Wo 25 okt 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Grote Zangers
Matthias Goerne +Â Alexander Schmalcz Brahms volgens Matthias Goerne Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Serie Grote Zangers Wo 25 okt 2017 Grote Zaal 20.15 - 21.20 uur
Matthias Goerne + Alexander Schmalcz Brahms volgens Matthias Goerne Matthias Goerne bariton Alexander Schmalcz piano Johannes Brahms (1833 - 1897) 9 Lieder und Gesänge op. 32 (1864) ·· Wie rafft’ ich mich auf in der Nacht ·· Nicht mehr zu dir zu gehen ·· Ich schleich umher ·· Der Strom, der neben mir verrauschte ·· Wehe, so willst du mich wieder ·· Du sprichst, daß ich mich täuschte ·· Bitteres zu sagen denkst du ·· So stehn wir, ich und meine Weide ·· Wie bist du, meine Königin
ca. 65 minuten zonder pauze
VOORPROGRAMMA Grote Zaal 19.30 - 19.45 uur Jeannette van Schaik sopraan Daan Boertien piano Henri Duparc (1848 - 1933) L’invitation au voyage Extase Lamento Serenade Florentine Élegie Chanson Triste
Liederen op gedichten van Heinrich Heine Sommerabend op. 85/1 (1878 - 1882) Mondenschein op. 85/2 Der Tod, das ist die kühle Nacht op. 96/1 (1884) Es schauen die Blumen op. 96/3 Meerfahrt op. 96/4 Vier ernste Gesänge op. 121 (1896) ·· Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh ·· Ich wandte mich und sahe an ·· O Tod, wie bitter bist du ·· Wenn ich mit Menschen- und mit Engelzungen redete 2
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
Welkom Normaal is dit welkom gericht aan u, publiek van Grote Zangers. In dit heel speciale geval wil ik ook Matthias Goerne, de beste zanger van de wereld, welkom heten. BBC Music Magazine, Gramophone én de Echo muziekprijs riepen hem uit tot de beste; alsof hij een Oscar, Golden Globe en Palme d’Or wint in één en hetzelfde jaar. De interessante vraag is natuurlijk: wat maakt Matthias Goerne de beste zanger van de wereld? De juryrapporten grossieren in algemeenheden, dus dacht ik zelf na over een antwoord. Er zijn drie dingen waar een beste zanger sowieso aan moet voldoen. Ten eerste heeft hij een prachtige stem, die direct herkenbaar is, ten tweede werkt hij met de beste dirigenten en orkesten ter wereld en tenslotte is een beste zanger beresterk, fysiek en mentaal. Er zijn meerdere zangers die aan deze drie eigenschappen voldoen, waarschijnlijk de meeste Grote Zangers wel, maar waarin onderscheidt Matthias Goerne zich dan specifiek?
wel als beste dat zang communicatie is die van ziel tot ziel gaat. Geen effectbejag, geen sierlijkheid, decorstukken en lichteffecten, dat heeft hij al helemaal niet nodig; hij lijkt zelfs nauwelijks oogcontact te zoeken met de zaal. Zijn focus lijkt volledig en die legt hij op aan u, aan het publiek. Hij zingt niet, hij ís zang. Zelden is concentratie bij het publiek alomvattender dan bij Goerne.
Ten eerste, denk ik, door zijn improvisatievermogen. Wie er was bij zijn optreden in september 2015 in het Muziekgebouw, herinnert zich dat hij tijdens Des Baches Wiegenlied uit Die schöne Müllerin van Schubert ging spelen met tijd, met stilte. Dat lied duurt doorgaans zes minuten, hij deed er twaalf minuten over. Het leek of hij de tijd stilzette. Pure improvisatie! Ten tweede zingt Goerne volkomen dramatisch. Dat wil zeggen: met het hele lichaam. Eén ademteug lijkt bij hem wel een container lucht te bevatten. Die gaat niet alleen naar zijn longen maar in zijn hele lijf zitten. Van kruin tot kleine teen, elke vezel in zijn lichaam doet mee om klank te produceren. Dat doen weinig hem na. Ten derde begrijpt Goerne misschien
Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers
Ik wens u een mooi concert. Ik hoop dat de concerten van Matthias Goerne net zo fijn worden als vorige keer en dat we de beste zanger van de wereld ook in de toekomst vaker zullen horen in Grote Zangers.
De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan ’t IJ
3
Toelichting ‘Nog nooit heb ik met zoveel liefde, ja verliefdheid, iets bij elkaar gecomponeerd en je weet hoe ongegeneerd verliefd ik kan zijn – op iets onbekends’, zei Johannes Brahms over zijn zevendelige verzameling 49 Deutsche Volkslieder. Misschien verbazend, dat zijn liefde voor simpele volksliedjes zo groot was. ‘Doorwrocht’ is het woord om zijn werk mee te benoemen. Lange lijnen trekt hij door zijn muziek; geen noot die niet naar een andere verwijst, desnoods een paar delen verderop. Moet ik deze passage in tweeën of in drieën slaan, zo staat een dirigent regelmatig over een Brahmspartituur gebogen – wanneer onderhuids de muziek zich anders begint te groeperen dan je eerst zou denken. En dan was het ideaal van deze constructivistische grootmeester het volksliedje. ‘Het [kunst]lied slaat zo snel een verkeerde richting in, dat je je het ideaal niet stevig genoeg kunt inprenten. En dat is voor mij het volkslied.’ Bij alle complexiteit moest je de simpele kern niet uit het oog verliezen. Iets ingewikkelds kan alleen worden gebouwd op iets dat puur, eenvoudig, ‘enkel’ en onwankelbaar is. Zo zag Brahms dat. En hoe begrijpelijk bovendien dat hij, met zijn complexe karakter, juist de eenvoud beminde. Het ene moment moest hij zich wel uiten over de zelfmoordpoging, de geestesziekte en vroege dood van zijn beste vriend Robert Schumann (Eerste pianoconcert); het andere brachten de simpelste woorden, een rijmpje van niets hem zijn mooiste muzikale thema’s in de pen. Hij hoefde maar iets dat vagelijk rijmde te horen, of daar kwamen de melodieën al. Over Schumann gesproken: punt twee in Brahms’ oeuvre, zijn liedoeuvre in het bijzonder, was de liefde. Brahms was licht ontvlambaar, altijd al geweest maar zijn grootste liefde werd Clara Schumann. Inderdaad, de wettige echtgenote van Robert. Karakteristiek maakte hij op een zekere oktoberdag in 1853 – Brahms, krap twintig, was 4
nog een jonge god met lange blonde lokken en stralend blauwe ogen – zijn entree bij dit kunstenaarspaar met zijn lied Liebestreu in het donkerste es mineur (op. 3 nr. 1). Alsof hij de bui al zag hangen: ‘O versenk, o versenk dein Leid, mein Kind in die See, in die tiefe See!’ – ‘Meine Treue, die hält ihn aus.’ Clara hield hem veertig jaar lang, tot haar dood, in haar ban. Het begon met hartstocht, het eindigde met diepe vriendschap.
