2018 11 15 Ensemble Resonanz

Page 1

Do 15 nov 2018 Grote Zaal 20.15 uur

Donderdag avondserie

Ensemble Resonanz De verdwenene

Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.


Programma

Donderdag avondserie Do 15 nov 2018 Grote Zaal 20.15 - 21.30 uur

Ensemble Resonanz De verdwenene Emilio Pomàrico dirigent Agata Zubel sopraan Christina Daletska mezzosopraan Leoš Janáček (1854 - 1928) Dagboek van een verdwenene (1917/1919)

ca. 75 minuten zonder pauze

Inleiding Foyerdeck 1 19.15 - 19.45 uur Thea Derks in gesprek met Tobias Rempe, zakelijk leider Ensemble Resonanz

arr. Johannes Schöllhorn

Georges Aperghis (1945) Migrants (2016/2017; Nederlandse première)

Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.

2


Toelichting Wat is de rol van kunst, de rol van contemporaine muziek? Is het louter entertainment, is het om stelling te nemen, of is het een expressie om begrip te kweken voor de ‘condition humaine’, of voor bepaalde vormen van menselijk lijden en menselijke emoties? ‘Ik wil niet alleen een gezicht geven aan de verdronken lichamen die dagelijks op de Europese stranden aanspoelen, maar ook aan de levenden die zonder identiteit door Europa dolen en officieel niet langer als levend te boek staan’, zei de Griekse componist Georges Aperghis al eens over het werk Migrants, dat hij schreef naar aanleiding van de vluchtelingenproblematiek in het huidige Europa en dat in maart 2018 in première ging. Geen politieke stellingname, maar een vorm van begrip, van compassie.

Janáček en Aperghis vragen allebei aandacht voor de menselijke maat, ongeacht de economische en politieke achtergrond. In feite deed Leoš Janáček zo’n honderd jaar eerder niet veel anders. Zijn Dagboek van een verdwenene is altijd geïnterpreteerd als een ‘liefdesverhaal’ gekoppeld aan de relatie tussen de componist en de veel jongere Kamila Stösslová, maar het werk is geschreven in een tijd dat de Eerste Wereldoorlog door Europa raasde en vele migranten dak- en thuisloos maakte. En

wat is je hele leven op zijn kop zetten voor een onoverkomelijke liefde anders dan een vorm van migratie, een vorm van reizen naar onzekerheid? Componist Johannes Schöllhorn heeft dat goed begrepen en in zijn arrangement van Janáčeks liedcyclus gekozen voor twee sopranen om het verhaal universeler te maken. Ook heeft hij de instrumentale bezetting aangepast aan de bezetting van Aperghis’ Migrants, die weer overeenkomt met de bezetting van Bartóks Muziek voor Snaren, Slagwerk en Celesta. Gezamenlijk vormen deze werken een tweeluik dat honderd jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog vertelt dat er qua menselijke emotie geen verschil is tussen de wanhopige vluchtelingen van vandaag en de dolende geesten en de door God en vaderland verlaten soldaten, gelukszoekers, geliefden en ook vluchtelingen van destijds. Niet voor niets vergeleek auteur Geert Mak onlangs in een interview in De Standaard de toestand in Europa, mede naar aanleiding van de Brexit, met de situatie aan het begin van de Eerste Wereldoorlog. Wat dat aangaat, vragen zowel Janáček als Aperghis aandacht voor hetzelfde, aandacht voor de menselijke maat, ongeacht de economische en politieke achtergrond. En daarvoor is muziek, abstracte muziek, aldus Aperghis, een perfect medium. 3


Toelichting

Leoš Janáček Dagboek van een verdwenene Er bestaan nogal wat misverstanden over de ware betekenis van Dagboek van een verdwenene van Leoš Janáček. Hij schreef het werk tussen 1916 en 1919 in een tijd dat hij kennismaakte met Kamila Stösslová, een bijna veertig jaar jongere getrouwde vrouw die de op het gebied van de liefde afgestompte componist van nieuw elan voorzag. Vanwege de zetting voor tenor, mezzosopraan, drie sopranen – die hier en daar als een koor van Sirenen fungeren – en piano, is Dagboek van een verdwenene wel uitgelegd als een liedcyclus over een nagenoeg onmogelijke, of zelfs verboden liefde. De man in de cyclus heeft immers geen steun van zijn familie als het gaat om zijn liefde voor het zigeunermeisje Zefka. Bovendien wakkerde Janáček deze interpretatie aan door aan Kamila Stösslová te schrijven: ‘Het donkere zigeunermeisje in mijn Dagboek van een verdwenene dat ben jij. Dat is waarom er zoveel emotioneel vuurwerk in het werk aanwezig is. Zoveel vuur dat als we beiden betrapt waren, we tot as zouden verworden… Gedurende het hele werk dacht ik aan jou.’ Er zal een kern van waarheid in zitten, en de inspiratie die uit de noten opstijgt beaamt dat min of meer, maar het feit blijft dat Janáček besloot deze gedichten op muziek te zetten voordat Stösslová in beeld was. 4

