Za 23 sep 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Strijkkwartetten
Belcea Quartet De dood en het meisje
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Serie Strijkkwartetten Za 23 sep 2017 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Belcea Quartet De dood en het meisje Corina Belcea viool Axel Schacher viool Krzysztof Chorzelski altviool Antoine Lederlin cello Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) Grosse Fuge in Bes op. 133 (1825 - 1826) György Ligeti (1923 - 2006) Strijkkwartet nr. 1 ‘Métamorphoses nocturnes’ (1953 - 1954) ·· Allegro grazioso ·· Vivace, capriccioso ·· Adagio, mesto ·· Presto ·· Andante tranquillo ·· Tempo di valse, moderato, con eleganza, un poco capriccioso ·· Allegretto, un poco gioviale ·· Prestissimo
ca. 45 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Voorprogramma Entreehal 19.45 - 20.00 uur Dostojevski Kwartet Charlotte Basalo Vázquez viool Julia Kleinsmann viool Lisa Eggen altviool Emma Kroon cello Maurice Ravel (1875 - 1937) uit Strijkkwartet in F (1902 1903) 3. Très Lent 4. Vif ét agité
Krzysztof Penderecki (1933) Strijkkwartet nr. 2 (1968) ·· Lento molto ·· Vivace ·· Lento molto Pauze Franz Schubert (1797 - 1828) Strijkkwartet nr. 14 in d D810 ‘Der Tod und das Mädchen’ (1826) ·· Allegro ·· Andante con moto ·· Scherzo: Allegro - Trio ·· Presto - Prestissimo 2
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
Toelichting Alle kwartetten die vanavond gespeeld worden waren in hun tijd dermate revolutionair dat er hoofdschuddend op werd gereageerd. Beethovens Grosse Fuge werd door zijn uitgever vanwege de lengte en de complexiteit afgekeurd als finale van zijn strijkkwartet Opus 130. Stravinsky zei erover: ‘Deze muziek zal modern blijven tot het einde der tijden’. Ligeti’s Eerste strijkkwartet mocht door de vele tegendraadse klanken niet uitgevoerd worden in communistisch Hongarije. Penderecki vierde met grootschalige werken triomfen, niet alleen in zijn vaderland Polen maar ook in West-Europa en Amerika. Toch klonk zijn wereldschokkende Tweede strijkkwartet voor het eerst in Berlijn en niet in Polen. En Schuberts kwartet ‘Der Tod und das Mädchen’ werd tijdens zijn leven afgekeurd door het enige professionele kwartet in Wenen en pas drie jaar na zijn dood uitgegeven.
Ludwig van Beethoven Grosse Fuge op. 133 In 1824 ging het niet goed met Beethoven. Critici verkondigden dat zijn inspiratie uitgeput was. Hij was volledig doof, eenzaam en ziek en hij had grote geldzorgen. Hij had zich al een kleine vijftien jaar niet met strijkkwartetten beziggehouden. Daarom kwam de brief van de Russische vorst Galitzin als een godsgeschenk. Hij