Ook al was er veel tussen Brahms en Clara Schumann, ze trouwden nooit Tussendoor waren daar Brahms’ smachten, verwijten, afstandnemen en zijn diepe schuldgevoelens jegens Robert. ‘Ik zou, bij God, willen dat ik vandaag in plaats van deze brief te schrijven, bij jou kon zijn om met mijn eigen mond te zeggen dat ik sterf van liefde voor je.’ Het liegt er niet om. Maar ook: ‘[Ik] stel mezelf [bij het componeren] altijd de vraag of het de goedkeuring zal wegdragen van een vrouw als Clara Schumann.’ Ze was zijn godin, een heilige, de ideale vrouw, de ‘ferne Geliebte’.
Toelichting
Clara schemert achter veel Brahmsliederen – tot en met zijn laatste Vier ernste Gesänge, geschreven toen ze op sterven lag. Hoezeer hem dat aangreep maakt deze doodsombere muziek wel duidelijk. De Lieder op. 32 beschrijven een proces van toenemende (emotionele) verwijdering van de geliefde, de bijbehorende neerslachtigheid, frustratie, het besef van verspild leven én eeuwigdurende liefde: Clara? Heeft ze overigens Brahms’ liefde beantwoord? De vriendschap zeker, terwijl haar brieven laten zien dat ze bepaald niet onverschillig tegenover het genie stond. Er was veel tussen hen. Ze trouwden echter nooit, ook niet nadat Robert in 1856 was overleden.
Ze inspireerden hem: Clara, Elisabeth, Agathe von Sebold, Rosa Gorzick, Hermine Spies – de laatste twee weer beeldschone zangeressen. Hij deed hen zijn liederen cadeau, al dan niet als platonisch surrogaat. Daarnaast componeerde Brahms zijn liederen met een praktisch doel. Er was een goede markt voor. Het lied vierde in de negentiende eeuw hoogtijdagen; niet alleen op het concertpodium maar ook in de huiskamer. Er had zich een grote middenstand ontwikkeld, een burgerij die van cultuur moest worden voorzien. De huiskamer behoorde zelfs tot de grootste peilers van het muziekleven, samen met de vele amateurkoren, die Brahms ook ruim voorzag.
Brahms trouwde überhaupt nooit, had zelfs nooit een langdurige relatie. We lazen het al: ‘Je weet hoe ongegeneerd verliefd ik kan zijn – op iets onbekends.’ De intensiteit van zijn talloze verliefdheden was omgekeerd evenredig aan zijn behoefte tot afstand. Een enkele keer heel letterlijk. Op zekere dag kreeg hij de bloedjonge zangeres Elisabeth Stockhausen als leerlinge. ‘Zo’n prachtig nekje, zulke schoudertjes; zo schitterend wit’ – hij stuurde haar direct door naar een collega. Hij kon zich geen houding geven, geen woord met haar wisselen, laat staan elke week les geven. De collega verwees het meiske op zijn beurt óók weer door. Pas toen Fräulein Stockhausen Frau von Herzogenberg was geworden, durfde Brahms haar weer te ontmoeten. Hij componeerde prompt een sloot liederen. En hij maakte de eerste schetsen van de Vier ernste Gesänge mogelijk met haar in gedachten.