Hij vond de verzameling gedichten in een Tsjechische krant onder de kop ‘uit de pen van een autodidacte schrijver’. Het verhaal van de dorpsjongen die zijn familie verlaat voor een zigeunermeisje is daarom net zo goed het verhaal van een ‘vluchteling’ die alles achterlaat om zijn geluk elders te zoeken. Dat idee moet Janáček, die de gedichten toonzette vol verwijzingen naar zijn voor die tijd kenmerkende belangstelling voor de inflectie van de Tsjechische taal, in eerste instantie aangesproken hebben. Of iemand nu een slecht huwelijk tracht te ontvluchten of een vaderland, de basale gevoelens van angst en onzekerheid bij het betreden van nieuwe terreinen zijn vergelijkbaar. Dat heeft de Duitse componist Johannes Schöllhorn, die de tweeëntwintig liederen bewerkte, goed aangevoeld. ‘Vooral voor de plattelandsbevolking was de dwang tot migratie aan het begin van de twintigste eeuw door de industriële revolutie en de Eerste Wereldoorlog een ware ramp, omdat deze er het minst op voorbereid was’, schreef Schöllhorn bij de première van zijn bewerking in maart van dit jaar in Berlijn. ‘Precies deze beginsituatie beschrijft het dagboek.’ Door de cyclus door twee sopranen te laten zingen, verdwijnt het idee van de onbereikbare of fatale liefde naar de achtergrond en wordt het vooral het verhaal van de ‘vluchteling’ die op zoek moet naar nieuwe wortels. En dat maakt Dagboek van een verdwenene tot een perfecte metgezel van het mede op Janáčeks cyclus geïnspireerde Migrants van Georges Aperghis.


Toelichting

Georges Aperghis Migrants De Grieks-Franse componist Georges Aperghis is in Migrants voor zijn doen buitengewoon sober in zijn instrumentale taal en buitengewoon bewogen in zijn sociaal engagement. Nu voelt de componist zich ook enorm betrokken bij de vluchtelingenproblematiek. ‘Het zijn levende wezens op doorreis, wat betekent dat ze niet langer thuis zijn en ook nergens anders thuis horen’, zei hij aan de vooravond van de wereldpremière. ‘Ze weten niet wanneer ze zullen vertrekken of waar ze naar toe zullen gaan. Het is een nieuwe ‘condition humaine’. Migratie heeft altijd bestaan, maar deze is bijzonder hardvochtig. Daarom wil ik er het mijne over zeggen.’ Aphergis vond zijn inspiratie in Heart of Darkness uit 1899 van Joseph Conrad, de novelle waar ook de film Apocalypse Now van Francis Ford Coppola op gebaseerd is. Omdat het verhaal ver afstond van de actuele gebeurtenissen – de novelle gaat over de desastreuze gevolgen van het kolonialisme in Afrika – wakkerde het de verbeelding van de componist aan. Door gebruik te maken van teksten gebaseerd op Conrads werk, aangevuld met teksten van hedendaagse vluchtelingen, kon Aphergis boven het anekdotische uitstijgen en de problematiek op een universeler en gevoelsmatig hoger niveau presenteren. ‘Het gaat mij er niet om een specifieke geschiedenis te vertellen. Wat

mij interesseert is dat het om mensen gaat die als dieren behandeld worden. En dat gebeurt overal.’ Ook de muziek, die nagenoeg los van de tekst lijkt te staan, speelt zich af op een volstrekt abstract en associatief niveau. De kale noten, de complexe polyfonie van de strijkers, het dreigende slagwerk, het is er vooral om een toon, een sfeer neer te zetten. Slechts een enkele keer raakt Aphergis aan een vorm van anekdotiek. Zo produceren de geofoons, de metalen vaten gevuld met kiezelstenen, een geluid dat erg lijkt op de zee die breekt in de branding. ‘Alsof de zee als getuige spreekt’, omschrijft Schöllhorn deze keus van Aphergis. Verder heerst vooral de taal van de vervreemding, zowel in de soms onverstaanbare tekst als in de instrumentale uitbarstingen, die het gevoel van landen op vreemde bodem – waar niemand de vluchteling verstaat en waar de vluchteling op zijn beurt niets begrijpt van zijn omgeving – op zo’n manier uitdrukt dat het werkelijk invoelbaar wordt. ‘Uitgebeende niet-muziek’, noemde Schöllhorn het in zijn toelichting bij de première. ‘Muziek in shock’. Desondanks heeft het werk een zeer navolgbaar verloop. ‘Het eerste deel van Migrants focust op wie deze mensen zijn’, verklaart Aphergis de structuur van het ruim een half uur durende driedelige werk. ‘Het tweede deel gaat over de oversteek, de mensen op de schepen, en het derde deel brengt de verschijning van de tijdloze migrant die er altijd zal zijn en altijd weer zal vertrekken, ook al weet hij dat hij geen enkele 5