vroeg Beethoven daarin om voor hem, als amateurcellist, een aantal strijkkwartetten te schrijven. Beethoven mocht zelf bepalen wat zijn honorarium zou worden. Aan dit verzoek danken wij drie composities die volgens velen het non plus ultra zijn op strijkkwartetgebied: Opus 127, 130 en 132. De premières werden verzorgd door het Schuppanzigh Kwartet, destijds het enige beroepskwartet in Wenen. Opus 130 werd voor het eerst gespeeld op 21 maart 1826. Beethoven zat tijdens dat concert niet in de zaal maar in een kroeg op de hoek. Hij had er toch niets van kunnen horen. Na afloop kwam de tweede violist Beethoven enthousiast melden dat het een oorverdovend succes was geweest en dat het tweede en vierde deel zelfs herhaald moesten worden. Beethoven antwoordde smalend: ‘Ja, ja, de makkelijke hapjes! Waarom niet de fuga? Ezels zijn het!’ Met die fuga bedoelde Beethoven het stuk van vandaag, de Grosse Fuge, oorspronkelijk de finale van Opus 130. Daar had het publiek vol onbegrip naar geluisterd. Ook een recensent viel erover: ‘Onbegrijpelijk. Net Chinees. Klinkt als een orkest dat aan het stemmen is’. Daarom haalden de leden van het kwartet en de uitgever, omzichtig manoeuvrerend, Beethoven over om een nieuwe, wat toegankelijker finale te schrijven. Als pleister op de wonde zou de Grosse Fuge als apart opus worden uitgegeven. Het stuk heeft de gemoederen 3
Toelichting
nogal beziggehouden. Tijdgenoot Anton Schindler had het over ‘het grootste monster van alle kamermuziek’. Maar Stravinsky zei: ‘Deze muziek is absoluut hedendaags. Zij zal modern blijven tot het einde der tijden… mijn absolute lievelingsmuziek’. Beethoven gebruikt het stuk als een etalage van diverse fugatische technieken. Soms grijpt hij terug op Bach, op andere momenten wijst hij vooruit naar Liszt en Wagner. Het kwartet is gebaseerd op een motief van vier noten. Toen Beethoven eenmaal begonnen was om dat motief te verwerken in fuga’s raakte hij zo geobsedeerd dat hij het moeilijk vond om er een punt achter te zetten. Hij besefte waarschijnlijk wel dat dit deel toch niet zo geschikt was als finale van een op zich al vrij lang kwartet. Daarom ging hij uiteindelijk akkoord om het deel afzonderlijk in druk te laten verschijnen. Na de Ouverture, waarin het motief van vier noten uitgebreid wordt gepresenteerd, barst de fuga los. We horen nog een tweede, hoekig thema en dan moet de behoorlijk wilde muziek meer dan 125 maten lang ‘fortissimo’ gespeeld worden. Plotseling verandert de toonsoort en volgt een tweede fugatische episode waarboven ‘pianissimo’ staat. Het derde gedeelte is sneller en gebaseerd op ritmische variaties op het hoofdmotief. Na nog meer metamorfoses van de twee basisthema’s horen we het coda, met daarin vage afspiegelingen van de thema’s, nog één climax en een abrupt slot. 4
György Ligeti Strijkkwartet nr. 1 ‘Métamorphoses nocturnes’ Ligeti had enorm veel bewondering voor zijn oudere collega Bartók. Terugkijkend zei hij later: ‘Bartók was voor mij het summum. Omdat hij zijn muziek had gebaseerd op volksmuziek kwam ik op het idee om dat ook te doen. Daarom begon ik volksmuziek te bestuderen’. Maar in het streng communistische Hongarije van rond 1950 kreeg je nauwelijks de kans om Bartóks muziek te horen. De autoriteiten gaven uitsluitend toestemming om diens toegankelijker werken in het openbaar ten gehore te brengen.
