Wo 7 mrt 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Kamermuziek Internationaal
Nils Mönkemeyer + William Youn Nachtgesänge
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma Nils Mönkemeyer + William Youn Nachtgesänge
Serie Kamermuziek Internationaal Wo 7 mrt 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.05 uur ca. 50 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze
Nils Mönkemeyer altviool William Youn piano Claude Debussy (1862 - 1918) Beau soir (1880) bewerking voor altviool Benjamin Britten (1913 - 1976) Lachrymae op. 48 (1950) César Franck (1822 - 1890) Sonate in A (1886) bewerking voor altviool ·· Allegretto ben moderato ·· Allegro ·· Recitativo-Fantasia: Ben moderato ·· Allegretto poco mosso Pauze Aleksandr Skrjabin (1871 - 1915) Pianosonate nr. 5 op. 53 (1907)
Dit concert wordt opgenomen door de NTR en live uitgezonden op NPO Radio 4
Rebecca Clarke (1886 - 1979) Sonate voor altviool en piano (1919) ·· Impetuoso ·· Vivace ·· Adagio - Allegro Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Toelichting Het kan geen kwaad een paar woorden te wijden aan de positie van de altviool in de wereld van de muziek. Eeuwenlang heeft hij in het verdomhoekje gezeten. Als begeleidingsinstrument was hij onmisbaar, maar toch werd hij gezien als hét instrument voor mislukte violisten. Gek genoeg hebben opvallend veel componisten het instrument zelf wel bespeeld, maar er toch nauwelijks solowerken voor geschreven. Mozart speelde veel liever alt dan viool, omdat hij met zijn supergevoelige oren niet tegen het scherpe geluid van de e-snaar kon, die op de altviool ontbreekt. Andere altspelende componisten waren Johann Sebastian Bach, Joseph Haydn, Franz Schubert, Ludwig van Beethoven, Felix Mendelssohn, Antonín Dvořák, Benjamin Britten en Paul Hindemith. Iemand die erg veel heeft gedaan voor de emancipatie van de altviool was de Engelsman Lionel Tertis (1876 - 1975). Zo schreef hij een boek over de altviool met de veelzeggende titel: Cinderella no more. En omdat er een schromelijk gebrek was aan solorepertoire voor de altviool, bewerkte hij het ene stuk na het andere. Tertis’ bewerking voor altviool van Mozarts Klarinetconcert leverde hem een vernietigende recensie op. De boze kop van het stuk luidde: ‘Mozart knew best’. Tertis schreef meteen een ingezonden brief, waarin hij zich verdedigde met: ‘I don’t mind at all being second best to Mozart’. Veel componisten hebben altvioolconcerten voor Tertis geschreven en zo de status van het instrument enigszins verhoogd. Maar het is veelzeggend dat er nog steeds websites bestaan, uitsluitend gewijd aan grappen ten koste van altviolisten.
Claude Debussy Beau Soir Het recital vanavond wordt geopend met Beau Soir, een bewerking van een vroeg lied van Debussy. Toen Debussy het schreef was hij vijftien of zestien en zat hij al enkele jaren op het conservatorium. Hij vorderde daar met horten en stoten, niet in de laatste plaats omdat hij lastig was en letterlijk alles ter discussie stelde. Vooral met de toen geldende regels voor harmonie had hij grote moeite; zijn leraar compositie vroeg hem eens ten einde raad wat hij dan in godsnaam voor systeem volgde. Debussy’s antwoord was kort: ‘Mon plaisir’. Hij was behoorlijk egocentrisch. En ook omdat hij zo ‘anders’ was, zich zeer precieus en zorgvuldig kleedde, en zich het liefst voedde met kaviaar en andere exquise gerechten, moesten zijn medestudenten niet veel van hem hebben. De meeste vroege composities van Debussy schreef hij in liedvorm. Beau Soir is zijn toonzetting van een gedicht, geschreven door zijn vriend Paul Bourget (1852 - 1935). Het gaat om een overpeinzing van iemand 3
Toelichting
die verdrietig is en naar een zonsondergang kijkt, de rivier roze ziet worden en een warm zuchtje wind door het korenveld ziet gaan. Hij ziet in dit schouwspel een aansporing om gelukkig te zijn en blij te zijn dat we leven. Want net als de rivier moeten we verder. De rivier naar zee en wij… naar het graf. Zelfs in dit vroege lied is Debussy al harmonisch avontuurlijk bezig. Via de akkoorden in de pianopartij laat hij duidelijk merken dat dit ogenschijnlijk romantische tafereeltje niet alleen maar rozengeur en maneschijn is.
