Wo 26 sep 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Grote Zangers
Ian Bostridge + Saskia Giorgini Schumann en Liszt
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Serie Grote Zangers Wo 26 sep 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.05 uur
Ian Bostridge + Saskia Giorgini Schumann en Liszt Ian Bostridge tenor Saskia Giorgini piano
ca. 35 minuten voor de pauze ca. 55 minuten na de pauze
Voorprogramma Grote Zaal 19.30 - 19.45 uur Deborah Saffery mezzosopraan Daan Boertien piano Johannes Brahms (1833 1897) Uit Vier Gesänge op. 43 (1857/1864) 1. Von Ewiger Liebe Selectie uit Zigeunerlieder op. 103 (1887/1888)
Dit concert wordt live uitgezonden door de NTR op NPO Radio 4
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Programma
Franz Liszt (1811 - 1886) uit Sonetti di Petrarca voor piano S. 158 (1836) 2. Sonetto nr. 104 in E, Pace non trovo Robert Schumann (1810 - 1856) Liederkreis op. 39 (1840) 1. In der Fremde 2. Intermezzo 3. Waldesgespräch 4. Die Stille 5. Mondnacht 6. Schöne Fremde 7. Auf einer Burg 8. In der Fremde 9. Wehmut 10. Zwielicht 11. Im Walde 12. Frühlingsnacht Pauze
Franz Liszt Ihr Glocken von Marling S. 328 (1874) Es muss ein Wunderbares sein S. 314 (1852) Rhein, im schönen Strome S. 272 (1840 of 1854) Pianotransscriptie van Isoldes Liebestod (1867) uit Tristan und Isolde van Richard Wagner Robert Schumann Dichterliebe op. 48 (1840) 1. Im wunderschönen Monat Mai 2. Aus meinen Tränen sprießen 3. Die Rose, die Lilie 4. Wenn ich in deine Augen seh’ 5. Ich will meine Seele tauchen 6. Im Rhein, im heiligen Strome 7. Ich grolle nicht 8. Und wüssten’s die Blumen 9. Das ist ein Flöten und Geigen 10. Hör’ ich das Liedchen klingen 11. Ein Jüngling liebt ein Mädchen 12. Am leuchtenden Sommermorgen 13. Ich hab’ im Traum geweinet 14. Allnächtlich im Traume 15. Aus alten Märchen winkt es 16. Die alten, bösen Lieder
3
Welkom Welkom bij het openingsrecital van het negende seizoen van Grote Zangers. In 2012 maakt Ian Bostridge al zijn debuut bij ons met onder andere On Wenlock Edge van Vaughan Williams, voor tenor, piano en strijkkwartet. Het werd een fantastisch concert, dat veel indruk op mij maakte. We bleven contact houden en hij keerde pas weer terug in 2017. Tijdens dit concert ontving ik van hem het eerste, Nederlandstalige exemplaar van zijn boek Schuberts Winterreise dat hij in de tussentijd schreef. Voor een nieuw programma kwam Ian met een voorstel dat ik niet helemaal begreep. Het liedrecital bevatte stukken voor piano solo. Ik wees hem erop dat het publiek een kaart voor een zangrecital koopt, niet voor een pianorecital. Ian hield echter voet bij stuk en overtuigde mij van de artistieke zin en inhoud. ‘Maar’, schreef ik hem, ‘hoe overtuig ik nu het publiek?’ Daarop antwoordde hij beslist: ‘Ik schrijf je een korte mail met mijn ideeën. Deel die met je publiek.’ Dat doe ik graag, maar niet voordat ik u een fijne avond wens! Theo van den Bogaard Stichting Grote Zangers De serie Grote Zangers wordt georganiseerd i.s.m. het Muziekgebouw
4
Welkom
Uit de e-mail van Ian Bostridge:
[quote] The piano accompanied Lied started out as a domestic genre. Many if not most of Schubert’s songs were written for his friends or for himself; when published, they were directed towards a bourgeois market, and they found their place on the piano in the salon, to be read alone, or sung and played among intimates or a small circle of friends. They made their way into concert halls – a relatively recent innovation – tentatively through benefits and associations. And they were performed in small doses, in mixed programmes. The idea of a whole, public Winterreise was not broached until the 1850s; and even Clara Schumann created concert programmes with extracts from Dichterliebe, an unimaginable idea nowadays. The presence of song on mixed programmes of chamber music continued into the twentieth century, but today programmes and audiences are more segregated. Piano recitals and song recitals have distinct audiences.
accompaniment, and hearing some solo piano music played by a great exponent, can help us to reengage with the piano in song. If this is one benefit of the sort of programme we are presenting this evening, the other is to place overfamiliar song repertoire in a new context. The sheer weirdness of the opening of Dichterliebe is often obscured by the greater weirdness of later music with which we are all familiar. Putting Wagner/Liszt next to Im wunderschönen Monat Mai ought to open some windows in all our musical imaginations. And playing the Liszt Sonetti – first composed as songs, before Schumann’s song year of 1840, but first published as piano pieces 6 years later – next to the Liederkreis op. 39 creates a whole series of reflections which can only deepen our reponses to both voice and piano. Ian Bostridge [unquote]
Dedicated Lieder recitals are a wonderful thing, an aesthetic discovery, allowing a deep engagement with the music performed. But in losing the mixed programme which the nineteenth century championed, we have lost something important. The focus on the singer can often veil our relationship to song as chamber music, and the role of the piano, surely one of the great achievements of the Romantic Lied. This is no longer mere 5
Toelichting Het jaar 1840 was misschien wel de gelukkigste periode in het leven van Robert Schumann. Na heftige strubbelingen met pappa Wieck trad Robert eindelijk in het najaar in het huwelijk met diens dochter Clara: een grote romantische liefde werd bezegeld, en Roberts geluk vond een uitweg in de ene liedcompositie na de andere. Toch moeten we ons niet voorstellen dat hij luidkeels zingend door het leven ging, want ook toen al, jaren voor zijn diepe depressies, was hij een introverte man. Dat kunnen wij opmaken uit de woorden van Liszt, die hem in datzelfde jaar leerde kennen: ‘Schumann is een buitengewoon gereserveerde man’, schreef hij. ‘Hij praat bijna niet, behalve van tijd tot tijd met mij. Ik denk dat hij zich bijzonder aan mij zal hechten.’
