakte hij een snoepreisje naar het Kanaaleiland Jersey. Bij L’isle joyeuse dacht hij ook aan een ander eiland: Kythira (Cythère), de geboorteplaats van de liefdesgodin Venus, hoofdpersoon in het beroemde schilderij van Jean-Antoine Watteau Embarquement pour Cythère. Hoewel Debussy en Ravel zij aan zij werkten aan hun vernieuwende oeuvre, stond hen toch ieder een andere pianoklank voor ogen. Debussy droomde van een piano zonder hamers en werd meer geïnspireerd door de orkestklank waar hij mee kon toveren als geen ander, bijvoorbeeld in L’après-midi d’un faune (1894). Niet lang daarna speelde hij 5
Toelichting
de nog niet voltooide orkestpartituur van zijn opera Pelléas et Mélisande op de piano voor aan zijn vrienden. De dichter LéonPaul Fargue schreef: ‘Hij wiegde de piano, sprak haar zachtjes toe als een paardrijder dat doet met zijn paard of een herder met zijn kudde.’ Alle aanwezigen waren het erover eens dat Debussy’s pianospel een orkestrale kwaliteit had. Marguerite Long, die Debussy’s pianowerken onder zijn supervisie instudeerde, gaf een poëtische getuigenis van zijn spel: ‘Onvergetelijk is de souplesse en de tederheid van zijn aanslag. Terwijl hij doordringend en tegelijkertijd liefdevol over de toetsen zweefde, kon hij een enorme expressieve kracht teweeg brengen.’ Deze woorden zijn nog altijd te staven aan de bewaard gebleven opnamen van Debussy’s pianospel, opgenomen op wasrol door Welte Mignon. Tekst toelichting: Katja Reichenfeld
6
Biografieën Componisten Joseph Haydn
Joseph Haydn (1732 - 1809) was de zoon van een muzikale wagenmaker. De liedjes die zijn vader zong voor de twaalf kinderen zouden Haydn zijn leven lang bijblijven. Van zijn schoolmeester leerde hij klavier en viool spelen. Op zijn achtste jaar werd hij met zijn mooie jongenssopraan aangenomen als koorknaapje in de koorschool van de Stephansdom in Wenen. Als bijvakken kreeg hij daar
viool- en pianoles. Toen hij tegen zijn zestiende de baard in de keel kreeg kwam hij op straat te staan, maar hij wist het hoofd boven water te houden door onder andere pianoles te geven en zowel orgel als viool te spelen tijdens de kerkdiensten. In die tijd begon hij te componeren (waaronder een mis: Missa brevis) en vanaf de jaren zestig ontstonden de eerste ‘divertimenti’ en sonates voor klavier, en ook de eerste strijkkwartetten. In 1761 trad hij in dienst van de muzikale vorst Esterházy en dertig jaar lang werkte hij als kapelmeester aan diens hof. Hij componeerde aan één stuk door: symfonieën, kamermuziek en opera’s. Vooral in het genre van het strijkkwartet werd hij baanbrekend. Zijn niet aflatende originaliteit verklaarde hij uit het isolement in het kasteel van zijn broodheer in het noorden van Hongarije: ‘Ik was afgesloten van de wereld; er was niemand in mijn omgeving die me onzeker maakte of me lastig viel; en zo moest ik wel origineel worden.’ Na twee
reizen naar Londen keerde hij terug naar Wenen waar hij in 1809 stierf, niet lang nadat de stad was ingenomen door Napoleon.