Benjamin Britten Lachrymae op. 48 Britten was een fantastische pianist. Luister maar eens naar zijn opname van Schuberts liederencyclus Winterreise met zijn partner Peter Pears. Maar hij speelde net zo graag en goed altviool. Dat instrument was ook heel belangrijk voor hem, omdat zijn geliefde leraar en vaderfiguur Frank Bridge (1879 - 1941) hem op de loopplank van de oceaanstomer zijn kostbare Guissani altviool als afscheidscadeau had gegeven. Dat was toen Britten vanwege zijn pacifisme in 1939 tijdelijk naar de Verenigde Staten verhuisde. In 1949, tijdens een tournee in de Verenigde Staten, ontmoette Britten de beroemde altviolist William Primrose, die veel samenspeelde met vioollegende Jascha Heifetz. Het jaar daarvoor had Britten een jaarlijks muziekfestival in Aldeburgh op 4
poten gezet en hij wilde graag dat Primrose daar kwam optreden. Om Primrose over de streep te trekken beloofde Britten dat hij speciaal voor hem een nieuw stuk zou schrijven. Dat plan werkte en die compositie, getiteld Lachrymae, werd tijdens het Aldeburgh Festival van 1950 ten doop gehouden door William Primrose en de componist aan de piano. Britten baseerde het stuk op een van de vele treurige liederen van de grote Engelse renaissancecomponist John Dowland (1563 - 1626). De titel van dat lied is: If my complaints could passion move. Lachrymae begint met een langzame inleiding, waarin we Dowlands thema terug horen in de linkerhand van de pianobegeleiding. Maar na het eerste gedeelte breekt Britten het af om plaats te maken voor zijn variaties. De rest van Dowlands melodie komen we pas weer tegen na de laatste variatie. Dan spelen altviool en piano de aangrijpende melodie met eronder de door Dowland oorspronkelijk gecomponeerde akkoorden. In de zesde variatie klinkt nog een ander lied van Dowland, Flow my tears. Hieraan ontleende Britten de titel Lachrymae – het Latijnse woord voor tranen.
César Franck Sonate in A In de persoon César Franck spelen twee dingen die niet samen lijken te gaan: hij was zowel wonderkind als laatbloeier.