Toelichting

kans heeft om ooit werkelijk te slagen. Hij zal vertrekken om de doodeenvoudige reden dat hij niet kan blijven.’ Aphergis neemt in Migrants geen stelling, hij vertelt alleen het verhaal van de mensen. ‘Het is niet aan mij om te vertellen wat er politiek moet gebeuren. Het gaat mij om iets veel directers: hoe verhoud ik me tot al die beelden, tot al die verhalen, tot al die abstracte cijfers?’ En bovenal gaat het hem om het lot van de vluchtelingen. ‘In sommige Europese kampen hebben de migranten geen idee wanneer ze die ooit zullen verlaten. Zo ontstaat verlies van identiteit, een geleidelijk verlies van het zelf, van het denken.’ Tekst toelichting: Paul Janssen

6


Liedteksten Leoš Janáček Dagboek van een verdwenene Tekst: Ozef Kalda (1871 - 1921)

I Potkal sem mladou cigánku, nesla sa jako laň, přes prsa černé lelíky a oči bez dna zhlaň.

I Ik ontmoette een jonge zigeunerin, ze leek op een hinde, tot op haar borsten zwarte vlechtjes, ogen als een donkere zee.

Pohledla po mně zhlboka, pak vznesla sa přes peň a tak mi v hlavě ostala přes ce-lučký, celučký deň.

Ze keek me doordringend aan en verdween toen achter een berkenstam. En zo bleef haar beeld mij bij, de hele dag lang.

II Ta černá cigánka kolem sa posmětá, proč sa tady drží, proč nejde do světa?

II Die zwarte zigeunerin dwaalt rond ons huis. Waarom blijft ze hier rondhangen? Waarom trekt ze de wereld niet rond?

Byl bych snad veselší, gdyby odjít chtěla; šel bych sa pomodlit hnedkaj do kostela.

Ik zou gelukkiger zijn, als ze zou weggaan; dan zou ik meteen in de kerk de hemel gaan danken.

7


Liedteksten

III Svatojanské mušky tančíja po hrázi, gdosi sa v podvečer podle ní prochází. Nečekaj, nevyjdu, nedám já sa zlákat, mosela by po téj má maměnka plakat.

III De glimwormen dansen langs de dijk, er wandelt iemand voorbij in de schemering. Wacht niet, ik kom toch niet, ik laat me niet verleiden. Dat zou mijn moeder te veel verdriet doen.

Měsíček zachodí, už nic vidět není,

De maan gaat onder, er is haast niets meer te zien. Iemand staat daar op ons erf. Twee ogen flikkeren als lampen in de nacht. Mijn God, hou me tegen! Sta mij bij! Help me!

stojí gdosi, stojí, v našem záhumení. Dvoje světélka záříja do noci. Pane Bože, pane Bože nedaj! Stoj mi, stoj mi ku pomoci! IV Už mladé vlaštúvky ve hnízdě vrnoží, ležal sem celú noc jako na trnoži. Už sa aj svítání na nebi patrní, ležal sem celú noc jako nahý v trní.

IV De jonge zwaluwen tjilpen al in hun nest, het voelt alsof ik vannacht op een bed van doornen sliep. De dageraad kleurt de hemel al, het voelt alsof ik vannacht naakt tussen bramen lag.

V Těžko sa mi oře, vyspal sem sa málo, a gdyž sem odespal: o ní sa mi zdálo. Oní sa mi zdálo.

V Het werken valt me zwaar na zo weinig slaap. En als ik dan toch insliep, droomde ik van haar, droomde ik van haar.

VI Hajsi!, vy siví volci, bedlivo orajte, nic vy se k olšině nic neohledajte!

VI Hup, mijn grijze ossen, ploeg met zorg! Kijk niet om naar die elzenbomen!

Ode vrdéj země pluh mi odskakuje, strakatý fěrtúšek listím pobleskuje.