Ludwig van Beethoven
Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) kreeg als kleine jongen in Bonn pianoles van zijn vader, maar hij leerde ook viool en altviool spelen van Franz Rovantini, een kleurrijke figuur die een poos bij de familie Beethoven in huis woonde. Beethovens favoriete instrument was echter de piano. 7
Biografieën
In Wenen werd hij vanaf 1792 allereerst beroemd als pianovirtuoos en improvisator. Een jaar lang kreeg hij compositieles van Joseph Haydn. ‘Nooit iets van hem geleerd’, beweerde hij later. Zijn muziek spreekt deze plompe uitlating echter tegen, want veel in zijn vroege kamermuziek en zijn pianosonates wijst op de invloed van Haydn. Maar al gauw liet Beethoven de achttiende eeuw achter zich en begon zich te manifesteren als een vroege romanticus voor wie zijn eigen innerlijk de juiste koers was. Als componist van overweldigend nieuwe symfonieën en kamermuziek werken werd hij beroemd en ook verguisd, want zijn idioom ging een deel van zijn publiek ‘boven de pet’. Zoals al zijn tijdgenoten wilde Beethoven indruk maken op het terrein van de opera. Tien jaar lang werkte hij moeizaam aan zijn opera Fidelio, waarmee hij volgens eigen zeggen ‘de martelaarskroon’ had verdiend. Al vanaf 1898 had Beethoven gehoor problemen en in 1808 was zijn gehoor zo slecht 8
geworden dat hij niet meer in het openbaar als pianist kon optreden. Dirigeren deed hij nog wel, met soms desastreuze gevolgen zoals in 1824 bij de première van zijn Negende symfonie. Zijn laatste Pianosonate op. 111 dateert uit 1822; daarna schreef hij nog vijf strijkkwartetten die behoren tot de top van de hele strijkkwartetliteratuur.
Maurice Ravel
Maurice Ravel (1875 - 1937) werd geboren in Baskenland als oudste zoon van een Baskische moeder en een Zwitserse vader,
maar hij groeide op in Parijs. Daar studeerde hij aan het conservatorium als pianoleerling van De Bériot; compositie studeerde hij bij Gédalge en Fauré. Aan het eind van zijn opleiding hengelde hij tevergeefs naar de Prix de Rome, de hoogste onderscheiding aan het conservatorium. Voor het niet aan hem toekennen van deze prijs nam hij later wraak door in 1919 de belangrijkste staatsprijs, het Légion d’honneur, te weigeren. Hij was te zeer zijn eigen weg gegaan om zich nog te kunnen laten eren door mensen waarvoor hij zelf geen achting had. Aanvankelijk omgeven door geestverwanten van de kunstenaarsgroep de Apachen ontwikkelde hij zijn eigen idioom waarin hij zich losmaakte van de klassieke harmonie en vormentaal. Zijn inspiratiebronnen waren onder andere de Javaanse gamelan, de Spaanse en de Russische muziek en in het algemeen zijn liefde voor het exotische. Daarbij kwam zijn fascinatie voor
Biografieën
mechanisch speelgoed en technische perfectie. Naar het schijnt ontwierp hij zelfs een dirigeer-automaat die met grote precisie de maat moest slaan. Het ding is gelukkig nooit gerealiseerd maar het project werpt wel een verhelderend licht op Ravels wensen wat betreft de uitvoering van zijn muziek: exactheid en precisie. Als pianist hield hij van het heldere, parelende pianospel, het ‘jeu perlé’, waarvoor hij de Erardvleugel het meest geschikt vond. Hij componeerde geen omvangrijke symfonieën of opera’s, maar wel beknopte orkestwerken, geniale eenakters, balletten, pianowerken, kamermuziek en liederen. Zijn verhouding tot de dertien jaar oudere Debussy was afstandelijk maar respectvol. Hij leefde weliswaar omringd door vrienden en bewonderaars, maar vanaf 1921 toch raadselachtig geïsoleerd in zijn kleine poppenhuisje in een voorstad van Parijs. Het huisje dat als museum open was voor publiek is onlangs gesloten wegens de vele door bezoekers gestolen voorwerpen.
Claude Debussy Claude Debussy (1862 - 1918) groeide op te midden van het Chinese porselein en de lakkastjes van zijn vaders winkel in ‘chinoiseries’. Zijn liefde voor het exotische had daar zijn oorsprong. Vanaf zijn tiende studeerde hij aan het conservatorium in Parijs: piano bij Marmontel, compositie bij Guiraud en orgel bij César Franck.