Toelichting
Op zijn achtste zat hij al op het conservatorium, waar hij als pianist de ene prijs na de andere won. Dertien jaar oud organiseerde zijn vader met dollartekens in de ogen een reeks concerten voor de jonge pianovirtuoos. Componeren deed hij toen ook al. Maar het handjevol werken van Franck, dat de tand des tijds heeft doorstaan, schreef hij pas na zijn zestigste. Te midden van die werken neemt zijn Vioolsonate een ereplaats in. Dat wordt ook duidelijk door de hoeveelheid bewerkingen die ervan zijn gemaakt. We kennen een versie voor dwarsfluit, cello, altsaxofoon, koor met orgel, viool en orkest, solopiano en zelfs een voor tuba. Vandaag horen we dus de versie voor altviool. Franck schreef de sonate in 1886 – hij was toen al 63 – als huwelijkscadeau voor een vriend, de beroemde violist Eugène Ysaÿe. Veertig jaar lang heeft Ysaÿe deze sonate links en rechts gespeeld en hij heeft mede daardoor Franck als componist op de kaart gezet. Franck was namelijk veel te bescheiden om zichzelf te promoten en heeft tijdens zijn leven nauwelijks succes gekend bij het grote publiek. Op de ochtend van Ysaÿes bruiloft overhandigde Franck hem het manuscript. Na één haastige repetitie speelde hij hem met een pianiste voor de bruiloftsgasten. De eerste openbare uitvoering gaf Ysaÿe op 16 december 1886 in het Musée Moderne de Peinture in Brussel. Dat middagconcert, met uitsluitend werken van Franck, was nogal uitgelopen. Francks leerling en bewonderaar Vincent d’Indy was erbij: ‘Het werd al donker
toen ze aan de sonate begonnen. Na het openingsdeel konden de musici hun partijen bijna niet meer lezen. Helaas verbood het reglement van het museum kunstlicht (kaarsen of gaslicht) in zalen waar schilderijen hingen. Zelfs het afsteken van een lucifer was al streng verboden. Het publiek werd gevraagd om de zaal te ontruimen, maar men was zo enthousiast dat men weigerde te vertrekken. Toen gaf Ysaÿe met zijn strijkstok een tik op zijn lessenaar en riep: ‘Vooruit!’ En toen, wonder boven wonder, speelden de musici, nu praktisch onzichtbaar, de volgende drie delen uit het hoofd, maar zo vurig en gepassioneerd dat iedereen in vervoering raakte. En dat ondanks de afwezigheid van het normale visuele aspect dat een concert altijd opluistert. De muziek was in haar eentje oppermachtig in de duisternis. Dit wonder zal door de aanwezigen nooit vergeten worden’.
Bij de eerste openbare uitvoering van Francks sonate speelde Ysaÿe drie delen uit het hoofd Franck vond het erg belangrijk dat de delen van een sonate onderling zoveel mogelijk verwantschap vertoonden. Een sonate moest volgens hem een hecht bouwwerk zijn. Daarom noemen we zijn stijl cyclisch. Dat wil zeggen dat er in twee of meer delen gebruik wordt gemaakt van hetzelfde thematische materiaal. Het thema waarmee de sonate opent, is een soort kiemcel van drie noten die 5
Toelichting
we in de hele sonate terug horen komen, al dan niet uitgebouwd of getransformeerd. Na het derde deel, waarin een passage voorkomt die zo vredig en peinzend is dat hij de aarde lijkt te ontstijgen, voelt het alsof de sonate nu afgelopen is. Maar dan volgt er nog een opgewekte finale, deels in de vorm van een canon. De twee thema’s uit het voorafgaande deel keren licht gewijzigd terug.
Aleksandr Skrjabin Pianosonate nr. 5 Skrjabin leunt in zijn vroege werken zwaar op Liszt en vooral op Chopin. In de eerste drie pianosonates is hij al wat meer op weg naar een eigen idioom, maar zit daarin nog duidelijk in de harmonische en thematische wereld van zijn twee voorgangers. Vanaf de Vierde pianosonate, uit 1903, begint hij zich los te maken van de tonaliteit. In Pianosonate nr. 5 uit 1907 is de breuk met de tonaliteit compleet. De toonsoort Fis, die in sommige uitgaven wordt vermeld, is een vlag die de lading absoluut niet dekt. Die heeft de uitgever er alleen bijgezet omdat het nou eenmaal zo hoort. Dit is ook de eerste van Skrjabins sonates die uit één deel bestaat, een vorm die hij vanaf dat moment voor al zijn sonates hanteert. Skrjabin schreef hem toen hij met zijn zwangere vrouw Tatjana net was verhuisd naar Lausanne; in hun appartement in Parijs hielden ze het niet meer uit. Hij schrijft: ‘De luchtvervuiling in de wijk, waar nog betaalbare woningen zijn, is 6
verschrikkelijk… je mag geen geluid maken. Na tienen ’s avonds moet je pantoffels dragen’. In hun nieuwe woning in Lausanne kon Skrjabin weer pianospelen zonder bang te zijn voor klachten van de buren. Tatjana schrijft: ‘Hier halen we wat slaap in… en we beginnen er weer normaal uit te zien. Sasja (Aleksandr) is zelfs alweer aan het componeren – zijn 5e sonate!!! Ik geloof mijn oren niet. Dit is ongelooflijk! De sonate borrelt bij hem naar boven. Vergeleken met dit stuk stelt alles wat hij hiervoor heeft geschreven niets voor. Ik herken er zelfs geen sonate in. Hij heeft hem een aantal keer doorgespeeld en alles wat hij nu nog moet doen is hem opschrijven’. Het kostte Skrjabin inderdaad maar zes dagen om de sonate af te krijgen. We horen sensuele, erotische en extatische muziek, wat we ook kunnen zien aan de aanwijzingen in de partituur. Zo staat er bijvoorbeeld ‘accarezzevole’, wat ‘strelend’ betekent. En ‘très parfumé’, zeer geparfumeerd, en ‘avec une volupté de plus en plus extatique’, met wellust die steeds extatischer wordt. De beroemde pianist Svjatoslav Richter vond deze sonate het moeilijkste stuk van het hele pianorepertoire.