Mijn ploeg springt terug op deze harde grond. Een bontgekleurde schort flikkert tussen de bladeren.

8


Liedteksten

Gdo tam na mne čeká nech rači zkamení moja chorá hlava v jednom je plameni. Gdo tam na mne čeká, nech rači zkamení.

Iemand wacht daar op me – versteende ze maar! Mijn zieke hoofd gloeit als een vurige vlam. Iemand wacht daar op me – versteende ze maar!

VII Ztratil sem kolíček, ztratil sem od nápravy, postojte, volečci, postojte, nový to vyspraví.

VII Ik verloor een houten pen, ze viel uit de as. Sta stil, mijn ossen, ik moet haar vervangen.

Půjdu si pro něho rovnú já do seče. Co komu súzeno, tomu neuteče!

Ik ga er snel één snijden op de open plek in het bos. Aan zijn noodlot kan niemand ontsnappen.

VIII Nehleďte, volečci, tesklivo k úvratím, nebojte sa o mne, šak sa vám neztratím!

VIII Mijn ossen, kijk niet zo triest naar de bosrand. Maak je geen zorgen, jullie zijn me nog niet kwijt!

Stojí černá Zefka v olšině na kraju temné její oči jiskrú ligotajú.

De zwarte Zefka staat daar aan de rand van het elzenbos, in haar donkere ogen flitsen bliksemstralen.

Nebojte sa o mne, aj gdyž k ní přikročím, dokážu zdorovat uhrančlivým očím.

Wees niet bang, want zelfs in haar nabijheid zal ik haar behekste ogen weten te weerstaan.

9


Liedteksten

IX ‘Vítaj, Janíčku, vítaj tady v lese! Jaká šťastná trefa, šťastná trefa, ťa sem cestú nese?

IX Welkom, Jantje, welkom hier in het woud! Welk gelukkig toeval bracht je hier?

Vítaj, Janíčku! Co tak tady stojíš? Bez krve, bez hnutí, či snad sa mne bojíš?’

Welkom, Jantje! Wat sta je daar nu? Zo bleek, roerloos – je bent toch niet bang voor mij?

‘ Nemám já sa věru, nemám sa koho bát, přišel sem si enom nákolníček uťat, nákolníček uťat.’

Ik ben niet bang, ik moet voor niemand bang zijn. Ik kwam naar hier om een pen te snijden.

‘Neřež můj Janíčku, neřež nákolníčku! Rači si poslechni cigánskú pěsničku!’

Snij niet, beste Jantje, snij geen hout voor een pen! Luister liever naar een zigeunerlied!

Ruky sepjala, smutno zpívala, truchlá pěsnička srdcem hýbala.

Ze vouwde haar handen en zong een droevig lied.

X Bože dálný, nesmrtelný, proč´s cigánu život dal? By bez cíle blúdil světem, štván byl jenom dál a dál?

X Onsterfelijke, verre God, waarom schiep je de zigeuner? Om hem doelloos door de wereld te laten dwalen? Om hem weg te jagen, steeds verder en verder?

‘Rozmilý Janíčku, čuješi skřivánky? Přisedni si přeca podlevá cigánky!’

Liefste Jantje, hoor je de leeuweriken? Kom toch even bij de zigeunerin zitten!

10


Liedteksten

Smutná pěsnička srdcem hýbala.

Haar klaaglied beroerde zijn hart.

Bože mocný, milosrdný! Než v pustém světě zahynu, daj mi poznat, daj mi cítit, daj mi cítit, daj mi cítit.

Almachtige, barmhartige God! Vooraleer ik in dit oord aan eenzaamheid ten onderga, sta mij toe te kennen, te voelen!

Smutná pěsnička srdcem hýbala.

Haar klaaglied beroerde zijn hart.

‘Pořád tady enom jak solný slp stojíš, všecko mi připadá, že sa ty mne bojíš.

Daar sta je nu als een zuil van zout. Alles wijst erop dat je bang van me bent.

Přisedni si blížej, ne tak zpozdaleka, či ťa moja barva přeca enom leká?

Kom dichterbij, je bent zo ver weg. Of schrikt mijn kleur je af?

Nejsu já tak černá jak sa ti uzdává, gde nemože slnce, jinší je postava!’

Ik ben niet zo zwart als je denkt. Hier, waar de zon niet aankan, is het wel anders.

Košulku na prsoch krapečku shrnula, košulku na prsoch krapečku shrnula, jemu sa všecka krev do hlavy vhrnula.

Ze trok het hemd op haar borst wat open en het bloed steeg hem naar het hoofd.

11


Liedteksten

XI Táhne vůňa k lesu z rozkvetlé pohanky – ‘Chceš-li, Janku, vidět, jak spíja cigánky?