In totaal schreef hij zo’n tweehonderd liederen. Ze reiken van zijn Opus 3 uit 1853 tot Opus 121, de Vier ernste Gesänge uit 1896. Brahms klinkt vandaag chronologisch, in drie blokjes, waarbij afstand in tijd niet altijd staat voor afstand in emotionele gedaante. Hoewel twintig jaar uit elkaar geschreven vertonen Opus 32 en Opus 96 veel meer overeenkomsten dan Opus 96 en Opus 121, waar slechts twaalf jaar tussen zit. De bittere Vier ernste Gesänge, met hun Bijbelteksten, staan in Brahms oeuvre sowieso apart. Ze ontstonden na een opvallende, tienjarige ‘Lieder’-stilte. 9 Lieder und Gesänge op. 32 Zoals gezegd, het geringste kon Brahms inspireren. Hem is wel eens verweten dat hij zulke middelmatige gedichten op muziek zette. Had hij, anders dan zijn 5
Toelichting
vriend Schumann (u kunt het overmorgen zelf naluisteren) dan geen literair bewustzijn, geen smaak? Bij Brahms relatief weinig Goethe, slechts twee keer Schiller. Het feit dat hij straks nog met vijf Heine-liederen voor de dag komt, vertekent, want héél veel meer van de romantische dichtervorst zette Brahms niet op muziek. Hij had meer op met dichters waar nu niemand meer een lettergreep van zou kennen als niet toevallig hij er zijn genie oogluikend op had losgelaten: Candidus, Schenkendorf, Groth,Wenzig, Felix Schumann (overigens een zoon van). Waarschijnlijk wenste hij niets beters; een eenvoudige stemming, een simpel beeld: de noten stroomden al. Van de twee dichters in Opus 32 is August von Platen nog wel een naam. Een getormenteerde romantische ziel was hij, rusteloos door Europa zwervend om tenslotte ver van huis in Syracuse te sterven, geestelijk in de war, nog geen veertig jaar oud. Zijn gedichten dragen van zijn moeilijke leven de sporen. Over Georg Friedrich Daumer echter schrijft Brahms’ biograaf Malcolm MacDonald: ‘een modieuze, “very minor poet” waar Brahms opmerkelijk genoeg dol op was.’ Daumer kon als dichter niet echt op eigen voeten staan en was op zijn best in zijn bewerkingen van oosterse poëzie. Beide dichters zijn echter loten van dezelfde stam die de Duitse romantiek heet, want beiden geven uitdrukking aan die grote romantische thema’s: onrust, liefde en verlangen. 6
We horen Von Platens zwerversziel meteen in het eerste lied Wie rafft' ich mich auf in der Nacht. De dichter maakt een nachtwandeling door de stad. Op een brug blijft hij staan, en kijkt naar de zo snel wegvlietende golven van het beekje onder hem (het moet wel zo’n echt oud negentiende-eeuws Duits stadje zijn – in welke moderne stad hebben beekjes tegenwoordig nog een kans?). Niet één golf die ooit nog terugkeert, denkt hij. Eenzelfde besef van voorbijgaan en zinloosheid treft in Der Strom, der neben mir verrauschte: ‘de stroom, ruisend naast mij, waar is hij nu; de vogel, wiens lied ik hoorde, waar is hij nu?’ Brahms neemt de tijd om over deze vragen na te denken door pauzes in te lassen of met een intermezzo in de piano. De laatste drie liederen baseren zich op gedichten van de veertiende-eeuwse Perzische dichter Al Hafis, door Daumer in het Duits vertaald. Hafis had vanwege het tedere karakter van zijn taal de bijnaam ‘Suikerlip’ en lieflijk is zeker Wie bist du meine Königin, het laatste, lange slotlied. De geliefde wordt bezongen als de geuren van de lente, de glans van de bloeiende rozen, de kwellende hitte van de woestijn en als bittere doodspijn. Of de liefde voor deze ‘koningin van zijn hart’ hem nu vreugde of smart bereidt, de hoofdpersoon beleeft alle gemoedsaandoeningen als even verrukkelijk. Dat is nog eens wat anders dan bij Von Platen, die bij zoiets lieflijks als een kabbelend beekje verzonk in een besef van sterfelijkheid.
Toelichting
Liederen op gedichten van Heinrich Heine ‘Geen componist tussen 1830 en 1880 die niet vrijelijk putte uit Heines collectie nachtegalen, zeegezichten en maanovergoten pijnbomen. Het totaal aantal op Heine-teksten gebaseerde liederen wordt geschat op zesduizend.’ Aldus Martin van Amerongen in zijn briljante Heine-boek Het matrassengraf.
weggelaten. De Heine-teksten kunnen vrij precies worden gedateerd: ‘gedichtet im Herbste’, zette Heine erbij en ze verschenen in 1822 in een tijdschrift (later herdrukt in het Buch der Lieder). Der Tod, das ist die kühle Nacht vergelijkt het leven met de dag en de dood met de nacht; in Es schauen die Blumen klinkt een roep naar de verre geliefde, en in Meerfahrt is een triest koppel doof voor de lieflijke muziek van het eiland der geesten.
Ook Brahms kon kennelijk diens immens populaire Buch der Lieder niet laten liggen. De Heine-liederen Opus 85 nr. 1 en nr. 2 uit 1778, vormen een paar. Brahms componeerde vaak in paren: de Eerste en Tweede symfonie ontstonden snel na elkaar, evenals de Derde en de Vierde, de twee klarinetsonaten, de twee strijkkwartetten Opus 51 en de pianokwartetten Opus 25 en 26. Sommerabend en Mondenschein haken prachtig in elkaar: het laatste woord van het eerste, ‘Mondesscheine’, suggereert duidelijk al het tweede lied, waarin na een evocatie van nacht en vermoeidheid de muziek van Sommerabend terugkeert, nieuw wordt uitgewerkt tot het de helende schoonheid van manestralen uitbeeldt.
Vier ernste Gesänge
Zes jaar later, lente en zomer 1884 in Wenen en Mürzzuschlag, kwamen de Vier Lieder op. 96. Ze werden gepubliceerd met een nogal expressionistisch zwart-wit omslag van Max Klinger, een toen bekend kunstenaar en tevens schepper van een beroemd Beethovenbeeld in Leipzig. Nogal verrassend plaatste Brahms tussen de Heine-liederen er eentje van Daumer, dat vandaag wordt
De eerste keer dat hij ze, na lang aandringen, in kleine kring voorzong kon hij zijn tranen niet bedwingen. En vreemd hoe hij ze op zijn verjaardag aan een paar vrienden toonde: ‘Dit is een cadeau voor mezelf. Alleen voor mij. Als jullie de teksten lezen, zullen jullie begrijpen waarom.’ Tenslotte publiceerde Brahms de Vier ernste Gesänge toch, maar pas nadat hij aan de eerste drie uitzichtloze
Dit was geen muziek voor publiek. Te dicht stond het werk bij hem zelf. ‘Je kunt zoiets toch niet laten drukken?’ zei Brahms over zijn Vier ernste Gesänge. Hij componeerde ze in het voorjaar van 1896, als 62-jarige. Vrienden overleden en hij verwachtte elk moment het bericht van de dood van Clara Schumann. Veertig jaar intiem bevriend – ze kende hem beter dan wie ook. Een vrouw zonder wie het leven zinloos zou zijn. Kaal, leeg en ijdel: zo schilderde Prediker uit de Bijbel het leven af en deze teksten koos Brahms voor zijn laatste liederen. Aangrijpende muziek.