Rebecca Clarke Sonate voor altviool en piano ‘Die ene keer in mijn leven dat ik aan het succes mocht snuffelen, met mijn altsonate, deed het gerucht de ronde dat ik dat stuk niet zelf had geschreven. Ik kreeg
Toelichting
zelfs een paar krantenknipsels onder ogen waarin stond dat ik die onmogelijk zelf had kunnen schrijven. En het leukste was een knipsel waarin ik las dat ik niet bestond. De persoon Rebecca Clarke was een verzinsel. Het was een pseudoniem voor ‘Ernest Bloch’.’
ruim tien cd-opnames van. We kunnen de sonate betitelen als een Engelse variant van het impressionisme, met invloeden van Ravel en Debussy. Tekst toelichting: Thijs Bonger
Dit zei Rebecca Clarke in 1976, toen ze vanwege haar negentigste verjaardag voor de radio werd geïnterviewd. Ze ging op haar zeventiende naar het conservatorium, maar toen haar vioolleraar haar ten huwelijk vroeg, haalde haar vader haar acuut van school. Later zou deze leraar zijn Stradivariusviool aan haar vermaken. Twee jaar later mocht ze toch weer naar het conservatorium. Meisjes waren daar nog schaars en ze werd de eerste vrouwelijke compositiestudent van Sir Charles Villiers Stanford, die haar aanraadde om over te schakelen op altviool. Dat instrument begon toen net een beetje erkenning te krijgen als solo-instrument. Ze kreeg les van de eerdergenoemde altist Lionel Tertis. In 1910 werd Rebecca door haar vader uit huis gezet, nadat zij kritiek had gegeven op zijn seksuele escapades. Daardoor moest ze haar studie afbreken en de kost gaan verdienen. Ze werd een van de allereerste professionele vrouwelijke orkestmusici. Composities liet ze vaak uitgeven onder een mannelijk pseudoniem. In 1919 was de sonate van vandaag haar inzending naar een Amerikaanse compositiewedstrijd. Haar sonate werd tweede na die van Ernest Bloch. Maar het werk hield repertoire en er bestaan 7
Biografieën Componisten Claude Debussy
Claude Debussy (1862 - 1918) kon mede dankzij de steun van de schoonmoeder van de dichter Paul Verlaine en later Tsjaikovski’s weldoenster Nadjezjda von Meck uitgroeien tot een uitstekend pianist en een vernieuwend componist. Debussy vond zijn taal en vorm vooral nadat hij tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1889 veel Spaanse muziek en de Javaanse 8
gamelan had gehoord. Hoewel Debussy vanwege zijn suggestieve werk vaak in één adem genoemd wordt met het impressionisme waren zijn vroegste inspiratiebronnen vooral de mystieke en mysterieuze literatuur. Om de sfeer van die werken te benaderen, schreef hij in een welhaast vrij improvisatorische vorm en bediende hij zich van een ‘zwevende’ tonaliteit. Met werken als Prélude á l’aprèsmidi d’un faune, La Mer, Iberia, de opera Pelléas et Mélisande en pianowerken als de Préludes en de Études was en is hij van blijvende invloed op het westerse componeren.