Liszt zette al zijn gaven in om Schumann om zijn vinger te winden Liszt de ijdeltuit zette al zijn gaven in om Schumann om zijn vinger te winden, en het lukte hem! Aanvankelijk was Schumann niet helemaal overtuigd van de muzikale pauw die zijn staartveren etaleerde: ‘Hoe buitengewoon hij speelt, kloek en geweldig, en dan weer zacht en luchtig, dat heb ik nu allemaal gehoord. Maar Claartje, deze wereld is niet meer de mijne.’ Hij miste innigheid en hoorde iets pronkerigs in het spel van Liszt. Maar Liszt gaf niet op en verleidde Schumann met diens eigen Novelletten, Fantasie en Sonate. ‘Hij is toch wel heel erg buitengewoon’ schreef Schumann even later aan Clara. ‘Veel klinkt anders dan ik het me voorstel, maar altijd geniaal, teder en gedurfd.’ Uiteindelijk 6
had Liszt hem helemaal voor zich gewonnen: ‘Ik speelde het tweede deel van de Fantasie’ schrijft Liszt, ‘met dit gevolg dat Schumann opsprong uit zijn stoel, zijn armen om mij heen sloeg en met tranen in zijn ogen uitriep ‘Goddelijk!’’ Het was juist dit vermogen tot enthousiasme over andermans talenten dat Schumann tot een zo ontroerend sympathieke man maakte. En Liszt? Hij werd vooral in beslag genomen door Liszt. Weinig kunstenaarslevens waren zo ‘eventful’ als het zijne, en terwijl Schumann in 1840 leek thuis te komen in de liefde en het beginnende gezin, kwam in diezelfde tijd voor Liszt alles juist op losse schroeven te staan. Zijn bloeiende relatie met Marie d’Agoult die in 1833 zo stormachtig was begonnen en al snel was geresulteerd in nageslacht, zette hij al na een paar jaar op het spel met zijn vele concertreizen, ontmoetingen en minnaressen. Hij was zó vaak afwezig dat Marie er genoeg van kreeg: vanuit Zwitserland waar zij met Liszt had gewoond, ging zij met de drie kinderen terug naar Parijs.
Franz Liszt Sonetti di Petrarca In 1833, tijdens een feestje thuis bij Chopin, had Liszt de aantrekkelijke gravin Marie
Toelichting
Liederkreis op. 39
symfonieën en strijkkwartetten waren geschreven die hele muziektempels vulden, was het lied blijven steken in een matig niveau en achtergebleven in de huiskamers van goedwillende amateurs. Dit is natuurlijk niet helemaal waar, want Schumanns directe voorganger Schubert was mentaal allang de huiskamer ontgroeid. Alleen waren zijn geweldige liederen nog niet doorgedrongen tot het ‘grote podium’. Maar daar kwam het beroemde pianofenomeen Liszt aanzetten. Rond 1838 eiste hij gerechtigheid voor Schubert met zijn pianobewerkingen van diens liederen. Het kan niet worden ‘bewezen’ maar het is toch goed mogelijk dat het Liszt is geweest die Schumann de oren heeft geopend. En hoewel wij allen graag willen geloven dat het puur en alleen de liefde voor Clara was die de doorbraak bij Robert veroorzaakte, moet toch worden gezegd dat er ook nog een zeer triviale aanleiding was om liederen te gaan schrijven: er viel wat mee te verdienen! Er was grote belangstelling ontstaan voor de kleine miniaturen en de uitgevers ‘roken’ geld. Liederkreis op. 39 werd al in 1842 uitgegeven. Robert was apetrots dat hij iets kon bijdragen aan het huishoudpotje dat doorgaans vooral door Clara, de beroemde pianiste, werd gevuld.
Schumanns Liederkreis op. 39 werd geschreven in 1840 tijdens een ware vocale uitbarsting: 138 liederen ontstonden alleen al in dat ene jaar. Daarvoor had Schumann een beetje neergekeken op het liedgenre dat hij beschouwde als ‘minder’ dan de instrumentale muziek. Daarin had hij eigenlijk ook gelijk gehad, want terwijl er geniale
Dit soort laag bij de grondse feiten zijn des te saillanter naarmate het gaat om kunst van een hoger niveau. Want zowel Dichterliebe als Liederkreis op. 39 zijn een wonder van muzikale poëzie en al bijna twee eeuwen gelden deze cycli als de top van de romantische liedkunst. De woorden van Eichendorff hebben Schumann in de
d’Agoult ontmoet. De twee vielen als een blok voor elkaar, beloofden elkaar trouw en voegden de daad bij het woord. Marie verliet haar echtgenoot en haar twee dochtertjes en vertrok met Liszt naar Genève in Zwitserland en later naar het Italiaanse Como. Dit gebeurde in alle openheid, en hun moed om volop te leven was enorm. In die eerste periode waarin zij veel samen waren, werd er ook samen gelezen. Moderne koppels zouden op de bank naar de tv kijken, maar Franz en Marie lazen de Divina Commedia van Dante en de sonnetten van Petrarca. Drie van de sonnetten waren de aanzet tot drie liederen. Zij bleven ook later voor Liszt van belang: hij maakte verschillende versies waarvan één voor piano solo die een plaats kreeg in Band II van de Années de Pèlerinage. De liederen drukken een intens verlangen uit, met in de zangpartij stijgende lijnen en grote interval sprongen, terwijl de piano in beweeglijke figuren een voortdurende onrust weergeeft. We kunnen deze muziek opvatten als een ‘salut d’amour’, gericht aan Marie d’Agoult.
Robert Schumann
7
Toelichting
Liederkreis geïnspireerd tot kunst waaraan elk spoor van gekunsteldheid vreemd is. De dichter zelf bekende aan Clara dat de muziek van haar echtgenoot ‘aan zijn gedichten pas echt leven had gegeven’. Het is niet alleen het leven, maar ook het grote formaat dat Schumann heeft gecreëerd uit regels in miniatuurvorm. Kleine smarten en onbestemde verlangens kregen door Schumanns genie een monumentale omvang.