7
Toelichting
liederen er één had toegevoegd dat enige hoop uitstraalde, op tekst van de Eerste Brief aan de Korinthiërs van de apostel Paulus over ‘geloof, hoop en liefde’. ‘Ik doe u een pleziertje,’ schreef Brahms aan zijn uitgever, ‘ik heb een paar liedjes geschreven. Ze zijn niet alleen maar grappig – integendeel, ze zijn vervloekt ernstig en zo goddeloos dat de politie ze zou verbieden wanneer niet elk woord uit de Bijbel kwam.’ Hij droeg ze op aan een vriend, genoemde Max Klinger; niet aan Clara. Misschien vreemd. Maar waarom ook anders dan in de muziek zelf zou hij zijn liefdesgevoelens uiten? Een jongeman schrijft liefdesbrieven; een oude sublimeert zijn gevoelens tot iets universelers. Tekst toelichting: Stephen Westra
8
Liedteksten Johannes Brahms Lieder Und Gesänge op.32 Wie rafft’ ich mich auf in der Nacht Tekst: August von Platen-Hallermünde (1796 - 1835)
Ik vloog overeind in de nacht en liep door de straten en verder. Ik keek over de brug in het water en naar de sterren in de verte. Ach, laat de spijt in mijn kloppend hart tot rust komen. Wie rafft’ ich mich auf in der Nacht, in der Nacht, Und fühlte mich fürder gezogen, Die Gassen verließ ich vom Wächter bewacht, Durchwandelte sacht In der Nacht, in der Nacht, Das Tor mit dem gotischen Bogen. Der Mühlbach rauschte durch felsigen Schacht, Ich lehnte mich über die Brücke, Tief unter mir nahm ich der Wogen in Acht, Die wallten so sacht, In der Nacht, in der Nacht, Doch wallte nicht eine zurücke. Es drehte sich oben, unzählig entfacht, Melodischer Wandel der Sterne, Mit ihnen der Mond in beruhigter Pracht, Sie funkelten sacht In der Nacht, in der Nacht, Durch täuschend entlegene Ferne.
Ich blickte hinauf in der Nacht, in der Nacht, Und blickte hinunter aufs neue: O wehe, wie hast du die Tage verbracht, Nun stille du sacht In der Nacht, in der Nacht, Im pochenden Herzen die Reue! Nicht mehr zu dir zu gehen Tekst: Georg Friedrich Daumer (1800 - 1875)
Ik besloot je niet meer op te zoeken, maar ga toch elke avond. Ik zou graag niet meer leven, maar wel voor en met jou. Ach, spreek één woord en laat je ware gevoel zien. Nicht mehr zu dir zu gehen Beschloß ich und beschwor ich, Und gehe jeden Abend, Denn jede Kraft und jeden Halt verlor ich. Ich möchte nicht mehr leben, Möcht’ augenblicks verderben, Und möchte doch auch leben Für dich, mit dir, und nimmer, nimmer sterben. Ach, rede, sprich ein Wort nur, Ein einziges, ein klares; Gib Leben oder Tod mir, Nur dein Gefühl enthülle mir, dein wahres!
9
Liedteksten
Ich schleich umher Tekst: August von Platen-Hallermünde
Ik dwaal maar rond, bedroefd en stom. Mijn hart schokt door zoveel pijn. De bladeren vergelen, er komt noodweer aan. Kan ik ooit te somber zijn? Ich schleich umher, Betrübt und stumm, Du fragst, o frage Mich nicht, warum? Das Herz erschüttert So manche Pein! Und könnt’ ich je Zu düster sein? Der Baum verdorrt, Der Duft vergeht, Die Blätter liegen So gelb im Beet, Es stürmt ein Schauer Mit Macht herein, Und könnt ich je Zu düster sein? Der Strom, der neben mir verrauschte Tekst: August von Platen-Hallermünde
Waar is de stroom gebleven naast mij, de zingende vogel, de roos van mijn vriendin, de kus die mij vervoerde? En waar is de mens die ik ooit was? Der Strom, der neben mir verrauschte, wo ist er nun? Der Vogel, dessen Lied ich lauschte, wo ist er nun? 10
Wo ist die Rose, die die Freundin am Herzen trug? Und jener Kuß, der mich berauschte, wo ist er nun? Und jener Mensch, der ich gewesen, und den ich längst Mit einem andern ich vertauschte, wo ist er nun? Wehe, so willst du mich wieder Tekst: August von Platen-Hallermünde
Wil je mij weer tegenhouden, keten? Weg ermee, laat het verlangen stromen in bruisende liederen. Laat de wind je wangen koelen, begroet de hemel vol lust. Adem de vijand uit je borst. Wehe, so willst du mich wieder, Hemmende Fessel, umfangen? Auf, und hinaus in die Luft! Ströme der Seele Verlangen, Ström’ es in brausende Lieder, Saugend ätherischen Duft! Strebe dem Wind nur entgegen Daß er die Wange dir kühle, Grüße den Himmel mit Lust! Werden sich bange Gefühle Im Unermeßlichen regen? Atme den Feind aus der Brust!