In de jaren 50 waren klankexperimenten en snerpende dissonanten taboe in Hongarije Klankexperimenten en snerpende dissonanten waren taboe. Die zijn volop aanwezig in Bartóks Vierde Strijkkwartet. Ligeti bestudeerde diepgaand de partituur van dat stuk en besloot daarna om een enigszins vergelijkbaar kwartet te schrijven, ook al wist hij heel goed dat hij geen schijn van kans maakte om het ooit in Hongarije uitgevoerd te krijgen. De première van dat
Toelichting
kwartet, Ligeti’s eerste proeve in het genre, vond dan ook pas vier jaar na het ontstaan plaats, in Wenen. Dat was in 1958. Intussen was Ligeti tijdens de Hongaarse opstand van 1956 naar het Westen gevlucht en werkte bij de radio in Keulen. De muzikale taal van het kwartet lijkt inderdaad wel op die van Bartók. Ook de titel Métamorphoses nocturnes wijst naar muziek van Bartók waarin nachtelijke scènes zijn verklankt, zoals een deel uit zijn pianosuite In de Open Lucht dat Muziek van de Nacht heet. Maar er is absoluut geen sprake van slaafse navolging. Nieuw is dat de acht delen zonder pauzes achter elkaar gespeeld moeten worden. Net als Beethovens Grosse Fuge is het stuk gebaseerd op een motief van vier noten, dat allerlei metamorfosen ondergaat. Stemmingen wisselen elkaar razendsnel af. Somberheid, spanning, agressie, ongrijpbaarheid, vluchtigheid, grilligheid en treurnis. Ook geheimzinnigheid hoort thuis in dit rijtje en wordt nog eens extra benadrukt omdat de vier instrumenten zich soms in hetzelfde toongebied bevinden, zodat de luisteraar niet meteen weet waar het geluid vandaan komt. In deel VI horen we een decadent en koddig walsje dat ruw wordt verstoord. In het deel daarop schrijft Ligeti het ‘Bartókpizzicato’ voor: hierbij trekt de speler zo hard aan de snaar dat hij op de toets slaat, wat een scherpe tik toevoegt aan de toon. Een andere, door Ligeti veelgebruikte techniek is ‘sul ponticello’, dat wil zeggen dichtbij de kam strijken zodat
er een ijl en fluitachtig geluid ontstaat, wat bijdraagt tot de geheimzinnigheid. In de finale lijkt het soms of de instrumenten elkaar op de hielen zitten.
Krzysztof Penderecki Strijkkwartet nr. 2 In 1968, toen Penderecki zijn tweede strijkkwartet componeerde, was hij niet alleen beroemd in zijn vaderland, het communistische Polen, maar ook in WestEuropa en de Verenigde Staten. Hij werd uitgenodigd om gastcolleges te geven aan de conservatoria van Essen en Yale. Die roem had hij vooral te danken aan grootschalige werken met koor en orkest, waarin hij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdacht, zoals de Lukas Passion. Hij ontving de hoogste Poolse Staatsprijs en de Prix d’Italia. In zijn Strijkkwartet nr. 2 maakt Penderecki uitgebreid gebruik van allerlei speciale effecten. De nadruk ligt op het geluid van het strijkkwartet als collectief. Hij bedient zich van kwarttonen, waarbij dat de afstand tussen twee opeenvolgende noten in vier gelijke delen wordt verdeeld. Daarmee schudt Penderecki de luisteraar wakker omdat je deze kleine toonafstanden in meer conventionele muziek als vals ervaart. We horen geregeld heftige, agressieve ‘pizzicati’. Er klinken ‘glissandi’ (glijdende tonen) en tijdens het spelen verandert de 5
Toelichting
strijker met de stemsleutel de toonhoogte van de snaar. De instrumenten worden soms ook als gitaren bespeeld. Hij schrijft variaties voor in de snelheid waarmee gevibreerd wordt. Net als in Ligeti’s kwartet wordt er veel ‘sul ponticello’ (dichtbij de kam) gespeeld. En ‘sul tasto’, wat betekent hoog op de toets strijken in plaats van tussen de toets en de kam. Allebei bedoeld om ijselijk piepende fluittonen te produceren. Soms moet er met de strijkstok zoveel druk worden uitgeoefend dat de snaar de toets raakt. Ook wordt er met het hout van de strijkstok op de snaren geslagen en getrommeld op de kast van het instrument.