XI De geur van de boekweitbloesems trekt naar het bos. Janik, wil je zien hoe zigeuners slapen?

Halúzku zlomila, kameň odhodila. ‘Tož už mám ustlané’ v smíchu prohodila.

Ze brak een takje af en schoof een steen opzij. Kijk, mijn bed is al gemaakt, zei ze lachend.

‘Zem je mi za polštář, nebem sa přikrývám a rosú schladlé ruce v klíně si zahřívám.’

De aarde is mijn hoofdkussen, de hemel mijn deken, en mijn ijskoude handen warm ik in mijn schoot.

V jednéj sukénce na zemi ležala a moja poctivost pláčem usedala.

In haar jurk lag ze daar uitgestrekt op de grond en mijn deugdzaamheid weende ontroostbaar.

XII Tmavá olšinka, chladná studénka, černá cigánka, bílé kolénka: na to štvero, co živ budu, nigdy já už nezabudu.

XII Sombere elzen, een frisse bron, een zwarte zigeunerin, kleine witte knieën: zolang ik leef, zal ik deze vier dingen nooit vergeten.

XIII Piano solo

XIII Piano solo

XIV Slunéčko sa zvihá, stín sa krátí. Oh! Čeho sem pozbyl, gdo, gdo mi to navrátí?

XIV De zon klimt, schaduwen worden korter. Ach! Wat ik verloren heb, wie zal me dat teruggeven?

12


Liedteksten

XV Moji siví volci, co na mne hledíte? Es-li vy to na mne, esli vy povíte!

XV Mijn kleine grijze ossen, waarom staren jullie mij zo aan? Gaat het over mij, gaan jullie mijn geheim verklappen?

Nebudu já biča na vás šanovat, budete to potem budete banovat.

Dan zal ik jullie de zweep niet besparen. Dat zullen jullie duur betalen.

Nejhorší však bude, vráťa sa k polednu, jak já jen maměnce do očí pohlednu!

Maar het ergste komt ’s middags, thuis: hoe zal ik er mijn moeder in de ogen kunnen kijken!

XVI Co sem to udělal? Jaká to vzpomněnka! Gdyž bych já měl pravit cigánce: maměnka.

XVI Wat deed ik toch? Wat betekenen die herinneringen? Moet ik nu ‘mama’ zeggen tegen een zigeunerin?

Cigánce maměnka, cigánu tatíček, rači bych si uťal od ruky malíček!

‘Mama’ tegen een zigeunerin, ‘papa’ tegen een zigeuner? Ik snijd nog liever m’n pink af!

Vyletěl skřivánek vyletěl z ořeší, moje truchlé srdce nigdo nepotěší.

De leeuwerik vloog op, weg van de hazelaars. Niemand kan mijn droeve hart troosten.

13


Liedteksten

XVII Co komu súzeno, tomu neuteče. Spěchám já včil často na večer do seče.

XVII Aan zijn noodlot kan niemand ontsnappen. Ik loop ’s avonds vaak naar die plek in het bos.

Co tam chodím dělat?... Sbírám tam jahody. Lísteček odhrňa, užiješ lahody.

Wat ga ik daar doen? Ik pluk er aardbeien, Ik neem hun blaadjes weg en laat me verrukken.

XVIII Nedbám já včil o nic, než aby večer byl, abych já si s Zefkú celú noc pobyl.

XVIII Enkel het vallen van de avond interesseert me nog om samen met Zefka de nacht te kunnen doorbrengen.

Povšeckým kohútom hlavy bych zutínal, to aby žádný z nich svítání nevolal.

Het liefst zou ik van alle hanen de kop afhakken, zodat er geen enkele nog de dageraad kon aankondigen.

Gdyby chtěla noc na věky trvati, abych já na věky mohl milovati.

Duurde de nacht maar eeuwig, dan kon ik een eeuwigheid lang beminnen.

XIX Letí straka, letí, křídlama chlopotá, ztratila sa sestře košulenka z plota.

XIX Daar vliegt de ekster – vleugelgeritsel. Het hemd van mijn zus is van het hek verdwenen. Wie heeft het gestolen?

Gdo jí ju ukradl, oj, gdyby věděla, věckrát by se mnú řečnovat nechtěla.

Mocht mijn zus dit weten, ze zou nooit nog tot me spreken!

14


Liedteksten

Oh, Bože, rozbože, jak sem sa proměnil, jak sem své myšlenky ve svém srdci změnil.

Ach God, wat ben ik veranderd! Veranderd in mijn hart en in mijn gedachten!