Aan het conservatorium won hij de hoogste onderscheiding, de Prix de Rome, hoewel de jury zijn voorkeur voor het
‘buitenissige’ wantrouwde. Debussy zette zijn buitenissigheid door en ontwikkelde een eigen stijl onder invloed van onder anderen Wagner, Liszt en de Javaanse gamelan die hij in 1889 hoorde op de Wereldtentoonstelling in Parijs. Zijn muziek gebaseerd op de klanken van de gamelan en de oude kerktoonsoorten was volkomen nieuw. Hij onderging de invloed van de symbolistische poëzie van Mallarmé en paste ‘zwevende’ harmonieën toe waarbij de vele dissonanten niet uitmondden in een ‘oplossing’ zoals dat voorheen in het klassieke idioom gebeurde. Debussy was aanvankelijk een Wagner-fanaat, en in het voorspel van de opera Tristan und Isolde hoorde hij voor het eerst muziek die niet oploste in de tonica. Het is heel bijzonder dat de avant-gardist Debussy vanaf het begin bij het publiek erkenning vond: met zijn Prélude à l’après-midi d’un faune (1894) en zijn opera Pelléas et Mélisande (1902) verwierf hij zich een onaantastbare positie als een van de belangrijkste 9
Biografieën
componisten van zijn tijd. Ook als dirigent van voornamelijk eigen werk en als pianist was hij actief. In tegenstelling tot Ravel hield hij het meest van piano’s met een sonore klank: Bechstein, Blüthner en Peyel. Na verschillende stormachtige relaties leerde hij in 1903 uiteindelijk de zangeres Emma Bardac kennen met wie hij in 1908 trouwde. Hoe het met zijn vermogen om lief te hebben was gesteld, is de vraag. Zangeres Mary Garden, de eerste vertolkster van Mélisande, schrijft: ‘Hij hield van zijn muziek, en misschien van zichzelf. Ik denk dat hij opgesloten zat in zijn genie. Hij was een héél vreemde man.’
Uitvoerende Jean-Efflam Bavouzet Piano De Franse pianist JeanEfflam Bavouzet (1962) groeide op in Metz waar hij via het hedendaagse 10
muziekfestival aldaar als jonge muziekstudent in contact kwam met grote figuren als Messiaen, Stockhausen en Boulez. Zo werd zijn belangstelling voor de twintigste-eeuwse muziek versterkt. Bavouzet studeerde vervolgens aan het conservatorium van Parijs bij Pierre Sancan, de laatste leerling van Yves Nat. Ook kreeg hij les van Yvonne Loriod, de weduwe van Messiaen. Zijn carrière werd gelanceerd door dirigent Georg Solti die hem ontdekte en uitnodigde om in 1998 het Derde pianoconcert van Bartók onder zijn leiding uit te voeren. Wegens het overlijden van Solti werd dit concert echter overgenomen door Pierre Boulez. Sindsdien nam zijn loopbaan een grote vlucht en inmiddels is hij te gast op de wereldpodia. Als solist werkte hij met dirigenten als Boulez, Nagano, Gatti en Gergiev en speelde hij in 2011 en 2016 in de Proms in Londen. Recitals gaf hij onder andere in de Londense Wigmore Hall, in La Roque d’Anthéron en Het Concertgebouw
in Amsterdam. In 2012 speelde hij Debussy en Liszt tijdens zijn recital in het Muziekgebouw. Vele cd-opnamen verschenen bij het label Chandos waar hij in 2008 de pianomuziek van Debussy volledig uitbracht en vorig jaar zijn omvangrijke Beethoven-project afrondde. Een volledige uitgave van de Haydn-sonates is onderweg. Prijzen ontving hij onder meer voor zijn cd-opnamen van de pianomuziek van Debussy en Ravel. Bekend werd Bavouzet ook met zijn pianotranscriptie van Debussy’s ballet Jeux, vereerd met een voorwoord door Pierre Boulez. Sinds 2014 is Bavouzet artistiek directeur van het Lofoten Piano Festival in Noorwegen. Tekst biografieën: Katja Reichenfeld
BiografieĂŤn
Foto: Guy Vivien
11
Serie Kamermuziek Internationaal
Verwacht Isabelle Faust + Alexander Melnikov Voorbij Fauré
Vr 17 feb 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Elk afzonderlijk zijn het begenadigde solisten, samen vormen ze een overweldigend goed duo. Onlangs kregen violiste Isabelle Faust en pianist Alexander Melnikov de belangrijkste onderscheiding voor cd-opnames in Frankrijk, een Diapason d’or voor hun ‘intense speelwijze en emotionele zeggingskracht’. Ze zijn onmiskenbaar één met elkaar en met de muziek. Twee prachtige vioolsonates van de Franse componist Gabriel Fauré zijn scharnierpunt in dit bijzondere recitalprogramma met composities van Szymanowski, Françaix en Antheil.