Franz Liszt Liederen De liederen van Franz Liszt zijn minder bekend dan de rest van zijn oeuvre. Veel van zijn circa zeventig liederen dateren van na de breuk met Marie d’Agoult. Het impressionistische Ihr Glocken von Marling wordt tot zijn belangrijkste laatste liederen gerekend. De repetitieve akkoorden in de rechterhand verklanken het klokgelui. Es muss ein Wunderbares sein behoort samen met de Petrarca sonetten tot de favoriete liederen van Liszt. En net als Schumann zette hij Heinrich Heines Im Rhein, im schönen Strome op muziek. Waar Schumann uitgaat van het idee van de reflecties op het water, schildert Liszt kabbelende wateren en het gefladder van engelenvleugels. Isoldes Liebestod In 1840 leerde Liszt de 27-jarige Richard Wagner kennen. Liszt was maar twee jaar ouder, maar hij zou Wangers mecenas, zijn 8
bewonderaar en later zelfs zijn schoonvader worden. Zijn vriend werd hij niet, want daarvoor was de verhouding te eenzijdig: Wagner profiteerde vooral van Liszts geld en invloed. Vanaf 1842 was Liszt kapelmeester in Weimar, en verschillende opera’s van Wagner werden daar door hem uitgevoerd. De briefwisseling tussen de twee grootheden is een goudmijn. Zo schrijft Wagner in 1854 aan Liszt: ‘Omdat ik in mijn leven nooit echt het geluk van de liefde ervaren heb, wil ik een gedenkteken oprichten voor deze mooiste aller dromen.’ Dat gedenkteken zou de opera Tristan und Isolde worden, die ruim tien jaar later in première ging. Inmiddels had Wagner Liszts dochter, de hondstrouwe Cosima aan zijn zijde. Liszt schreef de pianobewerking van de ‘Liebestod’, het slot van de opera, kort na de première. Het stuk is favoriet bij zeer virtuoze pianisten die de tremolo’s heel licht kunnen spelen en ons zo weten te betoveren met een ragfijn klankweefsel.
Robert Schumann Dichterliebe op. 48 Als de liederen van Dichterliebe op. 48 samen een verhaal vertellen, dan gaat het over een gelukkige liefde die omslaat in ongeluk en verlies. Maar de Dichterliebe vertelt geen verhaal: eerder is het een serie van losstaande stadia die gevoelens als verstild geluk, woede en diepe ontreddering weergeven. De beelden die worden gebruikt in woord en klank, zoals de vogels, de bloemen, de tranen, de nachtelijke dromen,
Toelichting
dat alles is uit de voorbije tijd van de romantiek en zij lijken nu ronduit oubollig. Maar wat blijkt? Het treft ons, anno 2018, nog recht in het hart. Wat ons niet direct treft, dat is de veelbesproken ironie die in de gedichten van Heine zo’n grote rol speelde, en die ook door Schumann werd opgepikt. Want noch Heine noch Schumann waren van die humorloze Duitsers van het type dat later exemplarisch zou worden. De ironie in de liederen uit Dichterliebe werkt echter meestal niet op een vanzelfsprekende manier omdat de beelden uit een andere tijd komen. Als luisteraar moet je steeds op je hoede blijven: wordt hier bedoeld wat er wordt gesuggereerd? Of is de betekenis juist het tegengestelde? Is de boosheid niet juist de verzwegen pijn, en is het graf niet iets daarbuiten op een kerkhof maar, veel erger, juist in jezelf? De Dichterliebe bestaat uit verschillende ‘lagen’: de bovenste laag raakt ons altijd weer heel direct. Wat daaronder is verborgen wekt nieuwsgierigheid naar de eigenlijke betekenis die Schumann en Heine daar in een schatkist hebben verstopt. Tekst toelichting: Katja Reichenfeld
9
Liedteksten Robert Schumann Liederkreis op. 39 Tekst: Joseph von Eichendorff (1788-1857)
In der Fremde Vanuit mijn thuisland achter de rode bliksems komen de wolken. Niemand kent mij daar meer. Hoe snel komt de stille tijd, dat ook niemand mij hier nog kent. Aus der Heimat hinter den Blitzen rot Da kommen die Wolken her, Aber Vater und Mutter sind lange tot, Es kennt mich dort keiner mehr. Wie bald, wie bald kommt die stille Zeit, Da ruhe ich auch, und über mir Rauschet die schöne Waldeinsamkeit, Und keiner kennt mich mehr hier.
Intermezzo Jouw wonderschone beeltenis heb ik in mijn hart en kijkt mij vrolijk aan. Mijn hart zingt een prachtig oud lied dat zich door de lucht naar jou spoedt. Dein Bildnis wunderselig Hab ich im Herzensgrund, Das sieht so frisch und fröhlich Mich an zu jeder Stund’. Mein Herz still in sich singet Ein altes schönes Lied, Das in die Luft sich schwinget Und zu dir eilig zieht. Waldesgespräch Wat rijd jij laat alleen door het woud? Mooie bruid, ik leid je naar huis. ‘Groot is het bedrog van mannen, mijn hart is gebroken. Vlucht! Je weet niet wie ik ben.’ Zo mooi versierd zijn paard en vrouw. Ik herken je - God sta me bij - je bent de heks Lorelei. ‘Je kent mij goed. Vanaf de rots ziet mijn slot uit op de Rijn. Nooit kom je nog uit dit woud.’ Es ist schon spät, es ist schon kalt, Was reitst du einsam durch den Wald? Der Wald ist lang, du bist allein, Du schöne Braut! Ich führ dich heim! ‘Groß ist der Männer Trug und List, Vor Schmerz mein Herz gebrochen ist, Wohl irrt das Waldhorn her und hin, O flieh! Du weißt nicht, wer ich bin.’
10
Liedteksten
So reich geschmückt ist Roß und Weib, So wunderschön der junge Leib, Jetzt kenn ich dich - Gott steh mir bei! Du bist die Hexe Lorelei. ‘Du kennst mich wohl – von hohem Stein Schaut still mein Schloß tief in den Rhein. Es ist schon spät, es ist schon kalt, Kommst nimmermehr aus diesem Wald.’ Die Stille Niemand weet hoe blij ik ben! De sneeuw en de sterren zijn niet zo stil en zwijgzaam als mijn gedachten. Ik wenste dat ik een vogel was en hoog over zee en verder vloog tot ik in de hemel was! Es weiß und rät es doch keiner, Wie mir so wohl ist, so wohl! Ach, wüßt es nur einer, nur einer, Kein Mensch es sonst wissen sollt.
Mondnacht Het leek net alsof de hemel de aarde had gekust. De wind ruiste over de velden en door de bossen bij de heldere sterrennacht. En mijn ziel vloog door stille landen op weg naar huis. Es war, als hätt’ der Himmel, Die Erde still geküßt, Daß sie im Blütenschimmer Von ihm nur träumen müßt. Die Luft ging durch die Felder, Die Ähren wogten sacht, Es rauschten leis die Wälder, So sternklar war die Nacht. Und meine Seele spannte Weit ihre Flügel aus, Flog durch die stillen Lande, Als flöge sie nach Haus.
So still ist’s nicht draußen im Schnee, So stumm und verschwiegen sind Die Sterne nicht in der Höh, Als meine Gedanken sind. Ich wünscht’, ich wäre ein Vöglein Und zöge über das Meer, Wohl über das Meer und weiter, Bis daß ich im Himmel wär!
11
Liedteksten
Schöne Fremde
Auf einer Burg
De boomtoppen ruisen en huiveren, als oude goden die hun ronde lopen. Wat vertel jij mij, fantastische nacht? De sterren fonkelen en de verte spreekt dronken van naderend groot geluk.