Met zijn Tweede strijkkwartet gaf Penderecki de gespannen internationale verhoudingen weer Penderecki heeft zelf gezegd dat dit kwartet bedoeld was om de gespannen internationale verhoudingen van 1968 weer te geven. We horen dan ook zonder vibrato gespeelde ‘glissandi’ die sterk doen denken aan luchtalarm. Het kwartet sluit af met een noot op de laagste snaar van de cello die de diepte in duikt omdat de cellist hem tijdens het strijken met de stemsleutel steeds lager stemt. De première vond niet plaats in Polen maar in Berlijn in 1970 en werd verzorgd door het Franse Quatuor Parrenin. 6
Franz Schubert Strijkkwartet ‘Der Tod und das Mädchen’ Tijdens de romantiek werd het mode om de dood als persoon te laten figureren in kunstwerken. In 1817 schreef Schubert een lied, Der Tod und das Mädchen, waarin de dood een jong meisje komt halen. Het meisje smeekt de dood: ‘Ga weg en raak me niet aan’. Maar de dood zegt: ‘Geef me je hand, ik ben jouw vriend. Ga maar zachtjes slapen in mijn armen’. De pianoinleiding van dat lied vormt het thema dat de onontkoombare dood voorstelt. Vrienden van Schubert waren zo weg van dat lied dat ze hem vroegen om het als basis te gebruiken voor een strijkkwartet. Dat deed hij in 1824 en die piano-inleiding vormt het uitgangspunt voor het tweede deel van het kwartet Andante con moto, bestaande uit vijf variaties en een coda. In januari 1826 vond er een doorspeelsessie plaats door een amateurkwartet. Schubert had zelf graag de altpartij voor zijn rekening genomen maar was drukdoende om fouten in zijn manuscript te verbeteren. En er klonken toen ongetwijfeld nog veel meer fouten want de amateurs waren absoluut niet opgewassen tegen deze moeilijke partituur. De tweede keer dat het stuk tijdens Schuberts leven werd doorgespeeld, stond het op de lessenaars van het enige professionele strijkkwartet dat Wenen in die dagen rijk was. Het Schuppanzigh Kwartet had de première verzorgd van alle kwartetten van Beethoven dus zou je zeggen
Toelichting
dat die wel wat in hun mars hadden. Maar het kwartet worstelde zich moeizaam door de partituur en na afloop zei de primarius tegen Schubert: ‘Dit is niets, jongeman, hou jij je nou maar bij je liederen’. Zwijgend haalde Schubert zijn partijen op en thuis legde hij ze op een grote stapel onuitgegeven muziek in de kast. Daar bleef het manuscript liggen tot drie jaar na zijn dood. Want toen werd het kwartet pas uitgegeven en al vrij gauw daarna is het een publiekslieveling geworden. De barse opening is een soort variant op het beginthema van Beethovens Vijfde symfonie. Het tweede thema is zoetgevooisd en lyrisch. Daarna wisselen het barse, het dreigende en het lyrische elkaar af, meestal hijgend voortgalopperend op een rusteloos ritme. Het Andante con moto dat daarna komt is dus een variatiedeel op het doodsthema uit bovengenoemd lied. Het thema blijft tijdens de vijf variaties redelijk intact, alsof Schubert wil benadrukken hoe onontkoombaar de dood is. Het Scherzo is doortrokken van dezelfde rusteloze ritmische drive als het eerste deel. Het Trio – het middendeel dat klinkt voordat het Scherzo herhaald wordt – biedt wat lyrische ontspanning. De finale, Presto, herbergt zo mogelijk nog meer ademloze onrust. Het ritmisch patroon is gebaseerd op de tarantella, een wilde Zuid-Italiaanse dans die mensen gebruikten om het gif van de beet van een grote spin uit hun lijf te krijgen. In het coda moet het tempo nog eens opgevoerd worden. En zo sluit het kwartet af met een spectaculair Prestissimo. Tekst toelichting: Thijs Bonger
7
Biografieën Componisten Ludwig van Beethoven Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) kreeg als kleine jongen in Bonn pianoles van zijn vader, maar hij leerde ook viool en altviool spelen van Franz Rovantini, een kleurrijke figuur die een poos bij de familie Beethoven in huis woonde. Later speelde hij altviool in het orkest van de keurvorst van Bonn, maar zijn favoriete instrument was de piano. In Wenen werd Beethoven vanaf 1792 allereerst beroemd als pianovirtuoos en improvisator, pas daarna als componist van overweldigende symfonieën en kamermuziek. Zijn strijkkwartetten werden vooral door het Schuppanzigh Kwartet gespeeld; de componist nam zelfs nog enige tijd vioolles bij de primarius van dat kwartet. In 1808 was Beethovens gehoor zo slecht geworden dat hij niet meer in 8
het openbaar als pianist kon optreden. Bij het instuderen van zijn late strijkkwartetten zat hij tussen de vier musici en wist ondanks zijn doofheid nog zoveel op te vangen dat hij aanwijzingen kon geven. Toen Beethoven stierf
had hij volgens violist Karl Holz zijn Tiende symfonie volledig in zijn hoofd en had die zelfs op de piano aan hem voorgespeeld. Van de uitwerking van zijn ideeën en schetsen is het echter niet meer gekomen.