Benjamin Britten Benjamin Britten (1913 1976) kwam uit een muzikaal gezin en was de lieveling van zijn muzikale moeder. Heel zijn leven lang had hij heimwee naar zijn beschermde kindertijd. Vanaf zijn vijfde jaar componeerde hij en ging later enkele jaren studeren in Londen aan het Royal College of Music.
Privélessen nam hij bij componist Frank Bridge, die hij in 1937 eerde met Variations on a Theme of Frank Bridge voor strijkorkest. De uitvoering van dit werk was zijn eerste publieke succes. Aanvankelijk schreef Britten vooral filmmuziek. In 1934 leerde hij de zanger Peter Pears kennen met wie hij zijn leven vanaf dat moment zou delen. In 1939 vertrok hij naar Amerika. Daar ontstonden belangrijke werken zoals onder andere de liedcyclus met orkest Les illuminations, het Vioolconcert en de cantate Paul Bunyan. Na zijn terugkeer in Engeland
Biografieën
middenin de oorlog werkte hij aan zijn opera Peter Grimes die in 1945 in Londen in première ging. Het werk sloeg in als een bom en Britten was ineens wereldberoemd. Britten wordt beschouwd als de belangrijkste Engelse componist van zijn generatie, maar ondanks enkele hoge Engelse onderscheidingen, bleef hij zich een buitenstaander voelen. De oorzaak hiervan lag waarschijnlijk in zijn alom bekende maar nooit in het openbaar toegegeven homoseksualiteit en zijn liefde voor jonge jongens. Brittens muziek wordt nog altijd regelmatig uitgevoerd. In zijn woonplaats Aldeburgh leeft hij voort in het door hem in 1948 opgerichte festival.
César Franck César Franck (1822 - 1890) was een Franse componist, pianist, organist, dirigent en muziekpedagoog. Zijn ouders waren van Duitse afkomst. Het grootste deel van zijn professionele leven bracht Franck in Parijs door.
Al op 11-jarige leeftijd reisde Franck samen met zijn iets jongere broertje als viool-pianoduo langs de Belgische cultuurcentra.
vooraanstaande Société nationale de musique. Franck had grote invloed met de symfonische muziek en de kamermuziek die hij in de tweede helft van zijn leven schiep. Dit geldt ook voor zijn latere composities voor orgel en piano.
Aleksandr Skrjabin
In 1833 toog de familie naar Parijs. Franck studeerde er aanvankelijk privé compositie, contrapunt en fuga bij Anton Recha; later werd hij toegelaten tot het conservatorium, waar hij onder meer de orgelklas van François Benoist bezocht. In 1859 werd hij organist van de nieuwe Église SainteClotilde, waar hij tot aan zijn dood organist bleef. In 1885 werd hem het Légion d’honneur verleend. Later werd hij voorzitter van de
De Russische componist en pianist Aleksandr Skrjabin (1872 - 1915) werd geboren in een aristocratische familie. Al op vijfjarige leeftijd bleek hij een groot muzikaal talent te hebben, ook al kreeg hij pas vanaf zijn elfde serieus pianoles. 9
Biografieën
Hij studeerde piano en compositie aan het Conservatorium van Moskou. Toen hij in 1892 zou afstuderen werd hij door een conflict niet toegelaten tot het compositie-examen en verliet hij het conservatorium zonder diploma. Hij bouwde een goede praktijk op als componist en concertpianist. Hij was van 1892 tot 1902 pianodocent aan het Conservatorium van Moskou en leefde daarna als freelancecomponist en -pianist. Zijn composities lagen in eerste instantie in de lijn van Chopin, maar in het eerste decennium van de twintigste eeuw raakte hij in de ban van het mystieke gedachtengoed. Zijn composities werden atonaler en mysterieuzer. Zijn ‘Gesamtkunstwerk’ Mysterium moest de kroon op zijn werk worden; door zijn dood door een infectie bleef het onvoltooid.