Ingeslapen op de uitkijk zit boven de oude ridder. Baard en haar zijn verweven en met versteende borst en kleren zit hij daar al vele eeuwen. Allen zijn naar het dal gegaan en eenzaam zingen de vogels in de lege vensterbogen. Beneden vaart in de zon een bruiloft langs op de Rijn. De musici spelen vrolijk, maar de mooie bruid weent.
Es rauschen die Wipfel und schauern, Als machten zu dieser Stund Um die halbversunkenen Mauern Die alten Götter die Rund. Hier hinter den Myrtenbäumen In heimlich dämmernder Pracht, Was sprichst du wirr wie in Träumen Zu mir, phantastische Nacht? Es funkeln auf mich alle Sterne Mit glühendem Liebesblick, Es redet trunken die Ferne Wie vom künftigem, großem Glück.
Eingeschlafen auf der Lauer Oben ist der alte Ritter; Drüber gehen Regenschauer, Und der Wald rauscht durch das Gitter. Eingewachsen Bart und Haare Und versteinert Brust und Krause, Sitzt er viele hundert Jahre Oben in der stillen Klause. Draußen ist es still’ und friedlich, Alle sind ins Tal gezogen, Waldesvögel einsam singen In den leeren Fensterbogen. Eine Hochzeit fährt da unten Auf dem Rhein im Sonnenscheine, Musikanten spielen munter, Und die schöne Braut, die weinet.
12
Liedteksten
In der Fremde
Wehmut
Ik hoor de beekjes ruisen hier en daar in het bos. De nachtegalen zingen als over een vergane mooie tijd. In de maneschijn lijkt het slot in het dal te liggen, nog zo ver weg. Waar mijn lief op mij zou wachten, en ze is toch zo lang al dood.
Ik kan wel vaak zingen alsof ik blij ben, maar heimelijk komen de tranen en wordt mijn hart vrij. De nachtegalen laten het verlangen klinken uit hun diepe kerker. En iedereen geniet, maar niemand voelt het leed.
Ich hör’ die Bächlein rauschen Im Walde her und hin. Im Walde, in dem Rauschen, Ich weiß nicht, wo ich bin. Die Nachtigallen schlagen Hier in der Einsamkeit, Als wollten sie was sagen Von der alten, schönen Zeit. Die Mondesschimmer fliegen, Als säh ich unter mir Das Schloß im Tale liegen, Und ist doch so weit von hier! Als müßte in dem Garten, Voll Rosen weiß und rot, Meine Liebste auf mich warten, Und ist doch so lange tot.
Ich kann wohl manchmal singen, Als ob ich fröhlich sei, Doch heimlich Tränen dringen, Da wird das Herz mir frei. Es lassen Nachtigallen, Spielt draußen Frühlingsluft, Der Sehnsucht Lied erschallen Aus ihres Kerkers Gruft. Da lauschen alle Herzen, Und alles ist erfreut, Doch keiner fühlt die Schmerzen, Im Lied das tiefe Leid.
13
Liedteksten
Zwielicht De schemering wil haar vleugels spreiden, wat betekent deze gruwel? Laat een ree niet alleen grazen, de jagers trekken door het bos. Houd een vriend in de gaten, want vriendelijk met oog en mond, zint hij op oorlog. Veel gaat in de nacht verloren, blijf waakzaam en alert. Dämmrung will die Flügel spreiten, Schaurig rühren sich die Bäume, Wolken ziehn wie schwere Träume – Was will dieses Grau’n bedeuten? Hast ein Reh du lieb vor andern, Laß es nicht alleine grasen, Jäger ziehn im Wald und blasen, Stimmen hin und wieder wandern. Hast du einen Freund hienieden, Trau ihm nicht zu dieser Stunde, Freundlich wohl mit Aug’ und Munde, Sinnt er Krieg im tück’schen Frieden. Was heut gehet müde unter, Hebt sich morgen neu geboren. Manches geht in Nacht verloren – Hüte dich, sei wach und munter! Im Walde Er trok een bruiloftstoet langs de berg. Ruiters schitterden, het was een vrolijk gedruis. Voordat ik het wist, was alles voorbij en viel de nacht. Slechts het woud ruist en in mijn hart huiver ik.
14
Es zog eine Hochzeit den Berg entlang, Ich hörte die Vögel schlagen, Da blitzten viel Reiter, das Waldhorn klang, Das war ein lustiges Jagen! Und eh’ ich’s gedacht, war alles verhallt, Die Nacht bedecket die Runde, Nur von den Bergen noch rauschet der Wald Und mich schauert’s im Herzensgrunde. Frühlingsnacht Over de tuinen vlogen de trekvogels en alles begint te bloeien. Juichen wil ik, en huilen. De maan en sterren zeggen het en de nachtegalen zingen het uit: Ze is de jouwe! Ze is van jou! Über’n Garten durch die Lüfte Hört’ ich Wandervögel ziehn, Das bedeutet Frühlingsdüfte, Unten fängt’s schon an zu blühn. Jauchzen möcht’ ich, möchte weinen, Ist mir’s doch, als könnt’s nicht sein! Alte Wunder wieder scheinen Mit dem Mondesglanz herein. Und der Mond, die Sterne sagen’s, Und im Traume rauscht’s der Hain, Und die Nachtigallen schlagen’s: Sie ist deine! Sie ist dein!
Liedteksten
Franz Liszt Ihr Glocken von Marling Tekst: Emil Kuh (1828 - 1876)
Klokken van Marling, hoe helder luiden jullie, alsof de lente zingt. Breng me naar het centrum van jullie klanken en bescherm me goed. Ihr Glocken von Marling, wie braust ihr so hell! Ein wohliges Lauten, als sänge der Quell. Ihr Glocken von Marling, ein heil’ger Gesang Umwallet wie schützend den weltlichen Klang, Nehmt mich in die Mitte der tönenden Flut Ihr Glocken von Marling, behütet mich gut! Es muß ein Wunderbares sein Tekst: Oscar von Redwitz-Schmölz (1823 - 1891)
Het moet een fantastisch iets zijn voor twee zielen om verliefd te zijn. Om van eerste kus tot de dood met liefde te spreken.
Im Rhein, im schönen Strome Tekst: Heinrich Heine (1797 - 1856)
In de Rijn weerspiegelt de Dom van Keulen. Daarin is een beeld van Onze Lieve Vrouw. Haar ogen, lippen en wangen zijn net als van mijn liefste. Im Rhein, im schönen Strome, Da spiegelt sich in den Wellen Mit seinem großen Dome Das große, das heilige Köln. Im Dom da steht ein Bildnis, Auf goldnem Leder gemalt; In meines Lebens Wildnis Hat’s freundlich hineingestrahlt. Es schweben Blumen und Eng’lein Um unsre liebe Frau; Die Augen, die Lippen, die Wänglein, Die gleichen der Liebsten genau.
