2017 12 01 Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau

Page 1

Vr 1 dec 2017 Grote Zaal 20.15 uur

Serie Grote Zangers

Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau De dramatische kant van Dorothea Röschmann Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.


Programma

Serie Grote Zangers Vr 1 dec 2017 Grote Zaal 20.15 - 21.50 uur

Dorothea Röschmann + Malcolm Martineau De dramatische kant van Dorothea Röschmann Dorothea Röschmann sopraan Malcolm Martineau piano

ca. 45 minuten voor de pauze ca. 30 minuten na de pauze

VOORPROGRAMMA Grote Zaal 19.30 - 19.45 uur Rosina Fabius mezzosopraan Kanako Inoue piano Ludwig van Beethoven (1770 – 1827) 4 Arietten op. 82 (1809) ·· Hoffnung ·· Liebes-Klage ·· L’amante impaziente (arietta buffa) ·· L’amante impaziente (arietta assai seriosa) Maurice Ravel (1875 - 1937) 5 Mélodies populaires grecques (1904-1906) ·· Chanson de la mariée ·· Là-bas, vers l’église ·· Quel galant m’est comparable ·· Chanson des cueilleuses de lentisques ·· Tout gai!

Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.

2


Programma

Franz Schubert (1797 - 1828) Uit Gesänge aus ‘Wilhelm Meister’ op. 62 D. 877 ·· Heiss mich nicht reden ·· So lasst mich scheinen ·· Nur wer die Sehnsucht kennt Mignon (Kennst du das Land) D. 321 Nachtstück D. 672 Gustav Mahler (1860 - 1911) Rückert-Lieder (1901-02) ·· Blicke mir nicht in die Lieder! ·· Ich atmet’ einen linden Duft ·· Um Mitternacht ·· Liebst du um Schönheit ·· Ich bin der Welt abhanden gekommen Pauze Robert Schumann (1810 - 1856) Gedichte der Königin Maria Stuart op. 135 (1852) ·· Abschied von Frankreich ·· Nach der Geburt ihres Sohnes ·· An die Königin Elisabeth ·· Abschied von der Welt Richard Wagner (1813 - 1883) Wesendonck-Lieder (1857-58) ·· Der Engel ·· Stehe still! ·· Im Treibhaus ·· Schmerzen ·· Träume

3


Welkom Welkom bij het debuut van Dorothea Röschmann in Grote Zangers. Ik hoorde haar achttien jaar geleden voor het eerst, in de rol van Pamina uit Die Zauberflöte van Mozart in de Staatsoper unter den Linden. Toen al maakte ze indruk met haar prachtige, romige stem en legati. Sindsdien heeft ze altijd gewerkt aan liedrepertoire. Röschmann is kind aan huis in de Carnegie Hall en Wigmore Hall met liedrecitals en ontving de Grammy Award 2017 voor haar album met liederen van Schumann en Berg. Haar ontwikkeling is nauw verweven met het Duitse operasysteem dat repertoiretheater heet. De Staatsoper unter den Linden in Berlijn nam haar ruim twintig jaar geleden in vaste dienst – gewoon een ‘baan’. Röschmann moest elke maandagochtend om negen uur op haar werk zijn. Daar zong en repeteerde ze verschillende rollen door elkaar heen en kon ze podiumervaring opdoen tussen de beste zangers van de wereld. In dit repertoiresysteem wordt bij een herneming van een bestaande productie kort gerepeteerd: een paar dagen en één of twee repetities met orkest. Dan is de druk, zeker op een jonge zangeres, groter dan in het Nederlandse, ‘stagione’-systeem waarin zes weken gerepeteerd wordt. Tegelijk waren dat natuurlijk fantastische leermomenten voor de jonge Röschmann.

Dat we dit geweldige repertoiresysteem niet in Nederland hebben, heeft vooral met traditie te maken. In Duitsland heeft elk stadje een operagezelschap. Er zijn er 93 in totaal, tegenover drie in Nederland. Elke burger in Duitsland heeft recht op theater, is de gedachte. Bovendien is het repertoiresysteem duur: elke avond is er een voorstelling, tientallen dure dirigenten en zangers staan op de loonlijst.

Bovendien is dirigent Daniel Barenboim de muzikale baas van de Staatsoper unter den Linden. Als hij een avond niet zelf dirigeert, staan zijn muzikale vrienden zoals Zubin Mehta, Antonio Pappano of Simon Rattle op de bok. Die vonden Röschmann blijkbaar naast een veel belovende zangeres ook aardig – de gunfactor speelt vaak een grote rol – en engageerden haar bij de Salzburger Festspiele en The Metropolitan Opera.

Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers

4

Wij horen Röschmann vanavond op een spannend moment in haar loopbaan. Terwijl ze nu nog Mozart-opera’s en lyrische rollen zingt, zal ze in de toekomst nieuw en zwaarder repertoire zingen: Richard Strauss en Wagner. Vanavond horen we alvast een voorproefje daarvan, in Wagners Wesendonck-liederen. En in de Mahler-liederen die ook tot het dramatische repertoire behoren. Ik wens u een mooi concert.

De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. Muziekgebouw aan ’t IJ


Toelichting Tijdens Schuberts gruwelijk korte leven was het schrijven van liederen dagelijkse kost. Hij produceerde er alles bij elkaar meer dan zeshonderd. In Mahlers oeuvre staat het lied zo mogelijk nog centraler. Bij hem is er vaak sprake van een synthese tussen het lied en symfonische muziek. Schumann raakte ook verslaafd aan het toonzetten van gedichten en schreef er honderdachtendertig in één jaar tijd. Wagner haalde die aantallen bij lange na niet maar gebruikte vijf van zijn liederen als voorstudie voor zijn opera Tristan und Isolde, die de muzikale wereld ingrijpend zou veranderen.