Co sem sa modlíval, už sa hlava zbyla, jak gdyby sa pískem zhlybeň zařútila!

Ik heb zoveel gebeden, dat mijn versufte kop in zand begraven lijkt.

XX Mám já panenku ale po, po, po kolenka, už sa jí zdvihá režná ko, ko, košulenka.

XX Ik heb een teerbeminde. Maar boven haar lieftallige knieën begint haar ruw linnen hemd al op te bollen.

XXI Můj drahý tatíčku, jak vy sa mýlíte, že sa já ožením, kterú mi zvolíte.

XXI Beste vader, hoe vergis je je! Ik zal niet trouwen met wie je voor mij uitkoos.

Každý, gdo pochybil, nech trpí za vinu: svojému osudu rovněž nevyminu!

Hij die zonden beging, moet boeten nu; ook mijn lot wil ik niet langer ontlopen!

15


Liedteksten

XXII Sbohem, rodný kraju, sbohem, má dědino! Navždy sa rozlúčit, zbývá mi jedino.

XXII Vaarwel, geboorteland, vaarwel, mijn dorp! Voor altijd afscheid nemen, is alles wat me nog rest.

Sbohem, můj tatíčku, a i vy, maměnko, sbohem, má sestřičko, mých očí poměnko! Ruce vám obtúlám, žádám odpuštění, už pro mne návratu žádnú cestú není!

Vaarwel, mijn liefste vader, en ook jij, liefste moeder, vaarwel, mijn zusje, licht van mijn ogen! Ik neem jullie handen en vraag vergiffenis, hoewel er voor mij geen weg meer terug is!

Chci všechno podniknút, co osud poručí. Zefka na mne čeká, se synem v ná-ručí!

Ik wil alles vervullen, wat het lot mij oplegt. Zefka wacht op me, met onze zoon in haar armen! Vertaling: Muziektheater Transparant

16


Liedteksten

Georges Aperghis Migrants Tekst: Joseph Conrad (1857 - 1924) en tekstfragmenten van vluchtelingen

I. They were dying slowly — it was very clear. They were not enemies, they were not criminals, they were nothing earthly now — nothing but black shadows of disease and starvation, lying confusedly in the greenish gloom. Black shapes crouched, lay clinging to the earth, half coming out, half effaced within the dim light, In all the attitudes of pain, abandonment, and despair. An uninterrupted, uniform, headlong, rushing noise filled the mournful stillness of the grove, where not a breath stirred, not a leaf moved, with a mysterious sound—as though the tearing pace of the launched earth had suddenly become audible. I began to distinguish the gleam of the eyes under the trees. Then, glancing down, I saw a face near my hand. slowly the eyelids rose and the sunken eyes looked up at me, enormous and vacant The man seemed young — almost a boy…

17


Liedteksten

II. then a match flared, and a lean face appeared, worn, hollow, it seemed to retreat and advance out of the night in the regular flicker of the tiny flame. The match went out. It was not sleep – it seemed unnatural, like a state of trance. Not the faintest sound of any kind could be heard. You looked on amazed, and began to suspect yourself of being deaf the night came suddenly, and struck you blind as well. It was not sleep – it seemed unnatural, like a state of trance. We won’t make it tonight The northern frontier Don’t move
 Overcrowed dinghy Translate Far from ears
 All aboard
 Crammed
 Rolling grows
 Bodies sweat
 Quick signal
 Won’t come
 Watch over
 Stay up
 Several hundred
 We will all be butchered in this fog The faces twitched with the strain, the hands trembled slightly, the eyes forgot to wink.

18


Liedteksten

III. I looked at him, lost in astonishment. There he was before me His very existence was improbable, inexplicable, and altogether bewildering. It was inconceivable how he had existed, how he had succeeded in getting so far, how he had managed to remain – why he did not instantly disappear. ‘I went a little farther, then still a little farther – till I had gone so far…’ For months – for years – his life hadn’t been worth a day’s purchase; and there he was gallantly, thoughtlessly alive ‘I went a little farther, then still a little farther – till I had gone so far that I don’t know how I’ll ever get back.’

19


Biografie Componisten Leoš Janáček

Ook had hij een orgelschool die snel uitgroeide tot een heus conservatorium waar Janáček compositie doceerde. In 1904 schreef hij de opera Jenufa en na de uitvoering van dit werk in 1915 in Praag werd ook de rest van Europa wakker en groeide Janáček uit tot een van de belangrijkste componisten van zijn land. In 1916 kwam hij de veel jongere Kamila Stösslová tegen. Zij werd de laatste twaalf jaren van zijn leven zijn muze en vormde de inspiratie voor belangwekkende werken als Sinfonietta, de Glagolitische Mis en De Zaak Makropoulos.