Es muß ein Wunderbares sein Ums Lieben zweier Seelen, Sich schließen ganz einander ein, Sich nie ein Wort verhehlen, Und Freud und Leid und Glück und Not So mit einander tragen; Vom ersten Kuß bis in den Tod Sich nur von Liebe sagen.
15
Liedteksten
Robert Schumann Dichterliebe, op. 48
Und wenn du mich lieb hast, Kindchen, Schenk’ ich dir die Blumen all’, Und vor deinem Fenster soll klingen Das Lied der Nachtigall.
Tekst: Heinrich Heine (1797 - 1856)
Im wunderschönen Monat Mai In die wonderschone maand mei, toen alles ontlook en alle vogels zongen, is ook in mijn hart de liefde gekomen en heb ik haar mijn verlangen bekend. Im wunderschönen Monat Mai, Als alle Knospen sprangen, Da ist in meinem Herzen Die Liebe aufgegangen. Im wunderschönen Monat Mai, Als alle Vögel sangen, Da hab’ ich ihr gestanden Mein Sehnen und Verlangen. Aus meinen Tränen sprießen Uit mijn tranen ontspruiten bloemen en mijn zuchten worden een koor van nachtegalen. Als je mij lief hebt, schenk ik je alle bloemen en klinkt het lied van de nachtegaal voor jouw venster. Aus meinen Tränen sprießen Viel blühende Blumen hervor, Und meine Seufzer werden Ein Nachtigallenchor.
16
Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne Ooit hield ik van de roos, de lelie, de duif en de zon, nu houd ik alleen van het kleine, het fijne, het reine en die ene. Zij is de bron van alle liefde, zij is roos en lelie en duif en zon. Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne, Die liebt’ ich einst alle in Liebeswonne. Ich lieb’ sie nicht mehr, ich liebe alleine Die Kleine, die Feine, die Reine, die Eine; Sie selber, aller Liebe Wonne, Ist Rose und Lilie und Taube und Sonne. Ich liebe alleine Die Kleine, die Feine, die Reine, die Eine. Wenn ich in deine Augen seh’ Als ik in jouw ogen kijk, verdwijnt al mijn verdriet, maar als ik je kus word ik helemaal gezond. Aan jouw borst voel ik mij in de hemel, maar als je zegt ‘ik hou van jou’ huil ik bittere tranen. Wenn ich in deine Augen seh’, So schwindet all’ mein Leid und Weh; Doch wenn ich küße deinen Mund, So werd’ ich ganz und gar gesund. Wenn ich mich lehn’ an deine Brust, Kommt’s über mich wie Himmelslust; Doch wenn du sprichst: ich liebe dich! So muß ich weinen bitterlich.
Liedteksten
Ich will meine Seele tauchen
Ich grolle nicht
Ik wil mijn ziel onderdompelen in de kelk van een lelie; de lelie moet dan laten klinken een lied van mijn liefste. Het lied moet beven net als de kus die zij mij eens gaf in een heerlijk uur.
Ik ben niet boos, ook al breekt mijn hart. Ook al straal je nog zo, geen straal verlicht de nacht in jouw hart. Ik zag de slang die aan jouw hart knaagt en zag hoe verdrietig jij bent.
Ich will meine Seele tauchen In den Kelch der Lilie hinein; Die Lilie soll klingend hauchen Ein Lied von der Liebsten mein.
Ich grolle nicht, und wenn das Herz auch bricht, Ewig verlor’nes Lieb! Ich grolle nicht. Wie du auch strahlst in Diamantenpracht, Es fällt kein Strahl in deines Herzens Nacht. Das weiß ich längst.
Das Lied soll schauern und beben Wie der Kuß von ihrem Mund, Den sie mir einst gegeben In wunderbar süßer Stund’. Im Rhein, im heiligen Strome
Ich grolle nicht, und wenn das Herz auch bricht, Ich sah dich ja im Traume, Und sah die Nacht in deines Herzens Raume, Und sah die Schlang’, die dir am Herzen frißt, Ich sah, mein Lieb, wie sehr du elend bist.
In de Rijn weerspiegelt de Dom van Keulen. Daarin is een beeld van Onze Lieve Vrouw. Haar ogen, lippen en wangen zijn net als van mijn liefste. Im Rhein, im heiligen Strome, Da spiegelt sich in den Well’n Mit seinem großen Dome Das große, heil’ge Köln. Im Dom da steht ein Bildnis, Auf goldnem Leder gemalt; In meines Lebens Wildnis Hat’s freundlich hineingestrahlt. Es schweben Blumen und Eng’lein Um unsre liebe Frau; Die Augen, die Lippen, die Wänglein, Die gleichen der Liebsten genau. 17
Liedteksten
Und wüßten’s die Blumen, die kleinen
Das ist ein Flöten und Geigen
Als de bloemen , die kleine, wisten hoe diep gewond mijn hart is, zouden zij met mij huilen om mijn pijn te verlichten. En de nachtegalen zouden verkwikkende liederen zingen. En de sterren zouden neerdalen om mij te troosten. Maar slechts een kent mijn verdriet, zij die mij zelf het hart brak.
Met fluiten, violen en trompetten danst mijn allerliefste haar bruiloftsdansen. Pauken en schalmeien maken lawaai en ondertussen snikken en kreunen de lieve engeltjes.
Und wüßten’s die Blumen, die kleinen, Wie tief verwundet mein Herz, Sie würden mit mir weinen, Zu heilen meinen Schmerz. Und wüßten’s die Nachtigallen, Wie ich so traurig und krank, Sie ließen fröhlich erschallen Erquickenden Gesang. Und wüßten sie mein Wehe, Die goldenen Sternelein, Sie kämen aus ihrer Höhe, Und sprächen Trost mir ein. Sie alle können’s nicht wissen, Nur eine kennt meinen Schmerz; Sie hat ja selbst zerrissen, Zerrissen mir das Herz.
18
Das ist ein Flöten und Geigen, Trompeten schmettern darein; Da tanzt wohl den Hochzeitreigen Die Herzallerliebste mein. Das ist ein Klingen und Dröhnen, Ein Pauken und ein Schalmei’n Dazwischen schluchzen und stöhnen Die lieblichen Engelein. Hör’ ich das Liedchen klingen Hoor ik het liedje dat eens mijn liefste zong, dan drijft een zwart verlangen mij omhoog het woud in. Daar komt al mijn droefheid door tranen vrij. Hör’ ich das Liedchen klingen, Das einst die Liebste sang, So will mir die Brust zerspringen Von wildem Schmerzendrang. Es treibt mich ein dunkles Sehnen Hinauf zur Waldeshöh’, Dort löst sich auf in Tränen Mein übergroßes Weh’.