Franz Schubert Mignon-Lieder Tijdens zijn korte leven – hij stierf op zijn eenendertigste – schreef Schubert meer dan zeshonderd liederen. Als hij uitsluitend die liederen had geschreven, dan was hij nog de geschiedenis ingegaan als een van de allergrootste componisten. Op zijn veertiende schreef hij zijn eerste echte lied, getiteld Hagars Klage. Hij zat toen op een kostschool, waar hofcomponist en -dirigent Antonio Salieri de scepter zwaaide. Na het horen van dit lied vond Salieri dat de jonge Franz Schubert mocht toetreden tot het selecte clubje leerlingen die les kregen van hoforganist Ruzicka. Deze man kwam er na een paar lessen achter dat hij Schubert niet zo erg veel meer kon bijbrengen. Hij zei tegen Salieri: ‘Waarschijnlijk heeft deze jongen les gehad van Onze Lieve Heer want hij weet alles al’. Drie jaar later – toen was Schubert zeventien –ontstond het meesterwerk Gretchen am Spinnrade, waarin hij voor het eerst de pianopartij emancipeerde: pianist en zanger zijn hier volstrekt gelijkwaardige

partners. De piano speelt een onmisbare rol bij het uitbeelden van de scène. Schubert gaf daarmee de aanzet tot een compleet nieuwe vorm van liedkunst. Gretchen, uit 1815, vormde ook het begin van een soort muzikale dijkdoorbraak bij Schubert: hij schreef in datzelfde jaar, naast twee symfonieën, twee missen, vijf opera’s, vier sonates en enkele koorwerken, ook nog eens 146 liederen, soms wel zes per dag. Hij deed dat allemaal uit het hoofd, want een piano kon hij zich niet veroorloven. Tot zijn dood was het schrijven van liederen voor Schubert vergelijkbaar met een primaire levensbehoefte. Zijn honger naar nieuwe teksten was onstilbaar, daarom varieert het literaire niveau nogal, van suikerzoete Biedermeier tot diep melancholische gedichten van Heine. Hij was continu op jacht naar gedichten die hij op muziek kon zetten. Gretchen is een van de 74 gedichten van Goethe die Schubert op muziek zette. Diens heldere en beeldende taal, vol diepe emotie, sprak Schubert heel erg aan. Twee keer heeft hij geprobeerd om met de grote Goethe in contact te komen en heeft hij hem een pakket liederen op zijn gedichten toegestuurd. Want 5


Toelichting

een aanbeveling van hem zou zijn carrière een enorme duw in de rug hebben gegeven. Maar beide keren kwamen die pakketten retour zonder enige vorm van commentaar. Goethes muzikale smaak was nogal conservatief. Hij vond bijvoorbeeld dat de pianopartij echt alleen maar dienend moest zijn. Van de vijf Schubert-liederen van vandaag zijn de eerste vier op tekst van Goethe. Schubert raakte tijdens het lezen van diens roman Wilhelm Meisters Lehrjahre gefascineerd door het geheimzinnige jonge meisje Mignon en wijdde een aantal liederen aan haar. Nachtstück is een gedicht van zijn goede vriend Johann Mayrhofer. Een tragische figuur die een eind aan zijn leven maakte door uit het raam te springen. Van hem leerde Schubert wat voor een rijke inspiratiebron het verlangen naar het onbereikbare kan zijn.

Gustav Mahler Rückert-Lieder In Mahlers oeuvre staat het lied centraal. Zelfs zo centraal dat hij in een aantal van zijn symfonieën zangpartijen heeft voorgeschreven. En erg veel van de melodieën die hij in zijn symfonieën gebruikte waren oorspronkelijk liederen. Mahlers eerste belangrijke werken waren liederen en de cantate Das klagende Lied. Die openden de weg naar zijn Eerste Symfonie, waarin hij zowel eigen liederen als die van anderen verwerkte. Aan het eind van zijn 6

carrière bereikte hij een volledige symbiose van lied en symfonie in Das Lied von der Erde. Mahlers houding tegenover de poëzie die hij ging toonzetten was weer anders dan die van Schubert. Hij selecteerde bewust niet die gedichten die hij het meest bewonderde; hij vond het op muziek zetten van die gedichten een soort heiligschennis. In zijn eigen woorden: ‘Het is alsof een beeldhouwer in marmer heeft staan hakken en dat er dan even een schilder langskomt en het beeld van een verflaag voorziet’. De gedichten van Friedrich Rückert behoorden volgens hem tot die subtop en konden dus veilig getoonzet worden. In 1901 en 1902 zette hij vijf gedichten van hem op muziek. Die gedichten hebben geen gemeenschappelijk thema en hoeven ook niet altijd in dezelfde volgorde te worden uitgevoerd. Wat de gedichten verbindt ligt eigenlijk meer in Mahler zelf; zijn gevoelens van liefde, zijn bespiegelingen van het leven en zijn speelse gevoel voor humor. Ze bestaan ook in een versie met orkestbegeleiding, maar dan zonder de vette orkestratie die we van Mahler gewend zijn. Behalve in Um Mitternacht, waar het orkest even mag uitpakken. Een van de Rückertlieder bevat hoogstwaarschijnlijk een boodschap voor Mahlers vrouw Alma. Hij verstopte het manuscript van Liebst du um Schönheit in een piano-uittreksel van Wagners opera Die Walküre dat op de lessenaar stond. Alma was toen bezig om die muziek door te spelen.


Toelichting

Hij had gehoopt dat de pagina met het lied op haar schoot zou vallen als zij een bladzij omsloeg. Maar in plaats daarvan viel het lied op de grond. De boze Mahler moest het blaadje zelf oprapen en liet het ‘per ongeluk’ op Alma’s schoot vallen. Alma zei daarover: ‘Ik was uitzinnig van vreugde en we hebben het lied die dag minstens twintig keer samen doorgenomen’.

Robert Schumann Net als Schubert was Schumann op een bepaald moment ronduit verslaafd aan het componeren van liederen. Veel componisten houden zich bezig met allerlei genres door elkaar. Schumann werkte anders. Hij stortte zich op een genre, bestudeerde intensief vergelijkbare werken van collega-componisten en produceerde daarna het ene werk na het andere. Tot 1839 beperkte Schumann zich voornamelijk tot pianomuziek. Hij hoopte toen nog op een carrière als pianovirtuoos. Een jaar later moest hij daarvan afzien vanwege een chronische – door hemzelf veroorzaakte – blessure aan zijn rechterhand. In 1840 was het lied aan de beurt. En hoe! In dat jaar componeerde hij er maar liefst honderdachtendertig. Hij noemt het lied ‘misschien het enige genre, waarin sinds Beethoven vooruitgang is geboekt’. Daar was hij vooral zelf verantwoordelijk voor. Aan zijn vrouw Clara schreef hij: ‘O, Clara, wat is