De Tsjechische componist Leoš Janáček (1854 - 1928) is internationaal beschouwd een laatbloeier. Lange tijd was hij slechts een plaatselijke grootheid in Brno die de regionale volksmuziek bestudeerde.

Georges Aperghis

Janáček maakte ook een gedegen studie van de klankrijkdom en inflecties van de Tsjechische taal en leverde af en toe een compositie af waarin deze zaken tot uiting kwamen.

Aperghis vertrok op 18-jarige leeftijd naar Parijs waar hij een compositieleerling werd van zijn landgenoot Iannis Xenakis. Al snel vond hij een eigen weg voorbij het naoorlogse serialisme en in

20

De Griekse componist Georges Aperghis (1945) groeide op met een vader die beeldhouwer was en een moeder die actief was als kunstschilder.

1976 richtte hij het Atelier Theatre et Musique (ATEM) op om een plek te creëren voor zijn muziektheatrale werken.

foto: Xavier Lambours

Aperghis maakte naam met geëngageerde composities en even complexe als kleurrijke toontaal. Het leverde hem in 2011 de eerste Maurico Kagel Muziekprijs op. Vier jaar later kreeg hij de BBVA Foundation Frontiers of Knowledge Award voor zijn vernieuwende bijdragen op het gebied van muziektheater en zijn combinatie van klank, ruimte, toneel en technologie.


Biografieën

Johannes Schöllhorn

Uitvoerenden Agata Zubel Sopraan

en treedt over de hele wereld op. Haar composities vallen geregeld in de prijzen. Zij is docente aan de Academy of Music in Wroclaw.

Christina Daletska Mezzosopraan

De Duitse componist Johannes Schöllhorn (1962) studeerde aan de Hochschule für Musik Freiburg. Daar kreeg Schöllhorn compositielessen van Klaus Huber. Ook studeerde hij directie bij Péter Eötvös. Naast componist was hij docent compositie in Zurich en Hannover. Sinds 2009 doceert hij compositie aan de Hochschule für Musik und Tanz Köln.

foto: Łukasz Rajchert

De Poolse sopraan en componiste Agata Zubel (1978) studeerde percussie en muziektheorie aan de Karol Szymanowski High School of Music in Wroclaw.

De Oekraïense mezzosopraan Christina Daletska (1984) begon als violiste.

Daarnaast studeerde Zubel compositie bij Jan Wichrowski aan de Karol Lipínski University of Music. Ze manifesteerde zich als zangeres en als componist

Daletska werd opgeleid door haar moeder en speelde zowel viool als altviool in de hoedanigheid van soliste bij diverse orkesten in de Oekraïne. In 2003 vertrok

foto: Yuri Helytovych

21


Biografieën

ze naar Zwitserland waar ze tot 2009 zangles kreeg van Ruth Ronner in Zurich. Sinds 2005 kan ze bogen op een internationale carrière als opera- en liedzangeres en treedt ze op in vele gerenommeerde operahuizen en concertzalen.

Emilio Pomàrico Dirigent

de Accademia Musicale Chigiana in Sienna. Na zijn studie dirigeerde hij alle grote Italiaanse orkesten en was hij ook buiten Italië succesvol. Pomàrico maakt vooral naam op het gebied van de hedendaagse muziek. Hij werkte met vele vooraanstaande componisten samen en is zelf ook actief als componist. In die hoedanigheid won hij al eens de G. B. Viottiprijs. Pomàrico is leider van het orkest van de Civica Scuola di Musica in Milaan.

Ensemble Resonanz Het Duitse Ensemble Resonanz werd in 1994 opgericht door leden van de Jungen Deutschen Philharmonie.

foto: Astrid Ackermann

De in Buenos Aires geboren Italiaanse dirigent Emilio Pomàrico (1954) studeerde in Milaan en zette zijn studie voort bij Franco Ferrara en Sergiu Celibidache aan 22

Sinds 2002 is Hamburg de standplaats van het ensemble en sinds 2017 is het gezelschap Ensemble in Residence van de nieuwe Elbphilharmonie. Het achttien leden tellende ensemble concentreert zich vooral op hedendaagse muziek en werkt op democratische basis. Het

ensemble heeft geen vaste chef-dirigent, maar werkt regelmatig met artists in residence. Onder anderen Jean-Guihen Queyras, Emilio Pomàrico en Tabea Zimmermann vielen deze eer al te beurt. Sinds de zomer van 2018 is Ricardo Minasi artist in residence. Barbara Bultmann viool** Gregor Dierck viool* Tom Glöckner viool David-Maria Gramse viool Juditha Haeberlin viool** Christine Krapp viool Benjamin Spillner viool Swantje Tessmann viool* Rebecca Beyer viool Mona Burger viool Tim-Erik Winzer altviool* Justin Caulley altviool* David Schlage altviool Michael Falter altviool Jörn Kellermann cello Saerom Park cello* Andreas Müler cello Anne Hofmann contrabas* Benedict Ziervogel contrabas* Rie Watanabe slagwerk Jens Ruland slagwerk Malika Maminova slagwerk Gesine Dreyer harp Lorenzo Cossi piano ** concertmeester * aanvoerder