Rebecca Clarke Rebecca Clarke (1886 - 1979) was een Brits componiste en altvioliste, die vooral bekend geworden is door haar 10
kamermuziek voor altviool. Ze had een Duitse moeder en een Amerikaanse vader en bracht een groot deel van haar volwassenheid door in de Verenigde Staten
Op haar zestiende begon Clarke haar opleiding aan de Royal Academy of Music in Londen. Als eerste vrouwelijke student studeerde zij van 1907 tot 1910 compositie aan het Royal College of Music. In 1912 vormde zij met enkele mede-alumni van het Royal College of Music – waaronder haar latere man James Friskin en George Butterworth – de Palestrina Society, die zich wijdde zich aan het uitvoeren
van ‘oude muziek’. De componist Ralph Vaughan Williams, zelf een alumnus van Stanford en het Royal College of Music, was een tijdje hun dirigent. Clarke onderhield zichzelf door als professioneel violist op te treden. In 1916 maakte zij haar eerste reis naar de Verenigde Staten en ontmoette zij Elizabeth Sprague Coolidge, promotor en geldschieter van ‘nieuwe muziek’. In 1919 deed zij mee aan de Coolidge Competition met de Sonate voor altviool en piano, waarmee zij de tweede prijs won. Productieve jaren volgden, maar in de jaren dertig schreef Clarke wegens een affaire met een getrouwde man amper muziek. Terwijl ze in 1939 op bezoek was in de Verenigde Staten, kon zij door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Europa niet terugkeren naar Engeland. Ze kreeg een betrekking als kinderjuffrouw in Connecticut en vond hier James Friskin terug, docent aan de Juilliard School in New York. Ze trouwden in 1944. Het huwelijk betekende een
Biografieën
einde aan haar creativiteit. Ze overleed op 93-jarige leeftijd in New York City. Bijna haar gehele oeuvre is momenteel terug te vinden op cd.
foto: Irène Zandel
Uitvoerenden Nils Mönkemeyer Altviool Altviolist Nils Mönkemeyer (1978) is in korte tijd internationaal bekend geworden en heeft hiermee nieuwe aandacht voor de altviool gevraagd. Als een exclusieve Sony Classical-artiest heeft hij in de afgelopen jaren verschillende bekroonde cd’s uitgebracht, die allemaal hun weg hebben gevonden in de Duitse klassieke hitlijsten. De opnames van Mönkemeyer
omvatten ontdekkingen van originele altvioolwerken, variërend van de achttiende eeuw tot moderne stukken, en eigen transcripties. Hij treedt op als solist op grote internationale concertlocaties en speelt in verschillende kamermuziekensembles, zoals het trio met Sabine Meyer en William Youn, het Julia Fischer Quartet en het duo met pianist William Youn. Ook hiermee is hij te zien op diverse podia en op talrijke festivals. Sinds 2011 is Nils Mönkemeyer professor aan de Hochschule für Musik und Theater in München, waar hij eerder zelf les had van Hariolf Schlichtig. 11
Biografieën
foto: Irène Zandel
William Youn Piano Pianist William Youn is door critici beschreven als een ‘echte dichter’ met een ‘soevereine, brutale pianotechniek’. Zijn pianostudie begon hij in Korea en in de VS, waarna hij studeerde aan de Hochschule für Musik in Hannover en de International Piano Academy Lake Como. William Youn woont tegenwoordig in München en treedt internationaal op, van Berlijn via Seoul 12
naar New York met grote orkesten, waaronder het Cleveland Orchestra, de Münchner Philharmoniker, het Deutsches SymphonieOrchester Berlin, het Nationaal Orkest van België, het Mariinsky Theater en het Seoul Philharmonic Orchestra. Als kamermuzikant speelt William samen met Nils Mönkemeyer, Sabine Meyer, Julian Steckel, Carolin Widmann, Veronika Eberle, Johannes Moser en het Signum Quartet. Hij speelt ook steeds vaker op fortepiano, onder andere tijdens het Mecklenburg Vorpommern Festival en het Mozartfestival in
Würzburg. De cd Mozart with Friends met Sabine Meyer, Julia Fischer en Nils Mönkemeyer was Chamber Music Recording of the Year van ECHO Klassik 2017. Zijn meest recente opname van de complete pianosonates van Mozart voor Oehms Classics heeft uitgebreide lovende kritieken gekregen.