het heerlijk om liederen te schrijven! Veel te lang is het genre mij vreemd geweest’. ‘Mijn liederen zijn ongetwijfeld een afspiegeling van hoe ik me voel’. Een paar weken later schreef hij haar: ‘Ik heb er weer zoveel gecomponeerd dat ik het soms een beetje eng vind. Maar ik heb er gewoon geen verweer tegen. Ik zou mezelf wel dood willen zingen, net als een nachtegaal’. Hij was erg gevoelig voor literatuur. Na de middelbare school heeft hij zelfs getwijfeld of zou kiezen voor een literaire of een muzikale carrière. Hij ging uiteindelijk rechten studeren omdat zijn moeder dat zo graag wilde. Anders dan Schubert ging hij zeer zorgvuldig te werk bij het selecteren van de teksten voor zijn liederen. ‘Waarom zou je je behelpen met middelmatige poëzie? Dat wreekt zich, want zoiets hoor je altijd terug in de muziek. Er bestaat niets mooiers dan een krans van muziek getooid rond het hoofd van grote dichter. Waarom zou je de moeite nemen om die krans te verspillen aan een doodgewoon hoofd?’ In 1850 kreeg Schumann eindelijk een goede baan met bijbehorend salaris. Dat laatste was meer dan welkom, want Clara en hij hadden inmiddels vijf kinderen. Hij werd benoemd tot directeur van het stedelijk koor en orkest in Düsseldorf. Men was daar heel blij met hem. De toekomst zag er zonnig uit en dat inspireerde hem tot het schrijven van twee meesterwerken, zijn celloconcert en de Rheinische symfonie. Maar Schumann had vaak last van depressieve buien en klapte dan helemaal dicht. Voor een dirigent een 7


Toelichting

onmogelijke situatie en al gauw begonnen koor en orkest over hem te klagen. Drie jaar later liep het geheel uit de hand. Tijdens een door hem gedirigeerd concert was hij zich zo weinig bewust van wat er zich om hem heen afspeelde dat hij doorging met dirigeren toen het stuk al lang afgelopen was. Enkele orkestmusici weigerden daarna nog onder hem te spelen. De verhoudingen waren dermate verstoord dat een delegatie uit het orkest zich meldde bij Clara en eiste dat Schumann het dirigeren voortaan zou overlaten aan zijn assistent. Het uiteindelijk resultaat was dat hij nooit meer de dirigeerstok ter hand nam. Tijdens deze crisis, die wel slecht moest aflopen, componeerde Schumann zijn laatste cyclus: de treurige liederen van vandaag, op teksten die zijn toegeschreven aan Mary, koningin van Schotland, die twintig jaar opgesloten zat en uiteindelijk werd onthoofd. De gedichten werden in het Duits vertaald door Baron Gisbert Vincke.

Richard Wagner Wesendonck-Lieder Zijn eerste lied schreef Wagner toen hij vijftien was. Verspreid over zijn carrière heeft hij nog een aantal liederen gecomponeerd. Net als Schubert zette hij een aantal scènes uit Goethe’s Faust op muziek. De Wesendonck-Lieder, waarmee Dorothea Röschmann haar recital afsluit, componeerde hij in 1857 in Zürich. 8

In 1848 was er in heel Europa veel sociale onrust en in veel steden brak revolutie uit. Ook Wagner deed daaraan mee. Hij hield opruiende toespraken en schreef revolutionaire pamfletten. Toen de revolutie was neergeslagen moest hij zijn vaderland ontvluchten en leefde daarna dertien jaar in ballingschap. In Zürich werden Wagner en zijn vrouw niet alleen gastvrij ontvangen maar ook financieel royaal gesteund door Otto Wesendonck, een rijke zijdehandelaar. Maar Wagner werd zwaar verliefd op Wesendoncks vrouw Mathilde. En zij ook op hem. Of ze ook daadwerkelijk het bed deelden staat niet vast. Er zijn zelfs musicologen die er zeker van zijn dat dat niet het geval was en dat juist daardoor zijn muziek uit die periode zo erotisch geladen is. Hij was op dat moment druk bezig met zijn opera Tristan und Isolde en als een soort voorstudie zette hij vijf gedichten van Mathilde op muziek. Twee ervan, Träume en Im Treibhaus, horen we ook terug in respectievelijk het tweede en het derde bedrijf van Tristan. De vijf WesendonckLieder worden vaak uitgevoerd met orkestbegeleiding, maar Wagner heeft er maar een zelf georkestreerd, Träume. De andere vier zijn gearrangeerd door de met Wagner bevriende dirigent Felix Mottl. Tekst toelichting: Thijs Bonger


Liedteksten Franz Schubert Mignon Lieder Uit Gesänge aus ‘Wilhelm Meister’ Tekst: Johann Wolfgang von Goethe (1749 - 1832)

Heiß mich nicht reden Laat mij niet spreken, laat mij zwijgen. Een eed doet mijn lippen sluiten en slechts een god kan ze weer openen. Heiß mich nicht reden, heiß mich schweigen, Denn mein Geheimniß ist mir Pflicht; Ich möchte dir mein ganzes Innre zeigen, Allein das Schicksal will es nicht. Zur rechten Zeit vertreibt der Sonne Lauf Die finstre Nacht, und sie muß sich erhellen; Der harte Fels schliesst seinen Busen auf, Mißgönnt der Erde nicht die tiefverborgnen Quellen. Ein jeder sucht im Arm des Freundes Ruh, Dort kann die Brust in Klagen sich ergießen; Allein ein Schwur drückt mir die Lippen zu Und nur ein Gott vermag sie aufzuschließen. So lasst mich scheinen Trek mij het witte kleed niet uit! Ik zal de aarde verlaten en verdwijn in het donkere huis waar rust heerst. Door leed werd verouderde ik te snel, maak mij voor eeuwig weer jong.

So laßt mich scheinen, bis ich werde, Zieht mir das weiße Kleid nicht aus! Ich eile von der schönen Erde Hinab in jenes dunkle Haus. Dort ruh’ ich eine kleine Stille, Dann öffnet sich der frische Blick; Ich lasse dann die reine Hülle, Den Gürtel und den Kranz zurück. Und jene himmlischen Gestalten Sie fragen nicht nach Mann und Weib, Und keine Kleider, keine Falten Umgeben den verklärten Leib. Zwar lebt’ ich ohne Sorg und Mühe, Doch fühlt’ ich tiefen Schmerz genung. Vor Kummer altert’ ich zu frühe; Macht mich auf ewig wieder jung. Nur wer die Sehnsucht kennt Enkel degene die hunkering kent, weet hoe ik lijd. Ach, degene die mij bemint en kent, is ver weg. Nur wer die Sehnsucht kennt Weiß, was ich leide! Allein und abgetrennt Von aller Freude Blick ich an’s Firmament Nach jener Seite. Ach, der mich liebt und kennt, Ist in der Weite. Es schwindelt mir, es brennt Mein Eingeweide. Nur wer die Sehnsucht kennt Weiß, was ich leide! 9


Liedteksten

Kennst du das Land?