Liedteksten
Ein Jüngling liebt ein Mädchen Een jongen houdt van een meisje, dat een ander koos. Die ander houdt van een ander en is met haar getrouwd. Het meisje huwt uit boosheid de eerste de beste man; de jongen is er slecht aan toe. Het is het oude liedje dat steeds weer terugkeert. En wie het overkomt, zit met een gebroken hart. Ein Jüngling liebt ein Mädchen Die hat einen andern erwählt; Der andre liebt eine andre, Und hat sich mit dieser vermählt. Das Mädchen nimmt aus Ärger Den ersten besten Mann, Der ihr in den Weg gelaufen; Der Jüngling ist übel dran. Es ist eine alte Geschichte, Doch bleibt sie immer neu; Und wem sie just passieret, Dem bricht das Herz entzwei. Am leuchtenden Sommermorgen Op een stralende zomermorgen in de tuin hoor ik de bloemen fluisteren. Met medelijden zien ze mij aan: ‘Neem onze zuster niets kwalijk, jij treurige bleke man.’
Es flüstern und sprechen die Blumen, Und schaun mitleidig mich an: Sei unsrer Schwester nicht böse, Du trauriger blasser Mann. Ich hab’ im Traum geweinet Ik droomde dat jij dood was en weer wakker stroomden de tranen over mijn wangen. Ik droomde dat jij mij verliet en weer wakker huilde ik nog lang en bitter. Ik droomde dat het nog goed was, werd weer wakker en nog steeds komen de tranen. Ich hab’ im Traum geweinet, Mir träumte, du lägest im Grab. Ich wachte auf, und die Träne Floß noch von der Wange herab. Ich hab’ im Traum geweinet, Mir träumt’, du verließest mich. Ich wachte auf, und ich weinte Noch lange bitterlich. Ich hab’ im Traum geweinet, Mir träumte, du wär’st mir noch gut. Ich wachte auf, und noch immer Strömt meine Tränenflut.
Am leuchtenden Sommermorgen Geh’ ich im Garten herum. Es flüstern und sprechen die Blumen, Ich aber wandle stumm.
19
Liedteksten
Allnächtlich im Traume
Aus alten Märchen winkt es
Elke nacht in mijn dromen zie ik jou. Jij kijkt mij aan vol medelijden en schudt zacht je blonde hoofdje. Je zegt zachtjes een klein woord en geeft mij een boeket van cipressen. Dan word ik wakker, is het boeket weg en het woord ben ik vergeten.
In oude sprookjes wordt verhaald van een toverland. Waar bonte bloemen bloeien, groene bomen zingen en nevels dansen. Blauwe vonken branden op ieder blad en rode lichtjes rennen rond, luide bronnen breken uit marmer en de beek weerschijnt. Ach, kon ik daar maar komen en vrij en tevreden zijn. Dat land zie ik vaak in een droom, maar bij de morgenzon verdwijnt het snel als schuim.
Allnächtlich im Traume seh’ ich dich Und sehe dich freundlich grüßen, Und laut aufweinend stürz’ ich mich Zu deinen süßen Füßen. Du siehest mich an wehmütiglich Und schüttelst das blonde Köpfchen; Aus deinen Augen schleichen sich Die Perlentränentröpfchen. Du sagst mir heimlich ein leises Wort Und gibst mir den Strauß von Zypressen. Ich wache auf, und der Strauß ist fort, Und das Wort hab’ ich vergessen.
Aus alten Märchen winkt es Hervor mit weißer Hand, Da singt es und da klingt es Von einem Zauberland; Wo bunte Blumen blühen Im gold’nen Abendlicht, Und lieblich duftend glühen, Mit bräutlichem Gesicht; Und grüne Bäume singen Uralte Melodei’n, Die Lüfte heimlich klingen, Und Vögel schmettern drein; Und Nebelbilder steigen Wohl aus der Erd’ hervor, Und tanzen luft’gen Reigen Im wunderlichen Chor; Und blaue Funken brennen An jedem Blatt und Reis, Und rote Lichter rennen Im irren, wirren Kreis;
20
Liedteksten
Und laute Quellen brechen Aus wildem Marmorstein. Und seltsam in den Bächen Strahlt fort der Widerschein.
Und holt eine Totenbahre, Und Bretter fest und dick; Auch muß sie sein noch länger, Als wie zu Mainz die Brück’.
Ach, könnt’ ich dorthin kommen, Und dort mein Herz erfreu’n, Und aller Qual entnommen, Und frei und selig sein! Ach! jenes Land der Wonne, Das seh’ ich oft im Traum, Doch kommt die Morgensonne, Zerfließt’s wie eitel Schaum.
Und holt mir auch zwölf Riesen, Die müssen noch stärker sein Als wie der starke Christoph Im Dom zu Köln am Rhein.
Die alten, bösen Lieder Laat ons nu die oude boze liederen begraven, haal een grote kist, groter als een Heidelberger vat. En haal een lijkbaar, langer dan de brug over de Mainz. En haal twaalf reuzen, sterker dan Sint Christoffel. Zij moeten de kist dragen en in de zee laten zinken. Weet u waarom de kist zo groot en zwaar kan zijn? Ik legde ook mijn liefde en pijn daarin.
Die sollen den Sarg forttragen, Und senken ins Meer hinab; Denn solchem großen Sarge Gebührt ein großes Grab. Wißt ihr, warum der Sarg wohl So groß und schwer mag sein? Ich senkt auch meine Liebe Und meinen Schmerz hinein.
Die alten, bösen Lieder, Die Träume bös und arg, Die laßt uns jetzt begraben, Holt einen großen Sarg. Hinein leg’ ich gar manches, Doch sag’ ich noch nicht, was; Der Sarg muß sein noch größer, Wie’s Heidelberger Faß.