BiografieĂŤn

foto: Tobias Schult

23


Verwacht

Donderdag avondserie Do 22 nov 2019 Grote Zaal 20.15 uur

icon LOD muziektheater + Asko|Schönberg, Atelier Bildraum, Frederik Neyrinck & Sabryna Pierre ‘De onbekende van de Seine’ was een jonge vrouw die in de 19e eeuw in de Seine verdronk. Vanwege haar raadselachtige glimlach besloot de lijkschouwer er een dodenmasker van te maken, dat vervolgens een cultobject werd, geliefd bij kunstenaars en filosofen. Wat zag of dacht de onbekende toen ze stierf? Wie was zij? Het Gentse productiehuis LOD muziektheater transformeert dit mythische beeld tot een opera voor sopraan, acteur en kwintet. Nu zijn beelden alomtegenwoordig, maar het dodenmasker – een soort 19e-eeuwse selfie – is uniek. De onbekende zou vandaag ongetwijfeld zijn geïdentificeerd. Waar komt ons verlangen het mysterie te kennen vandaan? Laten we wel genoeg ruimte voor niet-weten? LOD muziektheater onderzoekt de mythe aan de hand van zulke vragen. De jonge veelbelovende componist Frederik Neyrinck creëerde een veelzijdige partituur, waarin expressionisme, popmuziek en serialisme hun sporen hebben nagelaten. Asko|Schönberg is ensemble in residence.

Programma: Frederik Neyrinck i c o n (Nederlandse première) 24

Frederik Neyrinck foto: Jan Stragier


WORD NU LID! Amnesty is onpartijdig en onafhankelijk. De organisatie neemt voor acties en onderzoek geen geld aan van regeringen of politieke groeperingen. Of van bedrijven waarvan niet zeker is of zij de mensenrechten respecteren. Daarom zijn wij voor ons werk afhankelijk van mensen zoals u. Word daarom nĂş lid. Ga naar www.amnesty.nl/wordlid

Mezzosopraan Christina Daletska is ambassadeur Amnesty International Zwitserland 25


Verwacht

vr 23 nov / 21.00 uur Alva Noto - UNIEQAV object blue + Valery Vermeulen

November vr 16 nov / 20.15 uur David Kadouch Révolution za 17 nov / 14.15 uur De IJ-Salon Oostenwind za 17 nov / 20.15 uur Florian Boesch + Malcolm Martineau Boesch brengt Winterreise za 17 nov / 20.30 uur / Bimhuis FIRE! Orchestra The Rest is Noise @ Bimhuis zo 18 nov / 12.00 uur / Entreehal Muziekgebouw Park Picknick wo 21 nov / 20.15 uur Holland Baroque Molière et Moi, magnifique do 22 nov / 20.15 uur icon LOD muziektheater + Asko|Schönberg 26

za 24 nov / 13.30 uur / Kleine Zaal Het Boompje (2-4) Try-out Alle hoeken van de Kamermuziek

za 24 nov / 14.00 uur Nouamane Lahlou Marokkaanse & Arabische klassieke muziek za 24 nov / 20.15 uur Dudok Quartet Amsterdam Eerherstel voor componist Hans Pfitzner

wo 28 nov / 20.30 uur / Bimhuis Diamanda Dramm Violin Spaces do 29 nov / 20.15 uur Norrbotten NEO Lantern Lectures van Klas Torstensson vr 30 nov / 20.15 uur Psalm 151 Cappella Amsterdam

December za 1 dec / 20.15 uur Concertgebouw Kamerorkest + Bram van Sambeek Fagotconcerten

Huil van de Wolff Kijk Muziek! zo 25 nov

13.30 uur + 15.30 uur / Kleine Zaal Het Boompje (2-4) Alle Hoeken van de Kamermuziek 13.30 uur Help een olifant! (6+) Wishful Singing di 27 nov / 20.15 uur VOCES8 + Rachel Podger Guardian Angel

Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Foto: Erik van Gurp

Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.

Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.

Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons

Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

27



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.