Nachtstück Tekst: Johann Baptist Mayrhofer (1787 - 1836)

Ken je het land waar de citroenen bloeien? Ken je het huis met de zuilen? Ken je de berg gehuld in de mist? Daarheen zou ik met jou, mijn geliefde, mijn beschermer, willen gaan. Kennst du das Land? Wo die Zitronen blühn, Im dunkeln Laub die Gold-Orangen glühn, Ein sanfter Wind vom blauen Himmel weht, Die Myrte still und hoch der Lorbeer steht, Kennst du es wohl? Dahin! Dahin Möcht’ ich mit dir, o mein Geliebter, ziehn. Kennst du das Haus? Auf Säulen ruht sein Dach, Es glänzt der Saal, es schimmert das Gemach, Und Marmorbilder stehn und sehn mich an: Was hat man Dir, du armes Kind, gethan? Kennst du es wohl? Dahin! Dahin Möcht’ ich mit dir, o mein Beschützer, ziehn. Kennst du den Berg und seinen Wolkensteg? Das Maulthier sucht im Nebel seinen Weg; In Höhlen wohnt der Drachen alte Brut; Es stürzt der Fels und über ihn die Flut. Kennst du es wohl? Dahin! Dahin Geht unser Weg! o Vater, laß uns ziehn!

10

Als over de bergen de nevel zich verspreidt, neemt de oude man zijn harp en zingt: ‘Binnenkort is het volbracht en ben ik verlost van mijn zorgen’. Als hij zwijgt buigt de dood zich al over hem heen. Wenn über Berge sich der Nebel breitet, Und Luna mit Gewölken kämpft, So nimmt der Alte seine Harfe, und schreitet, Und singt waldeinwärts und gedämpft: ‘Du heil’ge Nacht! Bald ist’s vollbracht. Bald schlaf ich ihn Den langen Schlummer, Der mich erlöst Von allem Kummer.’ Die grünen Bäume rauschen dann, Schlaf süß du guter alter Mann; Die Gräser lispeln wankend fort, Wir decken seinen Ruheort; Und mancher liebe Vogel ruft, O laß ihn ruh’n in Rasengruft! – Der Alte horcht, der Alte schweigt – Der Tod hat sich zu ihm geneigt.


Liedteksten

Gustav Mahler Rückert Lieder Tekst: Friedrich Rückert (1788 - 1866)

Blicke mir nicht in die Lieder Lees niet mee in mijn liederen, dan voel ik schaamte en durf ik ze niet te voltooien. Bijen laten zich ook niet bekijken, als ze hun cellen bouwen. Als de honingraten het daglicht zien, dan mag je snoepen. Blicke mir nicht in die Lieder! Meine Augen schlag’ ich nieder, Wie ertappt auf böser That; Selber darf ich nicht getrauen, Ihrem Wachsen zuzuschauen: Deine Neugier ist Verrath.

Ich atmet’ einen linden Duft! Ik ademde de zoete geur van de lindetak, voorzichtig afgebroken door mijn geliefde. De zoete geur van liefde. Ich atmet’ einen linden Duft! Im Zimmer stand Ein Zweig der Linde, Ein Angebinde Von lieber Hand. Wie lieblich war der Lindenduft! Wie lieblich ist der Lindenduft! Das Lindenreis Brachst du gelinde! Ich atme leis Im Duft der Linde Der Liebe linden Duft.

Bienen, wenn sie Zellen bauen, Lassen auch nicht zu sich schauen, Schauen selber auch nicht zu. Wenn die reichen Honigwaben Sie zu Tag gefördert haben, Dann vor allen nasche du!

11


Liedteksten

Um Mitternacht Rond middernacht zag ik geen ster en bracht geen gedachte mij troost. Ik voelde een enkele pijnscheut en kon de strijd van het lijden van de mensheid niet beslechten. Rond middernacht gaf ik mij over in uw handen, Heer. Houdt U de wacht. Um Mitternacht Hab’ ich gewacht Und aufgeblickt zum Himmel; Kein Stern vom Sterngewimmel Hat mir gelacht Um Mitternacht. Um Mitternacht Hab’ ich gedacht Hinaus in dunkle Schranken. Es hat kein Lichtgedanken Mir Trost gebracht Um Mitternacht. Um Mitternacht Nahm ich in Acht Die Schläge meines Herzens; Ein einz’ger Puls des Schmerzens War angefacht Um Mitternacht. Um Mitternacht Kämpft’ ich die Schlacht, O Menschheit, deiner Leiden; Nicht konnt’ ich sie entscheiden Mit meiner Macht Um Mitternacht.

12

Um Mitternacht Hab’ ich die Macht In deine Hand gegeben! Herr über Tod und Leben Du hältst die Wacht Um Mitternacht! Liebst du um Schönheit Kies je voor schoonheid, jeugd en rijkdom, kies mij dan niet. Maar kies je voor liefde, kies mij. Houd van mij en ik zal altijd van jou houden. Liebst du um Schönheit, O nicht mich liebe! Liebe die Sonne, Sie trägt ein gold’nes Haar! Liebst du um Jugend, O nicht mich liebe! Liebe den Frühling, Der jung ist jedes Jahr! Liebst du um Schätze, O nicht mich liebe. Liebe die Meerfrau, Sie hat viel Perlen klar. Liebst du um Liebe, O ja, mich liebe! Liebe mich immer, Dich lieb’ ich immerdar.


Liedteksten

Ich bin der Welt abhanden gekommen Ik ben voor de wereld zoekgeraakt. De wereld laat me koud. Ik leef alleen in mijn hemel, mijn liefde, mijn lied. Ich bin der Welt abhanden gekommen, Mit der ich sonst viele Zeit verdorben, Sie hat so lange nichts von mir vernommen, Sie mag wohl glauben, ich sei gestorben. Es ist mir auch gar nichts daran gelegen, Ob sie mich für gestorben hält, Ich kann auch gar nichts sagen dagegen, Denn wirklich bin ich gestorben der Welt. Ich bin gestorben dem Weltgetümmel, Und ruh’ in einem stillen Gebiet. Ich leb’ allein in meinem Himmel, In meinem Lieben, in meinem Lied.