21
Biografieën Componisten Franz Liszt Franz Liszt (1811 - 1886) groeide op in het huidige Hongarije. In zijn omgeving werd slechts Duits gesproken en zijn leven lang sprak hij nauwelijks Hongaars. Hij studeerde korte tijd bij Carl Czerny in Wenen, bij Anton Reicha en Ferdinanco Paër in Parijs, en trad vanaf ca. 1824 in het openbaar op. De dood van zijn vader in 1827 bracht de eerste crisis in zijn leven en vormde de oorsprong van zijn liefde voor de religie. In 1832 hoorde hij de duivelskunstenaar Paganini spelen. Hij besloot om zich met dezelfde virtuositeit en magie op de piano te werpen. Spoedig daarna etaleerde hij zich als een fascinerend pianowonder; zowel met zijn spel als met zijn composities werd hij wereldberoemd. In 1833 ontmoette hij de getrouwde gravin Marie d’Agoult, met wie hij in de jaren 30 samenleefde. Als 22
befaamde rondreizende musicus speelde hij niet alleen eigen werk, maar ook gaf hij concerten rond één componist, bijvoorbeeld Beethoven. Zijn demonie was zowel gespeeld als echt, en de combinatie met zijn fantastische ‘looks’ en zijn grenzeloze technische mogelijkheden verklaart zijn enorme roem onder zijn tijdgenoten. In 1847 ontmoette hij prinses van Sayn-Wittgenstein, met
wie hij in Weimar en later in Rome samen leefde. In zijn latere leven kwam steeds meer de nadruk te liggen op het componeren en het les geven (in totaal heeft hij ca. 400 leerlingen gehad). Hij stierf in Bayreuth waar zijn dochter Cosima woonde samen met Richard Wagner. Hij bracht zijn laatste jaren in een huis naast hun ‘Haus Wahnfried’ door in de schaduw van zijn beroemde schoonzoon.
Biografieën
Robert Schumann Robert Schumann (1810 - 1856) werd geboren in Zwickau ten zuiden van Leipzig, als zoon van een boekhandelaar en uitgever. Al op jonge leeftijd kreeg hij pianoles en trad hij op in kleine kring. Toen hij zestien was stierf zijn vader, en naar de wens van zijn moeder ging hij in Leipzig rechten studeren. Al snel werd hem duidelijk dat muziek zijn leven was. Bij zijn pianoleraar Friedrich Wieck leerde hij in 1828 diens dochter Clara kennen, met wie hij later zou trouwen. Zijn compositieleraar was Heinrich Dorn, en vele pianocomposities ontstonden in de jaren dertig. Tegelijkertijd schreef hij in het door hem opgerichte Neue Zeitschrift für Musik dat nog altijd bestaat. In de vele bewonderende artikelen over het werk van zijn grote tijdgenoten kwam Schumanns ruimhartige karakter volop tot uiting. Na de vele liedcomposities uit 1840, het jaar van
zijn huwelijk met Clara, ontstond een jaar later zijn Eerste symfonie. Al in 1842 waren er tekenen van een geestesziekte, veroorzaakt door veel vroeger opgelopen syfilis. Toch bleef hij als componist enorm productief, werkte als dirigent in Düsseldorf en was leraar aan het conservatorium van Leipzig. In 1854 probeerde hij zichzelf te verdrinken in de Rijn, waarna hij werd opgenomen in een instituut
voor geesteszieken in Endenich bij Bonn. Daar overleed hij twee jaar later op slechts zesenveertigjarige leeftijd.
23
Biografieën
Uitvoerenden Ian Bostridge Tenor De Engelse Ian Bostridge (1964) zong als jongetje in het kerkkoor. Later bracht zijn leraar Duits hem in contact met de Duitse liedkunst en de opnamen van Fischer-Dieskau. Hij ging echter in Cambridge geschiedenis en filosofie studeren en promoveerde in 1990 in Oxford op het onderwerp ‘hekserij’. In 1992 trouwde hij met de schrijfster Lucasta Miller, met wie hij twee kinderen heeft. Vervolgens switchte hij naar de muziek, en toen het leven als academicus niet te combineren bleek met het leven als musicus werd hij in 1995 fulltime zanger. Sindsdien is hij over de hele wereld op de grote podia te horen in liedprogramma’s, operaen concertuitvoeringen. Zijn repertoire omvat de barok, de klassieke en romantische periode, 24
foto: Sim Canetty-Clarke
als ook de twintigste en eenentwintigste eeuw. In alles wat hij uitvoert komt zijn heel eigen stemgeluid en zijn theatrale begaafdheid tot uiting. Grote indruk maakte hij in opera’s van Britten, interpretaties van Schuberts liedcycli, de opera The Tempest van Thomas Adès, rollen in Mozart-opera’s, en vele liederenprogramma’s en cd-opnamen. Hierbij waakte Bostridge altijd voor de samenhang van de programma’s want van
losstaande ‘nummers’ moet hij niets hebben. Bostridge houdt van experiment en nieuwe impulsen. Zo onderneemt hij in het komende seizoen een tournee samen met jazzpianist Brad Mehldau. Verder treedt hij op in een opdrachtwerk van James MacMillan, geschreven als gedenkteken voor de doden uit de Eerste Wereldoorlog, en zal hij een geregisseerde versie uitvoeren van de Winterreise gecomponeerd door Hans Zender.
Biografieën
Saskia Giorgini Piano De half Italiaanse half Nederlandse pianiste Saskia Giorgini speelde piano vanaf haar vierde jaar. Op haar veertiende werd zij toegelaten tot de prestigieuze pianoacademie in Imola. Daar studeerde zij onder andere bij de oprichter van de academie, Franco Scala. Daarna was zij in Pinerolo leerling van Enrico Pace. In Graz specialiseerde zij zich in het liedrepertoire onder leiding van Julius Drake. In 2016 won zij de eerste prijs bij de Mozart Competitie in Salzburg, en sindsdien wordt zij beschouwd als een van de meest interessante en fantasievolle pianisten van haar generatie. Zij treedt op als solist en geeft recitals op gerenommeerde podia, en bovendien speelt zij samen met topmusici zoals Ian Bostridge, Martin Fröst, Janine Jansen en Thomas Demenga.
foto: Allard Willemse
Biografieën: Katja Reichenfeld
25
Biografieën
Deborah Saffery Mezzosopraan
Chileense mezzo-sopraan Deborah Saffery (1987) begon haar zangstudie in Santiago in Chili aan de Instituto de Música de la Pontificie Universidad Católica. In 2011 verhuiste zij naar Duitsland en slaagde in 2015 summa cum laude aan de Hochschule für Musik in Freiburg. In 2016 begon zij haar masterstudie bij Margreet Honig aan de Dutch National Opera Academy met steun van het Fundación Ibáñez 26
Atkinson. In 2017 vertolkte zij de rol van Prince Charmant In Massenets Cendrillon bij de DNOA, Il Paggio della Duchessa in Verdi’s Rigoletto bij de Nationale Opera, Hänsel in Humperdincks Hänsel und Gretel, en in voorjaar 2018 Lucretia in Brittens The Rape of Lucretia. Zij heeft haar studie aan de DNOA afgerond met haar rol als Dorabella in Mozarts Così fan tutte. Deborah heeft deelgenomen aan diverse masterclasses met onder anderen Pietro Spagnoli, Julie Kennard, Boris Ignatov, Ira Siff, Anna Bonitatibus en Maria Riccarda Wesseling.