Liedteksten
Du sprichst, daß ich mich täuschte
So stehn wir, ich und meine Weide
Tekst: August von Platen-Hallermünde
Tekst: Georg Friedrich Daumer
Je zegt dat ik mij vergiste, maar je ogen en kussen brandden. Ik reken niet op een terugkeer, maar geef toe dat je mij liefhad.
Zo staan wij dan, ik en mijn geliefde, zo ongelukkig met elkaar. Ik kan niets doen waarvan zij houdt, zij kan niets doen dat mij ongelukkig maakt. Ik dank haar zelfs voor haar woede-uitbarstingen.
Du sprichst, daß ich mich täuschte, Beschworst es hoch und hehr, Ich weiß ja doch, du liebtest, Allein du liebst nicht mehr! Dein schönes Auge brannte, Die Küsse brannten sehr, Du liebtest mich, bekenn es, Allein du liebst nicht mehr! Ich zähle nicht auf neue, Getreue Wiederkehr; Gesteh nur, daß du liebtest, Und liebe mich nicht mehr!
So stehn wir, ich und meine Weide, So leider miteinander beide. Nie kann ich ihr was tun zu Liebe, Nie kann sie mir was tun zu Leide. Sie kränket es, wenn ich die Stirn ihr Mit einem Diadem bekleide; Ich danke selbst, wie für ein Lächeln Der Huld, für ihre Zornbescheide.
Bitteres zu sagen denkst du Tekst: Georg Friedrich Daumer (1800-1875)
Jij denkt bittere taal te spreken, maar nooit zul je krenken. Want de woorden glippen over zoete, zachte lippen. Bitteres zu sagen denkst du; Aber nun und nimmer kränkst du, Ob du noch so böse bist. Deine herben Redetaten Scheitern an korall’ner Klippe, Werden all zu reinen Gnaden, Denn sie müssen, um zu schaden, Schiffen über eine Lippe, Die die Süße selber ist. 11
Liedteksten
Wie bist du, meine Königin
Liederen op gedichten van Heinrich Heine
Tekst: Georg Friedrich Daumer
Wat ben je toch een genot, mijn koningin. Door jouw glimlach, jouw bloeien, jouw frisheid. Zelfs sterven in jouw armen is een heerlijkheid. Wie bist du, meine Königin, Durch sanfte Güte wonnevoll! Du lächle nur, Lenzdüfte wehn Durch mein Gemüte, wonnevoll! Frisch aufgeblühter Rosen Glanz, Vergleich ich ihn dem deinigen? Ach, über alles, was da blüht, Ist deine Blüte wonnevoll! Durch tote Wüsten wandle hin, Und grüne Schatten breiten sich, Ob fürchterliche Schwüle dort Ohn Ende brüte, wonnevoll! Laß mich vergehn in deinem Arm! Es ist ihm ja selbst der Tod, Ob auch die herbste Todesqual Die Brust durchwüte, wonnevoll!
12
Sommerabend Duister ligt de zomeravond over bos en weide. Er klinkt geklater in de beek. Een lieflijke elf baadt zich, de armen en nek schemeren wit in de maneschijn. Dämmernd liegt der Sommerabend Über Wald und grünen Wiesen; Goldner Mond, im blauen Himmel, Strahlt herunter, duftig labend. An dem Bache zirpt die Grille, Und es regt sich in dem Wasser, Und der Wandrer hört ein Plätschern, Und ein Athmen in der Stille. Dorten, an dem Bach alleine, Badet sich die schöne Elfe; Arm und Nacken, weiß und lieblich, Schimmern in dem Mondenscheine.
Liedteksten
Mondenschein
Es schauen die Blumen
Lieve maan, jouw licht schijnt over het zieke hart en moede leden en verjaagt mijn pijnen. Mijn ogen stromen over.
De bloemen kijken alle omhoog naar de zon, mijn liederen fladderen weg naar mijn stralende lief, met mijn tranen en zuchten.
Nacht liegt auf den fremden Wegen, Krankes Herz und müde Glieder; Ach, da fließt, wie stiller Segen, Süßer Mond, dein Licht hernieder;
Es schauen die Blumen alle Zur leuchtenden Sonne hinauf; Es nehmen die Ströme alle Zum leuchtenden Meere den Lauf.
Süßer Mond, mit deinen Strahlen Scheuchest du das nächt’ge Grauen; Es zerrinnen meine Qualen, Und die Augen übertauen.
Es flattern die Lieder alle Zu meinem leuchtenden Lieb Nehmt mit meine Tränen und Seufzer, Ihr Lieder, wehmütig und trüb!
Der Tod, das ist die kühle Nacht
Meerfahrt
De dood is de koele nacht, het leven de zwoele dag. Ik ben slaperig. In de boom boven mijn bed zingt de jonge nachtegaal, zelfs in mijn droom.
We zaten samen samen in het bootje, de nacht was stil. In het maanlicht lag het geesteneiland, waar lieve tonen klonken. Wij dreven echter voorbij, troosteloos op de wijde zee.
Der Tod, das ist die kühle Nacht, Das Leben ist der schwüle Tag. Es dunkelt schon, mich schläfert, Der Tag hat mich müd gemacht. Über mein Bett erhebt sich ein Baum, Drin singt die junge Nachtigall; Sie singt von lauter Liebe Ich hör es sogar im Traum.
Mein Liebchen, wir sassen beisammen, Traulich im leichten Kahn. Die Nacht war still, und wir schwammen Auf weiter Wasserbahn. Die Geisterinsel, die schöne, Lag dämm’rig im Mondenglanz; Dort klangen liebe Töne, Dort wogte der Nebeltanz. Dort klang es lieb und lieber, Und wogt’ es hin und her; Wir aber schwammen vorüber, Trostlos auf weitem Meer. 13
Liedteksten
Vier ernste Gesänge op. 121
Ich wandte mich und sahe an
Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh
De doden zijn gelukkiger te prijzen dan de onderdrukten en de onderdrukkers. Maar beter af is degene die ongeboren is en geen weet heeft van het onrecht onder de zon.