Verwacht Schnyder trio Grootse pianotrio’s van Brahms en Beethoven
Serie Kamermuziek Internationaal Wo 9 mei 2018 Grote Zaal 20.15 uur
‘Spannend in zijn glans en intensiteit’ noemde het Britse Gramophone de bijzondere opname die het Zwitserse Schnyder Trio maakte van de oorspronkelijke langere versie van Brahms’ Pianotrio op. 8. Het is de blikvanger in dit prachtig programma met verder Beethovens beroemde Erzherzogtrio en Rihms Fremde Szene III. Dit werk met subtiele verwijzingen naar de trio’s van Brahms en Beethoven is sinds de première in de late jaren tachtig uitgegroeid tot een moderne klassieker. Johannes Brahms voelde bij het schrijven van zijn eerste pianotrio de druk van Beethoven. Al klinkt dat niet door in de muziek die hier en daar naar zijn grote voorganger verwijst. Het is Brahms’ meest onbezorgde romantische kamermuziek en ook zijn enige werk dat in twee edities gepubliceerd is. Het Schnyder Trio biedt de mogelijkheid de langere oorspronkelijke versie nu live mee te maken.
Wolfgang Rihm foto: Klaus Rudolph
Programma: Johannes Brahms Pianotrio nr. 1 op. 8 (originele versie) / Wolfgang Rihm Fremde Szene III / Ludwig van Beethoven Pianotrio in Bes op. 97 ‘Erzherzog’
13
Verwacht
Maart wo 7 mrt / 20.30 uur / Muziekgebouw aan de Ring Laurel Halo The Rest is Noise do 8 mrt / 20.15 uur Silbersee Stimmung vr 9 mrt / 20.15 uur Yevgeny Sudbin Sudbins Danse macabre za 10 mrt / 14.15 uur De IJ-Salon Bach Bridges za 10 mrt / 20.15 uur Meccore String Quartet Meesterproef naast meesterwerk Kijk Muziek! zo 11 mrt 13.30 + 15.30 uur / Kleine Zaal Panama (2-4) Feikes Huis 13.30 uur Wij gaan op berenjacht (4+) Silbersee + Theater Sonnevanck 14
zo 11 mrt / 20.15 uur Reinbert de Leeuw + Nederlands Kamerkoor + Holland Baroque Johannes Passion UITVERKOCHT
do 15 mrt / 12.30 uur Lunchconcert Ism Academie van het Koninklijk Concertgebouworkest
do 15 mrt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Nicolas Altstaedt Hedendaagse Mariaverering
vr 16 mrt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Nicolas Altstaedt Pärt en Tavener UITVERKOCHT
za 17 mrt / 20.15 uur Reinbert de Leeuw + Nederlands Kamerkoor + Holland Baroque Johannes Passion UITVERKOCHT
vr 23 mrt / 20.00 uur La morte d’Orfeo De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw
zo 25 mrt/ 11.00 uur / Kleine Zaal Alexander Moosbrugger + Ned McGowan Op avontuur met Moosbrugger zo 25 mrt / 14.00 uur La morte d’Orfeo De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw ma 26 mrt / 20.00 uur La morte d’Orfeo De Nationale Opera i.s.m. het Muziekgebouw di 27 mrt/ 20.15 uur Orkest van de 18e Eeuw + Thomas Zehetmair Een historische Brahms
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten
Foto: Erik van Gurp
Restaurant Zouthaven Kom voor het concert eten in restaurant Zouthaven. Reserveren: 020 788 2090 of zouthaven.nl
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiĂŤnten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15