Acadamy van het Conservatorium van Tilburg en studeerde daarna bij David Kuyken aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij zowel zijn bachelor- als masterdiploma behaalde.
Daan Boertien Piano Daan Boertien is een Nederlandse concertpianist die zich heeft gespecialiseerd in liedbegeleiding. Hij geeft concerten met verschillende zangers in binnen- en buitenland. Op tienjarige leeftijd werd Daan Boertien aangenomen bij de Young Musician’s
foto: TaoZhi Shao
Momenteel studeert Daan Liedgestaltung aan de Hochschule für Musik und Theater Hamburg bij de Duitse liedspecialist Burkhard Kehring. Hiervoor ontving hij een beurs van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Oscar und Vera RitterStiftung Hamburg. In 2010 was Daan Boertien
Biografieën
prijswinnaar van het Prinses Christinaconcours. In 2015 ontving hij de ‘Kunst aan de Dijk Prijs voor Jong Talent’. In 2018 won Daan Boertien de publieksprijs van Dutch Classical Talent samen met bariton Raoul Steffani. Verder won hij bij het Gustav-Mahler-Wettbewerb in Hamburg zowel de eerste prijs als duo met bariton Geng Lee als de prijs voor beste begeleider.
27
Grote Zangers De serie Grote Zangers is een samenwerking tussen Muziekgebouw aan ’t IJ en stichting Grote Zangers.
Serie Grote Zangers De Serie heeft als oogmerk het naar Nederland brengen van de wereldwijde top van klassieke (Lied)Zangers voor 6 toonaangevende concerten per jaar. Wij programmeren de serie in het Muziekgebouw sinds seizoen 2010-2011. Ervaringstraject Grote Zangers Het creëren van podia voor jonge startende zangers hoort bij onze stichtingsdoelen. Grote Zangers selecteert ieder seizoen 6 zangers uit de top van jong zangtalent. Grote Zangers organiseert voor deze zangers precies dát waar een groot tekort aan bestaat: speelbeurten voor solo concerten. Vaste onderdelen van het traject zijn een Voorprogramma bij onze serie en een full recital in de vorm van een huisconcert. De musici worden gehonoreerd uit Vriendenbijdragen en andere fondsen die wij werven voor dit educatietraject. Een 3e programmadeel is momenteel in ontwikkeling. Vrienden Grote Zangers Grote Zangers kent een actieve Vriendenclub. Vrienden wonen dikwijls huisconcerten bij. Er is één keer per jaar een exclusief en bijzonder evenement. 28
Huisconcerten Grote Zangers Huisconcerten vinden plaats in panden met hoge plafonds te Amsterdam. Liefhebbers van Grote Zangers stellen hun huizen ter beschikking om jong toptalent een kans te geven om zich in een soloconcert te presenteren. Een concert duurt ca. 60 minuten, na afloop krijgen gasten een glas wijn aangeboden. De toegang is op uitnodiging. Heeft u interesse een huisconcert bij te wonen? Laat het ons weten via vrienden@grotezangers.nl Partners Het Muziekgebouw; Co-producent serie Grote Zangers De Nationale Opera; Samenwerking Educatietraject Alferink Artists Management; Vocale adviezen Grote Zangers Theo van den Bogaard, directeur Lia van der Steen, communicatie Rozemarijn Tiben, productie Leo Spigt, mecenaat Contact Stichting Grote Zangers Herengracht 458, 1017 CA Amsterdam t 020 6643151 info@grotezangers.nl Volg ons op
Verwacht
Serie Grote Zangers Za 17 nov 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Florian Boesch + Malcolm Martineau Boesch brengt Winterreise Door zijn memorabele optredens in het Muziekgebouw groeide hij uit tot een vocale publieksfavoriet: de Oostenrijkse bariton Florian Boesch. Zijn ontspannen presentatie en de gesprekken na afloop met het publiek zijn uniek. Deze keer brengt hij met pianist Malcolm Martineau Schuberts meesterwerk Winterreise, het aangrijpende epos op teksten van Wilhelm Müller. Een avond om naar uit te kijken. Zijn laatste optreden in het Muziekgebouw gaf NRC vijf sterren: ‘de ideale zanger’. Winterreise, dat Schubert in zijn laatste levensjaar schreef, neemt de luisteraar mee door het innerlijk van een man die ten onder lijkt te gaan aan zijn eigen somberheid en waanideeën. Liederen als Gute Nacht, Der Lindenbaum, Irrlicht en het afsluitende Der Leiermann behoren tot de bekendste liederen uit het repertoire.
Florian Boesch foto: Lukas Beck Wiener Konzerthaus
Programma: Franz Schubert Winterreise
29
Verwacht
September vr 28 sep / 20.15 uur Cappella Amsterdam Again and again za 29 sep / 14.15 uur De IJ-Salon Koningin Tania za 29 sep / 20.15 uur Arditti Quartet Première Birtwistle zo 30 sep / 11.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen + Anne Veinberg Dans, Dans, Dans! zo 30 sep / 20.15 uur Under The Horizon Nederlands Kamerkoor + Huang Yi Studio +
wo 3 okt / 20.15 uur Harriet Muziektheater Transparant
do 4 okt / 12.30 uur Ernst Jan Vos, Hadewijch van Gent + Mattias Spee Lunchconcert i.s.m. Conservatorium van Amsterdam do 4 okt / 20.15 uur New European Ensemble De visioenen van Goebaidoelina vr 5 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Liza Ferschtman Ferschtmans Fratres
za 6 okt / 20.15 uur Nederlandse Bachvereniging De Brandenburgse Concerten
Oktober
zo 7 okt / 15.00 uur Thomas Oliemans Wat is het geheim van zingen? (8+)
di 2 okt / 21.30 uur / Kleine Zaal Ben Vince + Coby Sey Vooruitstrevende stemmen uit Londense underground
zo 7 okt / 20.15 uur Christian Poltéra + Ronald Brautigam Beethoven plus
30
ma 8 okt / 20.15 uur James Farm Joshua Redman, Aaron Parks, Matt Penman, Eric Harland di 9 okt / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Liza Ferschtman Ferschtmans Fratres wo 10 okt / 20.15 uur Cuca Roseta Fado vernieuwd do 11 okt / 20.15 uur Millennium Jazz Orchestra + Laura Bohn Bernstein Celebration Tour
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Foto: Erik van Gurp
Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
31