13


Liedteksten

Robert Schumann Maria Stuart Lieder Tekst: Koningin Maria Stuart (1542 - 1586), vertaald door Gisbert, Freiherr von Vincke (1813 - 1892)

Abschied von Frankreich Vaarwel mijn vrolijke Frankenland, land van mijn kindertijd. Een deel van mij blijft hier en het andere deel overzee houdt ook van jou. Ich zieh’ dahin! Ade, mein fröhlich Frankenland, Wo ich die liebste Heimath fand, Du meiner Kindheit Pflegerin. Ade, du Land, du schöne Zeit – Mich trennt das Boot vom Glück so weit! Doch trägt’s die Hälfte nur von mir: Ein Theil für immer bleibet dein, Mein fröhlich Land, der sage dir, Des Andern eingedenk zu sein! – Nach der Geburt ihres Sohnes Heer Jezus Christus, bescherm de pasgeborene. Laat zijn geslacht nog lang regeren, tot uw roem, lof en eer. Herr Jesu Christ, den sie gekrönt mit Dornen, Beschütze die Geburt des hier Gebor’nen. Und sei’s dein Will’, lass sein Geschlecht zugleich Lang herrschen noch in diesem Königreich. Und alles, was geschieht in seinem Namen, Sei dir zu Ruhm und Preis und Ehre, Amen. 14

An die Königin Elisabeth Slechts één gedachte houdt mij gevangen tussen vrees en hoop. Ik zie een schip in de storm en strijdend met de golven. Want het noodlot verscheurt vaak het zeil dat wij vertrouwen. Nur ein Gedanke, der mich freut und quält, Hält ewig mir den Sinn gefangen, Sodaß der Furcht und Hoffnung Stimmen klangen, Als ich die Stunden ruhelos gezählt. Und wenn mein Herz dieß Blatt zum Boten wählt, Und kündet, Euch zu sehen, mein Verlangen, Dann, theure Schwester, fasst mich neues Bangen, Weil ihm die Macht, es zu beweisen fehlt. Ich seh den Kahn, im Hafen fast geborgen, Vom Sturm und Kampf der Wogen festgehalten, Des Himmels heit’res Antlitz nachtumgraut. So bin auch ich bewegt von Furcht und Sorgen, Vor Euch nicht, Schwester! Doch des Schicksals Walten Zerreißt das Segel oft, dem wir vertraut.


Liedteksten

Abschied von der Welt

Gebet

Wat zal de mij resterende tijd nog baten? Mijn hart is dood voor het aards begeren, het overmaat aan verdriet zal mij verteren. Zonder kracht en macht kan ik geen goede daad voltooien. Bid dat ik mag delen in eeuwige vrede.

O God, mijn hoop is op U gevestigd. O Jezus, verhoor mijn klagen en breng mij redding.

Was nützt die mir noch zugemess’ne Zeit? Mein Herz erstarb für irdisches Begehren, Nur Leiden soll mein Schatten nicht entbehren, Mir blieb allein die Todesfreudigkeit. Ihr, Feinde, lasst von eurem Neid: Mein Herz ist abgewandt der Hoheit Ehren, Des Schmerzes Uebermaß wird mich verzehren, Bald geht mit mir zu Grabe Haß und Streit.

O Gott, mein Gebieter, Ich hoffe auf Dich! O Jesu, Geliebter, Nun rette Du mich! Im harten Gefängniß, In schlimmer Bedrängniß Ersehne ich Dich; In Klagen, Dir klagend, Im Staube verzagend, Erhör’, ich beschwöre, Und rette Du mich!

Ihr Freunde, die ihr mein gedenkt in Liebe, Erwägt und glaubt, daß ohne Kraft und Glück Kein gutes Werk mir zu vollenden bliebe. So wünscht mir bess’re Tage nicht zurück, Und weil ich schwer gestrafet werd hienieden, Erfleht mir meinen Theil am ew’gen Frieden.

15


Liedteksten

Richard Wagner Wesendonck-Lieder Tekst: Agnes Mathilde Wesendonck geb. Luckemeyer (1828-1902)

Der Engel In mijn jongste kinderjaren hoorde ik dat engelen de hemel verruilen voor de aardse zon. Om zo een bang hart dat bidt om verlossing zacht naar de hemel te halen. Zo bevrijdde een engel ook mijn geest van verdriet en leidde het naar de hemel. In der Kindheit frühen Tagen Hört ich oft von Engeln sagen, Die des Himmels hehre Wonne Tauschen mit der Erdensonne, Daß, wo bang ein Herz in Sorgen Schmachtet vor der Welt verborgen, Daß, wo still es will verbluten, Und vergehn in Tränenfluten, Daß, wo brünstig sein Gebet Einzig um Erlösung fleht, Da der Engel niederschwebt, Und es sanft gen Himmel hebt. Ja, es stieg auch mir ein Engel nieder, Und auf leuchtendem Gefieder Führt er, ferne jedem Schmerz, Meinen Geist nun himmelwärts!

16

Stehe still! Suizend en bruisend rad van de tijd, oereeuwige schepping, blijf toch staan! Zwijg een seconde, zodat ik alle zaligheden kan overdenken. Wanneer de ziel geheel in ziel verzinkt, de lippen verstommen in verbaasd zwijgen en niets meer te wensen over is, dan herkent de mens de eeuwigheid en lost hij jouw raadsel op, heilige natuur! Sausendes, brausendes Rad der Zeit, Messer du der Ewigkeit; Leuchtende Sphären im weiten All, Die ihr umringt den Weltenball; Urewige Schöpfung, halte doch ein, Genug des Werdens, laß mich sein! Halte an dich, zeugende Kraft, Urgedanke, der ewig schafft! Hemmet den Atem, stillet den Drang, Schweiget nur eine Sekunde lang! Schwellende Pulse, fesselt den Schlag; Ende, des Wollens ew’ger Tag! Daß in selig süßem Vergessen Ich mög alle Wonnen ermessen! Wenn Aug’ in Auge wonnig trinken, Seele ganz in Seele versinken; Wesen in Wesen sich wiederfindet, Und alles Hoffens Ende sich kündet, Die Lippe verstummt in staunendem Schweigen, Keinen Wunsch mehr will das Innre zeugen: Erkennt der Mensch des Ew’gen Spur, Und löst dein Rätsel, heil’ge Natur!