Biografieën
György Ligeti György Ligeti (1923 2006) werd geboren in Transsylvanië en studeerde vanaf 1942 in Boedapest. In 1956 ontvluchtte hij zijn land na de door de Russen neergeslagen Hongaarse opstand, en uiteindelijk werd hij Oostenrijks staatsburger. Ligeti groeide uit tot een van de belangrijkste componisten van de Europese avant-garde. Hij studeerde bij Ferenc Farkas en Sandor Veress, maar zijn belangrijkste inspirator was de in 1940 uit Boedapest vertrokken Béla Bartók. Net als zijn grote voorbeeld deed Ligeti onderzoek naar de Hongaarse en Roemeense volksmuziek en componeerde aanvankelijk in een aan Bartók verwant idioom. In de vroege jaren zestig verraste hij de complete westerse avantgarde met werken als Atmosphères en Lux Aeterna waarin micropolyfonie een belangrijke rol speelde en waarin de klanken behandeld
foto: Schott Promotion-H.J. Kropp
werden als vlakken en als klanknevels. Na een diepe crisis in de jaren zeventig ontstonden werken zoals de absurdistische opera Le grand macabre waarin de melodie weer een rol speelde.
Ook begon het verleden via toespelingen door te dringen in zijn muziek. In latere werken zoals de Piano études waren bovendien niet-westerse ritmes van invloed op zijn muzikale taal. 9
Biografieën
Krzysztof Penderecki De Poolse componist Krzysztof Penderecki (1933) nestelde zich als een komeet aan het front van de naoorlogse avant-garde met zijn uit 1961 stammende Threnody for the victims of Hiroshima. Penderecki volgde zijn opleiding aan de Muziekacademie van Krakau waar hij later zelf compositie doceerde. Met Threnody for the victims of Hiroshima liet hij een geheel nieuw geluid horen dat velen tot inspiratie dienden. Ook veel andere werken waarin Penderecki gebruik maakte van enorme clusters, glissandi en andere klankeffecten, spraken tot de verbeelding. Vanaf de jaren tachtig keerde hij de avant-garde deels de rug toe en concentreerde hij zich meer op traditionele elementen als melodie en harmonie, al blijven zijn acht symfonieën en vele koor- en kamermuziekwerken altijd doordrongen van een zekere ‘demonische’ klankkwaliteit. 10
Biografieën
Franz Schubert Franz Schubert (1797 1828) was de zoon van een muzikale schoolmeester die hem leerde vioolspelen. Pianoles kreeg hij van zijn oudere broer Ignaz en ook leerde hij zingen. Met zijn mooie jongenssopraan werd hij op zijn elfde aangenomen in de keizerlijke hofkapel die verbonden was met het ‘Konvikt’, een kostschool en de beste onderwijsinstelling van Wenen. Rond zijn veertiende schreef hij zijn eerste strijkkwartetten die gespeeld werden in de familiekring wanneer hij thuis was tijdens de vakanties. In totaal componeerde Schubert zo’n achttien strijkkwartetten waarvan er maar vier regelmatig worden gespeeld. In het openbaar werden zijn kwartetten tijdens zijn leven niet uitgevoerd, maar zijn pianotrio’s waren zeer waarschijnlijk een paar keer te horen tijdens vriendenavonden, gespeeld door leden van het Schuppanzigh Quartett met