De mensen en dieren treft hetzelfde lot. Alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof. Daarom is het maar het beste voor de mens dat hij vreugde put uit alles wat hij onderneemt. Denn es gehet dem Menschen wie dem Vieh; wie dies stirbt, so stirbt er auch; und haben alle einerlei Odem; und der Mensch hat nichts mehr denn das Vieh: denn es ist alles eitel. Es fährt alles an einen Ort; es ist alles von Staub gemacht, und wird wieder zu Staub. Wer weiß, ob der Geist des Menschen aufwärts fahre, und der Odem des Viehes unterwärts unter die Erde fahre? Darum sahe ich, daß nichts bessers ist, denn daß der Mensch fröhlich sei in seiner Arbeit, denn das ist sein Teil. Denn wer will ihn dahin bringen, daß er sehe, was nach ihm geschehen wird? Prediker 3:19-22
14
Ich wandte mich und sahe an Alle, die Unrecht leiden unter der Sonne; Und siehe, da waren Tränen derer, Die Unrecht litten und hatten keinen Tröster; Und die ihnen Unrecht täten, waren zu mächtig, Daß sie keinen Tröster haben konnten. Da lobte ich die Toten, Die schon gestorben waren Mehr als die Lebendigen, Die noch das Leben hatten; Und der noch nicht ist, ist besser, als alle beide, Und des Bösen nicht inne wird, Das unter der Sonne geschieht. Prediker 4: 1-3
O Tod, wie bitter bist du Dood, wat ben je bitter voor degene die het goed gaat in alle dingen. En wat ben je goed voor de arme, verzwakte en oude mens vol zorgen. O Tod, wie bitter bist du, Wenn an dich gedenket ein Mensch, Der gute Tage und genug hat Und ohne Sorge lebet; Und dem es wohl geht in allen Dingen Und noch wohl essen mag! O Tod, wie bitter bist du.
Liedteksten
O Tod, wie wohl tust du dem Dürftigen, Der da schwach und alt ist, Der in allen Sorgen steckt, Und nichts Bessers zu hoffen, Noch zu erwarten hat! O Tod, wie wohl tust du! Jezus Sirach 41:1-2
Wenn ich mit Menschen- und mit Engelzungen redete Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen, al doorgrondde ik alle geheimen, bezat ik alle kennis, verkocht ik mijn bezittingen voor de armen, zonder liefde zou het mij niet baten. Straks resten enkel geloof, hoop en liefde, maar de grootste daarvan is liefde.
Und wenn ich alle meine Habe den Armen gäbe, und ließe meinen Leib brennen, und hätte der Liebe nicht, so wäre mirs nichts nütze. Wir sehen jetzt durch einen Spiegel in einem dunkeln Worte, dann aber von Angesicht zu Angesichte. Jetzt erkenne ichs stückweise, dann aber werd ichs erkennen, gleich wie ich erkennet bin. Nun aber bleibet Glaube, Hoffnung, Liebe, diese drei; aber die Liebe ist die größeste unter ihnen. 1 Korintiërs 13:1-3, 12-13
Wenn ich mit Menschen- und mit Engelzungen redete und hätte der Liebe nicht, so wär ich ein tönend Erz, oder eine klingende Schelle. Und wenn ich weissagen könnte und wüßte alle Geheimnisse und alle Erkenntnis, und hätte allen Glauben, also, daß ich Berge versetzte, und hätte der Liebe nicht, so wäre ich nichts.
15
Biografieën Componist Johannes Brahms Johannes Brahms (1833 1897) stamde uit een eenvoudige Hamburgse familie. Zijn vader, die contrabassist was, stimuleerde zijn muzikale ambities en zorgde ervoor dat hij op zevenjarige leeftijd pianoles kreeg. Om zijn ouders financieel te kunnen ondersteunen, speelde Brahms ‘s nachts in kroegen en bordelen. Zijn eerste composities schreef hij vanaf zijn achttiende. In 1853 werd hij begeleider van de Hongaarse violist Eduard Reményi. Samen reisden ze door Duitsland voor een grote concerttournee. Tijdens die tournee ontmoette hij Liszt en ook Schumann. Robert Schumann was erg onder de indruk van Brahms’ talent en zorgde ervoor dat zijn werken gedrukt werden. Niet lang daarna werd Schumann voor de rest van zijn leven opgenomen in een kliniek. Met zijn vrouw, Clara 16
Schumann, bleef Brahms bijzonder goed bevriend. In 1862 vestigde Brahms zich definitief in Wenen. Hij vestigde zich daar als vrij kunstenaar. Tijdens de eerste jaren in Wenen gaf Brahms vele concerten: hij voerde onder andere werken van Bach, Beethoven en Schumann uit. Daarna maakte hij concertreizen naar onder andere Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Nederland. Vanaf 1881 hield Brahms zich steeds intensiever met componeren bezig. Hij schreef een omvangrijk oeuvre bijeen met vier symfonieën, twee pianoconcerten een vioolconcert, koorwerken, liederen, kamermuziek en werken voor piano solo. Zijn laatste werken zijn illustratief voor zijn laatste levensjaren: die van een door het verlies van dierbare vrienden terneergeslagen man en van de mens die berust in een naderende dood. Brahms overleed in 1897 in zijn woning in Wenen, waar hij bijna dertig jaar had gewoond.