Liedteksten

Im Treibhaus Hooggewelfde bladerkronen, kinderen uit verre streken, waarom klagen jullie? Arme planten, ons treft hetzelfde lot, ons thuisland is niet hier! Ook al schijnt de zon, hij die werkelijk lijdt, hult zich in het duister. Een fluisterend weven vult het donkere vertrek en zware druppels kleven aan de bladeren. Hochgewölbte Blätterkronen, Baldachine von Smaragd, Kinder ihr aus fernen Zonen, Saget mir, warum ihr klagt? Schweigend neiget ihr die Zweige, Malet Zeichen in die Luft, Und der Leiden stummer Zeuge Steiget aufwärts, süßer Duft. Weit in sehnendem Verlangen Breitet ihr die Arme aus, Und umschlinget wahnbefangen Öder Leere nicht’gen Graus. Wohl, ich weiß es, arme Pflanze; Ein Geschicke teilen wir, Ob umstrahlt von Licht und Glanze, Unsre Heimat ist nicht hier! Und wie froh die Sonne scheidet Von des Tages leerem Schein, Hüllet der, der wahrhaft leidet, Sich in Schweigens Dunkel ein.

Stille wird’s, ein säuselnd Weben Füllet bang den dunklen Raum: Schwere Tropfen seh ich schweben An der Blätter grünem Saum. Schmerzen Zon, je weent elke avond, als je een vroege dood vindt in de zeespiegel. Maar ‘s morgens ontwaak je weer als een trotse, overwinnende held! Waarom zou ik dan klagen als pijn slechts heerlijkheid geeft? Sonne, weinest jeden Abend Dir die schönen Augen rot, Wenn im Meeresspiegel badend Dich erreicht der frühe Tod; Doch erstehst in alter Pracht, Glorie der düstren Welt, Du am Morgen neu erwacht, Wie ein stolzer Siegesheld! Ach, wie sollte ich da klagen, Wie, mein Herz, so schwer dich sehn, Muß die Sonne selbst verzagen, Muß die Sonne untergehn? Und gebieret Tod nur Leben, Geben Schmerzen Wonne nur: O wie dank ich, daß gegeben Solche Schmerzen mir Natur!

17


Liedteksten

Träume Welke dromen hebben mij bevangen die niet verdwijnen in het Grote Niets? Dromen als een voorjaarszon, die de bloesem kust vanuit de sneeuw, zodat ze kunnen bloeien, zacht aan je borst ontgloeien en dan wegzinken in het graf. Sag, welch wunderbare Träume Halten meinen Sinn umfangen, Daß sie nicht wie leere Schäume Sind in ödes Nichts vergangen? Träume, die in jeder Stunde, Jedem Tage schöner blühn, Und mit ihrer Himmelskunde Selig durchs Gemüte ziehn! Träume, die wie hehre Strahlen In die Seele sich versenken, Dort ein ewig Bild zu malen: Allvergessen, Eingedenken! Träume, wie wenn Frühlingssonne Aus dem Schnee die Blüten küßt, Daß zu nie geahnter Wonne Sie der neue Tag begrüßt, Daß sie wachsen, daß sie blühen, Träumend spenden ihren Duft, Sanft an deiner Brust verglühen, Und dann sinken in die Gruft.

18


Biografieën Componisten Franz Schubert

meesterwerk in dit genre: Gretchen am Spinnrade. De liederen ‘vloeiden’ uit zijn pen, totaal zo’n 600. Hoewel zijn orkestwerken, opera’s en kamermuziek tijdens zijn leven nauwelijks werden uitgevoerd, wist hij als liedcomponist bij een select publiek grote naam te maken. Door zijn vrienden, regelmatig bijeen in ‘Schubertiades’, leerde hij steeds nieuwe dichters kennen die hem inspireerden tot zijn liedcomposities.

Duitse operatheaters. Daar werd hij bewonderd om het hoge niveau van zijn uitvoeringen en gehaat om zijn veeleisendheid. In Boedapest was hij van 1888 tot 1891 tevens directeur van de opera en deed hij ervaring op voor de belangrijkste aanstelling van zijn leven als ‘Herr Direktor’ van de Weense Hofopera (1897 1907).

Gustav Mahler Franz Schubert (1797 - 1828) was de zoon van een muzikale schoolmeester die hem leerde vioolspelen. Pianoles kreeg hij van zijn oudere broer. Als jongenssopraan werd hij op zijn elfde aangenomen aan de keizerlijke hofkapel die verbonden was met het ‘Konvikt’, de beste onderwijsinstelling van Wenen. Op zijn dertiende begon hij liederen te componeren en al op zijn zeventiende ontstond zijn eerste

Gustav Mahler (1860 1911) groeide op in de Bohemen. Daar runde zijn vader een distilleerderij en verschillende café’s. Op zijn vijftiende ging hij in Wenen naar het conservatorium waar hij na zijn eindexamen nog lessen volgde bij Anton Bruckner en aan de universiteit colleges geschiedenis en filosofie bijwoonde. Vanaf 1880 was Mahler als dirigent verbonden aan een reeks Oostenrijkse en

Tijd voor het componeren van zijn symfonieën had hij vrijwel uitsluitend tijdens de zomervakanties. In de overige maanden gebruikte hij de weinige uren die overbleven voor het uitwerken van zijn partituren, 19


Biografieën

hierin geassisteerd door zijn vrouw Alma. In 1807 verloor hij door antisemitische intriges zijn baan in Wenen en vertrok hij naar New York. Daar was hij verbonden aan de Metropolitan Opera en voltooide Das Lied von der Erde. Een hartziekte sloopte hem en in 1911 keerde hij doodziek terug naar Wenen waar hij op 51-jarige leeftijd overleed.

Robert Schumann

Robert Schumann (1810 ‑ 1856) was onder invloed van zijn vader in zijn jeugd vooral een gepassioneerde lezer van literatuur en 20

poëzie. Piano speelde hij vanaf zesde jaar, en in zijn gymnasiumtijd begon hij te componeren, aanvankelijk vooral voor zijn eigen instrument. Tijdens zijn pianostudie bij Friedrich Wieck forceerde hij zijn linkerhand en moest hij zijn droom om pianovirtuoos te worden opgeven. Voor de dochter van Wieck, de jonge pianiste Clara, vatte hij een grote liefde op die volledig werd beantwoord maar door de vader werd gedwarsboomd. Geniale pianowerken ontstonden in die tijd, maar in 1840, het jaar waarin Robert en Clara ten slotte toch trouwden, kwam een kentering. Hij schreef nu haast alleen nog liedcomposities, in 1840 alleen al 140 van de in totaal 260 liederen die hij zou componeren. Daarna kwamen de andere genres aan bod: symfonieën, kamermuziek en één voltooide opera. Als dirigent en conservatoriumleraar in Leipzig was Schumann niet succesvol aangezien het steeds moeilijker voor hem werd om te communiceren met de medemens. Een

als jonge man opgelopen syfilisinfectie maakte dat hij aan depressieve aanvallen leed en ‘stemmen’ hoorde. Na een zelfmoordpoging belandde hij in de kliniek van Endenich bij Bonn. Daar leefde hij nog enkele jaren in volledige afzondering, tot hij in 1856 stierf.