pianist Bocklet. Tegen het einde van zijn leven schijnt Schubert zelfs bevriend te zijn geweest met violist Ignaz Schuppanzigh die zo nauw betrokken was bij de uitvoering van Beethovens kwartetten. 11
Biografieën
Uitvoerenden Belcea Quartet De leden van het Belcea Quartet zijn niet beperkt door traditionele grenzen. Hun uiteenlopende culturele achtergronden staan garant voor hun dynamische en vrije interpretatieve stijl. Het kwartet is opgericht aan de Royal College of Music in Londen in 1994 en gevestigd in GrootBrittannië. De Roemeense violiste Corina Belcea en de Poolse violist Krzysztof Chorzelski, de twee oprichters, brengen een heel eigen artistieke herkomst naar het ensemble. Axel Schacher (viool) en Antoine Lederlin (violoncello) zijn afkomstig uit Frankrijk. Het Belcea Quartet mengt deze uiteenlopende invloeden in een gemeenschappelijke muzikale taal. Deze veelzijdigheid komt terug in de repertoirekeuze van het kwartet. Zo speelde het de wereldpremières van onder meer Mark-Anthony 12
Turnages strijkkwartetten Twisted Blues with Twisted Ballad in 2010 en Contusion in 2014 en Thomas Larchers lucid dreams in 2015. Deze premières worden verbonden met de grote werken van de klassieke en romantische perioden. Vanaf dit seizoen is het Belcea Quartet artist in residence in de nieuwe Pierre Boulez Saal in Berlijn. Het kwartet resideert sinds 2010 in het Wiener Konzerthaus samen met het Artemis Quartet. De muzikanten hebben onlangs hun eigen Belcea Quartet Trust opgericht, mat als hoofddoel jonge strijkkwartetten te ondersteunen en te inspireren met intensieve coachingsessies. Ook geeft de trust opdracht aan toonaangevende componisten voor het schrijven van nieuwe werken die in de toekomst door het kwartet worden gepresenteerd.
BiografieĂŤn
foto: Marco Borggreve
13
BiografieĂŤn
Dostojevski Kwartet Het Dostojevski Kwartet werd in oktober 2014 opgericht. De jonge musici studeren allen aan het Conservatorium van Amsterdam. Het strijkkwartet ontving lessen van onder anderen Dmitri Ferschtman, Eberhard Feltz, LucMarie Aguera en Marc Danel (primarius van het Quatuor Danel). Vanaf najaar 2016 studeren de leden aan de Nederlandse Strijkkwartetacademie in het traject voor conservatoriumstudenten. Ook volgden zij in seizoen 2016-2017 het coachingstraject van het Quator Danel opgezet in samenwerking met TivoliVredenburg. In de korte tijd dat ze samen zijn, speelden ze meerdere malen in het Muziekgebouw en als onderdeel van verschillende kamermuziekseries in heel Nederland. Ook werkten ze samen met het Dudok Kwartet en altvioliste Francien Schatborn. 14
foto: Tess.Photography
Verder waren ze te gast bij AmsterdamFM en Opium op Radio 4. Naast hun passie voor kamermuziek hebben de jonge musici van het Dostojevski Kwartet ook individueel vele masterclasses en cursussen gevolgd. Ook deden zij met veel succes mee aan concoursen. Zo zijn de leden allen afzonderlijk prijswinnaars van het toonaangevende Prinses Christina Concours. Lisa, Julia en Emma spelen alle drie op een instrument ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds.