BiografieĂŤn
17
Biografieën
Uitvoerenden Matthias Goerne Bariton Bariton Matthias Goerne werd geboren in Weimar en ging in de leer bij HansJoachim Beyer, Elisabeth Schwarzkopf en Dietrich Fischer-Dieskau. Als een van de meest gewilde zangers van zijn generatie, is hij regelmatig te gast op prestigieuze festivals en in grote concertzalen over de hele wereld. In 2017 werd Goerne uitgeroepen tot ‘Sänger des Jahres’ door Echo Klassik en was hij winnaar van de Vocal awards van BBC Music Magazine en Gramophone. Voor zijn opnames ontving hij onder andere vier Grammynominaties, een ICMA-prijs, en de Diapason d’or arte. Na legendarische opnames met Vladimir Ashkenazy and Alfred Brendel voor het label Universal Music, voltooide hij onlangs een serie Schubert-liederen op twaalf 18
cd’s voor Harmoni Mundi. Zijn laatste opnames van Brahms-liederen met pianist Christoph Eschenbach en Mahler-liederen met de BBC Symphony kregen lovende kritieken. Goerne treedt ook regelmatig op in de opera sinds zijn debuut in 1997 bij de Salzburger Festspiele als Papageno in Mozarts Zauberflöte. Vorig seizoen maakte hij zijn debuut als Jochaan (Salome) in de Wiener Staatsoper. Afgelopen zomer zong hij de titelrol van de opera Wozzeck op het Salzburger Festival. Van 2001 tot en met 2005 gaf Goerne zangles op de Robert Schumann Akademie in Düsseldorf. Matthias Goerne is erelid van de Royal Academy of Music in Londen.
BiografieĂŤn
19
Biografieën
Alexander Schmalcz Piano Alexander Schmalcz is een gerenommeerd liedbegeleider. Hij werkte samen met zangers als Peter Schreier, Edita Gruberova en Anna Tomowa-Sintow Met Goerne nam hij Schubert-liederen op voor Harmonia Mundi onder de titel Nacht und Träume, een veel bejubelde cd. Schmalcz orkestreerde ook liederen van Schubert, uitgevoerd door Matthias Goerne en onder andere de Berliner Philharmoniker. Schmalcz was als jongen lid van het Dresdner Kreuzchor, en studeerde piano aan het conservatorium van Dresden. Hij zette zijn studie voort in Utrecht bij Alexander Warenberg en in Londen bij Ian Burnside en Graham Johnson. Kamermuziek speelde hij onder anderen met instrumentalisten als hoboïst Albrecht Mayer en klarinettist Dimitri Askenazy. Hij is echter vooral een specialist in het 20
romantische liedrepertoire en geeft concerten op vele belangrijke podia in Europa, Amerika en Azië.
BiografieĂŤn
foto: Caroline De Bon
21
Biografieën
Jeannette van Schaik Sopraan Sopraan Jeannette van Schaik behaalde haar bachelor diploma aan het Conservatorium van Amsterdam, waar zij studeerde bij David Bollen en Sasja Hunnego. Recentelijk is zij cum laude afgestudeerd aan de Dutch National Opera Academy (DNOA). Jeannette volgde diverse masterclasses, onder andere bij Margreet Honig en Udo Reinemann, en is geselecteerd om deel te nemen aan het prestigieuze Summer Opera Program van IVAI (International Vocal Arts Institute) in Tel Aviv, Israël. Momenteel wordt ze gecoacht door Ira Siff en Peter Nilsson. Tot haar toekomstige engagementen behoren de rol van Wheel of Fortune Woman in Frederick Delius A Village to Romeo and Juliet o.l.v. Sir Mark Elder en Anna in Verdi’s Nabucco o.l.v. Giancarlo Andretta in 22
foto: Marco Borggreve
de Zaterdag Matinee Opera serie van het Concertgebouw van Amsterdam i.s.m. het Radio Filharmonisch Orkest, de Vier letzte lieder van Richard Strauss en het Messa da Requiem van Verdi.
Daan Boertien Piano Daan Boertien is een Nederlandse concertpianist die zich heeft gespecialiseerd in liedbegeleiding. In 2010 was Daan Boertien prijswinnaar van het Prinses Christinaconcours en in 2011 ontving hij tijdens het Peter de Grote Festival in Groningen een Honorary Award for Outstanding Musicianship. In 2015 ontving hij de ‘Kunst aan de Dijk Prijs voor Jong Talent’.
Daan studeerde bij David Kuyken aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij zowel zijn bachelor- als masterdiploma behaalde. Momenteel studeert hij Liedgestaltung aan de Hochschule für Musik und Theater Hamburg, bij de Duitse liedspecialist Burkhard Kehring. Hiervoor ontving hij een beurs van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Oscar und Vera Ritter-Stiftung Hamburg. De afgelopen jaren werkte Daan samen met zangers als Maarten Koningsberger, Maria Riccarda Wesseling, Marc Pantus en André Morsch. Samen met bariton Raoul Steffani staat Daan Boertien in de finale van Dutch Classical Talent 17/18, die plaatsvindt in TivoliVredenburg op 29 april 2018.
Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en stichting Grote Zangers.