Isabelle Faust & Alexander Melnikov Foto: Marco Borggreve
Programma: Karol Szymanowski 3 Mythen voor viool en piano op. 30 / Gabriel Fauré Vioolsonate nr. 1 en nr. 2 / Jean Françaix Sonatine voor viool en piano / George Antheil Vioolsonate nr. 2
12
Serie Piano
Verwacht
Wo 1 mrt 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Ralph van Raat Alle etudes van Ligeti Met achttien etudes voor piano solo zorgde de Hongaar György Ligeti (1923 - 2006) voor een muzikale aardverschuiving. Deze ‘oefeningen’ van Ligeti behoren tot het allermoeilijkste ooit voor piano geschreven. Tegelijkertijd bevatten ze de rijkste pianomuziek van de late 20e eeuw. Ligeti verheft karikaturale kenmerken van etudes – zoals monotone herhaling, mathematische droogheid en obsessie – tot wonderschone muziek. Op één avond vertolkt Ralph van Raat deze hedendaagse pianobijbel. Als het om het hedendaagse pianorepertoire gaat, is de Nederlander Ralph van Raat een van de grootste vertolkers van dit moment. Hij wordt internationaal geroemd om zijn ‘superieure spel’ (New York Times) en zijn indrukwekkende discografie is ongeëvenaard met cd’s gewijd aan het werk van Adams, Lindberg, Pärt, Rzewski en andere grootheden. Met de etudes van Ligeti voegt hij een intrigerend nieuw hoofdstuk toe.
Ralph van Raat Foto: Simon van Boxtel
Programma: György Ligeti 6 Etudes boek 1 / 8 Etudes boek 2 / 4 Etudes boek 3
13
Verwacht
Februari zo 12 feb / 15.00 uur Nederlands Kamerkoor + Peter Dijkstra Britten: Sacred and Profane do 16 feb / 20.15 uur B’Rock Harmonic Inspiration vr 17 feb / 20.15 uur Isabelle Faust + Alexander Melnikov Voorbij Fauré za 18 feb / 14.30 uur Nederlandse Bachvereniging Feestcantates van Bach za 18 feb / 20.15 uur Metropole Orkest + West Side Trio Tabu van F.W. Murnau zo 19 feb / 15.00 uur André Heuvelman Wat is het geheim van de trompet? (8+) wo 22 feb / 20.15 uur The Tallis Scholars De perfectie van de renaissance 14
do 23 feb / 20.15 uur Het Collectief + Psallentes Sterke vrouwen + GT vr 24 feb / 20.15 uur Jazz Orchestra of the Concertgebouw Rhythm Changes Double Bill
za 4 mrt / 19.00 uur college + 20.15 uur concert Café Zimmerman + Andreas Staier Bach op het grensvlak van een tijdperk + COLLEGE
Maart
zo 5 mrt / 19.00 uur Cross-linx Efterklang & The Happy Hopeless Orchestra, Ane Brun & Zapp4, Hauschka, In Code, My Brightest Diamond, DM Stith, U: & ekke, Shara Nova, Jerboah, Padma Newson & Unrembered Orchestra, There Are No More Four Seasons, VanDryver, James Oesi, Molino, Matteo Mijderwijk, Bram Stadhouder, Perforator
wo 1 mrt / 20.15 uur Ralph van Raat Alle etudes van Ligeti
Huil van de Wolff
za 25 feb / 21.30 uur Sonic Acts 2017 zo 26 feb / 15.00 uur Sweelinck Barokorkest Sturm und Drang
do 2 mrt / 12.30 uur Lunchconcert Ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds do 2 mrt / 20.15 uur Lets Radiokoor + Sinfonietta Riga De klaagzang van Adam vr 3 mrt / 20.15 uur The Gloaming Live in concert
Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15