Richard Wagner

Richard Wagner (1813 - 1883) groeide op in Dresden bij zijn moeder en haar tweede echtgenoot, een acteur en toneelschrijver met wie hij zich als jongen sterk identificeerde. Op school las hij Goethe, Schiller en


Biografieën

Shakespeare en hij was bezeten van de Griekse treurspelen. Zo werd de Oresteia van Aeschylos later een van zijn inspiratiebronnen voor zijn vierdelige operacyclus Der Ring. Op zijn dertiende schreef hij een treurspel, en het zag ernaar uit dat hij tragedieschrijver zou worden, maar zijn passie voor Beethoven trok hem in de richting van de muziek. Korte tijd studeerde hij piano, viool en muziektheorie. Zijn verdere ontwikkeling had hij echter uitsluitend aan zichzelf te danken. Vanaf zijn twintigste werkte Wagner als operadirigent aan verschillende Duitse theaters, onder andere in Magdeburg waar hij zijn eerste vrouw ontmoette, de actrice Minna Planer. In 1840-41 woonde hij in Parijs waar hij als operacomponist tevergeefs probeerde voet aan de grond te krijgen. In Parijs ontdekte hij dat hij ‘de meest Duitse Duitser’ was, en begon zich te verdiepen in de Germaanse mythologie. Vanaf dat moment had hij zijn thema gevonden en ontstonden de

grootse opera’s waarvan hij steeds zijn eigen libretto’s maakte. Zowel met zijn muziek als met zijn visie op ‘totaaltheater’, de eenheid van tekst, muziek en toneelbeeld, werd hij de grootste hervormer van de negentiende eeuw.

21


Biografieën

Uitvoerenden Dorothea Röschmann Sopraan Dorothea Röschmann (1967) werd geboren in Flensburg (Duitsland). In 1995 debuteerde zij met groot succes op de Salzburger Festspiele als Susanna uit Le nozze di Figaro van Mozart onder leiding van Nikolaus Harnoncourt. Inmiddels heeft Röschmann een groot aantal Mozartrollen op haar cv staan. Ze zong Zerlina en Donna Elvira in Don Giovanni, Fiordiligi in Così fan tutte, Pamina in Die Zauberflöte, Servilia en Vitellia in La clemenza di Tito en meer rollen. Ze was tussen 1994 en 2000 ensemblelid van de Staatsoper Unter den Linden waar ze vorig jaar de eretitel ‘Kammersängerin’ ontving. Internationale gastoptredens brachten haar naar de Metropolitan Opera van New York, het Royal Opera House 22

Covent Garden in Londen, het Teatro alla Scala van Milaan en de Bayerische Staatsoper van München. Na haar debuut in 1995 keerde ze meerdere keren terug naar het Salzburg Festival en treedt ze regelmatig op in de Wiener Staatsoper, Bayerische Staatsoper Munich, Semperoper Dresden, de Royal Opera House Covent Garden en Staatsoper Unter den Linden Berlin. Naast haar operawerk houdt Röschmann er een zeer drukke concertagenda op na. Zo nam ze ooit deel aan een project van Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra, waarmee ze alle vocale werken van Johann Sebastian Bach opnam. In 2017 ontving ze een Grammy voor haar soloalbum met Mitsuko Uchida. Ze woont met haar gezin in Hamburg.


BiografieĂŤn

foto: Harald Hoffmann

23


Biografieën

Malcolm Martineau Piano De Schotse pianist Malcolm Martineau (1960) kreeg een brede muziekopleiding aan de universiteit van Cambridge en vervolgens aan het conservatorium in Londen. Hij nam zelf ook zanglessen en is hevig geïnteresseerd in de poëzie van de liedteksten. Korte tijd streefde hij naar een solocarrière maar het samenwerken met zangers en instrumentalisten vond hij aantrekkelijker. Inmiddels is hij een specialist in het liedgenre en treedt hij op met grootheden als Christoph Prégardien, Barbara Bonney, Ian Bostridge, Angelika Kirchschlager, Magdalena Kozena, Anna Netrebko, Bryn Terfel en vele anderen. In de Londense Wigmore Hall heeft Martineau zijn eigen serie waarbij hij vaak jonge zangers betrekt. Als jonge pianist was Martineau pianobegeleider bij masterclasses van Joan Sutherland en Elisabeth 24

Schwarzkopf, en overal ter wereld geeft hij nu zijn kennis en ervaring door tijdens zijn eigen masterclasses. In 2004 ontving hij een doctoraat aan de Royal Scottish Academy of Music en in 2009 was hij International Fellow of Accompaniment in 2009. Hij was in 2011 artistiek directeur van de Leeds Lieder+ Festival.


BiografieĂŤn

foto: Russell Duncan i

25


Biografieën

Rosina Fabius Mezzosopraan

Rosina Fabius sloot in 2016 haar studie af aan het Utrechts conservatorium. Tijdens haar masteropleiding studeerde zij tevens aan de Universität für Musik und Darstellende Kunst Wien (MDW). Rosina wordt momenteel gecoacht door sopraan Rosemary Joshua. In Nederland was Rosina onder andere te horen bij Holland Opera, de Operadagen Rotterdam en op het Grachtenfestival Amsterdam. Bij de Nationale Opera 26

heeft Rosina deelgenomen aan verschillende talentontwikkelingsprojecten waar zij workshops en masterclasses volgde. Naast opera treedt Rosina in binnen- en buitenland regelmatig op als soliste in oratoria en concerten. Zo werd zij uitgenodigd om als soliste de Matthäus Passion te zingen bij het International Bach Festival in Gran Canaria en is zij een vaste gast in barokprogramma’s bij het ensemble The London Octave (UK). Dit jaar debuteerde zij in in Het Concertgebouw als soliste in de Tweede symfonie van Mahler. Rosina treedt graag op in kamermuziekseries onder andere met het ARTO ensemble en het Fabius ensemble. Ze gaf liedrecitals met haar vaste pianiste Kanako Inoue bij het Chamber Music Festival Delft, het Internationaal Lied Festival Zeist en de Junge Schubertiade Wien.