Verwacht
Strijkkwartet Biënnale Amsterdam Za 27 januari t/m za 3 februari 2018
Van 27 januari t/m 3 februari 2018 staat het Muziekgebouw helemaal in het teken van de allereerste editie van de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam. Wereldwijd het eerste festival dat zo diepgaand en grootschalig een van de meest bijzondere genres in de klassieke muziek viert: het strijkkwartet, de poëzie onder de kamermuziek. Dompel je iedere dag van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat onder in het strijkkwartet! Line-up 2018 onder andere Brentano String Quartet / Cuarteto Casals / Quartetto di Cremona / Quatuor Danel / DoelenKwartet / Doric String Quartet / Dudok Kwartet Amsterdam / Emerson String Quartet / Hagen Quartett / O/Modernt String Quartet / Cuarteto Quiroga / Ragazze Quartet / Ruysdael Kwartet / Signum Quartett Emerson Quartet Kaartverkoop via het Muziekgebouw. Kijk ook op www.sqba.nl
15
Special Strijkkwartet Marathon
Verwacht
vr 17 t/m zo 19 nov 2017
Quatuor Diotima Drie grote vernieuwers In 1937 combineerde het fameuze Weense Kolisch Quartet op uitdrukkelijke wens van componist Arnold Schönberg (18741951) zijn vier strijkkwartetten met de late strijkkwartetten van Beethoven (1770-1827). In een unieke marathon in het Muziekgebouw herhaalt het Franse Quatuor Diotima deze tour de force niet alleen, het voegt er óók het Livre pour quatuor van Pierre Boulez (1925-2016) aan toe. Boulez was zo enthousiast over het spel van Quatuor Diotima, dat hij zijn onvoltooide Livre pour quatuor in hechte samenwerking met het kwartet herzag en voltooide. In één weekend staan deze monumenten van drie grote muzikale vernieuwers centraal: een ontmoeting tussen schoonheid en historie.
16
Quatuor Diotima foto: Verena Chen
Verwacht
vr 17 nov / Grote Zaal / 20.15 uur Programma: Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 12 / Pierre Boulez Livre pour quatuor delen I a en I b (rev. 2012) / Arnold Schรถnberg Strijkkwartet nr. 1 za 18 nov / Grote Zaal / 15.00 uur Programma: Arnold Schรถnberg Strijkkwartet nr. 2 / Pierre Boulez Livre pour quatuor delen III a-c en V (rev. 2012) / Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 13 met Grosse Fuge op.133 za 18 nov / Grote Zaal / 20.15 uur Programma: Arnold Schรถnberg Strijkkwartet nr. 3 / Pierre Boulez Livre pour quatuor deel II (rev. 2012) / Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 14
Pierre Boulez foto: Philippe Gontier
zo 19 nov / Grote Zaal / 15.00 uur Programma: Arnold Schรถnberg Strijkkwartet nr. 4 / Pierre Boulez Livre pour quatuor deel VI (rev. 2012) / Ludwig van Beethoven Strijkkwartet nr. 15
17
Verwacht
do 5 okt / 20.15 uur Nieuw Ensemble Omwentelingen
wo 11 okt / 20.15 uur Benjamin Grosvenor Hommage aan de piano
September
vr 6 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Alexander Sitkovetsky De roep van de violen
do 12 okt / 20.15 uur Nederlands Blazers Ensemble Georgië
za 7 okt / 14.15 uur De IJ-Salon Mails van vroeger
vr 13 okt / 20.15 uur Carminho Canto
za 7 okt / 20.15 uur Pierre Hantaï Carte blanche: Domenico Scarlatti
za 14 okt / 19.00 uur college + 20.15 uur concert Capella de la Torre + RIAS Kammerchor Echo’s van de Reformatie
do 28 sep / 20.15 uur Homo Instrumentalis Silbersee vr 29 sep / 20.15 uur Collegium Vocale Gent De klankkathedraal van Schnittke za 30 sep / 20.15 uur Busch Trio De mooiste Tsjechische pianotrio’s
Oktober zo 1 okt / 11.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen + Maarten Havinga Fokker-orgel XL!
Kijk Muziek! zo 8 okt 13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Kras (2-4) Alle Hoeken van de Kamermuziek 15.30 uur 3ACH, a stairway to heaven (6+) Zonzo Compagnie + Oorkaan
zo 1 okt / 20.15 uur PRJCT Amsterdam De troost van Stabat Mater
zo 8 okt / 20.15 uur Avital meets Avital Vernieuwende klankkleuren
wo 4 okt / 20.15 uur Nederlands Kamerkoor + Peter Dijkstra Vespers van Rachmaninov
wo 11 okt / 20.00 uur / Atriumzaal Les in jazz Vera Vingerhoeds
18
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
19