Serie Grote Zangers De Serie heeft als oogmerk het naar Nederland brengen van de wereldwijde top van klassieke (Lied)Zangers voor 6 toonaangevende concerten per jaar. Wij programmeren de serie in het Muziekgebouw sinds seizoen 2010-2011. Ervaringstraject Grote Zangers Het creëren van podia voor jonge startende zangers hoort bij onze stichtingsdoelen. Grote Zangers selecteert ieder seizoen 6 zangers uit de top van jong zangtalent. Grote Zangers organiseert voor deze zangers precies dát waar een groot tekort aan bestaat: speelbeurten voor soloconcerten. Vaste onderdelen van het traject zijn een Voorprogramma bij onze serie en een full recital in de vorm van een huisconcert. De musici worden gehonoreerd uit Vriendenbijdragen en andere fondsen die wij werven voor dit educatietraject. Een derde programmadeel is momenteel in ontwikkeling. Vrienden Grote Zangers Grote Zangers kent een actieve Vriendenclub. Vrienden wonen dikwijls
huisconcerten bij. Er is één keer per jaar een exclusief en bijzonder evenement. Huisconcerten Grote Zangers Huisconcerten vinden plaats in panden met hoge plafonds te Amsterdam. Liefhebbers van Grote Zangers stellen hun huizen ter beschikking om jong toptalent een kans te geven om zich in een soloconcert te presenteren. Een concert duurt ca. 60 minuten, na afloop krijgen gasten een glas wijn aangeboden. De toegang is op uitnodiging. Heeft u interesse een huisconcert bij te wonen? Laat het ons weten via vrienden@grotezangers.nl Partners Muziekgebouw aan ’t IJ; Co-producent serie Grote Zangers De Nationale Opera; Samenwerking Educatietraject Alferink Artists Management; Vocale adviezen Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Rozemarijn Tiben, productie Leo Spigt, mecenaat Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458, 1017 CA Amsterdam t 020 6643151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl 23
Verwacht
Serie Grote Zangers Vr 27 okt 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Matthias Goerne + Markus Hinterhäuser Schumann volgens Matthias Goerne Matthias Goerne kan op één ademteug mooie lange lyrische lijnen zingen. Net als in de liederen van Brahms vandaag geeft dat aan de liederen van Robert Schumann een extra dimensie. Pianist Markus Hinterhäuser is niet alleen een geweldig liedbegeleider, maar ook de intendant van de Salzburger Festspiele. Samen met Goerne brengt hij een prachtige en verrassende keuze uit het oeuvre van de grote liedcomponist. Schumanns liedrepertoire is misschien minder in het collectieve geheugen verankerd dan dat van Schubert, maar zijn indrukwekkende oeuvre bevat vele juwelen. De meeste liederen schreef hij in 1840, het jaar van zijn huwelijk met Clara Wieck. Ook beroemde cycli als Liederkreis, Frauenliebe und -leben en Dichterliebe stammen uit deze tijd. Goerne zingt in dit concert vooral de minder vaak uitgevoerde latere liederen van Schumann, zoals die uit de intense Sechs Gedichte und Requiem en de Sechs Gesänge op. 89. Programma: Robert Schumann diverse liederen onder andere uit Sechs Gedichte von N. Lenau und Requiem op. 90 / Variaties voor piano WoO.24 ‘Geistervariationen’ 24
Robert Schumann
Verwacht
Serie Grote Zangers Vr 1 dec 2017 Grote Zaal 20.15 uur
Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau De dramatische kant van Dorothea Röschmann De Duitse Dorothea Röschmann is een lyrische sopraan die zich doorontwikkelde naar het dramatische repertoire. In dit concert schittert ze nu in de geliefde liederen van Mahler en Wagner. Met haar warme, romige en ronde stem kruipt ze vanaf de eerste noot onder de huid van de luisteraar. Ze wordt begeleid op piano door Malcolm Martineau, de top onder de liedbegeleiders. Dorothea Röschmann was in de jaren negentig van de vorige eeuw vooral een lichte lyrische sopraan. Daarom stonden oude-muziekspecialisten als Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman in de rij om met haar te werken. Nu staan de grote dirigenten en operahuizen te dringen om haar te contracteren voor zwaardere dramatische rollen in opera’s van Verdi (Otello) en Janáček (Jenůfa). Met de extra diepte in haar stem is Röschmann uitgegroeid tot een van de grote liedzangeressen van deze tijd.
Dorothea Röschmann
Programma: Franz Schubert Mignon Lieder / Gustav Mahler Rückert-Lieder / Robert Schumann Maria Stuart Lieder / Richard Wagner Wesendonck-Lieder 25
Verwacht
Oktober do 26 okt / 20.15 uur Spectra Ensemble Radicale eenlingen vr 27 okt / 20.15 uur Matthias Goerne + Markus Hinterhäuser Schumann volgens Matthias Goerne za 28 okt / 20.15 uur Ralph van Raat Tan Dun: water en vuur za 28 okt / 20.30 uur / BIMHUIS Ex Eye Colin Stetson, Greg Fox, Toby Summerfield, Shahzad Ismaily zo 29 okt / 15.00 uur Renadi Santoso Wat is het geheim van gamelan? (8+)
November do 2 nov / 20.15 uur Ensemble intercontemporain + 33 1/3 Collective No More Masterpieces 26
vr 3 nov / 20.15 uur Cappella Amsterdam Boetepsalmen - Het grootse gebaar van Schnittke za 4 nov / 20.15 uur Calefax + Liza Ferschtman Ideale partners di 7 nov / 20.30 uur The Residents In Between Dreams wo 8 nov / 20.15 uur Alina Ibragimova + Il Pomo d’Oro Focus op de jonge Mendelssohn do 9 nov / 20.15 uur Ives Ensemble Kreupele symmetrie
zo 12 nov / 20.15 uur Taksim Trio Ahi di 14 nov / 20.15 uur Kayhan Kalhor + Ali Bahrami Fard Koerdische en Perzische composities wo 15 nov / 13.30 uur Amsterdam Sinfonietta + Lucas en Arthur Jussen Openbare repetitie wo 15 nov / 20.00 uur / Paradiso Muziekgebouw aan ’t IJ presenteert: Nederlands Blazers Ensemble Oost West Thuis niet Best
Huil van de Wolff vr 10 nov / 20.15 uur Cello Biënnale Amsterdam 2018 Sneak Preview za 11 nov / 20.15 uur Leif Ove Andsnes Idyll und Abgrund zo 12 nov / 15.00 uur Nederlandse Bachvereniging Jephte & Mirjams Siegesgesang
Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
27