Kanako Inoue Kanako Inoue is geboren in Ibaraki, Japan. Geïnspireerd door haar oudere broer, die

op de lokale muziekschool pianoles kreeg, begon zij op driejarige leeftijd piano te spelen. Vanaf dat moment verliep haar muzikale ontwikkeling snel.

foto: Marco Borggreve

In Ibaraki kreeg ze les van docenten uit Tokyo. Op vijftienjarige leeftijd vertrok Kanako naar Tokyo om te studeren bij Fujiko Yamada. Na het behalen van haar bachelors nam zij deel aan de zomerschool Musik Zentral in Oostenrijk. Pianist Martyn van den Hoek nodigde haar uit om te studeren op het Utrechts conservatorium. Hier behaalde Kanako


BiografieĂŤn

in 2008 haar masters. Vervolgens ging zij naar het conservatorium in Amsterdam voor de opleiding fortepiano onder begeleiding van Stanley Hoogland. Ze is een veelgevraagd pianist voor kamermuziekrepertoire. Met zangeres Bernadette Astari vormde ze een duo en in 2012 werden ze uitgenodigd om in Het Concertgebouw deel te nemen aan The Dutch Classical Talent Tour. Sindsdien heeft Kanako uitvoeringen gegeven met vele jonge talenten. Sinds 2010 begeleidt Kanako strijkers bij het Peter de Grote Festival in Groningen en geeft vele concerten met strijkers. Ze maakt deel uit van de kamermuziekensembles Trio Augusta, Feldberg Trio en Urashima Trio. Voor begeleiding bij examens is zij een veelgevraagd pianist. Als gastpianist werkt Kanako bij Codarts Dance Academie in Rotterdam en de Nationale Balletacademie in Amsterdam

27


Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en stichting Grote Zangers.

Serie Grote Zangers De Serie heeft als oogmerk het naar Nederland brengen van de wereldwijde top van klassieke (Lied)Zangers voor 6 toonaangevende concerten per jaar. Wij programmeren de serie in het Muziekgebouw sinds seizoen 2010-2011. Ervaringstraject Grote Zangers Het creëren van podia voor jonge startende zangers hoort bij onze stichtingsdoelen. Grote Zangers selecteert ieder seizoen 6 zangers uit de top van jong zangtalent. Grote Zangers organiseert voor deze zangers precies dát waar een groot tekort aan bestaat: speelbeurten voor soloconcerten. Vaste onderdelen van het traject zijn een Voorprogramma bij onze serie en een full recital in de vorm van een huisconcert. De musici worden gehonoreerd uit Vriendenbijdragen en andere fondsen die wij werven voor dit educatietraject. Een derde programmadeel is momenteel in ontwikkeling. Vrienden Grote Zangers Grote Zangers kent een actieve Vriendenclub. Vrienden wonen dikwijls 28

huisconcerten bij. Er is één keer per jaar een exclusief en bijzonder evenement. Huisconcerten Grote Zangers Huisconcerten vinden plaats in panden met hoge plafonds te Amsterdam. Liefhebbers van Grote Zangers stellen hun huizen ter beschikking om jong toptalent een kans te geven om zich in een soloconcert te presenteren. Een concert duurt ca. 60 minuten, na afloop krijgen gasten een glas wijn aangeboden. De toegang is op uitnodiging. Heeft u interesse een huisconcert bij te wonen? Laat het ons weten via vrienden@grotezangers.nl Partners Muziekgebouw aan ’t IJ; Co-producent serie Grote Zangers De Nationale Opera; Samenwerking Educatietraject Alferink Artists Management; Vocale adviezen Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Rozemarijn Tiben, productie Leo Spigt, mecenaat Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458, 1017 CA Amsterdam t 020 6643151 info@grotezangers.nl Volg ons op www.grotezangers.nl


Serie Grote Zangers

Verwacht

Wo 10 jan 2018 Grote Zaal 20.15 uur

Christopher Maltman + Joseph Middleton The Soldier - from Severn to Somme Hij schitterde recent in de titelrol Wozzeck bij de Nationale Opera en zijn vertolking van Don Giovanni in de Salzburger Festspiele geldt nu al als legendarisch. In dit prachtige en indringende liedprogramma The Soldier – from Severn to Somme, schetst de Engelse bariton Christopher Maltman met diverse liederen het leven van een Engelse soldaat tijdens de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Voor dit mooie verhalende recital weet Christoph Maltman de 26-jarige Joseph Middleton aan zijn zijde. Hoewel deze jonge pianist nog aan het begin van zijn carrière staat, wordt hij al geprezen als dé liedbegeleider van zijn generatie. Kenners zien in hem de opvolger van grootheden als frequent Grote Zangers-begeleiders Malcolm Martineau en Julius Drake.

Christopher Maltman foto: Pia Clodi

Programma: liederen van George Butterworth, Ivor Gurney, Arthur Somervell, Gustav Mahler, Modest Moesorgski, Robert Schumann, Hugo Wolf, Gerald Finzi en Francis Poulenc 29


Verwacht

za 9 dec / 14.15 uur De IJ-Salon Wilde jongens

December

Kijk Muziek! zo 10 dec

za 2 dec / 20.15 uur Nora Fischer + Ragazze Quartet + Remco Menting The Secret Diary of Nora Plain zo 3 dec / 15.00 uur Voxtra Raakvlakken tussen zangtradities wo 6 dec / 20.15 uur Alban Gerhardt Quintet Topmusici in bijzonder ensemble do 7 dec / 20.15 uur Im wunderschönen Monat Mai Asko|Schönberg do 7 dec / 20.30 uur / BIMHUIS Jen Shyu + Jade Tongue Song of Silver Geese vr 8 dec / 20.15 uur Nederlands Kamerorkest + Erik Bosgraaf Kerst met Vivaldi, Corelli en Bach 30

13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal HiHaHuttenBouwers (2-4) De Stilte 13.30 uur BerBerio (6+) Zonzo Compagnie + Revue Blanche di 12 dec / 20.15 uur Borodin Quartet Zeventig jaar speelhistorie wo 13 dec / 19.00 uur college + 20.15 uur concert Ensemble Correspondances Pastorale de Noël do 14 dec / 12.30 uur Lunchconcert Ism Conservatorium van Amsterdam do 14 dec / 16.30 uur Kuss Quartet Openbare repetitie do 14 dec / 20.15 uur Kuss Quartet Oude meesters

vr 15 dec / 19.30 uur Nederlands Kamerkoor + Concerto Köln + Peter Dijkstra Weihnachtsoratorium zo 17 dec / 15.00 uur Concerto Copenhagen Authentieke barokke kerst di 19 dec / 19.30 uur Nederlandse Bachvereniging Weihnachtsoratorium wo 20 dec / 20.15 uur Noors Solistenkoor Rós - Kerstmis in Noorwegen

Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten


Foto: Erik van Gurp

Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl

Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.

Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons

Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

31



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.